VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR
AGENDAPUNT 9 ONTWERP Nummer: 568495
Onderwerp: Krediet renovatie rwzi De Meern In D&H: In Cie: In AB: Portefeuillehouder:
16-07-2013 BMZ 03-09-2013 SKK 02-10-2013 van de Vorm
Steller: Telefoonnummer: Afdeling: Geheim:
Tonny Oosterhoff (030) 6345726 Zuiveringsbeheer ja
nee
Voorstel
Het college stelt u voor om 1. Akkoord te gaan met de renovatie van rwzi De Meern. 2. Akkoord te gaan met de voorgestelde maatregelen om aan de vergunningseisen voor lozing van het effluent te voldoen. 3. Een totaal krediet te verlenen voor de renovatie van de rwzi De Meern van € 2.200.000,= (incl. voorbereidingskosten). 4. Een totaal krediet te verlenen voor de maatregelen om aan de vergunningseisen te voldoen van € 400.000,=
Advies commissie
BMZ
SKK
Reactie college op advies commissie
568495
-1-
INLEIDING De rwzi De Meern is gebouwd in 1963, waarna in 1988 een uitbreiding van de capaciteit heeft plaatsgevonden. Op deze locatie wordt het afvalwater van kernen de Meern en Harmelen en het percolatiewater van de voormalige stort van Mastwijk verwerkt. Renovatiewerkzaamheden Begin 2011 is een inspectie naar de technische staat van de installatie uitgevoerd waaruit naar voren kwam dat de volgende onderdelen technisch versleten zijn en vervangen moeten worden: het beluchtingssysteem, de slib afvoerpompen, de besturingsinstallatie en de elektrische installatie In 2010 is met de gemeente Utrecht een optimalisatiestudie Afvalwater Systeem (OAS) uitgevoerd. Uit deze studie kwam naar voren dat de hydraulische capaciteit van de huidige installatie ook voor de komende 10 jaar ruim voldoende is om het afvalwateraanbod uit dit gebied te verwerken. Een uitbreiding van de verwerkingscapaciteit is dus niet nodig. Voor de vervanging van de beluchtingsinstallatie van de rwzi De Meern is gekeken of, in het kader van energiebesparing, de huidige puntbeluchters vervangen kunnen worden door een bellenbeluchtingssysteem. Uit de studie hiernaar is gebleken dat de extra investering van deze systeemwijziging, hoewel een significante energiebesparing gerealiseerd kan worden, niet binnen de levensduur van de installatie wordt terugverdiend. Hierdoor wordt niet voldaan aan de randvoorwaarden voor energiebesparende investering zoals door het bestuur in de energievisie is vastgesteld. Op basis hiervan heeft het algemeen bestuur op 3 juli 2013 besloten het systeem van puntbeluchting te handhaven. De kosten voor de renovatie van versleten onderdelen zijn geraamd op € 2.200.000,= Defosfatering In de afgelopen jaren is gebleken dat de verwijdering van fosfaat uit het afvalwater onvoldoende is. Regelmatig wordt de maximale toegestane concentratie aan fosfaat in het effluent (4 mg P-PO4/l). overschreden. Om aan de eis voor fosfaat te kunnen voldoen is het noodzakelijk maatregelen te nemen om de verwijdering van fosfaat te verbeteren. Hiervoor komen twee opties in aanmerking: 1. Chemische defosfatering 2. Biologische defosfatering In bijlage 2 is een KBW-analyse opgenomen en zijn deze opties omschreven en met elkaar vergeleken. De resultaten van de financiële vergelijking zijn in onderstaande tabel weergegeven. Kosten Chemische Defosfatering
Biologische defosfatering
euro x 1.000
euro x 1.000
400
1.750
Initiële investeringen
Jaarlijkse kosten 64 117 Uit deze analyse blijkt dat de keuze voor chemische defosfatering de voorkeur heeft boven biologische defosfatering op met name financiële gronden. De jaarlijkse kosten voor de doseerinstallatie bestaat uit kapitaalslasten (€ 34.000,=) en kosten voor chemicaliën (€ 30.000,=). De jaarlijkse kosten voor de anaerobe tank bestaan uit kapitaalslasten (€105.000,=) en elektriciteitskosten (€ 12.000). Op grond van de resultaten van de KBW analyse stellen wij voor te kiezen voor chemicaliëndosering om aan de lozingseisen voor fosfaat te kunnen voldoen. De investeringskosten voor deze optie bedragen € 400.000,=.
568495
-2-
ARGUMENTEN 1. De betreffende onderdelen en systemen zijn versleten. Om de bedrijfsvoering op de rwzi De Meern te garanderen is een vervanging noodzakelijk; 2. Om aan de vergunningseis voor fosfaat voor lozing op de Leidsche Rijn te kunnen voldoen zijn aanvullende maatregelen nodig.
RELATIE MET ORGANISATIEMISSIE, COLLEGEPROGRAMMA OF ANDERE BELEIDSDOCUMENTEN Energievisie HDSR Bij dit project wordt geen significante bijdrage aan de doelstellingen van de MeerJaren Afspraken (MJA3) geleverd. Schoon water Om de kwaliteit van het geloosde afvalwater te garanderen is het noodzakelijk de genoemde versleten onderdelen te vervangen en de installatie uit te breiden met een doseerinstallatie ten behoeve van de fosfaat verwijdering.
FINANCIËLE CONSEQUENTIES Door het college is een voorbereidingskrediet voor deze renovatie beschikbaar gesteld van € 200.000,=. De totale kosten van de renovatie (inclusief de voorbereidingskosten) zijn geraamd op € 2.200.000,= met een nauwkeurigheid van +/- 30%. De investeringskosten voor de realisatie van een doseerinstallatie voor een chemische defosfatering zijn geraamd op € 400.000,=. De totale kosten voor de renovatie en defosfatering bedragen hiermee € 2.600.000,=. In de begroting van 2013 is voor dit project een totaal kredietvolume goedgekeurd van € 3.400.000. Deze investering past dus in de begroting 2013. Realisatie van de chemische defosfatering resulteert jaarlijks in een toename van de chemicaliënkosten van € 30.000,=. Vanaf 2015 wordt dit bedrag in de begroting verwerkt.
KANTTEKENINGEN Risicoparagraaf Bij de vervanging van de diverse onderdelen worden deze één op één vervangen en worden geen nieuwe of innovatieve technieken toegepast. De risico’s van dit project zijn hierdoor beperkt. Om deze reden is voor dit project geen uitgebreide risicoanalyse uitgevoerd. Om op korte termijn aan de lozingseisen te voldoen wordt onze mobiele doseerwagen ingezet.
UITVOERING De aanbesteding van dit project staat eind 2013 gepland. De uitvoering van de werkzaamheden zijn volgens planning 1 april 2015 gereed.
COMMUNICATIE (niet van toepassing)
BIJLAGE(N) nee ja, namelijk Bijlage 1: Overzichtsfoto rwzi De Meern Bijlage 2: KBW-analyse
TER INZAGE nee ja, namelijk Dijkgraaf en hoogheemraden, dijkgraaf, P.J.M. Poelmann secretaris-algemeen directeur, drs. E.Th. Meuleman
568495
-3-
BIJLAGE
Bijlage 1: Luchtfoto rwzi De Meern
568495
-4-
BIJLAGE
Bijlage 2. KBW-analyse keuze defosfatering rwzi De Meern. In de lozingsvergunning van de rwzi De Meern zijn voor de mineralen stikstof (N) en fosfaat (P) eisen gesteld van respectievelijk 10 mg N/l en 2 mg P/l mg/l over gemiddeld 10 metingen. Bovendien is er een maximale eis gesteld aan de individuele lozingsdagen voor fosfaat van 4 mg P/l. Omdat de rwzi niet is ontworpen voor een verregaande verwijdering van N en P kan niet altijd worden voldaan aan deze lozingseisen. Hierdoor kan niet altijd aan de individuele eis met betrekking tot N en P worden voldaan. In deze situatie kon in de afgelopen jaren teruggevallen worden op de zogenaamde 75%regeling. Deze regeling houd in dat ontheffing kan worden verkregen voor de individuele lozingseisen van een rwzi wanneer een zuiverende instantie over het totale beheersgebied een verwijderings percentage van minimaal 75% heeft gerealiseerd. In verband met een gewijzigd beheer van de Leidsche Rijn, het ontvangende oppervlaktewater van de rwzi De Meern, is de invloed van de P-bijdrage van de rwzi De Meern op dit watersysteem toegenomen. Als gevolg hiervan is begin 2013 duidelijk geworden dat de ontheffing op de individuele lozingseisen niet meer wordt verleend. Concreet betekent dit dat bij de lozing van het effluent van de rwzi De Meern de vergunningseisen worden overschreden. Door de afdeling Handhaving is het waterschap gemaand om aan deze overschrijding een eind te maken. Het incidenteel te hoge N-gehalte is (tot nu toe) geen probleem voor het ontvangend oppervlaktewater. Verwacht wordt dat de ontheffing op de 75% gebiedsverwijdering voor N wel zal worden verleend. Om de P-verwijdering te verbeteren zijn een tweetal maatregelen mogelijk. 1. Chemische defosfatering 2. Biologische defosfatering Ad 1. Bij de chemische defosfatering worden aan het afvalwater chemicaliën, ijzer- of aluminiumzouten, gedoseerd. Deze metalen gaan met het opgeloste fosfaat in het water een chemische verbinding aan die onoplosbaar is. Het fosfaat wordt op deze manier in het slib opgenomen en als spuislib verwijderd en uiteindelijk verwerkt bij de slibeindverwerker (SNB). Tijdens het zuiveringsproces blijft deze verbinding bestaan. Het fosfaat wordt hiermee definitief uit het water verwijderd. Een installatie voor de chemische defosfatering bestaat uit een buffertank van 25 á 30 m3 en een doseerinstallatie. De kosten voor een dergelijke installatie worden geraamd op € 400.000,=. Per jaar bedragen de kosten voor de dosering van chemicaliën ca € 30.000,= Ad 2. Bij de biologische verwijdering van P wordt het ontwerp van het zuiveringsproces aangepast waardoor bacteriën die P kunnen binden worden gestimuleerd in de groei. Door te zorgen voor een groter aandeel van deze fosfaatbindende bacteriën wordt de hoeveelheid fosfaat die kan worden verwijderd gemaximaliseerd. Om biologische defosfatering te realiseren op de rwzi De Meern moet er een extra buffer worden gebouwd, een zogenaamde anaerobe tank, met een inhoud van 1500 m3. Een grove schatting van de kosten voor de bouw van een anaerobe tank, inclusief mengers en pompen bedraagt € 1.7500.000,=. In onderstaande tabel is de vergelijking van deze alternatieven op de financiële aspecten weergegeven.
Kosten Chemische Defosfatering
Biologische defosfatering
euro x 1.000
euro x 1.000
400
1.750
Initiële investeringen
568495
-5-
BIJLAGE Jaarlijkse kosten
64
117
Uit de financiële vergelijking van deze twee alternatieven blijkt dat fosfaatverwijdering door chemicaliëndosering een veel lagere investering vergen. Hoewel de jaarlijkse kosten voor chemicaliën bij een chemicaliën defosfatering jaarlijks ongeveer € 30.000,= bedragen blijven de totale jaarlijkse kosten (inclusief de kapitaalslasten) voor dit alternatief ruim onder de kapitaalslasten van het alternatief biologische defosfatering. De beide alternatieven zijn vergeleken op de aspecten energie en gebruik van chemicaliën. (zie onderstaande tabel 2).
Effecten Chemische Defosfatering
Biologische defosfatering
+
-
-
+
Doelen HDSR energie Overige effecten chemicaliën
Betreffende het energieverbruik scoort chemische defosfatering beter dan biologische defosfatering. Bij de laatste is het noodzakelijk het te zuiveren afvalwater naar de te bouwen anaërobe tank te pompen. Het geschatte energieverbruik hiervoor bedraagt jaarlijks ongeveer 100.000 KWh Ten aanzien van het chemicaliën verbruik scoort biologische defosfatering beter dan chemische defosfatering. Bij biologische defosfatering wordt de fosfaatverwijdering middels het biologische proces verwijderd. Bij de chemische defosfatering zijn altijd chemicaliën nodig. Door het toepassen van een online fosfaatmeting wordt het chemicaliënverbruik geminimaliseerd.
6