2010001469 Notulen openbare vergadering van de gemeenteraad van Bloemendaal gehouden op donderdag 17 december 2009 om 20.00 uur in de raadszaal van het gemeentehuis te Overveen
AGENDA 1a. 1b. 2. 3. 2009035092,2009035557 4. 2009033735 HAMERPUNTEN 5. 2009032447 6. 7. 8.
2009032304 2009027358 2009032400
9. 10. 11.
2009030982 2009031653 2009030945
BESPREEKPUNTEN 12. 2009033147 13. 2009032290 14.
2009031652
15. 16. 17. 18. 19. 20.
2009032511 2009031981 2009030935
Opening Vaststellen van de agenda Mededelingen Vaststellen van het verslag 12 en 19 november 2009 Lijst Ingekomen stukken Vaststellen bestemmingsplan Jan van Galenlaan / Witte de Withlaan Vaststellen Wijzigingsplan Schoollaan Bouwverordening Bloemendaal 2009 Vertegenwoordiging Bloemendaal in Algemeen Bestuur van de gemeenschappelijke regeling Muziekcentrum Zuid-Kennemerland Inbreng activa Tetterode sportcomplex Vaststellen bestuursopdracht sport Vaststellen Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening Bloemendaal 2009 Erfgoedverordening Bloemendaal 2009 (aangepaste versie) Standpuntbepaling over Project Ecologische Golfbaan (voormalig) Woestduin Verordening gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens Bloemendaal 2009 Belastingverordeningen 2010 Rioolheffing (2009031978) Dorpshuis Vogelenzang (2009031955) Rondvraag Speech door dhr. A.J.G. Burger Sluiting
Aanwezig: Voorzitter:
R.Th.M. Nederveen (burgemeester) (behoudens agendapunt 14)
Griffier:
mevrouw K.A. van der Pas
Raadsleden:
de dames mr. A.M. Jeltes (D66), mr. A.M. Soeteman-Wolf (CDA), C.A. van Stralen (D66), M.H. Verkaik-Vernooij (CDA), drs. Th.H.M. Wolf mpa (PvdA), drs. A.J. Zoetmulder-Sanders (VVD) en de heren ir. F.W. van den Berg (VVD), ing. A.J.G. Burger (CDA), drs. ing. P.J.A. Boeijink (VVD), drs. W.G. Brussaard (VVD), drs. C.W.D. van Gruting (VVD), mr. L.J.L. Heukels (LB), J.H.B.M. Hustinx (LB), drs. R.W. Kruijswijk (GrLi), H. Pieterson (VVD), H.A.L. Schell (PvdA), drs. M.J.T.M. Schnackers (CDA), J. Westphal (D66)
Afwezig raadslid:
de heer dr. F. Schuring (VVD)
Wethouders:
mevrouw A. Schep (D66) en de heren A. Bruggeman (CDA) en T. Kokke (VVD)
MT-leden:
mevrouw drs. K. Kensen (adjunct-directeur, afdelingshoofd bedrijfsbureau) en de heren P.G.A. Dubbe (afdelingshoofd publiekszaken), mr. J.C.M. van Hooft (afdelingshoofd gemeentewerken), V. Portanger (afdelingshoofd bouwen en wonen), W. Toet (afdelingshoofd financiën en facilitaire zaken) en mr. A.Ph. van der Wees (directeur-gemeentesecretaris)
1
Afwezig MT-lid:
de heer R.J. van der Hoek (afdelingshoofd belastingen Kennemerland-Zuid)
Notulist:
mevrouw E.A. van der Giessen (Extern Support)
1a.
OPENING
De VOORZITTER opent de vergadering en heet iedereen hartelijk welkom, in het bijzonder de aanwezigen op de publieke tribune, de duoraadsleden en de luisteraars via de radio. Hij heet ook de aanwezige MT-leden welkom.
1b.
VASTSTELLEN VAN DE AGENDA
De VOORZITTER stelt voor om de agendapunten 9 Inbreng activa Tetterode sportcomplex en 10 Vaststellen bestuursopdracht sport onder de bespreekpunten te behandelen als punten 10 en 11, in verband met de verwachting van de indiening van amendementen. In aansluiting hierop stelt de voorzitter voor om agendapunt 11 Vaststellen Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening Bloemendaal 2009 als punt 9 te behandelen. Daarnaast stelt hij voor om agendapunt 16 Rioolheffing (2009031978) en vervolgens agendapunt 15 Belastingverordeningen 2010 te behandelen. Mevrouw WOLF verzoekt om agendapunt 13 Standpuntbepaling over Project Ecologische Golfbaan (voormalig) Woestduin te verschuiven naar een volgende vergadering, en vraagt het college of het problematisch is om de behandeling van dit punt naar de volgende vergadering uit te stellen. Bij interruptie zegt de heer PIETERSON dat het aan de raad is om een punt door te schuiven. De VOORZITTER beaamt dat, maar een raadslid kan altijd informeren naar de mening van het college. Mevrouw WOLF licht toe dat er een deel van de raad in het vooroverleg heeft aangegeven de mening van het college hierover te willen vernemen. Ze geeft aan dat de PvdA-fractie het op prijs zou stellen om de behandeling van het punt uit te stellen, aangezien de fractie uit de brief aan de raad van Marienweide bepaalde vragen halen die de fractie graag met de Mareinweide en het college zou willen bespreken en vervolgens in een commissievergadering zou willen bespreken. Wethouder KOKKE zegt geen bezwaar te hebben om het punt op een later moment te bespreken en om voorbereidingen te treffen die daarvoor gewenst worden geacht. Het is niet zo dat er de dag na deze vergadering een besluit moet worden genomen. Mevrouw WOLF vraagt de raad het punt in de volgende vergadering te behandelen. De heer PIETERSON verzoekt om een korte schorsing voor nader overleg met zijn collega’s. De VOORZITTER schorst de vergadering. De VOORZITTER heropent de vergadering en geeft het woord aan de heer Pieterson. De heer PIETERSON zegt te hebben overlegd en geeft aan in te stemmen met de verplaatsing van agendapunt 13 naar de volgende vergadering. De raad stemt unaniem in met de behandeling van punt 13 in de volgende raadsvergadering. De LBfractie merkt daarbij op dat Marienweide de mogelijkheid moet hebben om over het project nog een keer met de commissie te praten. De heer HEUKELS zegt dat D66 een motie heeft aangekondigd over het onderwerp en meldt in de wandelgangen te hebben vernomen dat Veen en Duin in de verkoop gezet zou worden. In verband met de jarenlange discussie over dit onderwerp is LB verbijsterd. Deze avond heeft de fractie een brief ontvangen van 18 november jl. van Natuurmonumenten. De fractie is van mening dat dit punt in de raad moet worden behandeld en verzoekt om dit punt op de agenda te zetten, dan ook de motie van D66 aan de orde te laten komen ofwel het punt op de agenda te zetten en gelijk door te verwijzen naar behandeling in de commissie.
2
De heer BOEIJINK zegt dat in het vooroverleg van de fractievoorzitters aan de orde is gekomen en geconstateerd is in dat overleg dat als een fractie wenst het punt te behandelen de overige fracties daarmee instemmen. Hierbij merkt de heer Boeijink op dat de commissie bestuur en middelen over de stand van zaken omtrent Veen en Duin geïnformeerd is. De heer HEUKELS zegt de agenda van commissie bestuur en middelen te hebben nagekeken en er is in zowel het openbare als besloten gedeelte niet aangekondigd dat hierover gesproken zou worden. Het kan hoogstens een mededeling over het onderwerp vanuit het college zijn geweest. De heer BURGER geeft aan als voorzitter van commissie Bestuur en Middelen dat er inderdaad een mededeling vanuit het college over het onderwerp bij een agendapunt is gedaan. Mevrouw VAN STRALEN merkt bij interruptie op dat er geen agendapunt mededelingen in het besloten gedeelte van de commissievergadering is geweest. De heer HEUKELS verzoekt om het punt Veen en Duin op te nemen in de agenda met daarbij de motie van D66 en vervolgens het punt verder te behandeling in commissie Bestuur en Middelen, aangezien de raad verder geen stukken van het college omtrent het onderwerp heeft ontvangen. De heer BOEIJINK stemt in met het voorstel van de heer Heukels om het onderwerp in de commissie te behandelen en niet in deze raadsvergadering. De heer HEUKELS gaat er hierbij wel vanuit dat het college in de tussentijd geen handelingen verricht die niet terug gedraaid kunnen worden. De VOORZITTER merkt op dat vervreemding een bevoegdheid blijft van het college. De heer BOEIJINK zegt dat het een gebruik is dat het college niet handelt als dit door de raad wordt gevraagd. Wethouder KOKKE zegt de raad eraan te herinneren dat het een traject is, zoals de heer Heukels zegt, dat al jarenlang loopt. Het onderwerp is in de vergadering van de commissie Bestuur en Middelen van september dit jaar behandeld aan de hand van een uitgebreide notitie die de wethouder de raad heeft doen toekomen. In die commissievergadering is toen afgesproken dat Veen en Duin in principe verkocht zou kunnen worden en de commissie heeft er toen bij het college op aangedrongen om nog een uiterste poging te doen om een vergelijk met Natuurmonumenten mogelijk te maken. Natuurmonumenten heeft zich teruggetrokken uit het project en er is geen andere koper met een vergelijkbare doelstelling. Toen het college de brief van 18 november jl. van Natuurmonumenten ontving, heeft het college bij de eerstvolgende gelegenheid de commissie Bestuur en Middelen geïnformeerd over de stand van zaken. De commissie Bestuur en Middelen heeft onder voorbehoud dat Natuurmonument geen kandidaat is, het college de vrije hand gegeven om te doen wat het college behoort te doen. De VOORZITTER zegt dat wanneer er een voornemen van het college is, volgens art. 196 lid d het college het gevoelen van de raad behoort in te winnen, omdat het een gevolg heeft voor de begroting van de raad, die procedure in de raad zelf af te ronden. Dat heeft niet plaatsgevonden en daarom lijkt het de voorzitter verstandig om alsnog de afronding in de raadsvergadering van januari te laten plaatsvinden. Met inachtneming van de woorden van wethouder Kokke. Mevrouw WOLF wil hieraan toevoegen dat er wel een andere kandidaat voor koop is, maar die is er wel geweest; een kandidaat die zich heeft uitgeroepen als organisatie op het gebied van natuurbehoud. Mevrouw Wolf vraagt of dit in de behandeling in januari kan worden meegenomen. In het kader van het art. 196, lid d, vraagt mevrouw WOLF te agenderen Voorgenomen verkoop Linneaushof, waartoe het college op 15 december jl. besloten heeft. Het gevoelen van de raad kan niet via een commissie ingewonnen worden. Met instemming van de raad wordt Voorgenomen verkoop Linneaushof geagendeerd als punt 17a. Met inachtneming van bovenstaande is de agenda vastgesteld.
3
2.
MEDEDELINGEN
De VOORZITTER meldt een bericht van verhindering te hebben ontvangen van de heer Schuring. 3.
2009035092 en 2009035557 VASTSTELLEN VAN HET VERSLAG VAN 12 NOVEMBER 2009 EN 19 NOVEMBER 2009
De verslagen en de lijst met toezeggingen zijn vastgesteld. 4.
2009033735 LIJST INGEKOMEN STUKKEN
Naar aanleiding van ingekomen stuk 14 informeert mevrouw WOLF om welke wijziging het gaat. Hiermee wil ze de zinloosheid van enkele brieven op de lijst van ingekomen stukken aantonen. De lijst met ingekomen stukken is vastgesteld. HAMERPUNTEN 5.
2009032447 VASTSTELLEN BESTEMMINGSPLAN JAN VAN GALENLAAN / WITTE DE WITHLAAN
De raad besluit overeenkomstig het voorstel. 6.
2009032304 VASTSTELLEN WIJZIGINGSPLAN SCHOOLLAAN
De raad besluit overeenkomstig het voorstel. 7.
2009027358 BOUWVERORDENING BLOEMENDAAL 2009
De raad besluit overeenkomstig het voorstel. 8.
2009032400 VERTEGENWOORDIGING BLOEMENDAAL IN ALGEMEEN BESTUUR VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING MUZIEKCENTRUM ZUID-KENNEMERLAND
De raad besluit overeenkomstig het voorstel. 9.
2009030945 VASTSTELLEN VERORDENING INRICHTING ANTIDISCRIMINATIEVOORZIENING BLOEMENDAAL 2009
De raad besluit overeenkomstig het voorstel. BESPREEKPUNTEN 10.
2009030982 INBRENG ACTIVA TETTERODE SPORTCOMPLEX
De heer KRUIJSWIJK stelt voor om uit het raadsvoorstel punt 3 Afschrijvingstermijn te schrappen, omdat GrLi vindt dat het college hierbij al te vooruitstrevend boekhoudt. Het dak is nog niet gerepareerd, er is nog geen budget beschikbaar en er is nog geen plan geaccordeerd. De fractie vindt het voorbarig om een afschrijvingstermijn te verlengen. Hiervoor dient GrLi een amendement in. AMENDEMENT- A Wethouder KOKKE zegt de raad ten aanzien van de vraag een antwoord te hebben gestuurd. Er is een budget beschikbaar in 2010 voor het vervangen van het dak van de Tetterode hal. Het dak moet vervangen worden, aangezien deze in slechte staat verkeert. Er zijn voorbereidingen getroffen om het dak te vervangen (technische onderzoeken uitgevoerd, offertes aangevraagd) en nu is de fase aangeborken van het gunnen van de uitvoering van de reparatie van het dak. Dit is een eerste stap om de Tetterode hal op te knappen, nadat de hal in handen van de gemeente is gekomen. De wethouder acht het redelijk dat de reparatie in 2010 wordt uitgevoerd. Mevrouw VAN STRALEN vraagt of de accountant het boekhoudkundig juist vindt, om het administratief te regelen conform het voorstel dat als de uitvoering van de werkzaamheden uitlopen, ze aan het eind van 2010 of helemaal niet in 2010 plaatsvinden.
4
Wethouder KOKKE antwoordt dat naar verwachting geen sprake zal zijn van uitvoering van de werkheden eind 2010, eerder eind 2009. Zoals het er nu naar uit ziet, zullen de werkzaamheden in 2010 worden uitgevoerd. Op basis van accountantsregels wordt de administratie in de boekhouding verwerkt. Bij interruptie stelt mevrouw WOLF voor om in voorliggend besluit niet de afschrijvingstermijn van 25 jaar op te nemen, maar pas te besluiten op het moment dat het dak gerepareerd is. Wethouder KOKKE geeft aan niet een pleidooi te voeren om de afschrijving absoluut in 2010 aan te vangen. De reguliere accountantsregels worden gehanteerd. Mocht de raad de accountant hierover om advies willen vragen, dan zal de wethouder dat doen alhoewel het niet gebruikelijk is om een dergelijke kleine vraag aan de accountant voor te leggen. De wethouder geeft aan datgene te doen dat gewenst is om vast te stellen hoe de afschrijvingen van de verbetering van de Tetterode hal boekhoudkundig moet worden verwerkt. De heer KRUIJSWIJK zegt dat het een technisch punt betreft. Hij ging ervan uit dat de wethouder reeds met de accountant had overlegd op dit punt. Hij vindt het goed dat er nog een keer met de accountant wordt overlegd. De heer Kruijswijk geeft aan dat het hem technisch beter lijkt om op moment van vervanging van het dak pas af te schrijven. De heer PIETERSON geeft aan dat de wethouder een goede notitie heeft geschreven. Daarin staat duidelijk, zoals het in heel Nederland hoort, dat een dergelijke afschrijving plaatsvindt in 25 jaar. De heer Pieterson ziet geen redenen en noodzaak om dat te wijzigen. Hij steunt het amendement niet. De heer SCHNACKERS meldt de beantwoording van de wethouder, zowel in de notitie als in het zojuist naar voren gebrachte, voldoende duidelijk te vinden en stemt tegen het amendement. De heer WESTPHAL wijst de fracties van GrLi en PvdA erop te wijzen dat het gaat om afschrijving van de boekwaarde en het een boekhoudkundige techniek is. Een dak gaat 25 jaar mee. D66 steunt de motie niet. Mevrouw WOLF zegt enige irritatie in de raad te bespeuren. Ze vraagt of er een bezwaar is om het 3e punt niet op te nemen in het raadsvoorstel. Het antwoord kan ook simpel zijn of het wel of niet bezwaarlijk is. Mevrouw Wolf geeft aan er geen politieke bedoelingen mee te hebben. Het lijkt haar logischer om eerst de uitgaven te doen en vervolgens rekening te houden met de afschrijvingstermijn. Bij interruptie meldt mevrouw SOETEMAN bij zichzelf geen irritatie te bespeuren. De VOORZITTER zegt bij meerdere raadsleden geen irritatie te hebben ondervonden. Hij wil overgaan tot besluitvorming. Amendement A wordt verworpen met meerderheid van stemmen, behoudens GrLi en PvdA. De raad besluit overeenkomstig het voorstel. 11.
2009031653 VASTSTELLEN BESTUURSOPDRACHT SPORT
Mevrouw VAN STRALEN zegt dat D66 blij is met de aandacht van het college voor sport. De fractie ziet toch graag één en ander in de bestuursopdracht gewijzigd en stelt daarom 3 amendementen voor. Ze geeft korte toelichting. In eerste instantie viel de fractie over een zinsnede ‘‘Topsport hockey hoort inmiddels bij de cultuur van Bloemendaal en is niet vanzelfsprekend’’. AMENDEMENT B ---- Topsport Mevrouw Van Stralen vervolgt met de opmerking dat het college het sportbeleid graag wil vernieuwen en refereert daarbij aan een 213a onderzoek, gedaan door Sportsupport. Sport en bewegen zijn inmiddels een vast onderdeel in de samenleving en het rapport geeft aan dat het trend is om sport niet meer als middel maar als doel te zien en op die manier sportdoelen te formuleren op bepaalde beleidsterreinen. De genoemde beleidsterreinen zijn een menu, dat wil zeggen dat ze niet allemaal gekozen hoeven te worden.
5
AMENDEMENT C ---- Hoofddoelstelling sportbeleid Mevrouw Van Stralen zegt dat een aantal problemen waar de gemeente op sportgebied tegen aan loopt, grensoverschrijdend zijn. Deze zijn niet op te lossen zonder andere overheden, al zal de communicatie niet altijd soepel lopen, D66 denkt dat de lijnen wel altijd open moeten staan. Daarom ziet de fractie graag dat een aantal partijen wordt toegevoegd bij de paragraaf communicatie. Daarbij verzoekt de fractie het college om de aanbevelingen van Sportsupport hierover op te volgen. AMENDEMENT D ---- Bovenlokale afstemming sportbeleid De heer PIETERSON zegt de moties sympathiek te vinden. Daarbij geeft de heer Pieterson aan dat duidelijk moet zijn dat er geen nota sportbeleid wordt vastgesteld, maar dat er een bestuursvoordracht voorligt. Het college vraagt om financiële middelen om een nota sportbeleid op te zetten. Het college komt dus nog met een nota sportbeleid en dat is het moment dat van nadere invulling en komen de onderwerpen van de amendementen van D66 aan de orde. De heer Pieterson kan amendement B onderschrijven. De heer Pieterson doet een voorstel aangaande de laatste regel van amendement B: ‘‘Alhoewel breedtesport voor de gemeente de eerste doelstelling is, betekent dat het gemeentebestuur de bestuurlijke mogelijkheden zal inzetten voor continuering van topsport in onze regio’’. Dit klinkt volgens de heer Pieterson positiever. Voor wat betreft de amendementen C en D geeft hij aan dat hij de invulling van de betreffende onderwerpen in bredere zin verwacht in de nota sportbeleid die het college nog moet samen stellen. Hij heeft moeite met deze amendementen. Mevrouw WOLF zegt dat de PvdA het een goede zaak vindt dat het college met een bestuursopdracht voor sport is gekomen. De raad stelt de kaders. De fractie heeft dan ook geen problemen met de indiening van de amendementen door D66. Naar aanleiding van amendement B informeert mevrouw Wolf of het de bedoeling is dat het college alle bestuursmogelijkheden inzet voor continuering van topsport. Daarnaast vraagt ze naar de betekenis van regio in dit amendement. Voor wat betreft amendement C merkt mevrouw Wolf op het lastig te vinden om het genoemde rapport leidend te laten zijn in de nota sportbeleid, aangezien zij niet bekend is met het rapport. De fractie heeft geen bezwaar tegen amendement D en is voor het opnemen van de bovenlokale afstemming en daarbij de ‘gremia’ (zoals provincie) te vermelden. De heer HEUKELS geeft aan bij amendement B ervan uit te gaan dat hiermee bedoeld wordt het allerhoogste topniveau. Hij meldt vervolgens buitengewoon verheugd te zijn dat de heer Pieterson deze vergadering een positieve instelling heeft getoond en is het eens met zijn opmerking aangaan zijn wijziging in de laatste regel. Voor wat betreft amendement C meldt de heer Heukels niet bekend te zijn met het genoemde rapport en onder punt 2 het woordje ‘bijvoorbeeld’ toe te voegen bij ‘‘aan de hand van ..’’. LB steunt amendement D met inachtneming van de opmerking van de PvdA. De heer KRUIJSWIJK zegt dat GrLi hoopt dat D66 de eerdergenoemde suggesties aangaande de amendementen zal overnemen. De fractie vindt het wat ver gaan om alles te doen wat tot de bestuurlijke mogelijkheden behoort voor de continuering van topsport in de regio, aangezien dit ook financiële consequenties heeft. De heer SCHNACKERS meldt dat de CDA-fractie de amendementen sympathiek vindt en enkele genoemde suggesties voor aanpassing van de amendementen steunt. Bij amendement C geeft de heer Schnackers aan zich aan te sluiten bij de opmerking aangaande het niet bekend zijn met het genoemde rapport en zonder kennis te hebben genomen van de inhoud van dat rapport deze niet over te nemen. Vervolgens merkt hij op blij te zijn met de opmerking dat sport meer heeft dat een gezondheidsfunctie. Hij stelt voor het noemen van het rapport eruit te halen. Amendement D kan de fractie steunen. Bij amendement B stelt de heer Schnackers voor om bij constateringen bij het eerste punt het woordje ‘ook’ toe te voegen bij ‘‘op hoog niveau’’. De fractie is benieuwd wat er met het tekstvoorstel van de heer Pieterson gebeurt. De VOORZITTER stelt voor om eerst de reactie van mevrouw Van Stralen te vragen en vervolgens de preadvisering van het college. Mevrouw VAN STRALEN reageert op de opmerking van de heer Pieterson aangaande het stellen van kaders. Er ligt een raadsvoorstel met een bestuursopdracht. Een bestuursopdracht is het stellen van kaders voor het college om de notitie sport en bewegen uit te werken. De amendementen zijn er op gericht om die kaders bij te stellen. Ze geeft aan blij te zijn met de tekstwijziging in amendement B van de heer Pieterson en stelt voor om de zin als volgt aan te passen: ‘‘Alhoewel breedtesport voor de
6
gemeente de eerste doelstelling is, zal het gemeentebestuur alles wat tot de bestuurlijke mogelijkheden behoort, inzetten voor continuering van topsport in onze regio’’. Voor wat betreft de opmerking van mevrouw Wolf aangaande ‘regio’, geeft mevrouw Van Stralen aan dat Bloemendaal de op één na kleinste gemeente met topsport op een dergelijk hoog niveau, en dat is een grote belasting. Dat staat ook in de rapportages. De fractie vindt dat open gehouden moet worden of het breder, meer regionaal, getrokken moet worden. Voor wat betreft amendement B wil mevrouw Van Stralen de suggestie van de heer Heukels overnemen. Aangaande amendement C meldt mevrouw Van Stralen dat de essentie is van de bestuursopdracht is dat de hoofddoelstelling een middel is. De rapportage van Sportsupport verwijst naar het rapport van NISB, VSG en NOC*NSF en heeft deze ook uitgebreid geciteerd. Hiervan heeft mevrouw Van Stralen kennis genomen. In het rapport wordt een aantal trends beschreven, waaronder dat de maatschappelijke ontwikkeling is dat sport niet meer als middel gezien wordt maar als doel en dat gemeenten sport als zodanig inzetten. Het gaat hierbij niet om wat er te bereiken is met sport, maar om de doelstellingen. Het rapport beschrijft hoe gemeentelijk sportbeleid voor de toekomst kan worden vastgesteld en adviseert om de switch van middel naar doel te maken. De formulering waarvoor in amendement C gekozen is, is om duidelijk aan te geven dat de beleidsthema’s een menukaart zijn. Hiermee wordt bedoeld dat er een aantal zaken van gekozen worden na het nalopen van alle zaken. De toevoeging die in het amendement staat is dat de doelstellingen van het gemeentelijke beleid geformuleerd worden aan de hand van de menukaart sport en bewegen. De intentie is dat het college de gelegenheid wordt gegeven een beleidsthema niet uit te werken. De heer HEUKELS merkt bij interruptie op voorgesteld te hebben om na ‘geformuleerd worden’ het woord ‘bijvoorbeeld’ op te nemen. Mevrouw VAN STRALEN geeft aan dat met die toevoeging het te vrijblijvend wordt. Voor wat betreft de bovenlokale afstemming sportbeleid heeft de fractie ervoor gekozen om alleen de externe partijen aangezien het rapport van Sportsupport adviseert dat de provincie Noord-Holland het coördineert. Het is niet de verantwoordelijkheid van Bloemendaal en de gemeente kan het niet regionaal coördineren, maar wel lobbyen dat de provincie het gaat coördineren. De VOORZITTER stelt vast dat amendement B hiermee een wijziging heeft ondergaan en subamendement B is. Wethouder KOKKE zegt buitengewoon blij te zijn met de aandacht van de raad en het vele werk wat mevrouw Van Stralen betreffende het onderwerp verricht heeft. Hij geeft aan content te zijn met de steun die uit het amendement blijkt ten aanzien van de bestuursopdracht. Als kanttekening merkt de wethouder op dat de nota is geschreven vanuit de positie waar de gemeente mee aanvangt. Er is enige jaren geleden een sportnota geschreven. Die nota is geëvalueerd en blijkt ingevuld te zijn. De toekomstige nota is bedoeld om een stap voorwaarts, vanuit de positie waar de gemeente vandaan komt, in de komende periode te zetten. Het is mogelijk dat een bepaalde limitering is van de ambitie in de vorming van de nota. Op dit moment heeft de gemeente niet of nauwelijks de middelen, begrotingstechnisch, om tegemoet te komen aan de wensen van de breedtesport. De wensen worden geïnventariseerd en het college zal de raad voorstellen doen. Als topsport ook volle aandacht behoeft, geeft de wethouder aan dat er verwachtingen gecreëerd moeten worden in relatie tot de middelen die de gemeente nu heeft. Het college heeft momenteel de opdracht tot besparingen te zoeken in de begroting. De vraag vanuit het college is hoe ambitieus de gemeente wil zijn in de vorming van de nota en bestuursopdracht die bij de realiteit aansluit. Hiermee wil de wethouder niets afdoen aan de opmerkingen die gemaakt zijn. Hij zegt bereid te zijn te adviseren de amendementen aan te nemen, maar merkt daarbij op niet te kunnen overzien wat de amendementen voor consequenties hebben. De wethouder is er ambtelijk op gewezen dat de amendementen een aanzienlijke doorlooptijd en hogere kosten van de opdracht zal betekenen en dat er geen zekerheid is dat de nota dan in 2010 klaar zal zijn. Bij interruptie informeert de heer PIETERSON of deze opmerking aangaande de doorlooptijd voor alle amendementen geldt. Wethouder KOKKE antwoordt dat dat voor alle amendementen geldt. Daarnaast vraagt de wethouder wat precies wordt bedoeld met ‘alles wat tot de bestuurlijke mogelijkheden behoort’ en in hoeverre het college in de gelegenheid wordt gesteld om alles te doen. Het college heeft de afgelopen tijd regelmatig gesprekken gevoerd met de hockeyclub Bloemendaal over de ambities die de club heeft, ook over Europese toernooien en het college heeft gemeld daar suppleties te hebben gepleegd. Het college heeft de club geholpen, maar het college heeft niet alle reserves aangesproken. De
7
wethouder staat sympathiek tegenover de amendementen en zegt te willen toezeggen om te onderzoeken in hoeverre ruimte is. Mevrouw WOLF vraagt bij interruptie wat de wethouder vindt van de kern van amendement D om de topsport van gemeente Bloemendaal te maken tot topsport in de regio. Wethouder KOKKE zegt dat het hem niet gaat om het positioneren van de topsport , maar om wat verstaan wordt onder ‘alles wat tot de bestuurlijke mogelijkheden behoort in te zetten om topsport in de regio te continueren’. Bij interruptie vraagt mevrouw WOLF wat de wethouder ervan vindt dat topsport van de gemeente gemaakt wordt tot topsport van de regio, oftewel dat er een bestuurlijke verantwoordelijkheid van anderen ook komt voor de topsport die Bloemendaal heeft. Daarbij vraagt ze of de wethouder vindt dat topsport een hele grote maatschappelijke rol in de gemeente vervuld en dat deze grote maatschappelijke rol blijft bestaan in de gemeente en bijvoorbeeld niet moet worden overgeheveld naar de regio. Wethouder KOKKE zegt topsport buitengewoon belangrijk te vinden en hoopt dat dit blijft binnen de gemeente. Bij interruptie geeft mevrouw WOLF aan dat de wethouder amendement D dan moet afraden, aangezien daarin staat dat de bestuurlijke betrokkenheid bij de topsport wordt overgeheveld naar de regio. Mevrouw VAN STRALEN zegt dat het niet gaat om de nota sport en bewegen, maar over de bestuursopdracht. De opmerking dat alles wordt ingezet wat tot de bestuurlijke mogelijkheden behoort, is bedoeld voor de bestuursopdracht om het college de opdracht te geven die mogelijkheden te bekijken en vervolgens zal in de nota blijken wat de bestuurlijke mogelijkheden zijn. Voor wat betreft het woordje ‘regio’ meldt mevrouw Van Stralen dat het niet gaat om het overhevelen van de bestuurlijke verantwoordelijkheid, maar de mogelijkheid open te houden om bijvoorbeeld net over de gemeentegrens hockeyvelden te realiseren als het binnen de eigen gemeente niet meer of minder mogelijk is. Vervolgens geeft ze aan de opmerking van de wethouder aangaande de doorlooptijd en de hoge kosten zeer te betreuren. Ze denkt dat het niet zulke consequenties heeft. Het gaat om een stukje structuur dat gewijzigd wordt en een doelstelling dat iets afwijkt van waarvoor al beleid is. De heer PIETERSON zegt goed naar de wethouder geluisterd te hebben en voor subamendement B te kunnen zijn. Hij doet een suggestie voor aanpassing: ‘‘…. dat het gemeentebestuur wat tot het bestuur aan mogelijkheden heeft, zal inzetten …’’. Daarnaast vindt de heer Pieterson dat de amendementen C en D overbodig zijn, omdat deze worden gedekt door wat in de bestuursopdracht staat onder punt 5 doelstelling sportbeleid en uitgangspunten. Mevrouw WOLF zegt dat de PvdA-fractie tegen amendement B zal stemmen, aangezien het voorbeeld van het leggen van hockeyvelden over de gemeentegrens in principe niet zoveel problemen oplevert, maar wel als het gaat om topsport. Mevrouw Wolf geeft er de voorkeur aan om de topsport binnen gemeente Bloemendaal te houden. Voor wat betreft amendement C merkt mevrouw Wolf op dat het handiger zou zijn geweest als deze bij de commissievergadering was ingebracht, maar ze heeft er geen bezwaar tegen. Aangaande amendement D merkt ze op dat de fractie bovenlokale afstemming wel als uitgangspunt dient voor de sportnota. Dit houdt niet in dat het college trekker moet zijn voor de bovenlokale afstemming. De heer HEUKELS zegt subamendement B te steunen. Voor wat betreft amendement C meldt de heer Heukels te hebben voorgesteld om het woordje ‘bijvoorbeeld’ er in op te nemen. Uit de tekst wordt nu afgeleid dat het college zich moet beperken tot de genoemde thema’s. Door de beperking zal LB tegen stemmen. LB zal voor amendement D stemmen. De heer KRUIJSWIJK zegt in het jaar 2010 de sportnota te verwachten. Hij is voor de geschetste menukaart zoals aangegeven in amendement C aan te houden, want dat helpt het college alle belangrijke punten aan de orde te laten komen. Daarnaast steunt GrLi ook amendement D. De heer SCHNACKERS zegt goed naar iedereen geluisterd te hebben en alle amendementen te steunen.
8
Wethouder KOKKE zegt blij te zijn met de nuanceringen die door sommige woordvoerders zijn aangebracht. De aanpassing in amendement C met het woordje ‘bijvoorbeeld’ van de heer Heukels geeft het college wat meer ruimte. Het woordje ‘alles’ uit amendement B lijkt overbodig, aangezien bij onderzoek de meest relevante zaken worden gefilterd. De wethouder wijst erop dat als alles wat genoemd staat in de amendementen consistent moet worden uitgevoerd, er op sommige punten extra belasting op de nota zal zijn en dat kost tijd en geld. Mevrouw VAN STRALEN zegt het woord ‘alles’ in amendement B schrappen en overige amendementen niet te wijzigen. Sub-subamendement B wordt aanvaard met meerderheid van stemmen, behoudens GrLi en PvdA. Amendement C wordt aanvaard met meerderheid van stemmen, behoudens VVD en LB. Amendement D wordt aanvaard met meerderheid van stemmen, behoudens VVD. De raad besluit overeenkomstig het voorstel met inachtneming van bovenstaande. 12.
2009033147 ERFGOEDVERORDENING BLOEMENDAAL 2009 (AANGEPASTE VERSIE)
Mevrouw WOLF zegt een amendement in te dienen met daarin opgenomen de burger die rechten te geven die bij een burger horen en dat als de gemeente over een aanvraag niet binnen een bepaalde termijn besluit, de aanvraag of vergunning verleend is. Als het andersom is, is de aanvraag geweigerd. De fractie vindt dat de gemeente moet zorgen dat er binnen het termijn een besluit wordt genomen. In de commissie heeft LB aangegeven voor het voorstel van de PvdA te zijn. AMENDEMENT- E De heer HEUKELS zegt dat LB het standpunt deelt en voegt eraan toe dat LB de hoeder van de gemeente is aangaande monumenten. LB heeft aangegeven dat het college hierin actief moet worden en blijven. Het voorstel van het college is nu het college gestimuleerd wordt om minder actief te worden. Als het college niets doet, wordt de sloopvergunning geweigerd. De fractie stelt voor dat het college actief is in het monumentenbeleid en binnen 6 maanden een besluit neemt. En als het college niets doet, dan wordt de vergunning verleend. De heer WESTPHAL vraagt bij interruptie dat LB als hoeder van de monumenten toch niets liever wil dan dat er nooit meer een monument wordt gesloopt . De heer HEUKELS antwoordt dat LB wil dat het college actief waakt over monumenten, in plaats van passief waken. De fractie wil dat het college binnen 6 maanden een besluit neemt en dan blijven die monumenten ook in stand. Mevrouw ZOETMULDER zegt dat er een verwarrende discussie heeft plaatsgevonden in de commissie. Naar aanleiding daarvan heeft mevrouw Zoetmulder contact gehad met een betrokken ambtenaar. De VVD-fractie is van mening dat door het collegevoorstel te volgen en voor de monumenten en voor de burger te zijn. Het collegevoorstel houdt in dat het monument blijft staan en daarbij heeft de aanvrager ook rechten. Het college kan niet achterover leunen met voorliggend voorstel, aangezien de aanvrager het college in gebreke kan stellen en dan krijgt het college nog 2 weken om te beslissen. Daarna gaat de wet van de dwangsom in werking en moet er een boete betaald worden. De wet heeft een vangnet. Bij interruptie merkt de heer HEUKELS op dat volgens hem dan de algemene wet bestuursrecht in werking gaat. Daar staat in bij geen verlening van vergunning de aanvrager naar de rechter kan en vervolgens weer een aanvraag moet indienen. Het college kan dan weer niet reageren en dit meerdere malen herhalen. Die situatie wil LB voorkomen. Mevrouw ZOETMULDER zegt navraag bij betrokken ambtenaar te hebben gedaan en die heeft aangegeven dat de aanvrager bij geen besluitvorming binnen 6 maanden, het college in gebreke kan stellen, het college nog 2 weken krijgt om te reageren. Het college moet wel degelijk een beslissing nemen.
9
De heer BURGER geeft aan dat het volgens hem een van de ontstaansbronnen van LB was; monumenten. In de commissie heeft het CDA aangegeven voor het monument te zijn en in feite het voorstel te steunen. Aansluitend merkt hij op nog geen passieve houding bij het college aangaande monumenten te hebben geconstateerd. De heer WESTPHAL zegt dat D66 het voorliggende voorstel steunt en het amendement niet. Daarnaast vraagt hij de wethouder hoe vaak het voorgekomen is dat er te lang op een monumentenvergunning is gewacht met besluitvorming en of het termijn van 6 maanden voor besluitvorming klopt. De heer KRUIJSWIJK zegt dat GrLi zich ook hoeder van de monumenten voelt. In de commissie heeft GrLi aangegeven dat het college bij wijze van uitzondering op de regel bij geen besluitvorming binnen het termijn geen vergunning wordt afgeeft. De burger heeft bij het uitblijven van een reactie op een aanvraag wettelijke mogelijkheden om het college in gebreke te stellen. Er is enige twijfel bij de fractie aangezien de heer Kruijswijk geen gemeentelijke verordening heeft kunnen vinden op internet met een dergelijke strekking. Wethouder KOKKE bedankt de raad voor de reacties. Voorliggend punt wordt aan de orde gesteld doordat er een misverstand dreigde te ontstaan over binnen welk termijn het college een besluit moet nemen. Het besluit moet binnen 6 maanden worden genomen. Een beetje actief college moet geen problemen hebben met het nemen van een dergelijk besluit binnen 6 maanden en het college gaat er dan ook van uit dat het binnen het termijn gebeurt. Het verlenen van een sloopvergunning voor een monument is geen dagelijkse onderwerp. Dergelijke aanvragen zijn niet of nauwelijks gedaan. Een monument zou eerst van de monumentenlijst af moeten en vervolgens een sloopvergunning worden afgegeven. Op verzoek van de raad is het voorstel aangepast. Er is gekozen voor het beschermen van de burger die de aanvraag voor de sloopvergunning doet en recht heeft op een antwoord op een aanvraag. Ter bescherming van het monument kan het niet gesloopt worden bij uitblijven van een besluit van het college. Dit is een principekeuze. Bij weigering of verlening van een vergunning treedt deze pas in werking als deze bekend is gemaakt. In dat geval bestaat er een beroepsgrond. De vrees dat het monument direct zou kunnen worden afgebroken is niet aanwezig omdat er een rechtsgang achter zit. Bij interruptie vraagt de heer HEUKELS hoe hij art. 16 van de schadevergoeding moet lezen. Wethouder KOKKE antwoordt dat schadevergoeding eventueel pas aan het einde van het proces aan de orde is. Mevrouw WOLF zegt dat het zelden of nooit voorkomt dat een dergelijke aanvraag voor sloop wordt ingediend. Dus ook niet dat er binnen 6 maanden een besluit wordt genomen. Er is geen enkele gemeente die op dergelijke wijze de rechten van de burger beperkt. Ze vraagt zich af waarom gemeente Bloemendaal zich belachelijk maakt door een dergelijke regeling op te nemen. De heer HEUKELS zegt dat de schadevergoeding pas helemaal aan het einde van het proces aan de orde komt. Het argument van de VVD-fractie op het tweede standpunt van de wethouder kan niet hierop zijn gebaseerd. De koppeling wordt gemaakt aan termijnen. Bij definitieve vaststelling dat het college de aanvraag geweigerd heeft, moet blijken dat er schade is geleden (rechtsvaardiginggrond) en dan pas kan de aanvrager in aanmerking komen voor schadevergoeding. De consequentie van het systeem is dat de aanvrager meerdere malen naar de Raad van State kan. LB stelt voor om dan ook het termijn van 6 maanden aan te houden, om dit te voorkomen. De heer BOEIJINK merkt bij interruptie op dat de VVD heeft aangegeven dat er recht op dwangsomheffing is om schadeloosstelling te krijgen omdat het college niet reageert. Dat is anders dan andere rechten die ook in de erfgoedverordening staan. Hiermee is voldoende druk op de afronding binnen het gestelde termijn. De heer HEUKELS geeft aan die regeling niet te kennen. Mevrouw ZOETMULDER zegt bij haar standpunt te blijven en geeft aan dat het niet interessant is voor het college om geen besluit te nemen. Bij interruptie zegt de heer HEUKELS het onaangepaste voorstel van het college te steunen en niet het aan de hand van een wijziging van GrLi aangepaste voorstel.
10
De heer WESTPHAL zegt het voorliggende besluit zonder amendement te steunen. Daarnaast merkt hij op dat volgens hem pas een monument van de monumentenlijst kan worden gehaald na de sloop, omdat het monument dan niet meer bestaat. De heer KRUIJSWIJK zegt dat de VNG ook de mogelijkheid open houdt van het automatisch niet verleend zijn als het college niet beslist. Met dat vertrouwen steunt GrLi het voorliggende voorstel. Wethouder KOKKE geeft aan dat het voorstel meer een principekeuze is, gegeven de juridische aspecten die daaraan verbonden zijn. Voor wat betreft de opmerking van de heer Westphal geeft de wethouder aan dat er meerdere wegen te bewandelen zijn om een doel te bereiken. Bij interruptie verzoekt de heer KRUIJSWIJK het college om de punten 5 en 6 in artikel 11 om te draaien. Wethouder KOKKE zegt dit te willen bekijken, maar geeft er de voorkeur aan het zo te laten staan zoals het staat. Amendement E wordt verworpen met algemene stemmen, behoudens PvdA en LB. Mevrouw WOLF verzoekt om stemming over het raadsvoorstel. De raad besluit met algemene stemmen, behoudens PvdA en LB, overeenkomstig het voorstel. 13.
2009032290 STANDPUNTBEPALING OVER PROJECT ECOLOGISCHE GOLFBAAN (VOORMALIG) WOESTDUIN
Dit agendapunt zal eerst in de commissie bestuur en middelen worden behandeld en vervolgens in de raad. 14.
2009031652 VERORDENING GEMEENTELIJKE BASISADMINISTRATIE PERSOONSGEGEVENS BLOEMENDAAL 2009
De heer BURGER zit dit agendapunt voor. Mevrouw VAN STRALEN zegt dat D66 heeft aangekondigd een motie in te dienen. De raad heeft van het college een voorstel ontvangen met een verordening met als bijlagen het privacyreglement, een projectplan en een beheerreglement. D66 is blij dat de gemeente voortvarend bezig is met de implementatie van de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens en denkt dat dit een belangrijke peiler is in de efficiënte dienstverlening aan de inwoners. D66 staat ook voor de bescherming van persoonsgegevens en heeft daarom een aantal verzoeken aan het college in een motie geformuleerd. De verordening is kort en legt de verantwoording van nadere regels bij het college. In het huidige privacyreglement zit een lange lijst met externe partijen (vrije derden) die mogelijke persoonsgegevens kunnen opvragen, maar er zijn geen regels voor. In het projectplanwordt de situatie geschetst dat het acceptabel zou zijn dat een systeem te ver open staat. Dit gebeurt momenteel al in verband met de samenwerking met gemeente Heemstede. D66 wil dit graag anders zien. Een verordening zou inwoners informatie moeten geven over waar ze aan toe zijn en met de voorliggende verordening, die heel summier is, is dat niet het geval. Het verstrekken van persoonsgegevens aan externe derden zou op een bepaald moment wenselijk zijn bij derden, maar dan is er geen beveiliging of controle meer op. Het lijkt de fractie wenselijk dat er blind verstrekking van gegevens mogelijk is. De gemeente kan informatie aan een doelgroep kunnen sturen tegen een vergoeding. MOTIE 1 Mevrouw Van Stralen geeft aan een motie te hebben ingediend, omdat de bijlage nog in concept zijn. Bovendien is de ambtelijke organisatie nog bezig zich voor te bereiden op de GBA-audit gepland eind maart. Ze geeft aan er vertrouwen in te hebben dat het college dat goed zal begeleiden en de motie zal volgen. Mevrouw SOETEMAN denkt dat het college het dossier voortvarend oppakt. Dit is belangrijk in het kader van de komende GBA-audit. De CDA-fractie vindt het aspect privacy erg belangrijk. Daarbij zijn onderwerpen als huiselijk geweld en eerwraak zaken die kunnen plaatsvinden als gegevens per ongeluk worden verstrekt. De fractie is van mening dat de lijst met externe derden extra aandacht
11
behoeft (een niet meer bestaand bureau voor rechtshulp staat er op). Het CDA is bij met het initiatief van D66 en is benieuwd naar het preadvies van het college. De heer VAN DEN BERG zegt dat er net een prijs is uitgereikt voor het mooiste nieuwe woord 2008 en merkt dat naast ‘twitteren’ en ‘Balkenendenorm’ ook het woord ‘protocolleren’ bestaat. Hij stelt voor dat dat vervangen wordt door een protocol opstellen. De heer BRUSSAARD dankt het college voor de voortvarende aanpak. De VVD-fractie kan ermee instemmen. De fractie hecht ook veel waarde aan het aspect privacy en is dan ook verheugd over het initiatief van D66. De fractie wacht met het zich uitspreken over de motie op de reactie van het college. De heer HEUKELS vraagt zich af waarom het college zou moeten worden gefeliciteerd met iets dat voor 1 januari klaar moet zijn. De strekking van de motie is juist en de zorg over de verstrekking van gegevens is terecht. De autorisatiemethodieken moet heel sterk zijn. De heer Heukels vraagt zich af of het college zelf al van mening is wat in de motie staat en de motie daarmee overbodig is. De heer KRUIJSWIJK heeft ook niet de neiging om het college te feliciteren, juist omdat de motie van D66 om de regeling aangaande de persoonsgegevens veel beter te maken, hard nodig is. GrLi complimenteert D66. De heer BOEIJINK merkt bij interruptie op dat de heer Heukels zojuist zijn vertrouwen uitspreekt in het college aangaande een goede invulling en bij het vorige punt aangaande de kaders betreffende de sportnota gaf hij juist aan zaken goed vast te stellen, omdat mogelijk het college het anders niet zou doen. Hij vraagt waarom de heer Heukels bij dat punt wel kaders nader wil definiëren en bij dit onderwerp niet. De heer HEUKELS zegt dat het college wettelijk verplicht is dit in te vullen en de reactie van het college afwacht. Hij verwacht dat het college de motie zonder meer overneemt. De heer VAN GRUTING doet een taalkundig voorstel aangaande de vierde bullet onder ‘is van mening dat’ in de motie: ‘‘Indien er een situatie is waarin je aan vrije derden gegevens wenst te verstrekken, dat dient plaats te vinden in de vorm van een blinde vorm om verspreiding van persoonsgegevens te voorkomen’’. Mevrouw WOLF zegt dat de PvdA de motie steunt en uit haar zorgen over brede mogelijkheden voor verstrekking van gegevens aan derden. Burgemeester NEDERVEEN zegt dat het college de standpunten van de verschillende raadsleden kan onderschrijven. De burgemeester geeft aan dat hetgeen onder de vierde bullet gesteld is wel degelijk correct is. Er kan sprake zijn van een blinde vorm van verstrekking, zodanig dat het niet leidt tot een ongewenste verspreiding. Op 1 januari 2010 is het wettelijk noodzakelijk dat de gemeente een verordening heeft die de grondslag geeft voor het verstrekken en hanteren van persoonsgegevens in de gemeentelijke basisadministratie. Vervolgens heeft de gemeente gekozen voor een kaderverordening die in een drieslag van nog te nemen besluiten door het college zowel de privacy en het gegevensbeheer regelt. In de voortvarendheid van de voorlichting rond deze nota heeft de raad een aantal concepten bereikt die vervolgens nog ambtelijk nader moest worden behandeld. De raad heeft daar kritisch het oog op laten vallen. De richting is dat zodra de kaderverordening is komen vast te staan, het college vervolgens doorgaat met het nader behandelen van de regelingen en dat is ook een bevoegdheid van het college. Daarin zijn risico’s geïdentificeerd. De lijst met derden moet dus ook nog worden nagekeken en er moet een keuze gemaakt worden. De gegevensverstrekking zal in de voorliggende situatie alleen intern zijn. Privacy, een zorg die ook bij het college leeft, zal volgens de indruk van de burgemeester met vaststelling van deze verordening geen gevaar lopen. Voor wat betreft de vijfde bullet over het blind verstrekken van gegevens en daarover leges te heffen, meldt de burgemeester niet een postbestelmaatschappij voor een Bloemendaalse doelgroep te willen worden. Dit moet begrensd worden, maar de burgemeester vindt het op dit moment lastig om daar invulling aan te geven. De gemeentelijke organisatie is een serviceinstelling en gezien de aanwezige informatie zou het op zich mogelijk moeten zijn. Het college wil wel bewegen in die richting, maar moet dat nog nader invullen. De burgemeester stelt voor om de vijfde bullet te lezen als dat het nog onderzocht moet worden welk proces mogelijk is voor het blind verstrekken van gegevens aan externe derden en daarop leges te heffen. Als D66 hiermee akkoord kan gaan, geeft het college op alle punten geen
12
bezwaar tegen de motie, omdat alle aspecten genoemd in de motie ook in het voornemen van het college ligt. Mevrouw VAN STRALEN zegt dat ‘protocolleren’ een bestaand woord is, komt in het rijmwoordenboek voor en wordt regelmatig gebruikt in het Vlaamse parlement. De leerlingen van Hageveld protocolleren het diergedrag in Artis, maar er is ook een handleiding protocolleren voor GBA persoonsgegevens. Ze zegt teleurgesteld te zijn in de reactie van de heer Heukels dat de motie overbodig is. Kijkend naar de bijlagen ontbreken er een aantal zaken die in het VNG-model wel staan. Mevrouw Van Stralen is blij met de reactie van het college en stelt voor om de laatste bullet bij ‘van mening dat’ in de motie te wijzigen: ‘‘zonder dat ongewenste verspreiding van persoonsgegevens optreedt’’ en een toevoeging bij de vijfde bullet: ‘‘te onderzoeken om een proces toe te voegen voor het blind verstrekken van gegevens …’’. De heer HEUKELS merkt bij interruptie op dat als het college de motie overneemt de motie overbodig is. Mevrouw VAN STRALEN zegt dat als de motie wordt overgenomen deze niet wordt ingetrokken. Mevrouw SOETEMAN zegt de toelichting van het college erg duidelijk te vinden en het college geeft aan dat er de komende periode nog veel gaat gebeuren. De motie van D66 drukt de gevoelen van de raad uit en het college geeft aan dat gevoelen te delen. De CDA-fractie zal de motie met de wijzigingen van mevrouw Van Stralen steunen. De VOORZITTER geeft aan dat de motie met de wijzigingen van mevrouw Van Stralen wijzigt in motie 1’. De heer BRUSSAARD zegt dat de VVD de waarborging van privacy belangrijk te vinden en geeft aan dat de fractie een groot voorstander is van deze in de gemeentelijke basisadministratie tot uitdrukking te brengen. De fractie steunt de gewijzigde motie. De heer HEUKELS zegt de burgemeester te steunen in de geamendeerde emotie. Mevrouw WOLF geeft aan dat als het college de motie overneemt, deze niet meer in stemming hoeft te worden gebracht. Het college heeft aangegeven de motie over te nemen, dus stemming is niet meer nodig. De VOORZITTER geeft aan dat dat klopt. De BURGEMEESTER dankt voor de steun uit de raad voor het gedachtegoed dat ook bij het college leeft. Hij geeft aan een aanmerkelijk verschil van inzicht te hebben met de heer Heukels en meldt zijn emoties nooit te laten amenderen en dat deze authentiek zijn. De burgemeester zegt staatsrechtelijk of parlementair geen bezwaar te hebben als de raad de motie in stemming brengt. Het college stond klaar om naar de geest van voorliggende motie te handelen en als de raad de motie aanvaard zal het college deze motie naar genoegen uitvoeren. Met algemene stemmen gaat de raad akkoord met het raadsvoorstel. Motie 1’ wordt met algemene stemmen aanvaard. De VOORZITTER draagt de voorzittershamer weer over aan de burgemeester. De VOORZITTER schorst voor 5 minuten de vergadering. De VOORZITTER heropent de vergadering.
16.
2009031981 RIOOLHEFFING (2009031978)
Mevrouw WOLF geeft aan een amendement in te willen dienen en leest deze voor. AMENDEMENT F Mevrouw Wolf merkt op dat de achtergrond van het amendement is dat de PvdA er grote moeite mee heeft dat de rioolheffing die nu wordt ingevoerd voor het grootste deel terecht komt bij de huurders. In
13
het collegevoorstel gaan de huurders in Bloemendaal € 96,50 per jaar meer betalen en de huurders in Bennebroek € 20 meer per jaar. Over deze verzwaring van gemeentelijke lasten stapt de gemeente wel heel erg makkelijk heen. Zeker gelet op de zorgvuldigheid waarmee de verhoging van de OZB in verleden en heden gepaard ging en gaat. De verhoging van het OZB-bedrag met 10% zou voor een gezin met een woning van ‘maar’ €1 miljoen, € 75 kosten en voor dat gezin is dat waarschijnlijk makkelijker te dragen. Een aan de inflatie aanpassen van OZB deed eind 2008 de vicefractievoorzitter van de VVD nog in woede ontsteken tijdens een coalitieoverleg over mogelijke bezuinigingen. Dat zou voor gemiddelde woningen een verhoging van € 25 op jaarbasis betekenen. ‘Weet u wel wat u aan het doen bent?’, werd toen een aantal fracties aangegeven. Van de rioolkosten van € 2 miljoen gaat 60%, € 1,2 miljoen naar de gebruikers en 40%, € 0,8 miljoen naar de eigenaren. Van de gebruikers is 30% huurder; deze brengen derhalve € 360.000 op. Van deze huurders woont een kwart in Bennebroek, die voorheen ook gebruikersheffing kende, maar die is nu omhoog gegaan. Binnen Bloemendaal vindt een lastenverschuiving plaats van ca. € 300.000 van eigenaren naar huurders van woningen. In het collegevoorstel komt de lastverlichting vooral terecht bij de eigenaren van duurdere woningen in Bloemendaal oud. Naast het probleem van eigenaren en huurders, speelt ook nog het probleem van woningen en niet-woningen. Allereerst kan opgemerkt worden dat gebruikers van woningen sinds 2006 geen gebruikersbelasting meer betalen in tegenstelling tot de gebruikers van niet-woningen. Bovendien is het zo dat eigenaren van woningen een OZB-tarief voor eigenaren betalen dat 15% beneden het landelijk rekentarief ligt, terwijl het OZB-tarief voor eigenaren van nietwoningen 50% boven het landelijke tarief ligt. Het OZB-tarief voor de gebruikers van niet-woningen 45% boven het landelijk tarief. Deze toch al onredelijke verhouding wordt in de rioolheffing nog verder bestendigd door ook hier de eigenaren van niet-woningen een hoger tarief in rekening te brengen. Het voorstel van de PvdA is om hetzelfde tarief voor eigenaren toe te passen als bij woningen. Het amendement is voorzien van uitgebreide toelichting en een tabel met wat de keuze van de PvdA is. Eigenaren hebben een groot belang bij een goed functionerend rioleringssysteem, zeker omdat aannemelijk is dat vanuit en vanaf een onroerende zaak gebouwd en ongebouwd oppervlak een relatief hogere WOZ-waarde, een grotere hoeveelheid afval-, regen- en grondwater wordt afgevoerd, dan een onroerende zaak met een kleinere oppervlak. En dat de gemeente ten behoeve van de grotere percelen verhoudingsgewijs meer kosten maakt (lengte van de riolering in de openbare gemeentegrond). Hierbij maakt het geen verschil of het object een woning of bedrijf is. Mevrouw Wolf hoopt dat de raad dit kan steunen. Mevrouw VAN STRALEN zegt dat D66 het eens is met voorstel van college. Rioolheffing is een doorbelasting van de kosten die de gemeente maakt bij het afvoeren van afvalwater. Het college heeft opnieuw gekeken naar de situatie, alle aspecten en de historie van de oude gemeente. D66 denkt dat het huidige voorstel een keuze is op basis van het principe de gebruiker betaalt. Deels door heffing op basis van de WOZ-waarde van het pand voor de eigenaar en deels op basis van het watergebruiker van de gebruiker (gebruiker kan huurder of eigenaar zijn). Dit betekent dat huurders in Bloemendaal nu ook weer rioolheffing moet betalen. Dat is natuurlijk niet leuk, maar wel eerlijk en voor minder draagkrachtigen is er een kwijtscheldingsregeling via de belastingdienst. D66 denkt dus het een eerlijk voorstel is. Graag wil de fractie over een jaar wel evalueren of de kwijtscheldingsregeling voor minder draagkrachtigen daadwerkelijk werkt. De heer BRUSSAARD zegt dat de VVD zich zorgen maakt om de toenemende lasten op basis van de rioolheffing. Dat zijn zorgen die gebaseerd zijn op de Haagse regelgeving. De gemeente staat voor betere kwaliteit en bredere rioolheffing. Dat staat niet ter discussie. Het gaat hier om de samenvoeging Bennebroek en Bloemendaal en om te komen tot een geharmoniseerde rioolheffing. Het college heeft een voorstel gedaan om een combinatie te vinden. De VVD steunt het voorstel. De fractie is van mening dat rioolheffing het beste gebaseerd kan worden op het gebruik van water, gebruikersheffing. De Bennebroekse heffing zat daar het dichtst bij. Het voorstel is een goede combinatie van Bloemendaal en Bennebroek. Mevrouw SOETEMAN zegt dat het voorstel van het college uitgaat van het principe de gebruiker betaalt en dat spreekt het CDA aan. In de regeling is een kwijtscheldingsmogelijkheid opgenomen voor mensen die tegen het bestaansminimum aan zitten. De regeling zal volgend jaar geëvalueerd worden en kan dan indien nodig worden bijgesteld. De WOZ-waarde is ook bepalend bij de hoogte van de rioolheffing en de fractie vindt dat een goed element. Het is ook een stuk bewustwording, aangezien het toch door buitenlanders vaak vreemd wordt gevonden dat het watercloset wordt doorgespoeld met drinkwater. Mede daarom vindt de fractie het goed dat het principe van de gebruiker betaalt wordt gehanteerd. Voor wat betreft de toenemende lasten waarnaar de VVD verwijst, meldt mevrouw Soeteman dat het toch gaat om de bewustwording.
14
De heer HEUKELS zegt verbaasd te zijn over de hoeveelheid liberalen in de raad aangaande het principe van de gebruiker betaalt. Dit is een principieel liberaal standpunt en waar LB al jaren voor staat. LB heeft moeite met de verhoging, maar dat is al democratisch in meerderheid besloten en eerder heeft LB daar vel op tegen gestemd. LB steunt het collegevoorstel, ondanks de eerder geuite bezwaren tegen de verhoging, vanwege het toegepaste principe van de gebruiker betaalt. De heer KRUIJSWIJK zegt in het voorstel van het college de uitvoering te zien van een onderdeel van het GrLi verkiezingsprogramma: ‘‘de rioolheffing in de nieuwe gemeente die dient een combinatie te zijn van ten eerste waterverbruik, de vervuiler betaalt!, en ten tweede de WOZ-waarde’’. Bij het vaststellen van dat verkiezingsprogramma bedacht de fractie wel wat de effecten op de inwoners zijn. Inmiddels heeft de raad allerlei berekeningen gekregen en de conclusie daaruit is toch dat de huurders die veel water gebruiken en wonen in huizen met eigenaren die eigenarenheffing niet verrekenen in de huur, extra zwaar worden getroffen. Voor een deel is het begrijpelijk in verband met de algemene verhoging, maar het effect is toch wel erg sterk. GrLi dacht aan een 50-50 verdeling en dat is een milde positieverbetering voor de huurders. Het eerste jaar zou 60-40 een nog eerlijker verdeling zijn. Te meer omdat het meten van het water in het eerste jaar met grove stappen plaatsvindt, 250 m3 grens en 45.000 m3 in een schijf en net iets meer betekent gelijk enkele duizenden euro’s meer betalen. Het tweede punt is juist dat die huizen met zwembaden en sproei-installaties een eigen watervoorzieningen hebben, een pomp. In Aerdenhout en Bloemendaal komt dat veel voor. Bij interruptie merkt de heer WESTPHAL op dat als iemand zijn tuin besproeid het water naar de vegetatie gaat en niet in het riool terecht komt. De heer KRUIJSWIJK zegt dat in het voorstel staat dat mensen met een pompinstallatie, water ontrekken uit de natuur, wel belast worden. Dit roept de vraag bij GrLi op hoe dat gecontroleerd wordt. GrLi vraagt aandacht voor het controleren en de kleine tariefschijven. Verder vraagt hij aandacht van het college aangaande de lastenverdeling. Hij verwacht dat het college toch wel geschrokken moet zijn van de grote bedragen die voor huurders gelden. De kwijtscheldingsregeling is alleen voor mensen in de bijstand. Mensen met een beetje laag inkomen krijgt het fors te verduren en mogelijk dat daarop bijgestuurd kan worden. Wethouder KOKKE zegt dat er veel werk in voorstel zit en dat er uitgebreid over gesproken is in de commissievergadering. De aanvullende notitie maakt veel duidelijk. Het gaat om relatief kleine verschillen en daarin moeten keuzes worden gemaakt en die vinden plaats vanuit het principe de gebruiker betaalt. Dat heeft bepaalde consequenties. In antwoord op hetgeen de heer Kruijswijk stelt geeft de wethouder aan dat het natuurlijk pijn doet dat op basis van de keuze die op hoofdlijnen gemaakt is, dat een bepaalde categorie iets meer moet betalen dan voorheen. Gekozen is dat de gebruiker wat meer moet betalen en dat komt dan tot uitdrukking in voorliggend voorstel. Voor wat betreft het waterverbruik zet de wethouder ervan uit te gaan dat normale watergebruikers (80%) de minimale grens van watergebruik niet overschrijden. Pas bij excessief gebruik zal over de eerste grens worden gegaan en dan is het terecht dat er een hoger tarief wordt betaald. De wethouder zegt toe te zullen uitzoeken hoe het meten van de pompen zal plaatsvinden. Mevrouw WOLF zegt het principe van de gebruiker betaalt een goed principe te vinden, maar dan moet deze niet alleen bij watergebruik worden toegepast, maar ook bij afvoer van grotere hoeveelheid regen- en grondwater van grotere onroerende zaken en percelen. Bij grotere percelen worden verhoudingsgewijs door de gemeente meerkosten gemaakt in verband met lengte van de riolering. Dit zijn argumenten die in het verleden in de gemeente gegolden hebben. Het verbaast mevrouw Wolf dat dat nu geen argumenten meer zijn. Daarnaast verbaast zij zich ook over dat er naast de PvdA geen fractie iets zegt over het tarief dat voor niet-woningen geldt. Dat is een melkkoe aan het worden in de gemeente volgens mevrouw Wolf. Mevrouw Wolf vraagt serieus aandacht voor de voorstellen van de PvdA en de mate waarin de gemeente een beroep doet op de financiën van de ondernemers en bedrijven. Ze geeft aan dat de fractie ook kiest voor het principe de gebruiker betaalt, maar dan zodanig dat het eerlijk is; 30% bij de huurders en 70% bij de eigenaren en een eerlijke tariefstelling met gelijke trap van 250 m3. Mevrouw VAN STRALEN zegt dat D66 uitgaat van dat er volgend jaar een evaluatie plaatsvindt. Bij interruptie merkt mevrouw WOLF hoe er volgend jaar geëvalueerd kan worden, terwijl er in 2011 over wordt gegaan op een nieuw systeem. Ze geeft aan dat het alleen maar mooie woorden zijn.
15
Mevrouw VAN STRALEN zegt ervan uit te gaan dat op basis van de huidige omstandigheden de juiste keuzes worden gemaakt. De heer BRUSSAARD steunt het college voorstel en spreekt zijn zorgen over de toenemende lastdruk die voornamelijk voortkomt uit de Haagse regelgeving. Bij interruptie vraagt mevrouw WOLF of de VVD in het kader van de toenemende lastendruk voor de ondernemers iets kan doen. De heer BRUSSAARD zegt dat de VVD denkt dat het collegevoorstel een goede balans geeft tussen woningen en niet-woningen en huurders en eigenaren. Mevrouw SOETEMAN bedankt LB voor haar standpunt. Uit betrouwbare bron heeft mevrouw Soeteman vernomen dat een gemiddeld gezin met 6 personen nog ruimschoots in de eerste categorie valt en dat de financiële gevolgen zullen meevallen. De fractie kijkt uit naar de evaluatie. De heer HEUKELS constateert dat de VVD geen antwoord geeft op de vraag die mevrouw Wolf stelt over de lastendruk voor ondernemers. Dit is volgens de heer Heukels juist een kans voor de liberalen om hierover een standpunt in te nemen. LB is het op zich eens met de PvdA, maar er moeten ook keuzes gemaakt worden. Het is vaker gezegd in de raad dat de ondernemers zwaar belast worden. Hij vraagt hier aandacht voor. Met betrekking tot gebruikers geeft de heer Heukels aan dat de voorgestelde verdeling van de PvdA (30% bij de huurder en 70% bij de eigenaren) een te weinig stimulans is voor de huurders betreffende het rekening houden met het gebruik van water. Het milieu en het gebruik en verbruik van een aantal zaken telt momenteel zwaar. Iedereen die in de wereld woont zou in de mate waarin hij water gebruikt of verbruikt zich daar rekenschap van moet geven. Dit los staand van de status van huurder of eigenaar. De heer KRUIJSWIJK wil een laatste oproep doen voor de drie voorstellen die door de PvdA worden gedaan. Voor wat betreft het watergebruik geeft de heer Kruijswijk aan niet te geloven wat het CDA zegt dat met een 6-persoonsgezin onder de grens van 250 m3 watergebruik wordt gebleven. Per dag wordt er al 1 m3 gebruikt. Mevrouw SOETEMAN merkt bij interruptie op dat het haar ervaring is en dat het 180 m3 betreft. De heer KRUIJSWIJK complimenteert het gezin met de zuinigheid. GrLi steunt het PvdA-voorstel om de trappen met 250 m3 te verhogen. Verder steunt GrLi het voorstel van de PvdA aangaande de heffing voor eigenaren van niet-woningen. Dit tarief zit ver boven de landelijk geldende tarieven en GrLi stelt voor om daarbij een gelijk tarief te hanteren. Bij interruptie stelt de heer HEUKELS voor om de niet-woningen in een apart amendement op te nemen. De heer KRUIJSWIJK steunt dat voorstel en zou graag de PvdA willen voorstellen er 3 amendementen van te maken, met als derde punt de verdeling van 50% eigenaren en 50% huurders. Met daarbij dat het geëvalueerd wordt en mogelijk is dat het wordt bijgesteld. Mevrouw WOLF verzoekt om een korte schorsing, in verband met het wijzigen van het amendement. De VOORZITTER schorst de vergadering. De VOORZITTER heropent de vergadering en geeft het woord aan mevrouw Wolf. Mevrouw WOLF geeft aan amendement F in drieën te splitsen met dezelfde toelichting. AMENDEMENT G ---- Eigenaren woningen 0,209% van de waarde AMENDEMENT H - Eigenaren niet-woningen 0,209% van de waarde AMENDEMENT I ---- Verbruikstrappen per 250 m3 gebaseerd op een verdeling 70% eigenaren en 30% huurders (zie bijlage)
16
De heer KRUIJSWIJK geeft aan met betrekking tot de gebruikers eenzelfde amendement met toelichting als amendement I van de PvdA in te willen dienen met daarbij de lastenverdeling over van 50% bij eigenaren en 50% bij huurders. De totale opbrengst blijft hetzelfde. AMENDEMENT J - Verbruikstrappen per 250 m3 gebaseerd op een verdeling 50% eigenaren en 50% huurders (zie bijlage) De VOORZITTER geeft aan dat amendement F geen deel meer uitmaakt van de beraadslaging. De heer HEUKELS zou graag van het college willen weten wat de financiële consequenties zijn van amendement H en wat het betekent voor de verordening. Wethouder KOKKE zegt dat hij voor een exacte berekening een schorsing nodig heeft, maar hij meldt dat in zijn totaliteit deze ronde niet het oogmerk heeft om meer belastingsheffing te realiseren. De opbrengst van woningen en niet-woningen is hetzelfde als de opbrengst in 2009. En in voorliggend voorstel is niet terug te vinden dat niet-woningen meer moeten betalen. Een ander OZB-tarief wordt wel gehanteerd voor niet-woningen, maar dat is geen wijziging ten opzichte van de situatie tot op heden. Er vindt een verschuiving plaats van eigenaren 40% en niet-eigenaren 60%. In dit voorstel ondanks dat er meer onderwerpen onder dezelfde dekking worden gebracht, geen sprake van het genereren van meeropbrengsten. Bij interruptie vraagt de heer HEUKELS of de wijziging wel consequenties heeft ten opzichte van de huidige situatie voor niet-woningen. Wethouder KOKKE antwoordt dat de wijziging inhoudt dat eenzelfde principe wordt gehanteerd als bij de woningen, namelijk dat de eigenaren 40% van de lasten betalen en de huurders 60%. Daar waar het onderscheid wordt gemaakt bij een niet-woning. Het voorliggende voorstel is uitsluitend een harmonisatie van de principes van de tariefheffing op het gebied van de genoemde onderdelen in 2010. Hij benadrukt dat er geen verhoging van de totale opbrengst in verwerkt is. Mevrouw WOLF zegt moeite te hebben met wat wethouder zegt. Het gaat erom dat er een andere verdeling van de kosten plaatsvindt. De lasten worden anders over de bevolking verdeeld en dat is cruciaal in het voorstel. De heer HEUKELS stelt voor om in 2010 de positie van ondernemers en niet-woningen op de agenda van commissie bestuur en middelen te zetten om hierover van gedachten te wisselen. De heer BOEIJINK zegt dit zeker vanuit de VVD te ondersteunen. De fractie heeft twee jaar geleden de OZB voor ondernemers succesvol een keer kunnen verlagen. Daar zijn behoorlijke bedragen mee gemoeid, die dan anders opgebracht moeten worden. Hoe er de komende jaren met ondernemers wordt omgegaan, behoeft een nadere discussie in het kader van de kadernota. De heer BURGER zegt het verzoek van LB en VVD in het CVO zullen bespreken. Amendement G wordt verworpen met algemene stemmen, behoudens PvdA. Amendement H wordt verworpen met algemene stemmen, behoudens GrLi en PvdA. Amendement I wordt verworpen met algemene stemmen, behoudens GrLi en PvdA. Amendement J wordt verworpen met algemene stemmen, behoudens GrLi en PvdA. Met algemene stemmen, behoudens PvdA, gaat de raad akkoord met het raadsvoorstel. 15
2009032511 BELASTINGVERORDENINGEN 2010
Mevrouw WOLF geeft aan amendementen te willen indienen. AMENDEMENT K ---- Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing Bennebroek AMENDEMENT L ---- Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing Bloemendaal
17
AMENDEMENT M ---- Parkeertarieven Bloemendaal dorp In de belastingverordening trof de PvdA een beleidsmatig onjuiste zaak. De kosten van de containers; 140 liter container zou niet relatief duurder moeten zijn dan een 240 liter container. Het zou goedkoper moeten zijn, maar zo ver wil de fractie nog niet gaan. De fractie heeft gekeken naar de kosten per container per liter en daar is een bedrag uit gekomen. De fractie doet dit uit milieuoverwegingen en geeft aan dat de fractie wil dat er minder afval is. De heer BRUSSAARD merkt bij interruptie op dat het college bezig is met het opstellen van een nota afvalstoffen in brede zin. De VVD stelt voor dergelijke zaken daarbij te betrekken en nu niet te behandelen. Mevrouw WOLF zegt dat de fractie amendementen heeft ingediend en die moeten behandeld worden. De fractie komt voor het oude Bloemendaal uit op € 168 voor een 140 liter container en € 288 voor een 240 liter container. De fractie vindt dat de 140 liter container veel goedkoper zou moeten zijn, dan de 240 liter container. Dit kan door het college worden meegenomen in de afvalstoffennota. De fractie vindt dat er nu een gelijktrekking moet zijn van de beide soorten containers. Hetzelfde geldt voor de kern Bennebroek. Het lijkt de fractie niet onredelijk om het grote verschil, € 1,44 en € 1,05 gelijk te trekken. Het was lastig om voor Bennebroek een juist bedrag te vinden. De fractie heeft hiervoor ook het bedrag van € 1,20 genomen. In Bennebroek zijn grotere containers, omdat daar maar eens in de twee weken wordt opgehaald. Ze kan zich indenken dat het amendement aangaande Bennebroek moeilijk is, maar Bennebroek kan niet buiten beschouwing worden gelaten. Betreffende het amendement aangaande de parkeertarieven Bloemendaal dorp stelt de PvdA voor om de parkeertarieven op de helft van de tarieven van Bloemendaal aan Zee neer te zetten. Dat moet zijn € 1,10. Dat voorstel heeft de fractie ook bij de begroting gedaan en toen heeft de wethouder gezegd daarover in overleg te gaan met de ondernemers. Daar had de PvdA bezwaar tegen, aangezien er bij Bloemendaal aan Zee ook geen overleg met de strandtenthouders heeft plaatsgevonden. Het milieubeleid is een van de zwaartepunten van het college en juist de korte ritjes zijn de meest CO2 uitstotend en zijn slecht voor het milieu. Uit het distributieplanologisch onderzoek is gebleken dat juist het parkeren in Bloemendaal dorp gebeurd door mensen die in de buurt (op fietsafstand) van de winkelstraat wonen. In het kader van het milieu kan de gemeente zorgen dat het minder aantrekkelijk wordt om met de auto naar Bloemendaal dorp te gaan. De heer BURGER zegt dat mevrouw Wolf een opmerking heeft gemaakt aangaande de amendementen van D66 bij de sportnota en dat D66 deze ook bij de commissievergadering ter behandeling had kunnen indienen. De heer Burger maakt de opmerking ‘de pot verwijt de ketel dat ie zwart ziet’. Deze amendementen hadden ook bij de commissie kunnen worden behandeld. Bij interruptie zeg mevrouw WOLF dat de punten zijn genoemd bij de behandeling in de commissievergadering en de punten van D66 zijn niet genoemd. De heer BURGER zegt de amendementen in het vervolg ruimer voor de raadsvergadering te willen ontvangen om zich terdege te kunnen voorbereiden. Mevrouw JELTES merkt bij interruptie op dat de punten van D66 wel degelijk zijn ingebracht bij de commissie samenleving. Bij interruptie zegt mevrouw WOLF dat dit volgens haar niet het geval is. De heer BURGER zegt dat er kort geleden een traject is gestart aangaande de harmonisatie van de afvalstoffeninzameling ingaande vanaf 2011. De heer Burger geeft aan dat het CDA de heer Brussaard steunt in de opmerking om op dit moment geen wijzigingen in de tarieven plaats te laten vinden, zolang er nog geen totaalbeeld is. De CDA-fractie heeft geen behoefte aan de amendementen. Mevrouw VAN STRALEN zegt dat D66 de motivatie achter de amendementen aangaande de afvalcontainers heel sympathiek vindt. Dit zal zeker ook in de afvalstoffennota terugkomen. Voor wat betreft de berekeningen merkt mevrouw Van Stralen op dat het ophalen hetzelfde kost en het afval afvoeren heeft ook bepaalde kosten. De maatstaf waarop de grote container is berekend kan duurder zijn dan een kleine container. Per liter is er dan een verschillende prijs. Het is nog wat gecompliceerder, aangezien het ophalen eens in de twee weken of wekelijks ook door moet worden berekend. D66 wil het onderwerp en de berekening graag in de afvalstoffennota terug zien. Ook dat er voor extra service betaald wordt en de nadruk ligt op het milieuaspect (minder afval). D66 is niet tegen het verhogen
18
van de parkeertarieven, maar vindt wel dat het goed moet passen binnen het parkeerbeleid en effectief moet zijn. De tarieven zouden ten behoeve van het argument milieu nog hoger gesteld moeten worden. D66 wacht de reactie van de wethouder op de amendementen verder af. De heer BRUSSAARD zegt reeds te hebben opgemerkt dat aanpassen van de afvalstoffenheffing aan de orde kan komen bij de harmonisatie in 2011 en de VVD wil daar nu niet op vooruitlopen. Voor wat betreft de parkeertarieven geeft de heer Brussaard aan dat dit al aan de orde is geweest bij de begrotingsbehandeling. De parkeertarieven zijn bij de begroting vastgesteld en de fractie is dan ook tegen het amendement van de PvdA. Verhoging van de parkeertarieven in Bloemendaal dorp ziet de fractie als een gevaar voor ondernemend Bloemendaal en de fractie wil niet dat mensen gaan omrijden naar Haarlem om daar de boodschappen te gaan doen. Bij Schalkwijk is een parkeertarief van € 0,10 per uur. De heer HUSTINX zegt dat LB de amendementen aangaande de afvalcontainers sympathiek te vinden, De fractie vraagt zich af hoe zich dit verhoudt tot het watergebruik waarbij een progressieve heffing wordt gehanteerd. Bij meer waterverbruik wordt het duurder, maar nu is het zo dat bij meer afval het goedkoper wordt. Dit moet echt bij de harmonisatie in 2011 worden meegenomen. Over de parkeertarieven maakt LB zich niet zo druk, aangezien er gemiddeld kort, ca. een half uur, wordt geparkeerd. De heer KRUIJSWIJK zegt dat de amendementen niet nieuw zijn. GrLi vindt dat de parkeertarieven in redelijkheid wat omhoog kunnen, maar de tarieven hoeven niet gekoppeld te worden aan het tarief van Bloemendaal aan Zee. De heer Kruijswijk vreest dat de raad niet wil beslissen over de tarieven, omdat er eerst een totaalbeeld nodig is. Hij begrijpt dit niet. Het profijtbeginsel is de vervuiler betaalt. De heer Kruijswijk zou graag zien dat de raad hierin een beslissing neemt en niet weer een notitie afwacht. GrLi steunt de amendementen. De heer Kruijswijk verwacht niet dat Bloemendalers gaan omrijden om enkele eurocenten meer parkeergeld. Bij interruptie zegt mevrouw JELTES dat gezien het aantal auto’s dat in Bloemendaal dorp parkeert te verwachten is dat de eigenaren zich niet laten afschrikken door enkele eurocenten meer parkeergeld. Wethouder SCHEP zegt het amendement van PvdA aangaande de afvalstoffenheffing, te begrijpen. Mensen moeten minder afval weggooien. De wethouder heeft toegezegd dat de container kosteloos kan worden omgeruild voor een kleinere; het stuit niet op problemen en middels de verordening wordt het al toegepast. De berekening van de kosten van een container wordt er met drie aspecten rekening gehouden, de aanschaf van de container, het ophalen van de vuilnis en het verwerken van de vuilnis. De kosten voor de aanschaf en het ophalen van de kleine of de grote container verschillen niet veel. Het verschil zit in de verwerking van het afval. De berekening van de PvdA klopt niet, aangezien deze alleen maar is berekend op de liters inhoud van de containers. Het proces van de harmonisatie van het afval gaat lopen in 2010 en wordt ingevoerd in 2011. Hierbij wil de wethouder wel rekening houden met het minder afval weggooien. Het college is ook voor meer scheiden van afval. Er is te zien dat door het scheiden van plastic er minder restafval in de grijze container overblijft. De wethouder verwacht dat veel mensen gebruik zullen maken van het omruilen van een grote grijze container naar een kleine. Dit betekent een grote investering, want de gemeente moet extra kleine containers aanschaffen. Dat is mogelijk uit de reserve afvalstoffenheffing. De wethouder is niet voor de amendementen hieromtrent, aangezien er een onzekere component in meerkosten in het systeem. De wethouder geeft er de voorkeur aan een goede aanpak neer te zetten voor 2011 en de voorstellen mee te nemen in dat proces. Bij interruptie merkt mevrouw Wolf op dat de kosten bij een kleine container per liter stijgen met € 0,24 en bij een grote container maar met € 0,10 per liter. Ze begrijpt de logica hierachter niet. Wethouder SCHEP zegt zich bezig te houden met de hoofdlijnen en de tariefberekening niet te kunnen uitleggen. Ze zegt toe dit te zullen uitzoeken. Desalniettemin vindt de wethouder haar argumenten valide genoeg om niet dit jaar op de amendementen in te gaan. Mevrouw WOLF verzoekt om een antwoord op haar vraag, aangezien ze het antwoord van de wethouder niet toereikend vindt. De VOORZITTER geeft aan dat de wethouder over haar eigen antwoord gaat. Amendement K wordt verworpen met algemene stemmen, behoudens GrLi, PvdA en LB.
19
Amendement L wordt verworpen met algemene stemmen, behoudens GrLi, PvdA en LB. Amendement M wordt verworpen met algemene stemmen, behoudens GrLi en PvdA. Met algemene stemmen gaat de raad akkoord met het raadsvoorstel. 17.
2009030935 DORPSHUIS VOGELENZANG (2009031955)
De heer SCHANCKERS zegt dat de CDA- fractie overtuigd is van het nut en de noodzaak van de verbouwing van het dorpshuis, maar de fractie kan toch niet instemmen met de voorliggende notitie. De reden is dat, ondanks behandeling in de commissie samenleving, er tot op dit moment nog te veel vragen en onduidelijkheden zijn over de onderbouwing van de verschillende voorstellen in de notitie. Het CDA hecht aan zorgvuldige en zuivere besluitvorming. De notitie Dorpshuis Vogelenzang voldoet nog onvoldoende aan die behoefte. Daarom dient het CDA samen met alle overige fracties een amendement in, waarmee wordt aangegeven dat de fracties niet kunnen instemmen met de notitie en aangeven niet tegen verbouwing van het dorpshuis te zijn. AMENDEMENT ---- N De heer Schnackers vervolgt zijn betoog in het kader van de buitenschoolse opvang en het voorstel dat het college daartoe heeft gedaan en geeft aan dat de fractie vindt dat het college ook op een andere wijze dan via deze notitie melding had kunnen maken van dit collegevoorstel en de fractie gaat ervan uit dat het college met een nieuw voorstel zal komen. Het huidige college heeft een dappere poging ondernomen om in inzicht te verschaffen in hetgeen tot op heden is gebeurd en heeft geprobeerd met een acceptabel voorstel te komen. Dit is voor het CDA onvoldoende en de fractie heeft behoefte aan meer inzicht in de gang van zaken rond met name de extra wensen met betrekking tot de verbouwing van het dorpshuis en de financiële consequenties daarvan, waaronder uitgaven architect en adviseurs. De fractie wil graag dat inzicht in de tot nu toe gedane uitgaven en mede daarom dient de fractie naast het amendement ook een motie in samen met een groot aantal fracties, op dit moment nog met uitzondering van de VVD. De heer Schnackers nodigt de VVD van harte uit de motie mee te ondertekenen. Met de motie hoopt de fractie binnen drie maanden meer duidelijkheid te hebben. MOTIE 2 Tot slot zal het CDA het verzoek van de VVD steunen aan de rekenkamer om een quick scan uit te voeren met betrekking tot de gewenste verbouwing van dorpshuis Vogelenzang. De heer PIETERSON zegt dat het dossier dorpshuis Vogelenzang vanaf 2006 loopt en sindsdien is er een aantal beslissingen genomen door raad en college. Op dit moment zijn niet alle notities en beslissingen helder. Dit betekent dat gekeken moet worden hoe dit wordt opgelost. Het amendement van het CDA en overige fracties vindt de VVD helder en ondersteunt de fractie dan ook van harte. De heer Pieterson zegt nog een aantal reflecties te hebben aangaande de motie. Hij vraagt hoe de wethouder binnen drie maanden voortgang kan boeken en ondertussen moet wachten omdat er dan duidelijkheid is. In het dossier zijn aannames gemaakt door zowel de raad als het college, die onderwerp van studie en nadere uitwerking behoeven. College, gemeenteraad en ambtelijke organisatie zijn partij in de beslissingen die genomen zijn. Er ligt nu een brief (getekend door 11 raadsleden) om te versturen naar de rekenkamercommissie met het verzoek of de commissie een onderzoek wil starten naar het gehele traject; niet om te kijken waar het verkeerd is of om schuldigen aan te wijzen, maar om te kijken waar op een bepaald moment beslissingen zijn genomen en om dit in de toekomst beter te laten verlopen. De VVD is groot voorstander van dat het dorpshuis gaat verbouwen of wordt aangepast. Het traject is niet helemaal te stoppen, maar de fractie vindt het belangrijk dat de gemeente weet waar het traject naar toe gaat. Het amendement wordt gesteund door de VVD en de fractie wil eerst de reactie van de wethouder afwachten op de motie. De heer KRUIJSWIJK zegt dat het dorpshuis veel emotie oproept in de gemeente. De oprichting eind vorige eeuw ging ook niet over een dag ijs. GrLi wil van het college weten wat er exact is uitgegeven, wanneer daartoe is besloten, waaraan het uitgegeven en wat er nog moet worden uitgegeven, wat de verplichtingen zijn, wie dat heeft besloten en wanneer. Daarnaast wil GrLi graag van het college weten of het college het idee heeft dat er verwachtingen gewekt zijn en bij wie. Daarnaast vraagt de heer Kruijswijk waarom er zo laat melding is gemaakt aan de raad van het niet doorgaan van de
20
naschoolse opvang in het dorpshuis. De overige vragen en voorstellen zijn in het amendement en de motie voorgedragen door het CDA verwoord. De heer HEUKELS zegt te willen reageren op de heer Pieterson en meldt in de motie geen tegenstrijdigheden te kunnen ontdekken. Taalkundig geeft de heer Heukels weer dat met alle bullets bedoeld wordt inzicht en duidelijkheid te verschaffen in de materie. De heer PIETERSON merkt bij interruptie op dat het hem een genoegen is om te horen dat het duidelijk is voor de heer Heukels, maar nog niet voor hem en daarom vraagt de heer Pieterson het de wethouder. De heer HEUKELS zegt dat het erom gaat dat de wethouder binnen 3 maanden inzicht en duidelijkheid kan verschaffen. De motie en het amendement worden door LB volledig gesteund. Het dorpshuis Vogelenzang en alles wat er gebeurd is, baart LB grote zorgen. LB vindt niet dat dat via de rekenkamer moet, maar dat de raad zelf onderzoek doet, mede om daar lering uit te trekken. Mevrouw WOLF zegt het opvallend te vinden dat de drie voorgaande sprekers, die zo hechten aan inzicht en duidelijkheid, de weg naar het bestuur van het dorpshuis niet hebben kunnen te vinden de afgelopen zes maanden. In die periode hebben PvdA en CDA gezorgd dat er enigszins duidelijkheid kwam, zowel door de wekelijkse contacten met het bestuur van het dorpshuis als vragen aan het college. In het verleden zijn er drie beslissingen door de raad genomen: verbouwing van het dorpshuis, uitbreiding met BSO en Thysse’s Hof. De notitie van het college lezende signaleert mevrouw Wolf zaken die zij als voorheen wethouder anders heeft meegemaakt. Mevrouw Wolf heeft dan ook moeite met voorliggende motie; de fractie heeft wel mede ondertekend. Over het laatste punt van de motie hoopt mevrouw Wolf dat de duidelijkheid wat eerder komt dan over drie maanden. Het vertrouwen is niet erg groot in het correct inzicht wat dan gegeven wordt. De PvdA zou graag verder willen gaan en dat houdt niet in een onderzoek door de rekenkamer, want ook daar zal niet veel anders komen uit het onderzoek dan datgene dat nu in de notitie van het college staat. Het gaat dan om een enquête, waarbij de mensen onder ede moeten zeggen hoe het echt gegaan is. De fractie vindt dat de pas aangetreden rekenkamer hiermee niet moet worden lastig gevallen. De PvdA kan instemmen met het amendement, maar de fractie wil dan een tijdsplanning erin opgenomen zien. Daarnaast merkt ze op dat er een moratorium is opgesteld door het college op wijzigingen van bestemmingsplannen in Vogelenzang. Een van de onderdelen van de verbouwing van het dorsphuis is een uitbreiding aan de achterkant van het dorpshuis met ca. 6 meter voor de bouw van de kleedruimtes en opslag van stoelen achter het toneel. Daar is een wijziging van het bestemmingsplan voor nodig. De uitbouw wordt op een zodanige plek neergezet dat er niet of nauwelijks zicht op is aan de buitenkant. De vraag van de fractie is dan ook aan het college of er niet gewoon een bouwvergunning kan worden verleend. Indien dat niet mogelijk is dan verzoekt de PvdA om zo snel mogelijk in afwijking van het moratorium de procedure in gang te zetten om een bestemmingsplan te wijzigen op dat punt. Bij interruptie vraagt de heer BOEIJINK of de PvdA het college vraagt te gaan bouwen zonder bestemmingsplanwijziging. Mevrouw WOLF zegt het college te vragen of er een bestemmingsplanwijziging nodig is, op welk moment de bouwaanvraag is ingediend, onder welke wetgeving die valt en aan de hand daarvan te bepalen hoe zo snel mogelijk gekomen kan worden tot de bouw. De fractie vraagt het college creatief te kijken naar de mogelijkheden die er zijn. Het dorpshuis heeft niets aan de toekenning van een bedrag als dat pas in 2013 gebruikt kan worden. Het wijzigen van een bestemmingsplan duurt anderhalf jaar en het moratorium duurt een jaar. Bij interruptie zegt de heer BOEIJINK dat de raad een notitie heeft gekregen over wat de ruimtelijke ordening kwestie is, met tijdscenario’s. Het lijkt hem een herhaling van zetten. Mevrouw WOLF geeft aan dat deze in commissie samenleving is besproken en niet in commissie grondgebied. Als lid van commissie grondgebied zou ze graag wat meer duidelijkheid willen over grondgebiedzaken rondom de verbouwing van het dorpshuis. De doelstelling die de PvdA heeft is een zo snel mogelijke verbouwing van het dorpshuis op de twee punten waarop de oorspronkelijk aanvraag is gedaan (kleed- en opslagruimte). De verkoop van de grond van het vorige dorpshuis heeft de gemeente flinke winst opgeleverd en wellicht dat dat meegenomen kan worden in de toekomst om mooiere dingen voor het dorpshuis te realiseren.
21
Mevrouw JELTES sluit zich aan bij de woorden van de heer Schnackers in het algemeen en bij de woorden van mevrouw Wolf inzake de ruimtelijke ordening. Het college moet ervoor zorgen dat de uitbreidingen die mevrouw Wolf noemde zo spoedig mogelijk gedaan kunnen worden en misschien wel met een postzegelplan of een artikel 19 procedure. Met name ook om de milieuvoordelen die de gemeente daar wil behalen in een pilot. Voor wat betreft het onderzoek meldt mevrouw Jeltes dat alle fracties een gesprek met de rekenkamer hebben gehad en dat het onderzoek mogelijk een idee is voor de rekenkamer, maar dan wel in een breder perspectief dan alleen het onderzoek naar het dorpshuis. Dit is de reden waarom D66 de brief aan de rekenkamer niet heeft ondertekend. Een raadsenquête vindt D66 een te zwaar middel voor het onderwerp. Ten tijde van het Marinehospitaal, wat in principe een grotere zaak was, heeft de gemeente een gewoon onderzoek gedaan. De heer HEUKELS vraagt de VVD-fractie op welk termijn de fractie het antwoord van de rekenkamercommissie verwacht en wat als de rekenkamer het onderzoek niet doet. Wethouder KOKKE zegt aandachtig geluisterd te hebben naar de verschillende standpunten en verklaringen. Hij beperkt zich tot beantwoording van de vragen. De heer Pieterson heeft gevraagd hoe twee zaken die op het eerste oog tegenstrijdig lijken met elkaar kan verbinden. De tweede bullet van de motie vraagt om inzicht te verschaffen rond de extra wensen, waarbij in het amendement bij de tweede bullet wordt gezegd dat er vast gebouwd kan gaan worden voor een bedrag van € 275.000 met betrekking tot de twee eerder geformuleerde doelstellingen. De vertaling die de wethouder maakt is hoe tegelijkertijd inzicht moet worden verkregen en bouwen met betrekking tot verdere verbouw van het dorpshuis. In theorie zou dat wel kunnen. Het zijn twee zaken die aanvankelijk zijn geïnitieerd en daar kan prioriteit aan gegeven worden. Ondertussen kan er onderzoek plaatsvinden naar de andere zaken. Als de raad een budget fourneert is het mogelijk dat te realiseren. Het lijkt de wethouder gezien het gebouw waarover gesproken wordt niet logisch om dit aan te bevelen. De wethouder geeft aan dat bij aanname van de motie en het amendement eerst onderzoek wordt gepleegd naar datgene wat gewenst is, dat aan de raad voor te leggen en als het beeld dan compleet is de verbouwing in één keer kan worden uitgevoerd. Dit lijkt de wethouder de consequentie van het amendement en de motie. Voor wat betreft de milieuaspecten geeft de wethouder aan dat er onder leiding van wethouder Schep een werkgroep bezig is met het bestuur van het dorpshuis gewerkt wordt aan de mogelijkheden tot milieuvoordelen. Wethouder Kokke gaat hierbij van uit dat dit gepaard gaat met investeringen en budgettaire consequenties heeft. Het lijkt de wethouder niet verstandig om die voorzieningen lost van de verbouwing door te voeren. De wethouder zegt toe op termijn de vragen van GrLi te beantwoorden aangaande wat er tot op heden is uitgegeven en wat er nog uitgegeven gaat worden. In antwoord op de vraag of de wethouder denkt dat er verwachtingen zijn gewekt, geeft hij een positief antwoord; verwachtingen in de vorige collegeperiode en in de huidige collegeperiode. Dit college heeft een brief aan het bestuur van het dorpshuis gezonden, levend in de veronderstelling dat de budgetten gefoneerd en geaccordeerd waren voor de integrale verbouwing van de 4 fases van het dorpshuis onder voorbehoud dat de budgetten er ook waren. Een kopie van de brief zal aan de raad worden toegestuurd. Het terugdraaien heeft wel degelijk effect op het verwachtingspatroon. In antwoord op een vraag van LB meldt de wethouder er van uit te gaan dat het onderzoek binnen 3 maanden uitvoerbaar is. Bij het door mevrouw Wolf genoemde moratorium denkt de wethouder dat wordt bedoeld dat er binnen een jaar na vaststelling van een bestemmingsplan geen tussentijdse wijzigingen te laten plaatsvinden. Dit is een voornemen van de wethouder en moet nog via een voorstel worden vastgelegd. In de commissie samenleving waar de notitie is behandeld, is vastgesteld dat het geen zin heeft om een bestemmingswijziging vast te stellen als onduidelijk is wat er gebouwd gaat worden. Bij interruptie merkt mevrouw JELTES op dat er maar een probleem is voor wat betreft het bestemmingsplan en dat is de uitbreiding van de grote zaal en dat heeft de raad al toegezegd en daarmee kan gestart worden. Wethouder KOKKE zegt dat mevrouw Jeltes daar gelijk in heeft en als zeker is dat dat het enige is, hoeft dat geen belemmering te vormen bij de wijziging van het bestemmingsplan. Vervolgens meldt de wethouder, refererend aan de notitie, dat er in 2007 besloten is dat het bestemmingsplan zal worden gewijzigd. Als dat besluit ook daadwerkelijk was uitgevoerd, was dat al gebeurd. De wethouder zegt toe de datum van de bouwaanvraag na te vragen. De wethouder geeft aan dat hem niet bekend is wat er met het geld van de verkoop van de grond van het dorpshuis is gebeurd.
22
Mevrouw JELTES vraagt bij interruptie om meer duidelijkheid van de wethouder of hij bereid is om met de ruimtelijke ordening procedure te starten om een bestemmingsplanwijziging te maken, zodat dat in elk geval geen belemmering is voor de bouw. Wethouder KOKKE zegt geen enkel probleem te hebben met het starten van de procedure, maar stelt als enige voorwaarde dat duidelijk moet zijn wat verbouwd gaat worden. Bij interruptie merkt mevrouw WOLF op de aanvraag voor het dorpshuis een verbouwing betreft op twee punten. Dit werd door het idee van vestiging van een BSO enigszins gewijzigd door extra verbouwactiviteiten, zoals verplaatsing van ingang, keuken en toiletten. Uiteindelijk ging het idee van de BSO niet door en is weer naar het originele plan terug gegaan van de verbouwing op twee punten. Het bestuur van het dorpshuis wil graag een verbouwing op die twee punten. Mevrouw Wolf wil graag weten wat de wethouder meer duidelijk wil hebben dan dat de verbouw gaat om die twee punten. Wethouder KOKKE zegt bereid te zijn om direct te beginnen met de bestemmingsplanprocedure voor de verbouwing van de eerste twee punten. De heer SCHNACKERS zegt dat de fractie een enquête een te zwaar middel vindt. Het verzoek aan de rekenkamer steunt het CDA. In reactie op de beantwoording van de wethouder meldt de heer Schnackers dat het college zo spoedig mogelijk met het bestuur van het dorpshuis om de tafel moet om te inventariseren wat er nog aan extra wensen ligt en of dat kan worden meegenomen in de verbouwing van het dorpshuis. Daarnaast vindt de fractie dat er zo snel mogelijk gebouwd moet gaan worden en de noodzakelijke procedures doorlopen moeten worden, waarbij zorgvuldigheid in acht wordt genomen. De heer HEUKELS vraagt bij interruptie aan de schrijvers van de brief aan de rekenkamer, wat de schrijvers doen als de rekenkamer het onderzoek niet wil doen. De heer PIETERSON zegt niet bezig te willen zijn met een ‘wat als’. Hij is van mening dat het onderzoek juist iets is voor de rekenkamer om te doen. Hij heeft er alle vertrouwen in dat de rekenkamer er serieus naar gaat kijken. Hij verwacht dat het binnen een redelijke termijn kan. Waar het mogelijk op vast zou kunnen lopen is op de ambtelijke hoor en wederhoor, maar daarover zijn termijn af te spreken. Het betekent dat er binnen 3 maanden, even snel als dat in de motie wordt gevraagd, van de rekenkamercommissie een notitie kan ontvangen over hoe het de afgelopen is gegaan. Juist om de discussie uit de politieke sfeer te halen is het handig om de rekenkamercommissie in te schakelen. Een enquête lijkt de heer Pieterson op dit moment niet opportuun. In de motie mist de heer Pieterson de onderlinge afstemming. Aangaande de aanbouw meldt de heer Pieterson er vanuit te zijn gegaan dat juist op die twee punten geen bestemmingsplanwijziging nodig was. Bij mogelijke aanname van de motie is het handig als de raad over 3 maanden kan beschikken over een rapport van de rekenkamercommissie en een rapport van het college. Dit verband c.q. deze combinatie, dat zorgt voor inzicht, ontbreekt in de motie. De heer KRUIJSWIJK zegt de heer Pieterson te steunen in zijn verhaal. Vervolgens meldt hij dat de wethouder in eerste instantie reageert met dat de verbouw aan het dorpshuis in een keer gedaan moet worden. De raad geeft aan dat het om de twee onderwerpen gaat zoals is aangegeven in het amendement en daarbij verbaast de heer Kruijswijk zich dat de wethouder niet kan duidelijk maken wat toezeggingen zijn. De heer HEUKELS zegt verheugd te zijn met het vertrouwen dat de heer Pieterson in de rekenkamercommissie heeft en hij is benieuwd wat de rekenkamercommissie doet met het verzoek. En indien de rekenkamercommissie niet op het verzoek ingaat, vraagt de heer Heukels zich af wat er in de raadsvergadering van april aan de orde zal zijn. De heer PIETERSON informeert bij interruptie of de heer Heukels mede gaat ondertekenen. De heer HEUKELS geeft aan principieel niet juist te vinden dat de rekenkamercommissie voor het uitvoeren van een dergelijk onderzoek wordt gevraagd. Mevrouw WOLF vraagt aan de indieners van amendement N om een vijfde bullet toe te voegen met de tekst van onder punt 2 op pagina 4 van de notitie Dorpshuis Vogelenzang, nr. 2009031955: ‘‘Indien er gekomen moet worden tot wijziging van het bestemmingsplan te kiezen voor …….’’. Een procedure die eindigt in juni 2010. Mevrouw Wolf heeft dit met het bestuur van het dorpshuis besproken en het
23
bestuur vindt dit ook een redelijke termijn, aangezien het bestuur in deze termijn zaken kan voorbereiden. De VOORZITTER schorst kort de vergadering. De VOORZITTER heropent de vergadering en geeft het woord aan de heer Schnackers. De heer SCHNACKERS zegt overlegd te hebben over het opnemen van het voorstel van mevrouw Wolf in het amendement. De heer Schnackers wil als tegenvoorstel voor de vijfde bullet doen: ‘‘Indien er gekomen moet worden tot een wijziging van het bestemmingsplan, dan te kiezen voor de snelst mogelijke procedure’’. Zodat niet de procedure wordt vastgelegd, maar gekozen wordt voor de procedure die het snelst resultaat biedt. Mevrouw WOLF merkt bij interruptie op dat er twee procedures worden geschetst. De snelste route amendeert zij in het amendement. Nu begrijpt zij van het tegenvoorstel dat die woorden vervangen moeten worden door ‘de snelste route’. Mevrouw Wolf geeft aan dat voor haar de snelste route die is die het snelste eindigt en bij haar voorstel wordt een datum genoemd en dat biedt meer zekerheid. Haar voorstel is mede namens D66. De heer HEUKELS vraagt zich af wat de winst is van het tegenvoorstel ten opzichte van het voorstel van de PvdA. Mevrouw SOETEMAN zegt het college meerdere malen heeft horen zeggen zich te willen inspannen en creatief wil handelen om zo snel mogelijk een bestemmingsplanwijziging, als die nodig is, te realiseren. Daarnaast merkt ze op dat uit de discussie blijkt dat voor het eerste begin van de verbouwing geen bestemmingsplanwijziging noodzakelijk is. De CDA vindt dat het kiezen voor de snelste procedure het meeste recht doet aan de situatie op dit moment. Ze constateert dat de raad raadsbreed hetzelfde wil. De heer PIETERSON zegt dat er niet zo veel verschil zit in beide voorstellen en zegt voorstander te zijn van de snelste manier. De heer WESTPHAL geeft aan dat er twee amendementen zijn ingediend, waarbij de laatste bullet op hetzelfde neerkomt. Hij zegt dat het mooi zou zijn als de raadsvergadering eindigt met een gezamenlijk amendement dat raadsbreed wordt aangenomen. Hij vraagt aan mevrouw Wolf wat zij erop tegen heeft om voor de snelste procedure te kiezen. Mevrouw WOLF zegt niet tegen de snelste procedure te zijn, maar voor duidelijkheid. Het college geeft aan dat er twee procedures zijn, waarvan een het snelste is. Zij stelt voor om die snelste dan letterlijk met data in het amendement op te nemen. Dat geeft duidelijkheid. Met het benoemen van ‘de snelste route’ kan het nog 10 jaar duren. Wethouder KOKKE zegt dat er een besluit van college ligt dat in 2007 een begin zal worden gemaakt met het indienen van een bestemmingsplanwijziging. Het is nu 2010 en er wordt nog gediscussieerd over het bestemmingsplan. De wethouder stelt voor om af te spreken dat er begonnen wordt met het wijzigen van het bestemmingsplan voor de uitbouw aan de noordkant van het dorpshuis. De wethouder heeft uitgebreid in beeld gebracht welke alternatieven er liggen. Als de raad de verantwoordelijkheid neemt voor de methode die gekozen moet worden. De raad kan het ook aan het college overlaten om het besluit te effectueren en de wethouder zegt toe dat het zo snel mogelijk gaat. Hij zegt niet toe dat het op de data die mevrouw Wolf noemt klaar is, want die toezegging is niet te doen aangezien het college van meerdere zaken afhankelijk is. De wethouder vraagt zich daarbij af of het dorpshuis het rechtvaardigt dat daar binnen ruimtelijke ordening topprioriteit aan wordt gegeven; er zijn ook nog andere projecten die minstens zo belangrijk zijn. Als het de wens van de raad is het zo snel mogelijk uit te voeren, is de wethouder bereid dat zo uit te voeren en aan hem over te laten welke procedure moet worden gevolgd. Mevrouw WOLF merkt bij interruptie op dat de wethouder suggereert dat er in 2007 al is besloten tot wijziging van het bestemmingsplan. De wethouder weet waarom er toen besloten is om daar niet verder mee te gaan. Er was toen aan de orde dat er eerst onderzocht zou worden of er een BSO kon worden ingebouwd. De PvdA kiest voor een voorstel van dit college en dat betreft de snelste procedure genoemd onder punt 2.
24
De heer HEUKELS vat samen dat de wethouder zojuist meldt zich niet aan het termijn wat mevrouw Wolf voorstelt te kunnen houden, maar het voorstel is overgenomen uit de notitie van het college. De heer Heukels vraagt wat de wethouder bedoelt. Wethouder KOKKE geeft aan dat in de notitie een planning staat en dat is een voornemen en geen garantie. De wethouder zegt toe contact op te nemen met het bestuur van het dorpshuis. Deze week toezegging heeft het college reeds gesproken met het bestuur om de situatie door te nemen. Naast de vraag vanuit de raad om inzicht en onderzoek, zegt de wethouder toe dat het college in beeld zal brengen wat in het kader van de begrotingsbehandelingen is besloten en gefoneerd ten behoeve van het dorpshuis. toezegging Hij vat samen dat nu is afgesproken dat eventueel gestart wordt met het wijzigen van het bestemmingsplan indien de verbouw van het dorpshuis het bestemmingsplan overschrijdt. Tegelijkertijd zal het college met het bestuur van het dorpshuis praten over hoe het bestuur het budget van de raad wil besteden en over mogelijke andere inzichten met betrekking tot het dorpshuis. Mocht dit leiden tot nieuwe inzichten, dan zal het college de raad daarover informeren. Het college hoopt dat als de discussie is afgerond en de raad geïnformeerd hebbende, dan ook de bestemmingsplanprocedure te hebben afgerond en te kunnen beginnen met de verbouwing. De VOORZITTER brengt de amendementen in stemming en meldt dat bij aanvaarding van een amendement het voorstel van het college niet meer instemming komt. Amendement N’’ ---- met toevoeging van de tekst onder punt 2 genoemd in de notitie Dorpshuis Vogelenzang - wordt verworpen met algemene stemmen, behoudens GrLi, LB en PvdA. Amendement N’ ---- met toevoeging van ‘de snelste procedure’ ---- wordt unaniem aangenomen. De heer PIETERSON legt een stemverklaring af en meldt de toelichting van de wethouder gehoord hebbende, de motie te steunen. Motie 2 wordt unaniem aanvaard. 17a.
VOORGENOMEN VERKOOP LINNEAUSHOF
De VOORZITTER licht toe dat de raad wensen en bedenkingen tot uitdrukking kan brengen ten aanzien van de voorgenomen verkoop van Linneaushof aan de huidige exploitant van Linneaushof. Mevrouw WOLF zegt dat het college aan de raad via commissie middelen heeft gevraagd haar mening te geven over de verkoop van Linneaushof inclusief bijkomende voorwaarden die Linneaushof gesteld heeft. De commissie heeft die gegeven, maar volgens het reglement van orde is het niet mogelijk dat de commissie de mening van de raad geeft. Het onderwerp moet ook nog in de raad worden besproken. In dit geval vindt de PvdA-fractie het extra vervelend dat het niet aan de raad is voorgelegd, omdat de fractie het niet eens is met een van de voorwaarden die Linneaushof heeft gesteld bij de verkoop. De fractie vindt dat de gemeente de voorwaarde moet afwijzen en het college aan Linneaushof wil laten weten dat het niet mogelijk is dat het college of de gemeenteraad over haar graf regeert en dat voorwaarde 3 (de gemeente zal Linneaushof en/of haar bezoekers geen heffing opleggen, vermakelijkheidsretributie, toeristenbelasting of anderszins heffingen gerelateerd aan het bezoek aan het park) niet aan de orde kan zijn. Linneaushof heeft 300.000 bezoekers per jaar en legt een zware claim op de omgeving, zoals het verkeer e.d., en de fractie vindt niet dat de gemeente tot in de eeuwigheid gebonden kan worden op het punt dat er geen belasting zal worden geheven op dagrecreatie. De heer BRUSSAARD adviseert positief over het voorstel van college en dat heeft de VVD ook in de vergadering van commissie bestuur en middelen laten weten. De toelichting van op het punt dat mevrouw Wolf naar voren brengt is toen gegeven en was voor de fractie afdoende. Hij geeft aan dat het onderwerp vorig jaar in de raad van de voormalige gemeente Bennebroek aan de orde is geweest en toen lag er een voorstel tot een pachtovereenkomst. De fractie is blij dat dat niet is doorgegaan en het nu voorliggende voorstel is gunstiger voor de gemeente en de ondernemer is er ook tevreden over. Mevrouw SOETEMAN zegt het op zich met mevrouw Wolf eens te zijn dat het inwinnen van de gevoelen van de raad niet via de commissie moet plaatsvinden, en zeker niet zoals het nu is gegaan als punt op de agenda onder oriëntatie. De fractie adviseert positief betreffende de verkoop en merkt aangaande
25
de voorwaarde op de voorwaarde niet vreemd te vinden en de reactie van de wethouder af te wachten. Mevrouw Soeteman verzoekt om het punt aangaande het inwinnen van de gevoelen van de raad bespreken in de volgende presidiumvergadering. De VOORZITTER reageert positief over het verzoek van mevrouw Soeteman. De heer WESTPHAL zegt zlef niet bij de commissievergadering aanwezig te zijn geweest. Het punt is in de fractievergadering aan de orde geweest en D66 kan niet zomaar akkoord gaan met de voorwaarden gesteld door Linneaushof. De fractie verwacht een verkoopovereenkomst en een taxatie. Dit is door D66 in de commissievergadering zo verwoord. Aangaande de opmerking van mevrouw Wolf merkt de heer Westphal op het met haar eens te zijn dat de gemeente niet zomaar een belastingvoordeel kan weggeven en bij wijziging van regelgeving door het rijk zou het voor gemeente Bloemendaal niet mogelijk zijn om die wijziging door te voeren. De heer HEUKELS zegt het met mevrouw Wolf eens te zijn. Hij zegt niet te zien staan hetgeen de heer Westphal naar voren brengt, dat het alleen maar zou gaan om heffingen op Linneaushof. Er is een vermakelijkheidsretributie toeristenbelasting en dat is direct gerelateerd aan het bezoek van Linneaushof. In het tweede gedeelte wordt een ruime opening gegeven, namelijk ‘alle heffingen die op enigerlei wijze gerelateerd zou kunnen zijn aan het bezoek’. Iemand die op een kilometer afstand zijn auto parkeert en daar een heffing betaald aan belasting en zegt te gaan naar Linneaushof en kan dan gebruiken dat het gerelateerd is aan het bezoek. Dan is heffing niet mogelijk. De heer Heukels heeft moeite met de tekst zoals deze vermeld staat; ‘aan het bezoek gerelateerd’ vindt hij een te ruim begrip. Mogelijk dat parkeren op het terrein van Linneaushof een mogelijke invulling kan zijn. Over de invulling moet gesproken worden met Linneaushof. In de commissie is dit ook aan de orde geweest en de heer Heukels wil hier toch graag een reactie op van de wethouder. De heer KRUIJSWIJK is van mening dat de wethouder in de commissievergadering goed heeft geluisterd. De PvdA heeft een en ander goed verwoord en daar sluit GrLi zich bij aan. Linneaushof neemt een voorwaarde in de brief op, waar de gemeente niet aan kan en wil voldoen. Hij vraagt hoe de wethouder daarmee omgaat en of er een afspraak is waar die voorwaarde instaat. Wethouder KOKKE reageert op de wensen en bedenkingen van de raad. Hij geeft aan dat de procedure is dat het college de onderwerpen aankaarten bij de raad en de raad bepaalt in welke commissie wat wordt behandeld en wat in de raad aan de orde komt. Het college geeft dan toelichting in het desgewenst gremium. Hij vindt het vervelend dat in een gremium iets akkoord wordt bevonden en vervolgens daarover weer meningen worden geuit. Hierdoor wordt de wethouder in een bepaalde positie gebracht in zijn contacten met partijen. Hij begrijpt de zorg van de raad betreffende de passage over de toeristenbelastingen en andere heffingen. Het lijkt de wethouder ook een terechte zorg. Hij zegt toe nog aandacht aan dat punt te besteden. Linneaushof geniet op dit moment allerlei financiële faciliteiten, waaronder geen betaling van OZB. De toezegging aangaande de toeristenbelasting is toegezegd, omdat het college dacht dat dit weinig om het lijf had, omdat de toeristenbelasting zoals deze wordt geheven in gemeente Bloemendaal niet van toepassing is op Linneaushof. Toeristenbelasting is alleen van toepassing bij een nacht overblijven. Tegenover bepaalde rechten die de gemeente terughaalt, waaronder OZB-belasting, moeten onderhandelingsmogelijkheden staan en de gemeente is Linneaushof in een aantal mogelijkheden tegemoet komen. In overleg met Bennebroek is bepleit Linneaushof te behouden en de gemeente heeft de grond aan de onderneming Linneaushof ter beschikking gesteld. De wethouder zegt toe te kijken naar de paragraaf aangaande de belastingen en zal daar geen open openingen laten zitten die belemmerend werken voor de gemeente. De heer HEUKELS zegt bij interruptie dat het hem gaat om woordje ‘anderszins’. Het gaat om meer zorg vanuit de raad dan de wethouder nu aangeeft. Het gaat om de omschrijving in de tekst, waarmee het college akkoord gaat en de heer Heukels van mening is dat de wethouder terug moet naar de onderhandelingstafel. De heer Heukels kan niet met voorliggende tekst akkoord gaan. De VOORZITTER benadrukt dat de raad niet om een akkoord wordt gevraagd, maar om bedenking. De heer HEUKELS merkt bij interruptie op dat als wethouder niet naar de gevoelen van de raad handelt, de wethouder een probleem heeft. Hij vindt dat de woorden van de wethouder nog te weinig de zorg van de raad weergeeft.
26
Wethouder KOKKE zegt de zorg van de raad te delen en zegt toe dat de afspraken met Linneaushof worden vastgelegd in een overeenkomst. De overeenkomst ligt niet voor en het college tekent de gevoelen van de raad op. Mevrouw WOLF begrijpt dat Linneaushof een aantal kosten gaat betalen, waaronder OZB want Linneaushof wordt eigenaar. Linneaushof heeft ook een groot inkomen, ca. 300.000 bezoekers per jaar voor een entreekaartje van € 10 plus parkeergelden van eigen parkeerterrein. De onderneming is niet armlastig. De woorden van de wethouder beluisterend, denkt mevrouw Wolf dat het college er bij gebaat zou zijn de gevoelen van de raad gehoord hebbende en dat de raad unaniem positief is over de verkoop van de gronden aan Linneaushof, maar heeft grote bedenkingen bij voorwaarde 3 en zou deze voorwaarde graag willen laten vervallen. De heer WESTPHAL zegt dat in een taxatie de economische waarde wordt bepaald en daarmee is rekening gehouden met de lasten die de toekomstige eigenaar gaat betalen. Een ondernemer helpen is mogelijk door subsidies, maar nooit door een verkoop. Daar is D66 niet voor. De heer BOEIJINK zegt dat de woorden van mevrouw Wolf niet namens de raad zijn, aangezien hij het er niet mee eens is. De wethouder zegt te hebben geluisterd naar de woorden van de heer Heukels en dat er gekeken wordt naar de formulering van de tekst wanneer voorwaarde 3 wordt gehanteerd. Dit moet scherp staan in de overeenkomst en daarmee is de VVD akkoord. Mevrouw WOLF vraagt of de wethouder geholpen is met een dergelijke uitspraak die zij heeft verwoord. De VOORZITTER zegt dat de wethouder heeft toegezegd er naar te zullen kijken. Mevrouw SOETEMAN zegt dat de CDA-fractie blijft bij haar positieve standpunt betreffende de verkoop en heeft de wethouder horen zeggen dat de zorg van de raad wordt meegenomen. 18.
RONDVRAAG
Mevrouw WOLF geeft aan dat de wethouder de auditcommissie heeft uitgenodigd om te praten over de afschaffing van de voor- en najaarsnota en het doorvoeren van een zomernota. De PvdA heeft bezwaar tegen dat het voorstel via de auditcommissie gebracht wordt. De auditcommissie is een subcommissie van commissie bestuur en middelen. Het betreft een politieke zaak en de fractie zou het op prijs stellen om voorstel in commissie bestuur en middelen te agenderen. De VOORZITTER zegt niet beter te weten dan dat de raad zelf heeft voorgesteld dat dit in de auditcommissie zal worden besproken. Wethouder KOKKE zegt dat het college niet gaat over hoe de raad de stukken van het college wil behandelen. Dat is aan de raad te beoordelen. De wethouder heeft contact met de auditcommissie om de planning en controlcyclus te bespreken en daarbij is het voorstel aangaande de zomernota geagendeerd. De heer HEUKELS geeft aan vanaf maart in verschillende vergaderingen van de raad en commissies te hebben gevraagd om wanneer de raad het onderhandelingsresultaat met BAM aangaande het Marinehospitaalterrein ontvangt. De wethouder heeft enkele aangegeven dat dit openbaar is, maar tot op heden heeft hij er nog niets van gezien en verneemt graag wanneer de raad de stukken krijgt. Wethouder KOKKE geeft aan dat de raad het onderhandelingsresultaat toegestuurd heeft gekregen in september via commissie bestuur en middelen. In de commissie is ermee ingestemd. De heer HEUKELS zegt dat de wethouder daarna in commissie grondgebied nog heeft aangegeven dat er verder gesproken is. Hij wil graag het definitieve eindresultaat als raadslid ontvangen. Wethouder KOKKE zal het nog een keer naar de heer Heukels sturen. Mevrouw VAN STRALEN geeft aan dat D66 een motie heeft ingediend aangaande Veen en Duin welke voor de rondvraag zal worden behandeld. De VOORZITTER geeft aan dat afgesproken is dit in de volgende raadsvergadering te behandelen.
27
De heer VAN GRUTING zegt uit de media te hebben vernomen dat er een hertenplaag zou zijn in de provincie. Hij vraagt of het college iets aangaande de hertenplaag heeft bereikt. De VOORZITTER zegt toe, gezien het tijdstip, dat er een notitie met toelichting op dit onderwerp zal komen. 19.
SPEECH DOOR DHR. A.J.G. BURGER
‘‘Geachte leden van de raad, Dames en heren,
De tafel gedekt. Papieren kerstloper met servetjes compleet. Wat ik er nog van weet. Zijn de met zorg gebraden konijnenboutjes heerlijk in het vet. Keurig voor ons allen op tafel gezet. De saamhorigheid en warmte gaf ons een blij gevoel. Dat is wat ik bedoel. Als ik daaraan terug denk. Bekruipt me een nostalgische hunkering naar weleer. Des temeer omdat het niet ging om grote cadeaus die voor elkaar zijn gekocht. Maar die hele kleine dingen die zorgvuldig door moeder waren uitgezocht. Nog steeds vieren we Kerst heel aardig, leuk en fijn. Maar het ware Kerstgevoel zit 'm niet in een reeruggetje en een glas wijn. Dit gedicht met als titel ‘‘Kerstgevoel’’, geplaatst door Ans Beker op de website www.gedichtenweb.nl, leek mij geschikt voor het begin van deze Kerst- en/of eindejaarstoespraak. In zo’n toespraak is het gebruikelijk terug te blikken op het afgelopen jaar. En dat zal ik dan ook beknopt doen. 2009: het eerste jaar van de gemeente Bloemendaal met vijf dorpskernen: Bloemendaal, Overveen, Aerdenhout, Bennebroek en Vogelenzang. Een grotere gemeenteraad. Een nieuw college van B&W met nieuwe wethouders en vanaf 30 juni jl. met een nieuwe burgemeester in de persoon van Ruud Nederveen. Vanuit het grote Amsterdam heeft hij zich gevestigd aan de statige Zonnebloemlaan. En als raad hebben we al verschillende keren gemerkt dat er een nieuwe voorzitter is. De verdere invulling laat ik aan elk raadslid zelf over, maar mijn eigen ervaringen zijn tot nu toe uiterst positief. En ik zou het bijna vergeten, ik wil nogmaals Mea van Ravesteyn-Kramer bedanken voor haar bijdrage als waarnemend burgemeester in de periode november 2008 ---- juni 2009. 2009: het jaar van twee begrotingen en twee jaarrekeningen. De eerste Zomernota. Ontwikkeling van de structuurvisie voor de gehele gemeente. En dan van noord naar zuid. Bloemendaal: Meer en Berg. Overveen: Park Tetrode. Aerdenhout: Haringbuys. Bennebroek: Multifunctionele Accommodatie. Vogelenzang: Noord-Oost. En dan blik ik alvast even vooruit naar het jaar 2010. Op woensdag 3 maart zullen in het overgrote deel van Nederland gemeenteraadsverkiezingen plaatsvinden. Bloemendaal ‘‘ontspringt’’ deze dans omdat we de fusie met Bennebroek net achter de rug hebben. In het kader van deze verkiezingen zijn veel partijen op lokaal niveau de afgelopen tijd bezig geweest met het zoeken naar goede kandidaten en dat valt anno 2009 niet mee. Uit een CDA-onderzoek van eind 2008 is gebleken dat de werkdruk van raadsleden te hoog is. Peter Otten van de Vereniging voor Raadsleden pleitte toen voor een hogere vergoeding, kwaliteitsverbetering en verdere professionalisering.Je kunt je afvragen of dat de oplossing is. Misschien dienen wij ons eigen functioneren eens kritisch te evalueren. Dat is in een politieke omgeving niet gemakkelijk. Het is voor raadsleden moeilijk de eigen zwakten onder ogen te zien. Toch is dat de eerste stap die genomen moet worden bij het ontwikkelen van competenties. Raadsleden kunnen dan bijvoorbeeld ontdekken dat het nogal eens ontbreekt aan time management. Zo besteden zij doorgaans te veel tijd aan het lezen van vergaderstukken. Ook treden raadsleden ondanks het ingevoerde dualisme nog te vaak in onnodige details en bemoeien zij zich met de uitvoering van beleid. Raadsleden herkennen deze kritiekpunten wel, maar dan alleen met betrekking tot hun collega-raadsleden: een typische vorm van schuld afschuiven. Als toverwoord voor de toekomst van het lokale bestuur wordt de term professionalisering veelvuldig gebruikt. Peter Otten kleedt het raadslidmaatschap aan in de vorm van een professie, een beroepsgroep. De kwaliteit moet gewaarborgd worden en de basis daarvoor ligt in
28
een hogere vergoeding. Meer geld trekt beter gekwalificeerde raadsleden aan. Is de gemeenteraad wel gebaat bij deze vorm van professionalisering? Leidt dit niet weer tot bureaucratische professionals. Raadsleden die zo veel mogelijk stukken lezen om de concurrentie aan te kunnen met het ambtelijk apparaat. De raadsleden gaan zich meer bemoeien met de uitvoering van beleid in plaats van het kaders stellen en controleren. De belangrijkste taak voor raadsleden ligt nog altijd op het gebied van de volksvertegenwoordiging. Op dat gebied moet de professionalisering ook gezocht geworden. Raadsleden zijn vooruitgeschoven burgers die het geluid van de burger vertolken. Bewust kennen wij in Nederland een vorm van lokaal lekenbestuur. Dat moet vooral ook zo blijven, want juist als amateur kunnen raadsleden een vernieuwend geluid laten horen. Professionals heeft de gemeente in dienst in de vorm van ambtenaren. Wanneer raadsleden leren om professioneel te zijn als amateur, kan de werkdruk behoorlijk afnemen. Raadsleden zijn er niet om de spelfouten in dossiers aan te wijzen. Zij moeten de politieke keuzeafwegingen vlijmscherp leren formuleren en daarop politiek bedrijven. Raadsleden moeten ook leren los te laten. Niet over ieder onderwerp hoeven zij hun mening klaar te hebben. Beperking tot kerndoelen kan juist het gehele beleid ten goede komen. Raadsleden moeten het zelfbewustzijn bezitten om aan kritische zelfreflectie te doen. Dit kan leiden tot een professioneler houding binnen een beperkter aantal uren. Dit geeft ik u mee om tijdens de komende Kerstdagen en jaarwisseling over na te denken. En dan natuurlijk dit. Bedankt alle mensen die dit jaar op de publieke tribune plaats hebben genomen. Bedankt alle luisteraars die de vergaderingen volgden via AB Radio. Bedankt college voor de plezierige manier van samenwerken. Bedankt ambtelijk apparaat voor alle informatie die u hebt verstrekt. Bedankt griffier met je medewerkers voor het ons terzijde te staan, adviezen te geven en altijd op de achtergrond aanwezig te zijn. Voor de brugfunctie tussen de raad en het college en het ambtelijk apparaat. Bedankt raadsleden voor de goede onderlinge verhoudingen. Bedankt bodes. Hoe zouden wij zonder jullie kunnen vergaderen? Altijd staat ons natje en droogje klaar. Ik wil u graag Prettige Kerstdagen en een gezond en gelukkig 2010 toewensen voor uzelf en degenen die u dierbaar zijn. Daarbij spreek ik ook mens een aantal in uw raad als ik u tevens Gods zegen toewens voor uw werkzaamheden volgend jaar. Ik sluit af met een gedicht van Jeroen Swaan getiteld ‘‘Nieuw Jaar’’
een nieuw jaar is hoe vrolijk ook ook afscheid nemen van van alles wat je achterlaat maar niet vergeten kan een nieuw jaar is hoe druk dan ook ook stilte in je hoofd om alles wat je niet volbracht maar wel in hebt geloofd.’’ 20.
SLUITING
De VOORZITTER sluit de vergadering om 00.40 uur en wenst iedereen een gezond nieuw jaar toe.
29
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering Van de raad van de Gemeente Bloemendaal, Gehouden op 28 Januari 2010
,Voorzitter
,Griffier
30