AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders
Nummer: Datum vergadering:
25-06-2013
Onderwerp:
Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling
Conceptbesluit:
Het college stelt de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling vast Het college geeft de afdeling MO de opdracht om de meldcode te implementeren
Samenvatting:
Op 1 juli 2013 treedt de Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling in werking. De gemeente Steenwijkerland dient een meldcode (handelingsprotocol) vast te stellen. De meldcode gaat gelden voor medewerkers in dienst van de gemeente, die uit hoofde van hun functie, signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling kunnen ontvangen.
Bijlagen:
Meldcode
Bestuurlijk traject:
College 25-06-2013 Raadscommissie 03-09-2013 Raad
t.k.n.
Overlegd met:
Jorine Brouwer, Jan ter Horst, STAF MO, Marielle Perik en Henk Schuitemaker, P&O
Communicatie:
Zijn dit besluit en de achterliggende stukken openbaar? - Persbericht
Programma:
Steenwijkerland leeft
Parafen:
Medewerker
Jessy Cijntje
Afdeling
MO
Besluit B&W:
ja
paraaf
Afdelingsmanager
paraaf
Concernstaf
paraaf
Secretaris
S.S. Weistra
paraaf
Portefeuillehouder
weth. Boxum
paraaf
Conform Het college stelt de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling vast Het college geeft de afdeling MO de opdracht om de meldcode te implementeren
Collegeadvies:
2
Inleiding De Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling treedt op 1 juli 2013 in werking. De wet zal gaan gelden voor organisaties en zelfstandige beroepsbeoefenaren in de sectoren gezondheidszorg, onderwijs, kinderopvang, maatschappelijke ondersteuning, jeugdzorg en justitie. Voor de gemeente Steenwijkerland geldt de wet voor medewerkers in dienst van de gemeente, die uit hoofde van hun functie, signalen van kindermishandeling en huiselijk geweld zouden kunnen ontvangen. Waarom een meldcode? Het is soms moeilijk te beoordelen of er echt sprake is van geweld. We horen vaak verhalen over het ‘onderbuik’ gevoel van medewerkers van de gemeente en de twijfel die er heerst. De meldcode is bedoeld om deze twijfel weg te nemen. De meldcode geeft handvatten om op basis van feitelijkheden te handelen. Iedere stap wordt uitgewerkt. Dat betekent dat er niet over één nacht ijs wordt gegaan in geval van melding. De vermoedens en overwegingen worden gedeeld met een aandachtsfunctionaris en geven de mogelijkheid om achteraf te verantwoorden waarom wel of niet is geacteerd op bepaalde signalen. Definitie huiselijk geweld en kindermishandeling •
Huiselijk geweld is geweld dat door iemand uit de huiselijke of familie kring van het slachtoffer wordt gepleegd. Hieronder vallen lichamelijk geweld, psychisch geweld, seksueel geweld, schending van rechten en financiële uitbuiting. Het kan gaan om kindermishandeling, partner geweld, ouderenmishandeling en eergerelateerd geweld.
•
Kindermishandeling is elke vorm van voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die ouder of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of onvrijheid staat, actief of passief opdringen, waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel.
Iedere organisatie zijn eigen meldcode Op het moment dat de wet ingaat is de gemeente wettelijk verplicht een handelingsprotocol huiselijk geweld en kindermishandeling te hebben en ernaar te handelen. Veel organisaties in onze regio hebben inmiddels zo’n handelingsprotocol waarin de vijf stappen van de wet zijn verwerkt. Dit geldt (nog) niet voor de gemeente Steenwijkerland. Met dit collegebesluit voldoet de gemeente Steenwijkerland aan de wettelijke verplichting. Voor wie geldt de meldcode? De meldcode geldt voor medewerkers in dienst van de gemeente die vanuit hun functie (direct) contact hebben met gezinnen en volwassenen. Om de implementatie reëel te houden wordt u geadviseerd om invoering te beperken tot medewerkers van de afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling. Concreet gaat het dan om leerplichtambtenaren en de WMO consulenten. De sportfunctionarissen zijn niet in dienst van de gemeente, Sportservice Overijssel zal haar eigen meldcode voor haar medewerkers maken. De meldcode Eerder bespraken we dat het handelingsprotocol uitgaat van vijf stappen. Opgemerkt dient te worden dat de medewerker altijd verantwoordelijk is voor het gesprek met de inwoner/ouders/gezin. De rol van de aandachtsfunctionaris is ondersteunend van aard.
3
Stap 1: Breng de signalen in kaart, zo feitelijk mogelijk Stap 2: Bespreek de signalen met een deskundige collega (aandachtsfunctionaris) Stap 3: Bespreek de signalen met de inwoner/ouders/gezin Stap 4: Maak een inschatting van de risico’s Stap 5: Beslis: organiseer (zo nodig) lokaal hulp of doe een melding bij het AMK (Algemeen meldpunt kindermishandeling) of SHG (Steunpunt huiselijk geweld) Verantwoordelijkheden: •
De medewerker is verantwoordelijk voor het herkennen van signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling, het kennen van de stappen van de meldcode, het uitvoeren van het plan van aanpak en zorgvuldige verslaglegging;
•
De aandachtsfunctionaris is verantwoordelijk voor deskundig advies en ondersteuning van de medewerker. De aandachtsfunctionaris heeft een coachende rol t.a.v. de medewerker en coördineert de uitvoer van het stappenplan, inclusief een plan van aanpak en heeft aandacht voor registratie.
•
De leidinggevende is verantwoordelijk voor implementatie, gebruik en borging van de meldcode. Periodieke agendering is daar onderdeel van.
•
De leidinggevende van de aandachtsfunctionaris faciliteert voldoende tijd voor deze werkzaamheden en biedt desgewenst scholing aan. Ook zijn de leidinggevenden verantwoordelijk voor een desgewenst scholingsaanbod voor signalerende medewerkers.
•
De beleidsmedewerker Mo, belast met het beleid rondom huiselijk geweld is verantwoordelijk voor adequate advisering van het management ten aanzien van rapportages en de registratie van signalen en het vervolg (aantallen).
•
De gemeente Steenwijkerland is verantwoordelijk voor het scheppen van randvoorwaarden voor een veilig werk- en meldklimaat: o
Communicatie over het gebruik van de meldcode;
o
Deskundigheidsbevordering opdat de beroepskrachten voldoende kennis en vaardigheden ontwikkelen en op peil houden voor het signaleren van huiselijk geweld en kindermishandeling en het zetten van de stappen van de meldcode;
o
Aanwezigheid van voldoende aandachtsfunctionarissen die de beroepskrachten ondersteunen bij het signaleren en de overige stappen van de meldcode;
o
Aansluiting van de meldcode op de bestaande werkprocessen;
o
Periodieke evaluatie en optimalisering van de toepassing van de meldcode;
o
Ondersteuning van beroepskrachten indien die door inwoners in of buiten rechte worden aangesproken op de wijze waarop zij de meldcode toepassen; dit betreft m.n. een samenspel tussen medewerker, aandachtsfunctionaris en leidinggevende, ter bescherming van de eerste en onder regie van de laatste.
Communicatie Het communicatieplan rond de invoer van de meldcode kent de volgende stappen: Intern: •
Informatie aan alle betrokken leidinggevenden
•
Bespreking door de managers in de betrokken teamoverleggen;
•
Algemene tekst + protocol op intranet;
•
De signalenkaart huiselijk geweld op intranet
•
Nieuwsbericht op Intranet met verwijzing naar de betreffende pagina;
Extern: •
Berichtgeving op de internetsite;
4
•
Persbericht;
•
Op de homepage wordt een zinsnede opgenomen over het werken met de meldcode;
•
Op de homepage wordt ook verwezen naar de pagina waar de signalenkaart huiselijk geweld staat vermeld op de internetsite;
•
Er komt een folder over de meldcode, voor meegeven en meenemen (wachtkamer)
Aandachtsfunctionaris Na goedkeuring van het protocol dient de aandachtsfunctionaris aangewezen te worden. Deze functionaris beantwoordt aan het volgende profiel: •
kennis van de problematiek van huiselijk geweld en kindermishandeling;
•
kennis van (de nuances van) de verschillende 'rollen' in de problematiek: slachtoffer, pleger, getuige, omstander, signaleerder
•
kennis van het aanbod van de partijen in de problematiek: AMK, SHG, RvdK, politie, BJz
•
ervaring in het begeleiden van professionals in de opvolging van signalen
•
kunnen hanteren van een stapsgewijze aanpak
•
het ten behoeve van de medewerker bieden van een coachend evenwicht tussen stimulans en veiligheid
Taken van de aandachtsfunctionaris: •
overleg met medewerkers aangaande signalen huiselijk geweld of kindermishandeling
•
het samen met de medewerker doorlopen van het stappenplan van de meldcode, conform het protocol
Verwachte tijdsinvestering is 1 tot 2 uur per week. Kwaliteitsbeleid De mate van scholing die medewerkers hebben genoten wordt in kaart gebracht, op basis waarvan wordt bepaald wat er nog nodig is. Het verdient aanbeveling in elk geval de aandachtsfunctionaris scholing aan te bieden. Bij inwerkprogramma's wordt de toepassing van de meldcode meegenomen. Dit protocol wordt tweejaarlijks geëvalueerd. Advies P&O Daar waar het gaat om veiligheid van het personeel zal nog het een en ander uitgewerkt worden, het gaat hier om: • waar vinden de gesprekken plaats, wanneer een medewerker de betreffende bewoner moet meedelen dat hij/zij een melding gaat doen? • Is deze ruimte voldoende beveiligd? (de afdelingsmanager IO stelt op dit moment een onderzoek in naar de ruimte in het gemeentehuis) • Voelt de medewerker zich wel bekwaam om dergelijke gesprekken te voeren of durft deze het niet? • Is de medewerker wel veilig buiten het gemeentehuis? Een aantal van hen woont in de gemeente Steenwijkerland. Wij kunnen aansluiten bij de regeling agressie en geweld. Maar in dit geval dient er meer te gebeuren. De medewerkers zullen in ieder geval scholing krijgen, maar ook ondersteuning op het bedrijfsmaatschappelijk vlak. Hulp organiseren en effecten volgen Hierbij zal aan het volgende aandacht moeten worden geschonken: De medewerker moet beslissen of er verder hulp nodig is of dat hij /zij het zelf afkan. Stel dat hij/zij de situatie achteraf niet goed ingeschat heeft , dat er wel geweld wordt gepleegd en er dus wel hulp nodig was…! Dit legt veel druk op de medewerker. 5
Financiële toelichting De kosten van scholing zullen worden gedekt uit het opleidingsbudget van de afdeling MO. De folder wordt betaald uit middelen bestemd voor informatie en advies (prestatieveld 3 WMO). Beide budgetten bieden voldoende ruimte om deze kosten te dekken.
6
Bijlage 1 Protocol Voor de toepassing van de
Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Gemeente Steenwijkerland
Noodsituaties Bij signalen die wijzen op acuut en zodanig ernstig geweld dat cliënt of gezinslid daartegen onmiddellijk moet worden beschermd, wordt direct contact gezocht met het Advies en Meldpunt Kindermishandeling of het Steunpunt Huiselijk Geweld (in het vervolg respectievelijk AMK en SHG). Komt men daar, op grond van de signalen, tot het oordeel dat onmiddellijke actie is geboden, dan wordt in hetzelfde gesprek melding gedaan, zodat op korte termijn de noodzakelijke acties in gang kunnen worden gezet. In noodsituaties kan ook contact worden gezocht met de Raad voor de Kinderbescherming of met de crisisdienst van Bureau jeugdzorg en/of aan de politie worden gevraagd hulp te bieden. Achteraf worden aandachtsfunctionaris en leidinggevende geïnformeerd. Stappenplan bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling De meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling is in essentie het doorlopen van dit stappenplan. De volgorde van de stappen kan situatieafhankelijk zijn. Te allen tijde wordt een aandachtsfunctionaris geconsulteerd. De aandachtsfunctionaris blijft ook bij de volgende stappen betrokken en ondersteunt daarmee de medewerker tijdens het gehele proces. Eventuele meningsverschillen tussen medewerker en aandachtsfunctionaris worden voorgelegd aan de leidinggevende van de medewerker. Stap 1: in kaart brengen van de signalen De signalen die een vermoeden van huiselijk geweld of kindermishandeling bevestigen of ontkrachten worden in kaart gebracht en vastgelegd. De signalen worden zo feitelijk mogelijk beschreven. Waar ook hypothesen en veronderstellingen worden vastgelegd, wordt uitdrukkelijk vermeld dat het gaat om een hypothese of veronderstelling. Indien een hypothese of veronderstelling later wordt bevestigd of ontkracht, wordt hiervan een vervolgaantekening gemaakt. Bij informatie van derden wordt altijd de bron vermeld. Diagnoses worden alleen vastgelegd als ze zijn gesteld door een bevoegde beroepskracht. Ook de contacten over de signalen worden vastgelegd, evenals de stappen die worden gezet en de besluiten die worden genomen. Deze vastlegging / registratie vindt plaats in het cliëntdossier. Indien aanwezig wordt gebruik gemaakt van het vigerende risicotaxatie instrument. Waar de gemeentelijke medewerker zelf geen contact heeft met de kinderen van een inwoner, kunnen signalen over de situatie waarin deze kinderen zich mogelijk bevinden toch worden vastgelegd, als de toestand van de inwoner daar aanleiding toe geeft. Signalen huiselijk geweld of kindermishandeling gepleegd door een beroepskracht, worden gemeld bij de leidinggevende, directie of vertrouwenspersoon van de gemeente Steenwijkerland. In deze gevallen is dit stappenplan niet van toepassing (huiselijk geweld of kindermishandeling gepleegd door een beroepskracht valt buiten de meldcode en is een zaak voor de inspectie). Stap 2: collegiale consultatie (lees: consultatie van de aandachtsfunctionaris) en zo nodig raadplegen van het Advies en Meldpunt Kindermishandeling of het Steunpunt Huiselijk Geweld
7
De signalen worden besproken met de aandachtsfunctionaris. Op basis van deze consultatie kan advies worden gevraagd aan het SHG of AMK. De resultaten van deze bespreking kunnen verschillen: • •
het stappenplan wordt verder gevolgd; medewerker en aandachtsfunctionaris concluderen dat de signalen in te geringe mate een vermoeden van huiselijk geweld en/of kindermishandeling rechtvaardigen; hiermee stopt het proces;
•
medewerker en aandachtsfunctionaris besluiten tot een anonieme melding. SHG / AMK registreren deze melding; eventuele actie wordt pas ondernomen bij herhaalde meldingen aangaande dezelfde personen.
Stap 3: gesprek met de inwoner De signalen worden besproken met de inwoner. Medewerker en aandachtsfunctionaris bereiden dit gesprek voor. Desgewenst worden ook het AMK of SHG geraadpleegd. Indien medewerkers zich niet competent voelen een dergelijk gesprek met de cliënt te voeren, bespreken zij met de aandachtsfunctionaris op welke wijze zij daarin kunnen worden ondersteund. Onderdeel van de voorbereiding is te allen tijde een inschatting van veiligheid en het afspreken waar het gesprek zal plaatsvinden en wie daarbij aanwezig zullen zijn. Het gesprek wordt langs de volgende lijn gevoerd: 1.
de inwoner wordt het doel van het gesprek uitgelegd;
2.
vastgestelde feiten en gedane waarnemingen worden beschreven;
3.
de inwoner wordt uitgenodigd hierop een reactie te geven;
4.
pas na deze reactie komt de medewerker zo nodig en zo mogelijk met een interpretatie van feiten en waarnemingen.
N.B.: het doen van een melding zonder dat de signalen zijn besproken met de inwoner is alleen mogelijk als: 1.
de veiligheid van de inwoner, van de medewerker, of die van een ander in het geding is;
2.
als er goede redenen bestaan om te veronderstellen dat de inwoner door dit gesprek het contact zal verbreken.
Verloop en resultaten van dit gesprek worden vastgelegd in een gespreksverslag en toegevoegd aan het meldingsformulier. Stap 4: Weging van de aard en de ernst van het huiselijk geweld of de kindermishandeling Op basis van de signalen, van het ingewonnen advies en van het gesprek met de inwoner wordt het risico op huiselijk geweld of kindermishandeling gewogen. Eveneens gewogen worden de aard en de ernst van het huiselijk geweld of de kindermishandeling. Het resultaat van de weging wordt vermeld in de rapportage. Stap 5: Beslissen: zelf hulp organiseren of melden Hulp organiseren en effecten volgen Indien de medewerker, op basis van de afweging in stap 4, van mening is de inwoner en zijn/haar gezin redelijkerwijs voldoende tegen het risico van huiselijk geweld of kindermishandeling te kunnen beschermen, wordt geen melding gedaan, maar worden de volgende stappen gezet: •
noodzakelijke hulp wordt georganiseerd;
•
de effecten van deze hulp worden gevolgd;
•
bij signalen dat het huiselijk geweld of de kindermishandeling niet stopt of opnieuw begint, wordt alsnog een melding gedaan.
8
Melden en bespreken met de inwoner Indien de medewerker meent onvoldoende in staat te zijn de inwoner voldoende te beschermen tegen het risico op huiselijk geweld of kindermishandeling, of eraan twijfelt voldoende bescherming te kunnen bieden, worden de volgende stappen doorlopen: •
de medewerker meldt het vermoeden bij het AMK of SHG
•
bij de melding sluit de medewerker zoveel mogelijk aan bij feiten en gebeurtenissen en geeft duidelijk aan welke informatie (ook) van anderen afkomstig is
•
met AMK of SHG wordt overlegd wat de medewerker na de melding en binnen de grenzen van haar/zijn gebruikelijke werkzaamheden, nog zelf kan doen om de inwoner en zijn gezinsleden tegen het risico op huiselijk geweld of op kindermishandeling te beschermen
De melding dient vooraf met de inwoner te worden besproken . Waar de inwoner een jongere is wordt bij jongeren tot 12 jaar alleen met de ouders gesproken. Bij jongeren tussen 12 en 16 jaar zijn zowel jongere als ouders aanwezig. Jongeren vanaf 16 jaar dienen toestemming te geven om ook met de ouders te spreken. Het gesprek wordt door de aandachtsfunctionaris en de medewerker voorbereid en langs de volgende lijn gevoerd: 1.
de medewerker legt de inwoner uit waarom zij/hij een melding gaat doen en wat het doel
2.
de medewerker vraagt de inwoner uitdrukkelijk om een reactie;
3.
in geval van bezwaren van de inwoner overlegt de medewerker met de inwoner op welke
daarvan is;
wijze aan deze bezwaren tegemoet kan worden gekomen; 4.
als dat niet mogelijk is, weegt de medewerker de bezwaren af tegen de noodzaak om inwoner of zijn gezinslid te beschermen tegen het geweld of de kindermishandeling. De medewerker betrekt in deze afweging de aard en ernst van het geweld en de noodzaak om inwoner of zijn gezinslid door het doen van een melding daartegen te beschermen;
5.
de medewerker doet een melding indien naar haar/zijn oordeel de bescherming van inwoner of zijn gezinslid de doorslag moet geven.
Van contact met de inwoner over de melding kan worden afgezien: •
als de veiligheid van de inwoner, die van de medewerker of die van een ander in het geding is;
•
als de medewerker goede redenen heeft om te veronderstellen dat de inwoner daardoor het contact met de medewerker zal verbreken.
Bij het doen van een melding wordt de leidinggevende te allen tijde op de hoogte gesteld. Besluitvorming en daaruit voortvloeiende stappen en resultaten worden vastgelegd in de rapportage.
9
Formulier
Melding Huiselijk (vermoedens van) geweld en kindermishandeling Stappen
Uitleg
Stap 0
Randvoorwaarden binnen de functie van de medewerker
Stap 1 In kaart brengen van signalen
Stap 1 1.
Wat zijn de concrete signalen?
2.
Waardoor is de zorg ontstaan?
3.
Wordt de zorg door anderen gedeeld?
4.
Zijn er in het verleden signalen rondom deze inwoner/kind/gezin geweest?
Stap 2 Collegiale consultatie
Stap 2 1.
De medewerker consulteert de aandachtsfunctionaris
2.
Op advies van de aandachtsfunctionaris kan het AMK of SHG gebeld worden voor advies
3.
Als na de consultatie blijkt dat er onvoldoende signalen zijn die een melding rechtvaardigen dan stopt het proces.
Stap 3 Gesprek met de inwoner
Stap 3 1.
De medewerker voert het gesprek met de inwoner/gezin/ouders
2.
Het gesprek wordt volgens de volgende lijn gevoerd:
-de inwoner wordt het doel van het gesprek uitgelegd -vastgestelde feiten en gedane waarnemingen worden beschreven; -de inwoner wordt uitgenodigd hierop te reageren; Stap 4
Stap 4
Weging van de aard en de ernst van het huiselijk
Op basis van signalen, ingewonnen advies en het
geweld of de kindermishandeling
gesprek met de inwoner wordt het risico op huiselijk geweld of kindermishandeling gewogen.
Stap 5
Stap 5
Beslissen: melden of doorverwijzen
Indien de medewerker, op basis van voorgaande stappen van mening is dat de inwoner/zijn gezin redelijkerwijs voldoende te beschermen is tegen het risico van huiselijk geweld of kindermishandeling wordt geen melding bij SHG of AMK gedaan maar: -Verwijst de medewerker in het geval van kinderen en gezinnen door naar het CJG -Verwijst de medewerker in geval van volwassenen door naar het Algemeen maatschappelijk werk.
10
11