Nummer:
AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders
Datum vergadering:
10-09-2013
Onderwerp:
Verlenging tijdelijke dienstverbanden SW NoordWestGroep
Conceptbesluit:
Samenvatting:
NoordWestGroep toestemming te verlenen om de tijdelijke Sw dienstverbanden nog een keer te verlengen tot uiterlijk 31-12-2014 en de 3 tijdelijke dienstverbanden die niet meer verlengd kunnen worden om te zetten in een vast dienstverband. De definitieve besluitvorming over deze tijdelijke dienstverbanden op te schorten naar medio 2014. In 2014 uitvoering te geven aan de volledige taakstelling van de Wsw. Eind 2011 is besloten om alle nieuwe instroom in de sociale werkvoorziening bij NoordWestGroep een tijdelijk dienstverband te geven. Dit in afwachting van toekomstige ontwikkelingen op het gebied van de sociale werkvoorziening en de budgetten. Inmiddels is wel bekend dat de nieuwe Participatiewet per 1-1- 2015 van kracht wordt , maar veel hiervan is nog onduidelijk en er is nog geen enkele indicatie te geven van het toekomstige ontschotte participatiebudget. Alles afwegende wordt daarom voorgesteld de definitieve besluitvorming hierover uit te stellen tot medio 2014.
Bijlagen:
Notitie NoordWestGroep
Bestuurlijk traject:
College 10-09-2013 Raadscommissie 15-10-2013 Raad
t.k.n.
Overlegd met:
NoordWestGroep, kwartiermaker D. Kortschot en H. Schuitemaker
Communicatie:
Zijn dit besluit en de achterliggende stukken openbaar? - Geen publicatie
Programma:
Steenwijkerland werkt en leert
Parafen:
Medewerker
Jan Knol
Afdeling
MO
ja
paraaf
Afdelingsmanager
paraaf
Concernstaf
paraaf
Secretaris
S.S. Weistra
paraaf
Portefeuillehouder
weth. Van der Terp
paraaf
Besluit B&W:
Conform NoordWestGroep toestemming te verlenen om de tijdelijke Sw dienstverbanden nog een keer te verlengen tot uiterlijk 31-12-2014 en de 3 tijdelijke dienstverbanden die niet meer verlengd kunnen worden om te zetten in een vast dienstverband. De definitieve besluitvorming over deze tijdelijke dienstverbanden op te schorten naar medio 2014. In 2014 uitvoering te geven aan de volledige taakstelling van de Wsw.
2
Collegeadvies: Inleiding Eind 2011 heeft uw college besloten volledige invulling te geven aan de taakstelling van de Wet Sociale Werkvoorziening : dit betekent realisatie van 345 formatieplaatsen binnen de Sociale Werkvoorziening, waarvan er 315 bij NoordWestGroep (NWG) ingevuld worden. Hieraan is de voorwaarde verbonden voor NWG dat voor nieuwe dienstverbanden in de Wsw gebruik gemaakt zou worden van tijdelijke dienstverbanden. Voor 2013 zou als gevolg van de invoering van de Wet Werken Naar Vermogen een nieuwe afweging gemaakt worden. Deze invoering is niet doorgegaan. Daarom is in het pfo van 11 oktober 2012 besloten in afwachting van de verdere ontwikkelingen binnen de sociale werkvoorziening deze dienstverbanden met 1 jaar te verlengen tot 1 januari 2014 en dan de situatie opnieuw te beoordelen. Als gevolg van het afgesloten Sociaal Akkoord is de invoering van de nieuwe Participatiewet, waar de Wsw onderdeel van uit gaat maken, uitgesteld naar 1 januari 2015. Huidige situatie Ultimo 2013 hebben bij NoordWestGroep 43 fte’s ( 54 personen) op grond van bovengenoemd besluit een tijdelijk dienstverband. Bij hun aanstelling is ook expliciet aangegeven dat het om een tijdelijk dienstverband ging, in afwachting van toekomstige ontwikkelingen en bezuinigingen binnen de Wsw. Volgens bijgaande berekening van NoordWestGroep zou het omzetten van al deze tijdelijke dienstverbanden per 1-1-2014 in vaste dienstverbanden in 2014 globaal circa € 40.000,-- meer kosten dan het niet in dienst nemen van deze medewerkers. Op termijn loopt dit bedrag als gevolg van een gedeeltelijke afbouw van de Sw subsidie vanaf 2015 over een periode 6 jaar, op tot zo’n € 225.000,-- structureel ( uitgaande van de huidige subsidiesystematiek). Alle tijdelijke contracten zijn aangegaan tot 31-12 -2013 en lopen per die datum af. Bij een realisatie van de taakstelling in 2014 ( gelijk aan de taakstelling van 2013) zullen 3 tijdelijke medewerkers een dienstverband voor onbepaalde tijd moeten krijgen, omdat er geen verlenging meer mogelijk is. Bij de resterende tijdelijke medewerkers kan het contract nog 1 of 2 keer verlengd worden. Hieronder treft u de consequenties aan van het al dan niet verlengen van deze tijdelijke contracten: Consequenties niet verlengen tijdelijke contracten: •
Voor een groot deel vallen deze medewerkers terug op hun oude uitkering Wajong/WAO of WIA : schatting 40%. Zo’n 45 % ( 25 personen) zal na een WW periode van tussen de 3-6 maanden een beroep moeten doen op een WWB uitkering. De kosten hiervan bedragen 25 x € 14.000,-- = € 350.000,--(uitgaande van een gemiddelde kostprijs van een uitkering). De resterende 15% is onbekend.
•
Deze personen worden bij ontslag per 1 januari a.s. weer teruggeplaatst op de wachtlijst Wsw. Vanaf 1 januari 2015 is het echter niet meer mogelijk in de Wsw in te stromen en zullen zij onder het nieuwe regime van de Participatiewet vallen. Hiervan zijn alleen de contouren van het sociaal akkoord bekend. Per 1-1-2015 wordt naar verwachting de Wsw afgesloten voor nieuwe instroom en met de Participatiewet krijgen gemeenten op basis van het sociaal akkoord de opdracht om samen met UWV, werkgevers en werknemers een regionale voorziening – Werkbedrijf- te realiseren voor personen die aangewezen zijn op Beschut Werken. Dit betekent dat de huidige Wsw alleen blijft bestaan voor geïndiceerde personen die op 31 december 2014 werkzaam waren in de Wsw. Het is daarnaast op dit moment niet duidelijk wat de vooruitzichten zijn voor geïndiceerde personen op de wachtlijst op 31 december 2014. Het is aannemelijk te veronderstellen dat personen met een SW indicatie voor een deel aanspraak kunnen maken op een voorziening Beschut Werken via het Werkbedrijf en dat van alle overige geïndiceerden de indicatie komt te vervallen en, indien van toepassing, volledig onder de werkingssfeer van de Participatiewet komen te vallen. Bij plaatsing bij het Werkbedrijf geldt werken met
3
behoud van uitkering of een nog af te spreken cao voor mensen die aangewezen zijn op “beschut binnen” en bij plaatsing bij een werkgever de cao van de werkgever. In beide gevallen zal zoveel mogelijk aansluiting gezocht worden bij het wettelijk minimumloon. Het is nog onduidelijk hoe de indicatiestelling er vanaf 1 januari 2015 uit komt te zien en wie dit uit gaat voeren. •
Bij het niet verlengen van de tijdelijke dienstverbanden nemen we al wel een fors voorschot ( 14%) op de afbouw van ons SW volume naar 1/3 van de huidige omvang. Dit is het landelijke streven om het aantal mensen binnen de SW op termijn terug te brengen van 90.000 naar 30.000. Voor 2014 zal dan wel als gevolg van onderrealisatie een deel van de Sw subsidie moeten worden terugbetaald aan het rijk. Het is nog niet bekend in hoeverre deze onderrealisatie financieel doorwerkt naar het nieuwe ontschotte participatiebudget per 1-1-2015.
•
De keuze om niet te gaan verlengen heeft ook tot gevolg dat er vanaf 1-1-2014 geen nieuwe instroom vanaf de wachtlijst meer plaats vindt in de Sw.
Consequenties omzetten tijdelijk in vast dienstverband •
Dit is financieel gezien de duurste optie, wanneer we nog geen rekening houden met de kosten van de WWB op termijn. De extra kosten bedragen jaarlijks, na de afbouwperiode van de SW-subsidie van 6 jaar, structureel € 225.000,-- . Het rapport van de kwartiermaker ‘Samen werken aan Samenwerken laat zien dat er ook na de toepassing van alle opgenomen maatregelen nog tekorten over blijven voor de toekomstige uitvoeringsorganisatie, hoofdzakelijk veroorzaakt door frictiekosten ( van € 770.000,-- in 2014 oplopend tot ruim € 1 mln. in 2018).
•
Afbouw van de Sw populatie duurt hierdoor langer. Er is echter ook nog geen enkele indicatie te geven hoe het nieuwe ontschotte participatiebudget per 1-1-2015 eruit komt te zien en op basis waarvan dit vastgesteld wordt. Daardoor is het ook moeilijk een financiële inschatting te maken van deze afbouw.
Omdat alle tijdelijke dienstverbanden per ultimo 2013 aflopen en hiervan 3 tijdelijke contracten per 1-1-2014 niet meer verlengd kunnen worden zal er nu een principe uitspraak moeten komen hoe we hier mee om willen gaan. Opties: 1. Alle tijdelijke dienstverbanden vanaf 1-1-2014 niet meer verlengen. Dit is vanuit financieel oogpunt de meest gunstige optie, omdat dit op termijn de hoogste besparing oplevert ( jaarlijks € 225.000,--) en een snellere afbouw naar 1/3 van de huidige Swpopulatie genereert. Hiermee kan een deel van de toekomstige tekorten van de nieuwe uitvoeringsorganisatie worden teruggebracht. ( Houden we rekening met mogelijke toekomstige WWB aanspraken – zie eerst bladzijde- dan komt het financieel plaatje er anders uit te zien). 2. Alle tijdelijke dienstverbanden omzetten in een vast dienstverband per 1-1-2014. Dit is financieel de duurste optie, wanneer we de kosten van bijstand hier niet in mee rekenen. De afbouw naar 1/3 duurt hierdoor langer. 3.
De 3 dienstverbanden die niet meer verlengd kunnen worden omzetten in een vast dienstverband en de resterende tijdelijke dienstverbanden met een jaar verlengen tot 11-2015 en dan het besluit nemen.
4
Dit biedt ruimte in de besluitvorming om in 2014, wanneer er meer duidelijkheid is over de Participatiewet en de toekomstige budgetten vanaf 2015 , hier een definitief besluit over te nemen. 4.
De tijdelijke dienstverbanden met een ontwikkel – of groeiperspectief geen vast dienstverband te geven en de tijdelijke dienstverbanden zonder dit perspectief wel een
vast dienstverband. Deze optie anticipeert op de toekomstige participatiewet, waarbij Beschut Werken in de toekomst ook binnen het Werkbedrijf uitgevoerd zal worden. Bij deze optie is gekeken naar het ontwikkel- ,c.q. groeiperspectief dat de huidige populatie met een tijdelijk dienstverband nog heeft ( opgesteld door NWG). Van de 54 tijdelijke dienstverbanden is de verwachting/inschatting dat er 37 personen ( 2/3) nog door kunnen groeien naar een vorm van detachering of begeleid werken, of hier al werkzaam in zijn. In de nieuwe situatie zullen deze mensen met een loonkostensubsidie bij een reguliere werkgever geplaatst moeten worden. Bij de overige 17 personen ( 1/3) is de inschatting dat Beschut Werken ( binnen en buiten) eindstation is. Financieel betekent dit dat het tekort afneemt van € 225.000,-- naar € 75.000,--. Bij deze optie kan nog het volgende worden opgemerkt: -
Het is maar de vraag of het verwachte groeiperspectief, zeker in deze tijd, ook ‘verzilverd ’ kan worden met een baan bij een reguliere werkgever met loonkostensubsidie;
-
Het is nog onduidelijk of een vorm van detachering in de toekomst ook mogelijk blijft. Mocht dit niet het geval zijn dan zal uitplaatsing bij een werkgever moeilijker worden dan de huidige detacheringconstructie, waarbij de mensen ook weer teruggeplaatst kunnen worden bij NWG ( bijv. bij minder werk).
-
Het zou ook nog wel eens kunnen dat de mensen waarbij beschut werken eindstation is, straks toch weer opgenomen kunnen worden in de voorziening van Beschut Werken, nieuwe stijl. Ten opzichte van de huidige situatie ( Cao Wsw) is dit financieel gezien voor de gemeente gunstiger ( met behoud van uitkering of tegen het wettelijk minimumloon). Voor de personen in kwestie is het financieel ongunstiger.
-
Het is naar de doelgroep zelf moeilijk hard te maken waarom de één wel een vaste aanstelling krijgt en de ander niet.
Advies Als gevolg van de vele onzekerheden die er op dit moment nog zijn m.b.t. de invulling van de nieuwe participatiewet voor deze doelgroep, maar ook t.a.v. de toekomstige budgetten wordt voorgesteld te kiezen voor optie 3 en medio 2014 hierover een definitief besluit te nemen. Daarnaast wordt geadviseerd de taakstelling SW voor 2014, die waarschijnlijk op hetzelfde niveau ligt als in 2013, volledig te realiseren.
Argumenten
Kanttekeningen
Duurzaamheidsaspecten
Financiële toelichting
5
Personeel en organisatie
Communicatietraject
Uitvoering en planning
Inkoop-en aanbestedingsprocedure
Bijlagen Berekening NoordWestGroep tijdelijke Sw –dienstverbanden.
6