Afbouw DVO Dobbeplas, samenvattend overzicht, toelichting en kostenberekening Samenvattend overzicht bevindingen Dobbeplas Kosten huidige dienstverlening door GZH: De kosten van de huidige dienstverlening bedragen voor het schap: € 197.900,00 per jaar (zie schapsbegroting 2014)
Afbouwkosten voor het schap: De indicatieve totale maximale kosten van afbouw op basis van artikel 4 DVO zullen voor het schap meerjarig ongeveer het volgende bedragen1: 2015 Totale kosten schap gedurend e afbouw DVO
€ 204.496,67
2016
€ 196.580,67
2017
2018
€ 182.331,87 € 163.016,83
2019
2020
2021
€ 139.648,79 € 93.472,13
€
2022
2023
61.808,13 € 36.476,93
2024
€ 16.211,97
De kosten zijn als volgt opgebouwd: -
Kosten voor de diensten die het schap van de GZH blijft afnemen (-20% per jaar) Eenmalige kosten voor her- en bijscholing, etc. t.b.v. personeel dat elders moet gaan worden ingezet door GZH. Kosten voor de uren die niet elders inzetbaar zijn gedurende maximaal 5 jaar
Voor een nadere onderbouwing zie tabel 1 in de bijlagen. Er is een reële kans dat loonkosten langer zullen doorlopen dan de in het DVO beoogde periode van 5 jaar per tranche. Dit heeft vooral te maken met het feit dat de kansen om personeel elders in te zetten en te begeleiden naar nieuw werk, veel lager liggen dan ten tijde van de eerste afgesloten DVO. Over deze restkosten zijn in de DVO geen afspraken gemaakt: 2015
2016
2017
2018
2019
2020
Restant loonkosten na 5 jaar w aarover geen afspraken zijn gemaakt in DVO
2021
€
2022
12.969,57 €
2023
23.345,23 €
2024
31.645,76 €
38.286,18 € 43.598,52
Daarnaast zal het schap/zullen de deelnemers van het schap rekening moeten houden met het maken van kosten voor het alternatief inrichten/organiseren van hun dienstverlening zonder GZH.
1
Hier wordt uitgegaan van de berekening zonder gedwongen ontslagen, omdat deze het minst gunstig lijkt uit te vallen. Wanneer op basis van een nieuw sociaal convenant wel gedwongen ontslagen mogen vallen, zal de berekening naar verwachting iets gunstiger voor de schappen uitvallen. Deze doorrekening is voor het schap echter niet gemaakt.
1
2
Toelichting afbouw DVO met GZH en indicatieve berekening
Juni 2014
3
Voorbehoud: Om een indicatie te krijgen van de kosten voor de schappen bij opzegging van de Dienstverleningsovereenkomst met PZH (GZH), is gewerkt met een groot aantal aannames en gemiddelden, waardoor het een grove inschatting betreft. De gebruikte aannames en gemiddelden worden in dit document toegelicht. Als daadwerkelijk wordt gekozen voor dit scenario, zal er een meer gedetailleerde rekenexcercitie moeten worden toegepast door daartoe gekwalificeerde deskundigen. De uiteindelijke uitkomst kan sterk afwijken van de uitkomsten van dit grove rekenmodel.
Maximaal scenario: In dit rekenmodel wordt alleen in beeld gebracht wat de kosten zijn van een totale afbouw van de dienstverlening door GZH. Het is mogelijk dat het schap in een alternatief ondersteuningsmodel bijvoorbeeld deels wel gebruik wil blijven maken van GZH-diensten of fte’s van de GZH wil overnemen. Dit kan zorgen voor een vermindering van de afbouwkosten voor het schap. Dit is in het rekenmodel echter niet meegenomen.
Beperkingen: In deze rekenexcercitie is alleen gerekend aan de basisproducten. De afbouw van additionele producten is niet in beeld gebracht. De berekening is gebaseerd op de interpretatie die de werkgroep geeft aan artikel 4 DVO. Dit is echter niet juridisch getoetst.
4
TOELICHTING EN NADERE ONDERBOUWING Kengetallen uit programmabegroting 2014: Er is gewerkt met de de totale GZ-H dienstverleningskosten die in de meerjarenbegroting 2014 zijn opgenomen en zijn gespecificeerd in de paragraaf Bedrijfsvoering (paragraaf 6.4). Relevante artikelen uit de DVO:
Artikel 4 Vermindering/beëindiging werkzaamheden 1. Het schap kan de jaarlijks af te nemen werkzaamheden in relatie tot de basisproducten (uren per product), als bedoeld in artikel 1, tweede lid, van deze overeenkomst, jaarlijks met 20% verminderen. Voor additionele producten geldt een percentage van 50%. 2. G.Z-H heeft de inspanningsverplichting de vrijgevallen uren elders in te zetten. De eenmalige kosten, zoals om- en bijscholing of eventueel outplacement komen voor rekening van het schap of de betrokken schappen. 3. Indien volledige of gedeeltelijke inzet van de vrijgevallen uren niet mogelijk is, betaalt het schap of de betrokken schappen deze uren op basis van de, eerder, overeengekomen systematiek gedurende maximaal vijf jaar. 4. Indien de toepassing van dit artikel leidt tot gedwongen ontslag van de betrokken medewerker(s), zijn de kosten van de door de provincie te betalen wachtgelden of uitkeringen voor rekening van het betrokken schap.
Artikel 11 Werkingsduur 1. Deze overeenkomst wordt aangehaald als 'DIENSTVERLENINGSOVEREENKOMST NATUUR EN RECREATIESCHAP DOBBEPLAS - PROVINCIE ZUID-HOLLAND' en wordt met ingang van 1 januari 2014 aangegaan voor de duur van één jaar. 2. De provincie legt uiterlijk 1 juli van het laatste jaar van de werkingsduur van deze overeenkomst een vervangende overeenkomst ter instemming voor aan het schap. Het schap zal hierover uiterlijk 31 december van dat jaar een standpunt innemen. Indien door het Dagelijks Bestuur besloten wordt om de dienstverleningsovereenkomst niet te verlengen, zal het gestelde in artikel 4 hierbij van toepassing zijn.
5
Fictieve berekening kosten afbouw basisproducten in 5 jaar conform artikel 4 DVO per 2015
Vooraf: Omdat er binnen de GZH geen functies of personen specifiek per gebied zijn toebedeeld, maar naar functie/expertise, is niet al vooraf te bepalen welke functies/personen het feitelijk zal betreffen. Dat zal moeten worden bepaald aan de hand van de afspraken die daarover zijn gemaakt in het kader van het geldende sociaal convenant. Het huidige sociaal convenant loopt na 2015 af. Of er per 2016 een nieuw sociaal convenant wordt overeengekomen en wat de inhoud daarvan zal zijn is op dit moment niet bekend. Daarom wordt voor een indicatie van de mogelijke kosten gewerkt met gemiddelde getallen en onzekere uitgangspunten met betrekking tot een mogelijk nieuw te sluiten sociaal convenant. In de pratijk kunnen de kosten op basis van gewijzigde omstandigheden of gedetailleerder feitenmateriaal m.b.t. de functies, schaalniveau’s en personen die het betreft, nog sterk afwijken. Rekeneenheden en aannames:
Op basis van de in de begroting opgenomen kosten, wordt het totaal aantal fte’s voor het betreffende schap fictief berekend op basis van gemiddelde loonkosten per fte. Dit betreft geen specifieke personen, maar is gespreid over een groot aantal functies en personen en een diversiteit aan schaalniveau’s binnen GZH.
Aanname gemiddelde loonkosten per fte (schaal 9 niveau) : 60.000 euro excl. overhead, 90.000 incl. overhead. Vertaald in uurtarieven schaal 9 niveau: 43 euro excl. overhead, 64 euro incl. overhead. We gaan voor het rekenmodel uit van kosten inclusief overhead.
Aanname doorstroming naar andere functies binnen of buiten PZH: na 12 maanden maximaal 20 %; dat betekent dat van de jaarlijks uitstromende fte’s het daarop volgende jaar naar verwachting nog 80% door het schap zal moeten worden doorbetaald etc. tot maximaal 5 jaar. Toelichting: -
Ervaring leert dat een schaalniveau 9 lastig is in te passen in de rest van de PZH-organisatie; er zijn weinig andere passende functies op dit niveau beschikbaar. Hogere schaalniveau’s (11, 12) zijn beter inpasbaar.
-
De verwachting is dat de arbeidsmarkt vanaf 2016 weer zal aantrekken.
-
Daartegenover staat dat de uitgangspositie van PZH-medewerkers minder gunstig is i.v.m. een gemiddeld dure uitgangspositie en hoge gemiddelde leeftijd.
-
Afgezet tegen de huidige ervaringscijfers lijkt een uitstroom van 20% na 1 jaar maximaal haalbaar.
-
Op basis van deze ervaringscijfers is het reeëel te verwachten dat niet voor alle uitstromende fte’s binnen 5 jaar een andere werkplek is gevonden. Dat is terug te zien in het model.
Op basis van bovenstaande kengetallen wordt in het model aangegeven hoeveel fte’s per jaar uitstromen, waarvoor het schap nog maximaal 5 jaar loonkosten doorbetaalt of de kosten voor gedwongen ontslag draagt. Voor het bepalen van o.a. uitkeringsaanspraken, mobiliteitskansen etc. zijn de leeftijd en het aantal dienstjaren van de personen die het betreft van belang. Omdat het in het kader van deze
indicatieve berekening niet mogelijk is te bepalen welke specifieke personen het zal betreffen, wordt hier uitgegaan van: Aanname gemiddeld aantal dienstjaren bij GZH: 10 jaar. 6
Aanname gemiddelde leeftijd bij GZH: 48 jaar (geboortejaar 1966). Verder van belang voor deze specifieke berekening zijn aannames m.b.t. de doorwerking van het sociaal convenant (vanaf 2016 werken we met fictieve aannames o.b.v. de huidige afspraken):
Aanname eenmalige kosten om- en bijscholing, outplacement personeel obv Sociaal Convenant: 15.000 euro per fte Toelichting: Bij vervallen van functies gelden voor personeel GZH de afspraken uit het Sociaal Convenant voor PZH, globaal uitgelegd : -
Er mogen provinciebreed maximaal 30 mensen worden ontslagen. Dit quotum wordt ihkv Fma al vóór 2015 door PZH gehaald. GZH-medewerkers kunnen dus naar verwachting niet meer in aanmerking komen voor ontslag.
-
Er wordt ingezet op het begeleiden van werk naar werk.
-
Indien geen andere passende functie beschikbaar is binnen PZH, dan krijgt medewerker een Persoonlijk Mobiliteits Plan (PMP), duur maximaal 18 maanden, waarbinnen een aantal faciliteiten en mogelijkheden beschikbaar zijn. De varieteit is groot, oa. opleidings- en begeleidingsmogelijkheden, detachering om niet, starten eigen bedrijf, afkoopsom max. 75.000 euro, vervroegd boventallig verklaren ivm FPU etc.. Kosten van een PMP kunnen per medewerker daardoor sterk varieren.
-
We zijn bij deze aanname uitgegaan van een reëel scenario: begeleiding + een assesment/test + opleiding/training + 1 jaar detachering om niet: 15.000 + loonkosten.
-
Hoewel de duur van het PMP maximaal 18 maanden kan zijn, rekenen we voor het rekengemak in deze indicatie de eenmalige kosten volledig toe aan het eerste jaar.
Aanname kosten wachtgeld en uitkeringen na gedwongen ontslag: voor maximaal 7 personen totaal bij GZH mogelijk vanaf 2016 Toelichting: -
Het CAP staat gedwongen reorganisatie-ontslag toe. Over de toepassing hiervan zijn echter afspraken gemaakt tussen PZH en de bonden in het Sociaal Convenant: PZH mag voor de periode van het huidige sociaal convenant (tot 2016) maximaal 30 personen gedwongen ontslaan t.g.v. reorganisatie. T.g.v. de FmA-reorganisatie bij PZH is de grens reeds bereikt.
-
Op basis van de huidige rechtspositie van de medewerkers (PZH) en het geldende sociaal convenant, zal gedwongen ontslag t.g.v. opzegging DVO dus vooralsnog niet mogelijk zijn. Mensen moeten bij vervallen van functies worden begeleid van werk naar werk (zie boven).
-
Gedwongen ontslag zou pas aan de orde kunnen zijn op basis van een nieuw sociaal convenant (huidige loopt per 2016 af of in geval van verzelfstandiging GZH). Het maximaal toegestande aantal gedwongen ontslagen is dan uitkomst van nieuwe onderhandelingen met OR en bonden. We hanteren hier de uiterst onzekere aanname dat er vanaf 2016 in maximaal 50% van de gevallen sprake mag zijn van gedwongen ontslag, dus maximaal 7 medewerkers vanaf 2016 voor de gehele GZH. Voor de overige medewerkers geldt het scenario zonder gedwongen ontslagen.
-
In het huidige sociaal convenant geldt de afspraak dat bij gedwongen ontslag aan de betreffende medewerker 18 maanden gelegenheid wordt gegeven om dmv PMP ander werk te vinden. Als dat niet lukt wordt na 18 maanden het ontslag geeffectueerd. Hoewel dat bij een nieuw sociaal convenant anders kan zijn, gaan we er bij deze berekening vanuit dat in de nieuwe situatie ook een dergelijke afspraak zal gelden. We gaan in dit rekenmodel uit van 12 maanden, omdat dat makkelijker rekent. Een ruimere afspraak zal het
7
rekenmodel ongunstig beinvloeden omdat er in dat geval langer niet inzetbare uren doorbetaald moet worden. -
Hoogte en duur van wachtgeld en uitkeringen zijn afhankelijk van schaal, leeftijd en aantal dienstjaren. We zijn hier uitgegaan van de eerder genoemde gemiddelde aannames, die leiden tot een doorbetalingsplicht van ruim 4 jaar. In de praktijk kan dit sterk afwijken. Zeker bij hogere leeftijd geldt doorbetalingsverplichting tot aan pensioenleeftijd (doorbetalingsverplichting kan dan oplopen tot bijvoorbeeld 8 jaar).
-
PZH is eigen risicodrager, waardoor wachtgeld en uitkeringen geheel voor rekening van PZH komen. Dat geldt ook voor medewekers GZH.
Ook in geval van een verzelfstandigde GZH zullen de medewerkers naar verwachting hun huidige rechtspositie blijven houden. We gaan ervan uit dat bovenstaande aannames ook in dat scenario zullen gelden.
8
BIJLAGEN:
Tabel 1: berekening (Excell-bestand) artikel 4 DVO, zonder gedwongen ontslagen.
9
Omvang dienstverlening aan schap DP obv Meerjarenbegroting 2014: € 197.900,00 Rekengemiddelde loonkosten per fte: € 90.000,00 Equivalent omvang dienstverlening aan schap DP in fte's: 2,20 INDICATIEF Rekenfactor ivm max. haalbare jaarlijkse uitstroom personeel d.m.v. mobiliteit, pensioen (20%) (zonder gedwongen ontslag) 0,80
Indicatieve doorrekening artikel 4 DVO, zonder gedwongen ontslagen. 2015 2016 2017 Aantal door GZH elders in te zetten 0,44 0,88 1,32 fte's (Artikel 4, lid 2)
Aantal fte’s dat door schap nog 5 jaar wordt bekostigd , minus uit/doorstroo m 20% per jaar. (Artikel 4, lid 3)
Tranche 2015 Tranch 2016 Tranche 2017 Tranche 2018 Tranche 2019
0,44
Totaal fte's te betalen door het schap
Artikel 4, lid 3 : Door het schap door te betalen loonkoste n gedurend e max 5 jaar. Artikel 4, lid 2: Eenmalig e kosten om- en bijscholin g, outplace ment personeel voor het schap (15.000 per fte) Artikel 4, lid 1: Kosten voor resterend e dienstverl ening door GZH voor het schap met afbouw in 5 jaar
0,44
€ 39.580,00
€
6.596,67 €
€ 158.320,00
2015 Totale kosten schap geduren de afbouw DVO
€ 204.496,67
2019
1,76
2,20
2021
2022
2023
2024
0,28
0,23
0,18
0,14
0,12
0,09
0,07
0,06
0,44
0,35
0,28
0,23
0,18
0,14
0,12
0,09
0,07
0,44
0,35
0,28
0,23
0,18
0,14
0,12
0,09
0,44
0,35
0,28
0,23
0,18
0,14
0,12
0,44
0,35
0,28
0,23
0,18
0,14
1,48
1,04
0,69
0,41
0,18
71.244,00
1,07
€ 96.575,20
6.596,67 €
€ 118.740,00
2016
€ 196.580,67
6.596,67
€ 79.160,00
2017
1,30
€ 116.840,16
€
€ 133.052,13 € 93.472,13
6.596,67 €
€ 39.580,00
2018
€ 182.331,87 € 163.016,83
€
€
2016
2017
2018
2019
€ 16.211,97
-
2019
2020
2021
€ 139.648,79 € 93.472,13
€
0,14
2015
61.808,13 € 36.476,93
6.596,67
Rest fte's na 5 jaar waarover geen afspraken zijn gemaakt in DVO Restant loonkoste n na 5 jaar waarover geen afspraken zijn gemaakt in DVO
2020
0,35
0,79
€
2018
2020
2021
€
10
2022
61.808,13 € 36.476,93
0,26
2022
12.969,57 €
2023
€ 16.211,97
0,35
2023
23.345,23 €
2024
0,43
0,48
2024
31.645,76 €
38.286,18 € 43.598,52
