Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie deeltijd Hogeschool NOVI
Scheveningseweg 46 2517 KV Den Haag T (070) 30 66 800 F (070) 30 66 870 I www.hobeon.nl E
[email protected]
Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie deeltijd CROHO nr. 34671 Hogeschool NOVI
Hobéon® Certificering BV 19 december 2007 Auditteam: R.J.M. vander Hoorn Dr.J. Bruinsma Mr. J.A. Frederik M. Donderwinkel Secretaris: Drs. G.W.M.C. Broers
INHOUDSOPGAVE 1. 1.1. 1.2. 1.3. 1.4. 1.4.1. 1.4.2. 1.4.3. 1.4.4. 1.4.5.
Inleiding Functie van het rapport Bereik van de beoordeling Karakteristiek van de opleiding Aanpak Beoordelingsprocedure en werkwijze Beslisregels Auditteam Deelnemers visitatie Programma visitatie 31 oktober 2007
2.
Bevindingen en beoordeling Onderwerp 1: Doelstellingen Opleiding Facet 1.1. Domeinspecifieke Eisen Facet 1.2. Niveau Bachelor Facet 1.3. Oriëntatie HBO Onderwerp 2: Programma Facet 2.1. Eisen HBO Facet 2.2. Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma Facet 2.3. Samenhang Programma Facet 2.4. Studielast Facet 2.5. Instroom Facet 2.6. Duur Facet 2.7. Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud Facet 2.8. Beoordeling en Toetsing Onderwerp 3: Inzet van Personeel Facet 3.1. Eisen HBO Facet 3.2. Kwantiteit Personeel Facet 3.3. Kwaliteit Personeel Onderwerp 4: Voorzieningen Facet 4.1. Materiële Voorzieningen Facet 4.2. Studiebegeleiding Onderwerp 5: Interne Kwaliteitszorg Facet 5.1. Evaluatie Resultaten Facet 5.2. Maatregelen tot Verbetering Facet 5.3. Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld Onderwerp 6: Resultaten Facet 6.1. Gerealiseerd Niveau Facet 6.2. Onderwijsrendement
7 7 7 10 12 14 14 17 19 21 23 25 26 28 30 30 32 33 35 35 36 38 38 40 41 43 43 45
3. 3.1. 3.2.
SAMENVATTEND OORDEEL Oordeelschema HBO bachelor opleiding ICT deeltijd Integraal oordeel/ advies aan NVAO
47 47 48
Bijlage I: Curricula Vitae auditoren en onafhankelijkheidsverklaringen auditoren Bijlage II: Programma visitatie 31 oktober 2007
1 1 1 1 2 2 5 6 6 6
1.
INLEIDING
1.1.
Functie van het rapport
Het onderhavige rapport bevat het advies aan de NVAO dat door Hobéon Certificering als Visiterende en Beoordelende Instantie is opgesteld ten behoeve van de accreditatie van de in paragraaf 1.2 genoemde HBO bachelor opleiding.
1.2.
Bereik van de beoordeling
1.2.1. De Hogeschool NOVI verzorgt de HBO bachelor opleidingen Bedrijfskunde, Verkeer en Logistiek, en Informatie en communicatie technologie. Het onderhavige rapport heeft betrekking op: Informatie en communicatie technologie, deeltijd. Crohonummer: 34671. 1.2.2. Hobéon Certificering heeft zijn oordeel over de deeltijdvariant van de opleiding Informatie en communicatie technologie (hierna: ICT) in het voorliggende rapport samengevat. De basis voor het onderzoek van Hobéon Certificering werd gevormd door de Management Review van de opleiding ICT, deeltijd.
1.3.
Karakteristiek van de opleiding
Hogeschool NOVI is ontstaan vanuit NOVI Opleidingen. NOVI staat voor het Nederlands Opleidingsinstituut voor Informatica. Na decennia lang als zelfstandig opleidingsinstituut te hebben bestaan, werd het begin negentiger jaren van de vorige eeuw overgenomen door Wolters Kluwer en vervolgens door BPP Nederland. Hiermee was BPP Nederland eigenaar van een aantal aangewezen hogeschool instellingen, te weten Hogeschool Markus Verbeek, Hogeschool DOC en Hogeschool NOVI met zeven in het CROHO-register geregistreerde HBO-opleidingen. In 2001 heeft een management buy-out plaatsgevonden die geleid heeft tot verzelfstandiging van de uitvoeringsorganisatie NOVI Opleidingen en de Stichting OIB, later te noemen Stichting Hoger Onderwijs NOVI. Deze stichting is door het ministerie van OCW erkend en omvat een drietal HBO-opleidingen, waaronder de te beoordelen bacheloropleiding ICT. Deze opleiding is ontwikkeld op basis van het bestaande AMBI curriculum. NOVI heeft dit curriculum in de zestiger en zeventiger jaren van de vorige eeuw ontwikkeld en voortdurend op moderne leest geschoeid. AMBI is decennialang de standaard geweest als opleidingstraject voor de ICT-professional. Eind vorige eeuw heeft NOVI een zogeheten kopstudie ontwikkeld die voortbouwt op het AMBI curriculum. Middels deze kopstudie worden AMBI-masters in een kleine anderhalf jaar opgeleid tot bachelor in de ICT. De afgelopen jaren is hier een aantal andere kopstudies aan toegevoegd. Om de organisatie verder te professionaliseren werd Hogeschool NOVI opgericht. Dit is de uitvoeringsorganisatie van de bacheloropleidingen, waarvoor Stichting Hoger Onderwijs NOVI de erkenning heeft. Na een verdere groei in 2005 en 2006 werd deze uitvoeringsorganisatie in 2007 gesplitst in een deel, dat specifiek de bachelor ICT verzorgt, en een deel waarin de faculteiten Bedrijfskunde en Verkeer en Logistiek zijn ondergebracht.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 1
De Stichting Hoger Onderwijs NOVI is als erkende Hogeschool ingeschreven in het Crohoregister onder nummer 24HR. Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor de opleidingen, incl. de borging van de kwaliteit van deze opleidingen, waaronder de HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie. Het stichtingsbestuur wordt op dit moment gevormd door twee personen en er is één vacature. Hogeschool NOVI heeft op dit moment vier cursuscoördinatoren in dienst die zorg dragen voor de uitvoering van het onderwijs. De inschrijving, het maken van de roosters, het proces rondom het afnemen, verwerken en registreren van de tentamens en examens is per cursusgroep georganiseerd en valt onder de verantwoordelijkheid van de coördinatoren. De cursuscoördinatoren vervullen tevens de rol van aanspreekpunt/studiebegeleider voor de studenten van de cursusgroepen die onder hen ressorteren. Eén van de coördinatoren is daarnaast verantwoordelijk voor het verbeteren en stroomlijnen van deze processen. Een programmamanager draagt zorg voor de kwaliteit van de inhoud van het onderwijs, van de uitvoering en van de regelgeving.
1.4.
Aanpak
1.4.1.
Beoordelingsprocedure en werkwijze
Bij de beoordeling van de betreffende opleidingsvariant is uitgegaan van het door de NVAO vastgestelde “Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs”. Daarin staan de onderwerpen en facetten vermeld waarop een VBI zich bij de beoordeling van een opleiding moet richten. Voorts zijn daarin opgenomen de criteria aan de hand waarvan een VBI moet bepalen of de basiskwaliteit van die opleiding als voldoende kan worden beoordeeld. Voorafgaand aan het accreditatieonderzoek heeft Hobéon Certificering de opleiding voorbereid op de audit door een inhoudelijke toelichting te geven op het NVAO-Accreditatiekader. Met betrekking tot het specifieke referentiekader van de betreffende opleidingsvarianten geldt het volgende: De opleiding heeft zich voor wat betreft beroepsprofiel, opleidingscompetenties en doelstelling ten minste gebaseerd op het landelijk beroepsprofiel en de opleidingscompetenties zoals vastgesteld in het landelijk overleg tussen de betreffende opleidingen en het beroepenveld. (Zie onder facet 1.1.: “Domeinspecifieke Eisen”.) Het auditteam heeft dit opleidingsspecifieke referentiekader beoordeeld en vastgesteld dat het in voldoende mate gespecificeerd is en passend is voor een ICT opleiding op HBO-niveau. Het auditteam heeft dit kader in zijn beoordeling betrokken. Zie voorts onder facet 1.1. De beoordelingsprocedure van Hobéon Certificering kent twee hoofdmomenten:
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 2
Documentanalyse Het gaat hier om een analyse en beoordeling van door de opleiding Informatie en communicatie technologie geleverde schriftelijke informatie: Management Review – MR; Studiegids; Onderliggende documentatie betrekking hebbend op bijvoorbeeld: strategische keuzen en de positie in de markt, interne organisatie, de (systematiek van) interne kwaliteitszorg en de daarmee samenhangende interne managementrapportages en verbetermaatregelen, ontwikkelingen in het beroepenveld, beroeps- en opleidingsprofielen, (validatie) eindkwalificaties, curricula en de interne en externe evaluatie daarvan, werkvormen, toetsing en beoordeling, kwantitatief en kwalitatief personeelsbeleid, internationalisering, instroombeleid, studiebegeleiding, onderwijsrendement, plan van aanpak verbeterproject 2008. Op basis van de door de Hogeschool NOVI aangeleverde documentatie, heeft het auditteam zich een beeld kunnen vormen van de primaire en secundaire processen van de deeltijdopleiding. Het auditteam heeft dit beeld getoetst aan zaken als: ambitieniveau, toekomstgerichtheid, innovatief vermogen, kwaliteitsbewaking via interne en externe evaluatie, arbeidsmarktrelevantie, resultaatgerichtheid, continuïteit, studenten- en docentenbelangen. Audit De audit was gericht op een actieve ‘controle’ door middel van een visitatie1, uitgevoerd door een auditteam waarvan deel uitmaakten meerdere externe onafhankelijke deskundigen op het gebied van ICT, één student, één lead auditor, één auditor ‘onderwijs’ tevens secretaris vanuit Hobéon Certificering. Onder ‘controle’ moet hier worden verstaan, dat het auditteam op verschillende niveaus (management, coördinatie, examencommissie, docenten, studenten, staf) heeft getoetst (i) of de in de documentatie beschreven beleidsvoornemens en de daaraan gerelateerde uitvoeringsprocessen zijn geïmplementeerd en (ii) of de overige in de documentatie vervatte informatie verifieerbaar is. Deze verificatie door het auditteam geschiedde enerzijds door, zoals hierboven reeds is aangegeven, meerdere malen hetzelfde onderwerp met verschillende geledingen te bespreken en anderzijds aan de hand van additionele documentatie en -daar waar het de huisvesting en de materiële voorzieningen betreft- ook door eigen waarneming.
1
Visitatie heeft op 31 oktober 2007 plaatsgevonden.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 3
De additionele, tijdens de visitatie geraadpleegde, documentatie behelsde ondermeer: overzichten van de samenstelling van de werkveld-gremia waarmee de opleiding overleg voert; verslagen van die bijeenkomsten met het werkveld; overzicht CV’s van (gast)docenten; netwerkoverzicht docenten; verslagen van de functioneringsgesprekken met docenten; verslagen van docentevaluaties; verslagen van studievoortgangsgesprekken met studenten; detailbeschrijving van modules, cases en de daaraan gekoppelde opdrachten; stageverslagen en -beoordelingen; de ‘beroepsproducten’ die gedurende de opleiding door studenten worden opgeleverd; de ‘eindproducten’ van studenten. Aldus had het auditteam voldoende instrumenten om zich op gedetailleerd niveau op de hoogte te stellen van inhoud, opzet, uitvoering en resultaten van het opleidingsprogramma en van de daarmee samenhangende personele, organisatorische, materiële en ruimtelijke voorzieningen. Het auditteam heeft op deze wijze alle in het NVAO-Accreditatiekader vermelde facetten beoordeeld, op basis waarvan een samenvattend oordeel per onderwerp werd gegeven. Een en ander werd vastgelegd in een conceptrapport dat aan de opleiding werd voorgelegd voor een toets op eventuele feitelijke onjuistheden. Het voorliggend rapport is de weergave van het oordeel van het auditteam met daarbij de gronden waarop dat oordeel is gebaseerd.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 4
1.4.2.
Beslisregels
Volgens de NVAO-Beslisregels Accreditatie kan een onderwerp slechts ‘onvoldoende’ of ‘voldoende’ scoren. Een facet kan evenwel, volgens diezelfde regels, ‘onvoldoende’, ‘voldoende’, ‘goed’ of ‘excellent’ scoren. Met dit als uitgangspunt, heeft Hobéon onderstaande beslisregels toegepast. Onderwerp A. Een onderwerp scoort ‘voldoende’, indien alle facetten van dat onderwerp ten minste ‘voldoende’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ en de overige ten minste ‘voldoende’ hebben gescoord, mits een acceptabel verbeterplan beschikbaar is voor het facet met de score ‘onvoldoende’. B.
Een onderwerp scoort ‘onvoldoende’, indien één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord en voor dit facet geen acceptabel verbeterplan beschikbaar is.
C.
Een onderwerp scoort ‘onvoldoende’, indien meer dan één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord, ongeacht of er voor die facetten acceptabele verbeterplannen zijn.
Facet D. Binnen de beoordeling van een facet is ruimte voor een eigen afweging van het auditteam: uitvoering/praktijk weegt zwaarder dan beleid/theorie: beter een goed functionerende regeling die slecht is opgeschreven, dan omgekeerd; primaire processen wegen zwaarder dan secundaire. Extra aantekening E.
2
Indien voor een onderwerp een hogere score dan ‘voldoende’ gerechtvaardigd is, wordt dat als ‘extra aantekening’ vermeld en wel met inachtneming van onderstaande regels: een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘goed’, indien alle facetten van dat onderwerp ‘goed’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘voldoende’ en de overige facetten ‘goed’ of ‘excellent’ hebben gescoord;2 een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘excellent’, indien alle facetten van dat onderwerp ‘excellent’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘goed’ en de overige facetten ‘excellent’ hebben gescoord; een onderwerp krijgt geen extra aantekening, indien één van de facetten van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord.
Het NVAO-Accreditatiekader onderscheidt bij onderwerp 2 (“Programma”) acht facetten. Eén ervan betreft de duur van de opleiding. Het daarbij vermelde criterium (240 ECTS) is evenwel geen (kwaliteits)criterium, maar een formele vereiste waaraan het programma van een opleiding a priori moet voldoen, wil zij überhaupt in aanmerking kunnen komen voor een HBO Bachelor accreditatie. ‘Duur’ is derhalve van een andere orde dan -bijvoorbeeld- ‘Kwaliteit Personeel’ of ‘Onderwijsrendement’. Bij de beslissing of het onderwerp “Programma” een extra aantekening ‘goed’ dan wel ‘excellent’ verdient, wordt het facet ‘Duur’ dan ook buiten beschouwing gelaten.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 5
1.4.3.
Auditteam
Het auditteam was als volgt samengesteld: Voorzitter: Leden:
Auditor onderwijs/ secretaris:
R.J.M. van der Hoorn MBA, CMC, Bsc Dr. J. Bruinsma Mr. J.A. Frederik M. Donderwinkel (studentlid) Drs. G.W.M.C. Broers
Bij het samenstellen van het auditteam heeft Hobéon Certificering er zorg voor gedragen, dat de voor de beoordeling van de opleiding ICT noodzakelijke expertise aanwezig is. Expertise met betrekking tot de onderwijskundige aspecten (i.c. het primaire proces, de ondersteunende processen en de organisatorische context) en expertise met betrekking tot de inhoudelijke aspecten (i.c. het programma in relatie tot het specifieke domein). De heer Van der Hoorn heeft als lead auditor deelgenomen aan de audit. Vanuit deze positie heeft hij deelgenomen aan verschillende audits binnen het HBO. De werkvelddeskundige, de heer Bruinsma, heeft zich in zijn beoordeling met name gericht op de aansluiting van de eindkwalificaties op de eisen van het beroepenveld, het niveau van de afgestudeerden alsmede de interactie tussen opleiding en werkveld. Bovendien heeft hij de kwaliteit van het personeel en het gerealiseerde niveau beoordeeld. De heer Bruinsma heeft op grond van zijn ervaring een goed zicht op de eisen die vanuit de verschillende deelgebieden in het werkveld gesteld worden aan professionals op het terrein van ICT op HBO-niveau. De vakinhoudelijk deskundige, de heer Frederik heeft zich in zijn beoordeling gericht op de kwaliteit van de opleiding, de actualiteit en relevantie van het richtinggevend domeinspecifieke kader, de eindkwalificaties en de programma-inhoud. De heer Frederik heeft op grond van zijn ervaring binnen het werkveld ICT goed zicht op recente ontwikkelingen. Daarnaast heeft hij ruime ervaring binnen het hoger onderwijs waar hij als leerplancoördinator, projectmanager en directeur oriëntatiejaar werkzaam is geweest. De deskundige ‘onderwijs’, de heer Broers, heeft zich vooral gericht op de kwaliteit van de processen die direct en indirect de uitvoering van het programma raken. De heer Broers heeft in zijn vorige en huidige functie een aanmerkelijke ervaring opgebouwd die hem in voldoende mate in staat stelt de programmaopbouw, het onderwijsproces en de organisatorische context waarbinnen de uitvoering plaatsvindt, te beoordelen in het perspectief van de eisen die aan HBO-opleidingen gesteld worden. De heer Donderwinkel heeft als studentlid deelgenomen aan de audit. Hij is tweedejaars student ICT aan de Hogeschool Leiden. Voor de curricula vitae: zie Bijlage I.
1.4.4.
Deelnemers visitatie
Het auditteam heeft tijdens de visitatie gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers vanuit de verschillende geledingen van de opleiding: management, coördinatoren, docenten, studenten en staf. Voor een volledig overzicht van de deelnemers aan de visitatie: zie Bijlage II.
1.4.5.
Programma visitatie 31 oktober 2007
Zie Bijlage II.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 6
2.
BEVINDINGEN EN BEOORDELING
Onderwerp 1: Doelstellingen Opleiding Dit onderwerp kent drie facetten: 1. domeinspecifieke eisen; 2. niveau bachelor; 3. oriëntatie HBO.
Facet 1.1. Domeinspecifieke Eisen Criterium Het facet ‘Domeinspecifieke Eisen’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk)?
Bevindingen De opleiding HBO ICT is gebaseerd op het beroepsprofiel van de (bedrijfskundige) Informaticus, zoals opgesteld door het HBO-I-platform en gepubliceerd door de HBO-raad en de domeincompetenties. Ten aanzien van de opleiding ICT constateert het auditteam dat de eindkwalificaties van de opleiding zijn opgesteld aan de hand van de eisen afkomstig uit het relevante beroepenveld. Voor de opleiding ICT is dit geborgd doordat: de eindkwalificaties van de opleiding zijn afgeleid via de landelijke eindkwalificaties voor HBO-ICT opleidingen en beschreven zijn in het document: ‘Bachelor of ICT’; de landelijke eindkwalificaties gevalideerd zijn door het landelijke beroepenveld; het relevante beroepenveld bij de vakinhoudelijke invulling van de opleiding betrokken is. Het profiel van de opleiding is geformuleerd in termen van de kernactiviteiten van een ICT’er: analyse van informatiesystemen gericht op optimalisering van deze processen en systemen, advisering gericht op optimale inzet van ICT, het ontwerpen van informatiesystemen, het organiseren, implementeren en monitoren van informatiesystemen. De centrale activiteiten van de informaticus die NOVI opleidt richten zich, zo blijkt uit de documentatie, op (bedrijfskundige) informatiesystemen, softwaresystemen en computersystemen. Deze systemen kunnen groot en complex zijn. Bij bedrijfsprocessen kan gedacht worden aan logistieke processen, marketingprocessen en financieel-administratieve processen. Daarnaast kan gedacht worden aan informatiesystemen zoals besturingssystemen, netwerksystemen en betalingsverkeer. Kenmerkend hierbij is: • het toepassen van ICT-software en hardwarecomponenten • de interactie met de gebruiker; • omvang; • complexe architectuur; • interfacing tussen systemen; • mens-machine interactie; • het toepassen van databasemanagementsystemen. Bij het vaststellen van de eindkwalificaties Bachelor HBO-ICT is rekening gehouden met de behoefte van het beroepenveld en input van docenten en studenten en vergelijkbare opleidingen. Jaarlijks worden de doelstellingen bijgesteld als de beroepsprofielen, het beroepenveld, de docenten, studenten, of ontwikkelingen van vergelijkbare opleidingen daartoe aanleiding geven.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 7
De opleiding is opgebouwd uit 12 vakken per jaar, met 5 à 6 klassikale sessies, aangevuld met een toets. Het eerste jaar is het propedeusejaar, waarin onderwerpen langskomen die in de volgende jaren worden uitgediept. Het eerste jaar sluit aan op het niveau van een beginnend beroepsuitoefenaar in de ICT. Vanuit een aantal perspectieven streeft Hogeschool NOVI er naar om samenwerking met andere partners te bevorderen. De belangrijkste redenen voor deze samenwerking zijn: • het betrekken van het beroepenveld en andere opleidingsinstellingen bij het vaststellen van nationaalen internationaal geaccepteerde eindkwalificaties; • bevordering van de continuïteit van de opleidingen, enerzijds aan de onderkant van de opleidingen door het waarderen van eerder verworven kennis opgedaan bij (andere) opleiders en/of verworven competenties op basis van de opgedane ervaring in het vakgebied, aan de bovenkant door het bevorderen van doorstroommogelijkheden; • het borgen van de kwaliteit van met name het eindniveau van de opleidingen door externen te laten participeren bij het verdedigen van de eindscriptie en anderzijds door het uitwisselen van docenten tussen de verschillende samenwerkende partners zowel nationaal als in de toekomst ook internationaal. Het relatienetwerk van de opleiding wordt op een adequate wijze ingezet voor het verbeteren van het curriculum en om scherp te blijven op de relevantie van de inhoud en voor de kennisproductie samen met het bedrijfsleven. Het auditteam merkt op dat dit van essentieel belang is voor dit type opleidingen: wat gebeurt er op het terrein van ICT in het werkveld en wat zijn de consequenties hiervan voor de opleiding. In dit verband merkt het auditteam op dat het vakgebied ICT sterk internationaliseert, terwijl de opleiding geheel in het Nederlands verzorgd wordt. Daarnaast zal in het curriculum meer aandacht geschonken moeten worden aan nieuwe ontwikkelingen op de terreinen operationele risico’s van ICT en outsourcing. De Beroepenveldcommissie heeft dit ook geconstateerd, dit dient nu vertaald te worden naar concrete acties. Er is sprake van het bepalen van voor de opleiding relevante thema’s die van belang zijn voor HBOopleidingen op het terrein van ICT. Vervolgens selecteert de opleiding thema’s en maakt per thema een vertaalslag naar het onderwijs. De belangrijkste samenwerkingspartners voor de opleiding HBO ICT sommen wij hierna op en geven kort aan waaruit de samenwerking bestaat. • Stichting EXIN is in 1982 voortgekomen uit NOVI. De intensieve band is gebleven. NOVI is sterk betrokken bij de ontwikkeling van I-Tracks. Veel cursisten leren bij NOVI en doen examen bij EXIN. • ITSMF is de organisatie die de professionalisering nastreeft van de vakgebieden IT Servicemanagement en IT Strategie. Samen met ITSMF is de afstudeerrichting Service Management ontwikkeld. ITSMF stimuleert haar doelgroep om deze opleiding te volgen. • VOI is de vereniging voor Opleidingsinstituten in de Informatica. NOVI is daarvan al jarenlang lid. VOI borgt de kwaliteit van de ICT-opleidingen in Nederland. • Novell is een van de grootste Software vendors die mensen certificeert voor LINUX en NETWARE. In dit samenwerkingsverband wordt de doelgroep System Engineers, gebaseerd op de CNE / CLE certificeringen, beter bereikt. • Global Knowledge is een ICT-opleider gericht op de meer technische ICT-opleidingen. Het heeft een curriculum dat goed aansluit bij dat van NOVI. In dit samenwerkingsverband wordt de doelgroep System Engineers, gebaseerd op de Microsoftopleidingen, beter bereikt. • Capgemini Academy is een ICT-opleider gericht op de meer technische ICT-opleidingen. Het heeft een curriculum dat goed aansluit bij dat van NOVI. In dit samenwerkingsverband is de afstudeervariant Service Management, gebaseerd op de Microsoft opleidingen en ITIL Service Management, tot wasdom gekomen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 8
•
•
BVO is een ICT-opleider gericht op de meer technische ICT-opleidingen. Het heeft een curriculum dat goed aansluit bij dat van NOVI. In dit samenwerkingsverband wordt de doelgroep System Engineers, gebaseerd op de Microsoftopleidingen, beter bereikt. IDée ICT is eveneens een ICT-opleider waar NOVI een samenwerkingsverband mee heeft.
Oordeel: goed Het auditteam kwalificeert dit facet voor de opleiding als goed en wel op grond van de volgende observaties: de eindkwalificaties van de opleiding sluiten rechtstreeks aan bij de eisen die op landelijk niveau door vakgenoten binnen het ICT-domein worden gesteld aan de betreffende opleidingen. Er zijn nog een aantal ontwikkelingen in het ICT vakgebied waar de opleiding op korte termijn ook aandacht aan dient te besteden; de hierboven bedoelde op landelijk niveau overeengekomen en door het werkveld gevalideerde eindkwalificaties zijn, naar het oordeel van het auditteam, een goede en volledige weergave van de ontwikkelingen binnen het ICT-domein; de opleiding beschikt over een uitgebreid netwerk in het ICT-beroepenveld. Wel beveelt het auditteam de opleiding sterk aan de Engelse taal sterker in de opleiding terug te laten komen, bijvoorbeeld door meer Engelstalige literatuur.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 9
Facet 1.2. Niveau Bachelor Criterium Het facet ‘Niveau Bachelor’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Bachelor?
Bevindingen De opleiding ICT maakt gebruik van documenten waarin de kwalificaties beschreven zijn die op basis van informatie van het ICT-werkveld zijn opgesteld. In de notitie ‘Bachelor of ICT, een competentiegerichte profielbeschrijving’ is expliciet aangegeven dat rekening is gehouden met de ‘Dublin Descriptoren’. Bestudering van genoemde notitie laat zien dat dit op een inzichtelijke wijze is gebeurd. De ‘Bouwstenen voor competenties voor de Bachelor of ICT’ zijn beschreven vanuit en als volgt aantoonbaar te relateren aan de vijf Dublin Descriptoren. Het competentieprofiel van de ICT-opleiding bestaat uit tien algemene bouwstenen. Deze omvatten de meer algemene kernkwalificaties die als volgt te relateren zijn aan de Dublin Descriptoren. De dimensies van de Dublin Descriptoren Kennis en inzicht De Informatica-eindkwalificaties zijn geformuleerd in beroepsspecifieke competenties en wel zodanig dat zij niet kunnen worden verworven zonder gedegen kennis en inzicht in: ICT ontwikkelingen; interactie tussen bedrijfsprocessen en interne en externe omgeving; informatieanalyse; architectuur en beheer van informatiesystemen. Toepassen Kennis en inzicht De Informaticaspecifieke competenties zijn onderverdeeld in deelcompetenties, gericht op het uitvoeren van de kerntaken van een Informaticus. Iets wat zichtbaar gemaakt wordt in de ‘I-beroepsproducten’ waarnaar de beroepsspecifieke competenties verwijzen. Bijvoorbeeld: informatiemodel; specificatie van een informatiesysteem; functioneel ontwerp van een informatiesysteem; ontwerp van ICT-beheersorganisatie. De vermelde ‘producten’ impliceren een professionele toepassing door de student van zijn verworven kennis en inzicht. Omdat in het programma van de opleiding het maken van reële ‘beroepsproducten’ een centrale plaats inneemt, vormt het toepassen van kennis en inzicht de ruggengraat van de opleiding. Oordeelsvorming De (generieke) HBO competenties en de beroepsspecifieke competenties behelzen het hele spectrum van probleemsignalering/-formulering; ontwikkeling; uitvoering; evaluatie. De daarmee verband houdende vaardigheden zijn expliciet gericht op het maken van keuzen in de beroepsuitoefening op tactisch en operationeel niveau. Dit vooronderstelt dat de student in staat is problemen te analyseren en mogelijke oplossingsstrategieën tegen elkaar af te wegen en daarna te evalueren.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 10
Voorts wordt in de opleiding expliciet aandacht besteed aan het ontwikkelen van het vermogen van de student tot reflectie op het beroep. Communicatie Voorts is ‘communicatie’ in het programma van de opleiding opgenomen als één van de centrale gedragsindicatoren. De opleiding kent dan ook in het programma specifiek op (schriftelijke en mondelinge) communicatie gerichte studieonderdelen. Leervaardigheden Voor de opleiding ICT geldt, dat de te verwerven competenties een aantal vaardigheden van de studenten vooronderstellen die niet alleen zijn gericht op het professioneel handelen maar ook op het eigen leren (zelfreflectie) opdat de student in staat is: • zich als Informaticus verder te professionaliseren; • vervolgstudies op een hoger niveau te doorlopen. De opleiding kent daarnaast een aantal specifieke bouwstenen voor de competenties van de bachelor of ICT: • analyseren. Voert een analyse uit van processen, producten en informatiestromen in hun onderlinge samenhang en de context van de omgeving. Stelt functionele specificaties op. • adviseren. Formuleert op basis van een analyse en in overleg met stakeholders een onderbouwd advies voor de herinrichting van processen en/of informatiestromen en voor een nieuw te ontwikkelen of aan te schaffen ict-systeem. Betrekt hierin financiële aspecten, tijdsaspecten, de organisatie(verandering), haalbaarheid en risico’s en mogelijkheden voor outsourcing. • ontwerpen. Ontwerpt een ict-systeem op basis van een architectuurbeschrijving en specificaties, in samenhang met een analyse en binnen de gestelde kaders voor kwaliteit, testen, beveiliging, doorlooptijd, budget en exploitatie en beheer. • realiseren. Bouwt en implementeert een ict-systeem op basis van een functioneel en technisch ontwerp en binnen de gestelde kaders voor kwaliteit, testen, beveiliging, doorlooptijd, budget en exploitatie en beheer. • beheren. Geeft vorm aan de exploitatie en het beheer van ict-systemen. Zorgt voor invoeren, testen, integreren en inbedrijfstelling van (een nieuwe release van) een ict-systeem. Verleent diensten die zijn overeengekomen (in een Service Level Agreement) binnen de gestelde kaders voor kwaliteit en financiën. Oordeel: goed Het auditteam kwalificeert dit facet voor de opleiding als goed en wel op grond van de volgende observaties: de eindkwalificaties en de daarvan afgeleide generieke en beroepsspecifieke competenties bevatten alle elementen waar de Dublin Descriptoren betrekking op hebben en wel met een bereik dat overeenkomt met het HBO-niveau waar de Dublin Descriptoren expliciet naar verwijzen; de eindkwalificaties sluiten aan bij de vijf dimensies van de Dublin Descriptoren; zij zijn in het programma verankerd in termen competenties.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 11
Facet 1.3. Oriëntatie HBO Criteria Het facet ‘Oriëntatie HBO’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Zijn de eindkwalificaties van de opleiding mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties? Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor de betreffende opleiding vereist of dienstig is?
Bevindingen De eindkwalificaties van de opleiding ICT zijn geformuleerd in termen van competenties die aantoonbaar in samenspraak met het beroepenveld zijn opgesteld en door dat beroepenveld zijn gevalideerd. Daarmee is op het niveau van opleidingsdoelstellingen de oriëntatie op het voor de afgestudeerde Informaticus relevante werkveld geborgd. In de eindtermendocumenten en modulebeschrijvingen van de opleiding is beschreven over welke kwalificaties een beginnende beroepsbeoefenaar ten minste moet beschikken. Verschillende overlegvormen tussen opleiding en werkveld dragen in sterke mate bij tot de profilering en explicitering van het beroep waarvoor de opleiding ICT opleidt. Kennisontwikkeling van studenten vindt plaats met, zo blijkt uit de documentatie, een duidelijke interactie tussen opleiding en het werkveld. De opleiding ICT streeft een voldoende hoog niveau na, zoals onder andere blijkt uit de gehanteerde competenties en de ‘vertaling’ hiervan naar doelstellingen en het curriculum. Daarvoor worden nauwe contacten met het werkveld benut en worden de actuele ontwikkelingen binnen het vakgebied gevolgd. De wijze waarop de opleiding de competenties heeft uitgewerkt en in het programma heeft opgenomen en beschreven in de documentatie, beoordeelt het auditteam als adequaat. Voor iedere onderwijseenheid zijn competenties, inhoud en leerdoelen beschreven, zo blijkt uit de modulebeschrijvingen van de opleiding. Deze zijn besproken in het opleidingsoverleg, in werkconferenties en vervolgens vastgesteld door de onderwijs examencommissie. Competenties, inhoud en leerdoelen zijn afgestemd op de landelijke kwalificaties. Uit de documentatie van de opleiding ICT blijkt dat de specifieke HBO-oriëntatie gerealiseerd wordt door de sterke externe gerichtheid van de opleiding. Naast stage en afstuderen, waarbij de student onder beperkte begeleiding zelfstandig functioneert in een complexe beroepssituatie, is de HBO-oriëntatie gerealiseerd door externe projecten. Hierin werkt de student aan een opdracht in het beroepenveld. Deze externe opdracht is gekoppeld aan een onderwijseenheid, waarvan de te behalen competenties, leerdoelen en inhoud zijn vastgelegd. Feedback vanuit deze opdrachten (door student, begeleidend docent en opdrachtgever) vormt input voor het wegen en bijstellen van de kwalificaties. Samenvattend concludeert het auditteam dat het beroepsprofiel en de daarmee samenhangende beroepscompetenties een voldoende hoog niveau van beroepsuitoefening garanderen en aansluiting bieden op de beschrijving van het bachelor niveau in de Dublin Descriptoren.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 12
Oordeel: goed Het auditteam kwalificeert dit facet voor de opleiding als goed en wel op grond van de volgende observaties: de eindkwalificaties zijn rechtstreeks ontleend aan de door het relevante beroepenveld opgestelde Informatica beroepsprofiel; de opleiding heeft de landelijk overeengekomen eindkwalificaties uitgewerkt. De opleiding houdt actuele ontwikkelingen in het beroepenveld bij en verwerkt deze in het studieprogramma; in de van het beroepsprofiel afgeleide opleidingsspecifieke kwalificaties wordt uitdrukkelijk ook het niveau van de beginnende ICT beroepsbeoefenaar geformuleerd.
SAMENVATTEND OORDEEL “DOELSTELLINGEN OPLEIDING”: VOLDOENDE Het auditteam beoordeelt het Onderwerp ”Doelstellingen Opleiding” voor de ICT opleiding als voldoende gelet op de volgende observaties: • de opleiding heeft goed zicht op de ontwikkelingen in het werkveld en zij heeft haar inzicht wat betreft bereik, onderwerpen en diepgang omgezet in concrete opleidingsdoelstellingen, die zij vervolgens ook in haar programmaopzet zichtbaar heeft gemaakt waarbij zij het werkveld gestructureerd betrekt, zowel op landelijk als regionaal niveau. • de door de opleiding gehanteerde kwalificaties voldoen aan de Dublin Descriptoren; • de door de opleiding gehanteerde set kwalificaties weerspiegelen het HBO-niveau van de opleiding. Conform de “Beslisregels Accreditatie” zoals vastgelegd in het NVAO-Accreditatiekader, kan een Onderwerp niet hoger scoren dan ‘voldoende’. Het auditteam beoordeelt evenwel alle facetten van het onderwerp “Doelstellingen Opleiding” als goed. Dit rechtvaardigt (zie § 1.4.2. onder E) een kwalificatie ‘goed’ voor dit onderwerp. Reden voor het auditteam de kwalificatie ‘goed’ als extra aantekening aan zijn oordeel toe te voegen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 13
Onderwerp 2: Programma Dit onderwerp kent acht facetten: 1.eisen hbo; 2. relatie tussen doelstellingen en inhoud; 3. samenhang programma; 4. studielast; 5. instroom; 6. duur; 7. afstemming tussen vormgeving en inhoud; 8. beoordeling en toetsing.
Facet 2.1. Eisen HBO Criteria Het facet ‘Eisen HBO’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Vindt kennisontwikkeling van studenten plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek? Heeft het programma aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline? Waarborgt het programma de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft het aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk?
Bevindingen In de opzet van het programma worden de vakken onderkend conform de beroepsprofielen ICT voor de functies Bedrijfskundige Informaticus en Informaticus. In een matrix wordt aangegeven welke leerdoelen per vak betrekking hebben op welke algemene en specifieke bouwstenen voor competenties voor de Bachelor of ICT. Per vak is er een vakbeschrijving, inclusief leerdoelen, inhoud, werkvormen, literatuur en lesopbouw. De vakbeschrijvingen zijn nog niet formeel vastgesteld door het bestuur van de opleiding. De beroepsvaardigheden en de interactie met de beroepspraktijk staan centraal. Het programma is actueel. De docenten van Hogeschool NOVI komen uit de beroepspraktijk en zorgen ervoor dat het programma verband houdt en blijft houden met de actuele beroepspraktijk. Uit de door het auditteam bestudeerde documentatie, in het bijzonder het curriculum, blijkt dat de interactie met de praktijk de kern vormt van het onderwijsleerproces van de opleiding ICT. Het studieprogramma is gebaseerd op de beroepspraktijk van de informaticus en wordt bijgesteld op basis van actuele ontwikkelingen binnen het vakgebied. Door de uitgebreide contacten die NOVI heeft met het werkveld, worden actuele ontwikkelingen in het studieprogramma verwerkt. De opleiding heeft door het deeltijdkarakter goede contacten met het werkveld. Studenten van de opleiding kunnen hierbij fungeren als intermediair: ontwikkelingen binnen hun bedrijf worden besproken op de opleiding en, omgekeerd, nieuwe ontwikkelingen die ter sprake komen tijdens de lessen, worden door studenten doorgegeven op hun werkplek. Belangrijk in dit verband is ook dat het auditteam heeft kunnen constateren dat studenten hun eigen werkervaring inbrengen als professionele vraagstukken. Deze worden vervolgens door de opleiding vertaald in studieopdrachten en leiden wederom tot een realistisch beroepsproduct. Op deze wijze vindt er met betrekking tot de kennisontwikkeling en -toepassing door het hele programma heen en op concreet niveau een herkenbare en, naar het oordeel van het auditteam, ruim voldoende en goed gestructureerde interactie plaats tussen het werkveld en de opleiding. Het curriculum van de opleiding is vormgegeven op basis van landelijk gevalideerde competenties en verder ontwikkeld in samenwerking met het beroepenveld. Daarnaast bestaan contacten met het werkveld ook uit persoonlijke, meer informele, banden van docenten met het werkveld en uit formele contacten die voortkomen uit werkplekken van de studenten. Door de opleiding wordt er nadrukkelijk naar gestreefd om docenten aan te trekken die deels in de praktijk werkzaam zijn of recentelijk in de praktijk werkzaam zijn geweest.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 14
De opleiding heeft, zo blijkt uit het curriculum, een omvangrijke buitenschoolse component. In het curriculum komt de beroepsgerichtheid tot uitdrukking in alle onderdelen: de projecten, de practica, de theorievakken en het buitenschools programma. Voorbeelden van de relatie kennisontwikkeling en de beroepspraktijk trof het auditteam aan in de modules. Zo moeten studenten ten behoeve van het vak Databases I: Basis Database Ontwerp een paper inleveren en een presentatie geven op basis van een bepaalde applicatie uit de eigen werkomgeving. Het onderwijs binnen de opleiding ICT is competentiegericht vormgegeven. Door de centrale plaats binnen de opleiding van reële opdrachten uit de beroepspraktijk, het toekomstige werkveld van de HBO’er, wordt voldaan aan de eisen die het HBO stelt aan kennis, vaardigheid en attitude. De verwachtingen van de werkgever (het betreft tenslotte een deeltijdopleiding), wat betreft inhoud en niveau van de kennis en vaardigheden van de student, worden afgestemd tussen NOVI en het bedrijf door rekening te houden met de studiefase van de student. Het programma is actueel door de permanente inbreng van het beroepenveld, de docenten, studenten, andere ICT-opleiders en samenwerkingspartners. Tevens wordt gekeken naar ontwikkelingen van vergelijkbare opleidingen bij andere Hogescholen. Uit de vakbeschrijvingen blijkt dat juist de beroepsvaardigheden centraal staan. De studenten zijn al werkzaam in de beroepspraktijk. De lesvorm Action Learning bevordert de interactie met de beroepspraktijk van de studenten uit de groep. Daarnaast krijgen ze les van docenten uit de beroepspraktijk. De opleiding ICT biedt de studenten actueel, beroepsgericht onderwijs. Als studiemateriaal wordt gebruik gemaakt van actuele vakliteratuur in boekvorm, digitaal via internet en van materiaal ontwikkeld door of via samenwerking met externen. Het onderwijsmateriaal is afgestemd op de doelstellingen van de opleiding, zo constateert het auditteam. Bestudering van de boekenlijst zoals weergegeven in de vakbeschrijvingen, laat zien dat de literatuur adequaat gekozen is. Kennisontwikkeling en interactie met het beroepenveld is onderdeel van de visie van de opleiding ICT. Projecten binnen de opleiding ICT, waarin studenten werken aan reële opdrachten uit het beroepenveld, vormen de ruggengraat van het curriculum. Uit de documentatie blijkt dat interactie met het beroepenveld geborgd wordt door: • de externe projecten, • stage en afstuderen, • uitvoer van onderwijseenheden door mensen van het beroepenveld, • samenwerkingsprojecten, • overige contacten met beroepenveld Jaarlijks wordt het programma bijgesteld als de beroepsprofielen, het beroepenveld, de docenten, studenten, of ontwikkelingen van vergelijkbare opleidingen daartoe aanleiding geven. Hogeschool NOVI stelt de volgende eisen aan het programma: • praktijkgericht, beroepspraktijk centraal • actueel, innovatief • samenhangend • juiste studiebelasting • werkervaringscomponent
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 15
Gelet op de centrale plaats die in opleiding is weggelegd voor de koppeling met de praktijk door middel van het Action Learning Programma, bestaat de doelgroep voor de opleiding uit studenten die beschikken over relevante werkervaring en een arbeidsplaats die de student de mogelijkheid biedt zich tijdens de studie op HBO-niveau praktisch verder te ontwikkelen.
Oordeel: goed Het auditteam kwalificeert voor de opleiding dit facet als goed en wel op grond van de volgende observaties: de interactie met de beroepspraktijk vindt plaats zowel op het niveau van programmaontwerp als op het niveau van de programma-uitvoering; de ontwikkeling van kennis en beroepsvaardigheden van de studenten vindt plaats via recente vakliteratuur, via door de beroepspraktijk ingebrachte projecten & cases en via aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal; de verbinding tussen werkplek en studieprogramma is nadrukkelijk aanwijsbaar in het gehele opleidingsprogramma.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 16
Facet 2.2. Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma Criteria Het facet ‘Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Is het programma een adequate concretisering van de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen? Zijn de eindkwalificaties adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma? Biedt de inhoud van het programma studenten de mogelijkheid de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken?
Bevindingen Het programma is opgedeeld in vakken. In een matrix wordt aangegeven welk vak betrekking heeft op welke competenties. Per vak is er een beschrijving van de eindkwalificaties. Per vak is er een vakbeschrijving, inclusief leerdoelen. De opleiding heeft contact met het beroepenveld en betrekt dit contact bij de inhoudelijke vormgeving van het curriculum. De samen met het beroepenveld opgestelde eindkwalificaties zijn, zo blijkt uit bestudering hiervan door het auditteam, te verdelen in vier domeinen: • beroepsmatig handelen, • bedrijfsmatig handelen, • sociaalcommunicatief handelen, • persoonlijke ontwikkeling. De eindkwalificaties voor de opleiding ICT zijn duidelijk omschreven en vastgelegd. Om flexibel te kunnen inspelen op actuele ontwikkelingen, internationaal, landelijk en regionaal, biedt het studieprogramma ruimte om recente ontwikkelingen snel op te nemen in het curriculum. Hierdoor beantwoordt de opleiding aan de huidige kwalificatie eisen zoals deze gesteld worden, landelijk en regionaal. Dit heeft geleid tot: • het uitgewerkte beroepsprofiel, met functies, taken, typische beroepssituaties en beroepshoudingen, • het opleidingsprofiel, met karakterisering van het beroep, beroepsspecifieke en beroepsoverstijgende competenties, vakinhoud en uitgangspunten voor het onderwijs, • de blauwdruk van de opleiding, met een opdeling per kwartaal in beroepsgerichte thema’s, met bijpassend project en flankerend onderwijs, • de nadere uitwerking van de studieonderdelen. Bestudering van het studiemateriaal door het auditteam toont aan dat de opleiding de verschillende programmaonderdelen helder heeft uitgewerkt op basis van leerdoelen. Per programmaonderdeel is verder onder andere aangegeven: de voorkennis, een beschrijving van de inhoud van het vak, de werkvormen en de toetsing. De leerdoelen zijn afgeleid van de set kwalificaties die op landelijk niveau zijn opgesteld en vastgesteld. Uit de wijze waarop de leerdoelen geformuleerd zijn, is ook inzichtelijk dat studenten vooral veel moeten ‘doen’. Zo is er sprake van: het in staat zijn een bedrijfsapplicatie te documenteren, een strategische en tactische analyse kunnen uitvoeren gericht op data-logische en systeemtechnische toetsing op relevantie, in staat voorstellen te formuleren voor verbetering en innovatie van het database ontwerp en de structuur van de database. De ‘vertaling’ van de eindkwalificaties van de opleiding naar het studieprogramma wordt hierdoor zichtbaar in de leerdoelen van elk semester en in de leerdoelen van de programmaonderdelen en de daarin gepositioneerde projecten, practica en (theorie)modulen. Door de koppeling van de resultaten van praktijkopdrachten(output) aan de leerdoelen is de mate waarin de student ICT de leerdoelen daadwerkelijk heeft gerealiseerd, voldoende toetsbaar. De leerdoelen zijn daarmee dus vertaald naar concreet professioneel gedrag en naar professionele ‘resultaten’.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 17
Een belangrijk onderdeel van het onderwijsprogramma is het uitvoeren van externe projecten binnen de eigen werkomgeving. Het auditteam is van mening dat de eisen waaraan de resultaten van de praktijkopdrachten dienen te voldoen, in voldoende mate anticiperen op die welke in het ICT-beroepenveld worden gesteld. Daarmee wordt in het programma een direct en zichtbaar verband gelegd tussen de inhoud, het niveau en de oriëntatie van het programma enerzijds en de eindkwalificaties, geformuleerd als competenties, anderzijds. De vormgeving van de programmaonderdelen binnen de opleiding ICT, zo heeft het auditteam kunnen constateren, gaat uit van een leeromgeving waarin het leerproces van de student centraal staat en waarbij de kennis (verworven via ondersteunende modules) en de vaardigheden (verworven via de opdrachten/practica), door de student in stelling moeten worden gebracht wil hij de projectopdrachten met succes kunnen uitvoeren. Oordeel: goed Het auditteam kwalificeert voor de opleiding dit facet als goed en wel op grond van de volgende observaties: de opleiding heeft per programmaonderdeel door het programma heen de leerdoelen, leerinhouden en werkvormen vastgesteld die aantoonbaar afgeleid zijn van de Informatica eindkwalificaties; de projecten zijn gericht op een praktijkopdracht welke gedefinieerd is in termen ontleend aan de eindkwalificaties; de leerdoelen en de praktijkopdrachten nemen in complexiteit toe om tenslotte in de afstudeerfase een niveau te bereiken dat naar het oordeel van het auditteam HBO-niveau is.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 18
Facet 2.3. Samenhang Programma Criterium Het facet ‘Samenhang Programma’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Is het studieprogramma inhoudelijk samenhangend?
Bevindingen Voor de opleiding geldt dat niet alleen uit de programmabeschrijving maar ook uit de detailinformatie op moduleniveau, waarover het auditteam tijdens de visitatie kon beschikken, de samenhang voldoende zichtbaar wordt. De verschillende onderwijseenheden zijn gericht op het maken van beroepsopdrachten waarbij studenten kennis, vaardigheden en inzichten uit verschillende deelgebieden van het vakgebied Informatie en communicatie technologie dienen te integreren. De opleiding heeft de eindkwalificaties per opleidingsjaar in voldoende mate uitgewerkt naar leerdoelen per programmaonderdeel. Deze leerdoelen nemen in complexiteit toe om uiteindelijk in de afstudeerfase het HBO-eindniveau te bereiken. Daardoor bestaat er een duidelijke samenhang in de leerdoelen en is de verticale samenhang (toenemende complexiteit) binnen het studieprogramma tussen de onderscheiden studieonderdelen in voldoende mate geborgd (zie hierna): het eerste jaar moet de student een relevante werkkring op het niveau van een beginnend beroepsuitoefenaar hebben. De vakken in het programma sluiten ook op dat niveau aan. Het derde tot en met het zevende semester wordt er een werkkring op niveau van een gemiddelde beroepsuitoefenaar gevraagd. In de lessen wordt ook regelmatig een inbreng vanuit hun praktijk gevraagd. de opleiding heeft de verschillend vakken beschreven in de documentatie alsmede hun plek aangegeven in het curriculum. Hieruit blijkt dat de eerste beide semesters van de studie de nadruk ligt op ‘inleiding in…’vakken, zoals Inleiding Systeemontwikkeling en Inleiding Informatiebeveiliging. In het derde en vierde semester worden deze vakken in verdiepende vorm aangeboden. In het 5e en 6e semester tenslotte wordt de kennis uit beide eerste studiejaren verder aangevuld met studieonderdelen als Informatiseringseconomie, EDP-auditing en Informatiebeleid & Strategie. het onderwijs is zo opgezet dat de student op verschillende manieren kennis opdoet, vaardigheden aanleert en toepast; kennis en vaardigheden die in complexiteit toenemen. De eigen praktijksituatie en werkervaring van de student staan daarbij zoveel mogelijk centraal. In de hoofdfase wordt dieper ingegaan op de verschillende studieonderdelen, waarbij sprake is van een toenemende complexiteit in de leerlijnen (programmeren, systeemontwikkeling, databases, beheer, netwerken en communicatie). Het uitgangspunt is praktijkgericht onderwijs. Hierbij wordt de optiek gehanteerd dat de student kennis vergaart door actief op zoek te gaan naar antwoorden op vragen die men zichzelf gesteld heeft. Dat betekent dat men als student binnen deze deeltijdopleiding steeds meer eigen verantwoordelijkheid krijgt. Men leert zelfstandig te werken, goed te plannen en men leert initiatieven te nemen. Daarnaast leert de student samen met andere studenten naar oplossingen te zoeken, zijn mening te formuleren, keuzes te onderbouwen en andere studenten te begeleiden bij vragen. Stuk voor stuk sociale en communicatieve vaardigheden die een beroepsbeoefenaar of manager ICT in de praktijk nodig zal hebben. De manier van werken tijdens de opleiding is dus congruent met de wijze waarop men later als senior beroepsbeoefenaar zal werken.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 19
Hoewel de samenhang in de opleiding uiteraard een verantwoordelijkheid is van Hogeschool NOVI, dienen docenten vanuit hun vakgebied een relatie te leggen tussen enerzijds de theorie, modellen, methoden en technieken en de werkervaring van de student anderzijds. Op deze wijze gaat de stof voor de student leven en kan er, geïnitieerd en met oog voor de leerdoelen gestuurd door de docent, een levendige discussie ontstaan, die leidt tot inzicht bij de student. Gebruikmakend van cases uit de eigen praktijk of uit die van de student wordt reflectie en begripsvorming gestimuleerd en kan de student zijn inzichten en vaardigheden inbrengen in zijn werksituatie. Ook op deze wijze wordt de samenhang in het programma geborgd. Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert de samenhang van het programma van de opleiding als voldoende gelet op: de uitwerking van de relatie tussen de leerdoelen van de verschillende studiefasen en de praktijkcomponent daarbinnen; de sterk rond beroepstaken opgebouwde opleiding waarborgt per studiefase de horizontale samenhang tussen theorie, opdrachten en de buitenschoolse component van het programma; er is sprake van verticale samenhang binnen het studieprogramma gelet op de toenemende complexiteit van de te onderscheiden studieonderdelen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 20
Facet 2.4. Studielast Criterium Het facet ‘Studielast’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Is het programma studeerbaar doordat factoren die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren, zoveel mogelijk worden weggenomen?
Bevindingen De opleiding heeft in de beschrijving van de programmaonderdelen de studiebelasting aangegeven, vermeld in uren. Uit de programmabeschrijvingen kan de student al in voldoende mate afleiden hoe zwaar het betreffende studieonderdeel is. In de documentatie heeft de opleiding aangegeven hoe de belasting over het studieprogramma verdeeld is:
Ieder semester heeft een studielast van 30 ECTS. Er worden 7 semesters aangeboden, met elk 6 vakken. Elk vak heeft een studiebelasting van 4 ECTS. Daarnaast heeft de student een relevante werkkring van minimaal 2 maanden per semester. Hieraan worden 6 ECTS toegekend. Mocht de student geen relevant werk hebben kan hij in plaats hiervan ook een maand per semester stage lopen. Het achtste semester doet de student een onderzoek en schrijft daarover zijn eindscriptie. Dit semester heeft een ook studiebelasting van 30 ECTS. het praktijkdeel omvat 12 ECTS per jaar. Het laatste semester worden de volledige 30 ECTS toegekend aan het afstuderen. De student moet 14 maanden relevante werkervaring hebben om voor vrijstelling van de stage in aanmerking te komen.
Een studieblok is standaard opgebouwd uit 5 lesweken en een afsluitende tentamenweek. Elk blok omvat twee vakken van 4 ECTS. De studielast per vak laat zich als volgt kwantificeren: 6 x 3 uur les/ tentamentijd 6 x 1 uur overhead (overleg en afspraken docenten, medestudenten) 6 x 6 uur zelfstudie ( besturing lesstof, schriftelijke opdrachten ter voorbereiding en/of verwerking van de stof) Circa 40 uur voor de bestudering van de tentamenstof c.q. het schrijven van een paper. De studielast per vak bedraagt dus gemiddeld 100 uur. De studielast per blok van 6 weken is derhalve circa 200 uur. Daarnaast wordt ongeveer 20 uur gerekend per vak dat de student in de praktijk (tijdens werktijd) met de opgedane kennis en inzichten ervaring opdoet. Deze studielast is ‘pittig’ voor studenten die daarnaast een veelal full time baan hebben op hoog niveau in de organisatie. Tijdens de intake wijst de opleiding de student hierop. Studenten geven tijdens de audit aan dat de opleiding niet eenvoudig is. Het combineren van werk en studeren is ‘zwaar’. De gesprekken wijzen er op dat er sprake is van duidelijke intrinsieke motivatie bij studenten: het is niet op de eerste plaats hun ‘baas’ die hen stuurt, maar veelmeer vinden zij zelf dat zij ‘beter’ worden door een opleiding op HBO-niveau te volgen. Een reden om de studie, ondanks de zwaarte, ook af te maken. De studeerbaarheid blijkt uit de uitkomsten uit de studentenevaluaties die na afloop van elk blok, voorafgaand aan het tentamen, worden uitgevoerd. 92.8% Oordeelt positief over de omvang van de behandelde lesstof. Het oordeel over de ‘hoeveelheid voorgeschreven literatuur’ is eveneens positief met een score van 3.4 op een oplopende vijfpuntsschaal. Dit beeld is over de jaren heen vrij constant.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 21
De opbouw van het programma zorgt ervoor dat de haalbaarheid gewaarborgd is. Het eerste jaar is inleidend en geeft een goed beeld van de opleiding. Het tweede en derde jaar wordt de student door het volgen van het programma voorbereid op de gehele opleidingsdoelstelling. In het laatste halfjaar van de studie vindt een onderzoek en het schrijven van de eindscriptie plaats. Hierin moet een aantal vakken in samenhang terugkomen. De meeste studenten behalen een vak in één keer, zodat er niet veel gebruik behoefd te worden gemaakt van herkansingen. De vakken in het eerste jaar zijn inleidend en oriënterend van aard en sluiten daarom goed aan bij in stroom vanuit MBO (niet zijnde ICT) Havo en VWO. MBO’ers met een ICT-opleiding op niveau 3 of 4 krijgen door middel van vrijstellingen een programma dat precies op hun vooropleiding aansluit. De student heeft de ruimte (afhankelijk van zijn werkdruk of andere factoren) om in zijn eigen tempo te studeren. Er is pas sprake van studievertraging als: • de student na de eerste herkansing het vak niet gehaald heeft; • de student binnen een jaar na de laatste module niet is afgestudeerd. Als er sprake is van studievertraging, dan wordt er contact met de student opgenomen, om samen achter de oorzaken te komen. In overleg bekijkt de opleiding hoe de belemmering kan worden weggenomen. Uit gesprekken met studenten blijkt dat er sprake is van voldoende studieloopbaanbegeleiding, met advies op maat voor de student bij afwijkingen in de studieplanning en studievoortgang. Met de student wordt dan een individueel studietraject afgesproken en vastgelegd. Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: de opleiding besteedt zowel op studentniveau als op programmaniveau voldoende aandacht aan de relatie tussen de formele en feitelijke studielast. de opleiding heeft hierdoor een instrument in handen om vroegtijdig studievoortgang belemmerende factoren weg te nemen. Studenten beoordelen de studielast en de studeerbaarheid als voldoende. studenten geven aan dat zij tevreden zijn over de studielast, ondanks de het feit dat het zwaar is om werk, studie en privé te combineren.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 22
Facet 2.5. Instroom Criterium Het facet ‘Instroom’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Sluit het programma qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek?
Bevindingen Alle studenten hebben een functie die gewaardeerd is op HBO werk- en denkniveau. De gemiddelde leeftijd van de NOVI-student is plm. 35 jaar. Dus hebben veel studenten in die leeftijdsfase een ‘druk gezinsleven’. De vakken in het eerste jaar zijn inleidend en oriënterend van aard en sluiten aan bij in stroom vanuit MBO (niet zijnde ICT) Havo en VWO. MBO’ers met een informaticaopleiding krijgen door middel van vrijstellingen een programma wat precies op hun vooropleiding aansluit. Gelet op de centrale plaats die in opleiding is weggelegd voor de koppeling met de praktijk door middel van het Action Learning Programma, zullen de studenten moeten beschikken over relevante werkervaring en een arbeidsplaats die de student de mogelijkheid biedt zich tijdens de studie op HBO-niveau praktisch te ontwikkelen. Dit wordt getoetst tijdens het intakegesprek of op basis van de door de kandidaat-student(e) overlegde documenten in de vorm van een functiebeschrijving, recent beoordelingsformulier of een door een schriftelijke verklaring van de leidinggevende van de kandidaat-student(e). In de werkgeversverklaring verklaart de leidinggevende van de kandidaat schriftelijk in hoeverre de kandidaat voldoende kennis, inzicht en werkervaring heeft op het terrein van ICT. Met de ondertekening van de verklaring geeft de werkgever aan dat het werk en de functie van de student aan de volgende criteria voldoet: • de functie die de student vervult in de organisatie sluit aan op het beroepsprofiel van HBO-ICT; • het door hem/haar uitgevoerde werk is op HBO-niveau; • de huidige functie wordt inmiddels minimaal drie maanden vervuld. Daar waar twijfel ontstaat over de kwaliteit en de relevantie van de werkervaring wordt een EVC-procedure in gang gezet Er zijn overzichten met de vrijstellingen op grond van EVC’s voor vaak voorkomende vooropleidingen van de studenten. Op grond hiervan zijn aangepaste programma’s beschreven. Er is een opzet gemaakt van een formele EVC-procedure, waarbij gebruik wordt gemaakt van het portfolio, de praktijkopdracht, 360-graden feedbackmethode, de interesse test, werk en denkniveau test en een leerstijlentest. De door de opleiding gehanteerde procedure houdt op dit moment in dat tijdens een intake gesprek bepaald wordt welke EVC’s de student heeft. In overleg met de docent wordt vastgesteld of deze EVC’s een vrijstelling voor dat vak zouden kunnen opleveren. Als er sprake is van een vrijstelling wordt in overleg met de student bepaald hoe deze de EVC’s met bewijsstukken kan onderbouwen. Eventueel worden er toetsen afgenomen, waarbij ook externe bureaus kunnen worden ingeschakeld. In het intakegesprek wordt op basis van CV, relevante diploma’s en certificaten en de toelichting van de kandidaat een oordeel gegeven over het niveau van de kandidaat. Dit oordeel wordt vastgelegd in een protocol, dat tezamen met het CV, de relevante diploma’s en certificaten wordt afgelegd in het dossier van de kandidaat.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 23
Het individuele leerprogramma van de student wordt vastgesteld op grond van vrijstellingen op het standaardprogramma voor EVC’s en EVK’s. Als de student de vooropleidingen van AMBI, ITIL/Service Management, MCSE, MCSD of CNE heeft gevolgd, krijgt hij de vrijstellingen zoals is vastgelegd in de desbetreffende programma’s. Voor overige behaalde certificaten en opleidingen worden individueel vrijstellingen gegeven. Oordeel: goed Het auditteam kwalificeert dit facet voor de opleiding als goed gelet op de volgende bevindingen: analyse van het propedeuseprogramma laat zien dat de opleiding in de startfase inhoudelijk aansluit op het kennisniveau van de instromende student waarbij een individueel studietraject mogelijk is; wat mogelijke leerroutes betreft houdt het opleidingsprogramma van de opleiding voldoende rekening met de verschillen in de kwalificaties van de instromende studenten; studenten betrekken de werkgever nadrukkelijk bij het proces dat leidt tot instroom van de student in de opleiding.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 24
Facet 2.6. Duur Criterium Het facet ‘Duur’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium:3 Voldoet de opleiding aan de formele eis (240 ECTS) m.b.t. de omvang van het curriculum van een HBO bachelor opleiding?
Bevindingen Het totale aantal studiepunten van de opleiding ICT bedraagt 240 ECTS. Daarmee voldoet de opleiding aan de formele, kwantitatieve eis die aan HBO bachelor opleiding wordt gesteld. Oordeel: voldoende Het auditteam heeft geconstateerd, dat de opleiding een omvang heeft van 240 ECTS, reden dit facet als voldoende te kwalificeren.
3
In feite gaat het hier niet om een criterium, maar om een formele vereiste. Zie de voetnoot bij beslisregel E.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 25
Facet 2.7. Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud Criteria Het facet ‘Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAOcriteria: Is het didactisch concept in lijn met de doelstellingen? Sluiten de werkvormen aan bij het didactisch concept?
Bevindingen De opleiding geeft aan dat Action Learning als werkvorm centraal staat. Het hele leerconcept is uitgewerkt in het document “Onderwijsmodel Hogeschool NOVI 2006-2010”. Uit dit document blijkt dat de kernelementen van het programma als volgt zijn samen te vatten: • leren vindt plaats op basis van uit de eigen praktijk gegrepen taken en situaties. Het gaat dus niet om casestudies, maar om praktijkcases uit de eigen werkomgeving; • in het kader van het Action Learning Programma wordt in groepsverband samengewerkt: de zogenaamde leergroep; • het leren vindt vooral plaats door reflectie: de deelnemers kijken in de leergroep en in bilaterale gesprekken terug op de gang van zaken en bespreken toekomstige acties. Daarbij is het stellen van goede vragen van cruciaal belang; • de leergroep besteedt ook aandacht aan het leerproces zelf, om het leerproces op een hoger plan te krijgen, met andere woorden: leren te leren. Action Learning wordt door de opleiding als een didactisch middel bij uitstek beschouwd om kennis en vaardigheden te integreren. Bestudering van de documentatie, in het bijzonder het onderwijsprogramma, laat zien dat de opleiding hierbij uitgaat van het aanpakken van vraagstukken uit de praktijk waarbij het gaat om het oplossingsgericht gebruiken van een samenhangend begrippenkader, theoretische concepten en analytische vaardigheden. Het onderwijsprogramma biedt de student een voorbereiding op het omgaan met de complexiteit van de ICT-omgeving waarbinnen de beroepspraktijk zich afspeelt. Action Learning kent een sterke interactie tussen de student en de docenten en een sterke verbinding tussen het buitenschools en het binnenschools leren. Dat is voor dit type deeltijdopleidingen, waarbij het leerproces van de studenten voor een substantieel deel ‘buiten’ plaatsvindt, een extra sterk punt. Docenten spelen daarbij, zo bleek het auditteam tijdens zijn gesprekken met docenten en studenten, een informerende, stimulerende, beoordelende, adviserende en, waar nodig, sturende rol. De theoriecomponent binnen de opleiding is vooral gericht op het systematisch aandacht besteden aan het opstellen van modellen en het leren verantwoorden ervan met behulp van theorieën. Bij het leren van vaardigheden gaat het om het oefenen en verbeteren van onmisbare vaardigheden voor het werk van een informaticus. In het eerste en tweede jaar wordt apart tijd besteed aan het leren van vaardigheden. Daarna worden de vaardigheden aangestuurd via de integrale leerlijn doordat studenten hierom vragen en/of zelf een training ontwerpen. Analyse van het studieprogramma’s laat zien dat bovenstaand didactisch concept inderdaad in praktijk wordt gebracht en dat de werkvormen daar direct op aansluiten. Al naargelang het gaat om kennis, inzicht, vaardigheden, attitude wordt een keuze gemaakt uit bijvoorbeeld: hoor- en werkcolleges, excursies, practica en zelfstandig werken (individueel en in groepsverband). Het zelfstandig werken krijgt binnen de opleiding veel nadruk omdat het programma sterk projectgericht is, waarbij elk project moet leiden tot een beroepsproduct dat door een student of door een groep studenten moet worden opgeleverd. De colleges en practica staan uitdrukkelijk in het teken van het project dat het hart van elk blok vormt.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 26
Naarmate de student vorderingen maakt in zijn studie, neemt de complexiteit van de projectopdrachten (en dus ook van de te maken beroepsproducten) toe en wordt bovendien in toenemende mate een beroep gedaan op het initiatief van de student. Deze aanpak garandeert interactie tussen de studenten onderling en tussen de student en de docenten. De opleiding biedt verschillende werkvormen aan. Verschillen tussen werkvormen bestaan onder ander uit actieve versus passieve onderwijsvormen en overdracht van kennis versus het zelfstandig verkrijgen van een resultaat. Uit de bestudering van het studieprogramma blijkt dat de opleiding de volgende werkvormen hanteert in het kader van het Action Learning programma: • hoorcollege, • werkcollege, • praktijkopdrachten, • groepswerk, • zelfstudie.
Oordeel: voldoende Voor de ICT opleiding kwalificeert het auditteam dit facet als voldoende op basis van de volgende observaties: het didactisch concept is in alle programmaonderdelen ontleend aan de doelstellingen van de opleiding. Centraal staat het verwerven van kwalificaties; de centrale rol die de opdrachten in het programma innemen, is consequent in alle leerjaren uitgewerkt waardoor de integratie van theorie en praktijk optimaal plaatsvindt; door het concept van Action Learning worden het werken in teamverband en de communicatieve vaardigheden verder ontwikkeld.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 27
Facet 2.8. Beoordeling en Toetsing Criterium Het facet ‘Beoordeling en Toetsing’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Wordt door de beoordelingen, toetsingen en examens adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd?
Bevindingen Op de werkplek en tijdens het afstuderen dient de student te verantwoorden op welke wijze hij voldoet aan de afgesproken te behalen beroepsspecifieke en beroepsoverstijgende competenties. Bij de beoordeling wordt ook het oordeel van de werkgever en/of opdrachtgever betrokken. De opleiding hanteert kwaliteitseisen met betrekking tot toetsing, vastgelegd voor de borging van: de overeenkomst van de toetsing met de omschreven eindkwalificaties van de onderwijseenheid; de algemene eisen voor lay-out, leesbaarheid en heldere ondubbelzinnige vraagstelling; de juiste beoordeling door de docent; de tijdige terugkoppeling van de toetsuitslag naar studenten. Uit de documentatie blijkt verder dat de opleiding uitgaat van richtlijnen opgesteld voor het toetsplan m.b.t. de momenten waarop getoetst wordt. De kern van deze richtlijnen is door het auditteam als volgt samengevat: het toetsprogramma is dusdanig van opzet dat de student regelmatig wordt getoetst en zo voldoende feedback krijgt op het leerproces; bij het kiezen van toetsmomenten wordt rekening gehouden met de zelfsturing van de student; geconcentreerde toetsmomenten worden zoveel mogelijk voorkomen; iedere competentie waaraan een student in het kader van het onderwijsprogramma moet voldoen wordt onderworpen aan een toetsing; de toets dient alle aspecten (kennis, vaardigheden, houding en de integratie daarvan) van de te toetsen competentie te meten. De docent dient het tentamen zo te maken dat er getoetst kan worden of de leerdoelen, die in de vakbeschrijvingen staan, zijn bereikt, en of het tentamen de lesstof (zoals beschreven in de vakbeschrijving) afdekt. De docent is hiervan op de hoogte doordat het in de docentenhandleiding staat. Dit wordt gecontroleerd door de examencommissie. De docent dient het tentamen twee weken voor aanvang van de tentamenweek in te leveren bij de opleidingscoördinator (dit staat tevens in de docentenhandleiding) zodat hij/zij deze bij de examencommissie kan laten goedkeuren. Op het tentamenrooster wordt aangevinkt of het tentamen binnen is. Er is een tentamenbeoordelingsformulier waarop de examencommissie een paraaf voor akkoord kan zetten of eventuele op- en of aanmerkingen om het tentamen te verbeteren. Het auditteam heeft de handleiding voor docenten bestudeerd waarin wordt beschreven op welke wijze de opleiding toetst en studenten beoordeeld worden. De docent maakt een tentamen, inclusief antwoordindicatie en normering, in overeenstemming met de vakbeschrijving. De opdrachtbeschrijving van een werkstuk, inclusief antwoordindicaties en normeringen, dient twee weken voor aanvang van de eerste les ingeleverd te worden bij de opleidingscoördinator. De examencommissie laat de tentamens controleren. Na goedkeuring wordt het tentamen vastgesteld. De docent corrigeert en beoordeelt volgens de vastgestelde antwoordindicatie en normering.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 28
De opleiding geeft aan dat men het noodzakelijk acht het toetsbeleid verder door te ontwikkelen waarbij de toetsvormen, de procedures en de verantwoordelijkheden beter zullen worden vastgelegd. Dit betekent dat de opleiding het bestaande toetsbeleid evalueert, de knelpunten in kaart brengt en vervolgens eisen formuleert waaraan de toetsen en procedures dienen te voldoen. Daartoe heeft de opleiding een verbeterplan opgesteld dat door het auditteam als adequaat is beoordeeld. In de programmabeschrijvingen die het auditteam heeft bestudeerd is telkens de wijze van toetsing per programmaonderdeel beschreven. Zo is bij het studieonderdeel ‘Databases 1’ sprake van een ‘theorietentamen’ dat theoretisch en casusgericht is en geënt is op basis database ontwerp. Ook is er sprake van de beoordeling van een individuele paper, dat beoordeeld wordt op inhoud en presentatie. Er is een inzageregeling, een regeling voor het aanvragen van een herbeoordeling, regeling voor het indienen van een bezwaar bij de examencommissie en als laatste nog een regeling voor het in beroep gaan tegen de beslissing van de examencommissie bij een externe beroepscommissie. Studenten zijn tevreden over de wijze waarop getoetst en beoordeeld wordt. De termijn van nakijken hangt af van de docent; de lijnen binnen de opleiding zijn zo kort dat docenten er op worden aangesproken indien het nakijken te lang duurt.
Oordeel: voldoende Voor de ICT opleiding kwalificeert het auditteam dit facet voor de opleiding als voldoende gelet op de volgende observaties: de huidige praktijk van toetsen en beoordelen wordt op een gestructureerde en gecontroleerde wijze uitgevoerd. Van belang is wel dat de opleiding het toetsbeleid verder doorontwikkelt. Dat wil zeggen: toetsvormen en procedures beter vastleggen dan thans het geval is; de opleiding zorgt er in voldoende mate voor dat de toetsingsmethoden valide, objectief en betrouwbaar zijn.
SAMENVATTEND OORDEEL “PROGRAMMA”: VOLDOENDE Het auditteam beoordeelt het Onderwerp “Programma” voor de opleiding ICT als voldoende. naar het oordeel van het auditteam kent de opleiding een programma dat in termen van kennis-, attitude- en competentieontwikkeling op HBO niveau is vormgegeven en dat wat oriëntatie en organisatie betreft duidelijk gericht is op het vakgebied ICT; de praktijkgerichtheid, de ordening, de sterke nadruk op de ontwikkeling als professional op het terrein van ICT en de gerichtheid op beroepstaken en beroepsopdrachten zijn een voldoende waarborg voor de interne samenhang van het studieprogramma; het programma biedt ruime mogelijkheden aan de studenten om hun opleiding tot professional op bachelorniveau te realiseren via gestructureerde interacties met het werkveld en via de in het studieprogramma opgenomen verbinding tussen het binnenschools - en buitenschools leren de opleiding heeft een inzichtelijk systeem van toetsen en studenten zijn in voldoende mate geïnformeerd over de wijze van toetsing.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 29
Onderwerp 3: Inzet van Personeel Dit onderwerp kent drie facetten: 1. eisen hbo; 2. kwantiteit personeel; 3. kwaliteit personeel.
Facet 3.1. Eisen HBO Criterium Het facet ‘Eisen HBO’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Wordt het onderwijs voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk?
Bevindingen Bestudering van informatie op personeelsgebied door het auditteam,waaronder netwerkoverzichten personeel en cv’s van de docenten, leidt tot de vaststelling dat docenten beschikken over ruime professionele contacten met het beroepenveld. NOVI-docenten zijn werkzaam in het bedrijfsleven, bij non profit organisaties of als zelfstandig adviseur/docent. Circa de helft van de hogeschool docenten (aangevuld met plm. 30 andere aan NOVI gelieerde professionele ICT-opleiders), verzorgt tevens cursussen en/of leergangen op het gebied van AMBI, I-Tracks, ITIL, Prince 2, BiSL, e.d. (maatwerkconfectie) voor NOVI opleidingen. Alle docenten brengen ervaring mee in opleiden (bij NOVI en aan andere instituten) en in de praktijk. NOVI beschikt daarnaast over enkele topdocenten met publicaties op hun naam, die een vooraanstaande rol spelen in de automatiseringswereld. Zij treden ondermeer op als gastspreker op bijeenkomsten binnen het vakgebied. Bij het aannemen van nieuw personeel wordt rekening gehouden met het realiseren van een goede mix in expertise van de docenten. Het auditteam vindt dit een adequate wijze van personeelsopbouw en personeelsplanning. Het auditteam constateert dat bij de docenten van de opleiding ICT een achtergrond in het bedrijfsleven of in het onderwijs in ruime mate vertegenwoordigd is. Uit een overzicht van ervaringsgegevens van docenten blijkt dat zij in de regel een achtergrond hebben binnen het bedrijfsleven, i.c. managementfuncties/ICT functies. Zij zijn werkzaam als senior consultant financiële logistiek bij een bank, manager ICT beleid, hoogleraar/senior organisatieadviseur, hoofd informatiebeleid. Aan de hand van de evaluaties worden gesprekken met docenten gevoerd over hun performance. Indien een docent onder de 3,5 scoort, (op een schaal van 1-5) krijgt deze een gesprek met de opleidingsmanager van de opleiding. Er worden mondeling afspraken gemaakt voor verbetering. Als de gewenste verbeteringen niet tijdig worden bereikt, wordt de docent niet meer ingezet. De evaluatie 2005-2006 geeft de volgende gemiddelde scores betreffende de docenten en organisatie: • Docent behandelt de juiste onderwerpen 3,61 • Docent geeft voldoende praktijkvoorbeelden 3,6 • Docent geeft interessant en helder les 3,51 • Docent handhaaft een goed te volgen tempo 3,62 • Docent activeert de deelnemers 3,57 • Algemeen oordeel 3,59 • Organisatie 3,95
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 30
De docenten hebben een goed netwerk binnen de sector, een netwerk dat wordt ingezet: • ten behoeve van de eigen ontwikkeling (denk aan de brancheorganisaties en certificerende instellingen); • voor programma-evaluatie (denk aan de intercollegiale contacten); • interne kwaliteitszorg (participeren in docentenbijeenkomsten en docentenevaluaties); • ondersteuning van studenten (netwerken, kennis, etc. worden “gedeeld”). Doordat veel docenten voor soortgelijke opleidingen lesgeven bij andere hogescholen bevordert dit de eigen professionaliteit, de programma-evaluatie en de interne kwaliteitszorg. Door vergelijking kunnen verbeteringen sneller worden doorgevoerd. Studenten geven aan tevreden te zijn met de docenten: ‘... gewoon goed’. Oordeel: goed Het auditteam kwalificeert dit facet als goed en wel op grond van de volgende observaties: de huidige praktijk laat zien, dat de docenten beschikken over goede contacten met het werkveld en met andere onderwijsinstellingen, vanwege het parttime dienstverband van de meeste docenten; door middel van deze contacten leggen zijn een adequate verbinding tussen werkveld en programma.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 31
Facet 3.2. Kwantiteit Personeel Criterium Het facet ‘Kwantiteit Personeel’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Wordt er voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen?
Bevindingen Per vak zijn er docententeams van 3 tot 5 docenten samengesteld waarbij één docent de hoofddocent is. Deze draagt de verantwoordelijkheid voor het up to date hebben en houden van de leerdoelen, de vakbeschrijving, de syllabi, de relatie met literatuur e.d. Dit gebeurt in afstemming met de overige docenten uit het team en de programmamanager. De programmamanager is verantwoordelijk voor de afstemming tussen de vakken en de docententeams onderling te waarborgen en de wijzigingen in het curriculum in relatie tot de ontwikkelingen in het beroepenveld te coördineren. De meeste docenten werken parttime waardoor afstemming en uniformiteit essentieel zijn. Inmiddels heeft de opleiding op dit punt actie ondernomen door de aanstelling van een functionaris die onder andere dit aspect in haar portefeuille heeft. Het beleid is erop gericht om docenten minimaal drie keer per jaar in te zetten. De ondergrens is tweemaal per jaar. Een groot deel van de docenten is al jarenlang op deze basis voor NOVI beschikbaar. Gemiddeld zijn de docenten 8 á 10 jaar op contractbasis verbonden aan NOVI. Een aantal docenten geeft daarnaast ook les op andere hogescholen en/of universiteiten. Voor Hogeschool NOVI is het van belang dat de docenten goed ingevoerd zijn in de didactiek (Action Learning) en in het curriculum. Om bovengenoemde redenen streeft NOVI naar continuïteit in het docentenkorps. Daarnaast is het onvermijdelijk dat het ‘docentenbestand’ zich voortdurend vernieuwt en verjongt. De snelle groei sinds 2004 van de bachelor ICT en de voortdurende bewaking van de kwaliteit van het onderwijs door middel van de evaluaties, vormen een belangrijke reden voor vernieuwing van het docentenkorps. De lesuitval is de afgelopen jaren minimaal geweest. Daar waar dit incidenteel (wegens ziekte) gebeurt, worden deze uitgevallen lessen ingehaald. Pas als er minder dan twee potentiële docenten voor een vak zijn, gaat de opleiding op zoek naar een nieuwe docent. Door middel van de netwerken van de medewerkers zijn deze goed te vinden. Het werken met 1e en 2e docenten voor een vak, zo geeft de opleiding aan is een betere waarborg voor de continuïteit van de opleiding. Eventueel wordt er nog een 3e docent als reserve aangewezen. Juist het feit dat de docenten nu afwisselend worden ingepland, maakt het laten vervangen van een docent eenvoudiger. Er wordt grotendeels met externe docenten gewerkt. Deze docenten krijgen een contract om bij een specifieke groep een specifiek vak te verzorgen. Bij lage instroom krijgen de docent dus minder werk aangeboden, bij hoge instroom meer. Studenten geven aan dat er zelden lessen uitvallen. Voor hen een belangrijk punt als deeltijdstudenten. Oordeel: goed Het auditteam kwalificeert dit facet voor de opleiding als goed en wel op grond van de volgende observatie: de opleiding beschikt over ruim voldoende docenten. Het werken met verschillende docenten voor een vak biedt de garantie dat de kans op lesuitval gering is.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 32
Facet 3.3. Kwaliteit Personeel Criterium Het facet ‘Kwaliteit Personeel’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Is het personeel gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma?
Bevindingen De meeste docenten zijn afkomstig uit de praktijk en heeft zelf een HBO/WO niveau. Zo geeft de opleiding zelf aan dat 70% van de docenten werkzaam dient te zijn in de praktijk en dient 90% van de docenten een HBO/WO-opleiding afgerond te hebben. De opleiding wijst er op dat men meer kan doen aan de kwaliteit van de docenten door ze (nog) meer te betrekken bij de Hogeschool, ze regelmatig met elkaar te laten discussiëren over de ontwikkelingen in het vakgebied en de relatie met het curriculum van de opleiding. Als er een vacature ontstaat wordt er een functieprofiel vastgesteld en vervolgens gaat de opleiding op zoek naar iemand die daaraan voldoet. Men heeft nog geen kwaliteitseisen beschreven die verbonden zijn aan specifieke competenties. Omdat NOVI een relatief kleine organisatie is, weet een ieder van elkaar wat men graag aan opleiding c.q. ontwikkeling mee zou willen maken. Het is echter niet schriftelijk vastgelegd. Voor ieder van de medewerkers moet, als daartoe aanleiding is, een persoonlijk opleidings- /ontwikkelingsplan opgesteld worden waarin afspraken zijn vastgelegd m.b.t. de verdere ontwikkeling van de voor hun functie noodzakelijke vakkennis en competenties. Het auditteam heeft kunnen constateren, dat de opleiding in haar aannamebeleid kwaliteitseisen stelt aan haar personeel en dan niet alleen in termen van opleiding en scholing (vakkennis, onderwijskundige en/of organisatorische expertise) maar vooral in termen van competenties en werkervaring. Daarbij is het auditteam gebleken, dat de opleiding in haar aannamebeleid een sterk accent legt op het werven van praktijkgeoriënteerde specialisten, die naast hun docentschap in het ICT domein werkzaam zijn. Er zijn geen functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken gehouden en er is geen Persoonlijke Ontwikkelingsplannen opgesteld. De directeur gaat met de vaste personeelsleden jaarlijks een functionerings- en een beoordelingsgesprek houden en daar verslag van maken. De studentevaluaties worden hierbij betrokken. Aan de hand van de evaluaties worden gesprekken met docenten gevoerd over hun prestatie. Indien een docent onder de waarde 3 scoort, volgt er een gesprek met de opleidingsmanager van de opleiding. Er worden mondeling afspraken gemaakt voor verbetering. Als de gewenste verbeteringen niet tijdig worden bereikt, wordt de docent niet meer ingezet. Het auditteam dringt er bij de opleiding op aan het personeelsbeleid beter te formaliseren. De opleiding heeft daarop een verbeterplan opgesteld waaruit blijkt dat men het huidige personeelsbeleid kritisch onder de loep neemt. Op basis hiervan zullen maatregelen genomen worden wat betreft functioneringsgesprekken, beoordelingsgesprekken, exitgesprekken en bezoldiging. Daarnaast wil de opleiding aandacht besteden aan het formuleren en vastleggen van personeelsbeleid, afstemmen en vaststellen en waar nodig opnemen in de Balanced Score Card. In het verbeterplan heeft de opleiding eveneens aangegeven voor welke data de functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken zullen hebben plaatsgevonden.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 33
Veel is informeel geregeld, iedereen wordt direct aangesproken op zijn functioneren. Veel medewerkers en freelancers hebben een relevant netwerk. Dit netwerk wordt ingezet: • ten behoeve van eigen ontwikkeling, • voor programma-evaluatie (denk aan de intercollegiale contacten) • interne kwaliteitszorg (participeren in docentenbijeenkomsten en docentenevaluaties) • ondersteuning van studenten (netwerken, kennis etc worden “gedeeld”) Tijdens de audit is gebleken dat studenten tevreden zijn over de kwaliteit van docenten: zij beschikken over voldoende vakinhoudelijke kennis en didactische vaardigheden om de verschillende studieonderdelen te verzorgen. Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: wat betreft vakdeskundigheid, werkveldervaring en inzicht in ontwikkelingen binnen het domein ICT zijn de docenten voldoende toegerust om de opleiding op het gewenste niveau te verzorgen; studenten zijn positief over de didactische kwaliteiten, de gerichtheid op de beroepspraktijk en de vaken werkveldkennis van hun docenten; van belang is dat de opleiding het voeren van functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken formaliseert. Ook het opstellen van een persoonlijk ontwikkelingsplan is noodzakelijk. Naar de mening van het auditteam vergroot dit verder de betrokkenheid van de docenten bij het onderwijs. Deze punten zijn opgenomen in het verbeterplan 2008 van de opleiding.
SAMENVATTEND OORDEEL “INZET VAN PERSONEEL”: VOLDOENDE Het auditteam kwalificeert voor de opleiding het onderwerp “Inzet van Personeel” als voldoende. Kwantitatief is de inzet van personeel op een niveau dat het verzorgen van de opleiding met de gewenste kwaliteit mogelijk maakt. Kwalitatief is het personeel voldoende gekwalificeerd om de opleiding op HBO-niveau te realiseren. Conform de “Beslisregels Accreditatie” zoals vastgelegd in het NVAO-Accreditatiekader, kan een Onderwerp niet hoger scoren dan ‘voldoende’. Het auditteam beoordeelt evenwel twee facetten van het onderwerp “Inzet personeel” als goed. Dit rechtvaardigt (zie § 1.4.2. onder E) een kwalificatie ‘goed’ voor dit onderwerp. Reden voor het auditteam de kwalificatie ‘goed’ als extra aantekening aan zijn oordeel toe te voegen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 34
Onderwerp 4: Voorzieningen Dit onderwerp kent twee facetten: 1. materiële voorzieningen; 2. studiebegeleiding.
Facet 4.1. Materiële Voorzieningen Criterium Het facet ‘Materiële Voorzieningen’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Zijn de huisvesting en de materiële voorzieningen toereikend om het programma te realiseren?
Bevindingen Het onderwijs van de HBO ICT wordt voor het overgrote deel gegeven in de eigen gebouwen van Hogeschool NOVI te Utrecht. Wanneer het bedrijfsopleidingen betreft bij één specifieke opdrachtgever kunnen de onderwijsruimten door de opdrachtgever beschikbaar worden gesteld. Gelet op de kleinschaligheid van Hogeschool NOVI zijn er voor iedere werkvorm voldoende ruimten aanwezig om het onderwijs te faciliteren. Er zijn minimaal drie leslokalen beschikbaar, een ruimte die als bibliotheek wordt gebruikt en die tevens geschikt is voor individuele begeleiding van studenten en een verblijfsruimte. De ruimten hebben voorzieningen als tafels, stoelen, whiteboard, flip over, prikbord, overheadprojectoren, beamers en internetaansluitingen. De opleiding beschikt over een kleine bibliotheek waar in ieder geval de verplichte studieboeken te raadplegen zijn en waar de voor de opleiding meest relevante tijdschriften ter inzage beschikbaar zijn. Tijdens de opleiding wordt in toenemende mate gebruik gemaakt van een elektronische leeromgeving. In dat geval onderhoudt men contact met school via e-mail. Men kan op deze manier vragen aan docenten stellen, maar ook overleggen met medestudenten over gezamenlijke opdrachten. Daarnaast is het mogelijk via de elektronische leeromgeving tentamenroosters, cijferlijsten en actuele informatie over de opleiding op te vragen. Er is een coördinator e-learning aangesteld die samen met de informatiemanager, ondersteund door een externe deskundige, de procedures bewaakt voor het gebruik van e-learning omgeving en voorlichtingen geeft aan de docenten. Bij de start van de opleiding wordt een studiegids met alle informatie betreffende de opleiding aan de student verstrekt. Bij het begin van een nieuw collegejaar, respectievelijk semester, wordt het rooster, jaarplanning naar de studenten via e-mail verstuurd. De opleidingscoördinator is tevens telefonisch bereikbaar voor individuele vragen van de studenten. Door middel van periodieke evaluaties onder de studenten is er inzicht in de eisen en wensen van studenten ten aanzien van materiële en ruimtelijke voorzieningen. Over het afgelopen jaar is het gemiddelde van de studentevaluaties voor de accommodatie 3,77 waarbij de accommodatie Utrecht een 3,3 scoort. Er zijn soms opmerkingen (op de evaluaties) over het parkeren, de airco en de grootte van het lokaal. Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet als voldoende: huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma van de opleiding te realiseren en voldoen aan de behoeften van medewerkers en studenten.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 35
Facet 4.2. Studiebegeleiding Criteria Het facet ‘Studiebegeleiding’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Zijn de studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten adequaat met het oog op de studievoortgang? Sluiten de studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten aan bij de behoefte van de studenten?
Bevindingen Bij de start van de opleiding wordt een studiegids met alle informatie betreffende de opleiding aan de student verstrekt. Bij het begin van een nieuw collegejaar, respectievelijk semester, wordt het rooster, jaarplanning naar de studenten via e-mail verstuurd. De opleidingscoördinator is tevens telefonisch bereikbaar voor individuele vragen van de studenten. Jaarlijks wordt de studiegids geactualiseerd. Zes maal per jaar worden tentamens afgenomen. Nadat de examencommissie de cijfers heeft vastgesteld worden deze via de website gepubliceerd. De student wordt hierop geattendeerd, door middel van een email. De student heeft zo altijd toegang tot zijn actuele cijferlijst. Op deze cijferlijst wordt een presentatie gegeven van alle modules en leereenheden die een student voor het afronden van de opleiding dient te volgen. Via dit overzicht wordt duidelijk als een student nog te veel modules niet goed of niet heeft afgerond. Uit de presentielijsten wordt duidelijk of een student voldoende aanwezig is geweest. Bij regelmatig onvoldoende resultaten of bij regelmatige absentie van de student neemt de opleidingscoördinator contact op met de student om zonodig een remediërend traject af te spreken. Deze afspraken worden schriftelijk vastgelegd door opleidingscoördinator. De student kan op verzoek tijdens het laatste jaar van de studie al met de afstudeeropdracht beginnen, wanneer 75-80 % van de opleiding is afgerond. Is de student met de laatste module bezig dan wordt de student door Hogeschool NOVI uitgenodigd een aanvang met de afstudeeropdracht te maken en wordt er een afstudeerbegeleider toegewezen. De afstudeerbegeleider heeft dan een controle op de studievoortgang van de studie van student. Vanwege het feit dat veel studenten, vanwege hun beroepsuitoefening en sociale activiteiten moeite hebben om te starten met hun afstudeeropdracht is in het verbeterplan 2008 deze problematiek opgenomen. De opleidingscoördinator begeleidt de studenten tijdens hun studie. Alle vragen over de opleiding, zoals roosters, boeken, tentamens, afstuderen worden door de opleidingscoördinator beantwoord. Gelet op de kleinschaligheid van Hogeschool NOVI en het feit dat over eigen lesaccommodatie kan worden beschikt zijn er voor iedere werkvorm voldoende ruimten aanwezig om het onderwijs te faciliteren. De opleiding heeft de beschikking over drie leslokalen, een ruimte die als bibliotheek wordt gebruikt en die tevens geschikt is voor individuele begeleiding van studenten en een verblijfsruimte. Voor de studenten is er de mogelijkheid om via de e-learning omgeving van Hogeschool NOVI, materiaal, lesplanners en andere informatie van de modules te bekijken via internet. Op dit moment wordt bij ruim 80% van de vakken de e-learning omgeving gebruikt. De mogelijkheid om gebruik te maken van de e-learning omgeving wordt door middel van extra voorlichtingen bij de docenten gestimuleerd. De opleidingscoördinator ondersteunt hierbij de docent.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 36
Door het nauwe contact met de student kan de opleiding snel beoordelen of een student echt problemen heeft met een bepaalde module. In dat geval kan met de student gezocht worden naar een oplossing, bijvoorbeeld in de vorm van extra begeleiding. Studenten zijn tevreden over de begeleiding. Zij geven aan dat zij bij voorkeur hun eigen weg willen gaan. Indien er sprake is van problemen met de studie, dan wordt er van kant van de opleiding op een adequate wijze gereageerd. Er is sprake van ‘korte lijnen’ tussen studenten, docenten en het management van de opleiding. Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observatie: de studiebegeleiding en de daarmee verband houdende informatievoorziening aan studenten en docenten zijn adequaat met het oog op de studievoortgang en sluiten aantoonbaar aan bij de behoefte van de studenten. Extra aandacht is nodig om het afstuderen te bevorderen (verbeterplan 2008).
SAMENVATTEND OORDEEL “VOORZIENINGEN”: VOLDOENDE Het auditteam kwalificeert het onderwerp “Voorzieningen” voor opleiding als voldoende gelet op de volgende observaties: de ruimtelijke en materiële voorzieningen maken het mogelijk de opleiding op adequate wijze te realiseren. de studentbegeleiding is voldoende geregeld en wordt, ook naar het oordeel van studenten, naar behoren uitgevoerd, hoewel studenten aangeven er in de regel weinig behoefte aan te hebben.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 37
Onderwerp 5: Interne Kwaliteitszorg Dit onderwerp kent drie facetten: 1. evaluatie resultaten; 2. maatregelen tot verbetering; 3. betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld.
Facet 5.1. Evaluatie Resultaten Criterium Het facet ‘Evaluatie Resultaten’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Wordt de opleiding periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen?
Bevindingen Hogeschool NOVI voert jaarlijks een Management Review uit die leidt tot een oordeel over de gerealiseerde kwaliteit van de opleiding t.o.v. de beoogde kwaliteit, inzicht in de sterke en zwakke punten en de maatregelen ter verbetering. De opleiding heeft op het terrein van evaluaties een aantal uitgangspunten geformuleerd die zich als volgt laat samenvatten: • studentevaluaties vinden plaats na afloop van de vakken en een procedure om deze evaluaties te verwerken. • er is een adequate klachtenprocedure. • de Balanced Score Card (hierna: BSC) van Hogeschool NOVI heeft als streefcijfer een gemiddelde score van 3,5 op de punten van de studentevaluatie. In deze BSC zijn de kritieke prestatie-indicatoren voor Hogeschool NOVI geformuleerd en voorzien van streefcijfers. • er is een adequaat kwaliteitsmanagementsysteem. De streefwaarde van 3,5 voor het onderdeel docent gebruikt de opleiding om docenten te kunnen bijsturen. Op de onderdelen accommodatie en organisatie scoort de opleiding 3,77. Is er sprake van onvoldoende scores bij evaluaties op het terrein van training dan leidt dit tot overleg van de programmamanager en de docent over mogelijke aanpassing van het vak en/of het programma. Blijkt uit studentenevaluaties dat studenten niet tevreden zijn over een docent, dan leidt dit tot een gesprek van de programmamanager met de docent. Tevens moeten verbeteringsmaatregelen genomen worden (en schriftelijk vastgelegd worden) zodat het mogelijk wordt om te checken dat deze afspraken worden nageleefd. Aan het eind van ieder vak, voorafgaand aan het tentamen wordt geëvalueerd. Het resultaat van de evaluatie wordt beoordeeld door de directeur van de opleiding en de programmamanager. Het evaluatieformulier voor studenten bestaat uit vier onderdelen: • algemeen deel over de opleiding • docent • accommodatie • organisatie De ingevulde formulieren worden ingevoerd in het evaluatieprogramma. Dit programma biedt de mogelijkheid evaluatiegegevens in te voeren en allerlei overzichten hiervan te genereren. De evaluatiegegevens worden geregistreerd per gegeven vak (vak, begindatum, einddatum, docenten, accommodatie). Het managementteam van de Hogeschool NOVI is verantwoordelijk voor de inrichting van dit management informatiesysteem en verantwoordelijk voor de realisatie van de in de BSC vastgelegde streefcijfers.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 38
Tijdens de periodieke vergaderingen van het stichtingsbestuur en de jaarlijkse Management Reviews wordt nagegaan in hoeverre de maatregelen tot verbetering al zijn uitgevoerd, wat de resultaten daarvan zijn, waar de organisatie zich op dat moment bevindt en wat de sterke punten en de verbetermogelijkheden van de organisatie zijn. Door het stichtingsbestuur van Hogeschool NOVI is een kwaliteitsauditor aangesteld die een onafhankelijke positie heeft ten opzichte van het managementteam van Hogeschool NOVI. Deze kwaliteitsauditor treedt tevens op procesbegeleider. De procesbegeleider speelt een belangrijke rol in de voorbereiding van de positiebepaling, als begeleider in de consensusbijeenkomst en als bewaker van het vervolgtraject. Daarnaast beschikt Hogeschool NOVI over een managementinformatiesysteem. Dit informatiesysteem bestaat uit een geautomatiseerd studentenadministratie, een financieel informatiesysteem en een geautomatiseerd systeem voor de verwerking van de studenten en docentenevaluaties. Vanuit deze systemen worden de periodieke rapportages opgesteld. Het managementteam van de Hogeschool NOVI is verantwoordelijk voor de inrichting van dit management informatiesysteem en verantwoordelijk voor de realisatie van de in de BSC vastgelegde streefcijfers. Tijdens de periodieke vergaderingen van het stichtingsbestuur en de jaarlijkse Management Reviews wordt nagegaan in hoeverre de maatregelen tot verbetering al zijn uitgevoerd, wat de resultaten daarvan zijn, waar de organisatie zich op dat moment bevindt en wat de sterke punten en de verbetermogelijkheden van de organisatie zijn. Inmiddels is een programmamanager die o.a. de rol vervult van kwaliteitsauditor en procesbegeleider bij de opleiding in dienst getreden. Zij zal zich bezighouden met het verder stroomlijnen van de kwaliteitszorg binnen de opleiding.
Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de opleiding als voldoende gelet op de volgende observaties de opleiding wordt aan de hand van toetsbare streefdoelen geëvalueerd. Bij deze evaluatie zijn studenten nadrukkelijk betrokken; deze evaluaties zijn in planningscycli van de hogeschool ondergebracht en zijn daardoor geïnstitutionaliseerd.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 39
Facet 5.2. Maatregelen tot Verbetering Criterium Het facet ‘Maatregelen tot Verbetering’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Vormen de uitkomsten van periodieke evaluaties van de opleiding de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen?
Bevindingen De opleiding geeft aan dat de waardering voor een studieonderdeel onder 3,5 (op een vijfpuntsschaal) leiden tot overleg van de programma manager en de docent over mogelijke aanpassing van het vak en/of het programma. Waardering onder de 3,5 voor de docent leidt tot een gesprek van de programmamanager met de docent. Waardering onder 3,5 voor de accommodatie leidt tot aanpassingen in het inroosteren. Waardering onder de 3,5 voor de organisatie leidt tot overleg van de directie met de opleidingscoördinator. Het auditteam constateert dat in de Management Review verbeterpunten zijn aangegeven voor verschillende facetten. Het betreft onder andere verbeteringen op de punten: • vakken dienen geclusterd te worden in thema’s waardoor de samenhang tussen de vakken wordt bevorderd. • onderzoek uitvoeren naar de mogelijkheid van vakoverschrijdende toetsing, waarbij ook het “vierogenprincipe” wordt toegepast. • de toetsingsprocedure van de afstudeerregeling dient nog te worden goedgekeurd door het bestuur van de opleiding. • verbetermaatregelen dienen standaard schriftelijk vastgelegd te worden zodat het mogelijk wordt om te checken dat deze afspraken worden nageleefd. Tot nu toe gebeurt dat mondeling. • de directeur gaat met de vaste personeelsleden jaarlijks een functionerings- en een beoordelingsgesprek houden en daar verslag van maken. De studentevaluaties worden hierbij betrokken; • afstudeerrendement; • toetsbeleid; • personeelsbeleid; • studentevaluaties. Deze laatste vier punten zijn in het Verbeterplan 2008 uitgewerkt en van concrete tijdslijnen voorzien. Tijdens de periodieke vergaderingen van het stichtingsbestuur en de jaarlijkse Management Reviews wordt nagegaan in hoeverre de maatregelen tot verbetering al zijn uitgevoerd, wat de resultaten daarvan zijn, waar de organisatie zich op dat moment bevindt en wat de sterke en zwakke punten zijn en de verbetermogelijkheden van de organisatie zijn. Een van de bestuursleden van het stichtingsbestuur vervult de rol van kwaliteitsauditor en procesbegeleider, vanaf juli 2004. De studenten geven aan dat er in voldoende mate naar hun wensen geluisterd wordt. Indien er sprake is van specifieke klachten, dan neemt de opleiding deze serieus en worden verbetermaatregelen genomen Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: • de uitkomsten van de periodieke evaluaties worden aantoonbaar vertaald in concrete verbetermaatregelen waarvan de implementatie systematisch wordt gemonitord.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 40
Facet 5.3. Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld Criterium Het facet ‘Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Zijn -en zo ja op welke wijze- medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld actief betrokken bij de interne kwaliteitszorg van de opleiding?
Bevindingen De opleiding geeft aan dat medewerkers actief betrokken zijn bij de interne kwaliteitszorg door middel van de periodieke werk overleggen. De studenten vullen na elk vak een evaluatie in. De Beroepenveldcommissie is actief betrokken bij het vaststellen van het programma van de opleiding. Uit de resultaten van de evaluaties worden door het management conclusies getrokken die leiden tot acties die in de planning van de opleiding ICT worden opgenomen. Tijdens de audit geven studenten en docenten aan zich betrokken te voelen bij het aspect kwaliteitszorg: suggesties voor verbetering worden serieus genomen; studenten kunnen hier zowel met docenten als met het management van de opleiding (directeur, opleidingscoördinator) van gedachte over wisselen. Recentelijk is een kring van alumni van NOVI opgericht. Deze kring van oud-studenten en hun werkgevers is medio 2007 opgericht en heeft mede tot doel op basis van de gevolgde opleiding te reflecteren en daar waar nodig te evalueren. Aanbevelingen worden meegenomen bij de ontwikkeling van het curriculum. Daarnaast kent NOVI sinds kort een Raad van Advies. In tegenstelling tot de Beroepenveldcommissie die hoofdzakelijk naar de ontwikkelingen in het vakgebied kijkt en de mate waarop de opleiding hierop aansluit, kijkt de raad van advies ook naar de Hogeschool NOVI als organisatie, naar de (kwaliteits)processen en naar het niveau van (de instroom van) de studenten en docenten. Diverse “partijen” beïnvloeden de inhoud van het programma door een samenwerkingsrelatie: • ITSMF, de beroepsgroep voor informatici op het gebied van Informatiemanagement (van uitvoerend tot strategisch beheer) heeft geparticipeerd in de ontwikkeling van Service Managementvakken; • directieleden van NOVI participeren in ITSMF (in de kennisgroep en in de Raad van Advies) wat leidt tot wederzijdse kennisuitwisseling; • hogeschool NOVI heeft afspraken over de samenwerking in het Master programma van TOPTech (TU Delft) op de kopstudie voor de doelgroep met service managers. De directeur van NOVI maakt deel uit van de Raad van Advies van TOPTech; • hogeschool NOVI heeft onder andere een relatie met verschillende Micosoftpartners (zoals BVO en IdéeICT) en met Novell en bewaakt mede daardoor de afstemming op de instroom in de kopstudies. Daarnaast heeft NOVI een nauwe relatie met de Stichting EXIN die indirect een deel van de instroom faciliteert (AMBI, thans I-Tracks). Doel is eveneens het borgen van de afstemming van de instroom. Waardering onder de 3 van docenten door de studenten leidt tot een gesprek van de programmamanager met de docent. Tevens worden dan, waar nodig, verbetermaatregelen genomen die schriftelijk worden vastgelegd. Tot dusver gebeurde dit mondeling. Het auditteam constateert dat de kwaliteitscyclus wat betreft de studentenevaluaties niet correct verloopt. Hoewel studenten tijdens de audit aangeven tevreden te zijn over de wijze waarop zij betrokken worden bij de opleiding, wijst het auditteam de opleiding er op dat de kwaliteitscyclus met betrekking tot de studententevredenheid verder verbeterd kan worden. Het verbeterplan van de opleiding laat zien dat de norm met betrekking tot de studenttevredenheid geëvalueerd zal worden en indien nodig gewijzigd. Verder zal de norm opnieuw worden vastgesteld en worden opgenomen in de Balanced Score Card.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 41
Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de opleiding als voldoende gelet op de volgende observaties: studenten, medewerkers, alumni en het beroepenveld zijn op actieve en georganiseerde wijze bij de interne kwaliteitszorg betrokken.
SAMENVATTEND OORDEEL “INTERNE KWALITEITSZORG”: VOLDOENDE Het auditteam kwalificeert het Onderwerp “Interne Kwaliteitszorg” voor de opleiding als voldoende gelet op de volgende observaties: de interne kwaliteitszorg wordt systematisch aangepakt; studenten, docenten en het werkveld worden hier op actieve en gestructureerde wijze bij betrokken; het kwaliteitszorgsysteem leidt aantoonbaar tot concrete verbetermaatregelen met meetbare doelstellingen waarvan de realisering wordt gemonitord.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 42
Onderwerp 6: Resultaten Dit onderwerp kent twee facetten: 1. gerealiseerd niveau; 2. onderwijsrendement.
Facet 6.1. Gerealiseerd Niveau Criterium Het facet ‘Gerealiseerd Niveau’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Zijn de gerealiseerde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties?
Bevindingen Aan de hand van informatie, verkregen van alumni en het relevante beroepenveld, wordt jaarlijks op systematische wijze getoetst of de gerealiseerde eindkwalificaties overeenkomen met de door het relevante beroepenveld gewenste kwalificaties. De Beroepenveldcommissie komt twee keer per jaar bijeen om het programma van de opleiding af te stemmen op de door het beroepenveld gewenste kwalificaties. De toetsing van de gerealiseerde eindkwalificaties vindt plaats via de evaluaties. Het alumnivolgsysteem wil de opleiding gaan gebruiken voor het toetsen of de gerealiseerde eindkwalificaties in overeenstemming zijn met de in het beroepenveld gewenste kwalificaties. In de opzet van het programma zijn de doelstellingen per vakgebied uitgewerkt. Deze zijn gekoppeld aan de Dublin Descriptoren. Hierin komen alle onderdelen van het gedefinieerde bachelorniveau terug. In de afstudeeropdracht komen alle descriptoren geïntegreerd aan bod. Aan de afstudeeropdracht worden de volgende eisen gesteld: • de afstudeeropdracht is praktijkgeoriënteerd, gebaseerd op een concreet probleem en uitmondend in uitvoerbare aanbevelingen; • het probleem is duidelijk beschreven in relatie tot missie en de doelstelling van de organisatie; • de opdracht sluit inhoudelijk en qua niveau aan op de opleiding en biedt de mogelijkheid eerder opgedane kennis en vaardigheden toe te passen; • de student laat blijken dat zij niet blijft steken op het operationele niveau, maar vertoont ook strategisch inzicht; • de opdracht is multidisciplinair, hetgeen blijkt uit een beschrijving van de onderlinge relaties die de opdracht heeft met verscheidene disciplines (bijvoorbeeld economie, financiën, marketing etc.). Het auditteam heeft voorafgaand aan de audit zelf een aantal scripties opgevraagd om deze uitgebreid te kunnen beoordelen. Het betrof onder andere: 1) The dynamics and future of ING Network Infrastructure; eindcijfer 8 2) Facilitaire organisatie Altra; eindcijfer 6,7 3) De compliant verzekeraar; eindcijfer 8,6 4) Herinrichting van het desktop & applicatiemanagement proces; eindcijfer 6,3. Het auditteam merkt het volgende op. De procedures en methode voor het maken van een afstudeerscriptie en de verdediging ervan zijn helder beschreven. Er wordt beoordeeld op basis van twaalf aspecten die zijn beschreven en een relevante weging hebben. Ook de mondelinge presentatie en de verdediging dragen in een vaste verhouding bij aan het eindcijfer. De gebruikte weging is adequaat en representeert de kennis en kunde van de student op een goede wijze.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 43
De kwaliteit van de onderzochte eindscripties is op HBO-niveau. De beoordeling op basis van het vierogenprincipe is kritisch en goed geweest voor de beoordeelde scripties. De studenten hebben laten zien dat ze de stof beheersen en dat ook kunnen verwoorden. De mate van zelfstandig werken gedurende het afstudeeronderzoek en het schrijven van de scriptie wordt tijdens het proces getoetst door de afstudeerbegeleider, aangesteld door de opleider. Tijdens de verdediging wordt dit element nogmaals getoetst doordat de assessoren op onderdelen doorvragen. Studenten die geen eigen werk of slechts gedeeltelijk eigen werk hebben geproduceerd vallen naar de mening van de docenten dan zeker door de mand. Samenvattend acht het auditteam de methode, procedures en beoordeling van de afstudeerscripties van een goed niveau.
Oordeel: goed Het auditteam beoordeelt dit facet voor de opleiding als goed en wel op grond van de volgende overweging. • de eindwerkstukken zijn duidelijk praktijk georiënteerd en relevant; • de eindwerkstukken zijn van goed niveau.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 44
Facet 6.2. Onderwijsrendement Criteria Het facet ‘Onderwijsrendement’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Zijn er, al dan niet in samenspraak met verwante opleidingen, streefcijfers geformuleerd in vergelijking met andere relevante opleidingen? Voldoet het onderwijsrendement aan deze streefcijfers?
Bevindingen De opleiding beschikt over streefcijfers, maar niet in vergelijking tot andere relevante opleidingen. Als streefcijfers noemt de opleiding: • Uitvalpercentage van de studenten is maximaal 15%; • Minimaal 80% van studenten sluit een vak voldoende af na maximaal één her-tentamen; • 90% van de afgestudeerden zijn binnen een jaar, na het behalen van de reguliere vakken, exclusief de scriptie, afgestudeerd. In tegenstelling tot het reguliere onderwijs zijn er geen streefcijfers met betrekking tot de doorlooptijd van de studie. Een student kan per module inschrijven en omdat er hoofdzakelijk deeltijd studenten ingeschreven zijn, die naast hun studie ook een baan hebben, moet de opleiding studenten de mogelijkheid bieden de studie in een voor hen geschikte termijn af te kunnen ronden. Het afstudeerrendement voldoet niet aan de norm die de hogeschool stelt in de kwartaalrapportage en die gebaseerd is op de BSC. In een verbeterplan heeft de opleiding een aantal maatregelen geformuleerd om de rendementen te laten aansluiten bij de eisen die de hogeschool stelt. Concreet betekent dit het volgende: • de norm die de hogeschool hanteert wordt geëvalueerd en indien nodig gewijzigd, opnieuw vastgesteld en opgenomen in de BSC; • het afstudeertraject wordt geëvalueerd en knelpunten worden beschreven; • invoeren van nieuw afstudeerproces; • evalueren van het afstudeerrendement op basis van het nieuw ingevoerde afstudeerproces. In het verbeterplan heeft de opleiding tevens een aantal data opgenomen als deadline waarbinnen de verbeteringen moeten zijn gerealiseerd. Zo zal de normering van het afstudeerrendement voor 15 december 2007 opnieuw zijn vastgesteld en zal het nieuwe afstudeerproces voor 1 juni 2008 geëffectueerd zijn. Een evaluatie van het nieuwe afstudeerrendement vindt plaats uiterlijk eind 2008. Het percentage afgestudeerden kan worden vergroot door de overgang van tentamens naar afstudeeropdrachten beter te begeleiden. Een te gering aantal van 40 % van de studenten studeert af binnen een jaar na het laatste tentamen. In het studiejaar 2006-2007 is veel geïnvesteerd in het begeleiden van studenten bij hun afstuderen hetgeen in het afgelopen jaar heeft geresulteerd in een groei van 25% naar 40%. Als verbetermaatregel krijgen studenten thans bij aanvang van het vierde studiejaar een scriptiebegeleider toegewezen. Deze geeft in het eerste of tweede blok van het vierde jaar aan de hand van de regelingen voor de afstudeerscriptie een presentatie over de te volgen procedure en de wijze waarop een student het afstudeertraject start. Er vindt een betere monitoring plaats van de student. Tevens bestaat voor de student de mogelijkheid tot begeleide intervisie gericht op het afstuderen. Deze intervisie start direct na de laatste lessen van het vierde jaar als de student met de scriptie begint. Eens per maand komen een groep studenten met de scriptiebegeleider bijeen om problemen te bespreken en gedachten uit te wisselen ten aanzien van het onderwerp, de wijze van onderzoek, het te hanteren theoretisch kader, enz.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 45
Hoewel het niveau van de scripties thans al duidelijk HBO-niveau heeft (hetgeen ook in een eerder proefaccreditatietraject, uitgevoerd door Certiced, was gebleken) zal het studierendement door deze maatregelen toenemen. Het auditteam merkt op dat de opleiding ICT van Hogeschool NOVI een deeltijdopleiding is waarvoor de deelnemers en/of hun werkgevers betalen. Het is dan ook in het belang van de opleiding zelf de kwaliteit van de opleiding op een zo hoog mogelijk niveau te houden en een zo optimaal mogelijk afstudeerrendement te realiseren. Het ICT werkveld, i.c. de werkgevers kijken voortdurend kritisch over de schouders van studenten mee. Het houdt de opleiding duidelijk op scherpte. Oordeel: voldoende Het auditteam kwalificeert dit facet voor de opleiding als voldoende en wel op grond van de volgende observaties: • de opleiding hanteert streefcijfers; • het rendement van de opleiding voldoet thans niet aan haar streefcijfers; • de opleiding heeft een verbeterplan opgesteld waaruit blijkt dat de opleiding investeert in het verbeteren van het rendement van de opleiding.
SAMENVATTEND OORDEEL “RESULTATEN”: VOLDOENDE Het auditteam kwalificeert het Onderwerp “Resultaten” voor de opleiding als voldoende gelet op de volgende observaties: het gerealiseerde niveau komt overeen met het niveau dat wordt nagestreefd. de opleiding heeft substantiële maatregelen getroffen om het rendement te verhogen, waarbij zij het realiseren van de streefcijfers als doelstelling heeft. Conform de “Beslisregels Accreditatie” zoals vastgelegd in het NVAO-Accreditatiekader, kan een Onderwerp niet hoger scoren dan ‘voldoende’. Het auditteam beoordeelt evenwel één facet van het onderwerp “Resultaten” als goed. Dit rechtvaardigt (zie § 1.4.2. onder E) een kwalificatie ‘goed’ voor dit onderwerp. Reden voor het auditteam de kwalificatie ‘goed’ als extra aantekening aan zijn oordeel toe te voegen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 46
3.
SAMENVATTEND OORDEEL
3.1.
Oordeelschema HBO bachelor opleiding ICT deeltijd HBO BACHELOR OPLEIDING ICT deeltijd
Onderwerp / Facet
Oordeel V4
1. Doelstellingen Opleiding 1.1. Domeinspecifieke Eisen
G
1.2. Niveau Bachelor
G
1.3. Oriëntatie HBO
G
2. Programma
V
2.1. Eisen HBO
G
2.2. Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma
G
2.3. Samenhang Programma
V
2.4. Studielast
V
2.5. Instroom
G
2.6. Duur
V
2.7. Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud
V
2.8. Beoordeling en Toetsing
V V5
3. Inzet van Personeel 3.1. Eisen HBO
G
3.2. Kwantiteit Personeel
G
3.3. Kwaliteit Personeel
V
4. Voorzieningen
V
4.1. Materiële Voorzieningen
V
4.2. Studiebegeleiding
V
5. Interne Kwaliteitszorg
V
5.1. Evaluatie Resultaten
V
5.2. Maatregelen tot Verbetering
V
5.3. Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld
V V6
6. Resultaten 6.1. Gerealiseerd Niveau
G
6.2. Onderwijsrendement
V
Samenvattend oordeel
4
Extra aantekening: goed.
5
Extra aantekening: goed.
6
Extra aantekening: goed.
V
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 47
3.2.
Integraal oordeel/ advies aan NVAO
Op basis van zijn bevindingen met betrekking tot alle in het NVAO-‘Accreditatiekader’ vermelde onderwerpen en facetten, concludeert het auditteam dat de door NOVI verzorgde HBO Bachelor Opleiding Informatie en communicatie technologie in aanmerking komt voor accreditatie door de NVAO. Conform de “Beslisregels Accreditatie” zoals vastgelegd in het NVAO Accreditatiekader, kan een Onderwerp niet hoger scoren dan ‘voldoende’. Het auditteam beoordeelt evenwel:
alle facetten van onderwerp 1 (“Doelstellingen Opleiding”) als goed, wat een kwalificatie ‘goed’ voor dit onderwerp rechtvaardigt; 7 twee van de drie facetten van onderwerp 3 (“Inzet van Personeel”) als goed en één als voldoende, wat een kwalificatie ‘goed’ voor dit onderwerp rechtvaardigt; 8 één van de twee facetten van onderwerp 6 (“Resultaten”) als goed en één als voldoende, wat een kwalificatie ‘goed’ voor dit onderwerp rechtvaardigt. 9
7
Zie §1.4.2. onder E.
8
Zie §1.4.2. onder E.
9
Zie §1.4.2. onder E.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 48
BIJLAGE I:
Curricula Vitae auditoren en onafhankelijkheidsverklaring auditoren
R.J.M. van der Hoorn MBA, CMC, Bsc De heer V.d. Hoorn studeerde bedrijfseconomie (heao) en bedrijfskunde en is sinds 1996 mede eigenaar van de Hobéon Groep. Hij is bedrijfskundig adviseur en houdt zich onder andere bezig met financieel economische vraagstukken voor hoger onderwijsinstellingen. Van der Hoorn, die gecertificeerd lid is van de orde van organisatiekundige en organisatieadviseurs (OOA), is directeur van een venture capital bedrijf. Bovendien begeleidt hij enkele MKB ondernemingen bij hun bedrijfsontwikkeling. Hiervoor was hij onder andere financieel interim directeur van een branche organisatie, interim directeur bij een gemeente in de Randstad en interim directie voorzitter van een economische faculteit van een middelgrote hogeschool. Dr. J. Bruinsma De heer Bruinsma is na zijn Wis- en Natuurkunde studie werkzaam geweest aan de Vrije Universiteit als wetenschappelijk medewerker ZWO en aansluitend als postdoctoral fellow aan de VU in Amsterdam en de Universiteit Hamburg. In de periode 1977 tot 1987 werkte hij binnen Rijkswaterstaat op het terrein van waterhuishouding en waterbeheer en bij de Dienst Informatie Verwerking (geïntegreerde applicatiesystemen). Vanaf 1987 was hij binnen de Postbank werkzaam als Hoofd System Management en Hoofd Automatisering en Hoofd Systeemontwikkeling. Vanaf 1995 is de heer Bruinsma werkzaam bij de INGGroep, hier startend als Hoofd Automatisering, Hoofd Systems Development en Hoofd general Affairs. In de periode 2003-2004 is hij als Vendormanager Europe werkzaam geweest. Hij is in 1997 met enkele hogescholen een duale IT opleiding voor ING gestart. Mr. J.A. Frederik De heer Frederik heeft zowel kennis van als ervaring met het onderwijs en de ICT-sector. Hij is werkzaam geweest als directeur en organisatieadviseur binnen het bedrijfsleven en is als leerplancoördinator, projectmanager en directeur oriëntatiejaar werkzaam geweest binnen een grote instelling voor hoger onderwijs. Sinds 1999 is hij manager ICT binnen de Hogeschool van Amsterdam en hier verantwoordelijk voor de beleidsontwikkeling en afstemming inzake automatisering en informatisering van het onderwijs binnen de paramedische sector. Hans Frederik is hoofdbestuurslid van het Ngi, platform voor ICTprofessionals, met als bestuursopdracht het contact met het onderwijs. Naast zijn rol binnen het Ngi is Hans Frederik bestuursvoorzitter van het NIOC, ontmoetingsplaats voor informaticaonderwijs en vice-voorzitter van ECDL, het europees computerrijbewijs. Drs. G.W.M.C. Broers De heer Broers werkt sinds 1997 als adviseur bij Hobéon. Sinds zijn afstuderen (1986) aan de (toenmalige) Rijksuniversiteit Leiden heeft hij gewerkt bij verschillende organisaties waaronder de RUL, ECABO, Van der Veldt Cursusontwikkeling en Cursusuitvoering (VCC) en het Rotterdams Instituut voor Sociologisch en Bestuurskundig Onderzoek (RISBO). Daarnaast heeft hij gepubliceerd in NRC Handelsblad en de tijdschriften Intermediair en Psychologie. Bij Hobéon houdt heer Broers zich vooral bezig met arbeidsmarktonderzoek voor (hoger) onderwijsinstellingen, het beoordelen van de onderwijskundige kwaliteit van opleidingen volgens de NVAO-kaders. M. Donderwinkel De heer Donderwinkel is thans tweedejaars student Informatica aan de Hogeschool Leiden.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 49
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 50
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 51
Mr. J.A. Frederik (wordt nagezonden)
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 52
M. Donderwinkel (wordt nagezonden)
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 53
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 54
BIJLAGE II: Programma Visitatie Programma accreditatie-audit bacheloropleiding ICT Hogeschool NOVI 31 oktober 2007
Lokaal
Tijd 08.30 – 08.45 08.45 – 09.00
09.00 – 09.15
09.15 – 10.15
10.15 – 11.15
11.15 – 12.00
Gesprekspartners NOVI
Auditoren Auditteam
Bestuur en directeur J.J.M. Krol J. Sietsma C.W. Louwman
Bestuur en directeur
R. v.d. Hoorn J. Bruinsma H. Frederik Studentlid G. Broers Auditteam R. v.d. Hoorn J. Bruinsma H. Frederik Studentlid G. Broers Auditteam
J.J.M. Krol J. Sietsma C.W. Louwman
R. v.d. Hoorn J. Bruinsma H. Frederik Studentlid G. Broers
Programmamanager
Auditteam
A.J. Warnink C.W. Louwman
R. v.d. Hoorn J. Bruinsma H. Frederik Studentlid G. Broers Auditteam
Docenten J. Koolhaas M. van Brakel L. Chapelier B. Veenendaal S. Schollema J. Sietsma
R. v.d. Hoorn J. Bruinsma H. Frederik Studentlid G. Broers
Onderwerpen Inloop door en ontvangst van auditteam Voorbespreking auditteam
- Kennismaking - Definitieve vaststelling programma
- Strategisch beleid, visie, missie - Marktpositie / instroom / toelating - Innovatie - Kwaliteitszorg - Relatie beroepenveld - Personeel / scholing - Resultaten / onderwijsrendement - Alumnibeleid - Curriculum - Toetsen en beoordelen - Instroom - Praktijkcomponent/ stage en afstuderen - Studiebegeleiding - Vrijstellingen / EVC - Relatie beroepenveld - Onderwijsontwikkeling - Instroom / propedeuse - Aansluiting instroom en programma - Vrijstellingen - Samenhang programma - Toetsen en beoordelen - Bezwaar en beroep - Eindkwalificaties - Praktijkcomponent / stage - Scholing - Studiebegeleiding
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 55
12.00 – 12.45
Studenten
Auditteam
K.G. van den Berg M. Cocheret de la Moriniere R. van Diermen H. van Rhijn J.J.F Swaters
R. v.d. Hoorn J. Bruinsma H. Frederik Studentlid G. Broers
12.45 – 13.30
Lunch
13.30 – 13.45
Programmamanager
Auditteam
A.J. Warnink C.W. Louwman
R. v.d. Hoorn J. Bruinsma H. Frederik Studentlid G. Broers Auditteam
13.45 – 14.00
14.00 – 15.00
Rondleiding voorzieningen A.J. Warnink B. van Laar Examencommissie J.J.M. Krol J. Sietsma C.W. Louwman
15.00 – 15.15
15.15 – 15.30
Nader te bepalen gesprekspartners (iedereen beschikbaar)
15.30 – 16.30 16.30 – 17.00
Alle gesprekspartners & genodigden
Auditteam R. v.d. Hoorn J. Bruinsma H. Frederik Studentlid G. Broers Auditteam
Auditteam
- Informatievoorziening - Aansluiting vooropleiding / toelating - Toetsen en beoordelen - Studiebegeleiding (incl. buitenschoolse component / stages) - Studeerbaarheid / studielast - Materiële voorzieningen - Praktijkcomponent - Afstuderen
- Evaluatie van resultaten - Maatregelen tot verbetering - Betrekken van medewerkers, studenten,alumni, werkveld
- Verificatie algemene en opleidingsspecifieke voorzieningen - Toetsen en beoordelen - Bezwaar en beroep - Vrijstellingen / EVC - Onderwijsontwikkeling - Studeerbaarheid, studielast - Gerealiseerd niveau Interne terugkoppeling, verificatie en bepaling ‘pending issues’ / verdieping en/of additionele onderwerpen Pending issues
Auditteam
Intern overleg en bepaling voorlopige beoordeling
Auditteam
Terugkoppeling voorlopige beoordeling
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Informatie en communicatie technologie, Hogeschool NOVI 56