Adviesnota aan B en W Onderwerp Beleidsregels minimabeleid 2015 Datum
16 december 2014
Kenmerk Afdeling
Maatschappelijke Diensten
Naam steller
Sanne Bloemen
Afdelingsmanager
Hans Killaars
Coördinator
Paul de Mulder
Voorstel 1. Per 1 januari 2015 beleidsregel B138 aangewezen groepen voor categoriale bijzondere bijstand wijzigen. 2. Per 1 januari 2015 beleidsregel B070 Standaard aanvullende of collectieve ziektekostenverzekering wijzigen. 3. Per 1 januari 2015 beleidsregel B074 Aanvullend en afwijkend gemeentelijk beleid voor medische kosten wijzigen. 4. Per 1 januari 2015 beleidsregel B095 Kosten van sociaal culturele en educatieve activiteiten wijzigen. 5. De intentie afgeven om voor het jaar 2015 de samenwerking met de nog op te richten Stichting Leergeld aan te gaan ter vervanging van de declaratieregeling bijdrage maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen. Aanleiding De Wet Maatregelen WWB heeft gevolgen voor de minimaregelingen per 1 januari 2015. De categoriale bijzondere bijstand wordt sterk beperkt. Het kabinet beschouwt deze vorm van bijzondere bijstand als ongerichte inkomenssuppletie. Ofwel, er worden kosten vergoed die aannemelijk zijn, maar die misschien helemaal niet gemaakt zijn. Maatwerk is daarmee niet mogelijk. Dit kan de armoedeval vergroten, doordat mensen deze voorzieningen kwijtraken als ze gaan werken en daardoor een inkomen hebben boven de inkomensgrens. De voorkeur gaat uit naar een beoordeling van de situatie op basis van individueel maatwerk in plaats van collectieve ongerichte regelingen. Categoriale bijzondere bijstand was altijd slechts in vier gevallen mogelijk: • voor mensen die de AOW-leeftijd hebben bereikt; • voor chronisch zieken en gehandicapten; • voor maatschappelijke participatie van schoolgaande kinderen; • voor een collectieve aanvullende zorgverzekering. Van deze varianten blijft alleen de categoriale bijzondere bijstand in de vorm van een collectieve aanvullende zorgverzekering of in de vorm van een tegemoetkoming in de kosten van de premie van een dergelijke verzekering over. Dit betekent niet dat de bovenstaande groepen geen ondersteuning meer kunnen krijgen. Het recht op individuele bijzondere bijstand kan altijd beoordeeld worden. Daarnaast blijft het mogelijk om bepaalde groepen aan te wijzen die meerkosten hebben en deze personen te ondersteunen. Ook kan op basis van de gemeentewet een declaratieregeling aangeboden worden. Het Persoonlijk Minimabudget bestaat uit categoriale regelingen voor de bovenstaande vier gevallen, waarvan er dus drie per 1 januari 2015 gewijzigd dienen te worden.
Pagina 1 van 5
Adviesnota aan B en W Beoogd resultaat We beogen per 1 januari 2015 mensen met een minimum inkomen op vergelijkbare wijze als nu het geval is te ondersteunen. De bestaande minimaregelingen worden aangepast conform de wettelijke voorschriften, waarbij we er rekening mee houden dat de uitvoering van deze regelingen niet substantieel meer inzet vraagt en het financieel kader niet aangepast dient te worden. Argumenten 1.1
De beleidsregel B138 Categoriale groepen bijzondere bijstand zal per 1 januari 2015 slechts nog open staan voor het aanbieden van een collectieve ziektekostenverzekering of het verstrekken van een bijdrage in de premie van een collectieve ziektekostenverzekering. Op dit moment kent beleidsregel B138 een viertal regelingen: •
Regeling maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen
•
Regeling bijdrage ouderen, chronisch zieken en gehandicapten
•
Regeling bijdrage maatschappelijke participatie ouderen
•
Regeling Collectieve ziektekostenverzekering minima.
De wijzigingen per 1 januari 2015 zijn in het kort als volgt: •
De regeling maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen wordt gewijzigd ondergebracht onder de naam declaratieregeling bijdrage maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen onder beleidsregel B95.
• •
De regeling bijdrage ouderen, chronisch zieken en gehandicapten komt te vervallen. De regeling bijdrage maatschappelijke participatie ouderen wordt gewijzigd ondergebracht onder de declaratieregeling bijdrage maatschappelijke participatie volwassenen van beleidsregel B095.
1.2
•
Enkel de regeling collectieve ziektekostenverzekering minima kan blijven bestaan.
•
Beleidsregel B138 zal een verwijzing zijn naar andere beleidsregels.
De regeling bijdrage ouderen, chronisch zieken en gehandicapten is per 1 januari 2015 wettelijk gezien niet meer mogelijk. De Wet Maatregelen WWB schaft de mogelijkheid af om aan een generieke groep, zoals ouderen of gehandicapten, categoriale bijzondere bijstand te verstrekken. De bijdrage regeling ouderen, chronisch zieken en gehandicapten voorzag in de extra kosten die deze mensen hebben vanwege een bepaalde ziekte, handicap of als gevolg van ouderdom. De gemeente Venray biedt vanaf het jaar 2015 een collectieve ziektekostenverzekering ”plus-variant” aan voor mensen die als gevolg van hun chronische ziekte, beperking en/of handicap geconfronteerd worden met extra kosten. Het is niet wenselijk dat er voor personen die tot de groep ouderen, chronisch zieken en gehandicapten behoren diverse regelingen blijven bestaan. Hiermee komt deze regeling te vervallen.
2.1/3.1 Zoals voorgesteld in het collegevoorstel Collectieve ziektekostenverzekering minima “plus variant” dienen voor 1 januari 2015 nadere regels over de regeling Collectieve ziektekostenverzekering minima “plus variant” en over de vangnetregeling vastgesteld te worden in de beleidsregels. In de beleidsregel B070 wordt een omschrijving gegeven van het doel van de regeling, de doelgroep en de uitvoering. De vangnetregeling wordt uitgelegd in beleidsregel B070. Dit betekent concreet dat een vangnet beschikbaar is voor de personen die als gevolg van een premieachterstand niet kunnen deelnemen aan de regeling en voor de personen die gedurende het jaar geconfronteerd worden met een chronische ziekte, handicap of beperking en daardoor meerkosten hebben. Zij worden gecompenseerd via de individuele bijzondere bijstand. De
Pagina 2 van 5
Adviesnota aan B en W beleidsregel geeft aan hoe we deze mensen compenseren. Beleidsregel B074 bestaat uit een verwijzing naar beleidsregel B070. 4.1
De declaratieregeling maatschappelijke participatie dient gewijzigd te worden, omdat deze per 1 januari 2015 op de huidige wijze niet houdbaar is. Op dit moment kennen we de declaratieregeling bijdrage maatschappelijke participatie. Vanaf 1 januari 2015 kennen we twee declaratieregelingen, namelijk: •
De declaratieregeling bijdrage maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen;
•
De declaratieregeling bijdrage maatschappelijke participatie volwassenen.
In het kort zijn dit de belangrijkste wijzigingen: •
We voegen de regeling maatschappelijke participatie ouderen en declaratieregeling bijdrage maatschappelijke participatie samen onder de declaratieregeling bijdrage maatschappelijke participatie volwassenen.
•
We maken geen onderscheid meer in hoogte van het toekenningsbedrag aan de hand van de leeftijd van de aanvrager. Dit betekent concreet dat zowel voor kinderen, volwassenen als voor ouderen een vast maximum toekenningsbedrag geldt.
•
We kennen op basis van de gevraagde vergoeding voor bepaalde kosten maximaal een bijdrage van € 150,- per persoon per kalenderjaar toe. Het verschil is dat we vanaf 1 januari 2015 maximaal een bijdrage toekennen, waar we voorheen een vast bedrag toe kenden van € 145,00 per kind per kalenderjaar, € 120,00 per volwassenen per kalenderjaar en € 175,00 per oudere per kalenderjaar. Het gemiddelde bedrag bedraagt afgerond € 150,00 per persoon. Een maximumbedrag in plaats van een vast bedrag is noodzakelijk omdat er daadwerkelijk kosten tegenover het bedrag moeten staan. Ook doet deze wijziging meer recht aan de maatwerkgedachte. Een onderscheid in bedrag op basis van leeftijd past niet meer, nu de categoriale regelingen per 1 januari 2015 tot het verleden behoren.
•
We controleren steekproefsgewijs of de aangevraagde kosten ook daadwerkelijk zijn voldaan. Dit is per 1 januari 2015 een wettelijke verplichting.
•
Er is zowel sprake van een verbreding van de kostensoorten (kosten voor vrijwilligerswerk, schoolkosten), als een beperking van de kosten (jeugdsportfonds en jeugdcultuurfonds zijn voorliggende voorzieningen). Dit doet meer recht aan de maatwerkgedachte van de wijzigingen. De declaratieregeling maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen is meer dan voorheen een vangnetregeling voor de kosten waarvoor ouders niet terecht kunnen bij de fondsen.
Voor alle wijzigingen in de regelingen verwijzen we naar het bijgevoegde overzicht. 5.1
Stichting Leergeld biedt naast het Jeugdsportfonds en Jeugdcultuurfonds ondersteuning aan gezinnen met kinderen die moeten rondkomen van een laag inkomen. Gedurende het project ‘Sociaal Huis’ blijft bij wijze van overgang de declaratieregeling bijdrage maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen overeind. De verwachting is dat deze regeling op termijn vervangen zal worden door een andere meer toekomstbestendige regeling of dat een initiatief de ondersteuning op dat punt overneemt. Stichting Leergeld kan, naast het Jeugdsportfonds en Jeugdcultuurfonds, een bijdrage in de ondersteuning aan gezinnen met kinderen leveren. In het jaar 2015 krijgt deze – nog op te richten – stichting de gelegenheid die ondersteuning te bieden. Dit betekent dat zodra de Stichting Leergeld de mogelijkheid heeft deze ondersteuning te bieden, de huidige declaratieregeling bijdrage maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen wordt beëindigd.
Pagina 3 van 5
Adviesnota aan B en W
Integraliteit/Relatie met andere beleidsvelden Participatiewet, Wmo, schuldhulpverlening, project sociaal huis. Kanttekeningen/risico's Het grote verschil met categoriale bijzondere bijstand is dat er daadwerkelijk gecontroleerd moet worden of de kosten zijn gemaakt. Maar de wet schrijft niet voor hoe de controle moet plaatsvinden. Gemeenten mogen dit zelf invullen. Zo kan ervoor gekozen worden om steekproefsgewijs te controleren, of op basis van risicoprofielen. Ook kan de gemeente ervoor kiezen om de controle niet afzonderlijk uit te voeren, maar die te laten samenvallen met een ander contact met de belanghebbende, bijvoorbeeld bij een heronderzoek. Vanuit praktisch oogpunt is er voor gekozen om steekproefsgewijs de verstrekkingen te controleren op rechtmatigheid. Op dit moment wordt dit in samenwerking met Werkplein Venlo - Venray vormgeven. Communicatie De werk-, jongeren- en participatiecoaches en medewerker van het Wmo-loket worden na besluitvorming hierover geïnformeerd. Begin januari 2015 wordt een persbericht opgesteld. Ook worden dan de partners als Platform lage inkomens Venray, Paperkroam, Voedselbank en bewindvoerders geïnformeerd over de wijzigingen en de nieuwe regelingen. Omdat de regelingen wijzigen na de jaarwisseling, is er voor gekozen nu geen persbericht te versturen. Over de collectieve ziektekostenverzekering is eerder een persbericht verstuurd en worden nieuwsberichten op de gemeentepagina en website geplaatst. De initiatiefnemers van de nog op te richten Stichting Leergeld voor de gemeente Venray worden per bijgevoegde brief geïnformeerd. Financiële gevolgen Deze nota heeft de volgende financiële gevolgen: -
De financiële gevolgen die gepaard gaan met de afschaffing van de regeling bijdrage ouderen, chronisch zieken en gehandicapten zijn al verwerkt in het collegevoorstel van 16 september 2014 ‘Compensatie meerkosten chronisch zieken, gehandicapten en mensen met een beperking’.
-
De financiële gevolgen die gepaard gaan met de regeling collectieve ziektekostenverzekering “plusvariant” zijn al verwerkt in het collegevoorstel van 16 september 2014 ‘Compensatie meerkosten chronisch zieken, gehandicapten en mensen met een beperking’.
-
Nu we een maximumbedrag gaan toekennen in tegenstelling tot het huidige vaste bedrag, is het mogelijk dat het gemiddelde bedrag per verstrekking naar beneden wordt aangepast. Aan de andere kant is het ook mogelijk dat mensen die nu geen aanvraag indienen omdat ze het vaste bedrag niet zullen besteden, vanaf 1 januari 2015 dat wel zullen doen. We monitoren het gebruik en de financiële consequenties middels de beraps.
Pagina 4 van 5
Adviesnota aan B en W Personele/organisatorische gevolgen We hebben de beleidsregels zo opgesteld dat enerzijds maatwerk wordt geboden en anderzijds de personele inzet beperkt blijft. De wijzigingen van de regelingen hebben invloed op de personele inzet. De ene wijziging zorgt voor minder werkzaamheden bij PD, de andere wijziging zorgt juist voor meer werkzaamheden bij PD. In samenspraak met PD is tot de conclusie gekomen dat ‘onder de streep’ de personele inzet gelijk zal zijn aan de huidige inzet. We voorzien hierin nu geen wijzigingen. Juridische gevolgen/rechtmatigheid De regelingen voldoen juridisch gezien aan de wettelijke wijzigingen, want: -
We verstrekken geen categoriale regelingen meer;
-
We controleren steekproefsgewijs op rechtmatigheid van de verstrekkingen.
Van rechtswege vervalt per 1 januari 2015 de Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen Wet werk en bijstand gemeente Venray 2014. Fatale termijnen Besluitvorming op 16 december 2014 verdient de voorkeur, zodat wijzigingen in kunnen gaan per 1 januari 2015.
Overleg gevoerd met Extern Tamara Willems (Juridisch kwaliteitsmedewerker gemeente Venlo). Cliëntenraad WWB heeft kennis genomen van de beleidsregels. Intern Lucien Peeters (Wethouder Leven), Hans Killaars (Afdelingsmanager MD), Paul de Mulder (Coördinator MD), Marinka van Iren (Coördinator PD), Milou Jeurissen (Beleidsuitvoerend medewerker MD), Arno Geurts van Kessel (Adviseur Planning & Control M), Liezeth Wintjens (communicatieadviseur), Henk Mijnster (Medewerker AO/IC M), Kitty Verlijsdonk (Medewerker Frontoffice PD), Wilja Brokking (Kwaliteitsmedewerker PD), Rob Nabben (Participatiecoach). Vervolgtraject besluitvorming N.v.t. Evaluatie Evaluatie van deze regelingen wordt meegenomen in het project ‘Sociaal Huis’. Bijlagen -
Beleidsregels B070, B074, B095 en B138
-
Brief initiatiefnemers Stichting Leergeld
-
Overzicht wijzigingen beleidsregels
-
Bekendmaking
Naslagwerk N.v.t.
Pagina 5 van 5