ADVIESCOMMISSIE BEZWAARSCHRIFTEN GEMEENTE BAARN
Verslag over 2012 en 2013
Inhoudsopgave 1.
Inleiding Voorwoord door de voorzitter
blz. 3
2. Samenstelling, werkwijze en bevoegdheid
blz. 4 t/m 6
2.1 Samenstelling van de commissie 2.2 Bevoegdheid van de commissie 2.3 Werkwijze van de commissie
3.
Feiten en cijfers blz. 6 t/m 10 3.1 Tabellen/grafieken Kamer Algemene Zaken 3.2 Tabel/grafiek Kamer Sociale Dienst BBS 3.3 Afwijking door het bestuursorgaan van het advies van de commissie 3.4 Doorlooptijden
4.
Een aantal zaken uitgelicht 4.1 Bezwaren Kamer Algemene Zaken 4.2 Bezwaren Kamer Sociale Dienst BBS
blz. 12 en 13
5.
Aanbevelingen van de commissie
blz. 13 en 14
Bijlagen: “Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften ingevolge de Algemene wet bestuursrecht Baarn 2005” “Verordening adviescommissie bezwaarschriften gemeente Baarn 2013”
-2Jaarverslag Adviescommissie bezwaarschriften 2012 en 2013
1
Inleiding
Voorwoord Hierbij biedt de Adviescommissie bezwaarschriften gemeente Baarn haar jaarverslag over 2012 en 2013 aan. In verband met de beperkt beschikbare capaciteit op het secretariaat zijn de verslagen over 2012 en 2013 samengevoegd. Cijfermatig zijn de beide jaren wel onderscheiden zodat de ontwikkeling van het aantal en soort bezwaarschriften en ook de afdoeningstermijnen in de beide jaren te volgen zijn. Eind 2012 heeft een zeer gewaardeerd lid van de commissie – gespecialiseerd in sociale zaken – mevrouw Roelien Roeland – haar lidmaatschap op eigen verzoek beëindigd wegens tijdgebrek. Het aantal bezwaarschriften verschilt weinig met dat van de voorgaande jaren. Bij de sociale kamer heeft de licht stijgende lijn zich voortgezet. Ook de afdoeningstermijnen bewegen zich rond die van de voorgaande jaren en acht de commissie acceptabel hoewel het voor bezwaarden prettig is om zo spoedig mogelijk een beslissing op hun bezwaarschrift te krijgen. De sociale kamer is er opnieuw in geslaagd om een bijzonder korte doorlooptijd te bewerkstelligen. De secretaris en het team van de sociale dienst (BBS) verdient daarvoor alle lof. De verweerschriften zijn van een goede kwaliteit en dit komt een zorgvuldige procedure zeer ten goede. Dat de commissie toch enkele aanbevelingen heeft doet daar niet aan af maar is bedoeld om de kwaliteit van de besluiten nog verder te optimaliseren. Voor de aanbevelingen verwijst de commissie naar het verslag. In het verslag wordt melding gemaakt van een aantal bezwaren in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Een opvallende ontwikkeling is dat minister Plasterk onlangs een brief aan de Tweede Kamer heeft geschreven waarin hij maatregelen aankondigt tegen het misbruik van de Wob. De commissie hoopt van harte dat dit tot gevolg zal hebben dat het misbruik dankzij deze maatregelen snel op zal houden. De commissie merkt van de bezwaarden, dat de nieuwe werkwijze waarbij direct na ontvangst van hun bezwaarschrift met hen contact wordt opgenomen om naar de achtergrond van de bezwaren te informeren, zeer op prijs wordt gesteld. Uit de cijfers blijkt ook dat dit een effectieve werkwijze is. Rest de commissie om het secretariaat - en zeer in het bijzonder mevrouw M. Postema-Verhoef - te danken voor hun voortreffelijke werk. Ook de andere medewerkers van de organisatie hebben het werk van de commissie mogelijk gemaakt. Ook naar hen gaat onze dank uit. Mochten er vragen zijn over dit verslag dan is de commissie uiteraard graag bereid die te beantwoorden. Juni 2014 De voorzitter, Mr C.F.Feith-Hooijer
-3Jaarverslag Adviescommissie bezwaarschriften 2012 en 2013
2
Samenstelling, werkwijze en bevoegdheid
2.1
Samenstelling van de commissie
De commissie bestaat uit een voorzitter en vijf leden. De commissie heeft alle leden als plaatsvervangend voorzitter benoemd. De heer Schellekens is hierbij eerste en de heer De Ruijter tweede plaatsvervangend voorzitter. De commissie werkt met twee kamers: een kamer Sociale Dienst BBS (alle wetgeving die door de sociale dienst wordt uitgevoerd, zoals de Wet Werk en Bijstand) en een Kamer algemene zaken, die alle overige zaken die onder de bevoegdheid van de commissie vallen behandelt. Beide kamers hebben dezelfde voorzitter en leden.
Voorzitter en leden Voorzitter - mevrouw mr. C.F. Feith-Hooijer te Eesveen Leden - de heer mr. drs. J.Th. Schellekens te Muiderberg - de heer mr. C.N. de Ruijter te Wilnis - mevrouw mr. dr. B. van den Berg te Amsterdam - mevrouw mr. R. Roeland te Utrecht (tot 1 januari 2013) - mevrouw mr. P.A.M. Spreuwenberg te Zwolle
Ambtelijke ondersteuning Het secretariaat van de commissie draagt onder meer zorg voor de verslaglegging van de hoorzittingen en het opstellen van de conceptadviezen van de commissie. Secretarissen Kamer algemene zaken - mevrouw mr. H.F.M. Duindam - de heer P. Janse - mevrouw mr. E.M. Rozeboom Administratieve ondersteuning - mevrouw M.E. Postema-Verhoef - mevrouw D. Hooi Secretarissen Kamer Sociale Dienst BBS - de heer A. Kraaikamp - mevrouw M.H.M. van den Brink-Hilhorst
2.2
Bevoegdheid van de commissie
De bezwaarcommissie is bevoegd om te adviseren over alle bezwaarschriften, met uitzondering van belastingzaken, Wet waardering onroerende zaken, de functiewaarderingregeling gemeente Baarn (FUWA), personele regelingen betreffende aanstelling, schorsing en ontslag en al wat kan voortvloeien uit de CAR/UWO.
-4Jaarverslag Adviescommissie bezwaarschriften 2012 en 2013
2.3
Werkwijze van de commissie
Heroverweging van de besluitvorming Als een bezwaarschrift is ingediend moet het bestuursorgaan het bestreden besluit heroverwegen. Dit is aan de ene kant een vorm van rechtsbescherming en aan de andere kant een controlemogelijkheid van de juridische en beleidsmatige aanvaardbaarheid van het besluit. Bij de heroverweging moet (uitzonderingen daargelaten) worden gekeken naar de feiten en omstandigheden die gelden op het moment van het beslissen op het bezwaarschrift. Ook moet worden gekeken naar de geldende rechtsregels.
Informele procedure Het college geeft de voorkeur aan een oplossing van een probleem zonder een formele procedure. Daarom wordt eerst een informele procedure gevolgd, voordat een bezwaarschrift ter behandeling aan de commissie wordt gegeven, Dit betekent dat een medewerker van de gemeente telefonisch contact opneemt met de belanghebbende(n). Er wordt uitleg gegeven over het genomen besluit en eventueel volgt een gesprek op het gemeentehuis. Hierbij kunnen ook andere belanghebbenden betrokken worden, bijvoorbeeld een vergunninghouder. Er wordt dan met alle belanghebbenden over het probleem gesproken en er wordt gekeken of eventuele aanpassingen van het besluit of de aanvraag mogelijk zijn. Als een oplossing niet mogelijk blijkt dan wordt de formele procedure via de bezwaarcommissie gevolgd.
Bezwaarschrift en de relevante stukken Als de informele procedure niet geleid heeft tot intrekking van het bezwaarschrift, dan worden de ingediende bezwaarschriften voor advies doorgestuurd naar de commissie. Het secretariaat zorgt ervoor dat de commissie alle bijbehorende stukken ontvangt.
Hoorzitting De commissie nodigt de belanghebbenden meestal uit voor een hoorzitting, zodat iedereen zijn of haar visie op de zaak uiteen kan zetten. Ook een vertegenwoordiger van het bestuursorgaan wordt uitgenodigd voor de zitting om een toelichting te geven op het bestreden besluit en zonodig vragen van de commissie te beantwoorden. In bepaalde gevallen kan worden afgezien van het horen (kennelijke niet-ontvankelijkheid). De commissie houdt regelmatig een “onderzoek ter plaatse”. Het geeft extra inzicht in de zaak als de situatie ter plaatse bekeken wordt en de zaak niet alleen op basis van de schriftelijke stukken beoordeeld wordt. Dit is in het bijzonder het geval bij omgevingsvergunningen en verkeersbesluiten.
Verweerschrift bestuursorgaan Vanaf eind 2011 is het college, mede naar aanleiding van een verzoek van de commissie, overgegaan tot het indienen van een verweerschrift. Een verweerschrift wordt zo mogelijk twee weken voor de hoorzitting naar de commissie en de belanghebbenden verzonden, bij voorkeur tegelijkertijd met de uitnodiging voor de hoorzitting.
Vergaderdata De commissie vergadert in principe tweemaal per maand. De hoorzittingen worden overdag gehouden, afwisselend op de maandag en donderdag. De hoorzittingen voor de kamer Sociale Dienst BBS en de Kamer algemene zaken worden om reden van efficiency op dezelfde dag gepland.
-5Jaarverslag Adviescommissie bezwaarschriften 2012 en 2013
Bij de hoorzittingen zijn in principe de voorzitter en twee leden aanwezig (de leden rouleren volgens een jaarschema).
Bemiddelende rol De commissie probeert in een zaak te bemiddelen als deze zich er voor leent. Als tijdens de hoorzitting blijkt dat er een oplossing te vinden is naar tevredenheid van alle betrokken partijen, heeft dat de voorkeur boven de formeel juridische afhandeling.
Advies aan het bestuursorgaan Op basis van de stukken en het verhandelde tijdens de hoorzitting brengt de commissie een advies uit aan het betreffende bestuursorgaan van de gemeente (burgemeester, college of raad). Het onafhankelijke advies (inclusief verslag van de hoorzitting) wordt gelijktijdig naar de bezwaarde en naar het bestuursorgaan gestuurd. Het bestuursorgaan neemt vervolgens een besluit op het bezwaarschrift, dat al dan niet in overeenstemming met het advies van de commissie is. De adviezen van de commissie zijn niet bindend, maar als het besluit van het bestuursorgaan afwijkt van het advies van de commissie moet dit besluit extra zorgvuldig worden gemotiveerd. Het advies van de commissie en het verslag van de hoorzitting worden meegestuurd met het besluit op bezwaar aan de bezwaarde en eventuele andere belanghebbenden.
3
Feiten en cijfers
3.1
Tabellen en grafieken Kamer algemene zaken
In de eerste tabel treft u de cijfers per onderwerp over de jaren 2011, 2012 en 2013 aan. In de tweede tabel is de wijze van afhandeling over 2012 en 2013 opgenomen. Ter verduidelijking: soms worden tegen 1 besluit meerdere bezwaarschriften ingediend of soms dient iemand namens meerdere belanghebbenden een bezwaarschrift in. Daarom zijn er meer bezwaarden dan besluiten. Hierbij kan het ook nog voorkomen dat de bezwaren van de een ongegrond worden verklaard, terwijl de bezwaren van een ander tegen hetzelfde besluit niet-ontvankelijk worden verklaard (niet inhoudelijk worden behandeld). In 2012 is de bezwaarcommissie 19 maal bijeen gekomen voor hoorzittingen van de Kamer algemene zaken en in 2013 15 maal. De commissie komt tevens eenmaal per jaar bijeen voor een evaluatiebijeenkomst. Tabel per onderwerp Onderwerp Algemene Plaatselijke Verordening (APV) Gehandicapten Parkeerplaatsen (GPK) Gemeentelijke Basis Administratie (GBA) Handhaving Huisvesting Kapvergunningen Leerlingenvervoer Milieu algemeen Monumenten
2011 0 0 1 10 3 3 6 0 0
-6Jaarverslag Adviescommissie bezwaarschriften 2012 en 2013
2012 0 3 2 1 4 2 1 0
2013 1 4 5 5 1 2 3 0
Planschade Ruimtelijke Ordening (omgevingsvergunningen e.d.) Subsidies Vastgoed (BAG-nummeraanduiding) Verkeer Welzijn declaratiefonds Wet kinderopvang Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Wet openbaarheid van bestuur (Wob) Totaal
0 10
1 14
0 7
1 1 3 0 2 9 1 50
2 3 3 2
4 2 0 1
9
10 3 48
47
Grafiek per onderwerp: 16 14 12 10 2011 2012 2013
8 6 4 2 0 ) ) ) ) ) ) s n g g e n g er er o) ds en ng d. ie in ng te ob PV PK ee ad BA avin an m ni vo e. ke id st on ng di en (A ch (G (W pv (G n W er er h ni ef ui em de bs ( ve s i v o e r m r d t n V d g n s e r u n n u g g a n O e ti a S al ui uu an gu in de in n ts ar ge e on H u aa Pl st tra H er in cl nn M un de ijk lin aa is er be ilie pv tk te el or in de pl er gu m t r a e r s n r M e r m K m jn L W va ee um ve Ve zi ui de Ad rk d e -n R gs el s on ei G in W Pa si lijk h e v A r a e n B (B ts lijk baa ge te e m aa pe ed ap ijk (o en Pl ic ap el go d t t e h op c an as en en et ts h e V a m e W a G em ge m G Al et W g in
Tabel wijze van afhandeling 2011 Aantal 50 Afgehandeld 49 Niet-ontvankelijk 6 Ongegrond 16 Gegrond 3 Deels gegrond / deels 1 ongegrond Ingetrokken voor 16 hoorzitting Ingetrokken na 8 hoorzitting Nog in behandeling 1
2012 47 47 1 21 1 2
2013 48 44 2 12 2 4
16
18
6
6
0
-7Jaarverslag Adviescommissie bezwaarschriften 2012 en 2013
4
Grafiek wijze van afhandeling 60
50
40 2011 30
2012 2013
20
10
0 Afgehandeld
Onderwerp
Handhaving
Niet-ontvankelijk
Ongegrond
Gegrond
Deels gegrond / Ingetrokken voor deels ongegrond hoorzitting
Tabel Kamer algemene zaken specificatie 2012 Aantal Aantal NietIngeOngebesluiten BeOnttrokken Grond waartegen zwaard vankebezwaar is en lijk ingediend 2 2 2
Huisvesting
1
1
1
Kapvergunning
4
12
1
2
Leerlingenvervoer
2
4
1
1
Milieu Handhaving
1
1
1
Planschade
1
1
1
14
49
Subsidies
2
Vastgoed Verkeer (waaronder gpp’s en gpk’s) Welzijn en Zorg (declaratiefonds) Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) Totaal
Ruimtelijke Ordening (RO)
7
4
2
1
1
3
9
3
6
9
2
2
3
2
9
9
4
4
22
21
47
102
1
1
Ingetrokken na hoorzitting
Gegrond
Gedeeltelijk gegrond
In behandeling / aangehouden
1
1
4
1 1
Tabel Kamer algemene zaken specificatie 2013
-8Jaarverslag Adviescommissie bezwaarschriften 2012 en 2013
2
0
Onderwerp
Algemene Plaatselijke Verordening (APV)
Aantal besluiten waartegen bezwaar is ingediend 1
Aantal Bezwaard en
NietOntvankelijk
Ingetrokken
1
1
OngeGrond
Handhaving
5
6
4
Huisvesting
5
21
4
Kapvergunning
1
2
Leerlingenvervoer
2
3
Milieu
3
3
Ruimtelijke Ordening (RO)
7
18
Subsidies
4
4
1
Vastgoed (BAG)
2
2
2
Verkeer (waaronder gpp’s en gpk’s) Welzijn en Zorg (declaratiefonds) Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB) Totaal
4
4
1
1
1
10
10
7
3
3
1
48
78
3.2
Gegrond
Gedeeltelijk gegrond
In behandeling / aangehouden
1 1 1
1 1
1 2
2
1
2
3 1
2
1
1
2
4
3
2
24
3
12
Tabel en grafiek Kamer Sociale Dienst BBS
Aantal Afgehandeld Niet-ontvankelijk Ongegrond Gegrond Ingetrokken voor hoorzitting Ingetrokken na hoorzitting Nog in behandeling
Tabel bezwaarschriften Kamer Sociale Dienst BBS 2011 2012 35 38 35, waarvan 2 in 2012 38 2 1 18 21 6 3 7 6
2013 41 41, waarvan 9 in 2014 4 19 0 16
2
7
2
0
0
0
-9Jaarverslag Adviescommissie bezwaarschriften 2012 en 2013
4
Grafiek bezwaarschriften Kamer Sociale Dienst BBS 45 40 35 30 25
2011 35 2012 38
20
2013 41
15 10 5 0 Afgehandeld
Niet-ontvankelijk
Ongegrond
Gegrond
Ingetrokken voor hoorzitting
Ingetrokken na hoorzitting
De bezwaarcommissie is in 2012 12 en in 2013 13 keer bijeengekomen voor hoorzittingen over bezwaren tegen besluiten op grond van met name de Wet Werk en Bijstand.
3.3 Afwijking door het bestuursorgaan van het advies van de commissie De bezwaarcommissie brengt advies uit over bezwaarschriften. De bestuursorganen kunnen gemotiveerd van het advies afwijken.
Kamer algemene zaken In 2012 en 2013 is het college 1 keer afgeweken van het advies van de commissie bij de Kamer algemene zaken. Het betrof een zaak waarbij de commissie het college heeft geadviseerd de bezwaren tegen een verleende omgevingsvergunning ongegrond te verklaren. Het college heeft echter besloten om de vergunning alsnog te weigeren. De reden hiervoor was nadere bestudering van de systematiek van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en relevante jurisprudentie. Hieruit bleek dat in dit specifieke geval sprake was van samenloop van gebruik en bouwen. Dit heeft geleid tot een andere invalshoek bij de beoordeling en uiteindelijk tot het alsnog weigeren.
Kamer Sociale Dienst BBS Het college is in 2012 en 2013 niet afgeweken van de adviezen van de Kamer Sociale Dienst BBS.
3.4
Doorlooptijden
Wettelijke beslistermijn Een bezwaarschrift moet binnen 12 weken door het bestuursorgaan zijn afgehandeld. Deze termijn mag met 6 weken worden verlengd. De beslistermijn begint na afloop van de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift. Als het bestuursorgaan niet tijdig beslist op het bezwaar kan bezwaarde het bestuursorgaan in gebreke stellen. Het bestuursorgaan heeft vervolgens nog twee weken de tijd om alsnog op het bezwaarschrift te beslissen. Als dan nog geen besluit is genomen, dan heeft bezwaarde recht op een dwangsom. De dwangsom bedraagt maximaal € 1260,00. Ook kan bezwaarde een besluit afdwingen
- 10 Jaarverslag Adviescommissie bezwaarschriften 2012 en 2013
via de rechter. Het college informeert de indieners van bezwaarschriften over de beslistermijn in een bijlage bij de ontvangstbevestiging. Volgens informatie van de gemeente Baarn zijn er in 2012 en 2013 geen dwangsommen uitbetaald wegens het niet tijdig beslissen op een bezwaarschrift.
Termijnen uitbrengen advies door bezwaarcommissie De bezwaarcommissie plant het ontvangen bezwaarschrift zo spoedig mogelijk na afloop van de bezwaartermijn in voor de eerstvolgende hoorzitting. Na afloop van de hoorzitting is het streven om binnen 2 tot 4 weken advies uit te brengen aan het bestuursorgaan. Bij de Kamer algemene zaken duurde het in 2012 gemiddeld 55 dagen voordat de commissie het advies kon versturen en in 2013 46 dagen (dit was in 2011 50 dagen). In zaken van de Kamer Sociale Dienst BBS bedroeg het gemiddelde in 2012 14 dagen en in 2013 13 dagen tussen de hoorzitting en het ondertekende advies. Deze gemiddelden zijn inclusief de weekenden. Nadat het advies is uitgebracht is het aan het bestuursorgaan om zo spoedig mogelijk een besluit op het bezwaar te nemen.
Termijnen uitbrengen advies door bestuursorgaan Uit de gegevens blijkt dat de beslistermijn - dus de tijdsduur tussen de aanvang van de beslistermijn en het besluit op bezwaar - bij de Kamer algemene zaken in 2012 gemiddeld 21 weken was. In 2013 22 weken (in 2011 18 weken). De beslistermijn bedroeg bij de Sociale Dienst BBS vanaf ontvangst aanvraag tot nemen besluit in 2012 gemiddeld 11 weken en in 2013 gemiddeld 12 weken. Dit inclusief 2 uitschieters in 2013 van 20 weken. De 9 nog niet afgehandelde zaken in 2013 zijn alsnog afgehandeld en verwerkt in de tabel. De gemiddelde afhandelingstermijn daarvan bedroeg 16 weken. Slechts 2 zaken werden binnen 11 weken afgehandeld. De overige zaken namen langere tijd in beslag, waarvan 1 zaak die niet-ontvankelijk werd verklaard en ruim een jaar in beslag heeft genomen. Dit op verzoek van de advocaat die eerst de uitspraak in een beroepszaak wilde afwachten voor het aanleveren van de gronden. Vervolgens werd het beroep ongegrond verklaard en werden er geen gronden meer aangevoerd. Deze zaak is niet meegenomen bij de gemiddelde beslistermijn. Nadat het advies is uitgebracht is het aan het bestuursorgaan om zo spoedig mogelijk een besluit op het bezwaar te nemen.
- 11 Jaarverslag Adviescommissie bezwaarschriften 2012 en 2013
4
Een aantal zaken uitgelicht
4.1
Bezwaren Kamer algemene zaken
Wet openbaarheid van bestuur Een landelijke ontwikkeling is dat er meer verzoeken worden ingediend op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Een deel van die verzoeken is oneigenlijk te noemen. Dit wil zeggen dat men een verzoek indient niet zozeer omdat men de opgevraagde informatie wenst te hebben, maar omdat men hoopt dat het college niet tijdig reageert of fouten maakt in de procedure, zodat men recht heeft op een dwangsom of op proceskosten. Deze ontwikkeling heeft zich ook voorgedaan in Baarn. De bezwaarcommissie heeft een paar Wob-zaken behandeld, waarbij de commissie aanleiding zag om een kritische opmerking te maken richting de rechtsbijstandverlener. Deze bleek een zogenaamde repeatplayer in bezwaar- en beroepsprocedures te zijn, samen met zijn opdrachtgever (de aanvrager van het verzoek). De commissie is van mening dat van een professioneel rechtshulpverlener verwacht mag worden dat hij ermede bekend is dat in een Wob-verzoek de documenten moeten worden aangegeven die de verzoeker wil ontvangen. Een professioneel rechtshulpverlener heeft een specifieke verantwoordelijkheid in het rechtsverkeer, evenals bestuursorganen. De manier waarop de betreffende rechtshulpverlener opereert, door het verzoek met opzet vaag te omschrijven zodat de bezwaren tegen het Wob-besluit gegrond moeten worden verklaard en proceskosten moeten worden vergoed, acht de commissie een professionele rechtshulpverlener onwaardig. De commissie is zich er van bewust dat betrokkenen met de door hun gekozen werkwijze in hun recht staan. Maar naar de mening van de commissie zijn noch de Wob noch de Awb bedoeld om er op deze manier mee om te gaan. De commissie kan wat dat betreft wijzen op jurisprudentie van de rechtbank Den Haag (o.a. ECLI:NL:RBDHA:2013:8649), in het bijzonder over de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen, waarin door de rechter het volgende wordt gesteld: “……..een zekere wederkerigheid in de rechten en plichten die burger en overheid jegens elkaar hebben. Dit kan naar het oordeel van de rechtbank niet anders dan met zich brengen dat er ook een zekere wederkerigheid moet zitten in de behoorlijkheidsnormen waar partijen elkaar over en weer aan mogen houden. De overheid hoort bij de uitoefening van zijn bevoegdheden behoorlijkheidsnormen in acht te nemen en mag naar het oordeel van de rechtbank van de burger verwachten, dat ook hij bij het uitoefenen van zijn bevoegdheid tot ingebrekestelling binnen de grenzen van de behoorlijkheid blijft. Dit geldt met name in een geval als het onderhavige, waarin de burger zich laat vertegenwoordigen door een rechtsbijstandverlener die zich erin gespecialiseerd heeft.“ De commissie spreekt haar waardering uit voor de doeltreffende stappen die het college van Baarn in deze problematiek heeft genomen. Door de aanstelling van een coördinator Wob-verzoeken en daarmee extra aandacht te geven aan de behandeling van Wob-verzoeken wordt zoveel mogelijk voorkomen dat de indieners van oneigenlijke Wob-verzoeken succes hebben met hun doel van financieel gewin.
4.2
Bezwaren Kamer Sociale Dienst BBS
De stijgende lijn van bezwaarschriften sinds 2011 zet zich voort. Hierbij is ook een toename van het aantal intrekkingen. In 2012 voor het merendeel na de hoorzitting en in 2013 voor de hoorzitting.
- 12 Jaarverslag Adviescommissie bezwaarschriften 2012 en 2013
De meeste intrekkingen vinden plaats, doordat in bezwaar alsnog aan de bezwaren wordt tegemoet gekomen. Daarnaast vinden intrekkingen plaats na verduidelijking van het primaire besluit. De commissie heeft in 2012, in een zaak van afwijzing bijzondere bijstand voor de kosten een tweepersoonsbed met matras, geadviseerd om met toepassing van de hardheidsclausule hiervoor alsnog bijstand toe te kennen. De aanvraag voor een tweepersoonsbed was afgewezen, omdat het hier een alleenstaande ouder betreft. In plaats van de gevraagde bijstand voor een tweepersoonsbed werd bijstand verstrekt voor een eenpersoonsbed. Het is de commissie in bezwaar gebleken dat er sprake is van langdurige psychische problematiek van een kind, waardoor dit kind regelmatig vanwege nachtmerries de nacht bij moeder in bed doorbrengt. Hierdoor werd in casu een eenpersoonsbed niet geschikt geacht en geadviseerd om met toepassing van de hardheidsclausule alsnog bijstand te verstekken voor het gevraagde tweepersoonsbed.
5
Aanbevelingen van de commissie
De commissie kijkt niet alleen naar de rechtmatigheid van genomen besluiten, maar ook naar de doelmatigheid. In dat kader doet zij in haar adviezen en jaarverslag soms aanbevelingen aan de bestuursorganen. De commissie doet graag op basis van de ervaringen van de afgelopen twee jaar de volgende aanbevelingen. Motivering De Algemene wet bestuursrecht bepaalt in artikel 3:46 dat een besluit dient te berusten op een deugdelijke motivering en in artikel 3:47 dat bij de bekendmaking van een besluit de motivering wordt vermeld. Het is de commissie opgevallen dat bij sommige omgevingsvergunningen wel wordt vermeld dat het bouwplan in het geldende bestemmingsplan past, maar niet waarom het daarin past. Dat is lastig voor eventuele belanghebbenden, omdat het dan gissen is welke toetsing heeft plaatsgevonden. Ook in andere zaken dan omgevingsvergunningen bleek de motivering soms onvoldoende. De commissie vraagt daarom aandacht voor een volledige en adequate motivering in de primaire besluitvorming. Vastleggen afspraken Bij enige (subsidie)zaken kwam naar voren dat mondelinge afspraken zouden zijn gemaakt, maar dat partijen daar elk een verschillende lezing over hadden. Omdat deze afspraken niet vastlagen in een schriftelijk stuk, kon door de commissie de juiste gang van zaken niet worden vastgesteld. Het verdient aanbeveling om in voorkomende gevallen zorg te dragen voor heldere verslaglegging door middel van – bijvoorbeeld - gespreksverslagen. Op die manier kunnen misverstanden over de interpretatie van afspraken worden voorkomen. Informatievoorziening en communicatie De commissie raadt aan om bij (omgevings)vergunningen met een grotere impact de direct betrokkenen persoonlijk te informeren en niet te volstaan met berichtgeving in Gemeenteblad of huisaan-huisblad. De commissie wijst in dit verband ook op artikel 4:8 van de Awb: “voordat een beschikking wordt gegeven waartegen een belanghebbende, die de beschikking niet heeft aangevraagd naar verwachting bedenkingen zal hebben, wordt die belanghebbende in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze naar voren te brengen.”
- 13 Jaarverslag Adviescommissie bezwaarschriften 2012 en 2013
De commissie geeft uw college tevens in overweging om in geval van de publicatie van een omgevingsvergunning inzake legalisatie expliciet te vermelden dat het vergunde kán afwijken van hetgeen reeds gerealiseerd is. Deze aanbeveling komt naar voren uit een zaak, waarbij een bezwaarde uit een bekendmakingstekst had afgeleid dat het reeds bestaande gewettigd zou worden en dat er geen wijzigingen aan de orde zouden zijn. Achteraf bleek deze aanname niet juist te zijn geweest en diende bezwaarde alsnog – maar zeven weken te laat - een bezwaarschrift in. Bijzondere bijstandsbeleid en aanverwante stukken Het is de commissie opgevallen dat het beleid met betrekking tot het recht op en de vorm van de bijzondere bijstand en het aanvullende stuk Bijzondere bijstand en computers inmiddels dateren van 2007. Bijvoorbeeld: per huishouden mèt kinderen wordt één computer beschikbaar gesteld, terwijl inmiddels de computer voor een ieder een noodzakelijk duurzaam gebruiksgoed is waarvan de aanschaf, vervanging of reparatie tot de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan behoren. Alleenstaanden gaan dan ook regelmatig tegen de afwijzing voor de kosten van aanschaf of vervanging in bezwaar. De commissie beveelt aan om het beleid inzake bijzondere bijstand te actualiseren, in elk geval voorzover het computers betreft. Zomerreces In Baarn vergadert het college tijdens de zomer vier weken lang niet. Voor bezwaarschriften kan dit betekenen dat de afhandeling langer duurt dan gewenst. Het vergroot de risico’s op het niet halen van de wettelijke termijnen en daarmee het risico op ingebrekestellingen. De bezwaarcommissie stelt daarom voor dat in deze periode de afhandeling van eenvoudige bezwaarprocedures - waar het primaire besluit in stand blijft - gemandateerd wordt. Op deze manier is voortgang in de procedures mogelijk, ook gedurende het zomerreces. Bij de complexere bezwaarprocedures lijkt afhandeling op deze wijze minder geschikt. De commissie stelt voor deze zaken, waar mogelijk, voorafgaand aan het zomerreces af te handelen.
- 14 Jaarverslag Adviescommissie bezwaarschriften 2012 en 2013
Bijlage “Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften ingevolge de Algemene wet bestuursrecht Baarn 2005” Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften ingevolge de Algemene wet bestuursrecht Baarn 2005. De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Baarn; ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft; gezien het voorstel van het college; gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet; besluiten vast te stellen de volgende verordening: Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften ingevolge de Algemene wet bestuursrecht Baarn 2005. Artikel 1 Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen; b. commissie: vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften. Artikel 2 Inleidende bepaling commissie 1. Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester. 2. De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van: a. een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken; b. de functiewaarderingregeling gemeente Baarn (FUWA); c. personele regelingen inzake aanstelling, schorsing en ontslag en al hetgeen kan voortvloeien uit de CAR/UWO. Artikel 3 Samenstelling van de commissie De commissie bestaat uit een voorzitter en vijf leden. 1. De voorzitter en de leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen. 2. De commissie regelt de vervanging van de voorzitter. Artikel 3a Instellen van kamers 1. De commissie stelt 1 of meer kamers in, die belast worden met de behandeling van bezwaarschriften. 2. Elke kamer kan alle categorieën bezwaarschriften behandelen. 3. Elke kamer bestaat uit: a. een voorzitter, overeenkomstig artikel 7:13 Awb, zijnde de voorzitter of een van de leden van de commissie, uit haar midden aangewezen; b. maximaal twee leden, door de commissie aangewezen uit haar midden. 4. De commissie wijst uit haar midden voor elk lid een eerste en tweede plaatsvervanger aan. 5. Op de werkwijze van de kamers is het bepaalde in deze verordening zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing. Artikel 4 Secretaris 1. De secretaris van de commissie en haar kamers is een door het college aangewezen ambtenaar. 2. Het college wijst tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan. Artikel 5 Zittingsduur 1. De voorzitter en de leden van de commissie treden af op de dag van het aftreden van de raad. 2. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen. 3. De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.
- 15 Jaarverslag Adviescommissie bezwaarschriften 2012 en 2013
Artikel 6 Ingediend bezwaarschrift 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend. 2. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld. 3. Bij het bericht van ontvangst als bedoeld in artikel 6:14 van de Awb wordt vermeld dat een onafhankelijke commissie hoort en over de te nemen beslissing op het bezwaar zal adviseren. Artikel 7 Uitoefening bevoegdheden De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Awb worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie: a. artikel 2:1, tweede lid; b. artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn; c. artikel 6:17, voorzover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie; d. artikel 7:4, tweede lid; e. artikel 7:6, vierde lid. Artikel 8 Vooronderzoek 1. De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen. 2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist. Artikel 9 Hoorzitting 1. De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen. 2. De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb. 3. Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan. Artikel 10 Uitnodiging zitting 1. De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit. 2. Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen. 3. De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld. 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid. Artikel 11 Quorum Voor het houden van een zitting is vereist dat de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, en tenminste één lid aanwezig zijn. Artikel 12 Niet-deelneming aan de behandeling De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn. Artikel 13 Openbaarheid zitting 1. De zitting van de commissie is openbaar. 2. De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet. 3. Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren. Artikel 14 Schriftelijke verslaglegging 1. Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de Awb vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.
- 16 Jaarverslag Adviescommissie bezwaarschriften 2012 en 2013
2. Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen. 3. Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding. 4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht. 5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie. Artikel 15 Nader onderzoek 1. Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden. 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden. 3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo'n verzoek. 4. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing. Artikel 16 Raadkamer en advies 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies. 2.: a. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies. b. Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter. c. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt. 3. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift. 4. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend. Artikel 17 Uitbrengen advies en verdaging 1. Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 14 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen. 2. Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van 10 weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, van de Awb, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het verwerend orgaan tijdig de beslissing te verdagen. 3. Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift. Artikel 18 Intrekking oude regeling De “Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften ingevolge de Wet Administratieve Rechtspraak Overheidsbeschikkingen” van 7 september 1977 wordt ingetrokken. Artikel 19 Overgangsbepaling. Bezwaarschriften die tot aan de inwerkingtreding van deze verordening worden ontvangen, worden behandeld volgens de “Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften ingevolge de Wet Administratieve Rechtspraak Overheidsbeschikkingen” van 7 september 1977. Artikel 20 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op 1 mei 2005. Artikel 21 Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften ingevolge de Algemene wet bestuursrecht Baarn 2005”. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Baarn, gehouden op 26 januari 2005.
- 17 Jaarverslag Adviescommissie bezwaarschriften 2012 en 2013
de griffier,
de voorzitter,
de secretaris,
de burgemeester,
de burgemeester, Toelichting In de aanhef van de regelgeving is bepaald dat de bestuursorganen van de gemeente, de raad, het college en de burgemeester, ieder voorzover het hun bevoegdheden betreft, besluiten de verordening vast te stellen. Duidelijk is dat de raad de verordende bevoegdheid heeft. Het college en de burgemeester hebben deze bevoegdheid niet, maar nemen hiermee het besluit tot instellen van de commissie bezwaarschriften. Op deze manier is het mogelijk dat de bestuursorganen samen een en dezelfde commissie instellen om te adviseren op bezwaren tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester. De ondertekening gebeurt eveneens door de drie bestuursorganen. Artikel 1 Begripsbepaling In dit artikel zijn slechts die begripsbepalingen opgenomen die niet in de Awb voorkomen. Zo ontbreekt er een omschrijving van het begrip 'bestuursorgaan' hoewel dat op meerdere plaatsen in de verordening voorkomt. Het bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen, wordt in de verordening aangeduid als 'verwerend orgaan'. Dit kan de gemeenteraad betreffen, het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester of een commissie waaraan via delegatie bepaalde bevoegdheden van de hiervoor genoemde bestuursorganen zijn overgedragen. Artikel 2 Inleidende bepaling commissie In de algemene toelichting is de keuze ver(ant)woord voor het horen en adviseren door een gemeentelijke commissie. Deze commissie wordt via deze inleidende bepaling als zodanig geïntroduceerd. In artikel 1:5 van de Awb is omschreven wat onder het maken van bezwaar dient te worden verstaan. Artikel 3 Samenstelling van de commissie Het eerste lid verwijst naar de adviescommissie zoals bedoeld in artikel 7:13 Awb. Door de bepaling in het tweede lid delegeert de raad de benoeming van commissieleden aan het college. Artikel 4 Secretaris Hoewel in de Awb nergens over een secretaris wordt gesproken, is het gebruikelijk dat een commissie beschikt over een secretaris ter ondersteuning van de werkzaamheden. Artikel 5 Zittingsduur Een lid kan bij zijn ontslag zelf het tijdstip van dat ontslag bepalen. Het kan ook een later tijdstip kiezen om zodoende eventueel nog bij de afhandeling van lopende zaken betrokken te kunnen zijn. De bepaling van het derde lid is van orde. Een ontslagnemend lid kan niet gedwongen worden ook feitelijk de functie te blijven vervullen. Artikel 7 Uitoefening bevoegdheden Ingevolge artikel 7:13 Awb beslist de commissie over onder andere de toepassing van artikel 7:4, zesde lid, en 7:5, tweede lid. Dit uitdrukkelijke voorschrift maakt het niet mogelijk dat deze bevoegdheid door de voorzitter (of een ander lid) van de commissie wordt uitgeoefend. De hiervoor aangehaalde bepalingen zijn in dit artikel dan ook niet genoemd. De in dit artikel aangehaalde artikelen of artikelleden van de Awb luiden als volgt. Artikel 2:1, tweede lid Een bestuursorgaan kan van een gemachtigde een schriftelijke machtiging verlangen. aken. Artikel 6:6 Indien niet is voldaan aan artikel 6:5 of aan enig ander bij de wet gesteld vereiste voor het in behandeling nemen van het bezwaar of beroep, kan dit niet-ontvankelijk worden verklaard, mits de indiener de gelegenheid heeft gehad het verzuim te herstellen binnen een hem daartoe gestelde termijn. Artikel 6:17 Indien iemand zich laat vertegenwoordigen, zendt het orgaan dat bevoegd is op het bezwaar te beslissen, de op
- 18 Jaarverslag Adviescommissie bezwaarschriften 2012 en 2013
de zaak betrekking hebbende stukken in elk geval aan de gemachtigde. Artikel 7:4, vierde lid Awb staat toe om leges te heffen voor het verstrekken van afschriften van de desbetreffende stukken aan de gemachtigde van een belanghebbende (HR 20 september 2000, JG 2001/30). Artikel 7:4, tweede lid Het bestuursorgaan legt het bezwaarschrift en alle verder op de zaak betrekking hebbende stukken voorafgaand aan het horen gedurende ten minste één week voor belanghebbenden ter inzage. Artikel 7:6, vierde lid Het bestuursorgaan kan, al dan niet op verzoek van een belanghebbende, toepassing van het derde lid achterwege laten, voorzover geheimhouding om gewichtige redenen is geboden [...]. Artikel 8 Vooronderzoek Het spreekt voor zich dat de voorzitter van de commissie er zorg voor dient te dragen dat al het noodzakelijke wordt gedaan om de behandeling van het bezwaarschrift genoegzaam voor te bereiden. Dat geldt zowel intern bij de gemeente - hij krijgt de bevoegdheid alle gewenste inlichtingen in te winnen - als extern. Zo moet het mogelijk zijn om met de klager in contact te treden om nadere informatie in te winnen of bijvoorbeeld hem bij kennelijke niet-ontvankelijkheid in overweging te geven het bezwaarschrift in te trekken. De activiteiten van de commissie of haar voorzitter bij de voorbereiding van de te behandelen zaken kunnen kosten meebrengen. Daarbij vallen gewone en bijzondere kosten te onderscheiden. Bij gewone kosten valt te denken aan bijvoorbeeld de vergoedingen voor de leden. Het inschakelen van externe deskundigen zal bijzondere kosten meebrengen. Deze kosten komen ten laste van de gemeentebegroting. Normaal gesproken is er in de begroting voorzien in de normale kosten van een commissie. Dat kan anders liggen als het om bijzondere kosten gaat. Aangezien het college belast is met de uitvoering van de begroting, ligt het voor de hand dat bijzondere kosten niet gemaakt worden voordat dat college de gelegenheid heeft gehad dit te toetsen aan een begrotingspost. Om deze reden is in deze bepaling voor de kosten voor getuigen of deskundigen een machtiging vooraf geïntroduceerd. Uiteraard mag het niet zo zijn dat het college door zo'n toetsing het werk van de commissie frustreert en haar onafhankelijke positie daardoor aantast. In dit verband verdient ook artikel 3:7 Awb aandacht. Daarin is bepaald dat het bestuursorgaan waaraan advies wordt uitgebracht, al dan niet op verzoek, de gegevens ter beschikking stelt aan de adviseur die nodig zijn voor een goede vervulling van diens taak. Uit de hier gebezigde formulering volgt dat het ter beoordeling van het bestuursorgaan blijft welke gegevens dat zullen zijn. Uit de aard van het advies van de commissie vloeit evenwel voort dat dit alle op de zaak betrekking hebbende gegevens zullen zijn. De commissie zal immers geen afgewogen oordeel kunnen uitbrengen indien gegevens worden achtergehouden. Artikel 9 Hoorzitting Voor het bepaalde in het eerste lid: zie de toelichting op artikel 10 van deze verordening. Artikel 7:3 van de Awb geeft aan in welke gevallen van het horen van belanghebbenden kan worden afgezien. De bevoegdheid om van het horen af te zien wordt door de verordening toegekend aan de voorzitter van de commissie. Deze beslissing is dus niet aan het bestuursorgaan dat het bezwaarschrift heeft ontvangen. Dat zou overigens ook niet mogelijk zijn, gelet op artikel 7:13, vierde lid, waarin onder andere is bepaald dat de commissie, voorzover bij wettelijk voorschrift niet anders is bepaald, beslist over de toepassing van artikel 7:3. Artikel 10 Uitnodiging zitting Ingevolge het eerste lid van deze bepaling wordt ook het verwerend orgaan uitgenodigd voor de zitting. Het is van groot belang dat dit orgaan zich ook ter zitting laat vertegenwoordigen. Daarmee kan worden voorkomen dat er, vanwege de inbreng van bezwaarmaker, een eenzijdig beeld ontstaat. Voorts is het voor een externe commissie van groot belang om van bestuurlijke zijde te vernemen hoe een beslissing tot stand is gekomen. Anders kan het voor de commissie moeilijk worden om een goede afweging te maken. Artikel 13 Openbaarheid zitting Ingevolge artikel 7:5, tweede lid Awb besluit het bestuursorgaan, voorzover niet bij wettelijk voorschrift anders is bepaald, of het horen in het openbaar plaatsvindt. In artikel 7:13, vierde lid Awb wordt deze bevoegdheid aan de commissie toegekend. In de onderhavige verordeningsbepaling is vastgelegd dat de hoorzitting in principe in het openbaar plaatsvindt. Uitzondering op deze regel blijft mogelijk, bijvoorbeeld indien bijzonder persoonlijke zaken van familiaire, medische of financiële aard of andere zaken met een vertrouwelijk karakter aan de orde komen.
- 19 Jaarverslag Adviescommissie bezwaarschriften 2012 en 2013
Artikel 14 Schriftelijke verslaglegging Artikel 7:7 Awb vereist zeer kort en bondig dat van het horen een verslag wordt gemaakt. De wijze waarop en de inhoudelijk vereisten aan het verslag worden niet door de Awb geregeld. Dit staat er overigens niet aan in de weg dat in de verordening een vaste procedure wordt opgenomen. Het bepaalde in het eerste lid hoeft niet zo ver te strekken dat van al het aanwezige publiek naam en hoedanigheid wordt opgenomen. Wel zal uit het verslag duidelijk moeten blijken wie namens welke partij aanwezig was en wat door hen naar voren is gebracht. Gezien de betekenis van de hoorzitting in het kader van de besluitvorming in de bezwaarschriftfase, ligt het voor de hand (hoewel niet voorgeschreven in de Awb) dat het verslag van de zitting uiterlijk gelijktijdig met de beslissing op het bezwaar aan belanghebbende wordt toegezonden. Ook is het mogelijk het verslag van de hoorzitting vóór het nemen van het bestreden besluit aan de belanghebbenden te zenden. Het verslag speelt ook een rol in de raadkamer en bij het advies. Als een lid afwezig is geweest bij het horen en de stemmen staken in de adviescommissie, hoeft bij de hernieuwde behandeling in de commissie niet opnieuw gehoord te worden (CRvB, 2 april 1996, AB 1997/23). Artikel 15 Nader onderzoek Een nader onderzoek kan feiten of omstandigheden aan het licht brengen die op het moment van de zitting nog niet bekend waren. Dit kan aanleiding zijn om belanghebbenden en het verwerend orgaan opnieuw te horen. De onderhavige bepaling voorziet in de mogelijkheid de commissie te verzoeken daartoe een nieuwe zitting te houden. In artikel 7:9 Awb wordt bepaald dat indien het in het hier bedoelde geval feiten of omstandigheden betreft die voor de op bezwaar te nemen beslissing van aanmerkelijk belang kunnen zijn, dit aan belanghebbenden wordt meegedeeld en dat zij opnieuw in de gelegenheid worden gesteld te worden gehoord (rechtsbeginsel hoor en wederhoor). Is de nieuwe informatie niet van aanmerkelijk belang dan kan er voor gekozen worden om de belanghebbenden in de gelegenheid te stellen schriftelijk te reageren. Na de hoorzitting gehouden telefoongesprekken kunnen gezien worden als nader onderzoek (Nationale ombudsman 9 juli 2001, AB 2001/263). Een zorgvuldige procedure houdt ook in dat het bestuursorgaan zich niet rechtstreeks tot de adviescommissie kan wenden zonder dat de andere belanghebbenden in de gelegenheid worden gesteld om hun standpunt dienaangaande kenbaar te maken (Rb. Rotterdam, 10 november 1999, JB, 1999/311). Artikel 16 Raadkamer en advies Zie ook de toelichting bij artikel 13. De hoorzitting is in principe openbaar; de hier bedoelde beraadslaging vindt achter gesloten deuren plaats. Het tweede lid, onder b, is opgenomen voor die gevallen waarin het vergaderquorum wel aanwezig is, maar de commissie door afwezigheid van een of meer leden dan wel hun plaatsvervangers (of als gevolg van de toepassing van artikel 12) tijdens de besluitvorming uit een even aantal personen bestaat. Het horen kan plaatsvinden door een niet-voltallige commissie (zie onder 11); de advisering dient plaats te vinden door een commissie die voldoet aan de eisen van artikel 7:13, eerste lid, onder a. Hoe het advies totstandkomt, is niet voorgeschreven. Schriftelijke consultatie is mogelijk (CRvB 21 oktober 1999, AB 2000/42 en Rb. Haarlem 5 januari 2001, ongepubliceerd, zaaknummer Awb 00/8620 en 00/8621). Advisering door de voorzitter en één lid van de hoorcommissie is in strijd met artikel 7:13, eerste lid, onder a Awb (Raad van State, Afdeling bestuursrechtspraak 19-10-98, JB 1998/257). Uit het derde lid van dit artikel (mogelijkheid voor de commissie om het horen op te dragen aan de voorzitter of een lid dat geen deel uitmaakt van en niet werkzaam is onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan) volgt niet dat de gehele advisering kan worden opgedragen aan de voorzitter en één lid. Artikel 17 Uitbrengen advies Volgens artikel 7:13, zesde lid Awb maakt in de bezwaarschriftprocedure het verslag van de hoorzitting deel uit van het advies van de commissie en wordt het schriftelijk uitgebracht. De beslistermijn bedraagt ingevolge artikel 7:10 van de Awb 10 weken, behoudens in het geval van opschorting of met gebruikmaking van de mogelijkheid van verdaging. De onderhavige bepaling verlangt van de voorzitter van de commissie dat indien hij voorziet dat de termijn als hiervoor bedoeld niet wordt gehaald, hij tijdig het bestuursorgaan verzoekt de beslissing op het bezwaar te verdagen.
- 20 Jaarverslag Adviescommissie bezwaarschriften 2012 en 2013
Bijlage
Verordening adviescommissie bezwaarschriften gemeente Baarn 2013
De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Baarn; ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft; gezien het voorstel van het college; gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet; BESLUITEN vast te stellen de volgende verordening: Verordening adviescommissie bezwaarschriften gemeente Baarn 2013 Artikel 1 Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen b. commissie: adviescommissie bezwaarschriften gemeente Baarn c. voorzitter: de (plaatsvervangend) voorzitter van de commissie d. leden: de leden van de commissie, niet zijnde de voorzitter e. secretaris: de (plaatsvervangend) secretaris van de commissie Artikel 2 Inleidende bepaling commissie 1. Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester. 2. De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van: a. een wettelijk voorschrift inzake de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen of de Wet waardering onroerende zaken; b. de functiewaarderingregeling gemeente Baarn (FUWA); c. personele regelingen inzake onder meer aanstelling, schorsing en ontslag en al hetgeen kan voortvloeien uit de CAR/UWO. Artikel 3 Samenstelling van de commissie 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en tenminste twee leden. 2. De voorzitter en de leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen. 3. Voorzitter en leden wonen niet in de gemeente Baarn. 4. De commissie regelt de vervanging van de voorzitter. Artikel 3a Instellen van kamers 1. De commissie kan een of meer kamers instellen, die belast worden met de behandeling van bezwaarschriften. 2. Elke kamer kan alle categorieën bezwaarschriften behandelen. 3. Elke kamer bestaat uit: a. een voorzitter, overeenkomstig artikel 7:13 Awb, zijnde de voorzitter of zijn/haar plaatsvervanger; b. maximaal 2 leden, door de commissie aangewezen uit haar midden. 4. Op de werkwijze van de kamers is het bepaalde in deze verordening zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing. Artikel 4 Secretaris 1. De secretaris van de commissie wordt door het college aangewezen. 2. Het college wijst tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan. Artikel 5 Zittingsduur 1. De voorzitter en de leden worden benoemd voor een termijn van vier jaar en kunnen telkens herbenoemd worden. 2. De voorzitter en de leden kunnen op elk moment ontslag nemen.
- 21 Jaarverslag Adviescommissie bezwaarschriften 2012 en 2013
3. De aftredende voorzitter en de aftredende leden blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien. Artikel 6 Ingediend bezwaarschrift 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend. 2. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld. Artikel 7 Uitoefening bevoegdheden 1. De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Awb worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter: a. artikel 2:1, tweede lid; b. artikel 6:6, voor wat betreft het stellen van een termijn aan de indiener; c. artikel 6:17, voor zover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie; d. artikel 7:4, tweede lid; e. artikel 7:6, vierde lid. 2. De voorzitter kan de secretaris mandaat verlenen voor het uitoefenen van de bevoegdheden genoemd in het eerste lid. Artikel 8 Vooronderzoek 1. De voorzitter is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen. 2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden die het daarvoor bestemde jaarbudget overschrijden, is vooraf machtiging van het college vereist. Artikel 9 Hoorzitting 1. De voorzitter bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen. 2. De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb (uitzonderingen op de hoorplicht). 3. Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan. Artikel 10 Uitnodiging zitting 1. De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit. 2. Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen. 3. De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld. 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid.
Artikel 11 Quorum Voor het houden van een zitting is vereist dat minimaal de voorzitter of zijn/haar plaatsvervanger en 1 lid, aanwezig is. Artikel 12 Niet-deelneming aan de behandeling De voorzitter en de leden nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn. Zij laten zich zo nodig vervangen.
Artikel 13 Openbaarheid zitting 1. De zitting van de (kamer van) de commissie is openbaar. 2. De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.
- 22 Jaarverslag Adviescommissie bezwaarschriften 2012 en 2013
3. Indien de (kamer van de) commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren. Artikel 14 Schriftelijke verslaglegging 1. Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de Awb vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid. 2. Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen. 3. Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding. 4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht. 5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris. Artikel 15 Nader onderzoek 1. Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden. 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden. 3. De leden, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op dit verzoek. 4. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing. Artikel 16 Raadkamer en advies 1. De (kamer van de) commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies. 2. De (kamer van de) commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies. 3. Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter. 4. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt. 5. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift. 6. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris ondertekend. Artikel 17 Uitbrengen advies en verdaging 1. Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 14 en eventueel door de (kamer van de) commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen. 2. Indien naar het oordeel van de voorzitter de termijn van twaalf weken als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, van de Awb, die gaat lopen op de dag na het verstrijken van de bezwaartermijn, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het verwerend orgaan tijdig de beslissing te verdagen. 3. Van een besluit tot verdaging ontvangen de (kamer van de) commissie en de belanghebbenden een afschrift.
Artikel 18 Intrekking oude regeling De Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften ingevolge de Algemene wet bestuursrecht 2005 vastgesteld op 26 januari 2005 (in werking getreden op 1 mei 2005) en gewijzigd op 28 maart 2007 (in werking getreden op 6 april 2007) wordt ingetrokken met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening.
Artikel 19 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking.
- 23 Jaarverslag Adviescommissie bezwaarschriften 2012 en 2013
Artikel 20 Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening adviescommissie bezwaarschriften Baarn”. Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 24 april 2013 de griffier, de voorzitter, Aldus vastgesteld in de vergadering van het college, gehouden op 5 maart 2013 de secretaris, de burgemeester, Aldus vastgesteld in zijn vergadering van 5 maart 2013 M.A. Röell Burgemeester
- 24 Jaarverslag Adviescommissie bezwaarschriften 2012 en 2013
Toelichting In de aanhef van de regelgeving is bepaald dat de bestuursorganen van de gemeente, de raad, het college en de burgemeester, ieder voorzover het hun bevoegdheden betreft, besluiten de verordening vast te stellen. Duidelijk is dat de raad de verordende bevoegdheid heeft. Het college en de burgemeester hebben deze bevoegdheid niet, maar nemen hiermee het besluit tot instellen van de commissie bezwaarschriften. Op deze manier is het mogelijk dat de bestuursorganen samen een en dezelfde commissie instellen om te adviseren op bezwaren tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester. De ondertekening gebeurt eveneens door de drie bestuursorganen. Artikel 1 Begripsbepaling In dit artikel zijn slechts die begripsbepalingen opgenomen die niet in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) voorkomen. Zo ontbreekt er een omschrijving van het begrip 'bestuursorgaan' hoewel dat op meerdere plaatsen in de verordening voorkomt. Het bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen, wordt in de verordening aangeduid als 'verwerend orgaan'. Dit is in principe de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester. Artikel 2 Inleidende bepaling commissie De commissie wordt via deze inleidende bepaling als zodanig geïntroduceerd. In artikel 1:5 van de Awb is omschreven wat onder het maken van bezwaar dient te worden verstaan. De bezwaarschriften over belastingen en personele aangelegenheden zijn uitgesloten van behandeling door de commissie. Voor de afhandeling van deze bezwaarschriften zijn andere procedures afgesproken. Artikel 3 Samenstelling van de commissie Het eerste lid verwijst naar de adviescommissie zoals bedoeld in artikel 7:13 Awb. Door de bepaling in het tweede lid delegeert de raad de benoeming van commissieleden aan het college. De commissie werkt met een roulatieschema, waarbij telkens de voorzitter of zijn/haar plaatsvervanger en twee van de leden horen en adviseren. Het college benoemt hiervoor een voorzitter en een voldoende aantal leden. De commissie wijst zelf uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter(s) aan. Artikel 3a Instellen van kamers De commissie kan besluiten om verschillende kamers in te stellen. Op het moment van vaststellen van deze verordening is er door de commissie een Kamer Sociale Dienst BBS (voor alle bezwaarschriften met betrekking tot de Wet Werk en Bijstand en de andere wetten en regelingen die de BBS uitvoert) en een Kamer Algemene Zaken voor alle overige zaken ingesteld.
Artikel 4 Secretaris Hoewel in de Awb nergens over een secretaris wordt gesproken, is het gebruikelijk dat een commissie beschikt over een secretaris ter ondersteuning van de werkzaamheden. De juristen van Juridische Zaken en van de BBS zijn benoemd als secretaris. Artikel 5 Zittingsduur Voorheen was bepaald dat de zittingsduur van de commissie gelijk liep met de zittingstermijn van de raad. Dat heeft echter alleen een functie als raadsleden lid van de commissie zijn, wat niet het geval is.
Een lid kan bij zijn ontslag zelf het tijdstip van dat ontslag bepalen. Het kan ook een later tijdstip kiezen om zodoende eventueel nog bij de afhandeling van lopende zaken betrokken te kunnen zijn. De bepaling van het derde lid is van orde. Een ontslagnemend lid kan niet gedwongen worden ook feitelijk de functie te blijven vervullen. Artikel 7 Uitoefening bevoegdheden Ingevolge artikel 7:13 Awb beslist de commissie (dus de hele commissie) over onder andere de toepassing van artikel 7:4, zesde lid (inzage in de stukken en geheimhouding), en 7:5, tweede lid (wel of niet horen in het openbaar). Dit uitdrukkelijke voorschrift maakt het niet mogelijk dat deze bevoegdheid door de voorzitter (of een ander lid) van de commissie wordt uitgeoefend. De hiervoor aangehaalde bepalingen zijn in dit artikel dan
- 25 Jaarverslag Adviescommissie bezwaarschriften 2012 en 2013
ook niet genoemd. De in dit artikel aangehaalde artikelen of artikelleden van de Awb luiden als volgt. Artikel 2:1, tweede lid Een bestuursorgaan kan van een gemachtigde een schriftelijke machtiging verlangen. Artikel 6:6 Indien niet is voldaan aan artikel 6:5 of aan enig ander bij de wet gesteld vereiste voor het in behandeling nemen van het bezwaar of beroep, kan dit niet-ontvankelijk worden verklaard, mits de indiener de gelegenheid heeft gehad het verzuim te herstellen binnen een hem daartoe gestelde termijn. De voorzitter geeft deze gelegenheid en stelt deze termijn. Artikel 6:17 Indien iemand zich laat vertegenwoordigen, zendt het orgaan dat bevoegd is op het bezwaar te beslissen, de op de zaak betrekking hebbende stukken in elk geval aan de gemachtigde. Artikel 7:4, tweede lid Het bestuursorgaan legt het bezwaarschrift en alle verder op de zaak betrekking hebbende stukken voorafgaand aan het horen gedurende ten minste één week voor belanghebbenden ter inzage. Artikel 7:6, vierde lid Het bestuursorgaan kan, al dan niet op verzoek van een belanghebbende, toepassing van het derde lid achterwege laten, voorzover geheimhouding om gewichtige redenen is geboden [...]. Om praktische redenen kan de voorzitter haar bevoegdheden mandateren aan de secretaris. Artikel 8 Vooronderzoek Het spreekt voor zich dat de voorzitter van de commissie er zorg voor dient te dragen dat al het noodzakelijke wordt gedaan om de behandeling van het bezwaarschrift genoegzaam voor te bereiden. Dat geldt zowel intern bij de gemeente – hij/zij krijgt de bevoegdheid alle gewenste inlichtingen in te winnen - als extern. Zo moet het mogelijk zijn om met de klager in contact te treden om nadere informatie in te winnen of bijvoorbeeld hem bij kennelijke niet-ontvankelijkheid in overweging te geven het bezwaarschrift in te trekken. De activiteiten van de commissie of haar voorzitter bij de voorbereiding van de te behandelen zaken kunnen kosten meebrengen. Daarbij vallen gewone en bijzondere kosten te onderscheiden. Bij gewone kosten valt te denken aan bijvoorbeeld de vergoedingen voor de leden. Het inschakelen van externe deskundigen zal bijzondere kosten meebrengen. Deze kosten komen ten laste van de gemeentebegroting. In de begroting is voorzien in de normale kosten van een commissie en in het inwinnen van extern advies in het kader van bezwaar en beroep. In het geval van overschrijding van het beschikbare budget is toestemming van het college vereist. In dit verband verdient ook artikel 3:7 Awb aandacht. Daarin is bepaald dat het bestuursorgaan waaraan advies wordt uitgebracht, al dan niet op verzoek, de gegevens ter beschikking stelt aan de adviseur die nodig zijn voor een goede vervulling van diens taak. Uit de hier gebezigde formulering volgt dat het ter beoordeling van het bestuursorgaan blijft welke gegevens dat zullen zijn. Uit de aard van het advies van de commissie vloeit evenwel voort dat dit alle op de zaak betrekking hebbende gegevens zullen zijn. De commissie zal immers geen afgewogen oordeel kunnen uitbrengen indien gegevens worden achtergehouden. Artikel 9 Hoorzitting Voor het bepaalde in het eerste lid: zie de toelichting op artikel 7 van deze verordening. Artikel 7:3 van de Awb geeft aan in welke gevallen van het horen van belanghebbenden kan worden afgezien. De bevoegdheid om van het horen af te zien wordt door de verordening toegekend aan de voorzitter van de commissie. Deze beslissing is dus niet aan het bestuursorgaan dat het bezwaarschrift heeft ontvangen. Dat zou overigens ook niet mogelijk zijn, gelet op artikel 7:13, vierde lid, waarin onder andere is bepaald dat de commissie, voorzover bij wettelijk voorschrift niet anders is bepaald, beslist over de toepassing van artikel 7:3. De ambtelijke organisatie heeft afgesproken dat het bestuursorgaan zo mogelijk enkele weken vóór de hoorzitting een verweerschrift indient. De bezwaarcommissie heeft hierom gevraagd, vanwege de volgende voordelen: - de inhoudelijke beoordeling van de bezwaren door het bestuursorgaan is eerder beschikbaar dan pas tijdens de hoorzitting. Ook voor de belanghebbenden is het handig om tijdig bekend te zijn
- 26 Jaarverslag Adviescommissie bezwaarschriften 2012 en 2013
-
met het standpunt van het bestuursorgaan. Bezwaarcommissie en belanghebbenden zijn dan beter voorbereid op de zitting en dat leidt tot een betere vorm van hoor en wederhoor. De motivering van het bestreden besluit komt in het verweerschrift beter uit de verf. Vóór de hoorzitting worden via het verweerschrift zaken verduidelijkt of nader toegelicht. De commissie en de partijen kunnen zich duidelijker op de geschilpunten concentreren. Discussies over niet relevante aspecten worden beperkt of voorkomen.
Artikel 10 Uitnodiging zitting Ingevolge het eerste lid van deze bepaling wordt ook het verwerend orgaan uitgenodigd voor de zitting. Het is van groot belang dat dit orgaan zich ook ter zitting laat vertegenwoordigen. Daarmee kan worden voorkomen dat er, vanwege de inbreng van bezwaarmaker, een eenzijdig beeld ontstaat. Voorts is het voor een externe commissie van groot belang om van bestuurlijke zijde te vernemen hoe een beslissing tot stand is gekomen. Anders kan het voor de commissie moeilijk worden om een goede afweging te maken.
Artikel 11 Quorum Er is geen wettelijk bezwaar tegen het horen in het kader van de bezwaarprocedure door de voorzitter en één lid van de adviescommissie. Er is dan een voldoende quorum aanwezig. De advisering over het bezwaarschrift aan het bestuursorgaan moet echter door de voorzitter en de twee leden plaatsvinden.
Artikel 13 Openbaarheid zitting Ingevolge artikel 7:5, tweede lid Awb besluit het bestuursorgaan, voorzover niet bij wettelijk voorschrift anders is bepaald, of het horen in het openbaar plaatsvindt. In artikel 7:13, vierde lid Awb wordt deze bevoegdheid aan de commissie toegekend. In de onderhavige verordeningsbepaling is vastgelegd dat de hoorzitting in principe in het openbaar plaatsvindt. Uitzondering op deze regel blijft mogelijk, bijvoorbeeld indien bijzonder persoonlijke zaken van familiaire, medische of financiële aard of andere zaken met een vertrouwelijk karakter aan de orde komen. Artikel 14 Schriftelijke verslaglegging Artikel 7:7 Awb vereist zeer kort en bondig dat van het horen een verslag wordt gemaakt. De wijze waarop en de inhoudelijk vereisten aan het verslag worden niet door de Awb geregeld. Dit staat er overigens niet aan in de weg dat in de verordening een vaste procedure wordt opgenomen. Het bepaalde in het eerste lid hoeft niet zo ver te strekken dat van al het aanwezige publiek naam en hoedanigheid wordt opgenomen. Wel zal uit het verslag duidelijk moeten blijken wie namens welke partij aanwezig was en wat door hen naar voren is gebracht. Gezien de betekenis van de hoorzitting in het kader van de besluitvorming in de bezwaarschriftfase, ligt het voor de hand (hoewel niet voorgeschreven in de Awb) dat het verslag van de zitting uiterlijk gelijktijdig met de beslissing op het bezwaar aan belanghebbende wordt toegezonden. Ook is het mogelijk het verslag van de hoorzitting vóór het nemen van het bestreden besluit aan de belanghebbenden te zenden. Het verslag speelt ook een rol in de raadkamer en bij het advies. Als een lid afwezig is geweest bij het horen en de stemmen staken in de adviescommissie, hoeft bij de hernieuwde behandeling in de commissie niet opnieuw gehoord te worden (CRvB, 2 april 1996, AB 1997/23). Artikel 15 Nader onderzoek Een nader onderzoek kan feiten of omstandigheden aan het licht brengen die op het moment van de zitting nog niet bekend waren. Dit kan aanleiding zijn om belanghebbenden en het verwerend orgaan opnieuw te horen. De onderhavige bepaling voorziet in de mogelijkheid de commissie te verzoeken daartoe een nieuwe zitting te houden. In artikel 7:9 Awb wordt bepaald dat indien het in het hier bedoelde geval feiten of omstandigheden betreft die voor de op bezwaar te nemen beslissing van aanmerkelijk belang kunnen zijn, dit aan belanghebbenden wordt meegedeeld en dat zij opnieuw in de gelegenheid worden gesteld te worden gehoord (rechtsbeginsel hoor en wederhoor). Is de nieuwe informatie niet van aanmerkelijk belang dan kan er voor gekozen worden om de belanghebbenden in de gelegenheid te stellen schriftelijk te reageren. Na de hoorzitting gehouden telefoongesprekken kunnen gezien worden als nader onderzoek (Nationale ombudsman 9 juli 2001, AB 2001/263). Een zorgvuldige procedure houdt ook in dat het bestuursorgaan zich niet rechtstreeks tot de adviescommissie kan wenden zonder dat de andere belanghebbenden in de gelegenheid worden gesteld om hun standpunt dienaangaande kenbaar te maken (Rb. Rotterdam, 10 november 1999, JB, 1999/311).
- 27 Jaarverslag Adviescommissie bezwaarschriften 2012 en 2013
Artikel 16 Raadkamer en advies Zie ook de toelichting bij artikel 13. De hoorzitting is in principe openbaar; de hier bedoelde beraadslaging vindt achter gesloten deuren plaats. Lid 3 is opgenomen voor die gevallen waarin het vergaderquorum wel aanwezig is, maar de commissie door afwezigheid van een of meer leden dan wel hun plaatsvervangers (of als gevolg van de toepassing van artikel 12) tijdens de besluitvorming uit een even aantal personen bestaat. Het horen kan plaatsvinden door een niet-voltallige commissie (zie onder 11); de advisering dient plaats te vinden door een commissie die voldoet aan de eisen van artikel 7:13, eerste lid, onder a. Hoe het advies totstandkomt, is niet voorgeschreven. Schriftelijke consultatie is mogelijk (CRvB 21 oktober 1999, AB 2000/42 en Rb. Haarlem 5 januari 2001, ongepubliceerd, zaaknummer Awb 00/8620 en 00/8621). Advisering door de voorzitter en één lid van de hoorcommissie is in strijd met artikel 7:13, eerste lid, onder a Awb (Raad van State, Afdeling bestuursrechtspraak 19-10-98, JB 1998/257). Uit het derde lid van dit artikel (mogelijkheid voor de commissie om het horen op te dragen aan de voorzitter of een lid dat geen deel uitmaakt van en niet werkzaam is onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan) volgt niet dat de gehele advisering kan worden opgedragen aan de voorzitter en één lid. Artikel 17 Uitbrengen advies Volgens artikel 7:13, zesde lid Awb maakt in de bezwaarschriftprocedure het verslag van de hoorzitting deel uit van het advies van de commissie en wordt het schriftelijk uitgebracht. De beslistermijn bedraagt ingevolge artikel 7:10 van de Awb 12 weken, behoudens in het geval van opschorting of met gebruikmaking van de mogelijkheid van verdaging. De onderhavige bepaling verlangt van de voorzitter van de commissie dat indien hij voorziet dat de termijn als hiervoor bedoeld niet wordt gehaald, hij tijdig het bestuursorgaan verzoekt de beslissing op het bezwaar te verdagen.
- 28 Jaarverslag Adviescommissie bezwaarschriften 2012 en 2013