COMMISSIE BEZWAARSCHRIFTEN Jaarverslag 2013
Haaksbergen, juli 2014
INLEIDING Voor u ligt het jaarverslag 2013 van de Commissie bezwaarschriften. Het jaarverslag geeft een overzicht van de werkzaamheden van deze onafhankelijke commissie. In het jaarverslag worden de cijfers over een periode van 10 jaar vermeld, zodat een tendens over die periode is te zien. In dit jaarverslag daarom van 2004 tot en met het verslagjaar 2013. Het is de taak van onze commissie om de beslissing op een bezwaarschrift voor te bereiden. Bij die voorbereiding hoort ook het horen van alle belanghebbenden of juist het afzien daarvan. Het horen dan wel het niet horen is een bevoegdheid die in de Algemene wet bestuursrecht is neergelegd bij onze commissie. De voorbereiding van de beslissing op een bezwaarschrift houdt verder in het geven van advies aan het tot beslissen bevoegde bestuursorgaan. Als dat advies strekt tot het herroepen van een besluit, dan houdt dat advies ook in welk besluit – naar het oordeel van onze commissie – daarvoor in de plaats komt. Als het herroepen besluit een beslissing op een aanvraag is, zal altijd een nieuw (en ander) besluit daarvoor in de plaats moeten komen. In dat geval kan niet volstaan worden met enkel een herroeping, maar zal in beginsel gelijktijdig met de herroeping van het bestreden besluit ook het nieuwe besluit moeten worden genomen. Als een besluit vormfouten bevat, zoals onvoldoende motivering of verwijzing naar de onjuiste wetsartikelen, en die kunnen worden hersteld, dan adviseert de commissie aan het bestuursorgaan om die verbeteringen aan te brengen. Het besluit kan met de aangebrachte verbeteringen worden gehandhaafd en behoeft niet te worden herroepen. De verantwoordelijkheid van onze commissie voor een zaak eindigt met het uitbrengen van ons advies aan het bestuursorgaan. Of het bestuursorgaan ons advies al dan niet overneemt, is niet aan ons. Wel vermelden wij in het jaarverslag hoe vaak de bestuursorganen zijn afgeweken van onze adviezen.
1
COMMISSIE Per 1 maart 2013 heeft de heer drs. M.Ph.Th. (Maurits) Sanders het lidmaatschap van de commissie opgezegd. Daarna was de samenstelling van de commissie in 2013 als volgt: Voorzitter de heer A.J. (Adri) Afink Lid en tevens plaatsvervangend voorzitter mevrouw mr. E. (Esther) Lankamp-Grooten Leden de heer mr. J.H.B. (Erik) Averdijk de heer mr. W.D. (Wieger) Piek mevrouw mr.drs. M.Y.(Miranda) Rutjes Secretariaat de heer mr. R.H. (Roelof) Willems mevrouw mr. drs. L.G. (Lucy) Hartman mevrouw P.M. (Pauline) Paalman-Hendrikson mevrouw mr. I.A.H. (Irma) Horck-van Mast In 2013 heeft de commissie 13 hoorzittingen gehouden, waarin 29 bezwaarschriften zijn behandeld. In 4 gevallen is afgezien van het horen van belanghebbenden, waarvan in 3 gevallen wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid en in één geval wegens kennelijke ongegrondheid van dat bezwaarschrift.
2
TOELICHTING CIJFERS In 2013 zijn 64 bezwaarschriften ingediend. Deze 64 bezwaarschriften hebben betrekking op in totaal 59 zaken; 5 bezwaarschriften zijn gericht tegen hetzelfde besluit, een omgevingsvergunning (Wabo) voor de activiteit bouwen. Van de 64 in 2013 ingediende bezwaarschriften zijn 25 bezwaarschriften voortijdig ingetrokken. Dat is 39,0% van de ingediende bezwaarschriften. In 39 gevallen zijn bezwaarschriften afgedaan door het uitbrengen van advies aan het bestuursorgaan. In 2013 in alle gevallen aan het colege van burgemeester en wethouders. Van de 25 voortijdig ingetrokken bezwaarschriften zijn 15 bezwaarschriften ingetrokken, omdat burgemeester en wethouders alsnog geheel of gedeeltelijk zijn tegemoetgekomen aan de bezwaren en 10 bezwaarschriften zijn om andere redenen ingetrokken. Bij de 25 ingetrokken bezwaarschriften is in 3 gevallen gevraagd om toch – hoewel de wet daartoe niet verplicht – de proceskosten te vergoeden. Proceskosten worden op verzoek toegekend als het besluit waartegen de bezwaren zijn gericht, wordt herroepen en die herroeping het bestuursorgaan kan worden verweten. Als een bezwaarschrift wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de bezwaren tegemoet komt, vinden wij – mits de indiener van het bezwaarschrift daar om verzocht heeft – dat om proceseconomische redenen ook in zo’n geval de proceskosten kunnen worden vergoed. Bij handhaving van de bezwaren zouden die proceskosten immers kunnen worden vergoed. Wel moet dan sprake zijn van verwijtbaarheid bij het bestuursorgaan. Samengevat komt het erop neer dat proceskosten bij een ingetrokken bezwaarschrift kunnen worden vergoed, als ook bij handhaving van het bezwaarschrift recht zou bestaan op vergoeding van proceskosten. Dit voorkomt dat een bezwaarmaker een bezwaarschrift niet intrekt in verband met het al dan niet toekennen van proceskosten. De proceskosten hebben vrijwel altijd betrekking op de kosten van beroepsmatig verleende rechtsbijstand. In 2013 is bij 1 ingetrokken bezwaarschrift proceskostenvergoeding toegekend. Het aantal oude en langdurig aangehouden zaken is ook weer kleiner geworden. Er resteren nu nog 1 zaak uit 2009 (handhaving milieu) en 1 zaak uit 2012 (subsidie). Een zaak uit 2006 is alsnog afgedaan (niet-ontvankelijk), een zaak uit 2011 is ingetrokken en een zaak uit 2012 is ook ingetrokken. Traditiegetrouw vermelden wij in het jaarverslag de reden van intrekking als die intrekking het gevolg is van het alsnog geheel of gedeeltelijk aan de bezwaren tegemoet komen. Een dergelijke intrekking kan immers gelijkgesteld worden aan een gegrondverklaring van de bezwaren en het herroepen van het bestreden beluit. Dat was in 2013 in 15 zaken het geval. Dit betrof de volgende zaken: Terugvordering van bijstand (driemaal): de teruggevorderde bedragen zijn buiten invordering gesteld. Subsidie welzijn: er is meer subsidie toegekend dan eerst. Maatregel op grond van de Wet werk en bijstand (hierna: Wwb): maatregel van 50% korting gedurende twee maanden wordt omgezet in een korting van 20% gedurende één maand. Weigeren van een principeverzoek op grond van het bestemmingsplan voor de vestiging van een kinderopvang: er is alsnog medewerking verleend. Het toekennen van huisnummers (viermaal): er is wat betreft het toekennen van huisnummers tegemoet gekomen aan de wensen van de bezwaarden. 3
Terugbetaling van een geldlening: er is een betalingsregeling getroffen. Omgevingsvergunning (Wabo) voor het kappen van een eik: de aan de gemeente verleende kapvergunning is ingetrokken. In 2014 heeft de koper van de bouwkavel, waarop de boom staat, opnieuw voor dezelfde boom een omgevingsvergunning voor het kappen gevraagd voor deze boom. Het college heeft deze vergunning weer verleend. Daartegen zijn 7 bezwaarschriften ingediend. Omdat deze bezwaarschriften in 2014 zijn ingediend, zal in het jaarverslag over dat jaar (2014) hierop worden teruggekomen. Eén bezwaarde, die 3 bezwaarschriften had ingediend (waaronder tegen een besluit tot intrekking van een uitkering en een besluit tot terugvordering van bijstand), heeft die drie bezwaarschriften ingetrokken nadat het college na een mediationtraject de besluiten tot intrekking en terugvordering had ingetrokken. Gegronde bezwaren In 2013 heeft de commissie geadviseerd 4 bezwaarschriften gegrond te verklaren, het bestreden besluit te herroepen en in de plaats daarvan een ander besluit te nemen. Het gaat om de volgende zaken: Het verminderen van de toegekende huishoudelijke hulp op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (hierna: Wmo): er is alsnog voor 0,5 uur per week aan licht huishoudelijk werk toegekend. Het weigeren van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand (Wwb) over de periode van 1 januari 2010 tot en met 24 mei 2010: de bijstand is met terugwerkende kracht alsnog toegekend over deze periode. In deze zaak is ook vergoeding van proceskosten toegekend. Dat betreft de kosten van beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Het opleggen van een maatregel op grond van de Wwb tot het verlagen van de uitkering met 50% over de periode van 1 maart 2013 tot 1 april 2013: de maatregel is herroepen. Het per 1 juli 2013 opschorten van de uitkering op grond van de Wwb en het per 1 juli 2013 intrekken van het recht op bijstand: het opschorten en het intrekken van het recht op bijstand is herroepen. Het college heeft overeenkomstig deze vier adviezen besloten. Dat het merendeel van de ingetrokken bezwaarschriften en van de gegronde bezwaarschriften ligt op het terrein van de bijstand is logisch, gezien het aantal van de ingediende bezwaarschriften dat op dit beleidsterrein betrekking heeft.
4
VERVOLGPROCEDURES Zoals in de inleiding van dit jaarverslag al is opgemerkt eindigt de taak van de commissie met het uitbrengen van het advies aan het bestuursorgaan. Wat het bestuursorgaan met het advies doet, behoort niet tot de competentie van de commissie. Maar vanzelfsprekend is het voor de commissie wel van belang om te weten welk besluit het bestuursorgaan neemt op het bezwaarschrift. Daarom moet in het jaarverslag daaraan wel aandacht besteed worden. Neemt het bestuursorgaan het advies over of wijkt het bestuursorgaan juist af van ons advies en hoe vaak gaat het bestuursorgaan “contrair”. Daarbij kan de uitspraak van de bestuursrechter op een ingesteld beroep of hoger beroep een aanwijzing geven over de kwaliteit van de adviezen. Hierbij moet wel bedacht worden dat de toetsing door de bestuursrechter een marginale toetsing is, die zich beperkt tot een toetsing aan de rechtmatigheid. De bestuursorganen moeten bij de bezwaarschriftprocedure daarentegen het bestreden besluit volledig heroverwegen. Een volledige toetsing, waarbij naast de rechtmatigheid ook aan de doelmatigheid wordt getoetst. Deze plicht van een volle toetsing geldt evenzeer voor onze commissie. Dit heeft tot gevolg dat er meerdere beslissingen op bezwaar denkbaar zijn die wat doelmatigheid betreft van elkaar verschillen maar die wel alle de rechtmatigheidstoets kunnen doorstaan. Wij hebben tot nu toe elk jaar een overzicht opgenomen van het aantal keren dat de beslissing op het bezwaarschrift een vervolg kreeg bij de bestuursrechter in de vorm van beroep of hoger beroep. Die overzichten zijn onduidelijk, vooral als het een zaak betreft die door de bestuursrechter wordt terugverwezen naar het bestuursorgaan. Soms loopt een zaak meerdere jaren. In het overzicht zullen wij ons daarom beperken tot het aantal zaken dat een vervolg heeft gekregen in de vorm van beroep of hoger beroep bij de bestuursrechter en welk percentage dat is van het aantal beslissingen waartegen beroep mogelijk was. Wel zullen wij – evenals voorheen – in het kort het verloop van een zaak in beroep en hoger beroep omschrijven. Wij menen dat zo’n omschrijving duidelijker is dan het cijfermatige overzicht in een tabel. 2011 Vorig jaar is gemeld dat de rechtbank het beroep tegen een besluit om een aanvraag voor een bouwvergunning buiten behandeling te stellen ongegrond heeft verklaard. Het hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (AbRvS) is gegrond verklaard. De AbRvS heeft vastgesteld dat de bouwvergunning al van rechtswege verleend was. Deze zaak krijgt nog een civielrechtelijk vervolg, omdat betrokkene stelt schade te hebben geleden. Eén zaak betreft een aan het Waterschap Regge en Dinkel verleende omgevingsvergunning voor herinrichtingswerkzaamheden. Omliggende agrariërs hadden daartegen bezwaar gemaakt. In die zaak heeft onze commissie geadviseerd de bezwaren gegrond te verklaren, de verleende vergunning te herroepen en de gevraagde vergunning te weigeren. Het college is afgeweken van dit advies en heeft de bezwaren ongegrond verklaard en de aan het waterschap verleende vergunning gehandhaafd. Het college is dus “contrair” gegaan. De rechtbank heeft het beroep van de agrariërs ongegrond verklaard en de beslissing op bezwaar van het college gehandhaafd. De agrariërs hebben daartegen hoger beroep bij de AbRvS ingesteld. Dat moet nog behandeld worden. Verder is het vermeldenswaard dat het 5
college in deze zaak tijdens de behandeling van het bezwaarschrift het initiatief heeft genomen voor mediation. Alle drie partijen (agrariërs, waterschap en college) hebben daaraan deelgenomen, maar het heeft niet geleid tot een oplossing. 2012 Er is 1 beroep dat betrekking heeft op een bijstandszaak (korting op de uitkering) uit 2012. Dat wil zeggen dat het bezwaarschrift in 2012 is ingekomen. Hoewel al op het bezwaarschrift was beslist, is nogmaals bezwaar gemaakt bij het college. Dat kan niet. Daarom heeft het college dat bezwaarschrift doorgezonden naar de rechtbank om het verder te behandelen en af te doen als beroep. Appellant heeft de rechtbank verzocht zijn beroep aan te houden in verband met overleg dat appellant met het college heeft. Er is 1 beroep van de Stichting Milieuwaakhond, dat betrekking heeft op een Wob-verzoek. Zij was door het college niet-ontvankelijk verklaard in haar bezwaren. Het beroep daartegen is door de rechtbank kennelijk ongegrond verklaard en daardoor op vereenvoudigde wijze (zonder zitting) afgedaan. Tegen die uitspraak van de rechtbank heeft de stichting verzet aangetekend. Dat verzet is ongegrond verklaard. Daarmee is die zaak afgerond. 2013 In 2013 is in 10 gevallen beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar. Er zijn 39 beslissingen op bezwaar genomen. In 25,6% van de gevallen is dus beroep ingesteld. Drie beroepen hebben betrekking op hetzelfde besluit: een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen. De beroepen zijn door de rechtbank ongegrond verklaard. De drie appellanten hebben daartegen hoger beroep bij de AbRvS ingesteld. De AbRvS heeft deze zaken nog in behandelng. De zitting van de AbRvS is inmiddels wel geweest. Verder is beroep ingesteld tegen nog een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen. Dit is een andere zaak dan waartegen die 3 andere beroepen zijn gericht. Ook in deze zaak heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en is er inmiddels hoger beroep ingesteld. De AbRvS heeft deze zaak nog in behandeling, maar ook in deze zaak is inmiddels de zitting van de AbRvS geweest. Andere beroepen bij de rechtbank van zaken die in 2013 met het indienen van een bezwaarschrift zijn begonnen, betreffen de Wob (viermaal). Van die 4 Wob-zaken heeft de rechtbank in 2 zaken het beroep ongegrond verklaard, maar daarvan is niet bekend of hoger beroep bij de AbRvS is ingesteld. In 2 zaken moet de rechtbank de procedure nog beginnen. Andere beroepen hebben betrekking op de invordering van een dwangsom (het beroep is nog in behandeling bij de rechtbank) en de intrekking en terugvordering van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand. Dit laatste beroep is door de rechtbank ongegrond verklaard, maar het is nog niet bekend of hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep is ingesteld.
6
OPMERKINGEN, CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN Het aantal ingediende bezwaarschriften is vergelijkbaar met het aantal in 2012. In 2013 zijn 64 bezwaarschriften ingediend (in 2012: 70) die gericht zijn tegen 59 zaken (in 2012: 67 zaken). Het aantal ingetrokken bezwaarschriften bedraagt nu 25. Dat is een percentage van 39%. Opvallend in 2013 is het grote aantal bijstandszaken. Vorig jaar (2012) was dat aantal ook al hoog, niet alleen het aantal in absolute zin, maar ook in verhouding tot de bezwaarschriften op andere terreinen (in 2012 bedroeg het aantal bezwaarschriften op het terrein van de bijstand 30; dat is 42,8%). In 2013 bedroeg het aantal bezwaarschriften op het terrein van de bijstand maar liefst 35, een percentage van 54,6%. Dat is dus meer dan de helft. Bezwaarschriften op het terrein van de Wet maatschappelijke ondersteuning (zaken met betrekking tot gehandicapten), het andere onderwerp in de “zachte sector”, waren er juist opvallend weinig. Welgeteld 2. Wel is er een ander onderwerp dat in 2012 en 2013 goed scoort wat betreft het aantal ingediende bezwaarschriften. Dat is de Wet openbaarheid van bestuur (Wob): respectievelijk 5 (2012) en 8 bezwaarschriften (2013). De reden van deze toename is verklaarbaar. Dat is de inwerkingtreding van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen (hierna: Wet dwangsom). De Wet dwangsom geeft aanvragers een middel om bestuursorganen te prikkelen te beslissen op hun aanvraag. Na het verstrijken van de wettelijke beslistermijn kan de aanvrager een bestuursorgaan in gebreke stellen. Daarna heeft het bestuursorgaan nog twee weken de gelegenheid om alsnog op de aanvraag te beslissen zonder dat het een dwangsom verbeurt. Als het bestuursorgaan niet binnen deze termijn beslist, verbeurt het bestuursorgaan voor elke dag dat het niet beslist een dwangsom, die kan oplopen tot maximaal € 1.260. De dwangsom is in feite een soort boete die de overheid zichzelf oplegt als een soort financiële genoegdoening voor de burger omdat een bestuursorgaan niet tijdig heeft beslist Gebleken is dat op grote schaal, niet alleen in Haaksbergen maar bij alle gemeenten, gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid die de Wet dwangsom, in samenhang met de Wob, biedt. Dit is mogelijk omdat een aanvrager van een Wob-verzoek geen belang hoeft te hebben of te stellen. Iedereen kan dus een verzoek op grond van de Wob doen en ook iedereen heeft recht op een dwangsom als niet tijdig beslist wordt. De verzoeken zijn vaak zo opgesteld dat er altijd wel gemeenten zijn die dwangsommen verbeuren. Het aanvragen van Wob-verzoeken is een lucratieve bezigheid geworden voor mensen met een creatieve geest. Het gevolg van deze wetgeving is dat er op grote schaal aanvragen op grond van de Wob worden ingediend, vaak bij alle gemeenten, waarbij de aanvrager niet de intentie heeft om de gevraagde informatie te krijgen, maar enkel de intentie heeft om dwangsommen te kunnen innen. Dit probleem doet zich alleen bij de Wob voor en is ontstaan door de wetgever. Het ligt daarom voor de hand dat de wetgever dit probleem ook oplost. De wetgever heeft de gevolgen van het niet uitzonderen van de Wob van de Wet dwangsom behoorlijk onderschat. Mede onder druk van de VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten) ziet het kabinet nu ook in dat er iets moet gebeuren. In een brief aan de Tweede Kamer van 25 juni 2014 deelt de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties mee dat het kabinet van mening is dat alle Wob-verzoeken moeten worden uitgezonderd van de Wet dwangsom. Naast het uitzonderen van alle Wob-verzoeken van de dwangsomregeling, ziet het kabinet reden voor 7
enkele aanvullende maatregelen. Het kabinet streeft ernaar een voorstel van wet tot wijziging van de Wob in het najaar van 2014 bij de Tweede Kamer in te dienen. De Wet dwangsom is niet slechts van toepassing op de beslistermijnen van aanvragen van primaire besluiten, maar ook op de beslistermijnen van bezwaarschriften. Omdat onze commissie de beslissingen op bezwaarschriften voorbereidt, hebben wij rechtstreeks invloed op de lengte van de beslistermijn. Naar aanleiding van een vorig jaar ingediend bezwaarschrift, heeft het college de maximale dwangsom verbeurd aan een indiener van een bezwaarschrift. Het bezwaarschrift had betrekking op een Wob-verzoek. De ingebrekestelling is ingekomen op een moment dat onze commissie het advies aan uw college had uitgebracht. De in de wet opgenomen hersteltermijn is ongebruikt verstreken.
8
CIJFERS
1. Het aantal ingediende bezwaarschriften
Aantal bezwaarschriften Aantal zaken
2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 91 54 67 65 82 48 44 52 70 64 72 49 64 62 75 39 43 47 67 59
2. De stand van zaken bij de commissie per 1 juli 2014 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Bezwaarschriften afgehandeld 68 38 52 44 50 25 25 34 37 39 Voortijdig ingetrokken waarvan tegemoetgekomen aan klager om andere redenen Percentage intrekkingen Nog niet afgehandeld
23 6
15 4
14 4
21 7
32 14
22 11
19 9
20 12
32 12
25 15
17 11 9 14 18 11 10 8 19 10 25,2 27,7 20,8 32,3 39,0 45,8 43,1 36,5 45,7 39,0 1 1
3. Het aantal ingediende bezwaarschriften per bestuursorgaan
Burgemeester Burgemeester en wethouders Gemeenteraad
2004 2005 2006 2007 2 2 83 49 59 63 8 3 8
2008 1 79 2
2009 2010 2011 2012 2013 1 46 44 52 69 64 1 1
4. Het aantal hoorzittingen
Aantal hoorzittingen Aantal in hoorzittingen behandelde bezwaarschriften Aantal keren dat is afgezien van horen belanghebbenden
2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 16 14 17 16 16 14 10 14 11 13 66 49 44 40 36 34 24 28 37 29 8
3
8
7
11
2
5
9
5
4
5. Beslistermijnen
Aantal adviezen van de commissie uitgebracht binnen 12 weken Aantal adviezen van de commissie uitgebracht tussen 13-18 weken Aantal adviezen van de commissie uitgebracht in termijn langer dan 18 weken
2012 29 6 4
2013 29 8 2
9
6. Het aantal ingediende bezwaarschriften naar onderwerp
Bouwen/slopen (Wabo) Ruimtelijke ordening Planschade Milieu (Wabo) Handhaven/gedogen Verkeer Brandveiligheid Kappen/vellen (Wabo) APV, bijzondere wetten Bijstand Gehandicapten Subsidie Openbaarheid van bestuur Monumenten Voorkeursrecht gemeenten Onderwijs Huisnummering Diversen
2004 34 4 1 2 4
3 1 13 15 3
7
3
2005 6 2 1 6 7 1 6 4 9 7 1 1
2006 2007 2008 14 15 24 1 1 4 2 1 4 14 13 10 2 2 1 2 3 5 14 13 10 9 12 11 3 2 2 1 2 2
1 1
5
1
2
3
2009 2010 2011 9 11 19 1 1 1 3 2 3 5 3 6 1
2012 2013 9 8 1
2 1
5
3
6 5 2
9 10 3
2 1
3
2
5
3
2 1 4 7 1 1
2
1
30 4 7 5
35 2 1 8
2
3
9
1 4
1
6
1
Bouwen/slopen: bouwvergunning, sloopvergunning, omgevingsvergunning Ruimtelijke ordening: vrijstelling/ontheffing, voorbereidingsbesluit, wijziging bestemmingsplan, aanlegvergunning, projectbesluit Milieu: melding, niet in behandeling nemen aanvraag milieuvergunning, omgevingsvergunning Handhaven/gedogen: bestuursdwang, dwangsom, gedogen (op alle gebieden) Verkeer: verkeersbesluit, onttrekking aan openbaar verkeer, uitritvergunning, ontheffing van verkeersbesluit Kappen/vellen: kapvergunning, herplantplicht, omgevingsvergunning APV, bijzondere wetten: evenementen, exploitatievergunning horeca, standplaatsvergunning, weekmarkt, speelautomaten Bijstand: bijstand, maatregel, langdurigheidstoeslag, terugvordering, asielzoekers Gehandicapten: Wmo (voorheen Wvg) woonvoorzieningen, verhuiskosten, vervoer, huishoudelijke hulp, rolstoel, gehandicaptenparkeerkaart, gehandicaptenparkeerplaats Onderwijs: leerlingenvervoer, kinderopvang
10
7. De door de commissie uitgebrachte adviezen per 1 juli 2014
Niet-ontvankelijk Bezwaren gegrond en bestreden besluit intrekken en (zo nodig) vervangen door ander besluit Percentage van de inhoudelijk getoetste (ontvankelijke) bezwaren Bezwaren ongegrond en bestreden besluit handhaven Aantal malen dat geadviseerd is proceskosten te vergoeden Totaal door de commissie uitgebrachte adviezen
2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 15 5 10 11 17 10 6 13 10 8 14 6 9 9 5 5 4 4 3 4
25,9 18,1 20,9 27,2 15,1 35,7 33,3 19,0 11,1 10,5
40
27
34
24
28
10
15
17
24
27
1
3
1
4
2
1
3
2
1
1
69
37
53
44
50
25
25
34
37
39
8. De beslissing per bestuursorgaan per 1 juli 2014
Burgemeester wv in afwijking van advies Burgemeester en wethouders wv in afwijking van advies Gemeenteraad wv in afwijking van advies
2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2 2 1 63 9 5
32 2 3
46 1 6
41
50 2
23 3 1
25 1
32 1
36
39
1
9. Vervolgprocedures en de stand van zaken daarvan per 1 juli 2014 2004 Aantal gemeentelijke besluiten 68 Aantal vervolgprocedures 19 Percentage 27,9
2005 38 10 26,3
2006 52 14 26,9
2007 43 9 20,9
2008 50 9 18,0
2009 25 6 24,0
2010 25 8 32,0
2011 32 5 15,6
2012 37 5 13,5
2013 39 10 25,6
11