14 september 2011 Advies 1 van Klankbordgroep West Voor u ligt het eerste advies dat is opgesteld door de Klankbordgroep inzake het Buurtschoolbeleid in Amsterdam West. De tekst is samengesteld uit bijdrages die door de aangesloten ouders zijn geschreven. De ouders hebben bijna allen kinderen die binnenkort naar de basisschool gaan in dit stadsdeel. Hoe denken ouders over het Buurtschoolbeleid? Over het algemeen bestaan er onder de ouders die aangesloten zijn bij KlankbordgroepWest zorgen over het nieuwe plaatsingssysteem. Men is het meestal wel eens met de doelstellingen van het nieuwe beleid: dat kinderen in de buurt naar school gaan, dat de scholen goede onderwijskwaliteit leveren, dat de populatie op school een afspiegeling van de buurt moet zijn en dat deze dus ook goed gemengd is. Maar men vindt het jammer dat de schoolkeuze is beperkt. Voor sommigen is de weg naar een bepaald type onderwijs, bijvoorbeeld Montessori, Dalton of onderwijs met een bepaalde geloofsovertuiging, helemaal afgesneden. En men ziet het beleid soms ook als een sociaal experiment, een “maakbaarheidsideaal”, men wil niet dat zijn of haar kind daar slachtoffer van wordt. Sommige ouders vragen zich echt wanhopig af of zij een geschikte school kunnen vinden voor hun kind. Men is bang dat de school waar straks hun kind naar toe gaat niet van goede kwaliteit is, of niet voldoende gemengd. Verhuizen naar een andere gemeente is voor hen dan vaak een serieus alternatief. Hieronder volgen meer specifiek de zorgen die onder de ouders leven, gevolgd door vijf concrete adviezen.
A. Heel dicht bij maar toch ver weg De meeste kritiek krijgt het systeem op het gebied van de voorrangsgebieden. Er zijn nu op de kaart van Amsterdam West grenzen getrokken (vaak op basis van niet meer bestaande stadsdeelgrenzen) die bepalen of kinderen wel of geen voorrang krijgen. Dat resulteert vaak in zeer ongelukkige uitkomsten. Stel bijvoorbeeld dat er te veel kinderen zijn aangemeld voor de Rosa Boekdrukkerschool. Deze school ligt aan de Admiralengracht, die vormt de grens tussen twee voorrangsgebieden van het Buurtschoolbeleid. Een kindje dat woont op bijvoorbeeld de Orteliuskade, bijna een kilometer verderop, krijgt nu voorrang boven een kindje dat aan de andere kant van de gracht woont, bijvoorbeeld op de Pieter van der Doesstraat, recht tegenover de school. Wie de kaart op de website van Schoolwijzer West bekijkt valt op dat er opvallend veel scholen aan de grens van hun voorrangsgebied staan. En wie op de website een school in de buurt zoekt op basis van de postcode krijgt soms ook vreemde resultaten. Voor een flink aantal ouders vormt dit een groot probleem. Als zij voor hun kind een plek willen op een gemengde en openbare school – toch niet te veel gevraagd zou je zeggen – dan moeten zij vanwege de voorrangsgebieden een grote afstand afleggen, terwijl er niet ver van hun huis vandaan ook zo’n school is. Alleen krijgen ze daar geen voorrang. Het Buurtschoolbeleid was toch vooral bedoeld om kinderen dicht bij huis naar school te laten gaan? De klankbordgroep pleit er daarom sterk voor dat het systeem van voorrang wordt gebaseerd op grond van de exacte afstanden tussen woning en school. Er bestaat diverse software die daarbij kan helpen, zoals www.afstandmeten.nl of een functie in Google Maps (via Mijn Plaatsen – Nieuwe kaart maken). Je kan dan hemelsbreed een lijn laten trekken en tot op de centimeter nauwkeurig een afstand berekenen. Ouders zouden via een geïntegreerde ‘tool’ op de website van Schoolwijzer West zelf de afstand tot aan de scholen moeten kunnen berekenen. Dat maakt het systeem transparant. Een klein klusje voor een IT-er, maar een enorme winst aan legitimiteit voor het Buurtschoolbeleid.
1
Advies A: Kom met een nieuw systeem van voorrang verlenen, op basis van de werkelijke afstand tussen woning en school.
B. Voor voorschool geen voorrang! Nu is de volgorde voor plaatsing als volgt: 1. broertjes en zusjes, 2. voorschool, 3. kinderen uit de buurt. De ouders van de KBG West hebben kritiek op deze volgorde. Men vindt het niet kloppen dat kinderen op de voorschool voorrang krijgen op kinderen die in de buurt wonen. Het is toch juist de bedoeling dat kinderen in de buurt naar school gaan? Dan klopt het niet dat zij achtergesteld worden ten opzichte van kinderen die verder weg wonen en hier naar de voorschool gaan. En waarom krijgt een kind dat op de voorschool zit voorrang boven een kind dat om de hoek op een kinderdagverblijf zit? Educatief gezien zit er tussen deze twee instellingen nauwelijks verschil. Bovendien bestaat er tussen sommige kinderdagverblijven en scholen een nauwe pedagogische samenwerking, waardoor je deze kinderdagverblijven ook als voorschool zou kunnen zien. Voorrang geven aan kinderen op de voorschool werkt bovendien misbruik van de regeling in de hand. Kinderen die niet in de buurt wonen kunnen nu door hun ouders één dag per week (“een blauwe maandag”) op de voorschool van een populaire school worden geplaatst. Als ze dan vier jaar oud zijn, zijn ze vervolgens vrijwel verzekerd van een plek op die school. Soms ten koste van kinderen die veel dichter in de buurt wonen. De kinderen die om die reden op een voorschool worden geplaatst, terwijl ze er anders nooit naar toe waren gegaan, nemen ook nog eens de plek in van een kind voor wie de voorschool werkelijk bedoeld is. “Wat mij betreft kan die voorschoolregel geschrapt worden,” aldus een ouder. Advies B: Schrap de voorrangsregel voor voorschool-kinderen, of zorg er in elk geval voor dat deze regel niet misbruikt kan worden. Bijvoorbeeld door alleen voorrang te verlenen aan kinderen die de maximale periode (vanaf 2,5 jaar oud, vier dagen per week) op dezelfde voorschool zitten.
C. Kiezen voor kwaliteit is niet altijd mogelijk Ouders willen natuurlijk een goede school voor hun kind. Eentje van goede kwaliteit. Maar het vergelijken van de kwaliteit van scholen is voor ouders erg moeilijk. CITO-scores zeggen niet altijd alles, ze zeggen vaak meer over het opleidingsniveau van de ouders. De scores op een “zwarte” school komen dan al snel lager uit, terwijl het misschien best een goede school is. “Uit de CITOscores lees je niet de vaardigheidsgroei van kinderen, die veel belangrijker is, omdat dat iets zegt over de bijdrage die de school levert,” aldus een ouder. Het zou goed zijn als er een beter meetsysteem komt voor de kwaliteit van het onderwijs in ons stadsdeel. Op de website van de Onderwijsinspectie staan nu meestal alleen de “uitstroomscores”. Deze zijn belangrijk maar zeggen niet alles. Er moet ook een beoordeling komen op basis van de door de leerlingen gemaakte vorderingen, bijvoorbeeld met behulp van een leerlingvolgsysteem. Als die informatie al beschikbaar is dan is die voor ouders niet gemakkelijk te vinden. Ouders van de KBG West zien daarom graag alle beoordelingen van de scholen overzichtelijk op een rijtje, met uitleg waar nodig. Bijvoorbeeld op de website van Schoolwijzer West. Een goede school moet kunnen groeien, echter niet ten koste van andere scholen. Een beetje meer competitie tussen scholen maakt ze echter wel scherper en kan de kwaliteit verbeteren. Transparantie door het overzichtelijk plaatsen van schoolresultaten op een website kan hierbij helpen. Advies C: Maak voor de ouders veel beter inzichtelijk hoe de scholen op de verschillende gebieden 2
scoren. Bijvoorbeeld door de beschikbare informatie overzichtelijk op een website te plaatsen. Belangrijk hierbij is dat ook de vorderingen van de leerlingen in deze cijfers tot uitdrukking komen.
D. De communicatie moet beter Er bestaat bij ouders nog veel onduidelijkheid over het Buurtschoolbeleid. Ter illustratie: de organisatoren van de algemene informatieavonden van afgelopen voorjaar worden nu nog steeds bestookt met vragen over het systeem, alleen omdat hun e-mailadres en telefoonnummer op de uitnodiging stonden. Het komt op veel mensen gecompliceerd over, je moet er flink wat tijd in steken voordat je het een beetje begrijpt. Ook vragen ouders zich af, waar ze informatie kunnen inwinnen als er geen informatieavonden meer zijn. Bij de klankbordgroep kwamen ook veel vragen van ouders binnen. Sommigen konden direct worden beantwoord, andere zijn door de ouders voorgelegd aan Schoolwijzer West. Soms stuitten zij daar echter op een volgelopen antwoordapparaat. Ouders met een taalachterstand – vaak van allochtone komaf – kunnen de gegeven informatie, met veel lange teksten, moeilijk doorgronden. De informatie is zeker ook voor hen onvoldoende aansprekend. Zij kunnen zich daardoor te laat beseffen dat zij hun kind moeten inschrijven voordat het drie jaar oud is geworden. Een plek op een populaire school is voor hen dan uitgesloten, terwijl het juist de bedoeling is om deze scholen meer te gaan mengen. Er moet veel meer worden gedaan om ook deze groepen te bereiken. Met laagdrempelige informatie, verspreid via buurtcentra, het consultatiebureau, de moskee, winkels, etc. Het systeem is natuurlijk ook best gecompliceerd en na verloop van tijd zal het meer ingeburgerd raken, maar de informatie mag best wat levendiger en aantrekkelijker worden aangeboden. Bijvoorbeeld met meer foto’s en stripjes ter verduidelijking van de tekst. Dit geldt voor zowel de website als voor de folder. Op deze en de andere gebruikte communicatiemiddelen willen we in het volgende advies terugkomen. Ook data van informatiebijeenkomsten van individuele scholen horen op de website van Schoolwijzer West thuis. Er worden soms ook verkeerde verwachtingen gewekt. Er wordt bijvoorbeeld gecommuniceerd dat kinderen altijd op alle scholen kunnen worden aangemeld. Dat is feitelijk wel zo, maar het wekt in die bewoordingen de verwachting dat kinderen overal kunnen worden geplaatst. En dat is beslist niet zo. Sommige schooldirecteuren communiceren juist precies andersom, dat aanmelden geen zin meer heeft of dat een groepsaanmelding niet ‘kan’ of niet ‘mag’. Soms is de kritiek op het Buurtschoolbeleid onterecht. Veel ouders die geen plek krijgen op de gewenste school wijten dit aan het nieuwe beleid, zij beseffen zich niet dat ze ook in het oude systeem moeilijk een plaats hadden kunnen krijgen op de populaire school. Omdat ouders met kinderen tegenwoordig langer in de stad blijven wonen – onder andere vanwege de moeilijke woningmarkt – zijn er veel meer ouders dan vroeger op zoek naar een leuke basisschool. Voor het slagen van dit beleid is het belangrijk dat het stadsdeel en de schoolbesturen dit soort feiten proactief naar buiten brengen. Nu lijkt het alsof het stadsdeel passief alle kritiek in de pers over zich heen laat komen. Achteraf de kritiek pareren heeft meestal weinig zin, dan luistert niemand meer. Het negatieve beeld is dan al z’n eigen leven gaan leiden. Advies D: Wees zorgvuldiger in de communicatie, wek geen verkeerde verwachtingen. Zorg er ook voor dat de informatie éénduidig is. Maak duidelijk dat niet alle scholen voldoende plek hebben, ook niet vóór de invoering van het nieuwe plaatsingsbeleid. Zorg dat de communicatie zo duidelijk en levendig mogelijk is, maak het aantrekkelijker met bijvoorbeeld een stripje of foto’s. Verspreid informatie ook via alternatieve kanalen, om ook ouders te bereiken die de Nederlandse taal niet voldoende meester zijn. 3
E. Overige mogelijkheden tot verbetering Het lijkt er op alsof er ook nog een aantal gaten in het systeem zitten, bijvoorbeeld voor mensen die nu nog niet in dit stadsdeel wonen. Zo verhuizen twee ouders, met hun kind van bijna drie jaar oud, pas over een jaar naar een nieuwbouwwoning in Amsterdam West. Omdat zij nu nog elders staan ingeschreven mogen zij het kind nu nog niet aanmelden en vissen zij straks bij de schoolkeuze achter het net. Deze gevallen mogen niet buiten de regeling vallen, daar moeten heldere procedures voor zijn, zichtbaar op de website. Daarnaast lijkt het er op dat er in sommige delen van het stadsdeel te weinig plek is op de nabij gelegen scholen. Bijvoorbeeld in de Da Costabuurt en in Oud West in het algemeen. Om dit probleem op te lossen zou per buurt moeten worden geïnventariseerd wat de verhouding is van het aantal kinderen ten opzichte van het aantal plaatsen op school, inclusief een toekomstprognose. Zonodig moet er worden bijgebouwd, opdat elk kind in de eigen buurt naar school kan. Er zijn ook ouders van wie het kind binnenkort vier jaar oud wordt, maar zij hebben nog steeds niet te horen gekregen naar welke school het straks gaat. We hopen dat dit probleem tot de kinderziektes van het nieuwe beleid behoort. De ouders moeten immers zo snel mogelijk weten naar welke school hun kind gaat. Wij beseffen dat de uitvoering van het Buurschoolbeleid een flinke klus is en vragen ons soms af of er hiervoor wel voldoende personeel beschikbaar is. Want ondanks het harde werk krijgen ouders nu nog te vaak een antwoordapparaat of een algemene antwoordmail, zonder dat daar snel een écht antwoord op volgt. Dit kan de eventuele frustratie van ouders verder vergroten. “Samen naar school-projecten,” zoals (in De Baarsjes) De Roos, de Rosa Boekdrukkerschool, de Corantijnschool en de Joop Westerweelschool zijn een goede manier om meer aantrekkelijke gemengde scholen te krijgen. Hierdoor gaan meer kinderen in hun eigen buurt naar school, een belangrijke doelstelling van het nieuwe beleid. In feite zijn sommige van deze projecten een uitkomst van het nieuwe beleid, ouders die niet langer in onzekerheid willen blijven kiezen een goede school in de buurt en zorgen dat deze gemengd raakt. Ouders die zich willen inschrijven via Schoolwijzer West zijn echter lang niet altijd op de hoogte van deze initiatieven. Het zou daarom goed zijn als deze zichtbaar worden op de website van Schoolwijzer West. Daarnaast moeten de hieruit volgende groepsaanmeldingen ook via deze website kunnen worden gedaan en niet op de “ouderwetse” manier met formulieren. Advies E: Geef ouders snel duidelijkheid over de school waar hun kind geplaatst wordt. Zorg dat er standaard procedures komen daar waar nog gaten in het systeem zitten. Zorg dat er in elke buurt voldoende plaats beschikbaar is t.o.v. het aantal kinderen dat er woont. En wijs ouders via de website op “samen naar school-projecten”, maak digitale groepsaanmeldingen mogelijk.
Tenslotte De Klankbordgroep West verzoekt de Stuurgroep van de aangesloten schoolbesturen en stadsdeel Amsterdam West om bovenstaande adviezen in overweging te nemen en het beleid hierop aan te passen. De kerngroep van KBG West wil graag de adviezen aan de genoemde instanties komen toelichten en ziet bij beiden uit naar een schriftelijke reactie op dit document. Wij verzoeken de Stuurgroep om bij de aanstaande evaluatie van het beleid kennis te nemen van deze adviezen en zorg te dragen voor verbetering van het beleid onder andere op basis van onze adviezen. Met vriendelijk groeten, de Klankbordgroep inzake het Buurtschoolbeleid, Voor deze, 4
Degi ter Haar Secretaris Klankbordgroep West
Toelichting: De Klankbordgroep West is onlangs opgericht. Zij discussieert per e-mail, op een besloten Facebook-pagina en komt tevens drie keer per jaar bijeen. Voor meer informatie zie de Startnotitie Klankbordgroep West. Alle ouders met jonge kinderen in Amsterdam West zijn uitgenodigd om mee te praten. Meld je aan bij Degi ter Haar, via
[email protected] De Klankbordgroep West bestaat uit de volgende ouders: Shirley Brandeis Esther Veldkamp Caroline Vonk Robin Klaassen Marjan van Oostrum Merel Bakker Gijs Besseling Daan Aeijelts Averink Monique Hoogland Jocelyn de Kwant Rick Ruhland Rebecca Vlaswinkel Marleen Enschede Sandra Mouissie Diederik de Flines Floor van Bork Kim ten Bokum Vanessa Jeurissen- Kohn Heleen Tersteeg Meie Geerlings Yüsra Süslü Degi ter Haar Alle ouders zijn woonachtig in Amsterdam West, zij hebben vrijwel allen kinderen die nog niet de leeftijd van vier hebben bereikt.
5