Werktekst Klankbordgroep 1. VOORSTELLING VAN MUZES VZW a. Missie, Strategie en Activiteiten1 b. Dagelijkse werking
2 2 4
2. BELANG VAN MUZISCHE EN ARTISTIEKE VORMING OP SCHOOL
4
3. PIJNPUNTEN EN GEVOLGEN
5
4. GEPLANDE ACTIES MUZES
8
5. ANNEX
9
I. II. III. IV. V. VI. VII. VIII. IX. X. XI. XII. XIII. XIV.
9 12 17 19 25 28 30 33 34 39 40 42 48 49
1
Algemene duiding Activiteiten Muzes Dagelijkse Werking Muzes Muzische en artistieke vorming op school Doorlichtingen Muzische Vorming Bao Muzische Vorming in Odisee Brussel | Dominique Temmerman | Juli 2015 Muzische Vorming in Karel de Grote Antwerpen | Marian Lesage | Juli 2015 Muzische Vorming in UCLL Leuven | Annick Desair | Juli 2015 Vlaams Parlement:Voorstel van resolutie mbt het belang van esthetica in ASO | 2004 Vlaams Parlement: Vraag van Boudewijn Bouckaert aan Pascal Smet |Dec. 2012 Vlaams Parlement: Antwoord Pascal Smet | Dec. 2012 Rol van kunstonderwijs in de Europese Unie | Maart 2009 Muziek beweegt! DOOR! | Maart 2015
Voor een algemene duiding : Annex 1.
1.
VOORSTELLING VAN MUZES VZW a. Missie, Strategie en Activiteiten
Missie
Prikkelen van artistieke bewustzijn op elk niveau en op elke leeftijd
Kunst en cultuur zijn levensnoodzakelijk in het dagelijkse bestaan. Kunst en cultuur zijn middelen tot persoonlijke ontwikkeling en integratie van kwetsbare groepen. Zo dragen kunst en cultuur bij aan het bouwen van zelfvertrouwen, aan het versterken van sociale cohesie en van competenties. Strategie
6 pijlers
1. Omwille van het feit dat alle kinderen/jongeren bereikt worden in de Vlaamse scholen wenst Muzes in de eerste plaats de plaats van artistieke en culturele vorming in het algemeen onderwijs te versterken. Artistieke en culturele vorming zijn een essentieel onderdeel van de vorming van kinderen en jongeren. Omdat hierdoor het zelfstandig oordeelsvermogen, gevoeligheid en een open houding naar anderen wordt ontwikkeld, is dit eveneens van centraal belang voor gelijke kansen. Bovendien vormt artistieke en culturele vorming een meerwaarde om de toegang tot cultuur echt te democratiseren.
2
2. Vooreerst is het belangrijk om de kwaliteit van bestaand aanbod van artistieke vorming in het algemeen onderwijs te garanderen. We wensen leraren uit alle onderwijsniveaus, studenten uit diverse lerarenopleidingen op regelmatige basis samen te brengen, informatie door te geven, prikkelen en aan te sporen om te participeren aan diverse activiteiten. Expertise en goede praktijkvoorbeelden te delen met collega’s. We faciliteren contacten tussen leraren, studenten en culturele organisaties. 3. Muzes wenst aan onderwijsvernieuwing te doen door organisatie van studiedagen en vormingen. Hiaten binnen het aanbod van de bestaande lerarenopleidingen worden ingevuld door inrichten van nieuwe postgraduaten en opleidingen in een eigen vormingscentrum. Expertise uit binnen- en buitenland wordt aangesproken om onderzoek te activeren. 4. Om de plaats van artistieke vorming binnen het regulier onderwijs te garanderen wil Muzes een breed draagvlak creëren. Vanuit diverse initiatieven wordt ingezet op een dialoog met organisaties, overheden uit diverse sectoren. 5. Muzes treedt op als drukkingsgroep en heeft regelmatig overlegmomenten met diverse overheden: ministeries van onderwijs, cultuur en welzijn, Commissie onderwijs in het Vlaams Parlement, vertegenwoordigers van onderwijskoepels,… 6. Om de activiteiten van de organisatie nodige geloofwaardigheid te bieden en om te kunnen terugvallen op een breed draagvlak, heeft Muzes een aantal structurele samenwerkingen uitgebouwd met partners uit binnen- en buitenland: leraren en scholen, hogescholen en universiteiten uit Vlaanderen en buurlanden, cultuurpartners en privé-bedrijven.
Muzes vzw | Tervuursesteenweg 84 | 2800 Mechelen | www.muzes.be
Activiteiten
Concrete projecten worden ondergebracht in 6 categorieën2
Muzes is actief in heel Vlaanderen. Via diverse communicatiemedia worden leraren, scholen, cultuurcoördinatoren, bibliotheken, en dergelijke meer op de hoogte gehouden van diverse initiatieven van de vereniging en partners. Door organisatie van studiedagen in diverse regio’s van Vlaanderen wordt getracht om met het aanbod van activiteiten zoveel mogelijk leraren uit alle hoeken van het land te bereiken. De vestiging van Muzes is in Mechelen, dat omwille van zijn centrale ligging in Vlaanderen goed bereikbaar is voor onze leden en vrijwilligers. Project
Omschrijving
Wekelijkse nieuwsflash
Digitale nieuwsbrief wordt verspreid naar 18.000 leraren / studenten / vertegenwoordigers uit kunst- en cultuursector (40 % opens)
Online community
3
Delen van goede praktijkvoorbeelden, bevordering van contacten tussen leraren en studenten, databank met innovatieve lesideeën, activiteitenstroom,
Vrijwilligerswerking
Opleiding en coaching van team van vrijwilligers om continuïteit van dagdagelijkse werking te ondersteunen
Studentenwerking
Coaching en begeleiding van studenten in logistieke ondersteuning van studiedagen, vormingen en online community
Studiedagen
Vier evenementen per jaar in co-organisatie met cultuurpartners en/of hogescholen en universiteiten Organisatie van drie postgraduaten:
Postgraduaten
Kunstenprojecten
Vormingscentrum
2
Muzikale vorming van jonge kinderen 0-4 jaar Muzikale vorming van jonge kinderen 4-8 jaar Orthopedagogische Muziekbeoefening
Organisatie van muziekmusea/hogescholen: Muziek en taal IMPACT Blazersklas Virus Kunstenproject
kunstenprojecten
ism
steden/
Klankendaal: mediatheek/administratief centrum/secretariaat
Een algemene beschrijving van de initiatieven vind je terug in Annex II.
Muzes vzw | Tervuursesteenweg 84 | 2800 Mechelen | www.muzes.be
b.
Dagelijkse werking 3
Muzes bestaat sinds 2005 als organisatie van leraren kunst en cultuur. Muzes werkt met betalende en gratis lidmaatschappen (studenten/vrijwilligers) (ca. 650 leden). Het wordt gecoördineerd door een secretariaat welk is gelocaliseerd in Mechelen. Een stafmedewerker staat in voor de dagelijkse continuïteit en constante opvolging van de werking. Hierbuiten is de coördinatie en coaching van vijriwlligers en studenten is één van de hoofdtaken. Boekhouding en financiële administratie is in handen van een vrijwilliger. Tijdens de zomermaanden kan Muzes terugvallen op de hulp van één of meerdere jobstudenten.
2.
Belang van muzische en artistieke vorming op school4
In de ontplooiing van de totale persoon bekleedt de muzische vorming een bijzondere plaats. Door de ontwikkeling van het muzische leren kinderen en jongeren de wereld om zich heen en de eigen innerlijke belevingswereld intensiever beleven, begrijpen en ervan genieten. In de muzische creatie ontdekken ze de vele mogelijkheden om op een authentieke en originele manier uiting te geven aan hun gevoelens, aan hun ervaringen en aan wat hen beroert. Het muzische leidt tot verwondering over en tot bewondering voor het kunstzinnige en het schone in de wereld. Het opent een perspectief van waarden dat het objectieve overstijgt.
4
Wie kinderen en jongeren op een harmonische wijze wil vormen, dient werk te maken van kwalitatieve en procesgerichte muzische vorming. Scholen worden dan ook verondersteld deze vorming te verzekeren doorheen de volledige schoolloopbaan van de leerlingen en dat met oog voor een doorlopende leerlijn over de verschillende onderwijsniveaus heen. Dat vraagt om een drievoudig onderwijsaanbod vanuit drie pijlers:
een specifiek muzisch onderwijsaanbod met deskundige begeleiding
een geïntegreerd muzisch aanbod vanuit de verschillende andere leergebieden waarbij alle leerkrachten van de school betrokken zijn
een uitnodigend muzisch klimaat op school dat aansluit bij de leefwereld van de kinderen en de jongeren.
De realisatie van kwalitatieve muzische vorming vormt een essentieel onderdeel van het schoolbeleid. Het is de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de schoolleiding, de verantwoordelijken voor de muzische vorming én de andere teamleden om te zorgen voor een uitdagend muzisch vormingsaanbod voor alle leerlingen. Het streefdoel van de school moet ambitieus zijn. In die zin dat ze ernaar streeft om de haar toevertrouwde leerlingen, elk op hun niveau te doen uitgroeien tot geïntegreerde persoonlijkheden die kunnen participeren aan de wereld van kunst en cultuur.
3 4
Voor de beschrijving van de organisatie: zie Annex 3 Voor de volledige tekst verwijzen wij graag naar Annex IV.
Muzes vzw | Tervuursesteenweg 84 | 2800 Mechelen | www.muzes.be
3.
Pijnpunten en gevolgen
Het nut van de artistieke vorming in het algemeen onderwijs wordt niet erkend. Basisonderwijs
Hoewel Muzische Vorming heel slecht scoort (cfr. Schema doorlichtingsverslagen5) zijn er weinig of geen initiatieven die hier een antwoord op bieden. In de lerarenopleidingen BaO gaat er elk jaar minder aandacht uit naar modules muziek/beeld/dans. In bijlage vind je 2 docenten MUVO aan het woord die een antwoord bieden op volgende vragen: Het aantal lestijden voor muzische vorming in de opleiding BaO gaat de laatste academiejaren achteruit. Geef een korte schets + Oorzaken Concrete impact Korte beschrijving van het beginniveau van de studenten voor de muzische domeinen. Andere pijnpunten in de opleiding?
5 Secundair Onderwijs
5
Geen decretale verankering voor de vakken esthetica, muzikale en plastische opvoeding in het secundair onderwijs.
Eindtermen: enkel voor de eerste graad secundair onderwijs zijn er vakgebonden eindtermen.
Doorlichting zie p. 27
Muzes vzw | Tervuursesteenweg 84 | 2800 Mechelen | www.muzes.be
Gevolgen | Rechtstreeks
Hoewel scholen worden verondersteld deze vorming te verzekeren doorheen de volledige schoolloopbaan worden de kunstvakken - bij de aanpassing van de lessentabellen voortdurend in vraag gesteld waardoor deze vakken zich onophoudelijk moeten verantwoorden en legitimeren.
In bepaalde richtingen van het secundair onderwijs worden de vakken geschrapt: artistieke vakken beperken zich tot enkele studierichtingen.
Er is geen sprake van een doorlopende leerlijn over de verschillende onderwijsniveaus heen.
In de lerarenopleiding Basisonderwijs gaat er alsmaar minder aandacht uit naar muzische vorming. Het aantal lestijden muzische vorming die aan de studenten kleuter- en lager onderwijs worden aangeboden gaat zienderogen achteruit.
Geen eenduidigheid tussen de diverse onderwijsnetten mbt organisatie en invulling van de artistieke vakken.
Gevolgen | Onrechtstreeks 6
Met zo weinig toekomstgericht perspectief wordt het alsmaar moeilijker om degelijk gekwalificeerde en enthousiaste leraren aan te trekken. De lessen worden vaak gegeven door leraren met andere kwalificaties.
Door een gebrek aan aandacht zijn meestal de nodige voorzieningen en middelen ontoereikend om de vakken op een kwalitatieve manier in te vullen.
De artistieke vakken kampen hierdoor met een imagoprobleem.
Door een gebrek aan aandacht gebeuren er te weinig investeringen op gebied van wetenschappelijk onderzoek en didactische ondersteuning waardoor een vernieuwende dynamiek en kritische kijk niet gestimuleerd worden.
Van een geïntegreerd muzisch aanbod vanuit de verschillende andere leergebieden waarbij alle leerkrachten van de school betrokken zijn is slechts in weinig scholen van toepassing.
Van een uitnodigend muzisch klimaat op school dat aansluit bij de leefwereld van de kinderen en de jongeren is slechts in een beperkt aantal scholen.
Muzes vzw | Tervuursesteenweg 84 | 2800 Mechelen | www.muzes.be
Aangezien artistieke en culturele vorming een essentieel onderdeel van de vorming van kinderen en jongeren is, omdat het zelfstandig oordeelsvermogen, gevoeligheid en een open houding naar anderen toe helpt ontwikkelen, van centraal belang voor gelijke kansen is en een voorafgaande voorwaarde vormt om de toegang tot cultuur echt te democratiseren roept dit tal van bezwaren op:
Deze manier van denken gaat immers uit van een onderwijstechnocratie die antipluralistisch is: ze poneert een eenzijdig functionalistische en instrumentele invulling van het onderwijs ;
Ze laat het belang van vakken afhangen van hun bijdrage aan de technische wereld ;
De legitimatie van particuliere vakken waarvan de nuttigheid niet onmiddellijk duidelijk is, wordt in vraag gesteld ;
Er is nauwelijks ruimte voor vakken die niet passen in het nuttigheidsdiscours ;
De eenzijdige functionalistische kleuring kan de jongeren niet wapenen om te leven in een pluralistische wereld ;
De oorspronkelijke idee van humaniora,waar mensvorming en vooral brede vorming centraal staan, wordt verlaten .
7
Muzes vzw | Tervuursesteenweg 84 | 2800 Mechelen | www.muzes.be
4.
Geplande acties Muzes
Korte termijn Vraag naar commissie onderwijs | september 2015
Decretale verankering van het vak Esthetica in het secundair onderwijs
Eindtermen: We stellen een nog steeds toenemende druk vast om nieuwe educaties te integreren in de eindtermen. We verwijzen naar ondernemerschap, verkeerseducatie, de nieuwe inzichten over taalonderwijs op jonge leeftijd, ICT-vaardigheden, burgerschap, wetenschap en technologie, sport, cultuur, enz. Muzes wenst de nodige aandacht aan eindtermen mbt muzische en artistieke vorming.
Concrete voorstellen mbt invulling muzische vorming (bevraging leraren/docenten) 8
Adviezen klankbordgroep Bevraging leraren via mailing en tien regionale ontmoetingsmomenten (eind augustus - begin september) Actie jongeren: Muziek beweegt!
Lange termijn Ontwikkeling Masterplan Kunsteducatie naar voorbeeld van Limburg (NL) In Limburg werken verschillende partners in het culturele en onderwijsveld samen in het project DOOR!, een masterplan waarin de ontwikkeling van een doorlopende leerlijn muziek van primair naar voortgezet onderwijs centraal staat. Deze leerlijn is onderdeel van de provinciale keten van talentontwikkeling. DOOR! begint niet opnieuw, maar legt slimme verbindingen en maakt gebruik van wat de rijke culturele omgeving lokaal, regionaal en provinciaal te bieden heeft. Medio 2015 zijn alle voorbereidingen afgerond zodat 'DOOR! Masterplan Muziekonderwijs Limburg' van start kan gaan. Om DOOR! te laten slagen wordt bij het openbaar stellen van de regeling bij het Fonds voor Cultuurparticipatie een subsidieaanvraag gedaan van 5 miljoen euro. Een gerechtvaardigd bedrag, met meer dan 100.000 enthousiaste muziekbeoefenaars kent Limburg immers een levendige, succesvolle en groeiende muzieksector! Het Masterplan DOOR! is een opzet om te komen tot provinciaal dekkend muziekonderwijs in volle samenwerking met het primair en voortgezet onderwijs, vakopleidingen (zoals het conservatorium en de PABO’s), muziekgezelschappen en het culturele veld. In het najaar van 2014 is intensief gewerkt aan een opzet voor het Masterplan Muziekonderwijs Limburg. Het Masterplan is in navolging van de accentennotitie 'Bloeiend Limburg' in samenwerking met Joery Wilbers (poppodium Nieuwe Nor), Bas Thomissen (Huis voor de Kunsten Limburg) en Hanneke Suilen (onderwijsstichting Kerobei) ontwikkeld.
Muzes vzw | Tervuursesteenweg 84 | 2800 Mechelen | www.muzes.be
5.
Annex
I.
Algemene duiding Muzes
De kwaliteit van kunsteducatie in het algemeen onderwijs varieert nogal sterk. De ervaringen van jongeren met muzische vorming in het lager onderwijs en de artistieke vakken in het secundair onderwijs zijn veelal fragmentarisch en tonen weinig samenhang en continuïteit. Bovendien werden de artistieke vakken in het secundair onderwijs de voorbije jaren ernstig in vraag gesteld of zondermeer afgeschaft. Net deze vakken dragen nochtans bij tot een ruimer wereldbeeld en het opvoeden tot ‘uomo universale’. De nood aan een vereniging voor Kunst en Cultuur op school is dan ook hoog. Er zijn in Vlaanderen weinig instanties die zich bezighouden met het verdedigen van de belangen van de artistieke en muzische vorming. Het is vanuit deze vaststellingen en vanuit de overtuiging dat deze vakken onmiskenbaar deel uitmaken van een evenwichtige algemene opvoeding, dat Muzes, enige jaren geleden werd opgericht.
9
Muzes is een vereniging door en voor leraren algemeen onderwijs. De vereniging wordt gedragen door een groep van circa 20 dynamische leraren die actief zijn in alle onderwijsniveaus, -netten en actief zijn in diverse regio's van Vlaanderen. Van opleiding zijn deze leraren musicologen, muziekpedagogen, kunsthistorici, archeologen, pedagogen, onderwijzers LO en kleuteronderwijzers. Vanuit hun ervaringen met de dagdagelijkse praktijk werd vastgesteld dat er nood is aan een platform voor de leraren algemene vakken, muzische vorming, culturele en kunstvakken. Dit wordt bevestigd door de snelle en blijvende groei die de vereniging kent en de erkenning die de vereniging kan genieten op diverse niveaus. Sinds haar oprichting in 2004 heeft Muzes een degelijke werking uitgebouwd waarbij een uitgebreid netwerk van leraren en actoren uit de culturele sector werd uitgebouwd. Door de vele contacten kan Muzes rekenen op de steun van leraren met de nodige expertise, ervaring,… met betrekking tot diverse domeinen van kunsteducatie. Muzes stelt zich in de eerste plaats tot doel inhoudelijke ondersteuning en de nodige impulsen te bieden aan de leraren muzische vorming en artistieke vakken door tal van activiteiten en initiatieven. Daarnaast is Muzes een drukkingsgroep die kan wegen op de besluitvorming rond onderwijs. Culturele en kunsteducatie gaat weliswaar niet meteen gepaard met economisch profijt, maar benadrukt de sociale, creatieve en emotionele waarden van ons mens-zijn die erkenning verdienen en zowel in de maatschappij als op school voor evenwicht zorgen. Een meer prominente plaats in het onderwijs is dan ook noodzakelijk! Cultuur- en kunsteducatie maakt - naast taal, wetenschap, sport, maatschappelijke, sociale en levensbeschouwende educatie - deel uit van een holistisch opvoedingsideaal. Net omdat cultuur- en kunsteducatie vertrekt vanuit de confrontatie tussen het individu en de samenleving, is dit het leerdomein bij uitstek om kinderen en jongeren vertrouwd te maken met hoe zij hun plaats daarin kunnen innemen. Door de ontwikkeling van een eigen culturele identiteit en artistieke taal, leert men tegelijkertijd het verschil met andere culturele identiteiten en artistieke talen te respecteren. In dit proces focust cultuur- en kunsteducatie zich voornamelijk op de ontwikkeling van zelfreflectie, creativiteit, emotionele- en sociale vaardigheden. Muzes ziet het algemene onderwijs bij uitstek als de plaats is waar kinderen en jongeren in contact moeten komen met cultuur- en kunsteducatie. Dit geloof wordt gestaafd in de statuten voor kunsteducatie in het algemeen onderwijs: “Alle kinderen en jongeren in Vlaanderen zouden van kunsteducatie moeten genieten … aangezien algemeen onderwijs het enige onderdeel van het
Muzes vzw | Tervuursesteenweg 84 | 2800 Mechelen | www.muzes.be
onderwijssysteem is, dat alle kinderen en jongeren bereikt. Het is verantwoordelijk om het democratische recht van kinderen op artistieke vorming te verzekeren.” Muzes is een vrijwilligersorganisatie voor en door leraren culturele en kunstvakken in het algemeen onderwijs. We kiezen bewust voor deze doelgroep omdat de leraren culturele en kunstvakken alle kinderen en jongeren tussen 3 en 18 jaar bereiken. Gezien de educatieve opdracht en het bereik van deze leraren, lijkt het voor Muzes een vanzelfsprekendheid hen als protagonisten te nemen binnen onze missie. Ondanks deze kwalitatieve maatstaven is er een duidelijk gedocumenteerde kwalitatieve nood binnen het algemeen onderwijs aangaande cultuur- en kunsteducatie. Enerzijds geven de doorlichtingverslagen van de afgelopen 10 jaar6 duidelijk aan dat er een grote nood is op vlak van kwaliteitsverbetering. Anderzijds speelt de Vlaamse overheid hierop in binnen de context van de huidige onderwijshervorming7. De hervorming op vlak van cultuur- en kunsteducatie is gekaderd binnen het proces geïnitieerd door het Anne Bamford8. Vanuit dit onderzoek ontwikkelde de ruime cultuur- en kunsteducatieve sector een nieuwe missie en visie op het vlak van cultuur- en kunsteducatie9. Deze missie en visie omschrijft 3 ontwikkelingsvelden:
Er is nood voor de ontwikkeling van een continue leerlijn, zodat leerlingen doorheen heel hun onderwijsloopbaan cultuur- en kunsteducatie op school kunnen genieten.
Er is nood aan voldoende middelen, zodat de juiste omkadering kan geboden worden voor een kwalitatieve cultuur- en kunsteducatie op school.
Er is nood aan meer samenwerking met culturele actoren, zodat er een wisselwerking van infrastructuur, uitrustingen deskundigheid kan ontstaan.
10
In de praktijk stelt Muzes een aantal tekortkomingen vast:
Er nog steeds geen structurele verankering van cultuur- en kunsteducatie in het algemeen onderwijs. Dit is nochtans een premisse voor tegemoet te komen aan de geïdentificeerde noden.
Op vlak van de ontwikkeling van de continue leerlijn er vanuit de overheid 10een onevenwichtige benadrukking ligt op de ontwikkeling van cognitieve en technische vaardigheden11, terwijl net cultuur- en kunsteducatie bij uitstek de mogelijkheid biedt om ook emotionele en sociale vaardigheden te ontwikkelen.
Er is een onevenwichtige benadrukking op de non-formele kunsteducatieve sector en het
Consulteerbaar op Website Onderwijs Vlaanderen DEMEULENAERE & VERDOODT, Kunst- en cultuureducatie: recente beleidsoptions van de Vlaamse Overheid, in Education through Arts, uitg. Dr. DE KEYZER, 2010 8 BAMFORD, Anne, Kwaliteit en consistentie. Kunst en cultuureducatie in vlaanderen, 2007. 9 Commissie onderwijs cultuur, Gedeeld/verbeeld, 2008. 10 DEMEULENAERE & VERDOODT, Kunst- en cultuureducatie: recente beleidsoptions van de Vlaamse Overheid, in Education through Arts, uitg. Dr. DE KEYZER, 2010. 11 VAN HEUSDEN, Cultuur in de spiegel. Naar een doorlopende leerlijn cultuuronderwijs, 2011. Dit theoretisch kader zorgt voor de basis van de onderwijshervorming van cultuur en kunsteducatie in Vlaanderen. 6 7
Muzes vzw | Tervuursesteenweg 84 | 2800 Mechelen | www.muzes.be
deeltijds kunstonderwijs. De overheid engageert zich sterk om deze 2 sectoren ingang te doen vinden het algemene onderwijs. De redenering is namelijk dat kunsteducatoren uit deze sectoren expertise kunnen brengen in het algemeen onderwijs. Anderzijds zijn alle leraren actief binnen het algemene onderwijs ook hooggeschoolde kunsteducatoren. We stellen vast dat er nauwelijks investeringen zijn in infrastructuur en uitrusting, wat ervoor zorgt dat de leraren in het algemeen onderwijs niet de middelen voor handen hebben om kwalitatieve cultuur- en kunsteducatie te leveren.
Tot dusver worden de leraren cultuur- en kunsteducatie niet erkend als experten. Er wordt eerder een nadruk gelegd op het ontwikkelen van een algemene schoolcultuur, met een ‘culturele gangmaker’ als coördinator van dit proces. Zo wordt er voorbij gegaan aan de expertise van deze leraren, en specifieke leermogelijkheden binnen de cultuur en kunstvakken.
Muzes gelooft in de meerwaarde om leraren cultuur en kunstvakken als protagonist in te schakelen in het ontwikkelen van een kwalitatieve cultuur- en kunsteducatie op school. Dit project heeft een hefboomfunctie om dit doel te bereiken. Muzes wil dit doel bereiken door een integrale aanpak: De motor van de organisatie is de individuele motivatie en vrijwillige inzet van leraren cultuur en kunstvakken uit het algemene onderwijs. De organisatie omvat alle kunstrichtingen, richt zich op alle leraren uit het kleuter, lager en secundair onderwijs over alle onderwijsnetten heen. Daarnaast zetten we actief in op het samenbrengen van andere actoren uit de politieke, educatieve, kunsten en commerciële sectoren. Deze integrale aanpak is uniek in Vlaanderen.
11
In Vlaanderen is Muzes als organisatie voor kunst en cultuur uniek. In tegenstelling tot de ons omringende landen heeft Muzes een werking die zich richt tot alle muzische domeinen en artistieke vakken van het algemeen onderwijs. Via een netoverschrijdende werking wordt getracht alle leraren culturele, kunst- en algemene vakken de nodige impulsen te bieden. Muzes wil op termijn een actieve samenwerking opbouwen met zusterorganisaties in het buitenland. Op dit ogenblik worden de organisaties kenbaar gemaakt door www.muzes.be. Muziekeducatie VLS: Vereniging Leraren Schoolmuziek A.P.E.Mu: Association des Professeurs d'Éducation Musicale NAME: National Association of Music Educators MENC: The National Association for Music Education ASME: The Australian Society for Music Education VDS: Verband Deutscher Schulmusiker AFS: Arbeitskreis für Schulmusik VSSM: Verband Schweizer Schulmusik GSME: Greek Society for Music Education EEMAPE: Greek Association of Primary Music Education Beeldeducatie NVTO Nederlandse Vereniging voor Beeldend Onderwijs VLBV Vereniging Leraren Beeldende Vakken BÖKWE Der Berufsverband Österreichischer Kunst- und WerkerzieherInnen SWV Schweizerischer Werklehrerinnen- und Werklehrerverein BDK Fachverband für Kunstpädagogik
Muzes vzw | Tervuursesteenweg 84 | 2800 Mechelen | www.muzes.be
II.
Activiteiten van Muzes
1. Wekelijkse nieuwsflash Muzes verstuurt wekelijks een e-Nieuwsbrief naar ruim 18.000 email adressen. Deze nieuwsflash geeft o.a. algemene informatie over culturele en kunsteducatie,aankondigingen van nascholingen en evenementen en recente beleidsontwikkelingen op vlak van culturele en kunsteducatie. Het adressenbestand bestaat uit scholen Algemeen onderwijs, Deeltijds kunstonderwijs, culturele centra, jeugdwerkorganisaties, Musea, Openbare Bibliotheken, overheidsinstellingen, en bedrijven. 2. Website en Online community www.muzes.be is de portaalwebsite van de organisatie. Leden kunnen inloggen op de site en krijgen zo toegang tot extra informatie: 12
community: vergelijkbaar met sociaal netwerk (Linkedin/facebook): beelden, links, bruikbaar materiaal kan worden gedeeld groepen/forums kunnen worden aangemaakt vacaturebank/nieuwe publicaties/kalender van studiedagen + nascholingen site zelf bestaat uit een digitaal archief van onze publicaties/studiedagen aanbod van alle kunsteducatieve organisaties, musea, culturele centra, cultuurbedrijven alle leerplannen artistieke vakken/lesideeën/bruikbare links/databank videomateriaal/ online bibliotheek (3500 publicaties): naslagwerken, methodes, partituren representatie: verslagen van commissies en klankbordgroepen mbt kunsteducatie onderzoek: databank met scripties en papers
3. Vrijwilligerswerking De vrijwilligers van Muzes verrichten een grote diversiteit aan taken. Het is voor Muzes van cruciaal belang om vrijwilligers taken te laten doen die binnen hun competenties liggen. Daarnaast is het een vorm van waardering om de vrijwilligers ook de kansen te geven om hun competenties verder te ontwikkelen, en hun daarin te begeleiden. Daaromwil Muzes een vrijwilligersbeleid uitwerken dat een selectie- en waarderingsmechanisme uitwerkt om ervoor te zorgen dat de juiste vrijwilliger op de juiste plaats kan worden ingezet. Vrijwilligers zijn de hoeksteen van onze organisatie. Daarom is het belangrijk dat we hen ook inzetten om de organisatie te vertegenwoordigen. Dit is echter niet vanzelfsprekend. De vrijwilliger zal een duidelijk onderscheid moeten kunnen maken tussen persoonlijk opinies en die van de organisatie. Daarnaast is er ook een specifieke kennis vereist van de thema’s van het overleg, en natuurlijk een brede kijk op Muzes als organisatie. Daarom wil Muzes een representatiebeleid uitwerken dat gericht is op de selectie en vorming van vrijwilligers om representatieopdrachten uit te voeren. 4. Studentenwerking Muzes biedt stageplaatsen aan voor studenten culturele- en kunstvakken. Voor een stage wordt de student ingeschakeld in de werking van Muzes. De stagiair helpt bij de ontwikkeling van onze acties. Afhankelijk van het leercurriculum van de stagiair stellen we een
Muzes vzw | Tervuursesteenweg 84 | 2800 Mechelen | www.muzes.be
individueel stageprogramma samen, dat zich richt tot de individuele leernoden van de stagiair. De stage geeft de stagiair de kans om het werkveld van de leraren culturele- en kunstvakken vanuit een ander perspectief te leren kennen. Tegelijkertijd motiveert het de stagiair om ondernemerschap te ontwikkelen. Muzes speelt in op de noden van het werkveld. De stagiair zal worden aangemoedigd hierin een proactieve rol te spelen door nieuwe kansen te identificeren en daarop een antwoord te ontwikkelen in de vorm van acties. De stages lopen samen met het academiejaar. Er is de mogelijkheid om zowel een korte stageperiode (enkele dagen - weken) als een langere stageperiode (enkele maanden) binnen de organisatie te doen. De duur van de stage bepaalt. het leertraject van de stagiair. Muzes staat open voor studenten die een eindwerk of thesis willen maken binnen onze organisatie. Hierbij zoeken we steeds naar onderwerpen die de nodige impulsen geven aan het werkveld. Daarom overleggen we voor het onderwerp met de student en met de promotor van de desbetreffende hogeschool of universiteit. 5. Studiedagen
13
Muzes organiseert jaarlijks 4 grote nascholingsdagen. Deze dagen zijn gelinkt aan een thema. Elk thema wordt grondig uitgediept, geïllustreerd met lezingen, workshops en good practices. De deelnemers ontvangen ook steeds een goodie bag, met promotiemateriaal van cultuur- en kunsteducatieve organisaties. Daarnaast wordt er ook een vakbeurs georganiseerd met gespecialiseerde uitgeverijen, cultuur- en kunsteducatieve organisaties, e.a. Dit stelt de deelnemers in staat om kennis te maken met het aanbod en de ontwikkeling van nieuwe didactische materialen in hun vakgebied. De nascholingen zijn geclusterd: het aanbod richt zich naar leraren muzikale en plastische opvoeding en esthetica (SO)en leraren muzische vorming (BaO). De nascholingen worden georganiseerd in diverse regio's in Vlaanderen in de grote cultuurhuizen waar we kunnen beschikken over de nodige faciliteiten: parkeergelegenheid, schouwburg, goed uitgeruste lesruimtes, ruimte voor vakbeurs, ... Deze samenwerking met cultuurhuizen is een bewuste keuze, omdat het ons in staat stelt leraren in contact te brengen met het huidige aanbod van de culturele sector in Vlaanderen. Elke nascholing bereikt 150 tot 200 leraren culturele en kunstvakken. Een overzicht van het nascholingsaanbod is te vinden op onze website en wordt gepromoot door de nieuwsflash. 6. Postgraduaten A. Muzikale vorming van jonge kinderen (0-4 jaar) In deze éénjarige postgraduaatsopleiding worden de studenten optimaal gecoacht en voorbereid om op een toffe en aangepaste manier muziek te beleven met jonge kinderen. Er wordt geleerd hoe je kwalitatieve, muzikale activiteiten kan begeleiden bij de allerkleinsten. Hierbij ligt de focus niet enkel op creatieve of muzikale invulling. Aandacht gaat uit naar specifieke ontwikkeling van jonge kinderen wat taal, sociale vaardigheden en cognitief vermogen betreft. B. Muzikale vorming van jonge kinderen (4-8 jaar) Deze tweejarige postgraduaatsopleiding leert je hoe je kwalitatieve, muzische sessies begeleidt voor kinderen. De nadruk in deze opleiding ligt op het verbinden van de diverse muzische domeinen: muziek, beeld, beweging, taal en media.
Muzes vzw | Tervuursesteenweg 84 | 2800 Mechelen | www.muzes.be
Ideaal voor iedereen die op een kwalitatieve manier muzisch aan de slag wil met kinderen! In diverse opleidingsonderdelen krijg je de nodige bagage om aangepaste muzieksessies te voorzien voor kinderen. C. Orthopedagogische muziekbeoefening (vanaf januari 2016) In deze opleiding worden studenten begeleid tot het geïntegreerd kunnen toepassen van muzikale en orthopedagogische kennis en vaardigheden binnen specifieke onderwijssituaties, binnen hulp- en dienstverlening en centra voor kunsteducatie. Zijn denken en handelen worden gestuurd door kennis en inzichten die grotendeels ontleend zijn vanuit volgende disciplines: sociale wetenschappen, in het bijzonder de (ortho) pedagogiek, muziektheorie en –beoefening. 7. Muziek- en kunstprojecten A. Muziek en taal (Kleuteronderwijzers)
14
In het verkorte traject Kinderklanken ligt de algemene nadruk op taalbevordering via het muzische spel. Taligheid wordt gestimuleerd via de diverse muzikale en muzische disciplines, en via verschillende werkvormen. Het is in eerste plaats niet de bedoeling om Nederlands aan te leren, dan wel om taal en taligheid te stimuleren. En dit zowel bij de deelnemende kleuterleidster als de kleuters in zijn/haar klas.Muziek en taalexpressie vormen de basisdisciplines van waaruit gestart wordt, maar ook de andere muzische domeinen zullen uitvoerig aan bod komen. Er zal ook gewerkt worden met muziek en muzikale elementen uit niet-Westerse culturen. Binnen dit traject wordt gewerkt vanuit een theoretisch kader, dat opbouwend wordt aangebracht. De theorie vormt de basis van waaruit de vertaling gemaakt wordt naar praktische werkvormen.In de praktijkgerichte sessies worden voldoende gevarieerde werkvormen gehanteerd, en wordt methodisch gewerkt. Gezien het specifieke doelpubliek (kleuterleidsters) wordt ook zo concreet mogelijk gewerkt. B. Impact (Leraren en studenten muzikale opvoeding 1 ste en 2de graad) Impact is een zangproject om jongeren in het secundair onderwijs te laten zingen.Leraren krijgen onder professionele begeleiding de basis van enkele popsongs in een mum van tijd in de vingers. Muzes wil leerlingen op een losse speelse manier aan het zingen krijgen. Op die manier verhoogt het welbevinden van jongeren op school en voelen ze zich meer betrokken bij de muzieklessen. Onlinemethode: Via Muzes.be wordt twee keer/maand een Impact-instructiefilmpje gelanceerd. Deze filmpjes –voorzien van partituur, tekst- bieden de mogelijkheid om thuis nummers in te oefenen. Een unieke methode is ontwikkeld om leraren/leerlingen op een zelfstandige manier ‘grooves’ uit een popnummer te halen en deze grooves na te spelen op klavier. Impact nascholingsreeks: Tijdens de sessies leer je niet alleen hoe je de online instructiefilmpjes kan gebruiken. De nascholingsreeks leert je een aantal basis-grooves en akkoordenschema's die je steeds bij heel wat verschillende songs kan gebruiken. In de prestigieuze setting van Piano's Maene wordt alle infrastructuur voorzien om te oefenen en te experimenteren op piano.Daarnaast maak je ook kennis met de veelheid aan
Muzes vzw | Tervuursesteenweg 84 | 2800 Mechelen | www.muzes.be
didacische websites, werkvormen en dossiers om vanuit de popmuziek een boeiende muziekles te ontwikkelen C. Blazersklas (Leraren en leerlingen 3de graad BaO en 1ste graad SO) Blazersklas is een uniek muzikaal concept waarbij leerlingen vanaf 10 jaar op school samen en tegelijkertijd een blaasinstrument leren bespelen. De lessen vinden plaats tijdens de middagpauze, en de groep wordt klasoverschrijdend ingevuld. De leerlingen vormen van bij het begin een symfonisch blaasorkest en leren en oefenen samen. Muzes begeleidt leraren en scholen in het opzetten van een blazersklas: coaching van leraren door seminaries, opzetten van een financiëel plan, administratie betalingen, D. Kunstenproject VIRUS (2de en 3de graad Secundair Onderwijs)
15
Virus is een kunsteducatief project gecoördineerd door de kunsteducatieve organisatie De Notenboom vzw, met intensieve samenwerking van Muzes. Virus is een project waarin alle actoren actief op lokaal niveau met kunsteducatie, een leertraject opzetten voor leerlingen secundair onderwijs. In concreto brengt VIRUS rond 1 centrale thema of 1 centrale figuur musea, culturele en kunstencentra, hogescholen en universiteit, secundaire scholen, het deeltijds kunstonderwijs en de gemeentediensten inzake cultuur, onderwijs en jeugd samen van één stad. Al deze partners bieden tezamen een kunsteducatief project aan voor leerlingen van het secundair onderwijs. Muzes is in Virus verantwoordelijk voor de uitwisseling van expertise met de betrokken leraren en scholen. In 2011 werd Virus georganiseerd in Leuven (ism Stad Leuven, museum M, 30 CC). In 2015 vond VIRUS plaats in Brussel (ism De Centrale, Tour & Taxis, Bozar, Odisee). In 2016 wordt VIRUS georganiseerd in Antwerpen (ism M HKA, Stad Antwerpen, Karel de Grote Hogeschool); Gent (ism SMAK, Stad Gent, Guislainmuseum) en Brussel (ism Wiels, Tour & Taxis, Odisee) 8. Klankendaal, muziek- en kunsteducatief centrum te Mechelen. Muzes is gehuisvest in Klankendaal en zorgt met andere organisaties voor de uitbouw van dit centrum.Het centrum faciliteert diverse ruimtes: secretariaat, vergader- en lesruimtes, en een polyvalente ruimte. Klankendaal, Flemish Centre for Music Education, functioneert als bruggenbouwer. Het centrum verbindt de verschillende muziekeducatieve actoren; voedt muziekeducatieve praktijk met onderzoek (en omgekeerd); biedt via verschillende organisaties een internationale dimensie aan de Vlaamse muziekeducatie en werkt concrete, stimulerende projecten uit voor de sector. A. Netwerk Het Vlaamse muziekeducatieve veld is sterk verdeeld. Het talrijke aantal initiatieven of pogingen tot overleg heeft de sector tot voor kort enkel het inzicht bijgebracht dat er op dit gebied nog veel werk is. Samen met het leerplichtonderwijs, het deeltijds kunstonderwijs, allerhande organisaties en het hoger onderwijs ontwikkelt Klankendaal initiatieven met als doelstelling om overleg en uitwisseling te garanderen.
Muzes vzw | Tervuursesteenweg 84 | 2800 Mechelen | www.muzes.be
B. Onderzoek Klankendaal wil bestaand muziekeducatief onderzoek in kaart brengen, en van hieruit initiatiefnemer of (inhoudelijke) ondersteuner zijn van nieuwe onderzoeksprojecten. Hierbinnen spelen onze ‘Music Education Research Seminars’ (MERS) een essentiële rol. Op deze seminaries brengen we internationale muziekeducatieve onderzoekers naar Vlaanderen om het werkveld hier te inspireren. 2007: Frits Evelein (NL) 2008: David Elliott (USA) 2009: Constantijn Koopman (NL) 2010: Thade Buchborn (OOS) 2011: Susan Young (GB) 2012: Lori Custodero (USA) 2015: Mark Mieras (NL) Het kunsteducatieve centrum Klankendaal, waarin Muzes gehuisvest is, heeft een gespecialiseerde mediatheek van meer dan 7.000 werken en is geabonneerd op een 15-tal tijdschriften rond cultuur- en kunsteducatie. De bibliotheek is gratis toegankelijk voor de leden van Muzes. Muzes speelt een cruciale rol in de ontwikkeling van deze bibliotheek. Via de contacten met uitgeverijen worden ons recensie-exemplaren van nieuwe cultuur- en kunsteducatieve publicaties toegestuurd. Deze exemplaren worden toegevoegd aan de bibliotheek. 16 C. Internationaal Klankendaal is aangesloten bij verschillende internationale netwerken voor muziekeducatie. Wezijn National Affi liate (INA) van de ‘International Society for Music Education’ (ISME), associatedpartner van European Network for Communication and Knowledge Management of MusicEducation (meNET) en het informele platform de ‘MayDay Group ‘(Action for Change in MusicEducation). We actief deel aan congressen van ISME, het ‘European Forum for Collaborationand Mutual Information on Music Education and Research’ (MERYC) en ‘Early ChildhoodMusic Education Commission’ (ECME).Via deze internationale platformen biedt Klankendaal geregeld Vlaamse studenten faciliteiten aan.
Muzes vzw | Tervuursesteenweg 84 | 2800 Mechelen | www.muzes.be
III.
Dagelijkse werking van Muzes
Dagelijkse werking De Raad van Bestuur draagt de bestuursverantwoordelijkheid van de organisatie en legt verantwoording af aan de Algemene Vergadering. Haar kerntaak is visie, missie en strategie te ontwikkelen en de begroting er op af te stemmen en te communiceren met stafmedewerker.
Stafmedewerker: Dagelijkse continuïteit De stafmedewerker heeft als coördinator een cruciale rol in de dagelijkse werking van Muzes en de realisatie van strategische en operationele doelstellingen. De stafmedewerker optimaliseert de werking. De academische achtergrond in cultuur- en kunsteducatie is noodzakelijk om de organisatie inhoudelijk aan te sturen. Vrijwilligerswerk en studentenwerking is de hoeksteen van onze organisatie. De specifieke ervaring in het aansturen van een vrijwilligersorganisatie is onontbeerlijk. Tevens hoort het coachen van een aantal studenten tot de kerntaken van de coördinator. Daarnaast is de coördinator zowel intern als extern een autoriteit inzake ondersteunende communicatie.De stafmedewerker vertegenwoordigt MUZES in het binnen- en buitenland. Daardoor is ook takenkennis van groot belang. Tot slot heeft de stafmedewerker als taak de professionalisering van MUZES in goede banen te leiden. Dit kan enkel indien de coördinator ervaring heeft in het leidinggeven van een socio-culturele organisatie.De coördinator legt verantwoording af aan de Raad van Bestuur.
17
Vrijwilliger: administratieve taak De taak van de vrijwilliger bestaat erin om op een degelijke manier samen te werken met de stafmedewerker. Vanuit de dagelijkse werking neemt de vrijwilliger de administratie waar op diverse vlakken. Dit gaat van opmaak van facturen, beheer van een financiëel dagboek tot het bijhouden van het kasboek. Bij de organisatie van studiedagen worden de betalingen van leraren door haar gecontroleerd.Na wekelijkse controle worden rappels verstuurd.De boekhouding wordt door de vrijwilliger ingegeven. Identificatiegeeven van klanten en leveranciers worden opgelijst. Op het einde van het jaar wordt een balans en jaarreking bezorgd aan de Raad van Bestuur. In samenspraak met de voorzitter wordt een begroting opgemaakt. Verder staat de vrijwilliger in voor de administratieve opvolging van de medevrijwilligers, jobstudenten: toekennen van vervoersonkosten, opmaak van een globale lijst van onkostenvergoedingen.
Muzes vzw | Tervuursesteenweg 84 | 2800 Mechelen | www.muzes.be
Financiering en ondersteuning De werking van Muzes wordt tot dusver niet door de overheid ondersteund. De oorzaak hiervan is dat Muzes een vereniging voor en door leraren is. Het Vlaamse onderwijsdecreet voorziet namelijk geen financiële ondersteuning van lerarenverenigingen. Dit is een gevolg van het onafhankelijkheidsprincipe van het departement onderwijs. Het departement voorziet enkel subsidies voor scholen zelf in de vorm van personeelskosten, bouwsubsidies en projectsubsidies. Voor culturele en kunstvakken in het specifiek bestaan er de projectsubsidies via CANON cultuurcel, die een financiële ondersteuning geven aan scholen om zelf cultuur en/kunstprojecten te organiseren op school en financiële terugbetaling van reisonkosten voor leerlingen naar cultuurhuizen en musea. Dit biedt ook geen mogelijkheden om de werking te ondersteuning. Het is ook niet mogelijk om binnen het departement Cultuur, Jeugd, sport en media financiële ondersteuning aan te vragen voor de werking van Muzes, net omdat we actief zijn binnen het onderwijs. We maken echter wel gebruik van projectsubsidiëring van deze departementen, zoals eerder beschreven. De werking van de organisatie wordt mogelijk gemaakt door het engagement van tientallen vrijwilligers (interne ondersteuning). Tevens wordt de organisatie voor bepaalde projecten ondersteund door diverse overheden, bedrijven en zusterorganisaties (externe ondersteuning).
18
Muzes vzw | Tervuursesteenweg 84 | 2800 Mechelen | www.muzes.be
IV.
Muzische en Artistieke vorming in het Algemeen Onderwijs
In de ontplooiing van de totale persoon bekleedt de muzische vorming een bijzondere plaats. Door de ontwikkeling van het muzische leren kinderen en jongeren de wereld om zich heen en de eigen innerlijke belevingswereld intensiever beleven, begrijpen en ervan genieten. In de muzische creatie ontdekken ze de vele mogelijkheden om op een authentieke en originele manier uiting te geven aan hun gevoelens, aan hun ervaringen en aan wat hen beroert. Het muzische leidt tot verwondering over en tot bewondering voor het kunstzinnige en het schone in de wereld. Het opent een perspectief van waarden dat het objectieve overstijgt. Dit alles veronderstelt evenwel een kwalitatieve aanpak van de muzische vorming doorheen de volledige schoolloopbaan van élk kind en élke jongere. Wat verstaan we onder muzische vorming? Het is niet eenvoudig om een allesomvattende en sluitende term te vinden die over alle niveaus en studierichtingen binnen het onderwijs heen kan aanduiden wat er op het vlak van muzische en esthetische vorming plaatsvindt. In het basisonderwijs spreken wij van muzische opvoeding. In het secundaire onderwijs vinden we vakken terug als muzikale opvoeding, plastische opvoeding, expressie en esthetica. In gespecialiseerde opleidingen zoals het secundair kunstonderwijs, het hoger kunstonderwijs en de verschillende lerarenopleidingen vinden we vanzelfsprekend een ruim scala van verschillende muzische vakken terug die zich enerzijds richten tot een breed publiek (lerarenopleiding lager en kleuteronderwijs) en anderzijds tot een groep van leerlingen die een gespecialiseerde opleiding volgen. 19
Naast de eerder muzisch ingekleurde vakken vinden we in de verschillende onderwijsniveaus bovendien nog heel wat elementen van muzische vorming terug in vak- en leergebiedoverstijgende thema’s en eindtermen zoals erfgoededucatie, cultuureducatie, mediaopvoeding of de onderdelen spreken, literatuur en theater bij talenonderwijs. Zonder afbreuk te willen doen aan de specificiteit van elk van de muzische vakken en wetende dat de veralgemening van alle vormen van artistieke, kunstzinnige en muzische vorming tot de overkoepelende term ‘muzische vorming’ niet altijd de volle lading zal dekken en voor discussie vatbaar zal blijven, willen we ons in de context van deze algemene visietekst toch beperken tot deze term. In een poging tot definitie verstaan we onder ‘muzische vorming’: elke artistieke, creatieve, esthetische en kunstzinnige vorming van kinderen en jongeren binnen het onderwijs die erop gericht is om hen te initiëren in de wereld van de kunsten, de muzische expressie en de innerlijkheid. De muzische vorming in het algemeen is gericht op:
de ontwikkeling van een muzische grondhouding (beschikken over creatieve scheppingskracht, open staan voor het onverwachte en het nieuwe, enzovoort);
de harmonische zelfontplooiing van de kinderen en de jongeren;
de ontwikkeling van een rijker gevoelsleven, een sterk uitgebouwde zintuiglijkheid en een levenshouding die het louter rationele overstijgt;
Muzes vzw | Tervuursesteenweg 84 | 2800 Mechelen | www.muzes.be
het stimuleren van een muzisch klimaat op school dat het algemene leren positief beïnvloedt en verdiept;
een ruime kennismaking met de wereld van de kunsten in de breedste zin van het woord: de wereld van de beeldende kunsten, de wereld van de muzische taal, de wereld van de dans en de bewegingsexpressie, de wereld van klank en muziek, de wereld van drama, de podiumkunsten, de wereld van de creatieve media, e.a.
de ontwikkeling van kennis, vaardigheden, attitudes en waarden die nodig zijn om de wereld van de expressie en de kunsten op een begrijpende manier tegemoet te kunnen treden en die toelaten om zichzelf op een authentieke wijze uit te drukken;
Het belang van de muzische vorming Muzische vorming is niet in de eerste plaats gericht op het verwerven van allerhande technische kennis, maar wel op het verwerven van een muzische grondhouding. In haar breedste betekenis wil de muzische stroming de mens opvoeden tot innerlijkheid en sensitiviteit en dit door middel van een volledige mensvorming. Ze verzet zich tegen de opvatting dat het leven op een zuiver mechanische wijze kan worden verklaard en biedt ruimte voor intuïtie en gevoel, voor de onmiddellijke aanschouwing, het beleven en het vatten van de grote samenhangen. Daarmee wil ze een alternatief bieden binnen de moderne maatschappij die gekenmerkt wordt door industrialisering, rationalisering, mateloosheid en gejaagdheid.
20
De uitdaging voor elke school is om de verbinding tussen de leerling en zijn aangeboren muzische aanleg niet te verwaarlozen. In tegendeel, het komt erop aan deze te benutten en verder te vormen. In het kader van deze harmonische ontwikkeling van de totale persoon verdient de muzische vorming een rechtmatige plaats in het onderwijs. Het is het domein bij uitstek dat toelaat om te experimenteren en te exploreren, om persoonlijke gevoelens te verwerken en uit te drukken, om op een spontane en scheppende manier om te gaan met de omringende wereld en om kennis te maken met de wereld van de kunst. Via de creatieve uitdrukking in woord, beweging, klank en muziek, beeld, drama en media van zichzelf en van anderen, bijvoorbeeld kunstenaars en leeftijdsgenoten, ontdekken kinderen en jongeren zichzelf, de andere(n) en de wereld op een doorleefde en intensieve manier. Het gaat niet alleen om de uitdrukking in expressie, maar ook om de gevoeligheid en openheid bij het aanvoelen ervan. Zo is de muzische vorming een onontbeerlijke schakel in de persoonlijkheidsontwikkeling van ieder kind, van iedere jongere, ongeacht zijn leeftijd of afkomst. Daarom is de continue investering in een goede muzische vorming doorheen de volledige schoolloopbaan zo belangrijk voor iedereen. Referentiekader voor muzische vorming Een drieledig onderwijsaanbod Goede muzische vorming gaat uit van een benadering die gestoeld is op drie pijlers:
een specifiek onderwijsaanbod waarbinnen de vorming gericht is op het verkennen en verdiepen van de verschillende muzische en artistieke talen: beeld, muziek, drama, muzische taal, creatieve media en bewegingsexpressie (vorming naar de diepte);
Muzes vzw | Tervuursesteenweg 84 | 2800 Mechelen | www.muzes.be
een geïntegreerd muzisch onderwijsaanbod waarbij er muzische vorming wordt geboden vanuit de verschillende leergebieden en vakoverschrijdende initiatieven (vorming naar de breedte);
een enthousiasmerend, prikkelend en animerend muzisch schoolklimaat.
We lichten deze pijlers hieronder toe. Pijler 1: Een specifiek onderwijsaanbod gericht op een verdiepende vorming binnen de muzische talen Goede muzische vorming kan niet zonder een deskundige en vak- of leergebiedspecifieke benadering tijdens speciaal daarvoor voorziene lessen en/of activiteiten (intrinsieke functie van de muzische vorming). Die specifieke lessen zijn nodig om echt te kunnen inzoomen op de eigenheid van elk van de verschillende muzische talen: beeld, muziek, dans en beweging, drama, woord en creatieve media. In de lagere school spreken we in die context van het leergebied muzische opvoeding dat in principe wordt verzorgd door de klasleraar. Voor het secundair onderwijs gaat het om afzonderlijke vakken als muzikale opvoeding (MO), plastische opvoeding (PO), artistieke opleiding en expressie, esthetica. In het kunstsecundair onderwijs en in de specifieke kunstopleidingen in het hoger onderwijs vinden we ook meer gespecialiseerde vakken zoals beeldende vorming, architecturale vorming, kunstinitiatie, dramatische expressie, koorzang, harmonie, samenspel, dictie, stemtraining. In de lerarenopleiding gaat het voornamelijk om muzische vakken binnen de onderwijzersopleiding en de opleiding voor leraren kleuteronderwijs. 21
In elk van deze gevallen zijn de muzische talen dus zelf inhoud en onderwerp van leren. Daarom, en dat willen we benadrukken, kunnen deze lessen niet zonder een deskundige (bege)leiding. Onder deskundig verstaan we niet alleen de deskundigheid op het vlak van artistieke vaardigheid en kennis, maar ook de deskundigheid zoals die blijkt uit de muzische grondhouding van de betreffende leerkrachten en hun aanpak van de specifieke muzische vorming. Voor de basisschool wordt de muzische opvoeding toevertrouwd aan de kleuterleid(st)er en de onderwijzer. Dat kan omdat de muzische vorming een aanzienlijk onderdeel vormt van hun basisopleiding. Het zijn de lerarenopleidingen die de kwaliteit hiervan dienen te verzekeren. Voor het secundair en het hoger onderwijs gaat het om leraren met een specifieke kunstopleiding of artistieke opleiding. Dat is niet onbelangrijk, omdat alleen door het inzetten van competente leerkrachten de vereiste kwaliteit kan geboden worden. Binnen het basisonderwijs worden de muzische talen als een geïntegreerd geheel benaderd binnen het leergebied muzische opvoeding. Wat de andere onderwijsniveaus betreft willen we de leraren betrokken bij de vakspecifieke muzische vorming oproepen om in hun goede zorg voor de specifieke eisen van elk van de muzische talen toch ook de muzische samenhang tussen deze talen niet uit het oog te verliezen. De verschillende artistieke domeinen zijn misschien wel te onderscheiden, maar niet te scheiden. Een geïntegreerde benadering van een bepaalde muzische taal met een regelmatige knipoog naar de andere artistieke disciplines is dan ook noodzakelijk. Ook vormen van samenwerking tussen de verschillende artistieke disciplines verdienen aanbeveling. Het komt er immers op aan om de schoolinterne expertise te bundelen en zo breed mogelijk in te zetten. Ook taakdifferentiatie waarbij leerkrachten elk vanuit hun persoonlijke expertise aan onderlinge uitwisseling doen, willen we toejuichen. Vanzelfsprekend kunnen de scholen ook een beroep doen op allerlei organisaties,
Muzes vzw | Tervuursesteenweg 84 | 2800 Mechelen | www.muzes.be
kunstenaars, acteurs, muzikanten en andere deskundigen (waaronder ook heel wat leerlingen!) om externe expertise binnen te brengen in de school. Daarbij denken we bijvoorbeeld aan een actieve kennismaking met de kunsten en de beoefenaars ervan n.a.v. workshops, concerten, voorstellingen, atelierbezoeken, enz. In elk geval moet de deskundigheid van de bij deze muzische en artistieke vakken betrokken leraren garanties bieden voor de kwaliteit van de muzische leerprocessen die in de school met de leerlingen worden opgezet. Die kwaliteit kan gerealiseerd worden door een uitdagende, artistieke en muzische vorming conform de leerplannen en aansluitend bij de leefwereld van de leerlingen. Leerkrachten die instaan voor de begeleiding van de specifieke vorming zijn niet alleen verantwoordelijk voor de deskundige en professionele invulling en aanpak ervan. Ze zijn ook verant-woordelijk voor hun eigen vorming. Hierbij moeten ze kunnen rekenen op steun van de schoolleiding en van de pedagogische begeleidingsdiensten. Een kwalitatief hoogstaand nascholingsaanbod vanuit de nascholingscentra kan hierbij helpen. Dat de artistieke leerkrachten een belangrijke voorleeffunctie hebben binnen de school lijkt ons vanzelfsprekend. Door hun eigen houding kunnen ze hun leerlingen en hun collega’s enthou-siasmeren voor het muzische. Zij zijn ongetwijfeld de gangmakers en initiatiefnemers binnen het muzische verhaal. Bovendien kunnen ze vanuit hun expertise bijdragen tot het verhogen van de muzische expertise van het hele team.
22
Om die opdracht op een hedendaagse en toekomstgerichte manier te kunnen waarmaken, dienen deze vakmensen vanzelfsprekend ook te beschikken over de nodige infrastructuur en (leer)middelen. Daarbij moeten ze kunnen rekenen op steun vanuit de schoolleiding en de begeleiding. Pijler 2: Een geïntegreerd muzisch onderwijsaanbod Toch is de muzische vorming niet alleen het domein van de vakleraar. Bij de muzische vorming op school is uiteindelijk iedereen betrokken. Niet alleen omdat het leren van kinderen en jongeren sowieso gebaat is bij een muzische aanpak (instrumentele functie van muzische vorming), maar ook binnen andere leergebieden zijn er inhouden die sterke banden hebben met het muzische. Bovendien is men bij de concrete realisatie van leerdoelen dikwijls aangewezen op het gebruik van allerlei ‘muzische werkvormen’ zoals het toepassen van een collagetechniek bij verslaggeving of de kunstbeschouwing binnen het levensbeschouwelijke leren. In die zin is het muzische hier tegelijk ‘inhoud’ en ‘middel’ van leren. Doordat bij een muzische benadering van het leren de leerstof via exploratie en experiment wordt aangebracht en daardoor intens wordt beleefd, kunnen we gerust stellen dat het muzische onmiskenbaar bijdraagt tot een beter en dieper beklijven van de leerstof. Bovendien zorgt het ook voor een beter welbevinden bij en een hogere betrokkenheid van de leerling. Elk goed leren is immers een creatief en actief proces waarbij wordt aangestuurd op een geïntegreerde toepassing van het geleerde in een vakoverstijgende, bredere context, het leven zeg maar. Dat geldt zeker ook voor de muzische vorming. Net daarom is het zo belangrijk om het hele team te betrekken bij de brede muzische vorming en om te investeren in de muzische vorming op maat van alle leerkrachten. Gezamenlijke projecten en langlopende samenwerkingen over de grenzen van de verschillende vakken en leergebieden kunnen daartoe bijdragen. Als we onder een muzische grondhouding het ‘beschikken over creatieve scheppingskracht en een aangeboren nieuwsgierigheid naar het nieuwe en het onverwachte’ verstaan, mogen we dit dan niet
Muzes vzw | Tervuursesteenweg 84 | 2800 Mechelen | www.muzes.be
verwachten van élke leerkracht? Met andere woorden, behoren deze kwaliteiten, rekening houdend met bepaalde persoonlijke talenten, niet tot de competenties van elke leraar? Pijler 3: Een muzisch schoolklimaat Goede muzische vorming voegt aan het leermilieu de scheppende warmte en de muzische creativiteit toe die het vaak mist, tenminste als ze nauw bij de spontane levensvorm van de betrokken leerlingen aansluit. Elementen die daartoe kunnen bijdragen zijn:
23
het voorzien van voldoende onderwijstijd voor specifieke muzische vorming; een personeelsbeleid dat gericht is op het binnenhalen van complementaire muzische expertise; een nascholings- en vormingsbeleid dat adequaat inspeelt op de noden van de (vak)leraars; het voeren van een uitdagend en verrassend cultuurbeleid dat gericht is op kunstzinnige en artistieke initiatie van kinderen en jongeren; het creëren van een aangename en kunstzinnige, multiculturele leef- en leeromgeving waar veel te beleven valt en die kansen biedt aan kinderen en jongeren om zich op diverse muzische manieren te uiten en te tonen; het stimuleren en organiseren van allerlei binnen- en buitenschoolse activiteiten waar kinderen en jongeren kansen krijgen tot het exploreren van hun muzisch kunnen en beleven, bijvoorbeeld tijdens workshops, schooltoneel, museumbezoeken, optredens, schoolkoor of musical. het goed informeren van ouders, leerlingen en leerkrachten over het belang van de muzische vorming; - het zorgen voor een ruim scala aan vormgevingsmiddelen en leermiddelen om de muzische vorming op een hedendaagse wijze te kunnen realiseren; oog hebben voor een consequente en gecoördineerde aanpak van de muzische vorming doorheen de hele school; een muzische benadering van het algemene leren op school;
Bij dit ‘meersporenbeleid’ gaat het niet om een ‘…of …of ….’, maar wel om ‘…en …en …’ waarbij een kwaliteitsvolle invulling van elk van de drie bovengenoemde pijlers noodzakelijk is. Dit vraagt, los van de vakoverschrijdende of vakspecifieke context, steeds om een gedeelde, kwaliteitsbekommerde visie van het hele schoolteam. In de uitvoering van dit beleid speelt de schoolleiding een erg belangrijke rol. Zij is namelijk verantwoordelijk voor de volledige uitvoering van het opvoedingsproject van de school. Het belang van de muzische vorming mag daarbij niet miskend worden. Muzische vorming als continuüm doorheen de schoolloopbaan De (her)waardering van de muzische vorming dient ook te blijken uit de continuïteit waarmee dit leergebied doorheen de verschillende onderwijsniveaus aan bod komt. De muzische ontwikkeling van kinderen en jongeren stopt immers niet bij de overgang van het ene niveau naar het andere, laat staan dat ze als afgerond zou worden beschouwd op een bepaalde leeftijd. Een doorlopende leerlijn doorheen de volledige schoolloopbaan is van groot belang. Een uitgangspunt daarbij is dat een mens wat betreft zijn muzische ontwikkeling nooit ‘af’ is. Het is belangrijk om de leerlingen en leerkrachten daarvan bewust te maken.
Muzes vzw | Tervuursesteenweg 84 | 2800 Mechelen | www.muzes.be
Besluit Wie kinderen en jongeren op een harmonische wijze wil vormen, dient werk te maken van kwalitatieve en procesgerichte muzische vorming. Scholen worden dan ook verondersteld deze vorming te verzekeren doorheen de volledige schoolloopbaan van de leerlingen en dat met oog voor een doorlopende leerlijn over de verschillende onderwijsniveaus heen. Dat vraagt om een drievoudig onderwijsaanbod vanuit drie pijlers:
een specifiek muzisch onderwijsaanbod met deskundige begeleiding ;
een geïntegreerd muzisch aanbod vanuit de verschillende andere leergebieden waarbij alle leerkrachten van de school betrokken zijn ;
een uitnodigend muzisch klimaat op school dat aansluit bij de leefwereld van de kinderen en de jongeren.
De realisatie van kwalitatieve muzische vorming vormt een essentieel onderdeel van het schoolbeleid. Het is de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de schoolleiding, de verantwoordelijken voor de muzische vorming én de andere teamleden om te zorgen voor een uitdagend muzisch vormingsaanbod voor alle leerlingen. Het streefdoel van de school moet ambitieus zijn. In die zin dat ze ernaar streeft om de haar toevertrouwde leerlingen, elk op hun niveau te doen uitgroeien tot geïntegreerde persoonlijkheden die kunnen participeren aan de wereld van kunst en cultuur. 24
Muzes vzw | Tervuursesteenweg 84 | 2800 Mechelen | www.muzes.be
V.
Doorlichtingen
Elk schooljaar controleert de onderwijsinspectie van het Ministerie van Onderwijs en Vorming een aantal erkende scholen in Vlaanderen en Brussel:
scholen voor basisonderwijs en voor secundair onderwijs academies voor deeltijds kunstonderwijs centra voor volwassenenonderwijs en centra voor basiseducatie centra voor leerlingenbegeleiding (CLB)
Elke school moet binnen een periode van 10 jaar ten minste één doorlichting krijgen. Tijdens een doorlichting gaat de inspectie na of een bezochte school of centrum voldoet aan vooropgestelde kwaliteitscriteria, bv.
25
In het geval van een school: of de school de onderwijsreglementering respecteert, de minimale lessenroosters en leerplannen naleeft en of ze met de leerlingen de ontwikkelingsdoelen nastreeft en de eindtermen bereikt. In het geval van een CLB: of het beleidsplan of het beleidscontract voldoet aan de decretale vereisten. In beide gevallen (school en CLB) gaat de inspectie ook na of ze de taalwetgeving respecteren en of de veiligheid van de gebouwen in orde is.
De resultaten van de doorlichting met de sterke en zwakke punten worden gepubliceerd in een doorlichtingsverslag. U kunt de doorlichtingsverslagen inkijken op de website van de onderwijsinspectie.
Muzes vzw | Tervuursesteenweg 84 | 2800 Mechelen | www.muzes.be
Fig. Schematisch overzicht van de evolutie van de resultaten in de voorbije drie schooljaren (VN = voldoet niet)
Onderwijsdoelen 26
Het percentage adviezen 2 en 3 ligt de laatste twee schooljaren hoger. In 2009-2010 kreeg geen enkele school een ongunstig advies. In de daaropvolgende schooljaren steeg het percentage tot 3 % vorig schooljaar. Het percentage adviezen 2 steeg in dezelfde periode van 27 % naar 41 %. De samenstelling van de steekproef speelde hierbij een rol. Van de 326 doorlichtingen in het basisonderwijs (2013-2014) werden er 129 (39,57 %) uitgevoerd in scholen met een grootstedelijke context. Bij een doorlichting in het gewoon basisonderwijs plaatsen de onderwijsinspecteurs ten minste twee leergebieden in de doorlichtingsfocus, dit zowel voor het kleuter- als het lager onderwijs. Tijdens het erkenningsonderzoek gaat de onderwijsinspectie na of het in de doorlichtingsfocus geplaatste leergebied voldoet of niet. Voor het basisonderwijs houdt dit in of de school de eindtermen en de ontwikkelingsdoelen voldoende bereikt, respectievelijk nastreeft en of de leraren daarvoor de leerplannen toepassen. De meest doorgelichte leergebieden zijn Nederlands, wereldoriëntatie en wiskundige initiatie (kleuteronderwijs)/wiskunde (lager onderwijs). Ook muzische vorming staat vaak in de doorlichtingsfocus. In de kleuterafdeling voldoet lichamelijke opvoeding in bijna één op vijf procent van de scholen niet. Het aantal onvoldoendes ligt hoger dan in de vorige steekproef. Dat geldt ook voor wereldoriëntatie. Wiskundige initiatie daarentegen scoort beter dan het voorgaande schooljaar. De slechte score voor muzische vorming blijft een constante. Dat is vooral het geval in het lager onderwijs. Dat geldt ook voor het leergebied wereldoriëntatie waar het aantal onvoldoendes in het lager onderwijs voor deze groep van scholen significant hoger ligt dan vorige schooljaren (van 27,3 % naar 42,2 %) en toen waren de resultaten voor het leergebied wereldoriëntatie ook al een aandachtspunt. Opvallend voor deze steekproef van scholen is het aantal ‘voldoet niet’ voor het leergebied Nederlands. Het zwakke resultaat voor Nederlands in het lager onderwijs viel in de steekproef van scholen in het schooljaar 2011-2012 ook al op.
Muzes vzw | Tervuursesteenweg 84 | 2800 Mechelen | www.muzes.be
In vergelijking met de steekproef van vorig schooljaar zien we nu opnieuw een terugval. Dat dit leergebied vaak werd onderzocht tijdens de doorlichtingen in 2013-2014 houdt verband met een groot aantal doorlichtingen (129) in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Door de specifieke kenmerken van de leerlingenpopulatie, vooral met betrekking tot de taalsituatie, plaatsten de inspectieteams het leergebied Nederlands vaak in de doorlichtingsfocus. Daaruit blijkt dat de scholen het moeilijk hebben om de onderwijsdoelen voor Nederlands volledig aan te bieden.
27
Muzes vzw | Tervuursesteenweg 84 | 2800 Mechelen | www.muzes.be
VI.
Bijdrage Dominique Temmerman
Lerarenopleiding Muzische Vorming BaO Odisee Brussel |25 juli 2015 Betreft het schrappen/besparen op muzische vakken Fase 1 Mijn collega Veerle Pauly (docente muzikale opvoeding kleuteronderwijs) wordt vanaf september vervangen voor een opdracht van 60%. Veerle Pauly had zelf 70% opdracht.Er vallen onder meer 10 contacturen muzikale opvoeding uit het pakket van de eerste fase. Het geheel (contacturen muziek en beeld) wordt nu onder de noemer 'muzische vorming' geplaatst; dit zonder rekening te houden met drama en dans. Het betekent dus dat er nog meer uren worden geschrapt vermits we het totaalpakket muzische vorming moeten aanbieden. Het vak bewegingsopvoeding blijft als apart onderwijsvak bestaan. Deze uren worden integraal behouden. Onder dit vak wordt ook bewegingsexpressie gegeven. (heel beperkt). Oorzaak van dit alles: besparingen en gelijktrekken van het curriculum met de fusiescholen (Aalst St Niklaas).
28
Fase 2 Komt volgend jaar aan bod, het team overlegt hoe we het aantal contacturen kunnen verminderen ifv de fusiescholen. Fase 3 Komt het jaar nadien aan bod. Alles in functie van de nieuwe leerlijnen die we telkens uitwerken per OPO. Beginniveau van studenten BaKO Alle studenten worden tijdens de onthaaldagen gescreend op: taal, stem, contact maken met kleine groep kleuters. Op basis van deze testing krijgen studenten een startadvies; dit kan gaan van: het volgen van logopedie tot advies een andere opleiding te kiezen. De stemtest houdt voor muziek in of de student in staat is om te leren zingen. (Fysieke capaciteit en gehoor en algemene conditie van de stem). In principe moet er geen startniveau vereist zijn voor muziek of beeld. De student moet wél open staan om te willen leren zingen. Vandaar dat de testing individueel gebeurt. De student krijgt tijdens de contacturen muziek uitvoerig les over stemgebruik en hoe ze kunnen leren zingen. Deze manier van werken heeft tot op vandaag veel vruchten opgebracht. Meer dan 80% van studenten kan op absolute toonhoogte kinderliederen zingen na de opleiding. Ik stel me grote vragen bij de drastische vermindering aan contacturen muziek. Een zangcursus moet op regelmatige basis individueel opgevolgd worden. Studenten zullen meer en meer zelfstandig hulp moeten zoeken buiten de contacturen (privé of DKO) om ons huidig niveau te behouden.
Muzes vzw | Tervuursesteenweg 84 | 2800 Mechelen | www.muzes.be
Pijnpunten in de lerarenopleidingen (kleuter - lager - secundair) Door de besparingen (omwille van associaties met universiteiten?) daalt het aantal contacturen aanzienlijk binnen de curricula. Voor kunstvakken betekent dit dat lesuren voor vaardigheden ook daalt. Vaardigheden zijn niet in aula's voor grote groepen te onderwijzen. Onder vaardigheden verstaan we 'leren zingen', 'leren tekenen', 'leren instrument bespelen', maar ook 'taal leren spreken', 'zich verbaal expressief kunnen uiten', 'dansexpressie leren uitvoeren'. Binnen de lerarenopleiding moeten studenten dit eerst op eigen niveau aanleren. Daarnaast komt het didactisch proces: hoe leer je kinderen zingen, tekenen, expressief bewegen, ... Voor beide (vaardigheden - didactiek) is er op jaarbasis een minimum aantal contacturen vereist. Zelfstudie is quasi onmogelijk. Men vergelijkt de academische opleidingen te vaak met professionele opleidingen. Hier zit volgens mij het pijnpunt. Indien dit zo blijft doorgaan moet men in de toekomst misschien startvoorwaarden verbinden aan lerarenopleiding vb minstens de lagere graad behalen van een kunstvak in DKO?
29
Muzes vzw | Tervuursesteenweg 84 | 2800 Mechelen | www.muzes.be
VII.
Bijdrage Marian Lesage
Docent Lerarenopleiding Muzische Vorming Bao Karel de Grote Hogeschool Antwerpen | 25 juli 2015 Ik kan ook alleen maar concreet spreken voor mijn hogeschool maar op de netwerkvergaderingen bij canon cultuurcel olv Dirk Terryn klinkt eenzelfde klaaglied! Toen ik 12 jaar geleden solliciteerde werd me beloofd dat muvo alleen nog maar zou aan belang zou toenemen gezien implementatie van muvo in de eindtermen LO. Ik heb de uren in die tijd zien halveren ondanks veel inspanningen van de muzische lectoren. Ook in de opleiding kleuter is er vanaf 15-16 een curriculumaanpassing en zijn de uren muvo serieus gekrompen. Reden: zijn ook voor mij niet altijd duidelijk we mogen maar 20 contacturen per week inrichten andere accenten/prioriteiten inzet op meer stage een opleidingsbrede keuze voor "aanbod op maat” neemt veel lectoruren in beslag Concreet nu voor LO/ de 3 jarige opleiding
30
Het boek Zeppelin, didactiek voor de muzische vorming van Koen Crul is een leidraad doorheen de 3 jaar maar daar werken we nog maar 1 jaar mee. (één studiepunt stemt overeen met 25 à 30 uren studie = contactuur, zelfstandig werk, studie en assessment) 1ste jaar: 12 studiepunten in totaal/ verdeeld over beeld, drama, muziek en motorische basisvorming telkens per jaar 11lesblokken van 2u in kleine klasgroepen (20 à 24stud). Daar worden de specifieke tools per domein en didactiek aangeboden 2de jaar: 3 Studiepunten/ module krachtig muzisch = met een jeugdboek als inspiratie is het doel de geïntegreerde aanpak van muzische vorming - stud gaan per groep muzisch werken vanuit een boek naar een voorstelling toe op eigen niveau dat nadien vertaald wordt met een klas kinderen die ook nog 3 tot 4 workshops krijgen = implementatie van de vakdidactiek 3de jaar: module 1ste leerjaar: specifiek muzisch aanbod in functie van beginnende geletterdheid en schrijfmotoriek, ik denk 4 lesuren in grote klasgroep + een praktische (groeps)taak (vroeger zat hierin ook het maken van handpoppen, nu enkel nog het leren spelen In een keuzevak van ± 20 uur kan er ook nog voor een soort verdieping muvo gekozen worden (theater maken, beeldend vanuit het Mas, textielkunst) Ook in het tweede jaar bestonden er keuzevakken maar die zijn volgend jaar afgeschaft: Concreet voor de verkorte opleiding (vanaf nu in 2 jaar, voorheen 1,5 jaar) 1ste jaar: 4 studiepunten in totaal/ verdeeld over beeld, drama, muziek en motorische basisvorming telkens per jaar 5 lesblokken van 2u in GROTE klasgroepen (45+stud). Daar worden de specifieke tools per domein en didactiek aangeboden
Muzes vzw | Tervuursesteenweg 84 | 2800 Mechelen | www.muzes.be
2de jaar: 3 Studiepunten/ module krachtig muzisch = met een jeugdboek als inspiratie is het doel de geïntegreerde aanpak van muzische vorming - stud gaan per groep muzisch werken vanuit een boek naar een voorstelling toe op eigen niveau dat nadien vertaald wordt met een klas kinderen die ook nog 3 tot 4 workshops krijgen = implementatie van de vakdidactiek + media initiatie + in module 1ste leerjaar = een paar uur muvo Concreet voor de avondopleiding (1 jaar) Die staat bij ons nog in de steigers, maar ik vrees dat muvo daar enkel als een stukje theorie het licht zal zien. Andere pijnpunten: muvo = vaardigheden : dat vraagt oefenkansen - die zijn er niet door: grote groepen, groepstaken (dat is besparend in lectoruren) waardoor je geen individuele muzische talenten kan (bij)sturen en ontdekken
31
besparingen
instroom: de beginsituatie van muzische vaardigheden is zeer laag , studenten uit DKO of Kunsthumaniora of Steinersecundair hebben vaak/meestal een betere voorkennis en een muzische grondhouding - hoewel ook dat soms eenzijdig kan zijn.
tendens van het beleid om geen specifieke vakdocenten in te zetten (iedereen moet alles kunnen geven en je bent op de eerste plaats een coach voor stage) zorgt voor vervlakking, van alles iets maar niets ten gronde = de zapcultuur
iedereen vindt zijn vakinhoud belangrijk, kunst en cultuur wordt niet door alle docenten en leidinggevenden als prioriteit gezien
Muzes vzw | Tervuursesteenweg 84 | 2800 Mechelen | www.muzes.be
VIII. Bijdrage Annick Desair Lerarenopleiding Basisonderwijs UCLL | 25 juli 2015 We hebben inderdaad heel wat uren muzische vorming in de loop der jaren ingeleverd in de lerarenopleiding. Dit is misschien niet het geval in alle lerarenopleidingen want iedere hogeschool heeft een eigen curriculum. In ons geval is dat echter wel gebeurd. Wij zijn voor de opleiding leraar kleuteronderwijs van 4u per week over een gans jaar per domein (enkel beweging, muziek en beeld) naar 2u in semester 1 en per domein en 2u gemeenschappelijk in sem 2. Dat zijn dus heel wat uren minder. Ook in opleidingsfase 2 en 3 iser ongeveer een halvering gebeurd. Oorzaak? De curriculum hervormingen in het hoger onderwijs waar we als lector plots veel meer uren moesten gaan geven. Vroeger had ik een fulltime enkel in de opleiding kleuteronderwijs, ik had een collega in lageronderwijs staan. Nu doe ik de twee opleiding is dat dus 1 fulltime. Ook voor leraar lager is het verhaal dus gelijkaardig. Beginniveau van de studenten ligt erg uit elkaar. De grote meerderheid heeft nog nooit een muzieknoot gezien, in het beste geval hebben ze al eens gezongen in hun kinderjaren. Er zijn ook wel zeer goede studenten met een muzikale achtergrond van muziekacademie of goede amateurs. Heel divers publiek dus.
32
Andere pijnpunten: Aangezien basisscholen zelf kunnen kiezen hoe ze de uren muzische vorming gaan invullen, hebben onze studenten weinig stagemogelijkheden voor muziek. Meestal wordt er beeld gegeven. Nog maar te zwijgen over drama en beweging of media. Dit maakt dat ik zr zeker van ben dat onze studenten hun diploma leraar lager kunnen halen zonder 1 les muziek gegeven te hebben... Voor kleuter ligt dit anders, daar stelt zich het probleem niet aangezien er steeds muzisch gewerkt wordt in een kleuterklas. Probleem 2: Er wordt zeer veel gepraat over integratie van muzische domeinen maar de vraag is hier, wat is integratie. Ook hier verschillen de meningen van inspecteurs, lectoren, leerkrachten en tussen vrij onderwijs en GO. Wat wil je dan dat wij onze studenten bij brengen? Wij hebben onze eigen visie hierover die we meegeven. We gaan hier vanaf september ook een onderzoek rond doen: wat is authentieke muzische integratie. Probleem 3: wat is het verschil tussen muzische vorming en cultuureducatie. Ook hier zijn er verschillende meningen. Voor muzische vorming gaat het volgens ons vooral over de muzische grondhouding. Die zit in alle domeinen. Dus alle domeinen moeten aan bod komen in een lerarenopleiding (ook niet overal het geval momenteel). Dan moet er ook een stevige basis zijn voor alle domeinen en er moet aan integratie worden gedaan want dat is volgens mij de redding voor het basisonderwijs. Net zoals in een kleuterklas.
Muzes vzw | Tervuursesteenweg 84 | 2800 Mechelen | www.muzes.be
IX.
Voorstel van resolutie over het belang van esthetica in ASO
VLAAMS PARLEMENTVOORSTEL VAN RESOLUTIE van de heren Gilbert Vanleenhove,Dirk De Cock en Julien Demeulenaere,mevrouw Gracienne Van Nieuwenborgh en de heren Frans Ramon en Kris Van Dijck –betreffende het belang van de leervakken esthetica en Duits in het algemeen secundair onderwijs 16 maart 2004
Zitting 2003-2004Stuk 2234(2003-2004) – Nr.15135 TOELICHTING DAMES EN HEREN,
33
De invoering van de vakgebonden en de vakoverschrijdende eindtermen als minimale doelstellin-gen vormde een belangrijk sleutelmoment in de terechte zorg van de Vlaamse overheid voor de kwaliteit van het geboden leerplichtonderwijs in Vlaanderen.Kinderen,jongeren en hun ouders kregen daardoor de garantie op een kwaliteitsvolle verwerving van kennis,vaardigheden en attitudes, noodzakelijk voor een moeiteloze doorstromingnaar hogere onderwijsniveaus of voor een vlotte overgang naar de arbeidsmarkt. Algemeen wordt echter sinds lang ervaren dat deze eindtermen zo omvangrijk zijn dat moeilijk nog ge-sproken kan worden van minimale onderwijsdoe-len.Niet zelden blijft er weinig of geen tijd meerover voor niet-eindtermgebonden leerdoelen ofvoor de invulling van het eigen pedagogische pro-ject.Inzonderheid in de tweede en de derde graad vanhet algemeen secundair onderwijs is de componentWiskunde-Wetenschappen zo overladen dat dit tennadele gaat van de cultureellinguïstische component.In de praktijk kwamen hierdoor vooral vakken zoals esthetica en Duits ernstig in de verdrukking. De eindtermen noopten inderdaad tot lessentabellen die de ruimte voor deze vakken sterk beperkten.Dit is een kwalijke evolutie die,zeker wat het vak esthetica betreft, mede ingegeven is door een nogal erg functionalistische en instrumentele invulling van het onderwijs. A.ESTHETICA A.1.Achtergrond en context A.1.1.Visie op onderwijs In een discussie over de maatschappelijke rol vanonderwijs zijn minstens twee vragen van belang:–is het onderwijs een hefboom voor de maatschappij of is het een uitvloeisel van die maatschappij? – wordt de inhoud van het onderwijs bepaald door economische en maatschappelijk-relevantevereisten of moet het onderwijs een vorminggeven die verder reikt?
Muzes vzw | Tervuursesteenweg 84 | 2800 Mechelen | www.muzes.be
Deze vragen zijn bijzonder relevant én actueel,zeker in het licht van enkele heersende opvattingen
de taal van vele beleidsmakers en van vele bedrijfs- en andere verantwoordelijken in de samenleving kan niet zelden herleid worden toteen nuttigheidsdiscours;
dat uit zich in het alomtegenwoordige functionalistischediscours: leerlingen worden beschouwd als “human resources”die naar believen op de economische markt ingezet kunnen worden;
dat leidt tot een functionaliseringvan het onderwijs: onderwijs is het ideale instrument om het denken en handelen van jonge mensen in overeenstemming te brengen met het denken en handelen van dominante krachten in de samenleving;
dit leidt op zijn beurt tot de instrumentaliseringvan het onderwijs:onderwijs wordt gereduceerd tot basisvorming die aansluit bij hetmarkteconomische verhaal. Alles moet in dienst staan van de behoeften van de arbeidsmarkt.
Deze opvatting roept tal van bezwaren op:
deze manier van denken gaat immers uit vaneen onderwijstechnocratie die antipluralistischis:ze poneert een eenzijdig functionalistischeen instrumentele invulling van het onderwijs;
ze laat het belang van vakken afhangen van hunbijdrage aan de technische wereld;
de legitimatie van particuliere vakken waarvande nuttigheid niet onmiddellijk duidelijk is,wordt in vraag gesteld;
er is nauwelijks ruimte voor vakken die nietpassen in het nuttigheidsdiscours: esthetica,filosofie,godsdienst en zedenleer;
de eenzijdige functionalistische kleuring kan dejongeren niet wapenen om te leven in een pluralistische wereld;
de oorspronkelijke idee van humaniora,waarmensvorming en vooral brede vorming centraalstaan,wordt verlaten ten voordele van eenpragmatische invulling naar Amerikaans model.
34
Een mogelijk antwoord op deze bezwaren is het afzien van een eenzijdig nuttigheidsdiscours tenvoordele van een bredere benadering die de volle rijkdom van de werkelijkheid benadrukt:
het functionalistische discours is legitiem,maaris te eng;
het stuurt aan op competitie met andere vakkenen leidt tot corporatistische reflexen van vakleerkrachten,wat fundamenteel ingaat tegenhet denken vanuit een opvoedingsproject;
Muzes vzw | Tervuursesteenweg 84 | 2800 Mechelen | www.muzes.be
functionalisme is niet de exclusieve waardehori-zon waartegen de betekenis en de zinvolheidvan de vakken moet worden afgewogen;
vakken hebben ook een intrinsieke waarde,en niet alleen een instrumentele functie in termenvan meetbare effecten.
Een alternatief voor een dergelijke eenzijdige invulling is het verlaten van de achterhaalde tegenstelling tussen vakken die nuttig zijn en vakken dieniet nuttig zijn,ten voordele van een nieuwe verdeellijn tussen vakken die de rijkdom van de wer-kelijkheid openen tegenover vakken die ze eerderafsluiten.Het spreekt vanzelf dat onderwijs vakken moet bieden die “nuttig”zijn,maar daarnaast moetevenzeer ruimte gemaakt worden voor vakken diegericht zijn op het opentrekken van de geestelijke horizon.Op termijn heeft zelfs dit laatste ook zijn nut. A.1.2.Cultuur en onderwijs
35
De relatie tussen cultuur en onderwijs is dubbelzinnig en problematisch. De delicate evenwichtsoefening tussen initiatieven en bevoegdheden kan leiden tot onduidelijkheid.Enerzijds zijn er initiatieven die proberen deze relatie aan te halen,zoals o.m.het “Steunpunt Cultuur en Onderwijs”en het door de Vlaamse regering afgesloten “protocol van samenwerking met betrekking tot cultuur en onderwijs”;anderzijds leidt de structurele scheiding tussen het leerplichtonderwijs en het deeltijds kunstonderwijs en de culturele sector tot spanningsvelden die de territoriumafbakening (wat moet waar en door wie worden aangeboden?) en de inhoudelijke invulling van het aanbod betreffen. Het bestaan van een parallel circuit van cultureel aanbod wordt daarbijniet zelden als alibi gebruikt om de cultuur te bannen uit het leerplichtonderwijs.Het doorschuivenvan de kunstzinnige en esthetische vorming naarhet (deeltijds) kunstonderwijs garandeert echtergeen culturele vorming voor elke leerling. Cultuur in het leerplichtonderwijs heeft een legitieme plaats.Deze plaats wordt echter al te vaak invraag gesteld waardoor de cultuur zichzelf onophoudelijk moet verantwoorden en legitimeren,vanuit een discours dat niet het hare is. De rationaliteit van het westerse denken mag er niet toe leiden dat de school enkel dient als voorbereiding opde toekomstige arbeidsloopbaan.Er moet dus ookruimte zijn voor vakken die niet meespelen in het“nuttigheidsdiscours”van het functionalistischedenken,maar die hun legitimatie elders halen:–kunst en cultuur bevinden zich in de zone diebuiten het nuttige valt,maar halen hun legitimiteit uit hun intrinsieke waarde;–kunst en cultuur hebben een instrumentelefunctie – dat is door recent wetenschappelijk onderzoek op overtuigende wijze aangetoond –maar dat kan nooit de voornaamste legitimatie zijn;–kunsteducatie is een belangrijke toegangspoort tot de kennis van het verleden:ze verschaft het meest directe en rechtstreekse contact en garan-deert de noodzakelijke inwijding in de cultureleerfenis;–kunsteducatie en esthetische vorming bereiden voor op de vrije tijd en leiden tot het verbredenvan de geestelijke horizon. In zijn kerstboodschap 2002 verwoordde koning Albert II het aldus:“In ons onderwijs zou de kunst een rui-mere plaats moeten krijgen om onze jongereneen grotere kans te bieden hun persoonlijke talenten te ontwikkelen.”.Kunsteducatie op school kan zeer efficiënt zijn alser sprake is van een geïntegreerde en gestructureerde aanpak.Dat vereist een zekere continuïteit in het aanbod en de noodzaak aan geregeld contactom tot een beklijvend resultaat te komen.
Muzes vzw | Tervuursesteenweg 84 | 2800 Mechelen | www.muzes.be
A.1.3.Kunsteducatie op school Kunsteducatie verdient een plaats binnen het leerplichtonderwijs op basis van een politiek van gelijke kansen voor elke burger. Dit is het Franse discours,dat echter ook als inspiratie kan dienen voorhet Vlaamse onderwijs.Het doorschuiven van de kunsteducatie naar het buitenschoolse circuit doet immers afbreuk aan de democratisering van het onderwijs. We verwijzen daarbij naar enkele uitgangspunten:
36
de vrijwillige cultuurparticipatie bij jongeren is uiterst laag,niet alleen bij cultuurarmegroepen;
de vrije tijd van jongeren is beperkt ;andere in-vullingen daarvan staan te dringen: TV,video,computer en sociaal leven;
cultuurconsumptie wordt in het algemeen als te inspannend ervaren,de geestelijke inspanning iste hoogdrempelig en de mogelijke statusverle-ning die ermee verbonden is,ligt te laag;
cultuurdeelname is een vorm van gedrag die ingeen enkele levensfase als een individuelekeuze in een sociaal vacuüm tot stand komt;eris met andere woorden een socialiserende instantie nodig;
kunsteducatie moet daarbij helpen en een minimale democratische toegang tot het algemene cultuurgoed mogelijk maken,zoals werd aanbevolen in de vakoverschrijdende eindtermen rond de esthetische dimensie in het onderwijs;
de school blijft in dit verband de voornaamste socialiserende instantie die als enige alle jongeren kan bereiken op de leeftijd dat ze ervoor open staan,zonder te moeten meedraaien in de markteconomische imperatieven van vraag en aanbod
A.2.Probleemstelling Het realiseren van esthetische vorming in het leerplichtonderwijs is een moeilijke opdracht omdat er dubbelzinnigheid is over de plaats in het curriculum en de manier waarop die vorming moet gebeuren (vaste lestijden of losse en eenmalige prikkels doorheen het curriculum). Het voornaamste probleem is het statuut van het vak esthetica. A.2.1.Het vak esthetica is decretaal geen verplichtvak Het algemeen secundair onderwijs verschaft een brede algemene vorming en de esthetische vorming heeft een rechtmatige plaats in deze basisvorming.Het vak esthetica is echter geen decretaal verplicht vak in Onderwijsdecreet II,artikel 55, en daardoor krijgt het ook niet de legitieme plaats en ruimte in de lessentabellen.In de praktijk leidt datertoe dat het vak alleen in het Katholieke Onderwijs in de basisvorming wordt aangeboden (derdegraad van het ASO).
Muzes vzw | Tervuursesteenweg 84 | 2800 Mechelen | www.muzes.be
A.2.2. De praktijk in de twee belangrijkste onderwijsnetten in het secundair onderwijsA A.2.2.1. De nieuwe lessentabellen voor de derdegraad van het ASO in het Katholiek Secundair Onderwijs reduceren de uren voor esthetica Tot nu toe werd het vak esthetica aangeboden in de derde graad van het ASO in het Katholieke Onderwijs,met een lestijd van één uur per week in hetvijfde en het zesde jaar.In het voorstel van de nieuwe lessentabellen is deze bestaande toestand doorbroken:het vak esthetica wordt verplicht in het vijfde jaar voor één lestijd per week,maar wordt optioneel in het zesde jaar,het vak wordt inhet zesde jaar alleen “aanbevolen”voor één lestijd per week. De scholen zijn echter vrij om op dieaanbeveling in te gaan en de meeste scholen leggen ze naast zich neer.Deze nieuwe toestand betekent een halvering vande beschikbare lestijd voor het vak,en die was al minimaal. De reden voor die reductie is ingegevendoor enkele basisprincipes bij de uittekening vande nieuwe lessentabellen:er wordt gestreefd naareen maximum van 32 lestijden per week;de één-uursvakken moeten worden gereduceerd;en descholen vragen een vrije ruimte van een tweetaluren die ze zelf kunnen invullen.De reden waaromprecies esthetica uren moet inleveren wordt vooral ingegeven door de vaststelling dat het geen decretaal verplicht vak is, en daarom sneuvelt het alseerste,samen met Duits,dat eveneens uren moet inleveren.
37
A.2.2.2. De nieuwe lessentabellen voor de derdegraad van het ASO in het Gemeenschapsonderwijs plaatsen het vak esthetica uitsluitend in het complementaire gedeelteIn het Gemeenschapsonderwijs kan het vak esthetica natuurlijk evenzeer worden aangeboden,maardan uitsluitend in het complementaire gedeelte,afhankelijk van de vrije keuze van de scholen.Door de pedagogische begeleidingsdienst van het gemeenschapsonderwijs wordt het vak esthetica als één van de diverse mogelijkheden aangegeven in het complementaire gedeelte in alle ASO-richtingen,behalve in GrieksWetenschappen,Latijn-Wetenschappen,Moderne Talen-Wetenschappen en Wetenschappen-Sport. Voor leerlingen die in het complementaire gedeelte het vak esthetica kiezen,mag het totaal aantal wekelijkse lestijden opgetrokken worden tot 33 lestijden (zie Pedagogische begeleidingsdienst, Voorstellen lessentabellen ASO3egraad – 14.01.2004). A.2.3.Gevolgen op korte termijn De gevolgen van deze ingreep ondermijnen het reeds zo kwetsbare statuut van het vak en zijn dramatisch op korte termijn:
de ingreep heeft gevolgen voor de werkgelegenheid van de betrokken leerkrachten;
het recruteren van nieuwe leerkrachten wordtproblematisch:het wordt bijzonder moeilijk om nog gekwalificeerde leerkrachten aan te trekken met zo weinig perspectief en zo weinig structurele inbedding in de lessentabellen;
als gevolg daarvan zal het ene resterende uurtjenog meer dan vroeger gebruikt worden voor het opvullen van ontbrekende uren in het uurrooster van andere leerkrachten:de reductie betreft dus niet alleen het aantal uren maar ook het gewicht van de resterende uren;– daardoor wordt het statuut van het vak en vande vakleerkracht behoorlijk onderuit gehaald.
Muzes vzw | Tervuursesteenweg 84 | 2800 Mechelen | www.muzes.be
A.2.4.Gevolgen op lange termijn De gevolgen op korte termijn hebben gedeeltelijkte maken met de corporatistische belangen van despecifieke vakleerkrachten. De gevolgen op langetermijn overstijgen die particuliereverzuchtingen
38
de reductie van de uren voor het vak esthetica heeft een signaalfunctie met betrekking tot de invulling van het onderwijs;
ze bestendigt het nuttigheidsdiscours en herbevestigt de functionalistische kleuring van hetonderwijs;
ze hypothekeert een optimale werking van het vak door een structurele inbedding in de lessen-tabellen die nauwelijks de minimale ruimte enaanwezigheid garandeert;
het resultaat is een statusverlies van het vak, dat gevolgen heeft voor de recrutering van nieuwe leerkrachten;
het gebrek aan gekwalificeerde leerkrachten heeft gevolgen voor de wetenschappelijke uitbouw en didactische ondersteuning van het vakgebied;
het vak wordt met andere woorden niet meergedragen door een voldoende grote kritische massa
Muzes vzw | Tervuursesteenweg 84 | 2800 Mechelen | www.muzes.be
X.
Vlaams Parlement | Vraag van Boudewijn Bouckaert aan Pascal Smet
₪ SCHRIFTELIJKE VRAGEN
PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL
Vraag nr. 144 van 6 december 2012 van BOUDEWIJN BOUCKAERT
Resolutie leervakken Esthetica en Duits - Initiatieven Op 29 april 2004 keurde het Vlaams Parlement de resolutie goed betreffende het belang van de leervakken Esthetica en Duits in het algemeen secundair onderwijs (Stuk 2234 (2003-2004) – nr. 3). Misschien is de uitvoering van deze resolutie wat uit het oog verloren naar aanleiding van het aantreden van een nieuwe Vlaamse Regering (de vorige). Vandaar de volgende vraag. 39
Wat is de stand van zaken m.b.t. de uitvoering van deze resolutie, meer bepaald inzake de drie specifieke vragen aan de Vlaamse Regering?
Muzes vzw | Tervuursesteenweg 84 | 2800 Mechelen | www.muzes.be
XI.
Vlaams Parlement | Antwoord Pascal Smet aan Boudewijn Bouckaert
PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL
ANTWOORD
op vraag nr. 144 van 6 december 2012 van BOUDEWIJN BOUCKAERT
1.
Eindtermen zijn minimumdoelen inzake kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes die worden vastgelegd voor de niet-levensbeschouwelijke vakken van de basisvorming. De vigerende eindtermen zoals die door de Vlaamse Regering zijn goedgekeurd en door het Vlaams Parlement bekrachtigd, zijn limitatief, evenwichtig en niet overladen. Daarenboven wordt uitsluitend in de eerste graad voor het geheel van de basisvorming een verplicht minimum aantal wekelijkse lestijden bepaald; in de tweede en de derde graad is dat niet het geval en wordt, ipso facto, evenmin het minimum aantal uren per afzonderlijk basisvormend vak opgelegd. Dit impliceert dat binnen de wekelijkse lessentabel voldoende ruimte wordt voorzien voor optionele vakken, m.n. studierichting-specifieke vakken en, eventueel, complementaire vakken. Scholen, schoolbesturen en hun representatieve verenigingen zijn vrij om, onverminderd de basisvorming, de wekelijkse lessentabellen naar vakken en overeenkomstige lestijden samen te stellen.
40
De onderwijsverstrekkers en hun representatieve verenigingen zijn eveneens bevoegd om hun leerplannen op te stellen, mits in die leerplannen de vakgebonden eindtermen op herkenbare wijze aan bod komen. Die leerplannen moeten, voorafgaand aan de implementatie, door de Vlaamse Regering na advies van de inspectie worden goedgekeurd. De leerplanmaker kan echter, bovenop de eindtermen, eigen leerplandoelen toevoegen. Dit gebeurt quasi altijd, met als gevolg dat minder ruimte ontstaat voor andere vakken of programmaonderdelen. Samengevat meen ik dat de overheid geen initiatieven moet nemen om de invoering van bepaalde extra vakken rooster-technisch mogelijk te maken vermits het onderwijsstructurele kader al voldoende mogelijkheden biedt aan onderwijsverstrekkers om, zelfs in alle opleidingen, vakken zoals Duits en esthetica in te richten. Ik vestig er trouwens de aandacht op dat binnen de vreemde talen van de basisvorming derde graad ASO, naast Frans, ook verplicht de keuze moet worden gemaakt tussen Engels en Duits. 2.
Het opnemen van esthetica in de basisvorming van de derde graad ASO betekent dat een ander vak moet wijken of, minstens, in aantal wekelijkse lestijden moet verminderen. Immers, de wekelijkse lessentabel is aan een maximum aantal financierbare/subsidieerbare lestijden gekoppeld Esthetica geniet op dit vlak van een bijzondere regeling. Indien dit vak op de lessentabel van de derde graad ASO voorkomt, dan wordt het maximum aantal uren van 32 naar 33 verhoogd. Ook wil ik verwijzen naar de bestaande vakoverschrijdende eindtermen muzisch-creatieve vorming, die toch een zekere affiniteit vertonen met esthetica.
Muzes vzw | Tervuursesteenweg 84 | 2800 Mechelen | www.muzes.be
Ik acht het dan ook niet opportuun om aan de huidige basisvorming van de derde graad ASO te raken. 3.
Het belang van moderne vreemde talen in het secundair onderwijs wordt niet ter discussie gesteld. De Vlaamse Regering heeft op 22 juli 2011 een talennota goedgekeurd waarin maatregelen zijn opgenomen die een decretale of reglementaire verankering behoeven. In het voorontwerp van onderwijsdecreet XXIII, dat op 14 december 2012 door de Vlaamse Regering een eerste maal principieel is goedgekeurd, zijn specifiek voor het secundair onderwijs de uitbreiding van de limitatieve lijst van taalvakken en de invoering van het CLIL-systeem opgenomen. In het kader van internationalisering en mobiliteit, worden alle officiële talen van de EUlidstaten en van de zogenaamde BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India, China) als mogelijke leervakken in het secundair onderwijs geïntroduceerd. Het lijkt niet logisch om, gezien deze ontwikkeling, thans één van de EU-talen in het bijzonder, nl. Duits, onder de aandacht te brengen. Het wordt aan de onderwijsverstrekkers overgelaten om - in functie van de opleiding, ligging van de school, samenwerking met het bedrijfsleven of welke andere parameter dan ook - één of meer van de desbetreffende vreemde talen die geen basisvorming zijn, aan te bieden.
41
Wat CLIL betreft, wordt Duits zoals Frans en Engels in aanmerking genomen. CLIL staat voor Content and Language Integrated Learning en wordt nu, na een experimenteerperiode, organiek geregeld. Het houdt in dat maximum 20% van de lessentabel, taalvakken niet meegerekend, in het Frans, Engels of Duits mag worden onderwezen. Scholen die hierin meegaan, zullen moeten beantwoorden aan een door de Vlaamse Regering vastgelegde kwaliteitsstandaard. CLIL is dus een type van immersie in een andere onderwijstaal, zij het gekoppeld aan strikte kwaliteitsvoorwaarden.
Muzes vzw | Tervuursesteenweg 84 | 2800 Mechelen | www.muzes.be
XII.
De rol van kunstonderwijs in de Europese Unie
Kunstonderwijs in de Europese Unie P6_TA(2009)0153 Resolutie van het Europees Parlement van 24 maart 2009 over het kunstonderwijs in de Europese Unie (2008/2226(INI)) (2010/C 117 E/04) Het Europees Parlement, — gelet op de artikelen 149 en 151 van het EG-Verdrag, — gezien Aanbeveling 2006/962/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake sleutelcompetenties voor levenslang leren ( 1 ), — gezien Beschikking nr. 1350/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende het Europees Jaar van de creativiteit en innovatie (2009) ( 2 ),
42
— gezien de conclusies van 24 en 25 mei 2007 van de Raad over de bijdrage van de culturele en creatieve sector tot de verwezenlijking van de doelstellingen van Lissabon, en die van 21 en 22 mei 2008, — gezien het gezamenlijk voortgangsverslag 2008 van de Raad en de Commissie over de uitvoering van het werkprogramma Onderwijs en opleiding 2010 – Kennis, creativiteit en innovatie dankzij een leven lang leren ( 3 ), — onder verwijzing naar zijn resolutie van 7 juni 2007 over de sociale status van kunstenaars ( 4 ), — onder verwijzing naar zijn resolutie van 10 april 2008 over een Europese agenda voor cultuur in het licht van de mondialisering ( 5 ), — onder verwijzing naar zijn resolutie van 10 april 2008 over de culturele industrieën in Europa ( 6 ), — gezien de aanbevelingen neergelegd in het Unesco-verdrag van 20 oktober 2005 betreffende de bescherming en bevordering van de diversiteit van cultuuruitingen, — gelet op artikel 45 van zijn Reglement, — gezien het verslag van zijn Commissie cultuur en onderwijs (A6-0093/2009), A. overwegende dat de Europese Unie, die zo trots is op haar motto „In verscheidenheid verenigd”, haar gemeenschappelijke geschiedenis moet erkennen en dat aan de hand van de Europese kunstgeschiedenis kan doen, vanwege haar intrinsiek universeel karakter,
Muzes vzw | Tervuursesteenweg 84 | 2800 Mechelen | www.muzes.be
B. overwegende dat de school opnieuw de voornaamste instantie voor de democratisering van de toegang tot de cultuur moet worden,
43
C. overwegende dat artistieke en culturele vorming, waarvan ook vorming inzake beeldcultuur een onderdeel is, een essentieel element van het onderwijssysteem van de lidstaten is,NL 6.5.2010 Publicatieblad van de Europese Unie C 117 E/23 . D. overwegende dat artistieke en culturele vorming een essentieel onderdeel van de vorming van kinderen en jongeren is, omdat het zelfstandig oordeelsvermogen, gevoeligheid en een open houding naar anderen toe helpt ontwikkelen, van centraal belang voor gelijke kansen is en een voorafgaande voorwaarde vormt om de toegang tot cultuur echt te democratiseren, E. overwegende dat het nodig is, om de democratische toegang tot de cultuur als uitdaging aan te gaan, om het artistieke bewustzijn op elk niveau en op elke leeftijd tot leven te wekken, het belang van artistieke bezigheden groepsgewijze en als liefhebberij te erkennen, en de deelname aan het kunstonderwijs aan te moedigen, F. met spijt overwegende dat de lidstaten zich door economische vereisten maar al te vaak genoopt voelen om de plaats van de kunst in het algemeen onderwijsbeleid te beperken, G. overwegende dat artistieke vorming het fundament van een beroepsopleiding in de kunsten vormt en de creativiteit bevordert, evenals de kunstzinnige vorming in lichamelijk en intellectueel opzicht, en daarbij voor nauwere en vruchtbaarder relaties tussen onderwijs, cultuur en de kunsten zorgt, H. overwegende dat kunstscholen en opleidingscentra voor kunst en vormgeving filosofieën helpen ontwikkelen, nieuwe stijlen en kunststromingen helpen creëren en de toegang tot verschillende culturele werelden openen, en daarmee het beeld van de Europese Unie in de wereld verbeteren, I. overwegende dat opleiding van groot belang voor het succes van beroepsmensen in de creatieve en kunstsector is, J. overwegende dat kunstopleidingen die op loopbaanontwikkeling en beroep gericht zijn, behalve talent ook een solide culturele basis van de leerlingen verlangen, die alleen door multidisciplinaire en systematische opleiding verkregen kan worden, en dat een dergelijke opleiding de kansen op de arbeidsmarkt in de sector vergroot naarmate ze algemene cultuur, onderzoeksmethodologie, ondernemers- en handelsvaardigheden, en vaardigheden in verschillende activiteiten aanbiedt die in onze tijd voor het kunstbedrijf van belang zijn, K. overwegende dat het economisch potentieel en de werkgelegenheid die bedrijven en industrieën in de creatieve, culturele en kunstsector in de Europese Unie vertegenwoordigen, in hoge mate van invloed op de ontwikkeling van de kunstsector zijn, L. overwegende dat de technologische revolutie tot meer concurrentie in en tussen de landen geleid heeft, zodat intellectuele capaciteit en creativiteit een vooraanstaande plaats in de Lissabon-strategie innemen, M. overwegende dat de snelle en voortdurende veranderingen die zich in onze samenlevingen voordoen een groter aanpassingsvermogen en meer flexibiliteit, creativiteit, innovatie en onderlinge communicatie in het beroepsleven vereisen, kwaliteiten die door de onderwijs- en opleidingsstelsels van de verschillende lidstaten gestimuleerd moeten worden, in overeenstemming met de doelstellingen van het reeds aangehaalde programma Onderwijs en opleiding 2010, N. overwegende dat er aan gedacht moet worden dat er belangrijke verschillen tussen de onderwijsen opleidingsmodellen in het kunstonderwijs van de verschillende lidstaten bestaan, O. overwegende dat eraan gedacht moet worden dat het onderricht in de cultuur en al haar verscheidenheid als gevolg van de mondialisering, de groeiende mobiliteit van de burger en de opeenvolgende uitbreidingen van de Europese Unie, een belangrijke factor voor het behoud van de eigen identiteit is en om onderling begrip tussen culturen en religies te bevorderen, en dat de doelstellingen culturele bewustmaking en stimulering van het Europees Jaar van de interculturele dialoog ook na 2008 nagestreefd moeten blijven worden,
Muzes vzw | Tervuursesteenweg 84 | 2800 Mechelen | www.muzes.be
1. meent dat artistieke vorming een verplicht onderdeel van de onderwijsprogramma's op alle schoolniveaus moet vormen om de toegang tot cultuur te democratiseren;NL C 117 E/24 Publicatieblad van de Europese Unie 6.5.2010 Dinsdag, 24 maart 2009
44
Muzes vzw | Tervuursesteenweg 84 | 2800 Mechelen | www.muzes.be
45
2. benadrukt hoe belangrijk het is dat zowel schoolleerplannen als beroepsopleidingen en programma's voor levenslang leren cursussen blijven bevatten die in het levenslang leerproces de creativiteit op elke leeftijd stimuleren en ontwikkelen; 3. herinnert eraan dat het kunst- en cultuuronderwijs ook ambities voor de burgerschapsvorming heeft en dat één van zijn functies is om het denkvermogen en de persoonlijke ontplooiing van het individu in intellectueel, gevoelsmatig en lichamelijk opzicht te helpen stimuleren; 4. erkent de rol van de kunsten als belangrijke bijdrage tot innovatie in samenleving en economie in het Europees jaar van de creativiteit en innovatie 2009; 5. vestigt de aandacht van de Raad en de lidstaten op de rol van de Europese cultuur en haar verscheidenheid als integrerende factor, en op het belang van het kunst- en cultuuronderwijs op Europees niveau, ook voor het behoud van traditionele culturele waarden in verschillende streken; 6. stelt vast dat alsmaar toenemende aantallen studenten in kunstvakken hun studie in een andere als de eigen lidstaat willen volgen, en roept de lidstaten dan ook op om hun beleid voor het kunstonderwijs op het niveau van de Europese Unie te coördineren, de beste werkmethoden onderling te delen en de mobiliteit van zowel studenten als docenten in de sector uit te breiden; 7. stelt voor om de mobiliteit van beroepskunstenaars te verbeteren door ruimere aandacht voor de erkenning van kwalificaties, meer in het bijzonder door opleidingsinstellingen en werkgevers aan te moedigen om gebruik te maken van het Europees kwalificatiekader, zodat competenties en kwalificaties op Europees niveau vergelijkbaar zijn; 8. verzoekt de Commissie dan ook om in samenwerking met de lidstaten een mobiliteitskader voor Europese uitvoerende en scheppende kunstenaars uit te werken met bijzondere klemtoon op de mobiliteit van jonge kunstenaars en kunststudenten; 9. erkent dat het beleid inzake kunstonderwijs weliswaar onder de bevoegdheid van de lidstaten valt, maar is van mening dat het op het niveau van de Europese Unie gecoördineerd moet worden, vooral wat betreft: — de vastlegging van aard, inhoud en duur van het kunstonderwijs voor de verschillende soorten „publiek”, — het verband tussen kunstonderwijs, creativiteit en innovatie, — de doelmatigheid van het beleid voor het kunstonderwijs uit het oogpunt van de sociaaleconomische weerslag, — het evenwicht tussen theorielessen en inwijding in de kunstpraktijk om te voorkomen dat het onderwijs abstract blijft, — de toepassing en uitbouw van methoden en strategieën in het kunstonderwijs volgens de eisen van de informatiemaatschappij, — de opleiding van gespecialiseerde docenten en „artist engineers” voor de nieuwe media, naast die van traditionele gespecialiseerde leraars; 10. verzoekt de Raad, de Commissie en de lidstaten: — om te erkennen dat het belangrijk is om kunstonderwijs en creativiteit te stimuleren met het oog op de ontwikkeling van een kenniseconomie, in overeenstemming met de strategie van Lissabon,NL 6.5.2010 Publicatieblad van de Europese Unie C 117 E/25 Dinsdag, 24 maart 2009
Muzes vzw | Tervuursesteenweg 84 | 2800 Mechelen | www.muzes.be
46
— om het kunstonderwijs de functie van essentieel pedagogisch hulpmiddel te verlenen om de waarde van de cultuur in een gemondialiseerde, multiculturele wereld te geven te verruimen, — om gemeenschappelijke strategieën uit te werken om het beleid voor kunstonderwijs en opleiding van gespecialiseerde docenten een belangrijker plaats te geven, — om de belangrijke rol van de kunstenaar in de samenleving te erkennen, en de noodzaak om in het opvoedingsproces specifieke bekwaamheden voor het kunstonderwijs vast te leggen, — om de nationale vertegenwoordigers in de onlangs opgerichte Werkgroep onderwijs en cultuur in het kader van de open coördinatiemethode (OCM) voor cultuur aan te moedigen om de rol van de kunsten te bespreken in verschillende onderwijsvormen (formeel, informeel en niet-formeel) en op alle onderwijsniveaus (van kleuteronderwijs tot beroepsopleiding en verdere vervolmaking in het hoger kunstonderwijs), en in de opleiding van vakleraars, — om de nationale vertegenwoordigers in de Werkgroepen voor de culturele industrieën in het kader van de OCM aan te moedigen om van de beroepsopleiding en voortdurende bijscholing van kunstenaars, managers, docenten, adviseurs en andere beroepsmensen in de culturele sector een centraal thema te maken, — om de belanghebbende partijen in het maatschappelijk middenveld te vragen om hun vakkennis en ervaring te delen in het belang van de OCM, — om de beroepsvorming in de kunstsector te verbeteren door het hoger kunstonderwijs op de 3 niveaus van de verklaring van Bologna te erkennen (bachelor, master, doctor) en daarmee ook de mobiliteit van kunstenaars in de EU te verbeteren, — om in het meerjarenprogramma Cultuur speciale regelingen op te nemen om het kunstonderwijs te steunen, — om het belang van artistieke bezigheden groepsgewijze en als liefhebberij te erkennen; 11. stelt met nadruk dat onderricht in de kunstgeschiedenis ook ontmoetingen met kunstenaars en bezoeken aan cultuurplaatsen moet omvatten om de nieuwsgierigheid van de leerlingen te wekken en ze tot nadenken aan te zetten; 12. onderstreept dat het van belang is om bij het invoeren van de artistieke dimensie in de leerplannen gebruik van de nieuwe communicatie- en informatietechnologieën en het internet te maken, als moderne onderwijsmiddelen die aan de hedendaagse praktijk beantwoorden; 13. wijst daarbij met nadruk op de wezenlijke inbreng van projecten als Europeana, de Europese digitale bibliotheek; 14. beveelt aan om gezamenlijk een Europees portaal voor onderricht in kunst en cultuur te ontwikkelen en het kunstonderwijs in de leerplannen van de lidstaten op te nemen om de ontwikkeling en verbreiding van het Europees cultureel model te verdedigen, dat internationaal in hoog aanzien staat; 15. verzoekt de Raad, de Commissie en de lidstaten om op de vooruitgang in de opname van het kunstonderwijs in de leerplannen toe te zien en stelt in het bijzonder de Commissie voor om de nodige studies te laten uitvoeren, zodat er betrouwbare informatie over het effect van het kunstonderwijs op het opleidingsniveau en de vaardigheden van de studenten in de Europese Unie beschikbaar is; 16. verzoekt zijn Voorzitter om deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de regeringen en parlementen van de lidstaten.NL C 117 E/26 Publicatieblad van de Europese Unie 6.5.2010 Dinsdag, 24 maart 2009
Muzes vzw | Tervuursesteenweg 84 | 2800 Mechelen | www.muzes.be
ANNEX X : Muziek beweegt!
Geschiedenis Muzes is een organisatie die zich reeds jaren inzet onder het motto “kunst en muziek zijn levensnoodzakelijk in het bestaan”. Ze stimuleert en promoot kunst en muziek in het onderwijs. Daarbij steunt ze de leraren, biedt vormingen, studiedagen en postgraduaten aan. Ook heeft Muzes enkele muziek- & kunstprojecten ontwikkeld zoals Impact (zangproject), Blazersklas (muziek tijdens middagpauze) en kunstenproject VIRUS.
Scholen krijgen vandaag veel kritiek. Een groot verwijt van jongeren is dat ze weinig tot geen bijdrage leveren aan hun zelfontplooiing. In hun puberteit barst hun creativiteit los en de school biedt hier geen antwoord op. Objectief In het najaar van 2015 wil minister Hilde Crevits de eindtermen van het secundair herzien en dan wil Muzes zijn stem op hoger niveau laten klinken door aan te tonen dat jongeren bereid zijn zich in te zetten voor meer kunst en muziek op school. Doelstelling 47
Studies tonen aan 90% van de jongeren bezig is met muziek en dat een gemiddelde ong. dagelijks 2u naar muziek luistert. 5% van de jongeren zijn actief met muziek bezig (door naar concerten te gaan of zelf muziek te maken). Muzes wil dus een virale campagne opstarten die jongeren zelf uitnodigt om actief deel uit te maken van een inspirerend muziekbeleid op de secundaire school. De doelstelling van deze campagne is om 50.000 jongeren (11-18j) van het SO actief deel te laten nemen aan de campagne onder het motto “Wij engageren ons voor (het welzijn van) jongeren”.
"We wensen enerzijds de scholen, leraren mee te hebben in dit verhaal door via een e-flyer dit verhaal te communiceren. Zij worden niet gestimuleerd om deel te nemen aan de sociale campagne. Voor Muzes is het belangrijk dat zij lid worden. We willen leerlingen inschakelen voor dit verhaal. Zij moeten de campagne ten volle dragen. We gaan voor 50.000 jongeren die via sociale media (facebook, instagram, twitter) dit initiatief scharen. Met dit getal trekken we naar minister Crevits." Jos Maes, directeur Muzes.
Oplossing Muziek is een middel tot persoonlijke ontwikkeling en integratie. Wanneer directies en overheden muziek een waardige plaats op de school geven dan heeft dat een rechtstreekse impact op het zelfstandige oordeelsvermogen, het verantwoordelijkheidsgevoel en de persoonlijke betrokkenheid.
Muzes vzw | Tervuursesteenweg 84 | 2800 Mechelen | www.muzes.be
Hun gevoeligheid en een open houding naar anderen zijn directe invloeden die muziek heeft. De sociale cohesie binnenin de school en het aanwakkeren van creativiteit maken dat jongeren zich beter gaan voelen.
Een actief & modern muziekbeleid heeft een immense meerwaarde: uitstraling en welbevinden worden van de ganse school wordt gestimuleerd. Jongeren uit deeltijds kunstonderwijs halen betere cijfers in het secundair. Dus zowel directies, leraren en ouders hebben rechtstreeks baat bij dit initiatief. Project We willen een aantrekkelijke campagne op sociale media opstarten. Het moet lijken alsof het een initiatief is van jongeren. We spreken het welbevinden en hun interesse (muziek) aan en daardoor willen we dat ze zich persoonlijk geroepen voelen om deel te nemen. Hiervoor vragen we ondersteuning van bekende Belgische artiesten die de actie mee ondersteunen en eventueel lanceren via Facebook, Twitter, Instagram. We willen de actie (een selfie, manifesto, soort van ice bucket challenge, etc) op de eerste schooldag in September lanceren. Een idee dat we reeds hadden was om te vragen aan de jongeren om zelf een tune samen te stellen van 5 sec. Jongeren kunnen dan ook stemmen op ingezonden tunes of zenden ideeën en/of teksten in om muziek een actieve rol te geven op school. Met die ingezamelde tunes kunnen we een lied laten componeren door de artiesten dat dan opgenomen kan worden. 48
Budget Er is geen budget voorzien maar er is een netwerk van 30.000 DM adressen van personen die rechtstreeks
Muzes vzw | Tervuursesteenweg 84 | 2800 Mechelen | www.muzes.be
Annex X: DOOR
In Limburg werken verschillende partners in het culturele – en onderwijsveld samen in het project DOOR! een ‘Masterplan Muziekonderwijs Limburg’ waarin de ontwikkeling van een doorlopende leerlijn muziek van primair naar voortgezet onderwijs centraal staat. Deze leerlijn is onderdeel van de provinciale keten van talentontwikkeling. DOOR! begint niet opnieuw maar legt slimme verbindingen en maakt gebruik van wat de rijke culturele omgeving lokaal, regionaal en provinciaal te bieden hee.Medio 2015 zijn alle voorbereidingen afgerond zodat het Masterplan Muziekonderwijs Limburg: DOOR! van start kan gaan. Om DOOR! te laten slagen zullen wij bij het openbaar stellen van de regeling bij Het Fonds voor Cultuurparticipatie een subsidieaanvraag doen van 5 miljoen euro. Een gerechtvaardigd bedrag, met meer dan 100.000 enthousiaste muziekbeoefenaars kent Limburg immers een levendige, succesvolle en groeiende muzieksector. Iedereen doet mee. Dat wil zeggen; alle partners in primair en voortgezet onderwijs (inclusief de docenten en leerlingen) én de lokale en provinciale culturele omgeving. In deze aanpak wordt dankbaar gebruik gemaakt van het bestaande aanbod op het gebied van muziekeducatie. 49
Docenten (zowel vak – als klassendocenten) ontwikkelingen samen met het Conservatorium en de Pabo een nieuwe lesmethodiek muziek. Deze lesmethodiek (verderop vakdidactiek muziek genoemd) krijgen alle aanstormende klassendocenten aangereikt op de Pabo. In de fase van start – naar vakbekwaam krijgen jonge klassendocenten jaarlijks een opfriscursus; Voor het primair onderwijs wordt een leerlijn ontwikkeld van groep 1 t/m groep 8. De muziekles wordt gegeven door de klassendocent die daartoe vanuit de Pabo al de nodige bagage heeft meegekregen en wordt ondersteund door vakleerkrachten (op ZZP-basis) evenals de muzikale omgeving van de school (lokale muziekverenigingen, muziekscholen etc.). Het muziekonderwijs in het primair onderwijs wordt naar behoefte verrijkt met extern educatief aanbod. (NB! Deze aanpak kan, afhankelijk van het schoolbeleid, in de uitvoering van school tot school verschillen) De leerlijn zoals die voor muziek in het primair onderwijs is ontwikkeld verbinden we met muziekonderwijs op het voortgezet onderwijs. Zo ontstaat een doorlopende leerlijn. Een talentcoach legt verbindingen van het binnen – met het buitenschoolse en helpt om bijzonder muzikaal talent op het goede spoor te zetten. Verschillende talentontwikkelingsprogramma’s worden in stelling gebracht en voor de school beschikbaar gemaakt. Bijzonder talent wordt doorgeleid naar diverse vakopleidingen. Het Huis voor de Kunsten Limburg zet voor dit masterplan zijn consulenten in om samen met de initiatiefnemer van DOOR! en alle partners voor de uitvoering zorg te dragen.
Muzes vzw | Tervuursesteenweg 84 | 2800 Mechelen | www.muzes.be
Huidige situatie Het belang van muziek Muziek zit in het Limburgse DNA, hoort bij de Limburgse identiteit. Cultuur is, in al zijn facetten, het fundament van de Limburgse samenleving. De ongekende kracht van het bestaande netwerk van harmonieën, fanfares, tamboerkorpsen en koren, de vele verenigingen voor ama-teurkunst en de aanwezige infrastructuur voor cultureel toptalent geven Limburg een landelijke culturele uitstraling van hoog niveau. Dat willen wij zo houden! Echter staat de basis van talentontwik-keling zwaar onder druk, vooral op het gebied van muziekonderwijs is er een grote noodzaak om snel tot actie te ko-men in het belang van onze kinderen en de muziekontwikkeling in onze provincie. Muziek vormt immers, zeker in Limburg, zoveel meer dan alleen een hobby. Het is een sociale verbinder, een gegeven dat van generatie op generatie gaat. Muziekonderwijs (& educatie) in het pri-mair onderwijs evenals het vervolgtraject op de middelbare scholen is onvoldoen-de ontwikkeld om de kracht van cultuur in Limburg en de waarde ervan voor de (jongste) inwoners van Limburg te garan-deren voor de toekomst.
Het belang van muziek
50
Muziek is een manier waarop mensen zich uitdrukken. Het is een universele taal. Muziek hee een invloed op zijn luiste-raars, invloed op de samenleving en in-vloed op de emoties die we voelen. Muziek verbindt! Muziek is een kunstui-ting en laat grenzen vervagen. Muziek wordt gemaakt door culturen en muziek creëert culturen. Een leven zonder muziek is nauwelijks voor te stellen. Geen slaapliedjes, muziek op feestjes, muziek in lms, geen gezang in het voetbalstadion, geen muziek om op te dansen, geen muziek in de stad in winkels of op straat. Muziek, kortom, maakt onderdeel uit van ons leven. Muziek op school is geen luxe maar een basiswaarde. Desondanks wordt het vak muziek nauwelijks aangeboden in het primair onderwijs. De aanwezigheid van vakdocenten muziek is schaars en de klassendocent hee vaak grote moeite met de invulling van muziekles in de klas. Ook binnen het lesprogramma op de Pabo is er nog maar geringe aandacht voor muziekonderwijs. En dat terwijl onderzoek (‘Een wetenschappelijk overzicht: positieve effecten van muziekonderwijs op de maatschappij en bedrijven’, Van Tetering & Wassink, 2014) aantoont dat muziek belangrijk is voor de ontwikkeling van het kind. Het geheugen verbetert, het IQ verhoogt, de taalontwikkeling, uitdrukkingsvaardigheden en spraakontwikkeling worden bevorderd en het ruimtelijk inzicht en de sociale vaardigheden verbeteren. Bovendien is kunst & cultuur in het algemeen en muziek in het bijzonder zeer geschikt voor het aanleren en ontwikkelen van basisvaardigheden die kinderen nodig hebben in de 21ste eeuw. Door Ambitie Een keten voor talentontwikkeling, speci-ek voor het vak muziek van primair - naar voortgezet onderwijs met aandacht voor de prille tot excellente talent ontwikkeling in volle samenwerking met het (vak)onderwijs (Pabo/Conservatorium), orkesten en de lokale culturele omgeving.
Muzes vzw | Tervuursesteenweg 84 | 2800 Mechelen | www.muzes.be
Door Resultaat In de provincie Limburg maakt muziekonderwijs volwaardig onderdeel uit van het lesprogramma in het primair onderwijs en loopt door naar het voortgezet onderwijs, van Noord- tot Zuid-Limburg en in volle samenwerking het onderwijs, met alle muziekverenigingen en cultuurinstellingen. • Een doorlopende leerlijn muziek van primair onderwijs naar voortgezet onderwijs • Een breed cultureel netwerk onderhouden en versterken in de lokale omgeving, d.w.z. muziekschool / muziekvereniging / podia • Verbindingen leggen voor talentontwikkeling naar vakopleidingen muziek zoals Conservatorium / Rock Academie en professionele muziekgezelschappen en orkesten zoals Opera Zuid en Philharmonie Zuid Nederland • Zichtbaarheid Masterplan DOOR! regionaal en landelijk, kennis delen met andere regio’sHet overkoepelende resultaat van het Masterplan Muziekonderwijs Limburg is dan ook het ontwikkelen, versterken en behouden van een toekomstbestendige muziekketen (voor talentontwikkeling) in Limburg waarin jong en oud op school en in de vrije tijd als professioneel musicus of muzikant zijn muzikale loopbaan naar eigen interesse en talent kan invullen. Een docent voor de klas die goed en vernieuwend muziekonderwijs kan geven dat aansluit bij de veranderende vraag vanuit de leerlingen, de omgeving en de eind-termen vanuit het SLO (Nationaal exper-tisecentrum Leerplanontwikkeling). Een bloeiende muziekketen waarin aandacht is voor het versterken en vernieuwen van het muzikale erfgoed zoals de harmonieën en fanfares, tamboerkorpsen en koren en het creëren van een fundament voor de groei-ende (pop)muzieksector in al zijn facetten.
51
Door in 4 Stappen!
1. Nieuwe vakdidactiek Muziek Het begint op de Pabo! De aanstaande klassendocenten worden intensief betrokken bij de ontwikkeling van DOOR! In samenwerking met de nieuwste Pabo Sittard en Fontys Pabo Venlo worden lesmethodes ontwikkeld en werken we aan gerichte competentieontwikkeling binnen het vak muziek. Eenmaal aan het werk komen de jonge klassendocenten jaarlijks terug voor een cursus. In deze cursus worden vaardigheden in het geven van muziekles verbeterd en wordt ervaring uit de praktijk besproken. Deze cursus wordt ontwikkeld in samenwerking met het Conservatorium Maastricht dat ook verantwoordelijk is voor het aanbod en de doorontwikkeling ervan. Resultaat: een nieuwe vakdidactiek muziek • Hernieuwde vakdidactiek muziek in curriculum Pabo • Goed opgeleide leraren primair on-derwijs die over de juiste competenties beschikken om muziekeducatie te geven binnenschools
Muzes vzw | Tervuursesteenweg 84 | 2800 Mechelen | www.muzes.be
2. Het primair onderwijs hee de opdracht kinderen op te voeden en op te leiden tot zelfverantwoordelijke, zelfbewuste individuen in een veranderende maatschappij. Het doel van muziekonderwijs behelst het stimuleren van muzikaal gedrag en activiteiten. Muziek kan immers bijdragen aan het ontwikkelen van creativiteit, concentratievermogen, samenwerken, zelfstandig werken, probleem oplossend vermogen, kritisch denken. Kortom, de vaardigheden van de 21ste eeuw die kinderen nodig hebben om optimaal te kunnen leren en functioneren in onze huidi-ge maatschappij. Ook een betrokken, onder-nemende en nieuwsgierige houding komen van pas in de 21ste eeuw. Uitgaande van de kenmerken van kinderen en behoeen van leeijden komt er een doorgaande lijn muziek van groep 1 t/m 8. In deze doorlopende leerlijn muziekonderwijs staan de 5 domeinen centraal; 1. Zingen 2. Bewegen op muziek 3. Lezen en noteren 4. Luisteren / spreken over 5. Muziek maken Met behulp van deze 5 domeinen is het ook eenvoudiger om aan te sluiten op de muziekles in het voortgezet onderwijs. 52
Muziekonderwijs in het primair onderwijs hee 2 doelen, nl .• muziekonderwijs als doel op zich; • muziek als ondersteunende factor binnen de ontwikkeling van kinderen. Resultaat: primair onderwijs • Beter geschoolde klassendocenten • Ontwikkeling leerlijn muziek van groep 1 tot en met groep 8 met een aansluiting op het vak muziek in het voortgezet onderwijs • Een uitgebalanceerd aanbod van muziek(onderwijs) dat past binnen het curriculum van de scholen in het primair onderwijs waarbij we gebruik maken van extern educatief aanbod (van klassiek en pop – tot blaasmuziek) ter ondersteuning en/of verrijking van het muziekonderwijs zowel binnen als buiten school 3. Voortgezet onderwijs Op het voortgezet onderwijs worden diverse muziekmethodes gebruikt. Begin 2015 publiceren wij een analyse van de gebruikte methodes in het voortgezet onderwijs. Vanuit deze analyse start het onderzoek naar een aansluiting van primair naar voortgezet onderwijs. Het Conservatorium Maastricht is het kenniscentrum op het gebied van muziekonderwijs in Limburg. In samenwerking met het Conservatorium zal de analyse en het onderzoek uitgevoerd worden. Cultuurinstellingen en de Pabo’s sluiten aan voor hun expertise over de bestaande situatie in het primair onderwijs. De uitkomsten van het onderzoek presenteren wij in juli 2015.
Muzes vzw | Tervuursesteenweg 84 | 2800 Mechelen | www.muzes.be
Resultaat: voortgezet onderwijs • Verbinding muziekonderwijs primair onderwijs op lesmethodiek in het voortgezet onderwijs 4. Talentontwikkeling Om ervoor te zorgen dat muziektalent de juiste weg doorloopt zijn er talentcoaches die een levende verbinding vormen tussen binnen en buitenschoolse muziekeducatie, tussen prille en excellente talentontwik-keling. Deze talentcoaches leggen de verbinding tussen alle afzonderlijke muziek-verenigingen, cultuurinstellingen, scholen, hogescholen en verschillende programma’s voor talentontwikkeling en educatie. Een extra doelstelling vormt de vernieuwing en versterking van het fundament voor muziekverenigingen zoals fanfares, har-monieën, koren en tamboerkorpsen zodat deze toekomstbestendig blijven. Tevens zal proactief de samenwerking tussen de mu-ziekverenigingen en de popcultuur worden opgezocht. De talentcoaches werken nauw samen met:
53
• Lokale (pop)podia als schakel tussen onderwijs(vraag) en educatie(-aanbod); • Het primair en voortgezet onderwijs en culturele instellingen voor het realiseren van (binnen – en buitenschoolse) verbin-ding met de (culturele) omgeving; • Organisaties en evenementen die de Limburgse keten van talentontwikkeling vormen. Resultaat: talentontwikkeling • Het creëren van een provinciaal super- netwerk waardoor lokaal talent een groter bereik hee en meer/sneller ren-dement kan maken. De talenten wor-den door de talentcoach gekoppeld aan andere talenten uit andere regio’s. Door buiten de eigen regio aan de slag te gaan en ervaring op te doen kunnen ontwikkelingen worden versneld • Verbindingen tussen vakopleidingen (Conservatorium, Rock Academie, Pop-hogeschool etc.) met als doel doorstroming van voortgezet onder-wijs naar hogescholen • Toekomstbestendige muziekvereni-gingen die samen met de popcultuur meer dan 100.000 muziekbeoefe-naars aantrekken, een groeiende muzieksector!
Muzes vzw | Tervuursesteenweg 84 | 2800 Mechelen | www.muzes.be