Vormingscentrum, project Schoolloopbaanbegeleiding en cel Documentatie
(School)loopbaanbegeleiding in Vlaanderen Werktekst 28.09.2005
Situering Deze nota is tot stand gekomen na discussie en denkwerk over SLB dat reeds een aantal jaren aan de gang is. De reden hiervoor was de sterke evolutie in het SLB-domein en de bezorgdheid over de toekomst ervan. De creatie van een experimenteel regionaal informatiecentrum in Gent vormde een katalysator voor de discussies. Ze werden gevoerd in overleg met de leden van de werkgroep en de stuurgroep SLB en met de cel Documentatie van VCLB. Ook ander overleg droeg bij tot de visieontwikkeling: het overleg met de CLBdirecties op de directiedagen, de teamgerichte nascholing SLB in CLB, het overleg met de VCLB-partners in de stuurgroep van de Stap en de provinciale SLB-contactgroepen. In voorliggende nota herhalen we niet de globale visie op de realisatie van de SLBbegeleidingsopdracht in het hedendaagse CLB-werk. Die werd eerder weergegeven in een aangepaste visietekst “Schoolloopbaanbegeleiding in de centra voor leerlingenbegeleiding” die te vinden is op het VCLB-intranet1. Wel maken we een bredere reflectie over de opdrachten inzake (school)loopbaanbegeleiding in Vlaanderen, binnen en buiten de CLB’s, en de wijze waarop ze in de praktijk gerealiseerd (kunnen) worden. Ze kan haar diensten bewijzen bij het voorbereiden van beleidsstandpunten. De informatieopdracht, de dienstverlening aan volwassenen en de deskundigheid van de begeleiders krijgen precies daarom extra aandacht. Deze versie is bijgewerkt na overleg met de werkgroep Beleidsondersteuning, de vergadering van directeurs, de VCLB-documentatiewerkgroep, de verschillende projectgroepen in het vormingscentrum en de stuurgroep SLB. De tekst is ook besproken op de VCLB-commissie 5 (overleg met ouders). Hij is goedgekeurd door de Raad Van Bestuur van VCLB op 28 september 05. Daarna wordt hij voor overleg en afstemming voorgelegd aan de VCLB-commissie 21 (5 oktober 05). Later volgt overleg met de VCLB-commissie 4 (overleg met personeelsvertegenwoordiging) en aan de Internettensamenwerkingscel (ISC).
1
http://www.clbnet.be/intranet/dienst_vorming/cel_vormingscentrum/begeleiding/projecten/slb/dwnld/SLBvisieSchooll oopbaanbegeleidingInCLB.pdf
(School)loopbaanbegeleiding in Vlaanderen
goedgekeurd in Raad van Bestuur VCLB 28 september ’05
1
Samenvatting tekst In onze lerende maatschappij voldoet (school)loopbaanbegeleiding aan een maatschappelijke nood, maar geeft ook een antwoord op een persoonlijke behoefte van mensen uit alle leeftijdsgroepen. Informatie, advies en begeleiding vormen de drie niveaus van hulpverlening. Horizonverruiming, zelfconceptverheldering en verhoging van loopbaancompetentie zijn drie basisdoelstellingen. SLB zal effectiever zijn naarmate de acties zich op educatief, preventief en curatief vlak situeren. Informatieverstrekking is een essentiële component. SLB voor leerlingen in het basis- en secundair onderwijs is een gemeenschappelijke opdracht voor onderwijs en CLB. Beide actoren hebben een noodzakelijke en complementaire rol die ook decretaal is vastgelegd. Het aanbod dat zij op dit moment doen, dekt niet alle noden. Aandachtspunt blijft enerzijds de realisatie van de vakoverschrijdende eindtermen en de opdracht tot objectieve leerlingenoriëntering door onderwijs. Anderzijds verdienen de onafhankelijke informatieplicht, de rechtstreekse toegang voor cliënten en de (basis- en gespecialiseerde) deskundigheid aandacht in de CLB’s. Competentie en organisatie verdienen aandacht in school én CLB. Hiervoor dient gebruik gemaakt te worden van een sterk ondersteuningsaanbod. De realisatie van de opdrachten ten aanzien van laatstejaarsleerlingen verdient bijzondere aandacht. Volwassenen en studenten hebben ook vragen naar (school)loopbaanbegeleiding. Zij is toegewezen aan de opleidings- en vormingsinstellingen en de erkende centra voor loopbaanbegeleiding. Het aanbod van de CLB’s is ook voor een aantal van hen zinvol. Het met extra middelen aantrekken van deze doelgroepen kan een duidelijke meerwaarde betekenen voor deze cliënten. Bovendien verhoogt het de deskundigheid van de CLB’s in hun reguliere opdrachten en geeft het de competentie-uitbouw een groter rendement. Dit maakt het ook voor de overheid tot een goede investering. Voor dienstverlening aan sommige doelgroepen van leerlingen, studenten en volwassenen kan samenwerking tussen centra (eventueel uit verschillende netten) aangewezen zijn. Voor ondersteuning van schoolloopbaanbegeleiding in centra (en scholen) is samenwerking noodzakelijk. Op centraal, regionaal en lokaal niveau moet nagegaan worden welke partners kunnen betrokken worden om maximale efficiëntie te garanderen.
Samenvatting voorstellen beleidsstandpunten De vrije CLB’s wensen hun en SLB-opdracht (inbegrepen hun informatieplicht) subsidiair aan de school uit te bouwen. Zij doen dit deskundig, objectief en onafhankelijk. Zij voorzien (behouden) hiervoor de nodige ondersteuning, logistiek, organisatie en competentiemanagement (lokaal, regionaal en centraal). De Vrije centra wensen een sterk aanbod uit te bouwen met aandacht voor het behoud van de ervaringsdeskundigheid van de CLB-teams in de scholen. Eventuele dienstverlening aan studenten en volwassenen kan de CLB-deskundigheid versterken. Het SLB-aanbod is het voorwerp van intensieve kwaliteitszorg. De Vrije centra spelen hun rol als informatiecentra over onderwijs. Zij verzorgen onthaal voor alle cliënten die zich aandienen. Eenvoudige informatieve dienstverlening kan hiervan een onderdeel zijn. De centra willen echter de realisatie van hun decretale opdrachten niet in het gedrang brengen.
(School)loopbaanbegeleiding in Vlaanderen
goedgekeurd in Raad van Bestuur VCLB 28 september ’05
2
Of dienstverlening wordt voorzien voor leerlingen die niet tot de eigen leerlingenpopulatie behoren, kunnen zij niet garanderen. Dit zal afhangen van de binding die leerlingen (gehad) hebben met het centrum, de mate waarin zij elders met hun vraag terecht kunnen en de mate waarin de vraagstelling gespreid is over de centra in de regio. De centra zijn bereid mits het aanboren van extra middelen hun aanbod voor laatstejaars open te stellen voor studenten en volwassenen. Hiervoor zijn verschillende samenwerkingsvormen mogelijk, maar ze dienen steeds verankerd te blijven in het CLB. De Vrije centra vragen dat de overheid duidelijk formuleert waar volwassenen voor loopbaanbegeleiding terecht kunnen. De vrije centra willen een belangrijke rol blijven spelen in innovatie, ontwikkeling en ondersteuning van SLB, in samenwerking met partners in CLB, onderwijs, en wetenschappelijke wereld. De VCLB-koepel zal actief op zoek gaan naar samenwerkingsverbanden die de kwaliteit en de efficiëntie kunnen verhogen. Ook structurele netoverschrijdende samenwerking dient aan deze voorwaarde te voldoen.
(School)loopbaanbegeleiding in Vlaanderen
goedgekeurd in Raad van Bestuur VCLB 28 september ’05
3
Vormingscentrum, project Schoolloopbaanbegeleiding en cel Documentatie
Loopbaanbegeleiding in Vlaanderen Werktekst 28.09.2005 Filip Mels en Dirk Lecoutere In wat volgt schetsen we de noden aan (school)loopbaanbegeleiding in Vlaanderen en de wijze waarop de verschillende actoren hieraan tegemoet komen. Daarna verduidelijken we de positie van schoolloopbaanbegeleiding binnen CLB’s. Vervolgens belichten we hoe CLB’s de SLB-opdrachten realiseren, hoe ze de kwaliteit ervan kunnen verbeteren en hoe ze de ondersteuning en dienstverlening kunnen uitbouwen. Tot slot geven we voorzetten voor een VCLB-standpunt.
Inhoud 1. (School)loopbaanbegeleiding in Vlaanderen 1.1 1.2 1.3 1.4
Noden inzake (school)loopbaanbegeleiding in Vlaanderen Voorzieningen voor (school)loopbaanbegeleiding in Vlaanderen Werking van (school)loopbaanbegeleiding in Vlaanderen Recente evoluties op het terrein
2. De plaats van schoolloopbaanbegeleiding binnen de CLB-werking 2.1 2.2
Schoolloopbaanbegeleiding als kerntaak van de centra voor leerlingenbegeleiding Schoolloopbaanbegeleiding als een te beschermen opdracht
3. De realisatie van (school)loopbaanbegeleiding 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Zijn de CLB’s op dit moment in staat aan de noden inzake (school)loopbaanbegeleiding te voldoen? Deskundigheid inzake schoolloopbaanbegeleiding Competentiemanagement in de CLB’s Uitbouw van een ondersteuningsstructuur inzake (school)loopbaanbegeleiding Uitbouw van dienstverlening inzake (school)loopbaanbegeleiding
4. Voorstellen voor beleidsstandpunten
(School)loopbaanbegeleiding in Vlaanderen
goedgekeurd in Raad van Bestuur VCLB 28 september ’05
4
1
(School)loopbaanbegeleiding in Vlaanderen
1.1
Noden inzake (school)loopbaanbegeleiding in Vlaanderen
(School)loopbanen optimaliseren, motivatie verhogen en mislukkingen vermijden, ongekwalificeerde uitstroom verminderen, gelijke kansen bieden aan alle leerlingen, de aansluiting tussen onderwijs en arbeidswereld verbeteren, levenslang leren bevorderen… al deze maatschappelijke noden wijzen op het belang van een goed uitgebouwde (school)loopbaanbegeleiding in Vlaanderen. Iedereen die onderwijs of vorming volgt, is - min of meer bewust - bezig met de uitbouw van een leertraject. Bij jongere kinderen speelt dit traject zich vooral af in de onderwijsruimte. Vanaf 16 jaar kan dit traject zich ook gedeeltelijk in de arbeidswereld afspelen. Bij werkende volwassenen zal zich nog steeds een beperkt deel van het leertraject in opleidings- of vormingscontext afspelen. In dit leertraject komen heel wat instap-, keuze- en transitiemomenten voor. Sommige kondigen zich op voorhand aan, andere komen onverwacht. In een aantal gevallen dienen gepaste onderwijscondities op maat gecreëerd te worden. Ter ondersteuning van dit alles is een goed uitgebouwde (school)loopbaanbegeleiding noodzakelijk. Ze omvat studie- en beroepskeuzebegeleiding, begeleiding bij schoolloopbaanbeslissingen en afstemmingzorg. Ze zal bijdragen tot een grotere tevredenheid over het gevolgde traject. Goede (school)loopbaanbegeleiding is aangepast aan de leeftijd en de noden van de doelgroep. Nood aan educatie, preventie en hulp Noden aan (school)loopbaanbegeleiding situeren zich op educatief, preventief en curatief vlak. Acties zullen effectiever zijn wanneer er een aanbod is op deze drie vlakken. Educatie Educatie is een permanent gebeuren binnen de (school)loopbaanbegeleiding. Educatie is gericht op het verhogen van keuzevaardigheden en legt een basis waarop preventie en curatie kunnen steunen. Educatie is gericht op het overbrengen van relevante kennis, geschikte attitudes en keuzevaardigheden om zelfstandig het eigen traject uit te kunnen bouwen. Tijdige informatieverstrekking over de keuzemogelijkheden is een belangrijke educatieve actie. Ze richt zich niet enkel op informatieoverdracht, maar ook op de ontwikkeling van vaardigheden om zelfstandig beschikbare informatie te verwerven en te verwerken. Dit zal enkel impact hebben indien de doelgroep vooraf gesensibiliseerd is voor de keuzetaak en de wijze waarop deze kan aangepakt worden. Een tweede educatieve doelstelling is het ontwikkelen van de zelfkennis die nodig is om zich te oriënteren in deze informatie, realistische doelen te kiezen en zichzelf te positioneren ten opzichte van de mogelijkheden. Ten slotte richt educatie zich op het vermogen om de eigen loopbaan te plannen en te sturen. Zelfverantwoordelijke beslissingen kunnen nemen, maakt hiervan deel uit. Dit geheel van beoogde kennis, vaardigheden en attitudes noemen we actorkwalificaties. In keuzeprocessen van kinderen en jongeren spelen ouders een grote rol. Deze ouders zijn zelfs cruciaal bij jonge kinderen en bij kinderen of jongeren met verstandelijke of meervoudige beperkingen. Hun keuzevaardigheden noemen we coactorkwalificaties en ook ten aanzien van hen zullen educatieve inspanningen geleverd worden.
(School)loopbaanbegeleiding in Vlaanderen
goedgekeurd in Raad van Bestuur VCLB 28 september ’05
5
Ook bij bepaalde volwassenen zal het nog nodig zijn keuzevaardigheden te ontwikkelen in het kader van levenslang leren of (beroeps-)loopbaanbegeleiding. Indien dit gebeurt voorafgaand aan een individuele vraagstelling, betreft het ook hier een educatieve opdracht. Laagdrempelige informatieverstrekking via infotheken of het internet kunnen we ook als educatieve actie bestempelen. Preventie Preventieve opdrachten zijn erop gericht in te spelen op gekende risico’s en tijdige hulpverlening mogelijk te maken. Een goede bekendmaking van het hulpaanbod stimuleert vroeg signaleren van keuzevragen of –problemen. Naar gekende risicogroepen kunnen gerichte acties opgezet worden. Ten slotte moeten alle co-actoren gesensibiliseerd worden om tijdig te verwijzen naar gepaste hulp. Begeleiding2 Het sluitstuk van (school)loopbaanbegeleiding is een voor alle doelgroepen gepast begeleidingsaanbod. Cliënten voor wie het educatief-preventieve aanbod niet volstaat, moeten op hun vraag begeleiding kunnen krijgen. Dit aanbod moet voldoende laagdrempelig zijn en soepel inspelen op de verschillende noden (met aandacht voor leerbedreigden en kansengroepen). Indien begeleiding geïndiceerd is zonder een expliciete vraag, dient een individueel begeleidingsaanbod geformuleerd te worden3. Keuzebegeleiding omvat in principe altijd een horizonverruimende component. Cliënten kunnen onpersoonlijke informatie raadplegen, via websites of brochures. In een begeleidingsrelatie gebeurt de informatieverstrekking op maat van de cliënt en wordt hij geholpen bij de verwerking ervan. De nood aan aanvullende informatie is vaak het eerste signaal voor de cliënt dat hij hulp nodig heeft. Zelfconceptverheldering komt vaak pas in tweede instantie aan bod. De cliënt merkt onduidelijkheden in zijn zelfbeeld wanneer hij een vraag formuleert (wat wil ik eigenlijk?). Bij de vraagverheldering zal de begeleider naar aanknopingspunten zoeken in het zelfbeeld van de cliënt. Verder uitklaren van het zelfbeeld kan helpen een voorselectie van keuzealternatieven te maken. Ook bij de toetsing van keuzemogelijkheden aan de belangstelling, vaardigheden en motivatie van de cliënt staat de ontwikkeling van een helder en realistisch zelfconcept voorop. Verhoging van loopbaancompetentie maakt deel uit van de basishouding van de begeleider: de cliënt in staat stellen zelfstandig en met kennis van zaken een eigen beslissing te nemen. Verder kan de cliënt nood hebben aan transitievaardigheden en vaardigheden om om te gaan met de invloed van anderen. Hoezeer de klemtonen in de begeleiding ook kunnen verschillen, ze zal steeds oog hebben voor de totale persoon. Aspecten van andere begeleidingsdomeinen (leren, gezondheid, psychisch en sociaal functioneren) of van de context zullen dan ook vaak relevant zijn of aan bod komen in de begeleiding. Korte of langdurige begeleiding? Keuzebegeleiding kan kort zijn. Soms volstaat één gesprek om een cliënt in staat te stellen zelf te kiezen. Ze zal intensiever zijn naarmate de objectieve keuzesituatie of de noden van
2
We gebruiken hier de term “begeleiding” als afgeleide van schoolloopbaanbegeleiding. In het kader van de integrale jeugdhulpverlening wordt de term “hulpverlening” gebruikt, die informatie, advies en begeleiding omvat. 3 Motiverende gespreksvoering kan dan aangewezen zijn.
(School)loopbaanbegeleiding in Vlaanderen
goedgekeurd in Raad van Bestuur VCLB 28 september ’05
6
de cliënt complexer zijn4. Vaak is de keuzeproblematiek dan verweven met een leerachterstand, identiteitsproblematiek, sociale of emotionele moeilijkheden, fysieke of psychische beperkingen die het leren bemoeilijken. Soms is deze complexiteit van bij de eerste vraagstelling duidelijk, soms komt ze pas in de vraagverheldering aan de oppervlakte of nadat een eerste interventie onvoldoende blijkt. In bijgaand schema onderscheiden we verschillende vormen van begeleidingstussenkomsten. In korte tussenkomsten staat eenvoudige informatieverstrekking meestal voorop. Vraagverheldering, afstemming, advies… veronderstellen dialoog tussen begeleider en cliënt. Het contact krijgt dan geleidelijk meer kenmerken van wat we keuzebegeleiding noemen: de informatie wordt ingebed in een ruimer perspectief dat uitdrukkelijker focust op de individuele cliënt en zijn behoeften, rekening houdt met een mogelijk langer traject en veel explicieter gericht is op de ontwikkeling van de actorkwalificaties van de cliënt. Vergelijkend met de terminologie die in de integrale jeugdhulp gehanteerd wordt, zouden we spreken van “informatie en advies” voor de interpersoonlijke informatieverstrekking en de informatiebemiddeling. Keuzebegeleiding en integrale intensieve leerlingenbegeleiding vallen in die context dan onder de term “begeleiding”. Rol van informatieverstrekking in begeleiding In schoolloopbaanbegeleiding is informatieverstrekking altijd een element. De mate waarin de informatieverstrekking de tussenkomsten domineert, kan echter verschillen. In sommige begeleidingen blijft ze op de achtergrond aanwezig. Bij het raadplegen van een infotheek of een website blijft de begeleiding hiertoe beperkt. Niet alleen de mate waarin informatieverstrekking de hoofdmoot uitmaakt van het contact kan verschillen. Ook de aard van de benodigde informatie kan verschillen. Zowel in korte als lange of meer diepgaande begeleidingen, kan de gebruikte informatie bestaan uit een eenvoudig referentiekader of elementaire informatie met betrekking tot de keuzemogelijkheden. De cliënt kan echter ook nood hebben aan meer gespecialiseerde kennis over het onderwijslandschap. Deze is zowel breed (ook minder bekende opleidingsmogelijkheden of trajecten) als diepgaand (kennis van concrete onderwijsrealiteit, beheersen van gangbare spelregels…). We kunnen dit mogelijk aanbod voorstellen in volgende figuur5. De grijsarcering verwijst naar het niveau van de hulp.
informeren:
van basisinfo tot gespecialiseerde info
begeleiden: Niet
intensief
4
Dit is zeker het geval bij leerlingen met specifieke onderwijsnoden. Vaak is de keuzeproblematiek verweven met motorische, fysieke, sensorische, verstandelijke, psycho-sociale… beperkingen. 5 Deze indeling is geïnspireerd op begrippen die elders gebruikt worden om de soorten tussenkomsten te definiëren (zie ondermeer “Verslag van 1 jaar werking.1 oktober 2003 - 30 september 2004. De Stap Studieadviespunt Gent.” )
(School)loopbaanbegeleiding in Vlaanderen
goedgekeurd in Raad van Bestuur VCLB 28 september ’05
7
Acties in (school)loopbaanbegeleiding Educatie (actor- en coactorkwalificaties ontwikkelen) - sensibiliseren voor de keuzetaak - tijdig (en preventief) informeren over het onderwijslandschap - zelfkennis en loopbaancompetentie verhogen Preventie - keuzeproblemen opsporen - acties naar risicogroepen - tijdig verwijzen naar gepaste hulp Hulpverlening (op vraag van de cliënt of op indicatie)6 informeren begeleiden (van basisinfo tot gespecialiseerde info)
(minder tot meer intensief)
onpersoonlijke informatieverstrekking (ook educatief) - website - infotheek ter beschikking stellen
interpersoonlijke informatieverstrekking - oriënteren in het informatieaanbod - toelichten
informatiebemiddeling (voorlichting) - vraagverheldering - horizonverruimend advies - afstemming op informatieaanbod - beslissingshulp
Keuzebegeleiding - intake - begeleide zelfdiagnose - actorkwalificaties verhogen - afstemmingzorg
- opvolging
integrale leerlingenbegeleiding met klemtoon op of met inbegrip van (school)loopbaanaspecten
Alles door dezelfde begeleider? De begeleider die aan deze noden van cliënten zal tegemoetkomen, dient dus over heel wat vaardigheden te beschikken. Het is duidelijk dat begeleiding en informatie vaak verweven zijn. Wie informatie geeft, moet noties hebben van begeleiding en wie begeleiding geeft, moet beschikken over voldoende informatie. Bovendien mag de drempel naar informatie en hulp niet te hoog zijn. Ideaal ware een makkelijk bereikbare begeleider die ook over zeer gespecialiseerde kennis en begeleidingsvaardigheden beschikt. De begeleider zal efficiënter kunnen werken indien hij zelf meerdere niveaus van informatieverstrekking aankan. Zoniet zal hij een collega moeten consulteren of de cliënt doorverwijzen. In het vervolg van deze nota wordt nagegaan waar hiervoor de deskundigheid te vinden is en hoe het aanbod kan georganiseerd worden. Hoeveel begeleiding nodig? Dit mogelijk begeleidingsaanbod beantwoordt aan een nood die bestaat bij alle kinderen, jongeren en volwassenen. Gezien het maatschappelijk belang moeten hiervoor voldoende middelen voorzien worden. Het aantal hulpvragen zal groter zijn naarmate er minder geïnvesteerd wordt in educatie en preventie. Het is moeilijk te kwantificeren hoe groot deze begeleidingsbehoeften zijn. Wat we wel weten is in welke mate ouders en leerlingen de weg naar het CLB vinden om hun vragen te stellen. 6
Vaak gaat het niet enkel over schoolloopbaanbegeleiding: een cliënt is immers niet te scheiden in begeleidingsdomeinen.
(School)loopbaanbegeleiding in Vlaanderen
goedgekeurd in Raad van Bestuur VCLB 28 september ’05
8
We geven hieronder een bloemlezing van vragen die op het CLB toekomen. De registratie van vragen die de Limburgse CLB’s beantwoord hebben, geeft een kwantitatief beeld7. Tot voor kort waren er geen gegevens over de noden bij volwassenen. Recent werden de resultaten gepubliceerd van een studie in opdracht van de overheid over de behoefte aan loopbaanbegeleiding bij volwassenen8. Ze toont aan dat ook bij volwassenen duidelijke noden bestaan, niet enkel aan langdurige loopbaanbegeleiding bij werknemers wiens loopbaan in het slop zit, maar ook aan kortdurende informatieve dienstverlening. Voorbeelden van begeleidingsnoden We kunnen de bestaande noden illustreren aan de hand van een staal van vragen die op het CLB toekomen: Noden bij ouders, leerlingen en leerkrachten… Tine twijfelt heel erg. Zou ze sport nemen of economie? Ze ligt er hele nachten van wakker want een nieuwe school schrikt haar af. Els wil graag een overzicht van waar in TSO ze na het vierde jaar wetenschappen nog terecht kan. Een directeur vindt de situatie problematisch: van de 6 eerste klassen Klassieke talen op zijn school, blijven er na twee jaar nog drie over. Op welke scholen kan je Grieks met wiskunde volgen? En hoe zit dat dan met de wetenschappelijke vakken? De ouders van Cindy verschijnen nooit op het oudercontact, dus zeker niet om te bespreken dat een overgang naar 3BSO haar kansen beperkt. Dirk krijgt geen vat op zijn eigen belangstelling: kiest hij nu voor geneeskunde of industrieel ingenieur of iets helemaal anders? De ervaringen op zijn stage doen Hans twijfelen of hij wel een zevende jaar kantoorautomatisering wil doen, hij hoorde van een vriend over de bouwopleiding bij de VDAB. De ouders van Lars zien een speelleerklas niet zitten: zo zijn bij tante ook de problemen begonnen: eens BuO, altijd BuO en dan…? Een leerling in het beroepsvoorbereidend leerjaar, regelmatig afwezig op school, kiest voor 3 kantoor maar de leerkracht is ervan overtuigd dat dit niet haalbaar is. Op het MDO bij het begin van het zesde leerjaar wordt vastgesteld dat voor Geert de vervroegde overstap naar het 1e lj B al in het vierde leerjaar voorbereid had moeten worden. John heeft OKAN achter de rug en wil instappen in 3 tuinbouwtechnieken; hoe moet dat dan met Frans en wiskunde? Een leerkracht deelt aan ouders haar bezorgdheid mee: Bert heeft een ernstige vorm van ADHD en zou misschien beter naar het buitengewoon onderwijs gaan. De klassenraad denkt dat het beter is Hans te clausuleren voor alle opties in het tweede gemeenschappelijk leerjaar. Maar zit hij wel goed in het BVL?
…
Maar ook volwassenen stellen vragen: Studenten die mislukken in het eerste jaar HO en willen aanknopen bij het keuzeproces van vorig jaar; Werkende volwassenen die zich willen oriënteren op het vormingsaanbod; Studenten die aanvullende opleidingen zoeken na het behalen van een hoger onderwijsdiploma; 7
Marcel Vanhamel Doen wij wat we zeggen dat we doen? Registratie van vraaggestuurd werken in Limburg. Caleidoscoop 2004, 16:5, 26. 8 ‘Stilstaan en vooruit kijken. Het draagvlak voor een recht op loopbaanbegeleiding’ Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, administratie werkgelegenheid (april 2005)
(School)loopbaanbegeleiding in Vlaanderen
goedgekeurd in Raad van Bestuur VCLB 28 september ’05
9
Werkenden of werkzoekenden die op zoek zijn naar heel specifieke info over het vormingsaanbod…
Hoe kunnen we dit samenvatten? Leerlingen, ouders, leerkrachten, studenten, volwassenen hebben nood aan gemakkelijk bereikbare, volledige en correcte informatie over het onderwijslandschap en aan een onafhankelijke en deskundige gesprekspartner die met hen, binnen het mandaat dat zij hem geven, verdere begeleidingsstappen kan zetten: op scharniermomenten; bij schoolloopbaanbeslissingen; indien het onderwijsaanbod niet is aangepast aan de noden.
1.2
Voorzieningen voor (school)loopbaanbegeleiding in Vlaanderen
Wie is betrokken bij de (S)LB in Vlaanderen? Overheid, onderwijs, CLB en andere actoren bieden dienstverlening aan, ontwikkelen informatie- en begeleidingsmaterialen en geven vorming. 1.2.1 Leerlingen basis- en secundair onderwijs9 (gewoon en buitengewoon) Ten aanzien van leerlingen in het basis- en het secundair onderwijs is de schoolloopbaanbegeleiding toegewezen aan de school én het CLB10. De school doet dit in het kader van het zorgbeleid, de realisatie van de vakoverschrijdende eindtermen of ontwikkelingsdoelen en opdrachten van de scholengemeenschappen inzake objectieve leerlingenbegeleiding en oriëntering. Het CLB ondersteunt de school: - aanbieden (of samen ontwikkelen) van gepaste (info)materialen11; - uitbouwen van een beleid inzake SLB; - begeleiden van leerkrachten in hun educatieve opdrachten naar klasgroepen of individuele leerlingen. Bovendien biedt het CLB subsidiair aan de school rechtstreeks toegankelijke begeleiding aan leerlingen en ouders en realiseert het haar opdracht tot tijdige en preventieve informatieverstrekking over het onderwijs- en welzijnslandschap. De doelstellingen, inhouden en mogelijke CLB-acties worden beschreven in de tekst “Schoolloopbaanbegeleiding in de centra voor leerlingenbegeleiding” waarnaar onder punt 1 is verwezen. De overheid biedt zelf informatie aan over het onderwijsaanbod via eigen de eigen publicaties en website. Bovendien is zij actief in de ondersteuning van initiatieven met het oog op het optimaliseren van loopbanen van leerlingen. o Regionale Technologische Centra (RTC), voor de lokale afstemming tussen onderwijs en arbeidsmarkt (i.s.m. beroepenhuis en VDAB), wat ondermeer imagoverbetering van het technisch en beroepsonderwijs omvat en doorbreken van gendergebonden studiekeuze o Vanuit de Koning Boudewijnstichting en Dept. Onderwijs: Accent op talent Het hoger onderwijs speelt een rol in informatieverstrekking over het eigen aanbod. De instellingen voeren ook in toenemende mate een actief instroombeleid. 1.2.2 Overgangsstructuren tussen secundair onderwijs en tewerkstelling
9
Tenzij anders vermeld, worden steeds het gewoon én het buitengewoon onderwijs bedoeld. Voor het secundair onderwijs werd een gemeenschappelijke visie van VSKO en VCLB eerder gepubliceerd in het pedagogisch dossier “Schoolloopbaanbegeleiding in de scholengemeenschap” 11 In bijlage 2 en 3 is een overzicht van publicaties opgenomen. 10
(School)loopbaanbegeleiding in Vlaanderen
goedgekeurd in Raad van Bestuur VCLB 28 september ’05
10
a. Ten aanzien van de leerlingen in de deeltijdse leersystemen worden de partners uit het onderwijs- of vormingscentrum en het CLB aangevuld met de leertrajectbegeleiders en de VDAB. b. Ten aanzien van de leerlingen in het alternerend beroepsonderwijs (Buitengewoon secundair beroepsonderwijs) zijn het Vlaams Fonds voor Integratie van Personen met een Handicap en Arbeidstrajectbegeleiding (ATB) nauw betrokken. 1.2.3 Studenten in het hoger onderwijs De instellingen voor hoger onderwijs staan binnen de sociale voorzieningen in voor begeleiding van hun studenten. Hierin zijn begrepen: - Instroombegeleiding, - keuzebegeleiding bij flexibele leertrajecten, - feedback aan en heroriëntering van studenten. Binnen de associaties ontstaat in de toekomst wellicht een instellingoverschrijdend begeleidingsaanbod (dat breder georiënteerd is maar nog steeds niet onafhankelijk). De CLB’s verzorgen producten die ook binnen deze context bruikbaar zijn en gebruikt worden. Binnen VCLB zijn dit de informatieve producten vanuit de cel Documentatie en de begeleidingsmiddelen vanuit de SLB-werkgroep. Ook de materialen die oriënteren naar het volwassenenonderwijs zijn hier bruikbaar. Een overzicht is opgenomen in bijlage 2 en 3. Sommige CLB’s blijven deze doelgroep begeleiden, hoewel dit decretaal niet tot hun opdracht behoort. 1.2.4 Volwassenen Als volwassenen beschouwen we diegenen die hun voltijds (of deeltijds) onderwijs hebben beëindigd en werken of werkzoekend zijn. De dienstverlening ten aanzien van deze doelgroep is op dit moment gefragmenteerd. In uitvoering van de beleidslijn om het levenslang leren te bevorderen, lopen een aantal initiatieven. - De Dienst Informatie, Vorming en Afstemming (DIVA), die binnen de Vlaamse Gemeenschap verantwoordelijk is voor de beleidsuitvoering inzake levenslang en levensbreed leren, ontwikkelde een brochure en een website (vanaf 1 maart 05 www.wordwatjewil.be). Deze dienst werkt ook aan een voorstel om experimenten met persoonlijk advies en informatiebemiddeling op te starten. Het is op dit moment niet duidelijk of en op welke termijn de leerwinkels ook fysiek uitgebouwd worden. Partners in DIVA zijn: het volwassenenonderwijs, Socius (socio-cultureel vormingswerk), VDAB en het Vlaams instituut voor zelfstandig ondernemen (VIZO) en de Syntra. - Op dit moment worden door de Vlaamse overheid 12 centra voor loopbaanbegeleiding erkend (www.mijnloopbaanbegeleiding.be). Loopbaanbegeleiding is bedoeld voor alle werknemers in Vlaanderen met minstens 1 jaar werkervaring. Ieder centrum heeft zijn eigen doelgroep en programma. Hoewel de aanpak verschillend kan zijn, verloopt een begeleiding in gelijkaardige stappen: ze start met een kennismakingsgesprek (intake), vervolgens is er een periode van zelfreflectie. Via opdrachten wordt de cliënt ook begeleid in de realisatie van zijn persoonlijk ontwikkelingsplan. De VDAB en de werknemersorganisaties (zie onder meer www.vokans.be) zijn de grootste aanbieders. - Er bestaan verscheidene begeleidingsinitiatieven naar specifieke doelgroepen: OCIV (Overlegcentrum integratie van vluchtelingen) ATB (Arbeidstrajectbegeleiding): voor doelgroepen met bijzondere noden
(School)loopbaanbegeleiding in Vlaanderen
goedgekeurd in Raad van Bestuur VCLB 28 september ’05
11
Huizen van het Nederlands (http://www.ond.vlaanderen.be/permanente_vorming/huizen.htm) Leerwijzer: adviesdienst voor volwasseneneducatie in Antwerpen (wiens opdracht wordt overgenomen door het Loket Studieaanbod12) … - De VDAB doet in de werkwinkels een aanbod m.b.t. informatie. Dit is vooral gericht op het eigen opleidingsaanbod. - De instellingen voor volwassenenonderwijs zullen moeten instaan voor de trajectbegeleiding van de eigen studenten. Zij vormen regionale samenwerkingsverbanden (consortia). - Er bestaan verscheidene lokale initiatieven in bibliotheken, culturele centra…(educatieve wegwijzer) - De 13 vormingplus-centra in Vlaanderen informeren over het niet-formeel educatief aanbod dat zij organiseren (www.prettiggeleerd.be). - De CLB’s ontwikkelen materialen die voor de begeleiding van deze doelgroep nuttig zijn13 .
De centra voor leerlingenbegeleiding hebben geen opdracht ten aanzien van volwassenen (inbegrepen studenten hoger onderwijs). Zij mogen wel ingaan op hun vragen, voor zover dit de realisatie van hun strategische doelen niet in de weg staat. In Gent is als tijdelijk experiment (gefinancierd door de overheid) vanuit de CLB’s een netoverstijgend regionaal informatiecentrum (de Stap) opgericht dat onder meer een informatieaanbod doet aan volwassenen. Sommige CLB’s blijven ook deze doelgroep begeleiden, hoewel dit decretaal niet tot hun opdracht behoort. 1.3
Werking van (school)loopbaanbegeleiding in Vlaanderen
1.3.1 Ten aanzien van leerlingen in het basisonderwijs Schoolloopbaanbegeleiding in het basisonderwijs betrof in het verleden vooral de oriëntering op de scharniermomenten en de begeleiding bij overgangen tussen gewoon en buitengewoon en binnen buitengewoon onderwijs. Deze begeleidingen werden vooral opgenomen door de PMS-centra en later door de CLB’s. De uitbouw van de zorgbreedte in de school, de ontwikkeling van het zorgbeleid, de vakoverschrijdende eindtermen en ontwikkelingsdoelen en de aandacht voor doorstroming en oriëntering in het gelijkekansenbeleid, maken SLB steeds meer tot een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van school en CLB. Hierin staat het zoeken naar afstemming tussen het onderwijsaanbod en de noden van het individuele kind centraal. Op de scharniermomenten (het einde van de kleuterschool en de derde graad lager onderwijs) krijgt dit een extra impuls. De school
12
Deze informatieve dienstverlening van de stad wordt in overleg met de CLB’s opgestart in januari 2006. Ze richt zich op alle onderwijszoekenden. De nieuwkomers vormen een belangrijke doelgroep. 13 idem als vermeld bij punt 1.2.3 Studenten in het hoger onderwijs
(School)loopbaanbegeleiding in Vlaanderen
goedgekeurd in Raad van Bestuur VCLB 28 september ’05
12
In de nieuwe rol die leerkrachten opnemen, vallen volgende noden op. Zij verwachten steun bij hun communicatie met ouders. Zij ervaren soms ook een gebrek aan vertrouwdheid met andere scholen of opleidingsvormen. Zeker het secundair onderwijs is voor hen onbekend. Vaak werken ze niet doelgericht aan de ontwikkeling van zelfkennis en keuzevaardigheid bij jonge kinderen. In zijn aanbod om de zorg op school te versterken kan het CLB zich op deze aspecten richten. Vanuit nascholing of begeleiding is hier slechts een beperkt aanbod. Het CLB De centra voor leerlingenbegeleiding nemen hun opdrachten op deskundige wijze waar. Vooreerst is het CLB in elk geval nauw betrokken bij de begeleiding van schoolloopbaanbeslissingen waarbij CLB-tussenkomst verplicht is (leerplichtproblemen, vervroegde en verlate instap, sommige overgangen naar 1A of 1B, BuO, GON14 en ION15). Daarnaast gaat in alle centra veel aandacht naar de zorgleerlingen, zowel op de scharniermomenten als in de tussenliggende jaren. In elk van deze begeleidingen zijn de schoolloopbaan, het leren, het sociaal-emotioneel functioneren en de gezondheid van het kind moeilijk te onderscheiden componenten die in verschillende mate in het geding kunnen zijn. Het begeleidingsaanbod op de scharniermomenten kan verschillen naargelang de school- en omgevingscontext. Vooral met betrekking tot de overgang tussen basis- en secundair onderwijs is dit opvallend. Wanneer er veel secundaire scholen in de regio zijn en daarin de verschillen tussen de keuzemogelijkheden in het eerste leerjaar worden beklemtoond, zijn de centra actief in het informeren van ouders en leerlingen, het ondersteunen van de school in de ontwikkeling van keuzevaardigheden bij leerlingen en ouders en de begeleiding bij keuzeproblemen. Indien het onderwijsaanbod in de regio beperkt is (vaker in landelijke gebieden) of het secundair onderwijs er eerder comprehensief is opgevat (met benadrukken van de gemeenschappelijke start), is de aandacht van school en CLB vooral op de zorgleerlingen gericht en minder op de andere doelgroepen. Op centra komen niet enkel vragen toe van leerlingen van de scholen waarmee het CLB een begeleidingsovereenkomst heeft. Ook andere leerlingen (en hun ouders of begeleiders) die onderwijs zoeken in de betreffende regio bevragen het centrum (vluchtelingen, verhuis…). Het CLB neemt deze begeleidingen op voor zover de eigen reguliere opdrachten hierdoor niet in het gedrang komen.
1.3.2 Ten aanzien van leerlingen in het secundair onderwijs Begeleiding in de eerste en de tweede graad. In steeds meer scholen is de instroombegeleiding en de geïntegreerde keuzebegeleiding van de leerlingen in de eerste en tweede graad in ontwikkeling. Vooral met betrekking tot informatieverstrekking en advisering nemen de scholen momenteel een actievere rol op. Andere aspecten zoals aandacht voor de verwerking van informatie, voor zelfconceptverheldering en voor beslissingshulp zijn vaak nog minder goed uitgebouwd. Het feit dat deze vakoverschrijdende eindtermen niet structureel zijn ingebouwd in het curriculum, bevordert deze uitbouw niet. Bovendien voelen niet alle leerkrachten zich voldoende deskundig op dit vlak. Hun kennis van het onderwijslandschap is soms beperkt. Ten slotte zijn zij niet altijd vertrouwd met een emancipatorische benadering van studiekeuze. Op verscheidene plaatsen vinden de CLB’s in de scholengemeenschappen een partner voor de uitbouw van “objectieve leerlingenoriëntering” en vorming van leerkrachten. Het nascholingsaanbod en de pedagogische begeleiding zijn hier minder actief. 14 15
GON: Geïntegreerd Onderwijs ION: Inclusief Onderwijs
(School)loopbaanbegeleiding in Vlaanderen
goedgekeurd in Raad van Bestuur VCLB 28 september ’05
13
De rol die de CLB’s opnemen verschilt van wat de PMS-centra vroeger deden. Hun werking is soms minder zichtbaar, maar daarom niet minder actief. In elk geval verzorgen ze de (arbeidsintensieve) verplichte begeleidingsopdrachten inzake leerplichtbegeleiding en eventuele overstap naar BuO of aanbieden van GON. Verder zijn CLB-tussenkomsten gericht op de verschillende aspecten van SLB. CLB’s ondersteunen de scholen bij het uitbouwen van geïntegreerde keuzebegeleiding en zij nemen in onderlinge afspraak deel aan de realisatie ervan, bijvoorbeeld door keuzelessen te geven of informatieavonden te verzorgen. Zij verstrekken informatie over het onderwijslandschap in het algemeen maar zeker ook over die opleidingen die in de betreffende school of scholengemeenschap niet voorzien zijn. Zij helpen ook ouders en leerlingen met keuzeproblemen op de verschillende scharniermomenten. De eerste graad krijgt daarbij heel wat aandacht. Tot slot hebben zij bij de begeleiding van leerlingen met socio-emotionele, gezondheids- of leerproblemen voortdurend aandacht voor schoolloopbaanaspecten. Voor de realisatie van deze opdrachten dienen de CLB’s afspraken te maken met de scholen(gemeenschappen). Deze besprekingen zullen gemakkelijker verlopen naarmate het aanbod van het CLB beter is uitgebouwd. Op dit moment ondervinden CLB’s soms moeilijkheden bij het realiseren van een rechtstreekse toegang voor ouders en leerlingen. De wijze waarop de school haar informatieopdracht opneemt, strookt ook niet altijd met de CLBopdracht om volledige informatie over het onderwijsaanbod te verstrekken. Binnen het CLB groeit ten slotte het besef dat het eigen aanbod voor leerlingen en ouders met informatieve vragen of met keuzeproblemen duidelijker moet omschreven, uitgebouwd en bekendgemaakt worden. Net als in het basisonderwijs komen op centra niet enkel vragen toe van leerlingen van de secundaire scholen waarmee het CLB een begeleidingsovereenkomst heeft. De centra volgen hier dezelfde strategie (zie 1.3.1). Begeleiding van leerlingen bij de overgang naar het hoger onderwijs Ook hier wordt de begeleiding subsidiair uitgebouwd16. School en CLB nemen er samen de verantwoordelijkheid voor op. De positie van de school is echter fundamenteel anders dan bij jongere leerlingen: zij ontvangt niet zelf de leerlingen die ze in hun keuze begeleidt. Zij is ook niet van nature geïnformeerd over het studieaanbod in het hoger onderwijs, waarnaar de leerlingen doorstromen. Leraren zouden zich hiervoor expliciet moeten vormen. Bovendien is net op dit moment het hoger onderwijs in hervorming. Deze wijzigingen verhogen voor leerkrachten de drempel om zich te engageren in de begeleiding. Toch bouwen heel wat scholen in samenwerking met het CLB een begeleidingsaanbod uit waarin ze zelf een actieve rol opnemen. Veelal besteden ze daarbij aandacht aan de begeleiding van het keuzeproces van leerlingen. Daarnaast neemt het CLB de verantwoordelijkheid op voor deskundige en onafhankelijke keuzebegeleiding van laatstejaars. Ze omvat basisen gespecialiseerde informatieverstrekking, zowel in de breedte als in de diepte. Ook voor CLB-medewerkers vergen de hervormingen in het hoger onderwijs trouwens extra inspanningen om “bij” te blijven. Verder is er nood aan deskundige CLB-hulp ter ondersteuning van de zelfconceptverheldering en de besluitvorming. Ook de keuzebegeleiding van leerlingen met specifieke noden en de afstemmingzorg in de overgang naar verdere opleiding, zijn opdrachten die de school noch het hoger onderwijs zullen aanpakken. 16
In dit kader loopt het SOHO-pilootproject in de regio Mechelen. Scholen krijgen extra middelen om hun keuzebegeleiding sterker uit te bouwen.
(School)loopbaanbegeleiding in Vlaanderen
goedgekeurd in Raad van Bestuur VCLB 28 september ’05
14
Ook het hoger onderwijs speelt een actieve rol in informatieverstrekking. Deze informatie kan zowel ruim als diepgaand zijn, maar het perspectief van instellingen is vaak beperkt tot het eigen studieaanbod. Misschien zal het associatieverband waarin zij zich nu verbinden dit open trekken. Hier en daar zien we aanzetten tot zelfconceptverheldering (bvb. in het kader van instapprocedures). Recrutering van geschikte studenten blijft één van de motieven van de instellingen. Hoger onderwijs gaat, als betrokken partij, soms nog te weinig bewust om met zijn rol als keuzebegeleider. Ten slotte is ook de overheid actief betrokken de informatieverstrekking via de eigen website, het hogeronderwijsregister, de publicatie van “Wat na het Secundair Onderwijs?” en de ondersteuning van de SID-ins17. Hierin spelen verschillende diensten, waaronder de Afdeling Informatie en Documentatie (AID) een rol.
Begeleiding van leerlingen bij de overgang naar het beroepsleven Tot slot focussen we op de begeleiding van leerlingen bij de overgang naar het beroepsleven. De uitbouw van een complementaire aanpak door school en CLB kan in vele gevallen vlotter verlopen gezien de integratie in vakdoelstellingen makkelijker is. Het aanbod wordt vaak mee uitgewerkt door externe organisaties (VDAB, vakbond, mutualiteit, interimsector, beroepsfederaties, sectorfondsen, Vlaams Fonds, ATB). Ook hier is de aandacht voor louter informatieverstrekking groter dan het werken aan keuzevaardigheden. Zeker zelfconceptverheldering in relatie tot werk en levenslang leren zijn voor deze doelgroep erg belangrijk. In die studierichtingen waar een deel van de leerlingen ook voortstuderen, gaat soms te weinig aandacht naar die leerlingen die aarzelen of ze hun toekomst zullen uitbouwen in het studiegebied waarin ze zitten. Voor alle leerlingen, maar vooral voor leerlingen in meer kwalificatiegerichte studierichtingen, is het introduceren van de opleidingsmogelijkheden voor volwassenen een belangrijk aandachtspunt. Wanneer de school haar rol opneemt, zal het CLB meer inspanningen moeten doen om zichtbaar te blijven voor leerkrachten, leerlingen en ouders die hun aanvullende informatie of hulp nodig hebben. 1.3.3 Ten aanzien van leerlingen in de deeltijdse leersystemen en in BuSO We vermelden de leerlingen in de deeltijdse leersystemen en BuSO hier afzonderlijk omdat er meer partners betrokken zijn bij de schoolloopbaanbegeleiding (de leertrajectbegeleider in de Syntra-opleidingen, de tewerkstellingsbegeleider in het Deeltijds Beroepsonderwijs, Vlaams Fonds in Alternerend beroepsonderwijs). Op dit moment wordt onderzocht of een gemeenschappelijk toegangsloket dat de oriëntatie van leerlingen naar de verschillende systemen kan opnemen, georganiseerd kan worden. Ook hier is het CLB-team de onafhankelijke generalist én specialist die de emancipatie van de leerling ondubbelzinnig centraal kan plaatsen.
1.3.4 Ten aanzien van studenten in het hoger onderwijs De begeleiding van deze studenten behoort tot de opdracht van de instellingen voor hoger onderwijs. Studie- en studentenbegeleidingsdiensten nemen dit ook op, maar verwijzen 17
Beide laatste in samenwerking met de CLB’s.
(School)loopbaanbegeleiding in Vlaanderen
goedgekeurd in Raad van Bestuur VCLB 28 september ’05
15
studenten die na een mislukking de instelling denken te verlaten, vaak nog door naar de CLB’s. Op dit moment bestaan nog geen begeleidingsvoorzieningen op niveau van de associaties, maar het valt te verwachten dat zij de leertrajectbegeleiding van studenten over de instellingen heen in de toekomst meer ter harte zullen nemen. Heel wat leerlingen richten zich na een mislukking tot het CLB voor onafhankelijke keuzebegeleiding. Sommige CLB’s (vaak grotere centra in stedelijke regio’s) organiseren hiervoor een opvang. Zij hebben hiervoor verschillende motieven: - ze beschikken over de kennis, de begeleidingsvaardigheden en –hulpmiddelen om op deze vragen in te gaan; - ze willen nazorg verlenen aan leerlingen waarvan ze de begeleiding gedaan hebben. Een gunstig neveneffect van deze dienstverlening is dat het de eigen kennis van het hogeronderwijslandschap vergroot. Bovendien ondersteunen zij zo het CLB-imago binnen de regio als deskundig centrum inzake SLB. De centra promoten deze dienstverlening echter niet omdat de realisatie van hun strategische doelstellingen in het gedrang kan komen. Zij zullen ook geen langdurige begeleidingen opzetten, maar zich hoofdzakelijk beperken tot informatieverstrekking. Het is ongetwijfeld zo dat centra in steden met veel hoger onderwijs meer met deze vragen geconfronteerd worden.
1.3.5 Ten aanzien van volwassenen De CLB’s worden door volwassenen geconsulteerd om gelijkaardige redenen. Ook hier hebben de centra als enige een breed overzicht over het volledige spectrum van opleidingsmogelijkheden. Bovendien hebben ze de begeleidingsvaardigheden en – hulpmiddelen in huis. De centra nemen een gelijkaardige houding aan als ten aanzien van studenten, zeker voor hen die het secundair onderwijs recent verlieten. Er zijn echter meer reserves ten aanzien van de informatie aan volwassenen die het secundair onderwijs al langere tijd hebben verlaten. Er zijn aanwijzingen dat de centra in middelgrote en grote steden meer met deze vragen geconfronteerd worden. De werkwinkels van de VDAB blijven in een aantal gevallen doorverwijzen naar de CLB’s. De impact van de andere actoren vermeld in punt 1.2.4, is op dit moment moeilijk in te schatten of in evolutie. De intentie van de overheid is in elk geval voor deze doelgroep een substantieel begeleidingsaanbod te voorzien.
1.4 1.4.1
Recente evoluties op het terrein Experimenteel regionaal informatiecentrum De Stap
In een netoverstijgend project en met de toekenning van extra overheidsmiddelen (8,7 voltijdse equivalenten tewerkstelling + werkingsmiddelen) is door de Gentse CLB’s een dienstverlening georganiseerd voor volwassenen en studenten.18 Het centrum biedt ook informatieve dienstverlening aan CLB-cliënten (tot en met elementen van wat we onder 1.1 “keuzebegeleiding” noemden) en realiseert ondersteuning voor de CLB’s en projecten in samenwerking met derden. Het project wordt logistiek ondersteund door de stad.
18
De overheid maakte dit mogelijk krachtens art. 84bis van het CLB-decreet
(School)loopbaanbegeleiding in Vlaanderen
goedgekeurd in Raad van Bestuur VCLB 28 september ’05
16
Voor uitbouw van (school)loopbaanbegeleiding in de toekomst, is het van belang rekening te houden met volgende ervaringen: - Het CLB heeft de competentie om goede informatieve dienstverlening aan volwassenen aan te bieden en wenst die ook te behouden (mits investering van extra middelen). - De extra ondersteuning die (via ‘helpdesk’, werkmiddelen en nascholing) aan de lokale CLB-medewerkers geboden wordt, kan op veel appreciatie rekenen. - Ook CLB-cliënten gaan in op een goed bekendgemaakt en eenduidig begeleidingsaanbod inzake informatieverstrekking. - Netoverstijgende samenwerking maakt communicatie met andere partners gemakkelijker. - De meer offensieve opstelling van de Stap, die mogelijk is gezien de extra omkadering, versterkt de aandacht voor het SLB-domein in de regio. - Er zijn geen gegevens over de impact (op korte en lange termijn) van de aparte informatieverstrekking op de positie en opdracht van de CLB-medewerkers op school. - Er zijn geen gegevens over de redenen waarom sommige CLB-cliënten zich wenden tot de Stap en niet tot de CLB-dienstverlening op school. - Het is een belangrijk aandachtspunt om de dienstverlening van de Stap beter te integreren in het CLB en in zijn bekendmaking dient de Stap zich duidelijker te profileren als een CLBinitiatief.
1.4.2
Pilootproject SOHO
In het SOHO-project zijn in de regio Mechelen extra overheidsmiddelen toegekend aan de secundaire scholen met als bedoeling de eigen schoolloopbaanbegeleiding doorheen het secundair onderwijs uit te bouwen. Scholen maken hierbij in belangrijke mate gebruik van door de CLB’s aangemaakte materialen en onderzoeken nieuwe sporen voor schoolloopbaanbegeleiding. Zij ervaren echter drempels bij leerkrachten bij de implementatie. Bovendien rekenen ze in belangrijke mate op de CLB’s om schoolondersteunend te werken en begeleidingen op te nemen die een grotere deskundigheid vereisen. De centra realiseren dit, maar ondervinden moeilijkheden aangezien zij hiertoe geen extra middelen gekregen hebben. Bij de ondersteuning zijn nascholing en pedagogische begeleiding slechts in zeer beperkte mate betrokken.
2 De plaats van schoolloopbaanbegeleiding binnen de CLB-werking 2.1 Schoolloopbaanbegeleiding leerlingenbegeleiding
als
kerntaak
van
de
centra
voor
2.1.1 Decretale opdrachten inzake schoolloopbaanbegeleiding We herhalen hier de belangrijkste elementen uit het CLB-decreet. Artikel 3 van het decreet CLB omschrijft de missie van de CLB’s: §1 De centra hebben als opdracht bij te dragen tot het welbevinden van leerlingen nu en in de toekomst. Hierdoor wordt bij de leerlingen de basis gelegd van alle leren zodat zij door hun schoolloopbaan heen de competenties kunnen verwerven en versterken die de grondslag vormen voor een actuele en voortdurende ontwikkeling en maatschappelijke participatie. § 2 Teneinde deze opdracht te realiseren, situeert de begeleiding van de leerlingen door het centrum zich op de volgende domeinen :
(School)loopbaanbegeleiding in Vlaanderen
goedgekeurd in Raad van Bestuur VCLB 28 september ’05
17
- het leren en studeren; - de onderwijsloopbaan; - de preventieve gezondheidszorg; - het psychisch en sociaal functioneren. Artikel 16 van het decreet CLB omschrijft de bijzondere opdracht inzake informatieverstrekking: Het centrum verstrekt op een gestructureerde wijze preventief en tijdig aan leerlingen, ouders en schoolpersoneel ten minste informatie over : 1° de structuur en de organisatie van het Vlaamse onderwijs; 2° het volledige onderwijsaanbod; 3° de aansluiting tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt; 4° de welzijnsvoorzieningen; 5° de gezondheidsvoorzieningen. De wijze waarop deze informatie verstrekt wordt, is vermeld in het verzekerd aanbod dat geformuleerd wordt ten aanzien van de scholen19. De school kan er al dan niet op ingaan. Het centrum doet ook een rechtstreeks aanbod ten aanzien van leerlingen en ouders.
Artikel 24 van het decreet CLB vermeldt onder meer: Het centrum begeleidt op een intensieve wijze prioritair : 2° bij de adequate en kwaliteitsvolle verwijzing van de leerlingen van het gewoon onderwijs naar het buitengewoon onderwijs en omgekeerd; 4° bij de keuzeprocessen in de onderwijsloopbaan ter voorbereiding van de overgang van de eerste graad naar de tweede graad van het secundair onderwijs en van de derde graad van het secundair onderwijs naar het hoger onderwijs; 6° het eerste leerjaar B, het beroepsvoorbereidend leerjaar, het beroepsonderwijs, het deeltijds beroepssecundair onderwijs en de erkende vormingen, en de anderstalige nieuwkomers om de doorstroming te optimaliseren, het risicogedrag te verminderen en de school zinvol te laten beleven door de leerlingen. Hierop zijn de CLB-opdrachten inzake schoolloopbaanbegeleiding gestoeld. De eventuele dienstverlening ten aanzien van cliënten die niet tot het werkingsgebied van het CLB behoren, vindt zijn verantwoording in art. 17: § 3 Het centrum kan leerlingen, ouders en schoolpersoneel van andere scholen dan deze die het begeleidt en andere personen informeren en begeleiden voor zover dit de realisatie van de strategische doelstellingen niet in het gedrang brengt. 2.1.2 CLB-begeleiding is ook altijd schoolloopbaanbegeleiding De schoolloopbaanbegeleiding is echter geen geïsoleerd gegeven. Het maakt de eigenheid uit van de centra dat zij het kind of de jongere integraal benaderen en vanuit elk begeleidingsdomein aandacht hebben voor de andere domeinen. De eerste invalshoek is echter het kind of de jongere als leerling (cfr. art. 3). Hierbij mag het belang van het optimaliseren van de schoolloopbaan niet onderschat worden. Een natuurlijke troef van de CLB-begeleiding is dat de medewerkers voortdurend oog hebben voor belangrijke elementen in schoolloopbaanbegeleiding: het afgelegde traject, het zelfbeeld, de motieven die in het verleden en in de toekomst een rol spelen en de stappen die nog gezet kunnen worden. 2.1.3 De CLB’s zijn de enige “specialisten” inzake schoolloopbaanbegeleiding
19
Afd. 2, art 6 van BVR van 28 augustus 2000.
(School)loopbaanbegeleiding in Vlaanderen
goedgekeurd in Raad van Bestuur VCLB 28 september ’05
18
Binnen het landschap van onderwijs, welzijn en gezondheidszorg is het CLB niet de enige speler, maar zij is wel de belangrijkste organisatie die knowhow bezit inzake kennis van het onderwijslandschap en schoolloopbaanbegeleiding. CLB’s kunnen voor begeleidingen inzake schoolloopbaan ook niet doorverwijzen naar andere specialisten. Wel zullen zij voor de schoolloopbaanbegeleiding van specifieke doelgroepen overleg moeten plegen met gespecialiseerde begeleidingsdiensten. 2.1.4 Inzake schoolloopbaanbegeleiding zijn de CLB’s de enige onafhankelijke partner Ouders en leerlingen zijn vragende partij naar een onafhankelijke informatie- en begeleidingsdienst inzake schoolloopbaan20. Het CLB is goed geplaatst om deze rol op te nemen en moet dat ook doen. Binnen de CLB’s staat de emancipatorische opstelling ten aanzien van de cliënt onbetwistbaar voorop. De centra hebben geen rechtstreeks belang bij individuele keuzebeslissingen van cliënten. Dit is wel het geval voor aanbieders van opleidingen die tegelijk SLB aanbieden. Ook de overheid heeft, naast de emancipatie van haar burgers, andere prioritaire doelstellingen te realiseren (tewerkstelling realiseren en mislukkingen vermijden). Onrechtstreeks is het CLB belanghebbende partij, via zijn driejaarlijkse contracten met de scholen. Van deze scholen kan respect verwacht worden voor de decretale en deontologische plicht van de CLB’s tot objectiviteit en onafhankelijkheid. Hiertegenover staat de garantie die de CLB’s geven om het eigen pedagogisch project van de school te respecteren.
2.1.5 CLB’s hebben de deontologische plicht tot objectieve informatieverstrekking Vanuit hun decretale opdracht tot informatieverstrekking over het volledige onderwijsaanbod en hun deontologische plicht tot onafhankelijkheid, verstrekken de CLB’s aan cliënten objectieve en volledige informatie over het aanbod van alle onderwijsnetten.
2.1.6 CLB’s bieden kwaliteit door hun schoolnabijheid Horizonverruimend werken, mee zoeken naar gepaste zorg of een aan de noden van de leerling aangepast traject… Schoolloopbaanbegeleiding op het CLB vergt informatie van hoge kwaliteit. De schoolnabijheid van de CLB-werking en het netwerk van collega’s in het eigen centrum en op de andere centra, maakt het mogelijk ook op deze vragen een antwoord te zoeken.
We hebben in vijf punten onderstreept waarom het goed is dat schoolloopbaanbegeleiding een kerntaak van de CLB’s is en blijft. We moeten de SLB-opdracht in de centra voor leerlingenbegeleiding ten volle waarmaken en op een eigentijdse wijze, met aandacht voor de veranderende context, verder ontwikkelen. Bij deze ontwikkeling is een voldoende offensieve opstelling noodzakelijk, omdat schoolloopbaanbegeleiding om verschillende redenen in de verdrukking dreigt te geraken. Schoolloopbaanbegeleiding in de CLB’s verdient bescherming.
20
zie hiervoor ook het standpunt van de Vlaamse scholierenkoepel over de werking van de CLBsector (Welwijs, 2004:15, 3) en het verslag van de VCLB-luisterdag van 11 oktober 2004.
(School)loopbaanbegeleiding in Vlaanderen
goedgekeurd in Raad van Bestuur VCLB 28 september ’05
19
2.2
Schoolloopbaanbegeleiding als een te beschermen opdracht
2.2.1 Schoolloopbaanbegeleiding is in wezen een preventieve opdracht Schoolloopbaanbegeleiding heeft in wezen te maken met de hulp aan cliënten om zich te oriënteren op hun toekomst. Zonder begeleiding gebeurt dit vaak laattijdig of weinig weloverwogen. De vragen naar begeleiding komen dan te laat of de gevolgen blijken pas achteraf. Goede schoolloopbaanbegeleiding voorkomt heel wat problemen of verhindert dat ze escaleren. Hiervoor is het nodig: - educatief te handelen en preventief op te treden om keuzeprocessen tijdig op gang te brengen; - tijdige signalering van keuzevragen actief te bevorderen. Een SLB-aanbod dat dit niet doet en zich enkel passief richt op de vragen die spontaan gesteld worden, is gedoemd om te marginaliseren. Dit wordt mee in de hand gewerkt door het feit dat in de praktijk andere begeleidingsvragen vaak een dringender karakter (b)lijken te hebben. 2.2.2 De vraagsturing vanuit de school is soms een bedreiging voor de uitbouw van schoolloopbaanbegeleiding in het CLB De cliënten van het CLB zijn de leerlingen, de ouders en de scholen. Enkel met de scholen wordt het CLB-aanbod systematisch onderhandeld. Het vraagt dan ook van de CLB’s een uitgewerkte strategie om een aanbod inzake SLB te blijven garanderen, ook indien dit niet past binnen de prioriteiten die de school naar voor schuift. 2.2.3 Ouders en leerlingen maken slechts gebruik van een duidelijk herkenbaar aanbod Indien de SLB binnen de centra een marginale plaats krijgt, zullen cliënten met vragen de weg niet vinden naar het CLB, waardoor het aanbod in een negatieve spiraal verzeilt. Dit heeft voor gevolg dat de deskundigheid van de medewerkers onder druk komt te staan
3
De realisatie van schoolloopbaanbegeleiding
3.1 Zijn de centra voor leerlingenbegeleiding op dit moment in staat aan de noden inzake (school)loopbaanbegeleiding te voldoen? 3.1.1 In de loop van het basis- en secundair onderwijs De centra nemen hun opdrachten inzake SLB ten aanzien van de eigen cliënten ter harte. Zij verstrekken preventief en tijdig informatie, ondersteunen de school bij het uitbouwen van geïntegreerde keuzebegeleiding, maken hun eigen begeleidingsaanbod bekend en bieden de passende hulp. Een groot deel van de louter informatieve vragen kan door de school op een deskundige wijze worden beantwoord, al blijft de deskundigheidsontwikkeling van leerkrachten een aandachtspunt. Mede hierom, maar ook omwille van zijn onafhankelijkheid en expertise,
(School)loopbaanbegeleiding in Vlaanderen
goedgekeurd in Raad van Bestuur VCLB 28 september ’05
20
moet het CLB bereikbaar blijven voor rechtstreekse en louter informatieve vragen. Dit vereist dat kwaliteitsvolle informatie gemakkelijk beschikbaar is, maar ook dat het CLB-team vlot bereikbaar is. Deze lage drempel is, vooral in het ASO, steeds moeilijker te realiseren omwille van een meer beperkte beschikbaarheid op school21. Dit probleem stelt zich echter ook voor de andere begeleidingsdomeinen: ook hier is een laagdrempelige rechtstreekse toegang tot onafhankelijke CLB-dienstverlening nodig. Voor deze problematiek moet actief naar passende oplossingen gezocht worden.
3.1.2 Op het einde van het secundair onderwijs Met betrekking tot de hulp aan leerlingen in eindjaren, stelt bovenstaand probleem zich nog scherper. We signaleerden eerder het probleem van deskundigheid van leraren. Persoonlijke keuzebegeleiding vergt vaak ook meer tijd van leerkrachten dan zij beschikbaar hebben. De CLB’s realiseren zich dat het actief bekendmaken van een laagdrempelig begeleidingsaanbod in deze context tot problemen kan leiden. Er zouden meer vragen kunnen komen dan met de huidige mankracht kunnen opgenomen worden. De indruk bestaat dat de noden hier de beschikbare tijd overstijgen. Een deel van de louter informatieve vragen kan mogelijk opgevangen worden door middel van een aangepaste website22. Het informatie-aanbod op het internet is op dit moment versnipperd, weinig gestructureerd en niet altijd geactualiseerd of goed onderhouden. Voor heel wat leerlingen is dit kanaal echter nog niet vlot beschikbaar of vraagt het te veel zelfsturing. Het blijft een kerntaak van de CLB’s om deze informatie te structureren, te kaderen en te duiden. 3.1.3 Ten aanzien van studenten en volwassenen Ten aanzien van studenten en volwassenen is het aanbod van de centra door de consolidering van de middelen slechts fragmentarisch. Het betreft in principe enkel informatieverstrekking. In de praktijk nemen vele centra deze vragen wel op maar het aanbod blijft in de schaduw omdat de centra de realisatie van hun strategische doelstellingen niet in het gedrang willen brengen. Binnen deze context zal het CLB geen inspanningen doen om zijn dienstverlening bekend te maken aan deze doelgroep. Wellicht blijven hier dus vele vragen onbeantwoord.
3.2
Deskundigheid inzake schoolloopbaanbegeleiding
De meeste CLB-teams zijn in hun dagelijkse praktijk betrokken bij SLB-taken. Hun activiteiten verschuiven daarbij van eerstelijnsopvang van alle vragen naar schoolondersteuning en gespecialiseerde hulp in de tweede lijn. Onder welke voorwaarden kan dit kwaliteitsvol gebeuren?
3.2.1 Basiskennis onderwijslandschap Als basis voor CLB-begeleiding in het algemeen, maar ook om de SLB-opdrachten goed te kunnen realiseren in het bijzonder, is het belangrijk dat CLB-medewerkers zelf voldoende kennis hebben van het onderwijslandschap. We kunnen kennis van het onderwijs- en 21
aangezien de personeelsomkadering op basis van de leerlinggewichten wordt toegekend Recent onderzoek toonde nog aan dat 80% van de jongvolwassenen (18-24 jaar) minstens maandelijks surft. Eén op drie doen dit dagelijks (www.insites.be). We hebben geen informatie over de mate waarin jongeren het internet gebruiken voor hun studiekeuze. 22
(School)loopbaanbegeleiding in Vlaanderen
goedgekeurd in Raad van Bestuur VCLB 28 september ’05
21
welzijnslandschap beschouwen als hét centrale referentiekader van alle CLB-begeleiding. Deze basiskennis omvat de structuur, de toelatingsvoorwaarden, de overgangsvoorwaarden en -mogelijkheden binnen het gewoon en buitengewoon basisonderwijs, het gewoon en buitengewoon secundair onderwijs, het geïntegreerd en inclusief onderwijs, de deeltijdse onderwijssystemen en het hoger onderwijs. Kennis waarover zij niet paraat beschikken, moeten zij op een efficiënte wijze kunnen terugvinden. Deze basiskennis is echter bij heel wat medewerkers die nieuw instappen niet aanwezig. Bij ervaren CLB-medewerkers wordt ze, door het verminderen van de frequente rechtstreekse opvang (op de eerste lijn) minder geactualiseerd. Vorming over het onderwijslandschap kan dit compenseren en het aanbod is er, maar het ondervindt concurrentie van de vele andere nascholingsprogramma’s. Dit vormt een ernstige bedreiging voor de kwaliteit van de geboden hulp. Het schaadt het imago van het CLB als deskundige op dit vlak en verzwakt de positie van het CLB in de onderhandeling over taakverdeling met andere partners, niet in het minst met de school. Op deze wijze verdwijnt een belangrijk aanbod voor ouders en leerlingen in de mist. Moet elke CLB-medewerker dan specialist zijn in alle finesses van het volledige onderwijskluwen? Dit is geen basiskennis voor iedereen. Maar iedere medewerker moet in zijn begeleidingen kunnen steunen op functionele kennis van het onderwijslandschap: wat heeft hij nodig binnen de opdrachten die hij heeft en de cliënten waarmee hij te maken heeft? Hoe ruimer de opdrachten, hoe groter de uitdagingen op dit vlak.
3.2.2 Gespecialiseerde kennis van het onderwijslandschap Wat met gespecialiseerde kennis van het onderwijslandschap? We bedoelen hiermee een grondige kennis van de onderwijscontext (en dit omvat meer dan de regelgeving: opleidingsinhouden, didactische aanpak, zorgbreedte, trajecten…). We achten het noodzakelijk dat alle medewerkers die rechtstreeks in leerlingenbegeleiding actief zijn, een dergelijke gespecialiseerde kennis hebben van de onderwijscontext waarin ze werken en goed inzicht hebben in de onderwijscontext waarop de cliënten met wie ze werken zich oriënteren. Ze beheersen zelf de informatie die ze vaak nodig hebben en kunnen binnen het CLB te rade bij collega’s. Binnen de meeste centra is gespecialiseerde kennis van gewoon en buitengewoon, geïntegreerd en inclusief basis- en secundair onderwijs voorhanden en redelijk verspreid beschikbaar. Voor het hoger en het volwassenenonderwijs is de situatie anders: de centra hebben gespecialiseerde kennis ervan niet vanzelf in huis, aangezien zij hierin niet zelf werken. Medewerkers zullen zich grondig moeten inwerken in de structuur, het aanbod en de regelgeving die functioneel is voor leerlingen die hoger onderwijs of volwassenenonderwijs willen aanvatten. Hiervoor is ook kennis van trajecten nodig.
3.2.3 Basiskennis schoolloopbaanbegeleiding CLB-medewerkers moeten de basisvaardigheden en –attitudes eigen aan schoolloopbaanbegeleiding voldoende beheersen. Op deze manier kunnen zij met de cliënt mee op weg gaan, met aandacht voor horizonverruiming maar ook voor zelfconceptverheldering en loopbaancompetentie. Samen op zoek gaan naar relevante informatie kan een plaats hebben in dit begeleidingsproces. Zij moeten ook weten hoe educatie, preventie en hulp kunnen aangepakt worden.
(School)loopbaanbegeleiding in Vlaanderen
goedgekeurd in Raad van Bestuur VCLB 28 september ’05
22
3.2.4 Gespecialiseerde SLB-begeleiding Om kwaliteit van de gespecialiseerde SLB-begeleiding te blijven garanderen, is het van belang dat de knowhow op dit vlak geactualiseerd en verspreid wordt. De voorbije jaren is volop geïnvesteerd in de geïntegreerde keuzebegeleiding op school. Het ondersteunen hiervan blijft een gespecialiseerde CLB-taak. Ook de ondersteuning van scholengemeenschappen of LOP’s met betrekking tot SLB-problematieken vraagt een eigen deskundigheid. Er is nu echter ook tijd en ruimte nodig voor het verder uitwerken van de CLB-eigen SLB-hulpverlening. Gepaste aanpak van doelgroepen en gebruik van diagnostische hulpmiddelen zijn hiervan enkele voorbeelden23. Ze behoren tot de dagelijkse opdrachten van heel wat individuele medewerkers. Het CLB-team dient in elk geval te beschikken over de kennis en vaardigheden om alle gespecialiseerde opdrachten of vragen in verband met SLB aan te pakken. Hierbij dienen alle disciplines betrokken te zijn.
Professionalisering hangt samen met praktijkervaring. Vertrouwdheid met het terrein en extra ondersteuning moeten mekaar versterken. De centra en de medewerkers moeten kansen krijgen om de nodige competenties te verwerven en in te oefenen. Bovendien moeten zij kunnen werken met (voor een deel nieuw te ontwikkelen) aangepaste materialen.
3.3
Competentiemanagement met betrekking tot schoolloopbaanbegeleiding
Indien de CLB’s kwaliteitsvolle SLB willen aanbieden, zullen zij substantiële inspanningen moeten doen (en dit binnen de beperkte financiële ruimte) om hun medewerkers te motiveren en uit te rusten voor de SLB-component van hun opdracht. Dit veronderstelt idealiter dat binnen de centra… -
-
-
in de functieprofielen van de medewerkers het functioneren op het SLB-domein uitdrukkelijk is opgenomen; bij de aanwerving van nieuwe medewerkers nagegaan wordt welke SLB-kennis, attitudes en -vaardigheden zij hebben en - misschien nog belangrijker - in welke mate zij zich deze eigen willen maken; bij de interne opleiding van nieuwe medewerkers aandacht gaat naar kennis van het onderwijslandschap en SLB; een nascholingsbeleid met betrekking tot SLB wordt uitgestippeld waarin de deelname aan nascholing niet louter aan het individueel initiatief van medewerkers wordt overgelaten; collegiaal overleg tussen collega’s inzake SLB-problematieken een plaats krijgt; een intern systeem van doorstroming van informatie en implementatie van SLB-visie en methodieken wordt georganiseerd.
Deze werking binnen de centra is mogelijk indien ze gedragen wordt door één of meerdere verantwoordelijken die de ruimte krijgen om dit begeleidingsdomein te bewaken. Eventueel moeten kleinere centra hiervoor samenwerken. De aandacht voor dit aspect van het kwaliteits- en personeelsbeleid van het centrum zal slechts voldoende groot zijn, indien de CLB’s schoolloopbaanbegeleiding blijven zien als een kerntaak.
23
We voegen in bijlage 1 een overzicht toe van CLB-eigen opdrachten inzake SLB.
(School)loopbaanbegeleiding in Vlaanderen
goedgekeurd in Raad van Bestuur VCLB 28 september ’05
23
3.4
Uitbouw van een ondersteuningsstructuur inzake schoolloopbaanbegeleiding
3.4.1 Situering Om de kwaliteit van de begeleiding te kunnen blijven garanderen, zijn belangrijke inspanningen inzake ondersteuning nodig. We beperken het begrip ondersteuning hier doelbewust tot het ontwikkelen van visie, materialen, nascholing en begeleiding voor de CLB-medewerkers. De uitbouw van het begeleidingsaanbod voor cliënten bespreken we onder punt 3.5. Voor de uitbouw van een ondersteuningsstructuur komen verschillende partners in aanmerking. We geven de situatie weer zoals ze op dit moment is. Ondersteuning binnen de CLB-sector Op dit ogenblik is de ondersteuningsstructuur vooral netgebonden georganiseerd. Binnen VCLB gebeurt dit door de cel Documentatie (in samenwerking met de lokale documentalisten) voor de informatieve materialen en de nascholing met betrekking tot het onderwijslandschap. VCLB Service cvba ondersteunt deze activiteiten. Daarnaast zijn binnen de Provinciale vormings- en ondersteuningscellen (PVOC) en het Vormingscentrum de medewerkers voor schoolloopbaanbegeleiding actief in de ontwikkeling van visie, concepten, materialen, nascholing en begeleiding inzake SLB. Deze vier partners stemmen hun activiteiten af op elkaar. (zie bijlage 2) Een belangrijk deel van de personeelsmiddelen wordt geput uit het Tijdelijk Zorgproject voor de ondersteuning van het zorgbeleid in het basisonderwijs dat in september 2006 afloopt. Andere middelen worden gegenereerd door de publicatie van werkmiddelen. Ondersteuning door de overheid Voor enkele publicaties en evenementen wordt nu netoverschrijdend samengewerkt tussen de CLB’s. Op Vlaams niveau wordt dit logistiek ondersteund door het departement Onderwijs (afdeling informatie en documentatie) voor de brochure “Wat na het secundair onderwijs?” en de organisatie van de SID-ins. Deze taken worden echter opgenomen door personen of diensten van wie dit niet de kerntaak is. (bvb. AID in het kader van SID-in, pilootproject SOHO, Directie HO in het kader van BaMa)… Tevens stellen we vast dat in het aanbod van evenementen lacunes voorkomen. Zo ontbreekt een aanbod voor de praktische opleidingen in het gewoon en buitengewoon onderwijs. Ondersteuning door het onderwijs De informatiemiddelen die de onderwijskoepels aanmaken (bvb. de leerplanbrochures, de vertaling van onderwijsreglementering en de pedagogische reglementering) zijn ook voor CLB-medewerkers interessant, maar zijn in eerste instantie gericht op de ondersteuning van het schoolbeleid. Netoverstijgende samenwerking Naast de samenwerking op Vlaams niveau bestaan ook regionale en lokale samenwerkingsverbanden, bvb. voor het uitwerken van een brochure of website met een overzicht van het onderwijsaanbod in de regio of het organiseren van lokale evenementen in samenwerking met andere partners.
(School)loopbaanbegeleiding in Vlaanderen
goedgekeurd in Raad van Bestuur VCLB 28 september ’05
24
Er is op dit moment echter geen kader voor de op het terrein aanwezige netoverschrijdende samenwerking, wat investering van mensen en middelen afremt. Ondersteuning door wetenschappelijke instellingen Binnen verschillende universiteiten en hogescholen zijn onderwijs- en onderzoekscentra actief op het domein van de schoolloopbaanbegeleiding. Ze bestuderen de praktijk van geïntegreerde keuzebegeleiding (bvb. in het kader van het SOHO-onderzoek), ontwikkelen diagnostische materialen, besteden aandacht aan schoolloopbaanbegeleiding binnen de lerarenopleiding… Op dit ogenblik zijn deze inspanningen significant, maar een betere afstemming en een gecoördineerde vraag vanuit het veld zou wellicht meer onderzoeks- en ontwikkelingsmiddelen kunnen aantrekken.
3.4.2 Ondersteuningsnoden We sommen hieronder ondersteuningsnoden op die we opmerken bij begeleiders. De lijst is niet limitatief. -
-
-
-
Hulpmiddelen voor informatieverstrekking over onderwijs en arbeidsmarkt o gedrukte publicaties die het onderwijsaanbod op verschillende niveau’s (gewoon en buitengewoon basis-, secundair, hoger, volwassenenonderwijs) en op verschillende schaal (Vlaanderen, regionaal, lokaal) op een overzichtelijke manier samenvatten. o eenvoudig overzicht van de organisatie, spelregels en werking van het onderwijs o elektronische database van alle opleidingsmogelijkheden met gebruiksvriendelijke zoekmogelijkheden op maat van de vraag o elektronische database (gespecialiseerd) van wetgeving en spelregels in onderwijs o makkelijke toegankelijke en actuele informatie over de toestand van de arbeidsmarkt o basisinformatie over studeren in het buitenland o elektronisch en materieel infotheeksysteem o … Telefonische hulplijn voor informatieve ondersteuning bij keuzebegeleiding Ondersteuning van educatieve en preventieve activiteiten o sensibiliseren voor keuzetaak en bekendmaken van het begeleidingsaanbod o ouderwerking (informatie en vorming via verschillende kanalen) o leerlingen (ondermeer de voortdurende actualisering van de “Op stap…”reeks, ontwikkeling van keuzespelen, zelfstudiepakketten, contractwerk…) Hulpmiddelen voor schoolondersteuning o organisatie van geïntegreerde keuzebegeleiding raamplannen of stappenplannen lessenpakketten hulpmiddelen voor procesbegeleiding o begeleidingsattitudes, -kennis en -vaardigheden van leerkrachten zelfevaluatie- en zelfinstructiepakketten kant-en-klare nascholing o ondersteuning van het GOK-thema doorstroming en oriëntering o begeleiding van schoolloopbaanovergangen (bvb. in kaart brengen van overstapproblemen en remediëringsmogelijkheden). Hulpmiddelen voor begeleiding van leerlingen en ouders (met inbegrip van diagnostiek)
(School)loopbaanbegeleiding in Vlaanderen
goedgekeurd in Raad van Bestuur VCLB 28 september ’05
25
hulpmiddelen voor zelfconceptverheldering (voorkennis, cognitie en cognitieve stijl, belangstelling, relevante socio-emotionele aspecten zoals actieve en passieve faalangst, waarden, zelfreflectie, …) o technieken voor beslissingshulp o portfolio voor loopbaanplanning en zorgcontinuïteit Vaardigheden voor begeleiding van leerlingen en ouders o gesprekstechnieken o omgaan met statusverwachtingen o communicatie met kansarmen (zowel de leerlingen zelf als de ouders) over schoolloopbaanbeslissingen o communicatie met anderstaligen (zowel de leerlingen zelf als de ouders), o … Centrumondersteuning o met betrekking tot de uitbouw van schoolloopbaanbegeleiding o met betrekking tot de organisatie van de eigen interne vorming o
-
-
Met betrekking tot deze thema’s is er nood aan - visieontwikkeling - conceptontwikkeling - materiaalontwikkeling - nascholing - begeleiding 3.4.3 Ondersteuningsstructuur Deze ondersteuning moet gerealiseerd worden op centraal, regionaal en plaatselijk niveau. Bij de uitbouw van een ondersteuningsstructuur dient in elk geval gewerkt vanuit volgende principes: Met betrekking tot de inhoud: - vertrekken van de noden van de cliënten en de begeleiders; - aanbieden van volledige en correcte informatie; - ontwikkelen van gebruiksvriendelijke hulpmiddelen; - maximale beschikbaarheid van hulpmiddelen realiseren via de meest efficiënte kanalen. Met betrekking tot de aangewende middelen: - minimale taakbelasting voor de lokale CLB-medewerkers; - valoriseren van ontwikkelingswerk in de lokale centra; - erkennen van de expertise van de verschillende betrokkenen: CLB, departement Onderwijs, onderwijsinstellingen en –koepels, onderwijs- en vormingsinstellingen voor volwassenen, wetenschappelijke instellingen…; - zoeken naar efficiëntie en vermijden van overlap. Bij de uitbouw van de ondersteuningsstructuur stellen zich ook enkele vragen: - Wat is de rol die het departement Onderwijs zelf wil spelen? - In welke mate kan netoverstijgend samenwerken op lokaal, regionaal of op Vlaams niveau de efficiëntie verhogen? - Wat is de houding van de onderwijskoepels tegenover netoverstijgende samenwerking? - Hoe kunnen de medewerkers die ondersteuning geven aan CLB’s, hun eigen deskundigheid blijven garanderen? Welke betrokkenheid bij de begeleiding op het terrein is hiervoor nodig?
(School)loopbaanbegeleiding in Vlaanderen
goedgekeurd in Raad van Bestuur VCLB 28 september ’05
26
- Is het wenselijk dat de ondersteuningsstructuur voor het infomatieluik zich onafhankelijk van de ondersteuningsstructuur voor de andere aspecten van de SLB-begeleiding ontwikkelt? - Welke hulpmiddelen kunnen vrij verspreid worden en welke dienen gecommercialiseerd? - Hoeveel personeelsmiddelen kunnen vrijgemaakt worden op de verschillende niveaus? Hoe kan de ondersteuningsstructuur (binnen het vrije net) worden uitgebouwd? Wij zijn ervan overtuigd dat de eerste verantwoordelijkheid moet genomen worden door de CLB-sector zelf, omdat van hieruit de noden het duidelijkst kunnen geformuleerd worden en bovendien de SLB-expertise aanwezig is.
Micro-niveau Elk CLB heeft de verantwoordelijkheid de eigen onderwijscontext op te volgen en deze informatie beschikbaar te maken voor de andere centra. Hiervoor is een verantwoordelijke documentalist aangeduid. Daarnaast ontwikkelen CLB’s begeleidingsmaterialen en methodieken voor zover deze aan de lokale context moeten aangepast zijn. Deze SLBverantwoordelijkheid wordt eventueel door een ander personeelslid waargenomen. Sommige CLB’s vervullen nu al een speerpuntfunctie voor het ontwikkelen en uittesten van methodieken en begeleidingsmaterialen. Vaak zijn sommige van hun medewerkers actief in de SLB- of documentatiewerking. In de toekomst kan gezocht worden naar een systeem om deze inzet te honoreren en zo een vorm van “experimenteer-CLB’s” te creëren. Zij kunnen ook actief zijn bij het verzamelen van regionale informatie over het onderwijslandschap. In overleg met de PVOC’s en het Vormingscentrum (inhoudelijke werking en cel Documentatie) kunnen zij regionale documentatiematerialen ontwikkelen. Zij moeten een voldoende representatief staal vormen van de Vlaamse CLB-realiteit. Meso-niveau In de PVOC volgt een verantwoordelijke het SLB-domein op om de regionale samenwerking binnen de provincie gestalte te geven. Hij zorgt voor informatiedoorstroming en doet een aanbod aan nascholing, begeleiding en intervisie. Deze SLB-verantwoordelijke kan ook een opdracht hebben in informatie- en documentatieverwerving en -verstrekking of deze delen met een collega. Macro-niveau Binnen de Vrije-CLB-Koepel vzw moet verder gewerkt worden aan de ontwikkeling van hulpmiddelen voor kwaliteitsvolle informatieverstrekking en schoolloopbaanbegeleiding op school en binnen de CLB’s. Dit dient gestuurd vanuit een goede afstemming tussen drie sterke partners: de cel Documentatie, het Vormingscentrum en VCLB Service cvba. In bijlage wordt aangegeven welke materialen beschikbaar zijn. Zo mogelijk wordt gebruik gemaakt van de in VSKO aanwezige competentie. De ontwikkelde middelen zijn subsidiair aan wat netoverschrijdend gebeurt. Er wordt met de andere netten overlegd voor welke materialen wordt samengewerkt en hoe dubbels kunnen worden vermeden. De klemtoon wordt best gelegd op materialen met een grote toegevoegde waarde. Binnen het eigen net moeten samenwerkingsverbanden uitgebouwd worden met onderwijs: de onderwijsbegeleidingsdiensten, nascholingscentra en de koepels met het oog op een gezamenlijke ontwikkeling van didactische en begeleidingshulpmiddelen in het kader van de realisatie van de vakoverschrijdende eindtermen (en ontwikkelingsdoelen) leren kiezen en de SLB-opdrachten van het CLB.
(School)loopbaanbegeleiding in Vlaanderen
goedgekeurd in Raad van Bestuur VCLB 28 september ’05
27
Kunnen door samenwerking extra middelen worden aangeboord? Naast deze netgebonden structuur ondersteuning ten goede komen.
kunnen
ruimere
samenwerkingsverbanden
de
Op centraal niveau zien we - in samenwerking met hogescholen en universiteiten – graag een “steunpunt schoolloopbaanbegeleiding” ontstaan dat vooral gericht is op de ondersteuning van de CLB-praktijk én op de praktijk van schoolloopbaanbegeleiding in het onderwijs. De bedoeling hiervan is om bij de aanwending van de bestaande middelen voor onderzoek en ontwikkeling in de universiteiten en hogescholen en bij de overheid, een oriëntatie naar de praktijkbehoeften te bedingen. Dit steunpunt zal zich minder richten op de ontwikkeling van informatieve materialen maar eerder op begeleidingsmethodieken en concepten. Het kan ook werken ten behoeve van de ondersteuning van scholen in de uitwerking van het GOK-thema doorstroming en oriëntering. Nagegaan moet worden of de Vlaamse Onderwijsraad hierin een stimulerende rol kan spelen. Bovendien kan, om de bestaande inspanningen inzake ontwikkeling van informatieve materialen beter te laten renderen, een netoverstijgend samenwerkingsverband worden uitgebouwd met betrekking tot de informatieve dienstverlening. Eerder werd al gepleit voor de oprichting van een Vlaams expertisecentrum om de decretale informatieopdracht van de centra te ondersteunen (Els Palmaers, Caleidoscoop 2003, 15:1, 27). Dit kan bestaan uit een samenwerkingsverband tussen de bestaande Vlaamse ondersteuningskernen binnen de CLB-koepels en als dusdanig samenwerken met het departement Onderwijs. Een tweede piste bestaat erin dit samenwerkingsverband regionaal uit te bouwen, eventueel in samenwerking met lokale overheden. Dit centrum kan dan regionale informatieve materialen ontwikkelen en met betrekking tot dit aspect ondersteuning bieden aan de centra. Regionale centra kunnen ook netoverstijgende informatieve evenementen organiseren in samenwerking met anderen. Zij kunnen samenwerken voor de ontwikkeling van nationale informatiemiddelen. Wij zijn van mening dat op alle niveaus inspanningen nodig zullen zijn om de noodzakelijke ondersteuning te realiseren. We durven in dit verband zelfs spreken van de nood aan een masterplan ter vrijwaring van een kwaliteitsvolle en onafhankelijke dienstverlening.
3.5
Uitbouw van dienstverlening inzake (school)loopbaanbegeleiding
3.5.1 SLB-dienstverlening is CLB-dienstverlening Vooreerst pleiten we voor een ondubbelzinnig behoud van de SLB-opdracht binnen de CLB’s. Hiervoor zijn onder punt 2 reeds argumenten gegeven. We geven hier ook aan hoe verschillende partners deze wens bevestigen: Memorandum Vrije-CLB-Koepel vzw (18.05.04): “Op de hoorzittingen waren alle sprekers – zowel de vertegenwoordigers uit de CLB als de vertegenwoordigers van de cliënten van de CLB, de hulpverleners en het maatschappelijk middenveld – het trouwens eens over andere cruciale uitgangspunten van het CLB-decreet, namelijk het behoud van de vier begeleidingsdomeinen (m.n. leren en studeren, schoolloopbaan inclusief de informatieopdracht, preventieve gezondheidszorg, psychisch en sociaal functioneren) …” “Het is belangrijk dat de overheid alle opdrachten betreffende externe leerlingenbegeleiding aan de CLB toevertrouwt in plaats van ze te fragmenteren over meerdere diensten. Indien nodig fungeren de CLB als draaischijf naar externe hulpverleners.”
(School)loopbaanbegeleiding in Vlaanderen
goedgekeurd in Raad van Bestuur VCLB 28 september ’05
28
“Het is belangrijk dat de overheid het mogelijk maakt dat ook de CLB een rol kunnen spelen in levenslang leren door het voorzien van een opdracht t.a.v. volwassen onderwijszoekenden.” Memorandum Internettensamenwerkingscel CLB (09.06.04): “Het CLB vervult vandaag een belangrijke opdracht als informatieverstrekker zowel in het kader van (onderwijs)loopbaanperspectieven als bij mogelijke overstap naar buitengewoon onderwijs. De CLB’s willen ook in de toekomst de exclusieve partner blijven inzake de informatieopdracht ten aanzien van de leerlingen, ouders en school. In het kader van levenslang en levensbreed leren menen de CLB’s dat zij best geplaatst zijn om naast hun dienstverlening t.a.v. leerlingen, ouders en scholen – en die zij als essentieel beschouwen –, eveneens een aanbod uit te bouwen voor alle onderwijszoekenden uit het hoger en volwassenenonderwijs. Deze opdrachtuitbreiding vergt bijkomende middelen.” Hoorzitting over de werking van de CLB-sector (12.02.04): Uiteenzetting namens de Centrumnetten: “Zo hebben de CLB’s een jarenlange ervaring in het geven en beheren van informatie in het kader van de studiekeuze. Waarom deze knowhow niet betrekken bij de uitbouw van levenslang leren? Initiatieven als een netoverschrijdend informatiecentrum laten zien dat er nood is aan informatie voor hogeschoolstudenten en volwassenen. De CLB willen deze initiatieven terug binnen de CLB plaatsen. Waarom de CLB’s ook niet nauwer betrekken bij het uitwerken van een systeem van elders verworven competenties? Waarom worden initiatieven als de leerwinkels niet veel dichter bij de CLB-sector uitgebouwd? Met een verkaveling van het landschap zijn de onderwijszoekenden niet het beste af. Naar de toekomst toe betekent dit alles dat centra binnen de huidige begeleidingsdomeinen ook kunnen doorgroeien naar andere opdrachten en doelgroepen. Voor de overheid zal dit trouwens ook dikwijls de meest efficiënte oplossing zijn omwille van het benutten van bestaande deskundigheden en expertise.” “De middelen die nu naar nieuwe diensten gaan, kunnen naar de CLB’s doorgeschoven worden. Dat zal leiden tot minder kosten, meer efficiëntie en meer transparantie.”
De centra moeten dus gepercipieerd blijven als expert in SLB en onderwijsinformatie. 3.5.2 Mogelijke organisatievormen We bespreken hier mogelijkhe organisatievormen per doelgroep. We vallen daarbij terug op de indeling in doelgroepen en begeleidingsactiviteiten zoals in punt 1.1 toegelicht. We gaan ook na welke voorwaarden gerealiseerd moeten worden. Doelgroep 1: CLB-cliënten (behalve laatstejaars) We hebben aangetoond dat de dienstverlening aan deze doelgroep mee de essentie uitmaakt van het CLB. Een goede werking in de centra is gebaseerd op subsidiariteit tussen school en CLB en kan als volgt gegarandeerd worden: 1. Verder investeren in de geïntegreerde begeleiding op school. School en CLB maken hierover principiële afspraken in hun beleidscontract. Deze kaderen binnen de verplichte en vraaggestuurde werking en het verzekerd aanbod: - Vraaggestuurde werking vanuit de school: Het centrum beschikt over een raamplan voor de keuzebegeleiding op de scharniermomenten (voorbeeld in bijlage 4) en communiceert dit met de school. Op schoolniveau wordt dit geconcretiseerd in keuzebegeleidingsplannen die de werkafspraken bevatten. Hierin is omschreven welke zorg school én CLB op zich nemen. - Verplichte CLB-tussenkomsten
(School)loopbaanbegeleiding in Vlaanderen
goedgekeurd in Raad van Bestuur VCLB 28 september ’05
29
-
Het centrum concretiseert de wijze waarop zij haar verplichte opdrachten met betrekking tot SLB kan realiseren en overlegt met de school hoe dit mogelijk kan gemaakt worden. Met betrekking tot het verzekerd aanbod concretiseert het centrum op welke wijze het haar informatieopdracht over het onderwijs- en welzijnslandschap ten aanzien van leerlingen en ouders realiseert en spreekt met de school af hoe het hieraan kan meewerken. Indien de school hier niet op ingaat dient zij dit te motiveren24.
Deze afspraken zullen vlotter verlopen binnen het volgende kader: - beide partners erkennen mekaars opdracht en deskundigheid; - de scholen (gesteund door de scholengemeenschappen en de onderwijskoepels) formuleren hun engagement inzake de realisatie van de vakoverschrijdende eindtermen of ontwikkelingsdoelen leren kiezen minder vrijblijvend; zij voorzien de nodige middelen en ondersteuning van leerkrachten; - de scholen (gesteund door de scholengemeenschappen en de onderwijskoepels) erkennen de plicht van de CLB’s om objectieve en volledige informatie over het onderwijsaanbod verstrekken en zij maken dit ook mogelijk; - de scholen en scholengemeenschappen (gesteund door de onderwijskoepels) vullen de informatie over het eigen aanbod aan met vermelding van andere relevante keuzemogelijkheden. Professionalisering van leerkrachten blijft een aandachtspunt. Op dit moment is het aanbod vanuit onderwijs zelf (nascholing en begeleiding) zeer beperkt. 2. Vlot beschikbare informatie. Aanvullend op het informatieaanbod dat scholen en CLB-teams aan leerlingen op school doen, moet gezorgd worden voor een laagdrempelige toegang tot informatie over het volledig onderwijsaanbod voor alle leerlingen en hun ouders. Dit kan best via verschillende kanalen: - Een goede website kan voor een deel van de cliënten antwoord bieden op informatieve vragen. Deze website dient vanuit CLB-deskundigheid opgebouwd te worden om zo een maximale gebruiksvriendelijkheid te garanderen. - Met publicaties over het onderwijsaanbod (centraal en regionaal) kunnen andere doelgroepen bereikt worden. - Het onthaal op de centra (telefonisch en ‘fysiek’) moet in staat zijn eenvoudige informatieve vragen te beantwoorden (binnen de grenzen van hun deskundigheid). - Voor sommige moeilijk te bereiken doelgroepen zal de informatie beschikbaar gesteld moeten worden op de plaatsen waar zij makkelijk bereikbaar zijn. De centra dienen hiervoor aangepaste strategieën te ontwikkelen25. - Ten aanzien van sommige doelgroepen zal het CLB een eigen informatieaanbod doen (bvb. informatie- of vormingsavonden over het onderwijslandschap). 3. Goed toegankelijke CLB-hulp Indien dit subsidiair model goed is uitgewerkt, kunnen de meeste vragen naar SLBbegeleiding worden opgenomen door het CLB-team van de school en is het niet nodig hiervoor een aparte dienstverleningsstructuur binnen of buiten het centrum te creëren. De medewerkers krijgen dan voldoende tijd vrij om hun eigen rol inzake SLB te kunnen spelen en zich niet te beperken tot de verplichte SLB-opdrachten. Wel dient bijzondere aandacht te 24
CLB-decreet, art 39 Het Loket Studieaanbod dat in Antwerpen georganiseerd wordt door de stad in samenwerking met de CLB’s opent een extra toegang tot deze informatie voor de doelgroep nieuwkomers. Ook de JIP’s die in het kader van het CAW of het JAC worden ingericht, mikken hierop.
25
(School)loopbaanbegeleiding in Vlaanderen
goedgekeurd in Raad van Bestuur VCLB 28 september ’05
30
gaan naar de bekendmaking van het CLB-aanbod, zodat zowel leerkrachten, leerlingen als ouders in hun onmiddellijke omgeving en in vertrouwen een beroep kunnen doen op het CLB. Er kan voor geopteerd worden de informatieve dienstverlening aan leerlingen en ouders uit de eigen scholen niet door de CLB-contactpersonen op school te laten gebeuren maar deze te laten verzorgen door specialisten binnen (of buiten) het centrum. Hoewel dit voor sommige cliënten voordelen heeft, is het ons inziens niet wenselijk. Het risico bestaat immers dat de CLB-contactpersonen nog te weinig met SLB-vragen geconfronteerd worden en op die manier hun ervaringsdeskundigheid te klein wordt en beneden een kritisch minimum valt. Op dat moment is hun deskundigheid niet meer te garanderen. Bovendien bestaat het gevaar dat de school en de cliënten hen niet meer als SLB-deskundige percipiëren. 4. Opvang van cliënten die niet tot de eigen leerlingenpopulatie behoren Blijft de vraag hoe het CLB zich organiseert voor het beantwoorden van informatieve of begeleidingsvragen van cliënten uit basis– en secundair onderwijs die niet zijn ingeschreven in een van de eigen scholen of die geen contact wensen met de contactpersoon van het CLB-team. Hieronder vallen verschillende subgroepen: - ouders van nog niet schoolgaande kleuters die instappen in het buitengewoon onderwijs; - (ouders van) leerlingen die niet meer in een school zijn ingeschreven; - cliënten die van plan zijn te verhuizen naar de regio; - cliënten die menen door het eigen CLB niet geholpen te kunnen worden; - cliënten die dicht bij het centrum wonen of verblijven; - begeleiders uit gezondheids- of welzijnsvoorzieningen of medewerkers van andere begeleidingsdiensten; -… Lokale omstandigheden kunnen mee bepalen hoe deze dienstverlening georganiseerd wordt. Het recht van de cliënt op deskundige hulpverlening moet combineerbaar zijn met de beperkte mogelijkheden van de centra om niet-decretale opdrachten op te nemen. In elk geval wordt gezorgd voor: - een goed onthaal; - onmiddellijk beantwoorden van zeer eenvoudige informatieve vragen; - eventuele toeleiding naar de dienst die moet instaan voor de begeleiding. Binnen het centrum moet geoordeeld worden hoe ver men gaat in het zelf opnemen van verdergaande dienstverlening. Desgevallend worden afspraken gemaakt met de andere CLB’s in de regio zodat geen onevenwicht in de aanmeldingen ontstaat en de belasting ongelijk verdeeld zou zijn. Arbeidsintensief is in elk geval de behandeling van vragen van ouders (of leerlingen) die op zoek zijn naar een tweede mening in een ander CLB (met betrekking tot een studieadvies). Hier wordt best ad hoc beoordeeld of het wenselijk of mogelijk is hierop in te gaan. Indien centra deze dienstverlening opnemen, kan doorverwezen worden naar een of meerdere CLB-medewerker(s) die hiervoor ruimte krijgen binnen hun opdracht. In steden met een grotere onderwijsconcentratie kan het efficiënter zijn dit centrumoverstijgend aan te pakken. Al deze cliënten doen een beroep op het CLB als deskundig centrum inzake schoolloopbaanbegeleiding. De mate waarin op hun vragen wordt ingegaan, bepaalt mee of het CLB in de regio een herkenbaar imago als SLB-centrum behoudt of ontwikkelt. Dit bepaalt mee het welslagen van de vraaggestuurde werking. Bovendien kunnen we hopen dat de CLB-sector bereid is het recht van cliënten op deskundige begeleiding in te vullen.
(School)loopbaanbegeleiding in Vlaanderen
goedgekeurd in Raad van Bestuur VCLB 28 september ’05
31
Doelgroep 2: Laatstejaars secundair onderwijs De dienstverlening ten aanzien van laatstejaars kan gebeuren door de CLB-teams, in dezelfde subsidiaire context ten aanzien van de school als hierboven vermeld. CLBmedewerkers moeten in staat zijn de keuzebegeleiding voor deze doelgroep op te nemen en indien nodig te integreren in hun algemene leerlingenbegeleiding. Het uitgangspunt is dat elke medewerker over de basisinformatie m.b.t. het hoger onderwijs moet beschikken. We vermelden hier wel enkele specifieke modaliteiten. Daarbij houden we rekening met de grotere mobiliteit van deze leerlingen en het belang dat gespecialiseerde informatie in de begeleiding heeft. - Nagegaan moet worden of de prioritaire CLB-doelgroepen die bijzondere zorgen vereisen, zoals leerlingen uit het BSO die hoger onderwijs willen aanvatten of leerlingen uit BuSO (alle opleidingsvormen), voldoende aan hun trekken komen. - Laatstejaarsleerlingen zijn zeker gebaat met een sterk gestructureerd en op hun noden afgestemd informatieaanbod op het internet. Duiding van de informatie blijft hierbij belangrijk. Dit dekt echter lang niet alle noden voor alle doelgroepen. Zij hebben vaak behoefte aan een gesprek met een begeleider die de keuzemogelijkheden goed kent. - Het is het mogelijk dat keuzebegeleiding van laatstejaarsleerlingen bij sommige medewerkers maar een klein deel van hun opdracht vormt. Hun (doorleefde) kennis van het onderwijslandschap en de geëigende begeleidingsmethodieken zal dan te beperkt zijn om deze begeleiding te kunnen opnemen. Het centrum kan dit aanbod dan beter schooloverstijgend organiseren. - Eventueel kunnen medewerkers ondersteund worden door een centrumoverstijgend informatiepunt voor gespecialiseerde vragen over het hoger onderwijs. Dit kan in steden met een grote onderwijsconcentratie het meest efficiënt georganiseerd worden in regionale CLBcellen. De CLB-medewerker op school blijft wel het eerste aanspreekpunt, de eventuele toeleider naar centrumoverstijgende initiatieven en verzorgt ook daarna de verdere begeleiding van de leerlingen. - Bij leraren en keuzebegeleiders leven heel wat gespecialiseerde vragen inzake hoger onderwijs. We denken hierbij aan trajecten in de loop van de hogere studies, aanvullende opleidingen, vervolgopleidingen in het buitenland… Het is wenselijk dat zij hiervoor kunnen terugvallen op telefonische en/of elektronische ondersteuning. Deze kan geboden worden door een ondersteuningscentrum dat centrumoverstijgend georganiseerd wordt. Dit kan centraal gebeuren indien dit centrum geen begeleiding aanbiedt.
Doelgroep 3: Studenten hoger onderwijs We onderscheiden hier twee subgroepen: 1. Studenten die zich wensen te heroriënteren buiten het studieaanbod van hun hogeschool of associatie en hiervoor niet bij de bestaande diensten van het hoger onderwijs terecht kunnen. Indien deze studenten tot de eigen leerlingenpopulatie behoorden, beschouwen de meeste centra deze hulp als een vorm van nazorg. Zij kunnen hiervoor terugvallen op de beschikbare deskundigheid. De begeleiding wordt vaak opgenomen door de voor de leerling bekende CLB-begeleider.
(School)loopbaanbegeleiding in Vlaanderen
goedgekeurd in Raad van Bestuur VCLB 28 september ’05
32
In steden met een grote concentratie aan hoger onderwijs bevragen ook grote aantallen andere studenten het CLB. De eventueel op te richten regionale CLB-cellen kunnen de dienstverlening aan deze studenten verzorgen. Dit is slechts mogelijk indien zij kunnen rekenen op extra middelen van de instellingen voor hoger onderwijs. 2. Studenten in het hoger onderwijs die trajectbegeleiding of oriëntatie naar aanvullende opleidingen zoeken. Deze begeleiding lijkt ons eerder een zaak voor de instellingen voor hoger onderwijs, indien zij in staat zijn dit objectief en met overzicht over het volledige onderwijsaanbod op te nemen.
Doelgroep 4: Werkende of werkzoekende volwassenen Voor deze volwassenen moet nagegaan worden welk aanbod complementair is aan de bestaande elektronische informatieverstrekking, de specifieke doelgroepwerkingen en het informatie- en begeleidingsaanbod van de actuele aanbieders (de erkende centra voor loopbaanbegeleiding, de VDAB, ATB, de consortia voor volwassenenonderwijs …). De specificiteit van het CLB-aanbod kan vooral bestaan in het breed oriënteren in het opleidingsaanbod van verschillende aanbieders van volwassenenonderwijs en in het informeren over het hoger onderwijs. Zij beschikken over deze expertise op basis van hun begeleiding van laatstejaars. Mits extra middelen kunnen de regionale CLB-cellen deze dienstverlening ook aanbieden aan volwassenen. Voor de toeleiding dienen de bestaande elektronische kanalen te verwijzen naar het CLB-aanbod. Tevens moet met de andere aanbieders nagegaan worden hoe en wanneer cliënten naar het CLB kunnen doorverwezen worden.
Het aanbieden van dienstverlening aan studenten en werkende en werkzoekende volwassenen is een rationele besteding van middelen omdat - de investering in de knowhow van de CLB’s ten goede komt aan een bredere doelgroep; - door de concentratie van de dienstverlening de kwaliteit zal verhogen. Het aanbod voor volwassenen kan slechts uitgebouwd worden indien extra middelen aan de centra worden toegekend. Hierbij is het belangrijk: goed te omschrijven welke opdrachten opgenomen worden: enkel informatieverstrekking of ook keuzebegeleiding voor starters? En wat met studietrajectbegeleiding tijdens de opleiding? afhankelijk van de genomen opties in te schatten welk arbeidsvolume hiervoor nodig is; het toegekende arbeidsvolume hiervoor ook effectief te reserveren. Indien deze opdracht wordt opgenomen, wordt de dienstverlening wellicht efficiënter centrumoverstijgend en/of netoverstijgend georganiseerd. De regionale CLB-cellen (zie hierboven) kunnen hiervoor instaan. Ze moet echter steeds zichtbaar verbonden blijven met het CLB.
(School)loopbaanbegeleiding in Vlaanderen
goedgekeurd in Raad van Bestuur VCLB 28 september ’05
33
4
Voorstellen voor beleidsstandpunten
De context en argumentatie van deze voorstellen is beschreven in deel 1 tot 3 van voorliggende tekst Onder “De Vrije centra” wordt verstaan: de Vrije centra voor leerlingenbegeleiding en de VCLB-koepel. 1. Algemeen 1.1 Subsidiair t.o.v. de school
De Vrije centra willen hun SLB-dienstverlening (met inbegrip van hun informatieopdracht26) zoals decretaal bepaald, subsidiair aan de school uitbouwen. 1.2
SLB in CLB: dienstverlening en ondersteuning versterken
De Vrije centra wensen hun rol inzake SLB-dienstverlening (met inbegrip van hun informatieopdracht) voluit te spelen en zij voorzien hiervoor lokaal de nodige ondersteuning, logistiek, organisatie en competentiemanagement27 Zie ook punt 4: samenwerking. 1.3
Objectieve en volledige informatie
De Vrije centra onderstrepen dat alle Vlaamse centra voor leerlingenbegeleiding, vanuit hun decretale opdracht tot informatieverstrekking over het volledige onderwijsaanbod en hun deontologische plicht tot onafhankelijkheid, aan cliënten objectieve en volledige informatie verstrekken over het aanbod van alle onderwijsverstrekkers. 1.4 Evaluatie
In het kader van hun kwaliteitszorg wensen de Vrije centra regelmatig te evalueren of de specifieke inspanningen inzake organisatie, dienstverlening en ondersteuning ter versterking van het SLB-aanbod resultaat opleveren. Indien dit niet het geval blijkt te zijn, is bijsturing nodig, in overleg met onderwijs en/of andere partners. 1.5 Bestaande expertisecentra (documentatie en SLB)
Onverkort de bereidheid tot samenwerking zoals vermeld in 4.2 menen de Vrije centra dat de VCLB-cel Documentatie zijn rol als expertcentrum inzake informatieverstrekking over het onderwijslandschap moet kunnen blijven spelen. Er moet tevens voldoende ruimte voorzien worden voor de ontwikkeling van SLBbegeleidingsmaterialen voor CLB’s en school. De VCLB-koepel zal in overleg met de centra actief op zoek gaan naar samenwerkingsverbanden die de kwaliteit en de efficiëntie kunnen verhogen. 2. Dienstverlening aan reguliere cliënten. 2.1 Volledig CLB-opdracht (dienstverlening en ondersteuning) -> versterken
De vrije centra wensen de volledige dienstverlening en ondersteuning ten aanzien van reguliere CLB-cliënten te verzorgen. Schoolloopbaanbegeleiding m.i.v. informatieverstrekking blijft een belangrijke decretale opdracht. De vrije centra wensen dit aanbod sterk uit te werken en duidelijk te profileren naar het cliënteel. 2.2 Grondige kennis HO en volw. vorming afhankelijk van dienstverlening aan die groepen
26
Deze informatieopdracht kadert binnen de ruimere informatie-opdracht zoals beschreven in art. 16 van het CLB-decreet. 27 Deze ondersteuning is op dit moment onvoldoende om de kwaliteit van het begeleidingsaanbod te kunnen blijven garanderen (cfr. Tekst Loopbaanbegeleiding in Vlaanderen).
(School)loopbaanbegeleiding in Vlaanderen
goedgekeurd in Raad van Bestuur VCLB 28 september ’05
34
De Vrije centra wijzen erop dat de kennis van het hoger onderwijs en de opleidings- en vormingsmogelijkheden voor volwassenen binnen het CLB diepgaander zal zijn, wanneer zij ook dienstverlening naar studenten of volwassenen aanbieden (binnen de voorwaarden zoals in punt 3 omschreven). 2.3 CLB-contactpersoon op school niet verzwakken / ervaringsdeskundigheid niet beneden kritisch minimum
De Vrije centra willen erover waken dat een efficiënte organisatie van de informatieve dienstverlening aan cliënten, de uitbouw van de geïntegreerde keuzebegeleiding in de school en de positie en de opdracht van de CLB-contactpersoon op school niet verzwakt. Dit risico bestaat indien zijn of haar SLB-opdracht verengd wordt en de ervaringsdeskundigheid beneden een kritisch minimum valt. Betrokkenheid en deskundigheid van de medewerkers zijn dan nog moeilijk te garanderen. Dit sluit sommige vormen van specialisatie of (al dan niet telefonische) ondersteuning niet uit. 3. Dienstverlening aan niet-reguliere cliënten Vooraf: De Vrije centra verzorgen het onthaal28 van alle cliënten die zich aandienen. De medewerkers beluisteren de vraag van de cliënt en - geven zelf een antwoord wanneer dit binnen kort bestek kan - verwijzen intern door naar de gepaste medewerker - leiden de cliënten toe naar andere CLB’s of diensten die moeten instaan voor het beantwoorden van de vraag. 3.1 Leerlingen die niet tot de eigen leerlingenpopulatie behoren De Vrije centra wensen hun rol als informatiecentra over onderwijsmogelijkheden te spelen. Zij zijn bereid ouders en leerlingen die eenvoudige informatieve vragen stellen te informeren, ongeacht het feit of ze tot de eigen leerlingenpopulatie behoren. De Vrije centra willen de begeleiding van leerlingen die niet tot de eigen leerlingenpopulatie behoren maar in het eigen werkgebied een geschikt onderwijsaanbod zoeken, na afspraak met het begeleidend centrum, opnemen. Er wordt over gewaakt dat de werkbelasting die dit meebrengt gespreid is over alle centra in de regio in verhouding tot hun grootte. Wanneer ouders of leerlingen op zoek zijn naar een tweede mening (met betrekking tot een studieadvies), zullen de Vrije centra, na het onthaal, zelf beoordelen of het wenselijk en/of mogelijk is om hierop in te gaan.29 De Vrije centra zijn bereid de ouders van nog niet schoolgaande kleuters die instappen in het buitengewoon onderwijs van hun werkgebied te begeleiden indien hiervoor geen andere diensten kunnen instaan. 3.2 Studenten De vrije centra zijn bereid leerlingen die tot de eigen leerlingenpopulatie behoorden te helpen wanneer zij het secundair onderwijs verlaten hebben en het centrum opnieuw consulteren. De Vrije centra zijn bereid de keuzebegeleiding die zij op dit moment aanbieden aan laatstejaars te blijven openstellen voor studenten, zolang zij hiervoor niet bij de bestaande diensten van het hoger onderwijs terecht kunnen. De Vrije centra zullen met de instellingen van het hoger onderwijs nagaan of hiervoor extra middelen gevonden kunnen worden. (De Vrije centra zorgen minimaal voor een verwijzing naar bestaande diensten). 3.3 Werkende of werkzoekende volwassenen30 28
We hanteren hier een beperkte omschrijving van onthaal die niet samenvalt met de omschrijving van de algemene onthaalfunctie in de integrale jeugdhulpverlening. 29 In dit verband informeren zij de ouders ook over de rol van de Commissie van Advies voor het Buitengewoon Onderwijs
(School)loopbaanbegeleiding in Vlaanderen
goedgekeurd in Raad van Bestuur VCLB 28 september ’05
35
De Vrije centra pleiten ervoor dat de overheid duidelijke richtlijnen formuleert waar de volwassenen voor schoolloopbaanbegeleiding terecht kunnen. De Vrije centra zijn echter bereid de dienstverlening (enkel informatief of ruimere keuzebegeleiding) die zij op dit moment aanbieden aan laatstejaars te blijven openstellen voor volwassenen. Zij vragen hiervoor extra middelen. De aanwending van deze middelen – op basis van een realistische inschatting van de behoeften en een formulering van de doelstellingen – zal worden aangetoond.
4. Samenwerking 4.1 Dienstverlening 1. Algemeen
Met het oog op het optimaliseren van het begeleidingsaanbod kunnen verschillende samenwerkingsvormen op verschillende niveaus gerealiseerd worden. Deze samenwerkingsvormen dienen steeds verankerd te worden in het CLB. Structurele netoverstijgende samenwerking is mogelijk indien ze een meerwaarde biedt inzake efficiëntie en kwaliteit. 2. Studenten
Voor de eventuele dienstverlening aan studenten wensen de Vrije centra, rekening houdend met de noden, regionaal afspraken te maken met het hoger onderwijs over de aanwending van de middelen en de onderlinge afstemming van het aanbod. 3. Volwassenen: betrokken in samenwerking met partners
Voor de eventuele dienstverlening aan volwassenen wensen de Vrije centra betrokken te worden in het overleg met de overheid en de samenwerking met andere diensten. 4.2 Ondersteuning 1. Algemeen
Met betrekking tot het ondersteuningsaanbod wensen de Vrije centra een belangrijke rol te blijven spelen in de innovatie, ontwikkeling en ondersteuning van (school)loopbaanbegeleiding in Vlaanderen. Ook hier kunnen verschillende samenwerkingsvormen op verschillende niveaus gerealiseerd worden. Structurele netoverstijgende samenwerking is mogelijk indien ze een meerwaarde biedt inzake efficiëntie en kwaliteit. De VCLB-koepel zal in overleg met de centra actief op zoek gaan naar samenwerkingsverbanden die de kwaliteit en de efficiëntie kunnen verhogen. 2. Samenwerking ook met onderwijs en wetenschappelijke wereld
De samenwerking situeert zich hier niet enkel binnen de CLB-sector, maar ook met de pedagogische begeleidingsdiensten en de koepels van de onderwijsnetten (bij voorrang maar niet uitsluitend deze waarmee zij contracten hebben) en met de wetenschappelijke wereld. 3 Steunpunt schoolloopbaanbegeleiding
De Vrije Centra voor leerlingenbegeleiding pleiten voor de oprichting van een Vlaams steunpunt (school)loopbaanbegeleiding dat de onderlinge afstemming van de ondersteuningsinitiatieven op de verschillende niveaus kan verzorgen.
30 Als volwassenen beschouwen we diegenen die hun voltijds (of deeltijds) onderwijs hebben beëindigd en werken of werkzoekend zijn.
(School)loopbaanbegeleiding in Vlaanderen
goedgekeurd in Raad van Bestuur VCLB 28 september ’05
36
Bijlage 1 : Wat omvat SLB-begeleiding op een CLB?
- Informatieverstrekking - onderwijs- en vormingsaanbod in Vlaanderen - spelregels in het Vlaamse onderwijs - aansluiting op de arbeidsmarkt - pedagogische reglementering - realisatie inschrijvingsrecht en LOP-werking - schoolkenmerken - opleidingsmogelijkheden in het buitenland - ondersteuning van ouders en leerlingen bij het zelfstandig verzamelen van informatie op maat, eventueel samen met de cliënt schoolkenmerken leren kennen, verkenning van opleidingskansen coachen, ervaringskansen creëren… - Optimaliseren van leerkansen voor leerlingen die in hun leerkansen beperkt worden - ziekte, lichamelijke beperkingen - specifieke noden vanuit leerstoornissen, ontwikkelingsstoornissen, taalproblemen, functiebeperkingen met afstemmingsproblemen als gevolg - kansarmoede - Begeleiden van keuzeprocessen die vastlopen - moeilijkheden om informatie te verwerken en te structureren omwille van cognitieve of emotionele beperkingen - moeilijkheden om een helder en realistisch zelfconcept te ontwikkelen (eventueel met behulp van diagnostische hulpmiddelen) - moeilijkheden om te beslissen omwille van objectieve of subjectieve moeilijkheidsgraad van het keuzeprobleem - helpen bij de voorbereiding en de realisatie van een keuze - Begeleiden bij ongewone overgangen (bvb. bij verhuis uit of naar het buitenland, verlate instap in studierichtingen…) - Keuzeprocessen die verweven zitten in een meer complexe problematiek - socio-emotionele of gedragsproblemen (faalangst, sociale angst, autisme, ADHD, identiteitsontwikkeling, rouw bij confrontatie met beperking…) - familiale of sociale problematiek - Schoolloopbaanbeslissingen waar CLB-tussenkomsten verplicht zijn - verplicht advies (vb. bij bepaalde overgangen, in kader van GOK art III, 7 …) - BuO (na een gezamenlijk begeleidingstraject van de betrokken partners) - GOn (idem als supra) - Ion (idem als supra) - Begeleidingen waar CLB-tussenkomst verplicht is - leerplichtproblemen Bovendien neemt de SLB-begeleider ook volgende taken ter harte: - Consultatieve begeleiding van leerkrachten ivm. SLB - Schoolondersteuning bij de uitbouw van een geïntegreerd aanbod voor schoolloopbaanbegeleiding - Netwerkontwikkeling LOP, schoolopbouwwerk, opvoedingsondersteunig VDAB, ATB, werkgevers- en werknemersorganisaties…
(School)loopbaanbegeleiding in Vlaanderen
goedgekeurd in Raad van Bestuur VCLB 28 september ’05
37
Bijlage 2: Gegevens over de actuele ondersteuningsstructuur
1. Organisatie van de ondersteuning binnen de Vrije-CLB-Koepel vzw 1.1
Voor documentatie (informatie over het onderwijslandschap)
2 x 100% (permanent aanwezig in Brussel) + 2 x 50% (elk op hun centrum nog werkzaam) 50 % administratieve ondersteuning + vrijwillige medewerkers: 2 per provincie (enkel voor de redactie van ‘Hoger onderwijs in Vlaanderen’). Lokale documentalisten werken mee aan de actualisering van Eurobid-gegevens. Deze medewerkers staan niet enkel in voor alle vermelde publicaties, maar de permanente personeelsleden in Brussel beantwoorden bovendien vragen, verzorgen bijdragen voor het wekelijks VCLB-nieuws en geven nascholing.
1.2
Voor SLB
Binnen het VC: 50%, waarvan ook een deel naar de algemene werking gaat. In de PVOC van elke provincie is een verantwoordelijke voor het domein schoolloopbaanbegeleiding aangesteld. Deze verzorgt de nationale en provinciale SLBwerking en combineert dit met andere opdrachten binnen de PVOC. Het volume van deze andere opdrachten is verschillend: sommigen volgen meerdere domeinen, doelgroepen en thema’s op, sommigen hebben logistieke opdrachten, allemaal draaien ze mee in het domein- en doelgroepoverstijgend vormings- en begeleidingsaanbod van de PVOC’s voor de centra. De beschrijving van hun SLB-activiteiten is te vinden in het SLB- jaarplan voor het jaar 04-05 (http://www.clb-net.be/intranet/dienst_vorming/cel_vormingscentrum/begeleiding/projecten/slb/algemeen.htm). Op het intranet staan ook de namen en contactgegevens van de SLB-begeleiders. Het totale beschikbare tewerkstellingsvolume voor SLB-ondersteuning in de PVOC’s kunnen we schatten op 160% (onder voorbehoud).
2. Centrale informatieve producten De centraal ontwikkelde informatieve materialen zijn: -
-
Naar de eerste graad SO Naar de tweede graad SO Steekkaarten van de studierichtingen van de tweede graad Naar de derde graad SO Steekkaarten van de studierichtingen van de derde graad Zevende specialisatiejaren Steekkaarten van de zevende specialisatiejaren Wat na een praktische opleiding Steekkaarten hoger onderwijs in Vlaanderen Overzicht van de erkende opleidingen aan de Vlaamse hogescholen en universiteiten aangevuld met afstudeerrichtingen, gebaseerd op het Hoger Onderwijsregister Vlaanderen Lijst opendeurdagen hoger onderwijs Computerprogramma Eurobid
(School)loopbaanbegeleiding in Vlaanderen
goedgekeurd in Raad van Bestuur VCLB 28 september ’05
38
-
Cd-rom Horizon Cd-rom Onderwijswetgeving voor dagelijks gebruik Cd-rom Studeren in het buitenland Wat na het secundair onderwijs (in samenwerking met de andere koepels en het Departement Onderwijs)
Hierbij is er een permanent streven aanwezig om deze informatiemiddelen via elektronische kanalen te verspreiden. De informatieve ondersteuning door vorming, mededelingen, uniforme infotheken … Wekelijks bezorgt de VCLB-cel Documentatie via VCLB-nieuws aan alle centra en belangstellenden actuele informatie m.b.t. het totale onderwijslandschap. Jaarlijks worden een aantal vormingsmomenten voorzien: -
Eurobid voor beginners en gevorderden; Onderwijslandschap en onderwijswetgeving voor beginners en gevorderden.
3. Centraal ontwikkelde begeleidingsmiddelen Naast deze informatieve materialen worden begeleidingsmaterialen ontwikkeld. Een deel ervan is opgenomen in bijgaand overzicht van de “Op-stap…”-lijn (bijlage 3). Andere realisaties van het SLB-project zijn terug te vinden op het intranet van www.VCLB-koepel.be (in ontwikkeling). Het betreft werkmiddelen voor keuzebegeleiding van leerlingen en ouders of voor de ondersteuning van leerkrachten en CLB-medewerkers in hun begeleidingsopdracht. Er worden ook heel wat niet-gepubliceerde materialen ontwikkeld in functie van vorming, begeleiding of intervisie. Inmiddels is een nota in voorbereiding die de noden en de mogelijkheden m.b.t. materiaalontwikkeling inzake SLB beschrijft. Ze zal ten gepaste tijde verspreid worden.
(School)loopbaanbegeleiding in Vlaanderen
goedgekeurd in Raad van Bestuur VCLB 28 september ’05
39
Bijlage 3:
VCLB ‘Op stap’- methodiek
(bestellen: www.vclb-service.be)
VCLB – VISIETEKST: hedendaagse schoolloopbaanbegeleiding
1ste graad (A – B)
Documentatiemateriaal over “onderwijs” voor leerkrachten / leerlingen / ouders/ CLB
Materiaal voor leerlingen31 ‘Op stap naar …’
Handleiding ZET / ZIP (CD-rom)
Naar de eerste graad S.O.
Keuzewe®kboek: Op stap naar het secundair onderwijs Keuzedossie® met Keuze-we®kboek: Op stap naar de tweede graad (versie voor A- of B-stroom) Toekomstspel voor BVL Keuzespel Horizon voor A-stroom Keuzedossie® met Keuze-we®kboek Op stap naar de derde graad (versie voor A- of B-stroom) Keuzedossie® met Keuze-we®kboek Op stap naar hoger onderwijs of andere opleidingen
Handleiding A-stroom Handleiding B-stroom
Naar de eerste graad S.O. Naar de tweede graad S.O. Steekkaarten tweede graad
2de graad (A – B)
Handleiding A-stroom Handleiding B-stroom
Naar de derde graad S.O. Steekkaarten derde graad
Eind S.O. SO – HO
Handleiding
Wat na het secundair onderwijs ? (*) Steekkaarten hoger onderwijs in Vlaanderen33 Steekkaarten 7de specialisatiejaren Verruim je HORIZON (cd-rom) Studeren in het buitenland (cd-rom) Keuzedossie® met Keuze-we®kboek : Op stap naar Wat na een praktische opleiding ? Steekkaarten 7de specialisatiejaren SO een job of andere opleidingen
Lessenpakket “Op stap met laatstejaars” Eind S.O. SONAR
Handleiding
Loopbaanbegeleiding door CLB met inbegrip van Informatie en documentatie32
(*) wordt netoverstijgend gepubliceerd (departement Onderwijs)
31
Buiten deze reeks werd het studiekeuzespel “Kies Kleurig” met behulp van OVGB opnieuw uitgegeven Interne publicaties; worden soms aan andere “specialisten” ter beschikking gesteld 33 De cel Documentatie publiceert ook overzichten van opendeurdagen en van de erkende opleidingen aan de Vlaamse hogescholen en universiteiten 32
(School)loopbaanbegeleiding in Vlaanderen
goedgekeurd in Raad van Bestuur VCLB 28 september ’05
40
Vademecum SLB EUROBID Onderwijswetgeving voor dagelijks gebruik www.vclb-koepel.be, intranet en VCLB-nieuws
Eind L.O.
Begeleidingsmateriaal voor de begeleider (leerkracht – CLB)
Bijlage 4: Voorbeeld van een raamplan voor SLB (bron: basisdocumenten VCLB Leuven)
Keuzebegeleiding tweede jaar Secundair Onderwijs Het realiseren van de doelstellingen inzake keuzebegeleiding vormen een gemeenschappelijke opdracht van school, scholengemeenschap en CLB. Voor de school zijn ze vervat in de vakoverschrijdende eindtermen (leren leren/ leren kiezen). Het CLB doet hier bovendien een verzekerd aanbod inzake informatieverstrekking.
Activiteiten op schoolniveau
Informatiemateriaal ontwikkelen
Door de school
Door CLB (schoolondersteuning)
Brochure maken over de eigen studierichtingen en doorstromingsmogelijkheden (eventueel i.s.m. de scholengemeenschap)
Op vraag: ondersteuning hierbij
Aanbieden van informatie over het volledig aanbod (ook buiten de school) van keuze- en doorstromingsmogelijkheden Keuzebegeleiding
Ondersteuning leerkrachten
Op vraag: ondersteuning/vorming van leerkrachten
Opvolging van loopbanen en adviezen
Op vraag: ondersteuning hierbij
Planning
Uitwerken van een schooleigen activiteitenkalender
Preventieve / educatieve activiteiten voor ouders of leerlingen
Vergroten van keuzevaardigheid
Door de school
Door CLB
Informatieavond voor ouders
Op vraag van de school: op info-avond aanvullende info geven over het volledig studieaanbod
Keuzelessen: horizon verruimen, zelfkennis bevorderen, leren kiezen Voorstel werkmiddel: Op stap naar de tweede graad
Eventueel: infoles geven over het volledig studieaanbod
(School)loopbaanbegeleiding in Vlaanderen
goedgekeurd in Raad van Bestuur VCLB 28 september ’05
41
Vraaggestuurde hulp aan ouders, leerlingen, leerkrachten
Bekendmaking
Aankondiging CLB-aanwezigheid op oudercontacten Aankondiging CLB-aanbod voor individuele hulp
. 1 drempelverlagende activiteit naar leerlingen en/of ouders . (in de toekomst:) specifieke infofolder over het CLB-aanbod voor individuele hulp (rechtstreeks aanspreekbaar)
Opvolging van het keuzeproces
Proefkeuze met gelegenheid tot vragenstellen aan klassenraad, leerkrachten, CLB, klasbespreking, feedback
Op vraag: deelnemen aan keuzeklassenraden of predeliberaties over keuzeproblemen
Keuzehulp aan leerlingen en ouders
Eerste aanpak keuzeproblemen (gesprekken met leerlingen, oudercontact) Leerlingen/ouders met blijvende keuzeproblemen tijdig doorverwijzen naar CLB
Individuele contacten met ouders en leerlingen met keuzeproblemen
Aandachtspunten kansenbevordering: er is oog voor specifieke drempels die in keuzes van doelgroepleerlingen een rol spelen.
(School)loopbaanbegeleiding in Vlaanderen
goedgekeurd in Raad van Bestuur VCLB 28 september ’05
42