Utrecht, 16/9/2014
ZORGMODULE
Schoolloopbaanbegeleiding basis onderwijs: Dit is een traject ter ondersteuning van de schoolloopbaan van kinderen uit groep 7 en 8. Voor kinderen die vallen binnen het schoolondersteuningsprofiel van de reguliere basisschool.
Zorgboerderij Griftenstein & Zorg Utrechtseweg 371, 3731 GB De Bilt ▪ 06-45 132 406 ▪
[email protected] ▪ www.griftensteinenzorg.nl Kvk 59945141 ▪ BTW NL 170440467 ▪ NL07 RABO 0313 6631 06
1. Inhoud van de module 1.1 Visie Griftenstein & Zorg is een zorgboerderij in De Bilt, gehuisvest in een pensionstal voor paarden. Op deze schitterende locatie bieden we als zorgboerderij een fijne plek voor mensen van alle leeftijden die begeleiding nodig hebben of een nuttige dagbesteding zoeken. Een plek om tot rust of... om juist in beweging te komen en talenten te (her)ontdekken. Op onze zorgboerderij vinden wij het belangrijk dat onze gasten/kinderen zich geborgen, uniek en verzorgd voelen. We hechten waarde aan rust en regelmaat. Dit om meer ruimte te creëren voor individuele (eigen)waarden als bezinning, zelfontplooiing en bezieling in een gezellige, uitnodigende omgeving. Al deze zaken creëren een omgeving waarin aan gezondheid gewerkt kan worden en de kinderen kunnen leren midden in de samenleving te staan. Wij bieden vraaggestuurde, holistische zorg aan via onze diverse activiteiten in combinatie met een beweegprogramma. Griftenstein & Zorg sluit zich aan bij de visie op het passend onderwijs en de bijbehorende uitgangspunten. Griftenstein & Zorg vindt het hierbij belangrijk dat er een passend aanbod is voor elk kind dat naar school gaat en dat elk kind hierbij recht heeft op extra ondersteuning. Door middel van de schoolloopbaanbegeleiding wil Griftenstein & Zorg ervoor zorgen dat vroegtijdig schoolverlaten zo veel mogelijk beperkt wordt.
1.2 Doelen Het kind leert vaardigheden en competenties aan die hem/haar in staat stelt om de schoolcarrière succesvol af te ronden. Het vergroten van executieve vaardigheden. Het bevorderen van zelfvertrouwen en de eigenwaarde van het kind. 1.3 Activiteiten/ Werkwijzen De schoolloopbaanbegeleiding bestaat uit drie onderdelen: Huiswerkbegeleiding: Tijdens de huiswerkbegeleiding krijgt het kind extra ondersteuning bij het maken van zijn/haar huiswerk van elkaar en van de begeleider. Thema-activiteiten: Tijdens de thema-activiteiten wordt er aandacht besteed aan onderwerpen die de ontwikkeling van het kind stimuleren. Voor kinderen uit groep 8 wordt er ook aandacht besteed aan de middelbare school, zodat zij zich hierop kunnen voorbereiden. De indeling van de verschillende thema’s zien er als volgt uit: 27 oktober t/m 15 december: Leren ‘leren’. 22 december t/m 2 januari: Kerstvakantie 5 januari t/m 23 februari: Sociale vaardigheden 2 maart t/m 20 april: Geheugentraining 27 april t/m 15 juni: Groep 8: De middelbare school. Groep 7: Talenten (her)ontdekken. 22 juni: Grote afsluiting!
Sport en spelprogramma: Er wordt bij aanvang van elke bijeenkomst tijd besteed aan sport en spel. Voor de lichamelijke en psychische gezondheid van kinderen is beweging namelijk erg belangrijk. Zo kunnen kinderen die genoeg bewegen zich bijvoorbeeld beter concentreren op hun huiswerk. Tijdens het sport en spel programma is er aandacht voor het uithoudingsvermogen, de spierkracht, de coördinatie en de balans.
De dagindeling ziet er als volgt uit: 14.00u: ontvangst/ontspanning 15.00u: sport en spel 16.00u: huiswerk 17.00u: thema-activiteit 1.4 Locatie Stal Griftenstein Utrechtseweg 371 3731 GB De Bilt 1.5 Frequentie (en intensiteit) Hoe vaak: 1x per week op maandag Hoe lang: 14u00 tot 18u00. 1.6 Duur Van 27 oktober 2014 tot en met 25 juni 2015 (later instromen is mogelijk). 2. De betrokkenen 2.1 De cliënten Kinderen uit groep 7 en groep 8 van de basisschool komen in aanmerking voor de schoolloopbaanbegeleiding. Deze kinderen missen bepaalde competenties die nodig zijn voor een succesvolle schoolcarrière of zijn gediagnosticeerd met een stoornis. Ook kinderen waarbij de omgevingsfactoren niet mee zitten, zoals opvoeders die niet in staat zijn steun en support te bieden, komen in aanmerking voor de schoolloopbaanbegeleiding. 2.2 De disciplines Het team bestaat uit een vaste begeleidster en een zorgcoördinator. De vaste begeleidster heeft de opleiding pedagogiek afgerond en de zorgcoördinator is werkzaam als fysiotherapeut binnen een psychiatrische instelling en werkt vooral met jongeren met NAH. Direct: Pedagoog/begeleider Floor Peters Indirect: Zorgcoördinator Suzanne Baan – van der Zwan
3. Organisatorische en financiële aspecten 3.1 Voortgangsbewaking Bij aanvang vindt er een kennismakingsgesprek plaats. Tijdens dit gesprek worden er doelen geformuleerd, waarbij de regie bij de cliënt/ouder/opvoeder ligt. Deze doelen worden vastgelegd in een persoonlijk ondersteuningsplan. Er wordt aan de doelen gewerkt middels het dialoogmodel, welke de aandachtspunten en de krachten van het kind per ontwikkelingsgebied weergeven. Tijdens het zorgtraject wordt er per bijeenkomst per individu geëvalueerd door de interne begeleider. Dit wordt vastgelegd in de wekelijkse registratie. Bij relevante bijzonderheden worden hierbij ook de zorgcoördinator en de ouders/opvoeders ingeschakeld. Na 4 maanden wordt er een evaluatie gepland, waarbij de ouders/opvoeders, de begeleider, de zorgcoördinator en indien mogelijk/nodig het kind zelf aanwezig zijn. Bij deze evaluatie zal de doelrealisatie (GAS) leidend zijn. Aan de hand daarvan worden er nieuwe doelen beschreven of worden de doelen aangepast. Bij afsluiting van het zorgtraject wordt eenzelfde evaluatie gehouden. 3.2 Registratie en evaluatie-instrumenten Persoonlijk ondersteuningsplan Dagelijkse registratie Doelrealisatie (GAS) Dialoogmodel 3.3 Faciliteiten / materiaal In een rustige ruimte van Griftenstein & Zorg wordt de schoolloopbaanbegeleiding aangeboden. Deze ruimte beschikt over verschillende tafels en stoelen, waarbij kinderen in groepsverband of individueel kunnen werken. De ruimte bevindt zich op de eerste verdieping, waardoor de kinderen niet afgeleid worden door mensen en dieren op het terrein. Ook is er een kantine waar een huiselijke sfeer hangt, zodat kinderen zich prettig en veilig voelen. In deze kantine bevindt zich een keuken, waar bijvoorbeeld thee gezet kan worden. In deze kantine worden de kinderen ontvangen en zullen zij worden voorzien van een kopje thee, limonade en een koekje/fruit. De kantine biedt de mogelijkheid om te ontspannen in de comfortabele zithoek. Zo kunnen de kinderen bijkomen van hun schooldag en bijvoorbeeld verhalen delen met anderen. Om de schoolloopbaanbegeleiding vorm te geven, is er een laptop met internetverbinding aanwezig, een atlas, woordenboeken en teken- en schrijfmateriaal. Om structuur en duidelijkheid te bieden aan de kinderen is er een picto-bord met veel verschillende pictogrammen aanwezig. Verder zijn er materialen voor thema-activiteiten aanwezig. Tot slot werkt elk kind met een persoonlijke planner. 3.4 Financiële aspect. De schoolloopbaanbegeleiding kan vanuit het ‘rugzakje’ of uit eigen middelen betaald worden. De kosten zijn 12,50 euro per uur. Het dagdeel kan alleen in zijn geheel worden afgenomen. Wanneer er meerdere kinderen van één school komen, kan het vervoer naar de zorgboerderij worden geregeld. Dit kost 5 euro per kind per rit.
4. Combinatie van modulen Griftenstein & Zorg biedt meerdere modules aan. Tijdens deze module wordt zoveel mogelijk aandacht gegeven aan de verschillende belangrijke componenten, zoals leren, sport en spel en sociale vaardigheden. Deze module is gecombineerd met de zorgmodule: beweegprogramma. 5. Omschrijving van de module Er wordt allereerst een kennismakingsgesprek gepland voor ouders waarin zij informatie ontvangen over het programma. Hierbij krijgen de ouders ook een aanmeldingsformulier. Vervolgens starten de aangemelde leerlingen in oktober met de schoolloopbaanbegeleiding. De eerste drie weken staan in het teken van kennismaking en opbouwen van een vertrouwensband tussen de begeleider en het kind en tussen de kinderen onderling. Ook wordt er in deze weken een inventarisatie gemaakt van de aandachtspunten en krachten van het kind door middel van het dialoogmodel. Op basis van dit dialoogmodel wordt er een persoonlijk ondersteuningsplan gemaakt, waarin de doelen en de werkwijze wordt vastgesteld. Tevens zal in één van die eerste weken een nulmeting (middels een aantal testen) worden verricht voor het inschatten van de algemene fitheid van het kind en om te kijken of er specifieke aandachtspunten zijn, waar rekening mee moet worden gehouden tijdens het beweegprogramma. Deze testen zullen aan het einde van de module herhaald worden, om te kijken of er veranderingen zijn opgetreden. Vervolgens staan de maanden die hierop volgen tot en met mei in het teken van de huiswerkbegeleiding, sport en spel en de thema-activiteiten. Ook wordt er in deze periode gewerkt aan de persoonlijke doelen die opgenomen zijn in het persoonlijk ondersteuningsplan. Dit plan is dynamisch, waardoor er dus ten alle tijden veranderingen in aangebracht kunnen worden, zodat het plan up-to-date blijft. Elk kind krijgt een schrift mee naar huis, waarin tussentijds gecommuniceerd kan worden tussen ouders en kinderen. Indien nodig kunnen ouders/opvoeders tussentijdse evaluaties aanvragen. 6. Theoretische onderbouwing van de aangeboden activiteiten Om de effectiviteit van interventies te meten is het mogelijk om van verschillende aspecten gebruik te maken. Bij Griftenstein & Zorg maken wij gebruik van een drietal aspecten: evidence-based: kennis opgedaan en handelen op basis van beschikbaar wetenschappelijk bewijs practice-based evidence: kennis opgedaan uit ervaring. cliënt-based evidence: kennis opgedaan door het aangaan van een dialoog met het kind. Bij Griftenstein & Zorg gebruiken wij deze drie aspecten om aan te tonen dat ons zorgaanbod effectief is. Wij vinden dat het kind centraal staat en hechten daarom veel waarde aan de ervaringen van het kind. Deze nemen wij mee om ons zorgaanbod zoveel mogelijk af te stemmen op de behoeftes van de kinderen. Daarnaast onderbouwen wij ons zorgaanbod op basis van wetenschappelijk bewijs. Deze wetenschappelijke onderbouwing wordt hier beschreven.
6.1 Het korte termijn effect van lichamelijke activiteit op de selectieve aandacht In dit artikel wordt significant bewezen dat bewegen de selectieve aandacht (onderdeel van de executieve functies) verbeterd. De belangrijkste voor de schoolloopbaanbegeleiding zijn de korte termijn effecten van bewegen, maar tevens volgt ook een toelichten wat het effect is van bewegen op lange termijn. Daarbij echter de kanttekening dat dit niet bewerkstelligt kan worden binnen één uur per week. Korte termijn effecten: De stijging van de bloeddruk in de hersenen is één van de korte termijn effecten die optreedt tijdens intensieve bewegingsactiviteit. (Ide & Secher, 1999). Door de stijging van de bloeddruk wordt er met meer kracht bloed vervoerd door de hersenen. De hersenen krijgen door de verhoogde kracht meer zuurstof toegediend, wat leidt tot een hogere hersenactiviteit. Na de lichamelijke activiteit houdt deze verhoogde bloeddruk nog een tijd aan en ebt uiteindelijk langzaam weg. De leerlingen zijn na de bewegingsactiviteit beter in staat zijn de juiste informatie op te nemen en laten zich minder snel laten afleiden door ‘ruis’ (Hillman, Erickson, & Kramer, 2008). Een ander korte termijn effect dat optreedt tijdens intensieve bewegingsactiviteit is een concentratieverandering van neurotransmitters in de hersenen en een verandering van de gemodificeerde spanningsniveau’s (Sibley & Etnier, 2003). Gedurende de lichamelijke activiteit verhoogt de ‘arousal’ in het lichaam. De neurotransmitters adrenaline en noradrenaline komen in verhoogde mate vrij. Deze bevorderen de afgave van catecholamines (hormonen) in de hersenen. In het bijzonder het hormoon dopamine, en de al eerder vrijgelaten noradrenaline. Lange termijn effecten: Uit eerder onderzoek is gebleken dat leerlingen die regelmatig bewegen, mentaal fitter zijn, beter slapen, minder depressief zijn en zich zelfverzekerder voelen dan leerlingen die niet regelmatig bewegen (Etnier, Nowell, Landers & Sibley, 2006). Ook is er bewezen dat leerlingen die weinig bewegen, lager scoren op schooltoetsen en een lagere neuro- elektrische activiteit hebben in de hersenen in vergelijking met leerlingen die fysiek wel fit zijn (Sibley & Etnier,2003; Hillman, 2005; Hillman, Buck, Themanson, Pontifex & Castelli, 2009; Chomitz, Slining, McGowan, Mitchell, Dawson, Hacker, 2009). De neuro- elektrische activiteit in de hersenen is wellicht een factor die de mate van selectieve aandacht beïnvloedt. Deze onderzoeken ondersteunen de suggestie dat regelmatige bewegingsactiviteit de selectieve aandacht verbetert. 6.2 Het ontwikkelen van de executieve vaardigheden Het boek ‘executieve vaardigheden bij kinderen en adolescenten’ van psycholoog Peg Dawson en neuropsycholoog Richard Guare is leidend binnen de thema-activiteiten van de schoolloopbaanbegeleiding. Volgens de schrijvers van dit boek spelen de executieve vaardigheden een sleutelrol bij de schoolprestaties van een kind. De executieve vaardigheden waar aandacht aan besteedt worden zijn: Inhibitie (door middel van sociale vaardigheidstraining) Emotieregulatie (door middel van sociale vaardigheidstraining) Werkgeheugen (door middel van (werk)geheugentraining) Planning en organisatie (door middel van de training ‘leren leren’) Flexibiliteit (door middel van het uitvoeren van activiteiten die behoren bij de eerder genoemde trainingen)
Taakinitiatie (door middel van het uitvoeren van activiteiten die behoren bij de eerder genoemde trainingen) Executieve vaardigheden bevinden zich aan de voorkant van de hersenen. Aangezien de hersenen van achter naar voor ontwikkelen, zijn deze vaardigheden bij jonge kinderen nog niet (geheel) ontwikkeld. Tussen het tweede en het tiende levensjaar maken deze vaardigheden de grootste groei door. Niet bij alle kinderen is deze groei vanzelfsprekend (Dawson & Guare, 2010). Uit onderzoek is gebleken dat verminderde executieve functies ten grondslag liggen aan leerstoornissen. De vaardigheden zorgen er namelijk voor dat de mens dingen kan organiseren, kan focussen en impulsen onder controle kan houden, oftewel: Ze zijn de basis voor een succesvol functioneren op school (Dawson & Guare, 2010). De executieve vaardigheden zijn niet alleen belangrijk voor het leergedrag van kinderen (de koude functies), maar ook voor de sociale vaardigheden (de warme functies). Ze zijn nodig voor een adequaat sociaal en emotioneel functioneren. De functies zorgen er namelijk voor dat kinderen leren omgaan met hun emoties en controle houden over hun gedrag (CooperKahn & Foster, 2014). De warme en koude functies werken in het dagelijks leven samen en zorgen voor een succesvol en bevredigend leven. Daarom is het belangrijk om alle vaardigheden te ontwikkelen (Cooper-Kahn & Foster, 2014). 7. Literatuurlijst 7.1: ter ondersteuning van 6.1: Haasnoot, A. & Toussaint, H. (2012) Het korte termijn effect van lichamelijke activiteit op de selectieve aandacht. 7.2: ter ondersteuning van 6.2: Dawson, P. & Guare, R. (2010) Executieve vaardigheden bij kinderen en adolescenten. Een praktische gids voor diagnostiek en interventie. Amsterdam: Hogrefe Uitgevers Cooper-Kahn, J. & Foster, M. (2014). Een praktische gids voor leerkrachten. Executieve functies versterken op school. Amsterdam: Hogrefe Uitgevers