1. Doel van het advies

Departement Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit

Pil0vii(,ltL

Dienst Ruimtelijke Planning

AIIIWERPEII

B rec ht

-

G em e e

nte I ij k ru i mte I ij k

u

itvoe ri n gs p I a n

"De Merel" ADVIES n.a.v. planMER-screening

1. Doel van het advies De raadpleging bij het onderzoek tot milieueffectrapportage is voorzien om de adviserende instanties toe te laten de gegevens met betrekking tot het studiegebied waarover zij beschikken, die eventueel nog niet bekend zouden z'ljn bij de initiatiefnemer of de dienst Mer, aan de initiatiefnemer over te maken zodat de dienst Mer een gefundeerde beslissing kan nemen over de planMER-plicht van het voorgenomen plan (zie omzendbrief LNE/2O07 Milieueffectbeoordeling van plannen en programma's van 1 december 2OO7). Huidig advies wordt uitdrukkelijk beperkt tot dit doel. Bijgevolg wordt de inhoudelijke ruimtelijke beoordeling van het voorgenomen plan door de deputatie slechts gedaan naar aanleiding van het advies dat zal worden verleend bij de plenaire vergadering, bedoeld in artikel 2.2.L3 $1 van de Vfaamse Codex Ruimtelíjke Ordening. Met huidig advies wordt dan ook op geen enkele wijze afbreuk gedaan aan de beoordelingsruimte die de deputatie zich voorbehoudt in z'tjn latere adviesverlening, voorzien door de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (BS. 20 augustus 2009).

2. Advies 2.1. Algemeen De provincie wil meegeven dat bij de afweging van de planMER-plicht vanaf heden moet verwezen worden naar de omzendbrief LNE zOLt/L - Milieueffectbeoordeling en vergunningverlening voor bepaalde projecten ten gevolge van. het arrest van het Hof van Justitie van 24 maart 2011 (C435/09, Europese Commissie t. België).

2.2. Ruimtelijke ordening Het RUP dient verenigbaar te zijn met het bestaand beleidskader. Op de plenaire vergadering zal nagegaan worden of het RUP in overeenstemming is met het RSPA en het GRS. Het plangebied van voorliggend RUP is gelegen te Brecht langsheen het kanaal Dessel-TurnhoutSchoten. Het kanaal is binnen de ontwikkelíngsperspectieven voor toerisme en recreatie opgenomen in het RSPA geselecteerd als gebundeld netwerk,

In samenwerking met NV De Scheepvaart heeft de provincie

Antwerpen een Kaderplan Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten opgemaakt. In dit strategisch beleidsplan wordt gesteld dat een verdere uitbouw van domein De Merel op regîonale schaal niet gewenst is. Laagdynamische ontwikkelingen op lokaal niveau zijn wel mogelijk. De ontwikkelingen die de gemeente wenst te realiseren overstijgen echter dit laagdynamisch, lokaal niveau.

1

In voorliggend

dossier dient verwezen

te worden naar de mobiliteitsstudie 'gebiedsqerichte

visie een samenwerkingsverband met 15 gemeenten (Aendonk, Baarle-Hertog, Beerse, Brecht, Hoogstraten, Lille, Malle, Merksplas, Oud-Turnhout, Ravels, Rijkevorsel, Turnhout, Vosselaar, Zandhoven en Zoersel) en omvatte het opmaken van een gebiedsgerichte visie voor de Noorderkempen. In deze visie wordt een volledig beeld over het projectgebied weergegeven en werden verschillende aspecten onderzocht, waaronder personenvervoer, vrachtvervoer, fietsverkeer, vervoer over water, over spoor, multimodaal transport, openbaar vervoer, verkeersleefbaarheid, ... Deze visie werd op 14 juni 2012 goedgekeurd door de deputatie en door de 15 gemeentebesturen.

Noorderkempen'

van de provincie Antwerpen. De studie is het resultaat van

In het GRS worden

een aantal concepten voor het domein de Merel uitgewerkt. De gewenste ruimtelijke structuur en ontwikkelingsperspectieven voor het domein omvat volgende onderdelen: . Te versterken natuurgebied . Te ontwikkelen recreatiepool . Af te bouwen camping . Recreatieve dreef . Kanaalontwikkeling . Alternatieve langzaam verkeersverbinding De gemeente wenst de recreatiepool te ontwikkelen voor het opvangen van de lokale recreatieve behoefte van de omliggende woonwijken, rekening houdend met de identiteit van het omliggende landschap. De visie opgenomen in het GRS behelst niet alleen de ontwikkeling van bijkomende functies, maar ook de reorganisatie van het hele domein, met onder meer de herlokalisatie van de bestaande campÍng De Linde. De ontwikkelingsmogelijkheden zoals opgenomen in voorliggend RUP zijn niet volledig conform de visie opgenomen in het GRS. ' De uitbouw van de recreatiepool is niet gekoppeld aan de herlokalisatÍe van de bestaande camping. Het RUP creëert bijkomende mogelijkheden voor dag- en verblijfsrecreatie, maar doet geen uitspraken over de reorganisatíe van het hele gebied. ' De ontwikkelingen die mogelijk gemaakt worden met voorliggend RUP overschrijden de ruimtelijke draagkracht van het gebied en de lokale recreatieve behoeften van de omliggende woonwijken. 2.3. Mobiliteit In voorliggend RUP wordt de realisatie van een zwembad, sporthal, hotel, wellnesscentrum, horeca, feestzaal, ed. mogelijk gemaakt. Deze functies genererend veel bijkomende mobiliteit. De effecten hiervan moeten goed in beeld gebracht worden. 2.4, Erfgoed In de onmiddellijke omgeving van het plangebied zijn 4 archeologische vindplaatsen gesitueerd,2 sites met grafheuvels uit de Metaaltijden en 2 sites met restanten van Celtic Fields. Eigen aan beide types van vindplaatsen is dat ze meestal in groep voorkomen en een ruimere regio bestrijken. Er is bijgevolg een grote kans dat in het plangebied ook restanten van grafheuvels en Celtic Fields aanwezig zullen zijn. Het gaat hier om belangrijke archeologische fenomenen die in bosgebieden goed bewaard kunnen zijn. Concretere aanbevelingen hieromtrent díenen opgenomen te worden in de memoríe van toelichting en de stedenbouwkundige voorschriften.

2

2,5. Fauna en flora De effecten van de geplande recreatieve voorzieningen op de vleermuizen moeten onderzocht

worden. Nieuwe activiteiten kunnen een impact hebben op deze door

het

sooftenbeschermingsbesluit en de habitatrichtlijn strikt beschermde dieren. Er dient nagegaan te worden: - Wanneer de vleermuizen de bunker bewonen - Welke soorten vleermuizen aanwezig z'tjn - Wat de mogelijke impact is van dit RUP

bekeken worden welke recreatieve voorzieningen in de omgeving van de bunker verenigbaar zijn met de vleermuizen, Concrete milderende maatregelen moeten in de steden bouwku nd ge voo rsch riften ve ra n kerd wo rden.

Er moet

i

Relevante wetgeving over vleermuizen is terug te vinden habitatrichtlijn en het Soortenbesluit (BS 13 augustus 2009).

in

bijlage IV van de

Europese

2.6. Waterbeleid Op 1 maart 2OL2 is het aangepaste of gewijzigde besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nad.ere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vastbtelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in a¡tikel I van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid in werking getreden. Bij het besluit is een nieuwe kaart met de mogelijke en effectief overstromingsgevoelige gebieden opgenomen. Het is aangewezen om na te gaan of de kaart met de mogelijke en effectief overstromingsgevoelige gebieden wijzigingen bevat voor het plangebied" De kaarten en het aangepaste of gewijzigde uitvoeringsbesluit kan u terugvinden op de volgende website : htto://www.watertoets.be of op http : //geo-vlaa nderen.agiv. be/oeo-vlaanderen/watertoets2Ol 2/

Diensthoofd Ruimtelijke Planning

3

\/l it;inr s<: t¡r^r:rh c itî

College van Burgemeester en Schepenen

Gemeentepark I 2960 BRECHT uw kenmerk

ons kenmerk

bijlagen

2.14111009/1 08.1

vragen naar/e-mail

telefoonnummer

Dirk Schoofs dirk. s choofs@rwo. vlaanderen. be

Q3t224,65.79

Betreft:

datum

I g SEP, zotz

BRECHT, gemeentelijk RUP " De Merel " : advies plenaire vergadering dd. 13/0912012

Geacht college, ln antwoord op uw uitnodiging voor de plenaire vergadering van 1310912012 bezorg ik u hierbij mijn advies. Concreet wordt ingegaan op de vormvereisten voor de RUP's, op de decretaal vereiste inhoudelijke toetsing door de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar en op de overige inhoudelijke opmerkingen.

1. Samenvatting van het dossier Het ontwerp RUP " De Merel " beoogt een meer optimale inrichting van het gebied 'De Merel'. De site bestaat deels uit bosgebied en deels uit zone voor dagrecreatie en de gemeente wil deze bestemmingen herintekenen in functie van het ontwikkelen van een sportpool op gemeentelijk niveau (met zwembad, tennis- en voetbalterreinen, sporthotel, .. . ).

2. Vormvereisten RUP Artikel 2.2.2. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening bepaalt de inhoud van een RUP.

Volgende onderdelen van de in artikel 2.2.2 opgesomde inhoud ontbreken

-

:

een overzicht van de conclusies van de verplicht voorgeschreven effectenrapporten en de onthetfingsbeslissing van de dienst MER.

:, i I il',, r t: i i,J ¡,.:'_ ( i :i í.; i.:i.rt i..J (, : , j',:i Ì,,'l;..ri:-i : , : I , i,: ;'i;": i¡?-.

.:i /)3:) r ,,- 2;l i ,..

1).:.2'):t

/tìil, r\l1ii',\j;i1iil j: rí) - i:':i:ii 'ilr: rl.t'¡l 1r¡'¡)1t'. :.j

:líì)

3. Advies gewestelijk sfedenbo uwkundig ambtenaar conform artiket 2.2.13 3.1, verenigbaarheid met het RSV

Brecht ligt volledig in het buitengebied waarvoor de doelstellingen het vrijwaren van de open ruimtes en het bundelen van de activiteiten in de kernen zijn. De kern van SintJob-in't-Goor waaieft uit naar het noorden parallel aan de E19 en aan de uiterste noordoostrand hiervan wordt een omvangrijk recreatief complex voorzien. De gemeente geeft aan dat deze ligging (ongeveer halvenryege de dorpscentra van Sint Job en Brecht) een troef is voor het huisvesten van recreatieactiviteiten die mikken op de verschillende kernen van de uitgestrekte gemeente. Deze redenering wordt niet gevolgd voor hoogdynamische actviteiten. Laagdynamische recreatievé actviteiten kunnen wel op deze locatie, ook al omdat de recreatiezone enigszins aansluit bij de bestaande bebouwing van Sint Job (Brecht Zuid) en vermits deze site redelijk ontsloten is voor zowel fiets, openbaar vervoer en uitstekend ontsloten voor de automobilist. Er dient over gewaakt dat het autogebruik niet wordt gestimuleerd (wegens de vrij excentrische locatie en de draagkracht van de omgeving). Dit kan door het aantal voorziene parkings drastisch te verminderen.

Voor de realisatie moeten heel wat bomen sneuvelen vermits de huidige terreinen, hoewel hoofdzakelijk ingekleurd als zone voor dagrecreatie op het gewestplan, quasi volledig bebost zijn. Dit hoeft geen probleem te vormen, vermits de initiatiefnemer conform de vigerende wetgeving compensatie voorziet voor de te kappen bomen. Het is echter weljammer dat er niet werd geopteerd om, naar analogie van de bundeting van de recreatie, de overblijvende bosgebieden te bundelen tot een autonoom functionerend geheeld, en niet tot de lapjes restgroen zoals nu voorzien in het plan. Er wordt de indruk gewekt dat de aangeduide boszone vooral moet dienen om de aangrenzende woonpark te bufferen. Hiermee wordt impliciet toegegêven dat de nieuwe ontwikkelingen een erg grote dynamiek zullen meebrengen in het plangebied. Een mogelijk neveneffect van voorliggend RUP is een toegenomen versnippering van de bosstructuur en open ruimte geheel tussen Brecht, Sint Job en Malle. De gemáente geeft echter aan in haar GRS en in de toelichtingsnota dat de huidige camping Groene Linde , iets verderop centraal gelegen in het groene landschap, zal verdwijnén. Deze maatregel rechtvaardigt het verder uitbouwen van de site De Merel vermits hier recreatie kan worden gebundeld zonder het landschap als geheel verder te versnipperen. Een belangrijk minpunt is wel dat het gebied van de camping niet werd opgenomen in dit RUP. Er ontbreekt bijgevolg een globale visie op het gebied, wat als een essentieel gemis wordt ervaren. 3.2. verenigbaarheid met (ontwerp)gewestelijke of provinciale RUP's en ontwerp RSV

de

ligt

Binnen buitengebiedprocessen het plangebied binnen het gebied 'Rommersheide Horst De Merel'. Voor dit gebied zijn geen acties op korte termijn voorzien. Acties op langere termijn zullen onder meer focussen op de venrueving tussen landbouw, natuur en bos en op het versterken en behouden van de verbinding tussen de Brechtse Heide en het Groot Schietveld. Voor deze laatste actie is het open houden van het gebied De Merel cruciaal. Dit RUP mikt op de uitbouw van de recreatiepool de Merel, zij het op een geconcentreerde manier. Samenhangend met dit plan wordt de

-

-

plgr_08.dot

2t8

bestaande camping 'Groene Linde' , die een hypotheek legt op de natuurverbinding Brechtse Heide - Groot Schietveld afgebroken of verplaatst naar het gebied De Merel. Op deze manier wordt een compromis bereikt tussen de uitbouw van een recreatiepool en het vrijwaren van de uitgestrekte open ruimte en bosgehelen tussen Brecht en Sint Job. Anderzijds is de aard van de beoogde invulling van De Merel niet op maat van de omgeving. De tê venryachten dynamiek overstijgt deze ruimschoots en de locatie is niet optimaal gelegen voor een dergelijk invulling. ln dit kader wordt verwezen naar het feit dat ze weliswaar grenst aan een uitloper van het woongebied van St. Job, maar aangezien deze vrij ver van het centrum is gelegen en bos, natuur en woonpark de omgeving bepalen, een hoogdynamische recreatieve invulling hier allerminst evident lijkt. Laagdynamische recreatie op schaal van het aanliggend woonpark kan wel op deze locatie, Ook verblijfsrecreatie kan, zij het dat ook hier de te venruachten dynamiek bepalend is. 4. Overige inhoudelijke opmerkingen 4.1 . toetsing aan GRS en goede ruimtelijke ordening

De Merel is in het GRS opgenomen als te ontwikkelen lokaal recreatiegebied. Meer concreet wordt als gewenste ruimtelijke structuur gedacht aan een invulling voor zowel dag- als verblijfsrecreatie, zij het dat dit steeds dient afgewogen aan de draagkracht van het gebied. Sleutelelementen voor het gebied zijn de ontwikkeling van de recreatieve dreef, de af te bouwen camping Groene Linde, het inspelen op de aanwezigheid van het kanaal, de realisatie van een langzaam verkeersverbinding en het versterken van het natuurgebied. De te ontwikkelen recreatiepool mag, om te verzekeren dat de impact op de omgeving beperkt blijfQ, slechts de huidige oppervlakte aan recreatie bedragen (26.63ha). Het gebied mag worden ingevuld om tegemoet te komen aan de lokale recreatieve behoeften van de nabijge.legen woonwUken. Als bindende bepaling wordt de suggestie de provincie meegegeven om de Merel mee op te nemen in het strategisch plan voor het Kempisch kanaal.

Het plan past grotendeels in de beleÍdsopties zoals opgenomen in het GRS. Alleen ís het plan slechts een gedeeltelijke uitvoering van het GRS voor dit gebied. Een globaal RUP voor het hele gebied De Merel is hier gewenst. Met een globaal RUP wordt niet alleen de uitbouw van de Merel geregeld, maar ook de afbouw of verhuis van de camping Groene Linde. Met andere woorden, een gebiedsdekkend RUP biedt garanties naar een optimale herinrichting van het gebied, met de beoogde clustering van recreatie rondom De Merel en de afbouw van de zone Groene Linde. Het is niet evident om het huidige plan zonder deze context positief te adviseren. Er wordt immers een grote toename van de dynamiek in voorzien, samen met het essentieel aantasten van de bestaande bosstructuur. Dit alles gebeurt zonder harde garanties dat de dynamiek voor de rest (noorden en oosten) van het gebied wordt afgebouwd en zo laag mogelijk gehouden,

Er duikt een mogelijke onverenigbaarheid op met het GRS voor het zwembad en voor de opties voor revalidatiecentrum, feestzaal en welnessinfrastructuur en het hotel. De mogelijkheid voor een zwembad houdt duidelijk in dat duidelijk wordt gemikt op een publiek uit de hele gemeente, en niet enkel uit de omringende woonwijken. Ook een hotel duidt duidelijk op een bovengemeentelijke functie. Op zich is de verblijfsfunctie wel

degelijk ingeschreven in het GRS, maar er wordt gevreesd dat een hotel, revalidatiecentrum, feestzaal of welnessinfrastructuur een grotere impact op de plgr_08.dot

318

draagkracht van de omgeving zal hebben dan bvb een camping. Omwille van deze reden wordt ernstig voorbehoud gemaakt bij het voorzien van deze mogelijkheden. Delen van het gebied liggen in een definitief aangeduide ankerplaats. De Mer-screening maakt hiervan geen meldingl De ligging in een ankerplaats impliceert dat waardevolle landschappelijke kenmerken worden doorvertaald in dit RUP. Het advies van het Agentschap Onroerend Erfgoed is daarom erg belangrijk.

4.2. planinhoud en stedenbouwkundige voorschriften Planinhoud

Dit plan is erg ambitieus en zorgt voor een flinke bijkomende dynamiek in het gebied. De te verwachten negatieve effecten worden hierna opgelijst en aangevuld met mogelijke te nemen maatregelen om het plan te optimaliseren. Mobiliteit

-

goede ontsluiting voor autoverkeer, niet optimale ontsluiting voor alternatieve vervoenruijzen wegens de vrij grote afstand tot de kernen van St. Job (3.5km) en Brecht (4.5km), wel te ven¡vachten substantiële verkeerstoename (autoverkeer) op een schaal die het gebied overstijgt. o Dynamiek moet omlaag, dit leidt automatisch tot minder mobiliteit o ln elk geval stimuleren modal split, niet faciliteren autoverkeer, verminderen parkeerplaatsen.

Ruimtelijke ordening - vrij excentrische ligging, naast rustig woonpark met lage dichtheid, geflankeerd door bos en open ruimtegebieden. RUP zal leiden tot een erg grote dynamiek in het rustige gebied met belangrijke natuurwaarden. . Aantal mogelijke invullingen verminderen. ls dit een goede locatie voor een sporthotel? ls autonome reca, culturele functies en feestzaal gewenst? Deze invullingen worden beter in woongebied of aansluitend b¡j de kern georganiseerd. - Er wordt geen RUP opgemaakt voor het hele gebied. ln het GRS staan nochtans enkele engagementen voor het gebied, die niet door dit RUP worden gevat (verplaatsing of uitdoven camping groene linde bvb.). Een gebiedsgerichte aanpak verdient de voorkeur, ook al omdat in dit geval een ontwikkeling van een deelgebied zal samen gaan met versterking van de natuun¡uaarden in het oostelijke deel van het gebied (welke niet is opgenomen in dit RUP). - De inplantíng van de functies kan beter. Het is positief dat de ontwikkelingen ten westen van de dreef worden gesitueerd, maar de resterende zone voor bos lijken vrij versplinterd en missen voldoende ruimtelijke samenhang. Het lijkt erop dat het bos enkel als buffer wordt ingetekend tov. het aanliggende woonpark en dat er niet voor wordt gekozen om zowel de recreatie als de bosstructuur te bundelen in een voldoende dens geheel (zie ook inrichtingsstudie voor richtinggevende invulling van de zones). - Er wordt getwijfeld aan de landschappelijke meerwaarde om het recreatieterrein ten oosten van de dreef te bebossen. Een betere invulling zou z¡n om het om te zetten naar landschappelijk waardevol agrarisch gebied en een landbouwterrein aansluitend aan de grote boscluster wat verderop naar het oosten te bebossen.

plgr_08.dot

4t8

Deze is een van de schaalvoordelen die naar voor komt als het plangebied in zijn geheel wordt bekeken.

Sfedenbo uwku nd ige voo rsc h rifte n 0.2 Er zijn geen voorschriften opgenomen om lichthinder te beperken 0.2.4

Er wordt gevraagd om palen met draadwerk te schrappen, gezien het natuurlijke karakter van de omgeving en omwille van storende effecten voor de aanwezige fauna in deze bosomgeving. 1.1 zone A richtgetallen voor parkeerplaatsen ipv percentage terreinbezetting het percentage bebouwbare oppervlakte ligt erg hoog geen garanties voor optimale clustering van de gebouwen

-

1.2 zone B Er wordt aanbevolen om verhardingen enkel in (half) waterdoorlatende materialen, ook de toegangswegen het percentage bebouwbare oppervlakte ligt erg hoog terrassen dienen inbegrepen in het (al erg ruime) percentage te verharden oppervlakte geen garanties voor optimale clustering van de gebouwen richtgetallen voor parkeerplaatsen ipv percentage terreinbezetting de mogelijke functÍes zijn erg ruim. Wat is een sporthotel? Enkel accommodatie (reca) in het kader van de dagrecreatie kan, geen autonome functies. Slaapgelegenheid als nevenfunctie kan, een sporthotel niet Dit is geen goede zone voor zorgfuncties. Deze horen thuis in woongebied of in een zone voor openbaar nut.

-

1.3 zone C

-

de mogelijkheden voor een sporthotel, autonome reca, zorgfuncties worden sterk in vraag gesteld. Het is nog niet duidelijk hoeveel bedden in het hotel kunnen maar er is al wel al aantal parkeerplaatsen (20) vastgelegd?! terrassen dienen inbegrepen in het (al erg ruime) percentage te verharden oppervlakte Er wordt gevraagd om de bunker - een belangrijk element in de ankerplaats- niet af te breken. Het inschakelen van de constructie naar een meer actuele bestemming moet wel kunnen. Hierbij wordt gedacht aan een uitkijkpost op het dak of dergelijke.

2. bosgebied Er wordt gevraagd de mogelijkheid tot verlichting te schrappen. Dit heeft immers nogal wat negatieve effecten op de fauna en flora, Het is niet nodig dat looppaden verlicht zijn.

-

5. openbare wegenis Het is jammer dat de dreef ten zuiden van de Tilburgbaan mogelijk wordt verdubbeld in breedte. Momenteel gaat het om een oude kasseiweg, uit dezelfde periode als de bunker en heeft deze een zekere pittoreske waarde, ls deze weg als lijnrelict beschreven binnen de ankerplaats? Er wordt gevraagd om alternatieven te bekijken (inschakelen weg in wandelroute, ...)

-

plgr-08.dot

5/8

ls het logisch dat bovenop de reeds erg ruime parkeermogelijkheden in de zones A,B en C er parkeermogelijkheden op de dreef worden voorzien? ls dit verenigbaar met het esthetische karakter van de dreef? ls er hiervoor een behoefteanalyse opgemaakt? 6. landelijke weg de noodzaak tot verharding wordt niet aangetoond. Uit de toelichtingsnota blijkt dat het bestemmingsverkeer wordt aangevoerd via de N115, wat een goede optie is. Om deze reden lijkt het logisch om de toegang via de Tilburgbaan zeker niet te faciliteren voor autoverkeer. Het gaat momenteel om een onverharde weg door bosgebied. Gezien de bestaande fietsroutes langs het jaagpad en langs de N115 lijkt het ook niet opportuun om deze weg te verharden ten behoeve van intensief fietsverkeer. De wegbreedte is erg breed ingetekend (het dubbele van de huidige wegzate) en dit wordt niet verantwoord. De noodzaak van deze breedte wordt dan ook in twijfel getrokken, gezien het beoogde landelijke karakter van de weg, en van de huidige invulling van bosweg.

-

-

4.3 Conclusie van de Mer-screening Alte rn atieve

no

nde

zoek

Er wordt een degelijk alternatievenonderzoek gemist. St. Job heeft een recreatiepool die bij de kern aansluit, er wordt daarom gevraagd beter uit te werken waarom bepaalde activiteiten van hier naar de nieuwe locatie moeten verhuizen, en waarom de omgekeerde mogelijkheid nÍet is onderzocht. Dit geldt ook voor de recreatiepool van Brecht zelf. Ruimtelijke ordening Het ligt niet voor de hand als alle mogelijkheden zoals voorzien het voorontwerp worden gerealiseerd dat dit niet in conflict zal komen met het natuurlijk karakter van de omgeving. Er wordt gevraagd of het niet mogelijk is dergelijke dynamische recreatieve voorzieningen op een locatie in de kern van St. Job in te richten. Het feit dat de recreatieve cluster grenst aan woonparkgebied kan niet als argument voor de locatiekeuze worden weerhouden vermits: de locatie mikt op recreanten uit de wijde omgeving ipv. Enkel uit het aanleunende woonpark het planopzet een afscherming tussen de recreatie en het woonpark beoggt, waardoor het bevestigt dat de dynamiek van de beoogde activiteiten de omgeviñg overstijgt.

-

Mobilíteit Modal split en parkeerplaatsen;

De site is goed bereikbaar met de wagen, en ligt binnen een aanvaardbare wandelafstand van een drukke bushalte. De afstand voor fietsers tot de kern van St Job is niet van die aard dat iedereen deze afstand als uitnodigend zal beschouwen (3.5km). Voor recreanten uit Brecht is de afstand 4.5km, wat feitelijk te groot is om een degelijke modal split te realiseren. Een kwalitatief fietspad is wel aanwezig zowel lang! het kanaal als langs de N115, Voor voetgangers is de site enkel bereikbaar voor de bewoners van het nabijgelegen woonpark. Een bijkomende stimulans om het openbaar vervoer en fietsverkeer kan bestaan in het aanleggen van een kwalitatieve en veilige dreef. Een volwaardig voetpad is noodzakelijk, een volwaardig fietspad niet, gezien nèt ontsluitend karakter van de dreef en het feit dat de aanbevolen snelheid zeker onder de ptgr_0B.dot

6/8

50km/h zal liggen (30km/h is meer evident). Een andere stimulans is om het aantal parkeerplaatsen te beperken. Dit kan worden gemotiveerd vanuit de uitstekende busverbinding en de ligging aan twee verbindende fietspaden (functionele fietsroute langs N115 en fietssnelweg langs het kanaal). Voor evenementen of een tijdelijke te venruachten hogere parkeerdruk wordt best gewerkt met een overloopparking. Deze dient niet als dusdanig ingericht, een vlak grasveld (eventueel plaatselijk aangevuld met kiezel) is voldoende. ln de huidige plannen ontbreken richtcijfers mbt. het aantal parkeerplaatsen. Het is niet aangewezen te werken met procentmatíge invulling van zones, vermits deze werkwijze het erg moeilijk maakt om een minder vriendelijk autobeleid uit te werken. Verkeersgeneratie en dynamiek; Het is duidelijk dat de beoogde actviteiten een sterke toename van het verkeer met zich mee zullen brengen. Hoewel de site uitstekend ontsloten is (N115 met drukbediende buscorridor), wordt afgevraagd of deze dynamiek geen te zware druk op de omgeving zal leggen. Het is jammer dat dergelijke activiteiten niet dichter tegen het centrum van de kern kunnen worden ingericht vermits de site nu redelijk ver ligt voor fietsers (3.5km van St Job in vogelvlucht) en nagenoeg onbereikbaar is voor voetgangers. Dit brengt met zich mee dat het fietsverkeer en busvervoer dient gefaciliteerd en autoverkeer niet, om de mobilitetsimpact op de site te verminderen. Het voorzien van minder hoogdynamische functies levert op zich de beste bijdrage om de te venruachten mobiliteitsproblemen te beheersen. Een alternatieve locatie die aansluit bij de kern - en dus vlot bereikbaar is te voet of met de fiets- zal veel minder autoverkeer genereren en er zullen veel minder parkeerplaatsen nodig zijn als een excentrisch gelegen locatie waar diverse activiteiten worden gebundeld. Het benodigde ruimtegebruik zal dus ook veel lager liggen bij de eerste optie. Hoger beleidskader;

ontwikkelingen zich verhouden tot de mobiliteitsstudie 'gebiedgerichte visie Noorderkempen'. ln deze studie uitgevoerd door de provincie en goedgekeurd door de deputatie en de betrokken gemeentebesturen wordt een toekomstvisie voor nieuwe ontwikkelingen in het gebÍed tussen de E34 en

Het is onduidelijk hoe de beoogde

E19 geschetst, Besluit; Een recreatieve site uitbouwen met de mogelijkheden zoals voorzien in dit plan, is niet evident vanuit mobiliteitsoogpunt. Om de dynamíek op deze site beheersbaar te houden wordt aanbevolen enkel sportgerelateerde functies te ontwikkelen, en dit op een beperkt schaalniveau. Reca kan, zij het enkel als ondersteuning van de dagrecreatie, niet als autonome functie.

Water Het plangebied ligt niet in (mogelijk) overstromingsgevoelig gebied en grenst aan een bevaarbare wateiloop (Kempisch kanaal). Gezien het natuurlijk karakter van de omgeving wordt gevraagd om voor de verhardingen minstens halfiruaterdoorlatende verñardingen op ie leggèn, zowel naar verhardingen als voor toegangswegen (met uitzondering van de dreef). Licht Uit de nota blijkt een engagement om de te ven¡¡achten lichthinder naar de omliggende woonwijken te bufferen Omv. de brede bosstroken. Dit is echter geen goede redenering. plgr-08.dot

718

Vermits de site in open ruimtegebied ligt is het noodzakelijk dat de verlichting tot een minimum wordt beperkt om geen overlast te veroorzakei voor de omliggeide open ruimtegebieden en bosgordels. De richtlijnen van het dept. LNE kunnen in deze als basis dienen. Maatregelen om lichthinder te beperken dienen opgenomen in de stedenbouwkundige voorschriften. Onroerend erfgoed Belangrijke delen van het gebied (zone aan het kanaal en gebied ten oosten van de dreef) liggen in de op 2811212008 definitief aangeduide ankerþlaats Brechtse heide. Het is vreemd dat dit niet wordt vermeld in de Mei-screening, li venrvijs dan ook naar het advies van het agentschap Onroerend Erfgoed.

5. Algemene conclusie Het RUP wordt ongunstig geadviseerd. Er wordt gevraagd het hele gebied op te nemen in het RUP en niet enkel het gedeelte wa¿rrvan de dynamiek exponentieel zal toenemen. Er kan akkoord gegaan worden met ontwikkelingen op niveau van de omliggende woongebieden, zoals voorzien in het GRS, maaiwat in het RUp wordt voorgesteld overschrijdt dit niveau ruimschoots,

Hoogachtend,

Kathelijne Toebak Gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar

plgr_08.dot

8/8

Agentschap

(/

Natuur øn Bos

Igean Dienstverlening T.a.v. Kurt Bisschops Doornaardstraat 60 2160 Wommelgem

bijlagen

uw kenmerk KB/JVl1888 /OBtz

ons kenmerk

vragen naar I e-mail

telefoonnummer

RU/2960/12-04285

03/224 62 57

Sanne Habets Sanne. [email protected], be

Betreft

Verzoek

:

Brecht

datum t2/09/2012

tot raadpleging in het kader van een milieueffectenrapportage van volgend plan:

- RUP De Merel

Geachte heer,

Ons Agentschap heeft de mer-screeninq met de nodige aandacht

onderzocht en stelt het volqende vast: - P.73 spreekt men van een eventuele feestzaal. Wanneer deze functíe

zal

worden ingericht, zal de impact op gelu¡d, licht en biodiversiteit, flora en fauna aanz¡enlijk toenemen. Het Agentschap is van mening dat dit momenteel onvoldoende tot niet wordt toegelicht in de mer-screening. Er wordt niet ingegaan op de effecten op de aanwezige vleermuizenpopulatie van zo'n feestzaa l.

- P.75 Effecten inzake geluid, Er wordt hier onvoldoende ingegaan op de effecten die een bijkomend geluidsniveau zullen hebben op de aanwezige fauna, met name de aanwezige vleermuizenpopulatie. Dit dient nader te worden toegelicht. Eventuele milderende maatregelen dienen te worden vermeld, - P.76 Effecten inzake licht. Ook hier wordt onvoldoende ingegaan op de effecten die een bijkomende verlichting zullen hebben op de aanwezige floraen fauna, met name de vleermuizenpopulatíe, Ook hier dienen milderende maatregelen te worden genomen om dit effect te minímaliseren. - P.78 Effecten inzake biodiversiteit, flora en fauna. Men stelt dat er geen significant negatieve effecten te verwachten zijn, omdat er ook recreatiezone wordt omgezet naar bosgebied, Volgens hetAgentschap is dit echter nogal kort door de bocht beschouwd. Allereerst is het huidige recreatiegebied momenteel al voor een groot deel bebost. Deze bossen worden beheerd door het ANB, De gewestplanbestemming doet hier eigenlijk niet ter sprake, gezien bos beschermd is door het Bosdecreet, ongeacht de gewestplanbestemming. Daarnaast voorziet men een behoud van 350/o van het bos in zone C, maar wordt deze huidige boszone wel omgezet naar recreatiegebied, Het feit dat er tevens een stuk recreatiegebied (de schapenweide naast de Schippersdreef) AGENTSCHAPVOOR,NAÍUURENBOS PROVNCIALET]IENSTANTVr'IRÞF,N GEBOUlVANNAB]JNS,LÂ,\]GtKTVIfJTR¡\T111I1L3BUS632O1BANISJERPEN o

!

224 62

62

0i

2?4 60 eO

A¡]

I

ANsGVL¿\ANDãRÉN

BI:

WrrV\J1l

NAI Uti

R

Eñ BOS

BE

voor

-/-q.

voor

Agentschap

Natuur en Bos wordt omgezet naar bosgebied doet hier weinig ter zake. Het aanwezige, oudere bos is waardevoller, juist door zijn ouderdom en de aanwezigheid van vleermuizenpopulaties. Daarnaast maakt deze zone deel uit van een unieke natuurverbinding tussen de Brechtse Heide en het open ruimtegebied ten oosten van De Merel, tot aan het Groot Schietveld toe! Er wordt in dit deel van de mer-screening ook niet ingegaan op de aanwezige vleermuizenpopulatie en welke effecten een ontbossing en het voorzien van allerlei infrastructuur op deze populatie zullen hebben. Eventuele koloniebomen dienen te worden geïnventariseerd en beschermd.

Conclusie

- Op basÍs van de huidige gegevens kan niet uitgesloten worden dat het

RUP

De Merel een significant negatieve impact kan hebben op het aanwezige bosgebied als buffer en de aanwezige vleermuizenpopulatie. Deze impact (lícht, geluid, verstoring, verlies van habitat, verlies van biodiversiteit...) wordt bÍnnen de huidige mer-screening te beperkt besproken.

-

Op basis van bovenstaande bemerkÍng is ons Agentschap van oordeel dat de MER-screening te summier is. In díe zin kan niet afdoende geoordeeld worden wat de reikwijdte van het toekomstige plan is en de hieruÍt volgende milieueffecten.

advies besproken ontbrekende gegevens. Een impactanalyse van de plannen op de aanwezige vleermuizenpopulatie dient te worden toegevoegd (in de vorm van een soortentoets). Wij doen momenteel geen verdere uitspraak over de eventuele planopties en hun stedenbouwkundige voorschriften. Dit zal in een latere fase bekeken worden. Hoogachtend, I

/

Voor Oe provinc/aÞ direq[ur, afwezig Joris Jansgdns celverar¡lwoordelijke Beleid _----

/ L

AGENTSCHAPVOORNATUURENBOS PIìOVINCIALEDIENSTANÍIVIRPEN GËBOI-]I^JANNABIJNSLAAIGEI(IFVTSIRÂAI.LÌU111

032?.4626?- O]2246090

ANTANB'ùVLAANDERENBE

\,'VW\r'/NÂIL]URENtsOSBE

BU5632013ANTWERPEN

\,1

i\

a

u

IGEAN nr. O. Br

.î,t0

o.

Ð K. K.

Bt.

0

7 -09- 20t2

Br. 81.

IGEAN dienstverlening Doornaardstraat 60 2160 WOMMELGEM

uw bericht van 06/08/2012

bijlagen

contactgegevens

ons kenmerk

Dirk Artois irk.aÊ[email protected]. be 03 224 62 L2

4.0:O2/rrOO9/99.87

d

uw kenmerk BRE 159

Betreft:

datum 5

-

SEP. 2012

Voorontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (plenaire vergadering dd 73/9/20L2) en verzoek tot raadpleging betreffende het 'onderzoek tot m i ieueffectenrappott'. Verzoek tot advies. I

Geachte heer, Geachte mevrouw,

In toepassing van aftikel 2.2.6 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het Besluit van de Vlaamse Regering van 11 mei 2001 en het Besluit van de Vlaamse regering betreffende het integratiespoor voor de milieueffectrapportage over een ruimtelijk uitvoeringsplan van 18 april 2008, verzocht u Onroerend Erfgoed Antwerpen om advies' Conform aftikel 2 van bovenvermeld besluit kan volgende informatie meegegeven worden: Binnen de begrenzing van het uitvoeringsplan zijn er gronden of erop aanwezige constructies gelegen die

geheel of ten dele voorlopig of definitief zijn aangeduid als ankerplaats met toepassing van de bepalingen van hoofdstuk 4 van het decreet van 16 april 1996 betreffende de landschapszorg;

-

Voor een overzicht van de beschermingen verwijzen wij door naar de databank beschermingen op de website van Onroerend Erfgoed. Bij de verdere opmaak van het GRUP dient met volgende opmerkingen rekening te worden gehouden:

:x

o

- Lange Kiûvitstråat 11.1-113 brrs 53 - 2018 Antwef pen vlaamse ovelhe¡c1 - onroerend Eruc]Qcl Antwerpen - Anna-Bi]nsgebouw -lel, o3 224 62 10 - Fax 03 224 62 23 - e-mail antwårpã[email protected] ' \Jww.onroerenclerfgoed'be

2/3 Discipli ne archeolog ie

:

Zoals in de MER-screening is aangegeven zijn

er in de Centraal Archeologische Inventaris

meerdere vindplaatsen gekend in de omgeving van het plangebied. Tevens wordt het plangebied gekenmerkt door een zandbodem waarin archeologische resten goed bewaard kunnen blijven. Op basis van de aangeduide vindplaatsen in de CAI en de bodemkundige omstandigheden kunnen binnen het plangebied archeologische resten, met name uit de prehistorle, worden verwacht. De conclusie dat er geen negatieve effecten inzake onroerend erfgoed te verwachten zijn is in deze niet juist.

Bij ingrepen in de bodem zullen naar verwachting de aanwezige archeologische resten worden vernietigd. Het is dan ook noodzakelijk om voorafgaand aan grootschalige werken met ingreep in de bodem een archeologisch prospectief onderzoek te voorzien als milderende maatregel. Discipline landschappen en industrieel erfgoed

Een deel van het studiegebied ankerplaats'Brechtse heide'.

:

is gelegen in de via MB 2e/12/2008 definitief

aangeduide

Naar aanleiding van deze definitieve aanduiding dient aan dit plan een zorgnota te worden toegevoegd die aangeeft hoe wordt omgegaan met het aanwezige erfgoed. De MER-screening maakt enkel melding van de opname ¡n de landichapsatlas en is op dat vlak ontoereikend.

Zo wordt oa over de mestbunker gesteld dat deze geen erfgoedwaarde heeft en wordt in de

stedenbouwkundige voorschriften zelfs gesteld dat deze voor maxim aal 33o/o mag behouden blijven. Antwerpen heeft gedurende haar ontwikkeling als stad steeds gezocht naar oplossingen voor haar afval- en beerprobleem. De beer kon nuttig besteed worden als meststof, zodat men trachtte de stadsbeer te verkopen aan landbouwers, Ook bij de ontginning van de heidegronden in de Kempen kon de Antwerpse beer nuttig besteed worden. De aankóop vãn de gronden ie erecht gevolgd door de bouw van de mestbunker of beerkuil situeert zich in deze zoektoðht naar een nuttig gebruik van de Antwerpse beer. De mestbunker van Brecht uit 1911-1912 was in gebruik van 1912 tot ca. 1930. De constructie in gewapend beton bestaat uit drie compartimenten, welke verder zijn onderverdeeld. Gelegen aan het Kempisch Kanaal kon de beer per boot gemakúelijk van Antwerpen naar Brecht worden gevoerd. De overslag gebeurde via pompen en Luizen aángesloten op de

luiken aan de bovenzijde van de bunker, en via wagentjes op smalspoor. Oe onmiddeìti¡t<e omgeving van de mestbunker is momenteel overwoekerd en het interieur van de bunkérs onbetreedbaar, waardoor de aanwezigheid van sporen van dit smalspoor of andere elementen van het systeem van overslag niet geverifieerd kon worden, De imposante constructie, ca. 100m (1.) x 25m (b.) x 4m (h.), is een getuige van de beerven¡¡erking van de stad Antwerpen en de historiek van het domeÎn in stadseigendom te Brecht. Het verhaalt zowel de geächiedenis van de beerverwerking in een stad als de agro-industrie en landbouwgeschiedenis in-de Kempen, namelijk hergebruik van beer uit de stad als meststof op het platteland. Deze mestbunker is opgenomen in de beschrijving van de aangeduide ankerplaats¡ wat een erkenning van de erfgoedwaarde van de site inhoudt en tevens openbare besturen verplicht deze in ere te houden, De constructie in gewapend beton veftoont een grote eenheid in uitzicht, waarbij de bunker zijn imposante karakter dankt aan zijn omvang. De toegãng tot de binnenruimte is voorzien via luiken aan de bovenzijde, waardoor de gevels van de bunker gekenmerkt worden door een grote geslotenheid. De constructie is te behouden in haar totaliteit, nret aandacht voor de kleine erfgoedrelicten zoals nog aanwezige restanten van de wijze van overslag van de beer. Elementen die de wijze van functioneren van de mestbunker illustreren, dienen behouden te blijven en bij voorkeur afleesbaar gemaakt te worden. Ook de voorziene compenserende bebossing in de open landbouwzone is storend omdat vanuit de dreef een mooi zicht is op de smalle landbouwpercelen die zeer typerend zijn voor de ontwikkelingen in de 19e eeuw, stedenbouwku ndige voorschriften

;

artl'1 en 1.2: mbt de verhardingen dient restrictiever vastgelegd worde welke in waterdoorlatende en welke in niet-waterdoorlatende materialen worden aangãlegd.

art 1'3' de bepaling dat slechts

33olo van de bunker kan behouden worden dient zeker te worden geschrapt. Er dient beter onderzocht te worden of de constructíe kan gebruikt worden in de nieuwe

plannen. De bestaande kasseiverhardingen rond de bunker zijn in goede staat en worden best ook bewaard en geintegreerd in het nieuwe project.

Ììrr,

fl:2.24

ô-rl ,10

- füx

rJ.ì 22,1 ü2

23

(,,irì,ììl ¡ntrwi)i'iir|r(i¡\0nr'irtìr-crìcirlLfÐaiirj_bi-: - ri{!,,,/7v.i)rìrí)ere¡dcrigJeiJ,í)e

3/3

art 4 de wandelboulevard wordt momenteel dwars door de mestbunker voozien(indicatief); Hier dienen zeker alternatieve te worden bekeken, Ook de integratie van de bestaande kasseiverhardingen dient bekeken te worden. art6 aangezien het hier een deel van de oude weg naar Hoogstraten-Breda betreft dienen meer beperkingen inzake verharding en uitrusting van de weg te worden voorzien. Conclusie Onroerend Erfgoed Het agentschap Onroerend Erfgoed kan niet instemmen met de conclusie van het verzoek tot raadpleging. U¡t het bijgevoegde RUP blijkt dat het plan wel aanzienlijke milieueffecten zal genereren m¡b.t. het onroerend erfgoed. De impact van het RUP in zijn huidige vorm is negatief voor het behoud van de erfgoedwaarden van dit gebied. Wij vragen dan ook om de procedure voor de opmaak van een Plan-MER op te starten en/of te zoeken naar alternatieven en milderende maatregelen in het kader van de zorgnota.

3 .¡t

t¡t

- Onroerend Elfgoecl Antwei'pen - Anna-B¡jnsgebouw - Lange K¡evitstraât 111-113 bus 53 - 2018 AntlverÞen Tel.03 224 62 10 - Fðx 0322462 23 - e,mail antwärpÁn@)onroerenderfgoed,be - ww'¡¿.onroerenderfgoed.be

Vlðamse Overheld

Vlnt"fit^

Kris Van den Belt

Diensthoofd Dienst Lokaal Waterbeheer Afdeling Operationeel Waterbeheer Koning Albert ll- laan 20 bus 16

VLAAMSE MI LIEUMAATSCHAPPIJ

-D

ÞLç\

1000 Brussel Fax, (02)553 21 05

--tJ =L----f 6 o

(:

(Joot^.-Pa,'^

Jl6.,

2

uw kenmerk

ons kenmerk

dossier behandeld door

BRE 159

wT 2012 R 0181

Bçam Vogels

l 'il'

l.:i?

contact via [email protected]

Tel. (02)553 21

11

Advies aanvraag ruimtelijk uitvoeringsplan de Merbl Aanvrager: lgean dienstverlening

Geachte

Op uw verzoek en onder venarijzing naar artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het iniegraal waterbeleid werd onderzoòht of er een schadelijk effect op de waterhuishouding uitgaat van de gLplande ingreep. Deze adviesverlening geldt voor het domein grondwater'

De percelen zoals aan mogelijk overstromings van"veranderingen in i grondwaterstroming.

volgens de watertoetskaarten voor een klein deel elijkê effecten zouden kunnen ontstaan als gevolg kwaliteitsverlies van grondwater en de wijziging in

Voor de advisering van RUP's venruijzen we naar het besluit van de Vlaamse Regering van 11 mei 2001 tot aanwijzíñg van de instellingen en administraties die adviseren over voorontwerpen van ruimtelijke uítvoêringsplannen en meðr bepaald naar het wijzigingsbesluit van de Vlaamse Regering van 3 juli 2009 hóudende aanwijzing van de adviesinstanties voor het watersysteem bij voorontwerpen van ruimtelijke uitvoeringóplannen en gemeentelijke plannen van aanleg. Na deze wijziging dient volgens art. 2, 12' van het aangepaste besluit de VMM advies te geven als:

a)

er onbevaarbare waterlopen van eerste categorie gelegen zijn binnen de begrenzing van het uitvoeringsplan;

geheel of ten dele gelegen zi¡n õinnðn de met die watèrlopen verbonden overstromingsgebieden die op de ptanñen van aanleg of de ruimtelijke uitvoeringsplannen aangegeven zijn;

b) ' de gronðen, gelegen binnen de begrenzing van het uitvoeringsplan c)

di'

de grondeò, gelegen binnen de begrenzing van het uitvoeringsplan, gelegen zijn binnen watðrwingebieOen en beschermingszones type l, ll en lll, afgebakend volgens het besluit van de Vlaamse regering van27 maart 1985 houdende nadere regelen voor de afbakenìng van waterwingebieden en de bescherm ingszones;

oppÑlaktewater voor oppervlaktewaterwinning bestemd voor drinkwaterproduktie gelegen is binnen de begrenzing van het uitvoeringsplan; ñet ùitvoeringsplan Uetrãt
e) er

f) g)

afstromen naãr eei onbevaarbare wáterloop van eerste categorie en geheel of ten dele in effectief overstromingsgevoelig gebied op de kaart van de overstromingsgevoelige gebieden in bijlage 1 bij het neõluit van de Vlaamse Regering van 2O juli 2006 tot vaststelling van nadére regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en

Maatschappetijke zetel: A. Van de Maelestraat 9ó - 9320 Erembodegem - www.vmm.be

f;=

2

tot vasts.telling van nadere regels voor de adviesprocedure, vermeld in artikel B van het

h)

decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid;

de gronden, gelegen binnen de begrenzing van het uitvoeringsplan, geheel of ten dele gelegen zijn in mogelijk of effectief overstromingsgevoelig gebied op de kaart van de overstromingsgevoelige gebieden in bijlage 1 biJ het besluit van de Vlaamse Regering van 20

juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling ván nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid en voor zover binnen het plan een oppervlakte van

meer dan

t ha een bestemming

als woongebied, industriegebied,

bedrijventerrein,

recreatiegebied, gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, gebied voor wegeninfrastructuur of gebied voor spoorwegeninfrastructuur verkrijgt in afwijking van de bestaande plannen van aanleg of uitvoeringsplannen; Geen enkele van deze gevallen is hier van toepassing. De VMM afdeling Operationeel Waterbeheer is b'rjgevolg niet bevoegd om advies te geven over dit dossier.

Hoogachtend

4'.0,.1,. Krls Van den Belt Diensthoofd Dienst Lokaal Waterbeheer

Ø

åæsæ

Woensdag I2 scptcntbcr20l2

VLÀÁ[ISE GÊúEÊNÈCBÀP

ARENtsERGGÊBOUW 5 ARENBgRGSIRAAT BRUSSEL IOOO TEL ()2 209 45 I I BE ElLo50 www

College van Butgemeestet en Schepenen Gerneentebestuur Gemeentepatk 1 2960 Blecht

Urv brief van {910812012 Urv ref.: KB/JV/I 88 8/08 12 Onze ref.: MVE/FP/SD/2012

l2l

Advies bij de plarunersc¡eening van het gemeentelijk RUP "De Melel".

Bctreft:

Geachte heer,

'Wij

ontvingen uw aanvraag voor advies bij de planmerscteening van het gemeentelijk RUP "De Metel" te Brasschaat.

Wij hebben

\ilij

geen opmerkingen

bij de inschatting van de mogel[ike milieueffecten,

kan hopen u hiermee van dienst te zijn. Mocht u nog vragen of opmerkingen hebben clan

u contact opnsmenmet Francis Pepermans:02209 4617 Samh Denys: 02209 45 88 - Salah,[email protected],be.

-

fl'an¡is.pepermans@þloso.be

of

Hoogaclrtend, 0

P:F{7\H/î N s tß11¡¿t,S Michel Van Espen Directeur afdeling Infi'astrttctuur.

LIJ KH E I D' IVA RP I NTERN VERZELFSTAND¡G Þ AGENTSCHAF ¡,.IËT R EC HTSTlEIìSOON VOOR DE BËVOIlÞÉRING VAN DÊ LICHA},tT-LIJKE ONT\i.lIKKELING, DE 5I'ORT EN DE OFENLUCHTRËCREÀTIE

agentschop

Wegen en Verleer

District Brccht

IGEAN

Bethovenstraat 66 2960 Brecht Tel. 03 330 12 60 - Fax 03 313 65 20 wegen.antwerpen@vlaanderen, be

Doornaardstraat 60 2160 Wommelgem

uw bericht van

uw kenmerk

ons kenmerk

6108t2012

KBtJVl1887lO812

D-WA-201208-32769

vragen naar / e-mail

telefoonnummer

datum

Luc Bonemans

03 330 12 61

'1410812012

bijlagen

Betreft Gemeente Brecht - RUP De Merel Geachte, Naar aanleiding van uw bovenvermelde brief laat ik u weten geen bezwaarte hebben op het RUP, aangaande het genereren van milieueffecten' Hoogachtend,

--'>

o. Borremans Districtschef Adjunct v/d directeur

Bl

21 -0s- 2012

www.vlaanderen.be

a 1 1 :tttt.

1,,

j t,,.1, )1i

a!?lf)ti.tti:l!tl

Mobiliteit en 0penbare Werken Algemeen Beleid Koning Albert ll-laan 20 bus 2

Aan IGEAN dienstverlening T.a.v. Jos Van Hoydonck Directeu r-zaakvoerder Doornaardstraat 60 2160 WOMMELGEM

1000 Brussel

Tel.02 553 71 09 - Fax 0255371 07 beleid@mow, vlaanderen. be

uw bericht van

uw kenmerk

ons kenmerk ABDNPtUt2012l00485

vragen naar / e-mail Tim De Backer

telefoonnummer 02-55374.03

datum

ti m.

debacker(@mow. vlaaEderen. be

bijlagen

I 3 sEP 2û,l2

Betreft: BRECHT - RUP de Merel - gecoördineerd advies Mijnheer de directeur-zaakvoerder

Verwijzend naar het schríjven d.d. 06 augustus 2012 met kenmerk KB/JV/1887/0812, deel ik u mede dat het Departement Mobiliteit en Openbare Werken een voorwaardelijk gunstig advies verleent bij voorliggend verzoek tot raadpleging m.b.t. het gemeentel'tjk RUP "De Merel" te Brecht. ln de bijfage bij deze brief formuleert het departement een aantal belangrijke aandachtspunten.

Het betreft een gecoördineerd advies van de afdelingen Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid, Haven- en Waterbeleid en Algemeen Beleid. Gelieve het departement te willen verontschuldigen voor het overleg d.d. 13 september 2012. Hoogachtend, Voor de secretaris-generaal, afwezig

IGEAN nr.

c. i:i

3

o,

L^*

D K. K,

Verbakel Afdelingshoofd ir.

afschrift ter kennisgeving aan

Bt,

I

t

-09-

2012

Br, BI.

I

tl

:

ir, Yvan Verbakel, afdelingshoofd, afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid

bij

lage bij brief AB^/VP/U/2O

1 21

00485

Betreft: BRECHT - RUP de Merel - gecoördineerd advies Het Departement Mobiliteit en Openbare Werken formuleert de volgende aandachtspunten : : Het departement betreurt dat voor deze ontwikkeling een locatie gekozen is tussen de beide kernen, zodat nog veel meer mensen aangewezen zullen zijn op de wagen om zich te verplaatsen. De mobiliteitseffecten worden eerder vaag bekeken door een gebrek aan een precieze invulling van de site. Terecht wordt de nadruk gelegd op de parkeerproblematiek - naar autoverkeersdruk zal inderdaad een veilige manier van afdraaien op de N1 15 het belangrijkste zijn en zal de wegenis deze bijkomende capaciteit aankunnen. Parkeren is dus erg belangrijk, maar ook hierover worden eerder vage gegevens aangeleverd, eveneens door het gebrek aan een duidelijk beeld van een precieze invulling van de site. Hier had met een vork gewerkt kunnen worden of een maximumgrens opgelegd kunnen worden. ln de nota wordt enkel verwezen naar een maximaal percentage van de oppervlakte die als parking gebruikt kan worden, maar een plan hiervan ontbreekt. Bij de exploitatiefase wenst het departement dat de alternatieven aan de auto als verplaatsingsmiddel de nodige flankerende maatregelen zullen krijgen om de sterke autoafhankelijkheid zo beperkt mogelijk te houden. Ontwikkelingen die de draagkracht (in het bijzonder door het parkeren) te boven zouden gaan, dienen in de toekomst vermeden te worden. Dit zal bekeken worden in (een) volgende fase(s), wanneer de bouwvergunning(en) eveneens vergezeld zal (zullen) zijn van een MOBER. Het departement vraagt om de reservatiezone van het kanaal Dessel-TurnhoutSchoten te behouden en op te nemen in het grafisch plan en de stedenbouwkundige voorschriften. Langs het kanaal ligt een jaagpad. Het jaagpad dient decretaal beschouwd te worden als een dienstweg voor de waterwegbeheerder of van zijn opdrachtnemers die hen toelaat de waterweg te inspecteren en/of om snel ter plaatse te kunnen zijn. Gelieve het statuut van het jaagpad op te nemen in de stedenbouwku nd ige voorschriften.

Ruimteliike Ordening Extern Van: Verzonden: Aan: GC:

Ondenrverp:

Habets, Sanne [sanne. [email protected]. be]

maandag 10 december 201211:31 Ruimtelijke Ordening Extern

De Schryver, Hans RE: RUP De Merel - aanvulling mogelijke effecten op vleermuizen

Beste, De huidige aanvullingen in de MER-screening zijn volgens ons voldoende om tot vrijstelling van de plan-MER te komen. Uiteraard dienen de opmerkingen (zoals behoud van bosgordel aan zijde kanaal en Tilburgbaan)tevens opgenomen worden in de grafische plannen.

lk heb wel nog één algemene opmerking. Meerdere keren wordt er gesproken over het behoud van een grote oppervlakte aan bos (onder andere in de ruimtebalans en de pagina's 56, 67,77,84, 86...) in zone A: een groene gordel met een minimale breedte van 5m. Volgens het Agentschap is een strook van 5m breed echter te smal om nog als bos beschouwd te worden en deze oppervlakte dient dan ook niet meegeteld te worden als bos in de ruimtebalans. Ofwel wordt deze gordel uitgebreid tot 10m breedte, ofwel wordt ze niet vermeld als 'behoud van bos'. lk hoop dat u hiermee voldoende info hebt voor de dienst MER. Met vriendelijke groeten,

Sanne Habets Dossierbehondelaor & Relotiebeheerder AVES - Regio West Agentschap voor Natuur en Bos - Provinciale afdeling Antwerpen Gebouw Anna Bijns, Lange Kievitstraat 1,1,L/1,13 bus 63 2018 Antwerpen Telefoon: 031224 62 57 GSM:0491 996 188 Samen goøn we voor een Liveable Community! Neem eens een kijkje op www.livcomawards.com

!!!

De inhoud van dit bericht en eventuele bijloge(n) verbinden het Agentschøp voor Nøtuur en Bos niet, zolang nÌet bevestigd door

een geldig ondertekend document.

Van : Ruimtelij ke Ordening Extern [ma ilto : ruimtel ij keordeninq@igea

n.

be]

Verzonden: vrijdag 30 november 201214:35 Aan: Habets, Sanne; Smeets, Veronique; Van Herbruggen, Katrien Onderwerp: FW: RUP De Merel - aanvulling mogelijke effecten op vleermuizen

Sanne, Zoals telefonisch meegedeeld vernamen we van de Dienst MER dat voorlopig geen beslissing over de vrijstelling van plan-MER van het RUP "De Merel" te Brecht genomen kan worden. De reden hiervoor is dat de mogelijke effecten 1

op de vleermuizen onvoldoende beschreven werden. Na telefonisch contact met u en verder overleg met de Dienst MER en de gemeente Brecht werd besloten de screeningsnota op dit punt aan te vullen. Voor de Dienst MER is het standpunt van het Agentschap voor Natuur en Bos belangrijk om een beslissing tot vrijstelling van plan-MER te kunnen nemen. We bezorgen u dan ook de aangepaste nota met het verzoek om mee te delen of u op basis van de aanvullingen akkoord kan gaan met het besluit dat het plan in zijn huidige vorm geen aa nzien lij ke negatieve m i ieueffecten ka n genere re n. I

We bezorgen u de toelichtingsnota, inclusief merscreening, waarin alle wijzigingen na de plenaire vergadering in kleur gemarkeerd werden. De beschrijving van de mogelijke effecten op de vleermuizen en de maatregelen die in het RUP voorzien worden ter bescherming van de vleermuizen zijn opgenomen op p 88 en volgende. Ook andere belangrijke opmerkingen van ANB zijn verwerkt, zoals het behouden van een brede bosgordel in zone C en het schrappen van de feestzaal. Het dossier wordt voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad op 13 december 2OL2. Op die dag zouden we een beslissing van de dienst MER moeten ontvangen hebben. Aangezien we hiervoor het aangepaste dossier terug moeten indienen en de dienst MER de aanpassingen nog moet kunnen beoordelen zou ik u willen verzoeken uw standpunt en eventuele opmerkingen of aanvullingen per mail te bezorgen ten laatste op 5 december 2012. We benadrukken dat op dit moment geoordeeld moet worden of het nodig is om een plan-MER op te maken. Opmerkingen op het RUP zelf kunnen uiteraard nog ingediend worden tijdens het openbaar onderzoek. Onze excuses voor de korte termijn en we danken u bij voorbaat voor uw medewerking.

Met vriendelijke groeten,

Kurt Bisschops ruimtelijk planner IGEAN dienstverlening

Doornaardstraat 60 2160 Wommelgem Tel 03/350.08.23 03/353.34.10 E-mail [email protected] Fax

e

eã

ã

diênstvêrlÊntng

rnileu & uuilþhalj

2