adrem remonstrants maandblad jaargang 21 nr. 1 februari 2010
thema gemeenteraadsverkiezingen Kiezen met je onderbuik?
van de redactie
wissel werking AdRem is vernieuwd! Dat er iets ging veranderen hebt u al kunnen constateren aan de ‘glossy Arminius’, die u in januari hebt ontvangen. Tegelijkertijd vormde die ‘special’ de aanzet voor een re-styling van AdRem. Het eerste nummer van het nieuwe AdRem ligt voor u. De veranderde lay-out springt natuurlijk het meest in het oog, maar u zult merken, ook qua inhoud en taalgebruik gaan we met de tijd mee. De wisselwerking tussen vorm en inhoud moet een mooi en interessant blad opleveren. De redactie is er met ambitie aan begonnen. Een duidelijk thema per nummer, dat zo goed mogelijk op de actualiteit is geënt, maar een niet geijkte invalshoek kiest. Aansprekende geïnterviewden, die iets te zeggen hebben wat we nog niet elders hebben kunnen lezen. Human interest zonder koffiepraat. En een redactie met een netwerk binnen de vrijzinnige wereld.
Gemeenteraadsverkiezingen Het februarinummer van AdRem staat in het teken van de gemeenteraadsverkiezingen op 3 maart. Het is onduidelijk hoe die gaan verlopen en wat de uitslag zal zijn. Wat wordt de rol van de gevestigde landelijke politiek, wat wordt de rol van de lokale partijen? De blijvende populariteit van lokale lijsten sinds 1994 is vooral te danken aan hun sterke groei in steden boven de rivieren. Lokale partijen waren al sterk in zuidelijke plattelandsgemeenten, waar tot een paar decennia terug landelijke partijen niet eens deelnamen aan de raadsverkiezingen. In dit nummer van AdRem
drie artikelen over dit thema. In de eerste plaats komen gemeenteraadsleden met vrijzinnige achtergrond
die hopen na 3 maart hun werk in de raad voort te kunnen zetten. Waarom zitten zij in de politiek? In welke mate speelt hun geloofsovertuiging mee in hun werk voor de gemeenteraad? Opvallend, geen lokale partijen hier aan het woord! In directe zin leest u dus weinig over Wilders en Verdonk in dit blad. Dat kunt u uitgebreid in de kranten lezen. AdRem gaat daarentegen in op een belangrijk kenmerk van populistische leiders: het exploiteren van onderbuikgevoelens. Tom Mikkers geeft hierover zijn – natuurlijk – tegendraadse mening en trekt parallellen met de bijbel. Het derde thematische artikel gaat over overtuigingskracht. Politici praten op commando als ze een microfoon onder hun neus geduwd krijgen, maar overtuigen ze ons ook? Hoe werkt overtuigingskracht eigenlijk? Judith Bos geeft media- en presentatietrainingen en licht een tip van de sluier op. Ook predikanten kunnen veel van haar leren. aan het woord,
Mail ons Wisselwerking, ook met de lezers van AdRem, daar gaat het de komende tijd om. Mail ons gerust met suggesties, opmerkingen en kritiek. Mail- en postadres staan in het colofon. Op die manier creëren we een winwin situatie.
•
Carla Bierlaagh Hoofdredacteur a.i. AdRem
R
1
in nummer dit nummer onder meer: in dit
Beraadsdag ‘Voor een vrij en verdraagzaam C Remonstrantse kerk, Museumpark 3, Rotterda Informatie/opgave: www.remonstranten.org 0
3 400 jaar Remonstrantie
10 Kees Posthumus Arminius! Rekkelijk!
3 Jongerengemeente Arminius
12 Overtuigingskracht van Judith Bosch
4 Remonstrant-zijn in de politiek
14 Onderbuikgevoelens
6 Onderscheiding Yad Vashem
16 Tentoonstelling Niet Normaal
7 Korte berichten
17 In memoriam Co Beukman
8 Boekbespreking God is Gek
18 Portret Dik Mook
9 Bijbeloverweging
19 Beraadsdag 13 maart 2010
REM_poster Beraadsdag 2010_.indd 1
colofon Redactie: Carla Bierlaagh (hoofdredacteur), Michel Peters (eindredacteur), Sigrid Coenradie, Martijn Junte. Redactieadres: AdRem, p/a Nieuwegracht 27 a, 3512 LC Utrecht, tel. 030-2316970,
[email protected] Administratie (adreswijzigingen en andere mutaties):
[email protected], of via bovenstaand redactieadres. ING 4088342 t.n.v. AdRem Utrecht Website: www.remonstranten.org Kosten: gratis voor remonstranten, 30,- euro per jaar voor niet-remonstranten. Advertentietarieven op aanvraag. Ontwerp: Marjorie Specht, www.ontwerpkantoor.nl Uitgave: Boekencentrum Uitgevers Druk: Koninklijke BDU Barneveld ISSN 0925-238X © Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder voorafgaande toestemming van de redactie.
400 jaar Remonstrantie
A
Voorvechter van de vrije wil
Op 14 januari vond een mooi feest plaats rond 400 jaar Remonstrantie in het Catharijneconvent in Utrecht. In de ochtend was het Convent van Predikanten bijeen gekomen, net als vierhonderd jaar geleden. Het maken van een groepsfoto, in toga of niet, paste mooi in de traditie. ’s Middags speelde Kees Posthumus een voor-première van zijn toneelstuk Arminius! Rekkelijk! (zie elders in dit blad). Hoogtepunt van de dag was de presentatie van de glossy Arminius en het boek 400 jaar Remonstrantie. De eerste exemplaren werden aangeboden aan de Iraanse islamitische theoloog Simin Rafati, aan rabbijn David Lilienthal en aan Jan Offringa van de beweging Op goed gerucht. Met name de verschijning van de glossy leverde uitgebreide aandacht in de media op.
•
¤ 6,50
mer Num dat 1 en zo t blijf
Tariq Ramadan Het ware geloof van Pauw & Witteman Wat zijn precies remonstranten? Adelheid Roosen: De rek in de regels Vrijheidsvader Ivo Opstelten Ramsey Nasr Siebelink meets Schrijver
Zes jongeren zeggen
‘ja’ tegen de kerk
Remonstrantse Beraadsdag
13 | 3 | 2010
hristendom’ am 030 2316970
Lid worden van een kerk, is dat wat voor jongeren? Een prangende vraag in deze tijden van ontkerkelijking! Ook bij de remonstranten zie je weinig jongeren. Maar toch: zes jongeren zijn bezig zich voor te bereiden op het doen van belijdenis in de remonstrantse jongerengemeente Arminius. Bij de remonstranten kun je landelijk lid worden en daarvoor hoef je niet eens belijdenis te doen. Je hoeft zelfs niet gedoopt te zijn (of te worden) – je zou zeggen dat dit uitnodigend moet zijn. Toch zijn er nauwelijks jongeren die landelijk lid worden. Jongeren binden zich niet graag aan bestaande organisaties, ze doen liever incidenteel mee met een activiteit dan dat ze ergens lid van worden. Dat merk je bij politieke partijen, omroepverenigingen en ook bij de Remonstrantse Broederschap zijn weinig jonge leden of vrienden. Jongeren tot 35 jaar kunnen (ook) terecht bij de landelijke jongerengemeente Arminius. Arminius is een heuse gemeente, zonder eigen kerkgebouw, maar wel met enkele kringen in plaatselijke gemeenten en elk jaar een eigen weekend in de Hoorneboeg. Er zijn bij elkaar bijna zestig Arminianen, maar niet iedereen is ‘lid’ van Arminius, en 08-12-09 13:01
dat hoeft ook niet. Op de adreslijst staan meer vrienden dan leden en ook veel belangstellenden die graag op de hoogte gehouden worden van activiteiten, zonder zich te willen binden als (betalend) lid of vriend. En toch zijn er dus die zes jongeren die zich wel degelijk willen binden: ze zijn bezig hun eigen belijdenis te schrijven. Het is een fascinerend proces, je kunt het een omkeer noemen: een bewuste keuze voor een kerkelijk verband, een betrokkenheid die in onze tijd niet meer vanzelfsprekend is, zeker niet voor jongeren! Elke maand komen ze bijeen om van gedachten te wisselen over vragen als ‘Wie of wat is God? Wat betekent Jezus voor mij? Wat is ‘geest’? Welke rol spelen de bijbelverhalen in mijn geloofsbeleving?’ Op 28 maart is er een Arminiusdienst in Hilversum waarin de jongeren belijdenis zullen doen. Tevens nemen we dan afscheid van de vertrekkende kerkenraadsleden Liesbeth Lenselink (voorzitter) en Joost Wery (penningmeester).
•
Japke van Malde Coördinator jonge remonstranten, predikant jongeren gemeente Arminius, www.remonstranten.org/arminius jaargang 21 nr. 1 februari 2010 3
thema gemeenteraadsverkiezingen
Remonstrant – zijn in de
P n litiek Op 3 maart gaat Nederland naar de stembus. Op die datum worden in de meeste gemeenten de leden van de gemeenteraad gekozen, rechtstreeks door de bevolking. Op basis van de Grondwet vindt dit proces iedere vier jaar plaats.
Er zijn afwijkingen: op 18 november 2009 zijn er al zes gemeenteraadsverkiezingen geweest die verband hielden met een gemeentelijke herindeling. Dat was onder meer in Venlo, Zuidplas en Oldambt. De nieuwe fusiegemeen ten functioneren sinds 1 januari 2010. In deze gemeenten wordt in maart dus niet opnieuw gestemd. Er zijn ook gemeenten die later dit jaar heringedeeld zullen worden, zoals Naarden-Bussum – als alles doorgaat zoals men denkt. Ook in deze gemeenten zijn de verkiezingen uitgesteld. Negentien januari is de dag van kandidaatstelling en leveren politieke partijen hun kandidatenlijst in bij het centraal stembureau in de gemeente waarin zij aan de verkiezingen willen deelnemen. Vrijwel alle landelijke partijen zullen deelnemen, en daarnaast talloze lokale politieke partijen. De opkomst bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen in 2006 was een kleine 60%. De eerstvolgende Tweede Kamerverkiezingen staan gepland voor 11 mei 2011. Voor de Tweedekamerverkiezing kwam in november 2006 ruim 80% opdagen. Die verkiezingen waren toen noodzakelijk omdat het kabinet Balkenende II was gevallen. Hoe de opkomst zal zijn, moeten we nog maar afwachten, dat weten we niet voor 3 maart 2010. In ieder geval schijnt het tegenwoordig niet gemakkelijk te zijn voldoende personen bereid te vinden zich in te zetten voor een raadszetel. ‘Binnenlands bestuur’ van december 2009 meldt dat het de laatste jaren moeilijker is geworden mensen te recruteren voor de Raad, onder meer omdat de inkomsten de tijd die men in de politiek steekt niet compenseren. En omdat steeds minder mensen lid willen worden van een politieke partij, waaruit de gemeenteraadsleden worden gerecruteerd. In de komende gemeenteraadsverkiezingen zullen ook een aantal remonstranten en andere vrijzinnigen een gooi doen naar een plaats in een gemeenteraad. Wat drijft hen daarbij en hoe verhouden hun politieke ambities zich met hun geloof? Via de remonstrantse gemeenten kwam ik een aantal van hen op het spoor. Zij gaven aan wat hen 4 adrem remonstrants maandblad
‘triggert’ in het politieke bedrijf, en wat hen daarbij bindt aan de remonstranten. Hun – in het kader van dit artikel summiere - opmerkingen smaken naar meer. AdRem wil later nog eens op hun ervaringen terugkomen.
Trix van der Torren / RB Dordrecht / VVD Mijn levenshouding hoort bij noblesse oblige. Het vrijzinnig gedachtegoed van de RB sluit heel goed aan bij het liberalisme en vice versa. Beide gaan er kort gezegd van uit dat je altijd zelf moet blijven nadenken, dat je je als een onafhankelijk persoon wilt opstellen. Bij de RB zie je dat terug in het schrijven van je eigen geloofsbelijdenis, bij liberalen dat je altijd de afweging moet maken tussen je eigen vrijheid en de vrijheid van anderen die je niet mag schaden. In beide gevallen dus dat je verantwoordelijkheid moet nemen voor de eigen daden. Zo kijk ik ook aan tegen de parabel van de talenten: wie meer aan kan moet ook meer verantwoordelijkheid nemen en talenten/ vaardigheden inzetten, zoals het vermogen om aan po litiek te doen of te besturen, of om zich in te zetten voor anderen en voor de maatschappij. Bij de oplossing van maatschappelijke vraagstukken gaat het mijns insziens vooral om de manier waarop je het aanpakt, van welk mensbeeld je uitgaat, van de zieligheid van mensen of van hun kracht, van een optimistisch mensbeeld of niet. Zowel bij de RB als bij het liberalisme spreekt het optimisme mij aan. Daarbij mag het wel lichtzinnig zijn, je mag ‘lol’ en plezier maken in je leven, en genieten van mooie dingen, kunst,cultuur sport, reizen. Dat is vooral een onderscheid met mensen die een wat zwaarder of dogmatischer geloof aanhangen.
Arriën Kruyt / RB Amersfoort / PvdA Ik ben opgevoed in de remonstrantse sfeer van vrijheid en verdraagzaamheid en dat bepaalt mijn standpunt ten aanzien van de islam en orthodoxe geloofsgemeenschappen. Het bepaalt ook mijn volledige acceptatie van diversiteit. Ik ben tegen koopzondagen, omdat ik van mening
ben dat de Sabbath er is om geëerbiedigd te worden. Binnen het college hebben mijn collega van de Christen-Unie en ik vaak dezelfde standpunten. Ik ben lid van de PvdA, maar ik voel mij zeer verwant aan de Christen-Unie. Dat levert soms dilemma’s op, zoals in het activerend armoedebeleid: arme mensen hebben het recht om geholpen te worden, maar hebben ook een eigen verantwoordelijkheid.
Onno Bordes / RB Twente / lijstduwer PvdA Voor mij is het remonstrantse gedachtegoed leidend voor mijn politieke opvattingen. Met name de sociale aspecten van de PvdA (lasten op de sterkste schouders, aandacht en zorg voor diegenen die dat zelf niet meer kunnen regelen, e.d.) sluiten daar naadloos op aan. Het thema van ons verkiezingsprogramma luidt dan ook: Iedereen telt, juist nu! Maar ook hele praktische zaken, zoals geen ongebreidelde groei van industrieterreinen, duurzaamheid introduceren (Hof van Twente als milleniumgemeente), behoud van de natuur zijn in het kader van ‘heelheid der schepping’ goed met elkaar te rijmen. Als laatste klinkt ook verdraagzaamheid als groot goed door in de tolerantie van de PvdA, overigens niet tot elke prijs. Vrijheid in gebondenheid!! Ik zal waarschijnlijk niet gekozen worden. Maar als voorzitter maak ik wel deel uit van de schaduwfractie, dus zal ik zeker meedenken en meepraten.
Cees Moerman / lid PKN en VVP Zoetermeer, lid van de VCGZ (Vrijzinnige Geloofsgemeenschap Zoetermeer) / CDA Politiek actief zijn vraagt een stuk drive en betrokkenheid. Hierin speelt geloofsovertuiging voor mij een rol. Het CDA opereert vanuit een brede benadering van geloven over kerkgrenzen heen. Dat betekent meerdere invalshoeken van geloven en denken en dat maakt het ook boeiend om met elkaar zaken voor elkaar te krijgen. Vanuit een vrijzinnige benadering ben je geneigd om eerst vragen te stellen alvorens een conclusie te trekken. Maar het heeft ook te maken met je visie op de rol van de overheid. Een overheid die alles regelt en bedisselt voor het individu of een benadering vanuit de mens als schepsel die verantwoordelijk is voor zichzelf en zijn omgeving (rentmeesterschap). Wel grenzen stellen als dit nodeloos beroep gaat doen op solidariteit van anderen door extra medische kosten en verzuim. Bijvoorbeeld de zondagopening van winkels: het College wilde alle zondagen open. Het CDA heeft met de Socialistische Partij en ChristenUnie met succes een tegenactie ingezet. Daar sta ik geheel achter. Wel vind ik dat je met de keuze voor een rustdag m.b.t. het winkelen, dit ook moet doordenken op andere aspecten in onze samenleving en economie waar flexibilisering de boventoon voert.
Ik ben met beiden nogal ‘vergroeid’: in beide gevallen gaat het om respect en ruimte; het gericht zijn op de mens (in vrijheid). Daarom voel ik me ook thuis bij de vijf zogenoemde ‘richtingwijzers’ van D’66; ik vind ze ontzettend goed gekozen: * Vertrouwen op de eigen kracht van mensen * Denk en handel internationaal * Beloon prestatie en deel de welvaart * Streef naar duurzame en harmonieuze samenleving * Koester grondrechten en gedeelde waarden Ik draag mijn RB-banden niet uit in de politiek, net zo min als ik mijn D’66-betrokkenheid laat merken in de RB. Ik vond het wel verrassend dat het woord ‘vrijzinnig’ ook binnen D’66 in gebruik raakte. Voor mij zelf is er een permanente wisselwerking tussen levensbeschouwing en politiek; mijn levensbeschouwelijke standpunten worden gevoed door het actief deelnemen aan het kerkelijk gemeenteleven en de kerkdiensten; wat ik daar oppak pas ik toe bij de ethische benadering van politieke vraagpunten en omgekeerd.
Marcel Adriani / RB Naarden-Bussum / D’66 Ik zie veel raakvlakken tussen het vrijzinnig gedachtegoed en de manier waarop in mijn partij tot bepaling van standpunten gekomen wordt. Dat levert in mijn geval geen dilemma’s op. Het grote verschil tussen een confessionele partij (zoals het CDA) en een liberale partij (zoals D’66) is dat een confessionele partij de normen en waarden die het geloof met zich meebrengt ook als normen en waarden van de overheid, en liefst ook van de geregeerden willen laten gelden. Een liberale partij is van mening dat de overheid waardevrij moet zijn, en als zodanig de geregeerden vrij moet laten in hun eigen normen- en waardevorming. Dat betekent mijns inziens niet dat de politici, ook niet de liberale politici, normenen waardevrij moeten of kunnen zijn. Uiteraard neem je je hele bagage mee als je politiek bedrijft. Je zet dat dan echter in om een inherent waardevrije overheid te creëren. Ik zit al in de gemeenteraad en profileer mij met name op de kwaliteit van de besluitvorming (komt de inbreng van inwoners wel voldoende tot zijn recht), volkshuisvesting en ruimtelijke ordening.
Alexander Overdiep / RB Naarden-Bussum / raadslid fractievoorzitter D’66
En hoe kwamen zij in de politiek terecht? Aan de ge noemde vijf (toekomstige) raadsleden te zien gaat er genoeg uit van de beginselen van de remonstranten! Sommigen gingen via familie naar de lokale afdeling van de partij, en werden dan afdelingsvoorzitter, anderen antwoordden ‘omdat ik het zelf wilde en omdat ik het inspirerend vind om vorm te geven aan de samenleving’. Of als een bewuste keuze na vergelijking van de verkiezingsprogramma’s, gevolgd door een trouw lidmaatschap (ik ben een beetje een ouderwetse D’66-er).
Ik voel een sterke verwantschap tussen het RB-gedachtegoed en het D’66-gedachtegoed;
Carla Bierlaagh Hoofdredacteur AdRem
•
jaargang 21 nr. 1 februari 2010 5
onderscheiding Yad Vashem
Remonstrants kostersechtpaar
Pleijsier
Op 16 november jongstleden heeft Yad Vashem in Jeruzalem aan het remonstrantse kostersechtpaar Nel en Wim Pleijsier-van Buren postuum de onderscheiding ‘Righteous Among the Nations’ toegekend. De onderscheiding zal op de Israëlische ambassade in Washington DC aan hun oudste dochter worden uitgereikt. Hun namen zullen worden bijgeschreven op de ‘Righteous Honor wall’ in Yad Vashem. De eind zeventiger jaren afgebroken, remonstrantse Kerk aan de Laan, in het centrum van Den Haag, was in oorlogstijd een schuilplaats voor meer dan twintig onderduikers: Joden, knokploegers, Delftse studenten, jongens die de Arbeitseinsatz ontdoken en zelfs twee deserteurs uit de Wehrmacht. Het gebouw met al zijn gangen, zolders, kelders, kruipruimten en grote kasten leende zich er uitstekend voor om mensen te verstoppen. Een van de joodse onderduikers was Zilpa Meibergen. Haar dochter, Roni Thome-Gibbes, heeft zich ingezet om de mensen te zoeken die haar moeder Zilpa hadden gered. Na twee jaar van informatie verzamelen en toetsing heeft dat nu geresulteerd in deze officiële toekenning. De oudste dochter, Anneke Pleijsier, die nu in de VS woont, heeft haar herinneringen aan de oorlog op papier gezet. Zij schrijft: ‘Veel werd ons niet verteld, maar ik herinner me zeer zeker de onderduikers die, achter in de zaal, onder de grond zaten. Als we iets te vieren hadden ’s avonds, werden de ramen extra verduisterd, en zaten we allemaal op de grond in onze huiskamer. We mochten ook niet teveel lawaai maken, Sinterklaas en verjaardagen
werden op deze wijze gevierd. Zilpa Gibbes sliep in mijn slaapkamer soms. Mijn bed stond toen voor een ongebruikte open haard, waar achter een kleine ruimte was (gemaakt?). Het is wel eens voorgekomen dat zij zich daar verschuilde. Zij ging ook achter in de zaal en naar anderen toe voor dit doel. De Remonstrantse Kerk was een schuilkerk, alle huizen stonden met elkaar in verbinding, door gangen en trappen en over het dak. Verstopplaatsen genoeg dus. Er waren soms Duitsers in het huis, griezelig gewoon, ook liepen die door de kerk en gangen van het gebouw. […] Op een dag is de boel verraden; ik was in de huiskamer met o.a. mijn vader, Oom Carel en de onderduikers. De hele boel werd op 14 december 1944 opgepakt. Het pand werd continue door de Duitsers in de gaten gehouden, zij stonden met geweren tegenover ons huis. Na een tijdje in het ‘Oranje Hotel’ (via de Casuarie straat) geweest te zijn, werden mijn vader en Oom Carel op transport gesteld naar een werkkamp in Duitsland. Mijn moeder en ik hebben mijn vader bezocht in de Casuariestraat. Het werkkamp was in Unna-Königsborn in het Ruhrgebied’. Beide ouders Pleijsier hebben de oorlog overleefd.
•
zomerconferentie
Remonstrants Vrouwencontact Van maandag 30 augustus t/m woensdag 1 september wordt de Zomerconferentie van het Remonstrants Vrouwencontact gehouden op de Hoorneboeg. Het thema dit jaar is ‘Ruimte voor nieuw licht’. De leiding van de conferentie berust bij Annelies Oldeman en Jetteke Gieles; ds Heine Siebrand zal het onderwerp inleiden. Kosten: 175 euro. Graag wijzen wij u op de mogelijkheid gebruik te maken van het vrijplaatsenfonds van het RVC. Neem hiervoor contact op met het landelijk bureau. Opgave: vóór 15 mei 2010, telefonisch (030 2316970) of 6 adrem remonstrants maandblad
per email (
[email protected]) bij het Landelijk Bureau. U kunt dan meteen eventuele dieetwensen vermelden. Uw opgave wordt pas geldig na de storting van de deelnemerskosten op giro 140938 t.n.v. de Remonstrantse Broederschap te Utrecht.
boek bespreking
In november 2009 presenteerde Nelleke Viëtor (lid Commissie tot de Zaken) haar derde roman in vier jaar tijd: Kwaad. In deze roman volgen we de relatie van Thera en Charles. Aan het einde van hun studietijd maken ze samen een reis. Bij thuiskomst blijkt de tweelingbroer van Thera, met wie zij een zéér hechte band heeft, verongelukt te zijn.Thera voelt zich schuldig aan zijn dood en verbreekt de relatie met Charles, omdat ze zo’n hechte band met een ander mens niet meer kan verdragen. Ze trouwt uiteindelijk met Jaap, van wie zij verwacht dat hij haar niet te na zal komen. Thera loopt emotioneel vast in dit huwelijk, hoewel ze er vooral voor de kinderen het
beste van probeert te maken. Als zij Charles weer ontmoet merkt zij dat haar liefde voor hem nooit is geluwd; en dit is wederzijds. Beiden zitten echter “gevangen” in een huwelijk. Ze bouwen een relatie op met brieven, vluchtige ontmoetingen en leugentjes om bestwil. Het verhaal is opgezet in vlot geschreven korte scènes. Met weinig woorden worden soms grote gebeurtenissen en emoties geschetst, of gesuggereerd. Thema’s uit de vorige boeken komen terug, maar worden weer anders uitgewerkt: omgang met verlies en rouw, eenzaamheid binnen relaties, maar ook de momenten van geluk. De stijl doet soms impressionistisch aan: grote lijnen worden uitgezet, die later worden ingevuld met subtiele verwijzingen naar voorafgaande scènes, waardoor je anders tegen dezelfde gebeurtenissen aan gaat kijken. De door Viëtor beschreven wereld is zó vertrouwd, dat het verhaal bij wijze van spreken over de buren zou kunnen gaan. Tegelijkertijd blijft er ongewild afstand bestaan tussen de lezer en de personen uit het boek. Komt dit door de opzet van het verhaal in snelle scènes, komt dit door wijze van formuleren? Door de vertrouwdheid met de beschreven wereld verwacht je deze afstandelijkheid niet; het wringt, het intrigeert. Liesbeth Orthel
•
N. Viëtor, Kwaad. Uitgeverij Aspekt, 2009. 142 pagina’s. Prijs € 14,95 ISBN 978-90-5911-900-0.
Sponsorloop Gemeente Doesburg De remonstrantse gemeente Doesburg gebruikt al haar creativiteit om het financiële hoofd boven water te kunnen houden. In de periode april – september 2010 gaat een enthousiaste groep leden en vrienden meedoen aan vijf wandeltochten in de omgeving (o.m. Avondvierdaagse en Airborne). Zij doen dat in herkenbare T-shirts van de remonstrantse gemeente in Doesburg. De wandelaars laten zich sponsoren door zo veel mogelijk mensen. Doel is om tienduizend euro bij elkaar te sprokkelen. Met dat bedrag is het mogelijk om een predikant in de gemeente te behouden. Ook bedrijven in de regio worden aangeschreven om een bijdrage te leveren. Tegelijkertijd benadert men de media actief om de sponsorloop te promoten en de Remonstrantse Broederschap meer voor het voetlicht te brengen. Immers, op de langere termijn kan de gemeente alleen
blijven bestaan als er nieuwe leden bij komen. Predikant Marga Vos is enthousiast: ‘We groeien al met een à twee mensen per jaar, hopelijk trekken we hiermee meer mensen aan. In ieder geval zorgt de actie nu al voor een revitalisering van de gemeente’. Zie ook www.remonstranten.org/doesburg
•
jaargang 21 nr. 1 februari 2010 7
van de boek bespreking redactie
Ik had me nog zo voorgenomen nooit iets van Kluun te lezen! Zijn eerste boek KEVBDD (Komt een vrouw bij de dokter, 2003) werd een bestseller en is nu verfilmd. Later publiceerde hij Help ik heb mijn vrouw zwanger gemaakt (2006) en De weduwnaar (2006). Het succes bleef. De levensloop van Kluun is op zich intrigerend. Succesvolle yup afkomstig uit de reclamewereld, werd hij geconfronteerd met de ziekte van zijn vrouw die aan kanker leed. Na haar dood, vertrok hij naar Australië waar hij een tijdje bleef met hun dochtertje. Zijn ervaring tekende hij op. Het werd zijn eerste roman. Het vloog over de toonbank. Maar ik had er helemaal geen zin in. Wachtend op een trein die niet kwam, had ik bij de AKO een blik geworpen op ’s mans eersteling. Nu ben ik van nature niet preuts, maar ik bloosde als een zestienjarig Victoriaans wichtje. Heus. Ik haat grof taalgebruik en pornografie is aan mij niet besteed. Noem het ouderwets en elitair, dat zal best zo zijn, maar ik houd het toch liever zo.
Bekering Maar zie: de bekering was nabij. Niet tot grof taal- en lijfgebruik, maar tot Kluun zelf. Voor de maand van de spiritualiteit schreef hij een klein boekje, getiteld God is gek. De dictatuur van het atheïsme (2009). Ik kreeg het in handen en begon wantrouwend te lezen. En ik moet zeggen: ik werd aangenaam verrast. Zowel door Kluun’s observatievermogen als door zijn vlotte en humoristische stijl en taalvondsten. De man kan schrijven en hij ontroert. De laatste dagen die hij met zijn stervende vrouw doorbrengt noemt hij de ‘wittedoodsweken’.
8 adrem remonstrants maandblad
Van huis uit katholiek bleef Kluun later op afstand van kerk en geloof. Maar het sterfbed van zijn vrouw bracht hem tot andere gedachten: God was niet ver, Hij was aanwezig. Bij terugkeer in Nederland, na een paar jaar Australië, trof Kluun een sfeer aan die hem hogelijk verbaasde. God is gek is het relaas van deze verbazing die gaandeweg in boosheid veranderde. Opinieleiders en media belijden onophoudelijk en soms agressief het nieuwe credo: God is gek! Er moet een steekje los zitten als je in een God gelooft.
Gevoelige snaar Kluun laat zien hoe deze nieuwe rage functioneert. Alle christenen worden over één kam geschoren: ze geloven allemaal dat de wereld in 7 dagen geschapen is, dat de evolutietheorie niet klopt, dat homofilie een zonde is en dat ongelovigen hetzij bekeerd, hetzij vernietigd moeten worden. Religies zijn de oorzaak van alle kwaad. Dit soort onzin. De korte citaten die het boekje spekken zijn treffend, de denkbeeldige interviews met Spinoza, Kant, Einstein en Wittgenstein zeer vermakelijk. De felheid van de recensies van atheïstische zijde toont aan dat Kluun een gevoelige snaar heeft weten te raken. Ik weet nog niet of ik me al dan niet naar de boekhandel ga spoeden om mijn vocabulaire dankzij Kluun te verbreden, maar één ding weet ik wel: God is zo gek nog niet!
•
Christiane Berkvens-Stevelinck Predikant remonstrantse gemeenten Rotterdam en Breda
Bijbeloverweging
De schrijver J.M. Coetzee vertelt in een interview over Kaap de Goede Hoop: ‘Ik vind het belangrijk dat je weet, zelfs als je er niet regelmatig heen gaat, dat een landschap als dit bestaat, waar je haast in religieuze zin in retraite kunt gaan, waar je de wijk kunt nemen uit de huidige realiteit naar een plaats die nagenoeg buiten de tijd staat. De cultus van het toevluchtsoord. Een plek als Kaap de Goede Hoop is geen permanent toevluchtsoord, dat kan het ook nooit worden, maar ten minste kun je hier een paar uur of een dag lang alleen zijn met jezelf, één dag sta je buiten de geschiedenis, ook al weet je dat je daar naar zult moeten terugkeren.’ Er zijn van die plekken waaraan wij gehecht zijn geraakt, maar waar wij toch zelden komen. Het is kennelijk voldoende dat ze er zijn.
Over de kerk hoor je vaak zeggen dat het een aflopende zaak is. Kerkgebouwen worden gesloopt, predikantsplaatsen opgeheven, en theologische boeken worden per kilo verkocht. Onze onvolprezen kerkelijke instituten sturen met de regelmaat van de klok brochures en rapporten de wereld in, waarin mooie dingen staan. Er moet altijd zoveel van de kerken. De ironie van dergelijk devoot, maar opgeblazen drukwerk is dat het doet wat het zelf de moderne cultuur verwijt: het legt namelijk een druk op mensen. Ook lezen we dat men weg wil van het verlammende gevoel dat de kerk een aflopende zaak zou zijn. De indruk die bij zulk proza blijft hangen is dat God afwezig is in zowel de huidige kerkelijke situatie als in de seculiere cultuur. God is ergens in de toekomst, in een kerk waar het veel leuker en veel beter is.
Weemoed Het meest verrassende van de christelijke kijk op de wereld is echter dat het zich de huid openhaalt aan zijn eigen creatie. Christus loopt als vreemdeling op met een stelletje moedeloze Emmaüsgangers. Hij belichaamt het pijnlijke afscheid van het oude en vertrouwde. De weemoed om een gewenst verleden dat losgelaten moet worden en om de toekomst waaraan men al gewend was. En stel nu eens dat de kerk een voorbije, een aflopende zaak is. So what? Wat misschien slecht is voor Unilever, Philips of de Hema, hoeft dat nog niet te zijn voor de kerken. Sterker nog: het evangelie zelf is een aflopende zaak! De oudste versie eindigt met een mislukte Messias, een leeg graf en verbijsterde volgelingen. Geloven heeft kennelijk iets met aflopende zaken. Gerrit Achterberg schrijft in het gedicht Deïsme over Christus als een ‘koopman in oud roest’. Vreemd dat die rapporten ons nooit iets vertellen over de gevoelens van mensen. Dat God bijvoorbeeld ook een scheur in de robuuste dichtgetimmerde werkelijkheid van onze weemoed kan zijn. Of een Dinky Toy takelwagentje dat een oude geleerde verrassend van zijn leerling cadeau kreeg om hem er aan te herinneren dat zijn leven weer opgetakeld moest worden uit ziekte en tegenslag. Of in het door 250 voornamelijk onkerkelijke mensen uit volle borst gezongen O Haupt voll Blut un Wunden… na een zinderende lezing van Tommy Wieringa ‘in de houten broek’ van de Utrechtse Geertekerk. Laten we onze gevoelens serieus nemen – en werken aan de ordening van ons innerlijk leven. Opdat er ruimte ontstaat voor open plekken.
•
Heine Siebrand remonstrants predikant te Utrecht jaargang 21 nr. 1 februari 2010 9
Kees Posthumus Arminius! Rekkelijk!
‘Heleen had wel wat moeite met Arminius’, vertelt Kees, ‘want hoe maak je een boeiend stuk rond een beminnelijk iemand, die nooit kwaad wordt, die steeds maar weer geduldig de zaak wil uitleggen? Daarom bekijken we Arminius in eerste instantie vanuit de ogen van zijn vriend Uytenbogaert. Dat is een soort spindokter. Kijk, Jacob Arminius (‘latijn’ voor Hermanszoon) hoefde niet zo nodig hoogleraar te worden. Zijn kerkgemeente in Amsterdam hield van hem, hij genoot er van zijn godsdienstige vrijheid en als hoogleraar kreeg je toen geen pensioen. Voor zijn gezin (met negen kinderen) was het beter geweest als hij gewoon predikant gebleven was. Uytenbogaert had het plan bedacht: het hoogleraarschap, de bemiddeling van de Staten. Maar Arminius was niet alleen maar volgzaam. Juist de tegenstand tegen zijn benoeming maakte hem vastberaden. Hij liet zich niet piepelen.’ Voor ‘Arminius! Rekkelijk!’ dook Kees in de boeken. Hij las de biografie van Arminius door Bangs (‘veel leuke details’) en sprak o.a. met professor Marius van Leeuwen. Wat voor beeld kreeg hij van Jacob Arminius? Kees: ‘Sommige mensen vinden dat ik op zijn portret lijk. Hij staat heel dicht bij me. Arminius verloor zijn vader toen hij nog jong was. Mijn eigen vader stierf toen ik dertien was. Die overeenkomst vond ik ook al opvallend omdat Calvijn zijn moeder had verloren op jonge leeftijd. Ik vraag me dan af: door wie ben je opgevoed? Wie heeft je gevormd? Arminius heeft voortdurend mensen om zich heen gehad. Zijn vader was een eenvoudige werkman, een messenmaker uit Oudewater. Na zijn dood ontfermt de priester Amilius zich over hem. Daarna allerlei anderen. Het lijkt dan of er met hem gedaan wordt, of hij zelf geen duidelijke keuzes maakt. Maar hij is slim en pakt zijn kansen. Calvijn werd in zijn leven steeds onverdraagzamer, Arminius juist milder, toleranter. Terwijl hij steeds meer zwart gemaakt werd. Zo zou hij een verstandshuwelijk hebben gesloten met de veel jongere Lijsbeth Reael. Zij was de dochter van de burgemeester. Ook zou Arminius in Rome de voeten van de paus gekust hebben (moet je nagaan: in het 12-jarig bestand in de oorlog met Spanje!) en het zou spoken in zijn huis. In werkelijkheid was het een rustige, innemende man. Nog een opmerkelijk verschil met Calvijn: bij een familie heerste de pest. Calvijn werd erbij geroepen. Maar hij ging niet. Eenzelfde verzoek deed men aan Arminius in zijn tijd, en die ging wel naar binnen. Dat is veelzeggend.’ Het gaat over oude theologische twisten. Is het stuk actueel? ‘Ja, zeker. Het speelt in augustus 1609, ten tijde van de laatste debatten tussen Gomarus en Arminius. De Staten van Holland willen dat ze hun geschil bijleggen. Arminius wilde dat wel. Het ligt aan Gomarus dat dit niet gelukt is. Gomarus komt er niet zo best vanaf bij mij. 10 adrem remonstrants maandblad
Armin mijn
ius is held!
(dit jaar)
Ik laat hem stotteren, vooral bij het woord ‘predestinatie’. Het lijkt me iemand zonder veel karakter. Uytenbogaert gaat langzaamaan meer en meer twijfelen aan het plan om de hulp van de Staten in te roepen. Hij ziet dat Arminius eronder lijdt. Uiteindelijk is hij vroeg gestorven. Hij was pas 49 en volkomen uitgeput omdat hij zich voortdurend moest verdedigen. Hij werd gedemoniseerd door zijn tegenstanders. Net als Geert Wilders nu. Alleen: Wilders voelt zich bedreigd door de samenleving en wil daarom eenheid. Arminius werd in zijn tijd juist als bedreigend voor de eenheid gezien, omdat hij verscheidenheid voorstond. Dat is wel iets om over na te denken, toch?’ Klinkt serieus. ‘Dat is het ook. Maar er zit meer humor in dan in ‘Calvijn’. Leuk zijn de liedjes van de Bavianen en Slijkgeuzen. Daar hebben we nieuwe teksten op gemaakt, want oorspronkelijk zijn ze van na de Synode van Dordrecht, terwijl het stuk natuurlijk in de tijd daarvóór speelt. Juul Beerda begeleidt ze op accordeon. Dat doet hij fantastisch; het geeft de voorstelling een apart tintje. Juul is trouwens ook nog secretaris van Uytenbogaert en beveiligingsambtenaar (compleet met donkere zonnebril).’ Zelf ben je geen remonstrant… ‘Ik kerk in een oecumenische basisgemeente. Vrijzinnigheid loopt door alle gezindten heen. Ik hoop dan ook dat de voorstelling ook in PKN-gemeenten bekeken zal worden. We weten alle maal dat op den duur het standpunt van Arminius heeft gewonnen. Dat maakt het interessant om PKN-ers uit te nodigen. Ook om ze te laten weten dat wat op de Synode gebeurd is, schandalig is. Ik maakte daar een liedje over: ‘Foei u, Dordtse Synode Foei, moeder van verraad Foei u, dat gij zo snode Gods kerk hebt gesmaad Uw procedures waren vals Zo bracht u de kerk om hals Dit was Holland op zijn smalst.’
Verteller Kees Posthumus (51) heeft er zin in. Na eenenvijftig voorstellingen over Calvijn is nu Arminius aan de beurt. Het stuk over het leven van een van de ‘founding fathers’ van de remonstranten is al in tweeëntwintig gemeenten geboekt. De tekst – die Kees zelf schreef – werd bewerkt door de regisseur Heleen Hennink. Kees Posthumus op tournee met toneelstuk Arminius! Rekkelijk!
Wil je nog iets zeggen? Kees: ‘Ik moet voor elke voorstelling een net sinaasappels kopen.’ Sigrid: ‘Waarom?’ Kees: ‘Dat ga ik niet verklappen.’ Dat maakt dus heel nieuwsgierig. Komt het zien! Na afloop van de voor-première op 14 januari is Kees opgelucht. ‘Ik was stik-nerveus. Het is hier – op de ‘toogdag’ voor de remonstrantse predikanten en bestuurders – toch in het hol van leeuw. Maar ze vonden het leuk en gaven zelfs nog wat tips.’
•
Sigrid Coenradie predikant remonstrantse gemeente Oosterbeek jaargang 21 nr. 1 februari 2010 11
thema gemeenteraadsverkiezingen
Judith Bosch is bekend uit de jaren zeventig als radio- en tv-presentator bij de NCRV. Vanaf 1982 begon zij haar eigen bureau voor media- en presentatietrainingen in Amsterdam. Aanvankelijk was haar doelgroep beperkt tot professionele presentatoren. Sinds een jaar of tien traint en begeleidt ze ook (beleidsmakers bij) de overheid, het bedrijfsleven en het vrije beroep.
Overtuigings
kracht Haar grootvader van moederskant was remonstrants predikant en hoogleraar Bert van Holk (1893-1982). Vrijzinnig geloof is haar dus met de paplepel ingegoten. Michel Peters spreekt met haar over het begrip overtuigingskracht en over de manier waarop politici en predikanten dit vermogen kunnen ontwikkelen. Ook haar grootvader duikt in het gesprek natuurlijk nog even op. ‘Ieder mens bepaalt zelf hoe hij over komt op een ander.’
Vaardigheid In onze beeldcultuur moeten publieke personen over een ruime dosis van de X-factor beschikken om de aandacht van het zappende publiek vast te 12 adrem remonstrants maandblad
kunnen houden. Voor een camera worden mindere kwaliteiten ook nog eens extra uitvergroot. Wie heeft er niet de tafel van Pauw en Witteman op zijn netvlies staan met een triomfalistische Pim Fortuyn aan de ene kant en een norse, zuur kijkende Ad Melkert aan de andere kant. De afloop is bekend; exit Melkert. Een goede presentatie is derhalve cruciaal voor het overbrengen van de boodschap. Waarom is de ene politicus overtuigender dan de andere? Waarom trekt de ene predikant volle kerken en de andere niet? Bosch: ‘Het woord charisma – in het bijzonder het gebrek er aan – wordt vaak als dooddoener misbruikt. Overtuigingskracht is een vaardigheid die
Eén goede zin in de preek die kerkgangers mee nemen naar huis en de dominee heeft het goed gedaan aan te leren is. Je hebt er slechts een beetje talent voor nodig, als trainer kan ik helpen dat verder te ontwikkelen. Het vraagt de bereidheid om iets te laten horen of zien van jezelf met stem, houding en woordkeus. Stem en beeld zijn het meest belangrijk om de boodschap over te brengen. Waarom spreekt Wilders aan bij zo’n groot publiek, los van de inhoud van zijn boodschap? Dat heeft alles met zijn presentatie te maken. Hij spreekt in enkelvoudige zinnen, in louter hoofdzinnen, die iedereen kan begrijpen en opnemen. Na zo’n hoofdzin met een punt is ieder mens geneigd te knikken: boodschap geland. Bovendien geeft hij duidelijke, alledaagse, platte voorbeelden en geen ingewikkelde metaforen. Kijk naar iemand als Rinnooy Kan in Buitenhof. Die man straalt rust en autoriteit uit door zijn woordkeus, zijn heldere taal, zijn houding en zijn stem. Hij maakt de indruk dat hij zijn verhaal voor het eerst vertelt en mij als kijker wil overtuigen. Dat werkt. Lichaamstaal is belangrijk. Vooral als die slecht overkomt. Wiebelen, je hoofd of je ledematen te veel bewegen leidt af van de boodschap. Een goede presentatie kent een harmonie van inhoud, geluid en beeld. Hoe rustiger, hoe overtuigender. Allerbelangrijkst is echter het stemgebruik want daarmee kun je nuances aangeven, details beklemtonen en emoties aanboren en overbrengen. Een mens heeft drie octaven tot zijn beschikking, maar gebruikt er vaak maar één van. Dan kabbelt een verhaal maar verder en valt de toehoorder in slaap. De kunst is om de laagte en de hoogte te gebruiken, te vertragen en te versnellen, te fluisteren en te schallen. In mijn trainingen benadruk en ontwikkel ik de sterke kanten van mensen met gebruik van camera’s. Door een toename van het zelfvertrouwen vallen de zwakke kanten dan weg. Mijn grootvader speelde dat spel met verve in de Pieterskerk in Leiden’.
Paplepel Wat voor man was haar grootvader? Wat behelsde zijn vrijzinnige (religieuze) opvoeding in die tijd? Bosch: ‘Mijn grootvader was een autoritaire dominee, gerespecteerd notabele in zijn tijd, een man met charisma die altijd volle kerken ‘bespeelde’. Het is veelzeggend dat ik hem nooit ‘opa’ noem. Het is dat hij predikant was, anders zou hij zo als acteur aan de slag hebben gekund. Die vaardigheden heb ik van hem geërfd. Vrijzinnigheid betekende bij mij thuis dat wij zelf onze mening moesten vormen, dat we zelf moesten nadenken en ons niet laten beïnvloeden door buren en andere mensen. Bijvoorbeeld: tot op hoge leeftijd kwamen kinderen en kleinkinderen op de verjaardag van mijn grootvader. Eén van hen nodigde hij vooraf altijd uit om dan een voordracht te houden en deze te verdedigen in het gesprek erna. Pas daarna
gingen we aan de borrel. Mijn ouders hebben mij ook zo opgevoed. Ze waren geshockeerd toen ik in de jaren zestig wilde gaan samenwonen. Maar ik kreeg uitgebreid de gelegenheid om mijn ideeën daarover te verklaren en dat werd uiteindelijk ook geaccepteerd. Die houding werd ook op het geloof toegepast. Alle vaste regels en gewoonten werden kritisch tegen het licht gehouden’.
Predikanten Judith Bosch traint voor de Zendtijd van de Kerken vaak predikanten in televisiepresentatie. In een gemeente komen de gelovigen voor de dienst, er is interesse voor de persoon van de predikant en/of de boodschap. Een televisiepredikant komt plompverloren langs op de buis en moet dan de aandacht vasthouden. Vroeger stond er een statische camera in de kerk en dat was het dan. Nu stellen we hogere eisen. De predikant moet dus bijvoorbeeld na een algemene opening in de camera kijken en de mensen thuis persoonlijk uitnodigen om samen te bidden. Werkt overtuigingskracht voor predikanten hetzelfde? Bosch: ‘Ja hoor, het doel is anders, maar de principes zijn gelijk. Een predikant moet de teksten uit de bijbel zo brengen dat mensen er de relevantie voor hun dagelijkse leven in zien. Troost en herkenning, daar gaat het om. De preek kan veel aantrekkelijker worden door de presentatie te verbeteren. Zonder dat dat ten koste hoeft te gaan van de inhoud overigens. Ik vraag predikanten altijd wat gelovigen moeten meenemen uit hun preek en nodig hen uit om dat met meer betrokkenheid en meer nadruk te brengen. Als mensen in de kerk één goede zin mee naar huis nemen, dan heeft de dominee het goed gedaan. Stemgebruik is daarbij weer heel belangrijk. Dominees maken zich nogal eens schuldig aan het ‘zinkende bootje’. De klemtoon ligt dan aan het begin van de zin, waarna de tekst wegzinkt: ‘Welkom op deze eerste zondagochtend van het nieuwe jaar’. Dan val je als toehoorder in slaap. Maar als het thema ‘het nieuwe jaar’ is, dan moet daarop de klemtoon liggen. Dat moet schallen, in crescendo in plaats van op de automatische piloot. Zeg dus bijvoorbeeld ook: ‘Laat ons bidden’ in plaats van ‘Laat ons bidden.’ Nieuwe media zijn uitstekend te gebruiken in de dienst, als ze functioneel zijn en ondersteunend aan de boodschap die je wilt overbrengen. Jonge mensen kun je er beter mee bereiken. Een enkel traininkje zet niet zoveel zoden aan de dijk. Het vraagt voortdurende oefening om deze presentatievaardigheden in te laten slijten. In de predikantenopleidingen zou hier veel meer aandacht voor moeten zijn.
•
Michel Peters Coördinator communicatie op het landelijk bureau remonstranten jaargang 21 nr. 1 februari 2010 13
van de gemeenteraadsverkiezingen thema redactie
Onderbuik onderwereld? Pleidooi voor goede gevoelens in de onderbuik Onderbuikgevoelens, je kunt er niet meer om heen en wat hebben we er een last van. Geert Wilders bezorgt Alexander Pechtold onderbuikgevoelens, maar het omgekeerde zal vast ook waar zijn. Weldenkende kerkverlaters krijgen de kriebels van een galmende dominee op zondagochtend en de galmende dominee haalt zijn inspiratie voor een donderende preek vast niet alleen bij Onze Lieve Heer, maar ook uit de onderbuik. Hoe universeel onderbuikgevoelens ook zijn, in gezelschap zal inmiddels niemand snel toegeven dat deze gevoelens soms opspelen. Immers wie zich laat regeren door de onderbuik schaart zich – zo vinden we met elkaar – in het kamp van de vechters en de schreeuwers en wie wil nou als zodanig bekend staan? Het correcte mensbeeld is dat van de verstandige goed opgeleide burger die rationele afwegingen maakt. Het vreedzaam samenleven van verschillende bevolkingsgroepen komt in het gedrang als de onderbuik het voor het zeggen heeft. En dus is het bon ton om te zeggen dat we met onderbuikgevoelens korte metten moeten maken.
Andere tijden De onderbuik heeft betere tijden gekend. Tenminste als je ervan uit gaat dat sommige maatschappelijke veranderingen ten goede ook vanuit de buik kwamen. Negentiende-eeuwse misstanden in fabrieken waren vast nog aan de orde van de dag als dappere individuen niet en masse met heel hun buik waren opgekomen voor de rechten van de werkende klasse. Maar ik denk ook aan degenen die gestreden hebben tegen apartheid, discriminatie van homoseksuelen, de ongelijkheid tussen man en vrouw. Heel wat vormen van ongelijkheid tussen mensen zijn, dankzij de kolkende gevoelens uit de onderbuik, aan de orde gesteld en soms veranderd ten gunste van gelijkwaardigheid. En toch hebben in het huidige Nederlandse culturele klimaat onderbuikgevoelens een slecht imago. We kunnen er zelfs niet meer om lachen. De tijd dat de onderbuik gereserveerd was voor ‘de ballen in me buik’ van Van Kooten en De Bie en ‘hun vieze man’ ligt al weer even achter ons. Dat was nog eens grappig en met hese stem deden scholieren op het schoolplein de cabaretiers na. Natuurlijk: Ballen in je buik kreeg je niet door maatschappelijke misstanden, maar door naakte kippen bij de 14 adrem remonstrants maandblad
poelier of een pak melk dat zuur was geworden en was gaan bollen. Toch is het na Van Kooten en de Bie met de onderbuik snel bergafwaarts gegaan. Of misschien heeft hun liedje wel bijgedragen aan het beeld dat er van een onderbuik geen beschaving valt te verwachten. Het lachen is ons vergaan. Er wordt zelfs niet meer geglimlacht als onderbuikgevoelens worden ontmaskerd. Bij het gangbare spreken over de onderbuik horen immers vreemdelingenhaat, islamofobie en heel veel angst voor wie anders is. En daar komt niet veel goeds uit voort. En dus worden we bijna dagelijks door weldenkende mensen en gezagsdragers gemaand om de buik enkel te reserveren voor voedsel, niet voor gevoelens.
Erkenning De onderbuik is tot onbewoonbaar gebied verklaard. Maar gooien we daarmee niet het kind met
Ballen in mijn buik (fragment) Van Kooten en De Bie Heb u daar nou geen last van Een eitje wat te zacht is en je pelt ’t open En dan komt het warme geel zo langs de rand gedropen Kippen bij poelieren liggen naakt ondersteboven En ‘s winters lekker spelen, met je eige lippen kloven Reclamefoto’s in de krant, van seksuele meisjes Een mevrouw die even zachtjes schudt, zo met een bos radijsjes O, dan krijg ik ballen in me buik Grote warme, natte, lekke ballen O, dan krijg ik ballen in me buik Van die dingen krijg ik ballen in me buik Ken ik niets aan doen. Gaat gewoon vanzelf Een damesetalagepop, met nog geen kleren aan Dat de bovenste helft d’r af is, d’r alleen twee benen staan En die dingen die ze smeren uit de neuzen aan hun stoelen En een pakkie melk wat zuur is, dat lekker bol gaat voelen Kapotte vuilniszak, waaraan is gegeten Of een bankie in ’t park, nog warm van wie er heb gezeten Eigenaardig. Eigenaardig maar niet vies toch, hè?
het badwater weg? Doen we de onderbuik niet groot onrecht als we er van uitgaan dat het morele correcte standpunt altijd beredeneerd, gerationaliseerd en beargumenteerd is? Klopt het mensbeeld dat ten grondslag ligt aan de kritiek op onderbuikgevoelens wel? Is dat dominante mensbeeld van de weldenkende burger niet een geïdealiseerd mensbeeld dat geen recht doet aan de verschillen tussen mensen. Er zijn nu eenmaal mensen die gevoelsmatig wat heftiger zijn dan anderen, net zo goed als er mensen zijn die vooral met hun hoofd het leven benaderen. Daar moet toch ruimte voor zijn? Hebben we die variatie niet nodig? En is een mensbeeld van de goed opgeleide rationele burger die alles kan, als hij maar zijn best doet, niet veel te optimistisch? Wat te denken van de zogenaamde onrendabelen. Mensen die structureel weinig kansen, middelen en mogelijkheden hebben en heel goed voelen dat in hun situatie weinig perspectief zit, maar daar niet een genuanceerd verhaal over kunnen houden? Ik pleit voor een welbewuste erkenning van de onderbuik op bijbelse gronden. Wat te denken van Jezus die de handelaren wegjoeg van het tempelplein en als een razende tekeer ging voor de tempel. Of de profeten; degenen die in het oude Israël misstanden aankaartten, werden veelal niet gedreven door de rede maar door boosheid en een groot gevoel van onrecht dat hen en vooral anderen werd aangedaan. Stel je voor dat we het denken zouden verbieden in onze samenleving, omdat mensen boze gedachten hebben. Dat zou onzinnig zijn. Het denken in ons hoofd
kent nu eenmaal kwade en goede gedachten. Dat weet zelfs een kind. Toch is de onderbuik wel een dergelijk eendimensionaal lot beschoren. Dat is jammer want in de onderbuik kunnen wel degelijk gevoelens tot bloei komen die onze wereld tot een betere plaats maken voor iedereen. De onderbuik is geen onderwereld. Soms gaan die gevoelens gepaard met boosheid of met gedrag dat we confronterend vinden of ongepast en dat is niet altijd aangenaam en rustig. De onderbuik confronteert. Maar er wonen daar ook gevoelens die het goede, het ware en het rechtvaardige veilig willen stellen. Hoe we erachter komen of onderbuikgevoelens het goede beogen? Misschien wel door deze gevoelens van een afstand te onderzoeken met de andere aspecten van je wezen; je verstand, je hart. Hoofd, hart en buik dienen elkaar niet uit te sluiten, maar samen op te trekken. Stel jezelf ook de vraag of gevoelens geweld veroorzaken en uitsluiting of juist proberen deze zaken op te heffen. En krijg je van deze adviezen ballen in je buik omdat het je teveel doet denken aan een zoetgevooisde dominee die het allemaal wel weet, luister dan goed in je eigen omgeving naar wat anderen te vertellen hebben. De wetenschap dat er naar je geluisterd wordt en dat er rekening met je wordt gehouden is de beste remedie om met elkaar te voorkomen dat boze onderbuikgevoelens de tijdgeest domineren.
•
Tom Mikkers Algemeen secretaris Remonstrantse Broederschap
jaargang 21 nr. 1 februari 2010 15
van de redactie tentoonstelling Niet Normaal
Maar dan
anders Wat wordt er beoogd als men een expositie samenstelt met als thema: ‘het anders zijn’ of ‘het niet normaal zijn’? Wordt de kunst dan niet misbruikt voor een maatschappelijk doel? Het zal de initiator Ine Grevers en de organisatie van de tentoonstelling ‘Niet normaal – Difference on display’ ook wel niet zijn ontgaan.
Grevers die al in de jaren ’90 een dergelijke expositie heeft georganiseerd, kan maar niet van dit onderwerp afkomen. Als ik via één van de barokke slingerpaden ben binnengekomen en in de grote hal van de Beurs van Berlage in Amsterdam loop, voel ik me er ingeluisd. Het is alsof ik in een kermisattractie ben terecht gekomen, waarbij mij een fors entreebedrag afhandig is gemaakt: er weer ingetrapt! Ik voel me voyeur in een provisorisch in elkaar getimmerd kermisdorp. Het is nog net geen spookhuis. Daarvoor is er te veel licht aanwezig in dit majestueuze paleis voor het volk. De veelheid aan prikkels in de verrommelde ruimte doet mij wel denken aan een meeslepend en aandacht vragend kijkspel alsof men rondtoert in een wagonnetje van een attractiepark. Ik weet niet waar ik het eerst naar moet kijken. Ik zie grote videoschermen waar bewegende beelden mijn aandacht vragen. Ik hoor geluiden die bij filmfragmenten schijnen te horen, die ik nog maar niet bij beelden kan plaatsen. Is dit misschien het ‘nieuwe tentoonstellen’? Ik heb gelukkig geen last van ADD of ADHD. Toch voel ik me behept met een concentratiestoornis. Het lijkt alsof ik moet ‘multitasken’, zoals ik mijn kinderen soms zie doen als zij achter de computer zitten en intussen aan het SMS’en of MSN’en zijn. De maatschappij heeft luie kijkers van mensen gemaakt. Daarom is men in museumland op het idee gekomen om mensen meer te entertainen. Dat heeft zeker zijn positieve kanten, maar het kan ook doorslaan. Gaat het 16 adrem remonstrants maandblad
om kunst, of gaat het om opgeroepen emotie of het plaatsvervangend gevoel? Ik laat dat hier in het midden. Dat oordeel moet u zelf maar vellen. Ik klamp mij vast aan de portrettenserie van Marlene Dumas: heerlijk geschilderd, een meditatiemoment in een kakofonische entourage. Zou zij geweten hebben dat haar werk meer exemplarisch dan oorspronkelijk gebruikt zou worden voor dit thema? Ik stuiterbal verder door deze expo-flipperkast. Ik laat me verbazen door lichamelijke onvolkomenheden van tentoongespreide gehandicapten. Aan het einde van de zaal wordt mij een stellage gepresenteerd in onvolkomen staat. Er wordt nog aan gewerkt. Het gelijkt een brandstapel met bovenaan een spreekgestoelte voorzien van Christusmonogram. Het is nauwelijks blasfemisch te noemen, meer humoristisch. Via dit krakkemikkig bouwwerk beland ik uiteindelijk bij de sedimenten van de uitgang. Ik laaf me nog even aan een verwrongen corpus van Berlinde de Bruykere dat vleselijk echt lijkt. Dan word ik als normaal mens onherroepelijk deze kijkkast uitgespuugd met de prangende vraag: wat is nu eigenlijk ‘abnormaal’? Het antwoord ligt op straat en in onszelf. Ligt dit antwoord ook in betreffende uitstalling? Of toch anders?
•
Hans van der Waal Lid remonstrantse gemeente Schoonhoven Niet Normaal: tentoonstelling in de Beurs van Berlage in Amsterdam van 16 december 2009 tot 7 maart 2010.
in memoriam
Co Beukman 1922 – 2010
Liefdevol eigenzinnig Op woensdag 6 januari is Co Beukman op 87-jarige leeftijd overleden. Enkele weken geleden kondigde hij aan dat het laatste traject van zijn leven was ingegaan. De datum van zijn overlijden had hij bepaald op Driekoningen. Een manier van omgaan met zijn ziekte, die paste bij zijn levensstijl. Gevoelig als altijd voor de signalen die een mens op zijn levensweg opdoet, had hij geleerd daar goed naar te luisteren en tijdig zelf de regie in handen te nemen. Zo had hij altijd geleefd, en daaraan bleef hij - even overtuigd als ontspannen - trouw tot het eind. Co was geboren en opgegroeid in Zwolle. Toen hij 14 jaar oud was overleed zijn vader. Op een vakantie in Luik had hij een religieuze ervaring die de prille bodem legde voor zijn geloof en latere predikantschap. Hij ging daarom naar een gymnasium, waar hem wegens zijn eenvoudige komaf de toegang werd ontmoedigd. Een wijze docent stimuleerde hem zijn geluk elders te beproeven. Deze begreep wat er in hem omging en gaf hem de wijze raad: van nu af aan ben je je eigen vader! Van zijn vader – die bevriend was met de predikant Horrëus de Haas – had hij niet alleen een sterk godsdienstig besef meegekregen, maar deze had hem ook voorgehouden dat elke tijd opnieuw een eigen verhouding met God en geloof moet
zien te vinden. In elke tijd staan er weer mensen op die het op hun eigen manier oppakken, voortzetten en gaande houden. Deze relativerende open kijk op de dynamiek van kerk en geloof, is typerend geweest voor Co Beukman in zijn latere, zesendertigjarige loopbaan als predikant. Hij keek vooruit en was goed georganiseerd. Hij kon boeiend preken en zocht in het pastoraat het echte in de mens. Van geleuter hield hij niet. Liever ging hij eigenzinnig de confrontatie aan, vanuit de liefdevolle inspanning de ander te helpen om zich te openen. Zijn grote liefde vond hij in de liefde, de kunst, de muziek én in de dagelijkse studie van de psalmen. De laatste jaren woonde hij boven de ingang van een appartementencomplex in Heelsum. Als een oudste in de poort. Hij bleef bij de tijd. Op zoek naar datgene in de mens wat in staat stelt door persoonlijke groei zelf ‘nee’ te leren zeggen tegen een leven en een geloof dat alleen maar achterom ziet. Het ging hem om het onvoorspelbare – wat je niet kunt fixeren of prolongeren: ‘zelfs de behoefte om tegendraads te zijn verbleekt dan’.
•
Heine Siebrand remonstrants predikant Geertekerk Utrecht
jaargang 21 nr. 1 februari 2010 17
het gezicht van...
Dik Mook
Dik Mook (59) is jongerenwerker/pastoraal werker in het Vrijzinnig Centrum Vrijburg in Amsterdam. De Remonstranten maken daar deel van uit. Ooit begonnen als onderwijzer op een Freinetschool. In 1977 werd hij doopsgezind jongerenwerker. Studeerde theologie en volgde opleidingen op het vlak van theater, fotografie, video en meditatie. Jonge mensen? ‘Jonge mensen zijn snel, creatief, flitsend en niet statisch. Het is een voorrecht om met hen te mogen werken, praten, muziek te maken, op reis te gaan. Ik wil weten waar ze mee bezig zijn, hun leefwereld begrijpen, hun kunstvormen volgen. Op de Freinetschool is de kiem voor die fascinatie gelegd. Vanuit de constatering dat kinderen niet gemotiveerd zijn op school, werd het werk bepaald door wat leerlingen belangrijk vinden, waar ze voor warm lopen. Hun bagage was het uitgangspunt. Wij onderwijzers hielpen hen om hun eigen lot in handen te nemen, om op te groeien als vrije en verantwoordelijke burgers. Vrijzinnigheid troef dus’.
Jonge mensen in Vrijburg? ‘Dat is ook in Vrijburg mijn uitgangspunt. De jongerengroep daar bestaat uit zo’n vijftig personen. Zij hebben een kelder onder de kerk, waar ze echt zelf voor verantwoordelijk zijn. Met eigen sleutel dus. Ze kunnen daar computeren, pizza eten, kletsen, muziek maken etc. Ze maken fouten, maar de jongeren corrigeren elkaar. Ik heb een keer meegemaakt dat een jongere herhaaldelijk met gestolen autoradio’s aan kwam zetten. Iemand uit de groep heeft er op een bepaald moment toen één kapot gesmeten en gezegd ‘dit was
adrem nr. 0 januari 2010 18 adrem remonstrants maandblad
de laatste keer’. Afgelopen was het! Ik ben er bij, maar bepaal niet de agenda. Mijn doel is dat ze anders gaan denken, hun hersenkwabben gaan verleggen, een andere mening gaan verkondigen. Ik heb het weinig over God en de bijbel, maar veel over verbondenheid van mensen met elkaar en over verantwoordelijkheid voor de ruimte. Dinsdag en vrijdag wordt er echt gekookt. Als er een bord teveel is gedekt, begin ik wel over Elia. Dan ontstaat er een discussie over iemand die de wereld zou kunnen omkeren, herstellen. Resetten eigenlijk, dat begrijpen ze beter. Sinds drie jaar zijn er ook brunchdiensten met muziek, teksten, gedichten en stilte’.
Inspiratie ‘Ik lees veel en de bijbel blijft natuurlijk een onuitputtelijke bron van inspiratie. Daarnaast onderhoud ik contacten met Oost-Europa – nog uit de DDR-tijd. Ik ben dol op beeldende kunst en praat graag met kunstenaars. Af en toe begeef ik me bovendien in een boeddhistische retraite. Ook ik verleg af en toe mijn hersenkwabben.’
•
Michel Peters Coördinator communicatie op het landelijk bureau remonstranten
beraadsdag 2010
PROGRAMMA VOOR EEN VRIJ EN VERDRAAGZAAM CHRISTENDOM
Remonstrantse Beraadsdag
13 | 3 | 2010
Beraadsdag ‘Voor een vrij en verdraagzaam Christendom’ Remonstrantse kerk, Museumpark 3, Rotterdam Informatie/opgave: www.remonstranten.org 030 2316970
REM_poster Beraadsdag 2010_.indd 1
08-12-09 13:01
Programma nu bekend! De Remonstrantse Beraadsdag van 2010 vindt plaats in de remonstrantse kerk in Rotterdam. De dag staat in het teken van een vrij en verdraagzaam christendom. Tijdens deze dag komen aspecten van deze traditie aan de orde. Welke teksten worden gelezen? Wordt er binnen dat vrije en verdraagzame christendom ook buiten de lijntjes gekleurd en waar dan? En wat is de betekenis van deze wijze van geloven in een cultuur waarin godsdienst soms weer opnieuw lijkt te worden uitgevonden? Houden deze vragen u bezig? Kom dan ook naar deze beraadsdag 2010. U mag het niet missen. Het programma is nu bekend. In het kader hiernaast leest u er alles over. Informatie en opgave: een opgavekaart is bij deze AdRem gevoegd. Voor een compleet programma en toelichtingen zie: www.remonstranten.org
Arminius als gids Met deze beraadsdag sluiten we een bijzondere periode van herdenkingen af. In oktober 2009 herdachten de Remonstranten Jacobus Arminius. Op 14 januari 2010 was het 400 jaar geleden dat de Remonstrantie werd ondertekend. De ondertekenaars pleitten voor een rekkelijk christendom en wensten bescherming van de overheid. In de media klonken er ook vragen bij deze herdenkingen. Mogen de remonstranten Arminius wel herdenken? Zou Arminius als hij nu zou leven wel remonstrant zijn? Het hangt af van je traditiebegrip hoe je deze vragen beantwoordt. De grote nadruk in de theologie van Arminius op wie wel het eeuwige leven verwerft en wie niet, staat niet dicht bij het geloof van een 21ste-eeuwse remonstrant. Ook zijn redeneringen waarin hij jongleert met christelijke dogma’s staan ver van onze belevingswereld. Remonstranten van nu omarmen niet de dogmatiek, maar de verbeelding en brengen die in verbinding met de bijbel. Remonstranten van nu gaat het niet om wie verlost wordt en wie wordt verworpen, maar om God en je naaste liefhebben. Het gaat ons niet om de ware leer, maar om mededogen voor ieder die lijdt en sterft. Het gaat ons om een vrij en verdraagzaam christendom. Arminius wilde ruimte voor verschillende theologische opvattingen. In dat spoor zijn de remonstranten tot op de dag van vandaag verder gegaan. Arminius niet als cipier, maar als gids van een traditie van vrij en verdraagzaam christelijk geloven.
Plenair programma ochtend • Liturgische opening door remonstrants predikant dr.Koen Holtzapffel • Debat ‘Religie mag weer in de krant maar wat zijn de spelregels?’ Journalisten en mediakenners over de veranderde rol van religie in de samenleving, met: - Emiel Hakkenes (Trouw) - Lodewijk Born (Friesch dagblad) - Karlijn Goossens (Hogeschool Ede/ NCRV) - Leiding: Cees Grimbergen (bekend van NCRV Rondom Tien) Workshops gedurende de dag • 400 jaar remonstranten door dr.Tjaard Barnard, predikant in Rotterdam • Lezen van remonstrantse teksten met prof. dr. Th. Marius van Leeuwen, hoogleraar remonstrants Seminarium en dr. Koen Holtzapffel, predikant in Rotterdam • Esoterie en christendom met de veelbesproken en in de eigen kerk (Protestantse Kerk in Nederland) omstreden predikante Fennie Kruize • Lachen mag van God: Cartoons tekenen met kunstenares Charlotte Kuiper • In gesprek over de drie v’s : vrijheid, verdraagzaamheid en vrede – met medewerkers van IKV Pax Christi • Filosoferen over vrijheid met de Nederlandse filosoof Ad Verbrugge • Workshop muurkrant/ cartoon • De grote theologische thema’s uit de 17e eeuw nog eens uitgelegd door hoogleraar Remonstrants Seminarium prof.dr. Th. Marius van Leeuwen Plenaire afsluiting • ‘Rondom 1610’ – Toeval bestaat niet. Marius van Leeuwen, Fennie Kruize en Ad Verbrugge in gesprek met elkaar en met de zaal, onder leiding van Hennie Burggraaff, bekend van NCRV Schepper en Co - radio • En verder: presentaties uit remonstrantse gemeenten. Wat hebben zij het afgelopen jaar gedaan met dit thema?
• jaargang 21 nr. 1 februari 2010 19
Advertentie_KIA2.pdf
20-01-2010
11:34:50
G N I R E O V T I U N I GELOOF
Remonstrants Maandblad | Remonstrantse Broederschap | Nieuwegracht 27 a | 3512 LC Utrecht | 030 2316970 |
[email protected] | kijk op www.remonstranten.org voor activiteiten en kerkdiensten.
www.kerkinactie.nl
LUX: Grote denkers over de toekomst Hoe denken filosofen en schrijvers van wereldformaat over onze toekomst in een snel veranderende wereld? Het IKON tv-magazine LUX gaat langs bij filosofe Susan Neiman, publicist Ian Buruma, politicoloog Dominique Moïsi, dichteres Antjie Krog, oprichtster van het American Islamic Congres Zainab Al-Suwaij, filosoof Charles Taylor, koranwetenschapper Nasr Abu Zayd en opperrabbijn en filosoof Jonathan Sacks. Word wereldburger in vier afleveringen. Bonustrack: een eerdere aflevering van LUX over dezelfde thema’s in Nederland. Bestelwijze dvd: maak t15,- over op rek.nr. 606.000 t.n.v. IKON, Hilversum o.v.v. LUX en uw complete adres.
• t15,- incl. verzendkosten • Dvd, 170 minuten • met bonustrack
www.luxmagazine.nl
Ian Buruma
Zainab Al-Suwaij
Dominique Moïsi
Antjie Krog
Charles Taylor
Susan Neiman
Nasr Abu Zayd
Jonathan Sacks