ACTIEPLAN Leerplicht & RMC-functie Regio de Friese Wouden

ACTIEPLAN 2015

Leerplicht & RMC-functie Regio de Friese Wouden

1

2

Inhoud Voorwoord .............................................................................................................................. 5

Actuele ontwikkelingen van belang voor Leerplicht en de RMC-functie ..............6 1. Invoering Passend Onderwijs ............................................................................................. 6 2. Wet doelmatige leerwegen en het moderniseren van de bekostiging in het mbo ................ 6 3. Decentralisatie Jeugdzorg .................................................................................................. 6 4. Participatiewet .................................................................................................................... 6 5. Vsv-convenant 2012-2016 .................................................................................................. 7 6. Project Verzuim 18+ We missen je ..................................................................................... 8

Begroting inzet rijksbijdrage 2015 ...........................................................................9 Acties 2015 in het kader van de uitoefening van de RMC-functie ....................... 10 1. Juridisch kader RMC-functie en leerplicht ......................................................................... 11 2. Samenwerking en specialisatie binnen leerplicht ............................................................. 13 3. Digitalisering werkprocessen en standaardrapportages.................................................... 14 4. Regionaal Jaarverslag ...................................................................................................... 16 5. Studiedag ......................................................................................................................... 17 6. Scholing lpa's en rmc-tb's ................................................................................................. 18

Maatregelen 2014 en 2015 in het kader van het VSV-convenant waar de RMCfunctie een bijdrage aanlevert ............................................................................ 19 7. Provinciale werkgeversbenadering vsv'ers door de 3 rmc-regio's in Fryslân ..................... 20 8. Pilot afstemmingen vsv-ers en loobaanloket ..................................................................... 22 9. Loopbaantraject interne en externe zorgstructuur ............................................................. 24 10. Advisering mbt leerbaarheid en schoolbaarheid aan de afd. Soza/Werk en Inkomen ..... 26 11. RIT (Rapid Intervention Team) ....................................................................................... 29 12. Doorlopende ervaringsprofiel RMC ................................................................................ 32 13. Lifecoach RMC-functie ................................................................................................... 34 14. Bbl-coach ...................................................................................................................... 36 15. Vacaturegerichte intake .................................................................................................. 38

3

4

Voorwoord Voor u ligt het actieplan Leerplicht en RMC-functie regio De Friese Wouden 2015. Iedere jeugdige heeft recht op onderwijs. Om dat recht te garanderen is in 1969 de Leerplichtwet vastgesteld. De Leerplichtwet waarborgt dat alle jeugdigen in Nederland aan het onderwijs kunnen en zullen deelnemen. Het toezicht en naleving van de Leerplichtwet is opgedragen aan het College van Burgemeester en Wethouders van gemeenten. De Regionale melden coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten voert een wettelijke taak uit om jeugdigen die problemen ondervinden in hun onderwijsloopbaan te registreren, te begeleiden, kansen en hindernissen in beeld te brengen en voor zover mogelijk te herplaatsen in een onderwijstraject. Smallingerland als contactgemeente ontvangt hiervoor ieder jaar een structurele bijdrage van het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen. De gemeenten in de Friese Wouden werken voor leerplicht en de RMC-functie samen in de RMC-regio. In dit actieplan is een aantal ontwikkelingen beschreven die van invloed zijn op Leerplicht en de RMC-functie en zijn de acties voor 2015 opgenomen. De projecten beschreven in dit actieplan hebben als doel om: 1. Verzuim en voortijdig schoolverlaten te voorkomen en zoveel mogelijk de verzuimers en voortijdig schoolverlaters waarbij dat niet is gelukt te begeleiden en te motiveren om volgens lesrooster naar school te gaan. 2. Maximale participatie van jongeren in de maatschappij, met name op de arbeidsmarkt te bevorderen. 3. Optimale ontwikkeling/ontplooiing van jongeren te bevorderen. Dit doen we door jongeren te stimuleren om een opleiding te volgen die bij hen past. Hierbij gaat het om: a. het voorkomen dat jongeren terugvallen naar een voor hen niet passend opleidingsniveau (afstromen) b. het oplossen van problemen bij de overgang tussen onderwijsinstellingen c. het vinden van oplossingen voor “jongeren in een kwetsbare positie”, waarbij naast onderwijs in veel gevallen ook adequate zorg georganiseerd moet worden.

Drachten, december 2014 Karin Kooijman, rmc-coördinator regio de Friese Wouden

5

Actuele ontwikkelingen van belang voor Leerplicht en de RMC-functie Voor de beleidsontwikkeling en uitvoering van leerlingenvervoer, leerplicht en rmc zijn de komende jaren o.a. de volgende zaken van belang: 1. Invoering Passend Onderwijs 2. Wet doelmatige leerwegen en het moderniseren van de bekostiging in het mbo 3. Transitie Jeugdzorg 4. Participatiewet 5. Vsv-convenant 2012-2016 6. Project Verzuim 18+ We missen je 1. Passend Onderwijs De Wet passend onderwijs is in oktober 2012 aangenomen. Per 1 augustus 2014 is de wet in werking getreden. Er vindt regionaal overleg plaats in REJA (regionale educatieve jeugdagenda) verband. Uitgangspunt is dat elk kind recht heeft op goed onderwijs. Ook kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Passend onderwijs beoogt dat zo veel mogelijk leerlingen regulier onderwijs kunnen volgen. Kinderen die het echt nodig hebben, kunnen nog steeds naar het speciaal onderwijs. Passend onderwijs legt een zorgplicht bij scholen. Vanaf 1 augustus 2014 melden ouders hun kind aan bij de school van hun keuze en heeft de school de taak om het kind een passende onderwijsplek te bieden. Om aan alle kinderen daadwerkelijk een goede onderwijsplek te kunnen bieden, zijn er in het po én in het vo samen met het speciaal onderwijs (cluster 3 en 4) regionale samenwerkingsverbanden gevormd. De scholen in het samenwerkingsverband maken afspraken over de ondersteuning aan leerlingen en de bekostiging daarvan. De Wet Passend Onderwijs raakt de gemeentelijke taken op het gebied van preventief jeugdbeleid, de leerplichtfunctie, maar ook het leerlingenvervoer en de onderwijshuisvesting. In het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband worden afspraken gemaakt over wat het onderwijs aan onderwijszorg levert en hoe er wordt samengewerkt met de gemeenten op het gebied van de jeugdzorg. Op uitvoerend niveau moet een onderwijs-zorg aanbod voor een zorgleerling samen met gemeentelijke (en jeugdzorgaanbieders) afgestemd worden. Dit geldt vanzelfsprekend alleen als de problematiek de onderwijszorg te boven gaat. In een ideale situatie betekent dit dat onderwijs en gemeenten samen en in samenhang passend onderwijs en passende opvoed- en opgroeiondersteuning bieden voor het kind, het gezin en de docenten in de klas. In de eerste plaats ter versterking van de directe omgeving van een kind (het gezin / de klas) om te voorkomen dat kinderen extra zorg nodig hebben. Maar ook om, bij situaties van zwaardere problematiek, samen op te trekken bij de ondersteuning van het kind en zijn omgeving en daarmee te werken aan 1 kind, 1 gezin, 1 plan. 2. Wet doelmatige leerwegen en het moderniseren van de bekostiging in het mbo In juni 2013 is deze wet aangenomen; de wet is de juridische basis voor maatregelen uit het Actieplan mbo ‘Focus op Vakmanschap':  De meeste niveau-4 opleidingen in het mbo worden ingekort van 4 naar 3 jaar.  Alle mbo-deelnemers krijgen per jaar meer onderwijstijd aangeboden.  In principe afschaffing van de drempelloze instroom voor niveau-2; tenzij op grond van vooropleiding en toetsing anders door de instelling wordt beslist.  Inrichting entree-opleidingen voor jongeren die (nog) niet aan de toelatingseisen voor een niveau-2 opleiding voldoen.  Bindend studieadvies: bij de entree-opleidingen geldt dat alle studenten binnen 4 maanden een studieadvies moeten krijgen, gebaseerd op de resultaten tot dan toe. Eén van de mogelijkheden is een negatief studieadvies. Dit is bindend ten aanzien van de gevolgde entree-opleiding; het aanbieden van een andere entreeopleiding blijft mogelijk. Voor een student jonger dan 18 jaar is de instelling dit verplicht (eventueel bij een andere instelling). Instellingen ontvangen voor deze studenten voor het gehele jaar bekostiging. Indien er uiteindelijk geen mogelijkheden meer zijn, moet de student begeleid worden naar een plek op de arbeidsmarkt. De mbo-instellingen hebben hiervoor hun ketenpartners nodig: mbo-leerplichtambtenaren, rmc-trajectbegeleiders, CJG, gemeenten (sociale werkvoorziening), UWV en leerbedrijven. Afstemming met de jeugdzorg en met de arbeidsmarkt is van cruciaal belang.

6

  

De kwalificatiestructuur wordt vereenvoudigd, waardoor het aantal mbo-opleidingen afneemt (volgens planning 1 augustus 2016). Voorkoming van onnodige stapeling door de verplichting de jongere direct op het juiste niveau van een mbo-opleiding in te schrijven (is nu niet zondermeer het geval). Het wordt financieel minder aantrekkelijk om een student lang ingeschreven te houden.

3. Decentralisatie Jeugdzorg De Jeugdwet is op 1 januari 2015 in werking getreden. Doelen van de nieuwe Jeugdwet zijn: • Meer preventie, meer eigen verantwoordelijkheid, meer benutten van ‘eigen kracht’ en het sociale netwerk van kinderen en hun ouders.  Kinderen en jongeren naar vermogen mee laten doen, laten participeren. Daarom normaliseren, ontzorgen en niet onnodig medicaliseren.  Sneller jeugdhulp op maat, dicht bij huis, om zo het beroep op gespecialiseerde zorg te verminderen.  Betere samenwerking rond gezinnen: één gezin, één plan, één regisseur, o.a. door ontschotting van budgetten.  Meer ruimte voor professionals, door de regeldruk serieus terug te dringen. 4. Participatiewet Er komt één Participatiewet die de Wet werk en bijstand, Wet sociale werkvoorziening en een deel van de Wajong samenvoegt. De nieuwe wet vervangt het wetsvoorstel Werken naar Vermogen en zal volgens de huidige planning ingaan op 1 januari 2015. Door deze wet ontvangt iedere afzonderlijke bijstandsuitkeringsgerechtigde een lagere uitkering als er meer volwassenen in een huishouden wonen. Voor jongeren tot 27 jaar gold al enige tijd een wachttijd van vier weken. Bij het, voor het eerst, niet nakomen van een verplichting, kan de uitkering minimaal 1 maand en maximaal 3 maanden worden stopgezet. Gemeenten worden verplicht om uitkeringsgerechtigden een tegenprestatie naar vermogen op te dragen. Dit om mogelijk te maken dat iedereen die een beroep doet op een uitkering, ook echt deelneemt en verantwoordelijkheid neemt voor de samenleving waarin hij leeft. Voor mensen die helemaal niet kunnen werken, blijft er een (tijdelijk) sociaal vangnet bestaan in de vorm van een bijstandsuitkering. Vanaf 1 januari 2015 hebben alleen jongeren die nooit meer kunnen werken nog recht op een Wajonguitkering. Dit wordt beoordeeld door Uitkeringsinstantie UWV. Er kunnen vanaf die datum geen nieuwe mensen meer instromen in de Sociale Werkvoorziening. Werkgevers hebben met de overheid afgesproken extra banen te scheppen voor mensen met een arbeidsbeperking . Dat gaat zowel om beschutte banen als om niet-beschutte banen. De overheid gaat zelf ook extra banen scheppen. Gemeenten worden verantwoordelijk voor werk voor mensen met een arbeidsbeperking. Door de Participatiewet kunnen gemeenten werkgevers aanmoedigen om banen aan deze doelgroep aan te bieden. Zo kan de gemeente bijvoorbeeld meebetalen aan een gedeelte van het loon (in de vorm van loonkostensubsidie). Bijvoorbeeld 20% voor een werknemer die door een arbeidshandicap 20% langzamer werkt dan een ander. De werknemer zelf krijgt het cao-loon of anders het minimumloon. Een gemeente kan ook werkplekaanpassingen voor een werkgever betalen. Of met een zogenoemde no-riskpolis het mogelijk risico voor de werkgever wegnemen. Er is 1 regionaal werkbedrijf in Friesland waar werkgevers/vakbonden /UWV en de gemeenten samenwerken. 5. Vsv-convenant en Onderwijsprogramma's Het vsv-convenant is met 1 jaar verlengd tot 2017. De minister wil de succesvolle elementen van Aanval op Schooluitval: focus op een regionale aanpak met vo-, mbo-instellingen, gemeenten en andere ketenpartners, resultaatafhankelijke beloning en transparantie over resultaten van onderwijsinstellingen verankeren in wet- en regelgeving. Omdat dit tijd kost, heeft de minister besloten om het huidige vsvarrangement met een jaar te verlengen. Concreet houdt dit het volgende in:  de landelijke vsv-doelstelling van maximaal 25.000 vsv’ers wordt verlengd tot 2017  de normpercentages over schooljaar 2014-2015 gaan ook gelden voor 2015-2016, net als de bijbehorende prestatiesubsidie voor individuele vo- en mbo-instellingen;  de middelen voor het regionaal programma worden ook voor schooljaar 2015-2016 beschikbaar gesteld.

7

De programma's in het kader van het vsv-convenant 2012-2016 zijn voor zover de RMC-functie betrokken is onderdeel van het RMC-actieplan 2015: 1. Inhoudelijke en cijfermatige afstemming over vsv’ers onderwijsinstellingen en RMC-functie. 2. Versterken samenwerking tussen scholen, onderwijsinstellingen en zorgpartijen en per casus zorgen dat de "één jeugdige, één gezin, één plan -gedachte" praktijk wordt. 3. Advisering van de RMC-functie aan Sociale Zaken met betrekking tot de leerbaarheid van jongeren tot 27 jaar die een uitkering aanvragen. De RMC-functie ondersteunt jongeren bij hun inspanningsverplichting om gedurende de 4 weken actief te zoeken naar scholing en/ of een baan. 4. Jongeren met een e-Portfolio richting arbeidsmarkt begeleiden met het doel competenties, kennis en ervaring op te doen en uiteindelijk de maximaal haalbare arbeidsmarktpositie te verwerven. 5. Provinciale werkgeversbenadering vsv'ers door de 3 rmc-regio's in Fryslân. Doel is goede begeleiding van jongeren in kwetsbare positie richting de arbeidsmarkt. 6. Project VERZUIM 18+ WE MISSEN JE! Ingrado heeft van OCW subsidie om tot 1 april 2015 een project uit te voeren met betrekking tot verzuim van jongeren van 18 jaar en ouder. Onze RMC-functie is nauw betrokken bij de uitvoering van dit project. Doel van dit project is om:  De aard en omvang van de problematiek Verzuim 18+ te agenderen bij uitvoerders, middenkader en bestuurders van RMC-organisaties/gemeenten en Onderwijsinstellingen. MBOinstellingen hebben nl. een wettelijke taak om (ongeoorloofd) verzuim aan te pakken, teneinde voortijdig schoolverlaten te voorkomen.  Een bijdrage te leveren aan de preventie van verzuim van 18 plussers om daarmee maatschappelijke risico’s te voorkomen.  De RMC-functie een taak te geven in de het ondersteunen en versterken van het mbo bij verzuim 18+, dit is mogelijk mits er een accentverschuiving plaatsvindt van curatief naar preventief.  De RMC-trajectbegeleiders daarvoor beter toe te rusten om interventies te plegen die leiden tot minder verzuim en meer deelname aan het onderwijs.  Instrumenten, protocollen en/of best practices voor verzuim toegankelijk te maken voor leerlingen van 18 jaar en ouder.

8

Begroting inzet rijksbijdrage 2015 Totaal beschikbare rijksbijdrage RMC-functie Rmc-coördinatie Rmc-secretariaat Rmc-trajectbegeleiding Mbo-leerplicht

0,60fte 0,85fte 3,20fte 3,11fte

622.428 51.082 43.085 186.314 186.541

subtotaal loonkosten Reiskosten Overhead

467.022 7.250 140.107

Totaal Projecten Inzet instrumenten/congressen etc.

614.379 68.835 10.600

subtotaal diversen

79.435

Totaal

693.814

Dekking Rijksbijdrage 2015 Voorziening RMC-functie

622.428 71.386

Totaal

693.814

Toelichting: Projecten 1. Juridisch kader rmc-functie en leerplicht 3. Digitalisering werkprocessen 4. Jaarverslag 5. Studiedag 6. Scholingsplan uniforme werkwijze

20.000 26.500 7.000 6.000 9.335

Totaal

68.835

Inzet instrumenten/congressen etc. Gebruik en deskundigheidsbevordering educatiemeter Lidmaatschap Ingrado Abonnementen/hosting website Congresbezoek Totaal

6.500 2.400 1.500 200 10.600

Voorziening RMC-functie Geprognosticeerde stand van de voorziening op 1 januari 2015 Verwachte onttrekking in 2014

1

376.900 71.368

1

De voorziening bestaat uit niet bestede Rijksmiddelen en ontvangen subsidies als tegenprestatie voor geleverde dienstverlening onder aftrek van kosten van projecten waarvoor de subsidies zijn ontvangen en begrotingsoverschrijdingen. Het afgelopen jaar zijn bijvoorbeeld. subsidies ontvangen voor het project vsv’ers een jaar later, rmctrajectbegeleiding gemeente De Friese Meren gedurende 3 maanden in 2015, bijdrage regio Friesland Noord voor rmc-trajectbegeleiding dorpen Boarnsterhim 2014, etc. De voorziening wordt gebruikt voor de financiering van projecten

9

Acties 2015 in het kader van de uitoefening van de RMC-functie Hieronder staat een opsomming van de acties voor 2015 (en 2016 voor zover het de acties betreft die onder het vsv-convenant vallen). Voor een inhoudelijke omschrijving van de acties wordt verwezen naar de volgende pagina's.

Nr.

Actie

Toelichting

Bedrag

1

Juridisch kader RMCfunctie en leerplicht Samenwerking en specialisatie binnen leerplicht Digitalisering werkprocessen en standaardrapportages Regionaal Jaarverslag Studiedag Scholing lpa's en rmctb's

Juridische basis voor de regionale samenwerking

€ 20.000

Een inventarisatie van taken die zich lenen voor specialisatie.

-

Ondersteuning werkprocessen; verbetering gegevens; beschikbaarheid sturingsinformatie

€ 53.000 € 26.500 in 2015 en in 2016 € 7.000 € 6.000 € 9.335

2

3

4 5 6

7 - 15

Acties /maatregelen onder het vsvconvenant

Dossiervorming met aandacht voor: a. Onderscheid feiten, waarneming, conclusie, interpretatie, aanpak, voorstel etc. b. Argumenteren en causaal redeneren. 1. Provinciale werkgeversbenadering vsv'ers door de rmc-regio's in Fryslân 2. Pilot afstemming vsv'ers en loopbaanloket 3. Loopbaantraject interne en externe zorgstructuur 4. Advisering m.b.t. leerbaarheid en schoolbaarheid aan de afd. Soza/ Werk en Inkomen 5. RIP (Rapid Intervention Team) 6. Doorlopende ervaringsprofiel RMC 7. Lifecoach RMC-functie 8. BBL coach 9. 15. Vacaturegerichte intake

Middelen vsvconvenant

10

Portefeuillehouder: Projectcoördinator: Projectleider: Werkgroep: Afdeling: Aanleiding

Probleemstelling

Juridisch kader RMC-functie en leerplicht

Volgnummer: 1

Ron van der Leck Karin Kooijman

Datum: oktober 2014 Beleidsproduct: RMC

Samenlevingszaken Er ontbreekt een adequate juridische basis voor de regionale samenwerking leerplicht / RMC. Daarom kunnen steeds weer discussies ontstaan binnen en tussen de regiogemeenten over o.a. besluitvormingsprocedures, de uitwisseling van GBA-gegevens van vsv'ers woonachtig in de aangesloten regiogemeenten, de afspraken rondom het toezichthouderschap van leerplichtambtenaren en rmc-trajectbegeleiders (verklaring van zuivering), verzoeken van gemeenten om aan te sluiten of te vertrekken uit de RMC-regio. 1. Ontbreken juridische basis voor het implementeren en uitvoeren van de uniforme werkprocessen leerplicht en rmc. 2. De RMC-functie heeft geen rechtspersoonlijkheid. Voor de uitvoering van RMC-taken wordt zonder mandaat informatie uit de gemeentelijke basisadministratie (GBA ) van de regiogemeenten gebruikt. Dit terwijl de GBA alleen mag worden gebruikt voor de uitvoering van de eigen gemeentelijke wettelijke taken. 3. Relatie stuurgroep en regiogemeenten (uitvoerend, beleids- en strategisch niveau) is onduidelijk  status portefeuillehoudersoverleg sociaal domein. 4. Ontbreken van een wettelijke basis en eenduidige afspraken over het toezicht dat mbo-leerplichtambtenaren en rmc-trajectbegeleiders uitvoeren op naleving van de Leerplichtwet bij alle regiogemeenten. Nodig zijn heldere afspraken die moeten worden vastgelegd in de instructie leerplicht en rmc, zeker met betrekking tot de eed of belofte van zuivering. 5. Ontbreken mogelijkheden voor leerplichtambtenaren voor onderlinge vervangbaarheid. 6. Er bestaat onduidelijkheid over de rol van de contactgemeente. Deze legt verantwoording af over beleidsresultaten en prestatieafspraken aan OCW naast het vervullen van de werkgeversrol en het nemen van verantwoordelijkheid voor de bedrijfsvoering (kosten, risicodekking).

Doelstelling / Ambitie

Werkbaar juridisch kader en positionering van de RMC-functie passend bij de (beoogde) wijze van samenwerken van de regiogemeenten.

Middelen (instrumentarium)

1. Instellen van een werkgroep met enkele beleidsmedewerkers / juristen (in ieder geval van Smallingerland en Achtkarspelen) en de rmccoördinator) voor de uitvoering en begeleiding van dit project. 2. Het opstellen van een opdracht door de werkgroep gericht op het inventariseren van de problemen, het maken van een analyse en het beschrijven van mogelijke oplossingen (2 à 3 varianten). 3. Selectie van mogelijke aanbieders die de opdracht gaan uitvoeren. 4. Keuze van de uiteindelijke opdrachtnemer door middel van presentatie van een plan van aanpak door de geselecteerde aanbieders. 5. Uitvoering van de opdracht.

11

6. Uitvoering van het proces om tot een door de gemeenten gedragen voorkeursoplossing te komen. 7. Besluitvorming inzake en implementatie van de gekozen oplossing. Betrokkenen/ organisatie/geraamde urenbesteding/kosten

Portefeuillehouders, Directieteam, collega's Informatiebeleid, beleidsmedewerkers LOB, juridische medewerkers Inhuur extern bureau: kosten max. € 20.000, - excl. btw

Fasering nr.

Omschrijving activiteit/product

start

gereed

1.

Opstellen opdracht

Januari 2015

Maart 2015

2.

Uitvoering van de opdracht

Maart 2015

Oktober 2015

3.

Besluitvorming en implementatie

Oktober 2015

Maart 2016

Middelen

opmerkingen

Voorziening RMC € 20.000, -

12

Portefeuillehouder: Projectcoördinator: Projectleider: Werkgroep: Afdeling: Aanleiding

Samenwerking en specialisatie binnen leerplicht

Volgnummer: 2



Samenlevingszaken Continuïteit, uniformiteit en ook professionalisering zijn de belangrijkste redenen voor samenwerking op het gebied van leerplicht en rmc. Voor het maken van een professionaliteitsslag is het daarom van belang dat gewerkt wordt aan kennisverbreding en -verdieping. Voor ons zelf maar ook voor leerlingen, ouders en samenwerkingspartners is het belangrijk om continuïteit en uniformiteit te waarborgen. Dit gebeurt door het maken van goede afspraken over samenwerking en specialisatie.

Probleemstelling

Een aantal taken binnen Leerplicht leent zich voor specialisatie binnen de regio omdat het of weinig voorkomt, er specialistische kennis vereist is, of efficiënter is (BOA, deelname aan JCO, etc.).


Alle leerplichtambtenaren hebben de mogelijkheid zich te specialiseren en kunnen door afspraken hierover hun tijd efficiënter inzetten.


Een inventarisatie van taken die zich lenen voor specialisatie door een werkgroep bestaand uit leerplichtambtenaren en beleidsmedewerkers.

Betrokkenen/ organisatie/geraamde urenbesteding/kosten

Leerplichtambtenaren, beleidsmedewerkers LOB, leidinggevenden

Fasering nr.


start

gereed

1.

Opstellen opdracht

Januari 2015

Maart 2015

2.

Uitvoering van de opdracht

Maart 2015

Oktober 2015

3.

Besluitvorming en implementatie

Oktober 2015

Maart 2016

Middelen

opmerkingen

-

13

Portefeuillehouder: Projectcoördinator: Projectleider: Afdeling: Aanleiding

Digitalisering werkprocessen en standaardrapportages

Volgnummer: 3


Datum: oktober 2014

Samenlevingszaken

Beleidsproduct: RMC

Vorig jaar is gestart met de digitale implementatie van de werkprocessen in het registratiesysteem key2jongerenmonitor. Door personele wisselingen en veranderingen in de applicatie vraagt dit meer tijd dan gepland. Daarnaast is een nieuwe regeling “Regionale aanpak voortijdig schoolverlaten en prestatiesubsidie” vastgesteld. Hiermee is het Format van de RMC-effectrapportage ingrijpend gewijzigd.

Probleemstelling

In 2014 is gestart met het inrichten en aanpassen van de programmatuur als leerlingvolgsysteem. De aanpassing vraagt veel meer tijd dan ingeschat. Tijdens de eerste helft van 2015 wordt door de softwareleverancier een workflowmodule geleverd. Hiervoor moeten alle werkprocessen zijn gedefinieerd en geïmplementeerd. Daarnaast moet de programmatuur worden aangepast om de door OCW gevraagde gegevens in het kader van de effectrapportage op te leveren. Op grond van de verantwoording in de rmc-effectrapportage van de effecten van het uitgevoerde beleid om voortijdig schoolverlaten te voorkomen en te bestrijden ontvangt gemeente Smallingerland als contactgemeente de Rijksbijdrage. Bij Leerlingzaken ontbreekt voldoende formatie en expertise voor de omzetting bestaande uit het definiëren van processen, de omzetting ervan in het volgsysteem en het laten bouwen van gegevenskubussen voor het verkrijgen van managementinformatie.


1. Een goed werkende Workflow. Door het digitaliseren van de werkprocessen van de eenheid Leerlingzaken en het implementeren ervan in een workflowmanagementsysteem is de dienstverlening, bedrijfsvoering en bestuurlijke informatievoorziening van de eenheid Leerlingzaken gestroomlijnd. 2. Het is mogelijk om elk moment rapportages te leveren met a. Informatie op cliëntniveau voor alle collega's. b. informatie op beleids- en managementniveau voor onze bestuurlijk opdrachtgever (zowel op Rijks- als op gemeentelijk en regionaal niveau), leidinggevenden en/of aan scholen en onderwijsinstellingen.


1. Tijdelijke uitbreiding formatie administratief medewerker tot mei 2015 2. Inhuren van een aantal specialisten (op het gebied van Workflow, Excel, Cognos, Gegevenskubussen etc.) om het digitale leerlingenregistratiesysteem van de eenheid Leerlingzaken aan te passen aan de aan de door het ministerie van OCW gestelde eisen.

14

Betrokkenen/organisatie/geraamde De geschatte kosten van de inhuur van deze experts bedraurenbesteding/kosten gen max. € 53.000, -. Deze worden voor maximaal 26.500, in 2015 en in 2016 gedekt ten laste van de voorziening RMC. Fasering nr.


1.

Uitbreiding formatie

2.

Inhuur expertise Workflow, Excel, Cognos, gegevenskubussen

Middelen

start

gereed

Januari 2015

Mei 2016

opmerkingen

Voorziening RMC € 53.000, -

Bijlage 1. Het workflowmanagementsysteem wordt per werkproces (relatief verzuim, absoluut verzuim, vrijstelling, voortijdig schoolverlaten 4 weken of langer afwezig etc.) ingevoerd. a. Hiervoor worden deze werkprocessen gedetailleerd in duidelijke enkelvoudige processtappen vastgelegd. Per processtap is de behandelaar, de maximale doorlooptijden, de fasering etc. benoemd. Per processtap is ook de daarvoor noodzakelijke in- en output beschreven (informatie/ documenten). De rollen, verantwoordelijkheden en de taken zijn vastgelegd in de trajectmeetlat (beschrijving methodisch handelen eenheid Leerlingzaken). b. Het definiëren van processen, het vertalen naar een verzameling van activiteiten in een bepaalde samenhang, het technisch realiseren en het de medewerkers leren om ermee om te gaan (acceptatie) wordt gedaan door de applicatiebeheerders. De start ligt voor de applicatiebeheerders bij de minutieuze beschrijving van de werkprocessen van alle collega's werkzaam bij de eenheid Leerlingzaken en is een noodzakelijke voorwaarde voor het digitaliseren van deze werkprocessen. 2. De rapportages worden opgeleverd door het gebruik van gegevenskubussen die onze softwareleverancier bouwt en het inhuren van een Excel/Cognosspecialist.

15


Regionaal Jaarverslag

Volgnummer: 4


Datum: oktober 2014

Samenlevingszaken

Beleidsproduct: RMC

In de regio wordt een gezamenlijk jaarverslag verzuim en voortijdig schoolverlaten geproduceerd.

Probleemstelling

De beleidsmedewerkers lokaal onderwijsbeleid ontbeert de tijd om een gezamenlijk jaarverslag samen te stellen.


Een uniform jaarverslag verzuim en voortijdig schoolverlaten (leerplicht en RMC) ondersteunt het registreren, monitoren, meten, evalueren en onderling vergelijke van de resultaten van het regionale en gemeentelijke beleid met betrekking tot verzuim en voortijdig schoolverlaten (leerplicht en RMC).


Een externe schrijver wordt gevraagd om op grond van door de regiogemeenten en RMC-functie aangeleverde informatie een jaarverslag samen te stellen én een format voor de volgende jaren op te leveren. Deze schrijver krijgt daarnaast de opdracht om een handleiding te schrijven voor de vormgeving van het jaarverslag waarmee leerlingen van het mbo in het kader van een stage uit de voeten kunnen.

Betrokkenen/organisatie/geraamde urenbesteding/kosten

Leerplichtambtenaren, mbo-leerplichtambtenaren, rmctrajectbegeleiders, beleidsmedewerkers, administratieve ondersteuners, rmc-coördinator Inhuur extern schrijver: € 7.000, - excl. btw

Fasering nr.


start

gereed

1.

Voorbereiding.

Najaar 2014

Januari 2015

2.

Oplevering jaarverslag

Middelen

opmerkingen

Februari 2015 RMC-budget € 7.000, -

16

Portefeuillehouder: Projectcoördinator: Projectleider: Afdeling:

Studiedag

Volgnummer: 5


Datum: oktober 2014

Samenlevingszaken

Beleidsproduct: RMC

In de rmc-regio zijn in de 7 gemeenten verschillende functionarissen (secretariaat, (mbo-)leerplicht, rmctrajectbegeleiding, beleid) betrokken. Deze hebben allen een eigen aandeel in het voorkomen en bestrijden van verzuim en voortijdig schoolverlaten.

Aanleiding

Probleemstelling

Om regionale, uniforme samenwerking te bereiken is het noodzakelijk om met alle betrokken medewerkers af te stemmen.


Het creëren van gelegenheid voor ontmoeting, informatie, afstemming, schakelen tussen signaleren van knelpunten en successen en de vertaling daarvan in beleid en andersom.



Leerplichtambtenaren, mbo-leerplichtambtenaren, rmctrajectbegeleiders, beleidsmedewerkers, administratieve ondersteuners, rmc-coördinator Geraamde ureninzet werkgroepleden 16 uur Studiedag ureninzet allen 8 uur Huur ruimte en catering: € 6.000, - excl. btw

Fasering nr.


start

1.

Er wordt een voorbereidingswerkgroep samengesteld.

November 2014

2.

Er wordt een studiedag voorbereid

3.

Studiedag met alle betrokken collega's

Middelen

gereed

opmerkingen

2015

RMC-budget

17


Scholing leerplichtambtenaren en rmc-trajectbegeleiders

Volgnummer: 6


Datum: oktober 2014

Samenlevingszaken

Beleidsproduct: RMC

Permanente scholing leerplichtambtenaren en rmctrajectbegeleiders. Voor een goede implementatie van het methodisch handelen conform de trajectmeetlat en het daarmee samenhangende instrumentarium (handvaten) worden alle medewerkers leerplicht en RMC getraind.

Probleemstelling

Er is sprake van verschillen in de wijze waarop leerplicht en rmc-trajectbegeleiding wordt uitgevoerd in de gemeenten. Dit ondanks dat er gestart is met een uniform methodisch handelen volgens de Trajectmeetlat en de werkprocessen. Dit geldt ook voor dossiervorming. Alle professionals zijn betrokken en besteden veel aandacht aan verslaglegging, maar er is een groot verschil te constateren in de wijze waarop de dossiers zijn gevuld.


Een format dat uitnodigt tot het helder vastleggen van probleem, analyse, situatie, kansen, belemmeringen, voorstel plan van aanpak etc. met aandacht voor: 1. Onderscheid feiten, waarneming, conclusie, interpretatie, aanpak, voorstel etc. 2. Argumenteren en causaal redeneren.


Een bureau geeft een maatwerktraining van 2 dagdelen en verzorgt een half jaar individuele feedback.


Leerplichtambtenaren en rmc-trajectbegeleiders Inhuur bureau voor het verzorgen van een training aan een groep van maximaal 10 personen € 2.500, - excl. btw per groep voor 2 dagdelen. Het bureau geeft daarnaast individuele feedback voor € 2.55, - per persoon. Afhankelijk van het aantal deelnemers wordt gestart met één of twee groepen en varieert de kostprijs tussen € 5.050, - en € 9.335, -.

Fasering Omschrijving activiteit/product

start

gereed

opmerkingen

Start maatwerktraject

Februari 2015

Individuele feedback

Voorjaar 2015

Middelen

RMC-budget max. € 9.335, -

Najaar 2015

18

Maatregelen 2015 en 2016 in het kader van het vsv-convenant waar de RMCfunctie een bijdrage aan levert.

19

Portefeuillehouder: Projectcoördinator: Projectleider VSV-convenant: Afdeling: Aanleiding

Provinciale werkgeversbenadering vsv'ers door de 3 rmcregio's in Fryslân

Volgnummer: 7

Ron van der Leck Karin Kooijman Mirjam Bekebrede Samenlevingszaken


Er zijn 4 doelgroepen nieuwe vsv'ers bekend bij de RMCfuncties in Fryslân waarvoor de rmc-trajectbegeleiders op dit moment geen passend begeleidingsaanbod hebben: 1. Dreigende uitvallers bbl 2. Opstappers die niet terug te begeleiden zijn naar school, maar aan het werk willen 3. Vsv'ers met een afgeronde praktijkonderwijs, voortgezet speciaal onderwijs of mbo entree opleiding 4. Werkende vsv'ers

Probleemstelling

Werkgevers zijn op dit moment niet echt bij de rmc's in beeld als partner. Er ontbreekt een werkproces bij de RMCfunctie waarin is vastgelegd: 1. hoe werkgevers het beste benaderd en gemotiveerd kunnen worden samen te werken aan het behalen van de startkwalificatie 2. welke werkwijze en welk instrumentarium kan worden ingezet voor het stimuleren van voortijdig schoolverlaters en werkgevers om alsnog het behalen van een startkwalificatie mogelijk te maken 3. wie de belangrijkste samenwerkingspartners en welke mogelijkheden deze hebben Werkgevers en scholen voor pro, vso en mbo werken niet binnen één gemeente. De werknemers en leerlingen wonen vaak niet daar waar het bedrijf of de school is gevestigd. Het is voor hen van belang dat de werkwijze van de drie rmc-regio's zoveel mogelijk uniform is.


1. Goede begeleiding van jongeren in kwetsbare positie richting de arbeidsmarkt. 2. Voorkomen dat jongeren aanspraak maken op een uitkering. 3. Werkgevers uitnodigen partner te zijn van de RMCfunctie. We vragen hen met een appel op hun maatschappelijk verantwoordelijkheid te investeren in hun jonge werknemers als onderdeel van het eigen personeelsbeleid met als doel dat zij hun startkwalificatie halen of zoveel beroepskwalificaties vergaren, dat ze een sterkere positie hebben op de arbeidsmarkt.


Er wordt één projectleider voor de drie RMC's aangesteld die: 1. Werkgevers benadert om ze uit te nodigen als partner bij het bestrijden van voortijdig schoolverlaten. Dit kan door ze te enthousiasmeren de baan om te zetten in een leerbaan, een e-Portfolio of een EVC-procedure te starten. 2. Uitzoekt bij welke branches, werkgevers (dreigende) vsv'ers werken of willen werken. 3. Contact heeft met deze werkgevers om per werkende

20

4. 5.

6.

7.


vsv'er een individuele analyse te maken. Uiteindelijk moet deze analyse resulteren in handreiking per doelgroep voor werkgevers, scholen en rmctrajectbegeleiders. Vanuit de eigen praktijk een werkproces voor de rmctrajectbegeleiders ontwikkelt en schrijft. Voorlichtingsmateriaal ontwikkelt voor werkgevers over nut en noodzaak startkwalificatie en doel en instrumentarium RMC-functie. Voorlichtingsmateriaal ontwikkelt voor werkgevers over ondersteuningsmogelijkheden die voorhanden zijn bij het in dienst nemen en scholen van jongeren in een kwetsbare positie. Ontwikkelen van een methode voor samenwerking tussen de belangrijkste ketenpartners: rmc en Werkgevers, Onderwijsinstellingen, SBB, MKB, EVC-bureaus.

De projectleider werkt bij het ontwikkelen van de werkwijze nauw samen met professionals binnen de onderwijsinstellingen, rmc-trajectbegeleiders, accountmanagers werkgeversbenadering gemeenten en provincie, de bbl-coaches, de Regionaal projectcoördinator vsv (convenant), de regiegroep vsv-convenant en de 3 RMC-functies in Fryslân,. Kosten: € 20.000, - per jaar (evenals de andere rmc-regio's)

Fasering nr.


start

1.

Er wordt een provinciale begeleidingswerkgroep samengesteld.

November 2014

2.

Uitvoering project.

Januari 2015

Middelen

gereed

opmerkingen

December 2016

Voor de financiering van dit project wordt gebruik gemaakt van de subsidie regionaal programma vsv-convenant 2015 € 20.000, 2016 € 20.000, -

21

Volgnummer: 8 Pilot afstemming voortijdig schoolverlaters/ loopbaanloket

Portefeuillehouder: Projectcoördinator: Projectleider VSV-convenant:

Aanleiding

Ron van der Leck Karin Kooijman Mirjam Bekebrede

Datum: maart 2013 Beleidsproduct: RMC

In het vsv-convenant 2012-2015 staan een aantal maatregelen opgenomen om het aantal vsv'ers te verminderen. Een daarvan is de maatregel loopbaanloket. Dit loket is verantwoordelijk voor het geven van uitvoering aan de volgende 4 thema's: 1. Coördinatie en analyse verzuim en vsv 2. Keuze (studie en beroepskeuze) 3. Zorg (intrinsieke en extrinsieke problematiek) 4. Arbeidsmarkt/ werk en inkomen (bbl banen, evc). Het loopbaanloket moet de plek worden waar alle informatie over leerlingen bij elkaar komt. Het doel is uiteindelijk dat de jongere voordat hij uitvalt al in beeld is bij het loopbaanloket.

Probleemstelling

Probleemstelling Op dit moment is kennis over een (dreigende) vsv'er nog gefragmenteerd en bij professionals van de verschillende partners aanwezig. Vaak verdwijnt de informatie die de scholen, onderwijsinstellingen en de RMCfunctie hebben over een vsv'er op het moment dat deze wordt uitgeschreven. Dit kan er voor zorgen dat interventies bij herhaling worden ingezet en er vaak curatief in plaats van preventief gewerkt wordt.


Een eerste stap is te komen tot een goed functionerend loopbaanloket waar regelmatige afstemming plaatsvindt tussen de onderwijsinstellingen en het rmc. In dit overleg wordt de informatie over vsv'ers cijfermatig en inhoudelijk gedeeld. Door deze uitwisseling zal duidelijk worden welke instrumenten/trajecten bij de RMC-functie en de scholen voor (dreigende) vsv'ers worden ingezet en goed functioneren en op welk gebied werkprocessen aangepast moeten worden. Door een betere overdracht van de beschikbare kennis worden minimaal 10 herplaatst naar onderwijs waardoor zij alsnog een startkwalificatie halen.


Om deze gegevensvergelijking en -uitwisseling te realiseren voert de beleidsmedewerker van de RMC-functie en een sleutelfiguur van ROC Friesland College, het Nordwin College en ROC de Friese Poort eens per maand overleg. Op de agenda van dit overleg staan:  de namen van de vsv'ers van die maand  de reden van uitval  inventarisatie van de gepleegde interventies  de namen van de betrokken professionals  de behaalde resultaten van de interventies, etc. Daarnaast wordt er driemaandelijks overleg gevoerd tussen de directeur van de school, de rmc-coördinator, de mbo-beleidsmedewerker van het rmc en een aan te wijzen contactpersoon bij de onderwijsinstelling. Doel van dit overleg is het evalueren van de gegevens en het eventueel bij-

22

sturen van werk(processen). Betrokkenen/organisatie/geraamde Rmc-coördinator: 16 uur per jaar urenbesteding/kosten Rmc-beleidsmedewerker: 1 keer per maand 4 uur= 64 uur per jaar Aanspreekpunt ROC Friese Poort, Nordwin College en ROC Friesland College 1 keer per maand 2 uur = 24 uur per jaar Directeur ROC de Friese Poort, Nordwin College of ROC Friesland College 1 x per 3 maanden 1 uur= 4 uur per jaar Fasering nr.


start

gereed

1.

Start pilot afstemming voortijdig schoolverlaters

1 mei 2013

31 december 2015

2.

Evaluatie

1 juni 2015

1 juli 2015

Middelen

opmerkingen

Voor de financiering van dit project wordt gebruik gemaakt van de subsidie regionaal programma vsv-convenant

23

Portefeuillehouder: Projectcoördinator: Projectleider VSV-convenant: Aanleiding

Probleemstelling

Loopbaanloket interne externe zorgstructuur

Volgnummer: 9


Datum: april 2013 Beleidsproduct: RMC

In het vsv-convenant 2012-2015 staat een aantal maatregelen opgenomen om het aantal vsv'ers te verminderen. De maatregel aansluiting onderwijs – arbeidsmarkt heeft als doel om de kans voor onderwijsdeelnemers (met of zonder startkwalificatie) op een arbeidscontract te verhogen. Probleemstelling Het loopbaanloket monitort jongeren die (dreigen) te verzuimen of uit te vallen. Het project beoogt de samenwerking tussen scholen, onderwijsinstellingen en zorgpartijen te versterken en per casus te zorgen dat de "één jeugdige, één gezin, één plan –gedachte" praktijk wordt. Het afgelopen jaar is bij de toepassing van deze maatregel gebleken dat het hieraan vaak schort.


De doelstelling is om het aantal vsv'ers in het vo en het mbo (niveau 2 tot en met 4) met 10 te reduceren in 2015. Op casusniveau (30 vo en 70 mbo) wordt getoetst of er daadwerkelijk sprake is van een sluitende aanpak van de betrokken organisaties (school/onderwijsinstelling, CJG en leerplicht/rmc) voor een jongere. Dit om de samenwerking tussen alle partijen goed te organiseren met het doel jongeren een passend perspectief te bieden. Immers, er moet worden voorkomen dat er met jongeren heen en weer geschoven gaat worden.


Per casus wordt beoordeeld of er sprake van is dat: 1. er een gezamenlijke verantwoordelijkheid wordt genomen door onderwijs, gemeenten en (zorg-)organisaties 2. de jeugdige centraal staat: 1 kind/gezin, 1 plan, 1 coördinator 3. de eigen kracht van de jeugdige en het gezin is versterkt en dat het sociaal netwerk is betrokken 4. er vroegtijdig is gesignaleerd en een integrale probleemanalyse heeft plaats gevonden 5. een multidisciplinair team onder leiding van de coördinator van zorg (casusregisseur) het gezamenlijke plan heeft uitgevoerd. 6. de school heeft gefunctioneerd als vindplaats en als werkplaats 7. de zorgstructuren onderwijs en CJG één zijn of goed op elkaar zijn aangesloten 8. leerplichtambtenaren en rmc-trajectbegeleiders uniform gepositioneerd zijn in de hierboven genoemde zorgstructuur

Betrokkenen/organisatie/ geraamde urenbesteding/ kosten

Werkgroep maatregel loopbaanloket, het vo, mbo, de CJG's, leerplicht en de RMC-functie

24

Fasering nr.


start

gereed

1.

Voorbereidingsfase

voorjaar 2013

voorjaar 2013

2.

Uitvoering

september 2013

september 2015

3.

Evaluatie

september 2015

december 2015

Middelen

opmerkingen

Voor de financiering van dit project wordt gebruik gemaakt van de subsidie regionaal programma vsv-convenant 2013 = € 7.500, 2014 = € 7.500, 2015 = € 7.500, -

25


Advisering m.b.t. leerbaarheid en schoolbaarheid aan afdeling werk en inkomen/ sociale zaken

Volgnummer: 10


Datum: juni 2013 Beleidsproduct: RMC

In het vsv-convenant 2012-2015 staat een aantal maatregelen opgenomen om het aantal vsv'ers te verminderen.

Probleemstelling

Probleemstelling Vanaf 1 januari 2012 geldt voor jongeren die een bijstandsuitkering aanvragen het volgende:  Een wachttijd van vier weken. In deze periode moet de jongere zich inspannen om werk te vinden of de mogelijkheden te onderzoeken om (weer) naar school te gaan of een opleiding te volgen.  Geen recht op een bijstandsuitkering als er nog mogelijkheden zijn in het regulier onderwijs met studiefinanciering  Er bestaat geen recht op een bijstandsuitkering als de jongere zijn/haar verplichtingen niet nakomt en uit zijn/haar houding en gedragingen laat blijken dat nu niet en in de toekomst niet te willen.  Jongeren zijn vanaf 1 juli 2012 verplicht om bij een aanvraag algemene bijstand documenten aan te leveren. Dit is nodig omdat de gemeente moet beoordelen of de jongere nog mogelijkheden heeft om naar school te gaan. Jongeren die (terug) naar school (kunnen) gaan hebben meestal geen recht op algemene bijstand.  Jongeren hebben de volgende documenten bij de uitkeringsaanvraag nodig: behaalde diploma’s of certificaten, een verklaring van een functionaris van de regionale melden coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten (rmc) en/of een bindend studieadvies dat door een onderwijsinstelling is verstrekt. Dit bindend studieadvies wordt vanaf het studiejaar 2013/2014 door onderwijsinstellingen aan leerlingen verstrekt.


De RMC-functie ondersteunt de volgende 2 doelgroepen die een bijstandsuitkering aanvragen, passief of actief ondersteund bij het verzamelen van de bewijsstukken (sommige jongeren hebben bijv. moeite met het aanvragen van een DigiD : 1. Jongeren tot 23 jaar zonder startkwalificatie. 2. Jongeren die reeds in het bezit zijn van een startkwalificatie en/of de leeftijd van 23 jaar hebben bereikt maar nog niet ouder zijn dan 27 jaar (doelgroep bijstandswet). Voor deze doelgroep wordt een financiële bijdrage gevraagd. De RMC-functie ontwikkelt een format voor het bindend studie advies. Door dit ondersteuningsaanbod aan vsv'ers die een uitkering aanvragen te realiseren wordt het aantal vsv'ers gereduceerd met 10% van het aantal aangemelde vsv'ers in 2015.

26


Het uitvoeren van een pilot in de regiogemeenten die bestaat uit: A. Een onderzoek in de regio naar het aantal jongeren behorende tot de twee doelgroepen dat door de afdelingen sociale zaken/ werken inkomen wordt verwacht voor een intake voor de WWB. B. Het maken van beleidsafspraken tussen de afdelingen sociale zaken/ werken inkomen en de RMC-functie over de doorverwijzing van de doelgroep en bekostiging van het assessment. C. Het trainen van rmc-trajectbegeleiders in het afnemen en interpreteren van een assessment waarin de capaciteitentest en de educatiemeter zijn gecombineerd. D. Er wordt een overleg gestart op beleidsmatig niveau tussen de afdelingen werk en inkomen, onderwijsinstellingen en de rmcfunctie over de manier waarop deze doelgroep wordt overgedragen aan de opleiding, mogelijkheden voor tussentijds instroom, trajecten voor jongeren zonder intrinsieke motivatie, trajecten voor de veelal oudere doelgroep. Ook worden er afspraken gemaakt over het intensief monitoren van deze doelgroep zodat bij dreigende uitval een alternatief kan worden geboden. Er is een overlap met project nummer 10. Er zal worden gekeken of de overlegstructuur van beide projecten kan samenvallen. Om te onderzoeken of vervolgscholing mogelijk is (die bijv. recht geeft op Studiefinanciering) zal een rmc-trajectbegeleider een jongere testen op:  De capaciteiten om alsnog een startkwalificatie te behalen.  De leer- en ontwikkelkansen door het verschaffen van inzicht in de persoonlijke omstandigheden, verwachtingen, talenten en (leer)doelen  De persoonlijke talenten en omstandigheden die de basis voor het al dan niet ontwikkelen van specifieke functiegerelateerde gedragscompetenties. Inzicht in de gedragscompetenties noodzakelijk voor een specifieke opleiding, stage, functie of beroep voorkomen een verkeerde beroepskeuze. Wanneer er sprake is van belemmeringen ondanks dat is aangetoond dat een jongere over voldoende capaciteiten beschikt om een startkwalificatie te behalen verwijst de rmc-trajectbegeleider onmiddellijk door naar het CJG van de woongemeente.


Mbo, afdeling sociale zaken/ werken inkomen, CJG's en de RMCfunctie. Mbo-beleidsmedewerker (beleidsafspraken): 10 uur Consulenten sociale zaken/ werken inkomen (doorverwijzen) Kosten educatiemeter + capaciteitenonderzoek voor vsv'ers € 40, per stuk Kosten dienstverlening educatiemeter + capaciteitenonderzoek voor jongeren tussen de 23 en 27 jaar en/of in het bezit van een startkwalificatie +/- € 226,25.

Fasering nr.


start

gereed

opmerkingen

1.

Voorbereidingsfase

voorjaar 2013

voorjaar 2013

Tijdens deze fase wordt duidelijk hoeveel jongeren er bij de 8 gemeen-

27

ten gebruik maken van een intake WWB en in aanmerking komen voor de educatiemeter + capaciteitenonderzoek 2..

Uitvoering

september 2013

3.

Evaluatie

Ieder kwartaal

Middelen

september 2015  aantallen  monitoren opvolgtijden adviezen  monitoren verkrijgen informatie van scholen  rapportages  samenwerking


28

Portefeuillehouder: Projectcoördinator: Projectleider: Aanleiding

RIT (rapid intervention team)

Volgnummer: 11


Datum: 1 oktober 2014 Beleidsproduct: RMC

In het vsv-convenant 2012-2015 staat een aantal maatregelen opgenomen om het aantal vsv'ers te verminderen. Dit project is aanvullend daarop.

Probleemstelling

Per 1 augustus 2014 wordt artikel 8.1.7.a van de Wet doelmatige leerwegen effectief: het bindend studie advies. Bij het bindend studie advies kan een jongere het bindend (negatief) advies krijgen een opleiding te beëindigen. Daardoor dreigen veel jongeren zonder opleiding of werk te komen zitten.


Doel van het RIT is om jongeren niet zonder vervolgonderwijs of werk van school te laten gaan. En als dit wel gebeurt dat er dan een dwingend kader is dat gericht is op zo spoedig mogelijke terugkeer naar school en/of naar werk.


Door gebruik te maken van een pilot waarin: Decanen, bbl-coaches, collega decanen van andere mbo's, rmc-medewerkers en medewerkers van sociale zaken in een vroegtijdig stadium het gesprek met de jongere aangaan. Doel van het gesprek is om samen met de jongere het probleem boven tafel te krijgen, een duidelijk beeld van mogelijkheden en onmogelijkheden bij te geven en op basis daarvan een te komen tot een aansluitend traject. Voorkomen wordt dat een jongere thuis zit. Er wordt onderzocht of de projectgroep "bindend studieadvies" (rmc, de onderwijsinstellingen en de diensten sociale zaken/werk en inkomen) samen kan vallen met die van het RIT. Dit omdat er sprake is van een grote overlap in doelgroep en doelstelling (zie project 7).


Decanen van de diverse mbo’s; BBL-coaches; medewerkers sociale zaken; rmc-medewerkers; ouders

Fasering nr.


1.

Zie toelichting

start

gereed

opmerkingen

Eind 2015

Middelen

29

Toelichting: Vsv alarmteam/RIT (rapid intervention team) Per 1 augustus 2014 treedt het tweede deel van de wet doelmatige leerwegen in werking. Onderdeel daarvan is het "bindend studieadvies". Een jongere die te weinig voortgang in de studie toont, kan een negatief bindend advies krijgen van de onderwijsinstelling. Een negatief bindend studieadvies kan verstrekkende gevolgen hebben voor de jongere. Het betekent dat geadviseerd wordt de opleiding te verlaten. Een student die nog geen 18 jaar is moet door de instelling een alternatief geboden worden aan de eigen instelling of daar buiten. Lukt plaatsing na acht weken niet, dan mag de student toch uitgeschreven worden. De leerplichtambtenaar moet hierover geïnformeerd worden. Is de student 18 + dan kan hij of zij uitgeschreven worden als er geen passend alternatief in de instelling aanwezig is. In dat geval is ook de RMC-functie (Regionale Meld- en Coördinatiefunctie) van belang. Ook hier is tijdig overleg belangrijk om ervoor te zorgen dat er een passende oplossing gevonden wordt. Het is in het belang van alle partijen (jongere, onderwijsinstelling en gemeenten) om te voorkomen dat een jongere thuis komt te zitten en er dus zo snel mogelijk een vervolgopleiding of werk wordt gevonden. Door samen te werken als partijen kan een jongere effectief en snel een vervolgtraject geboden worden. Doel van het RIT is dat jongeren niet zonder vervolgonderwijs of werk van school te laten gaan. En als dit wel gebeurt dat er dan een dwingend kader is dat er op gericht dat zo spoedig mogelijke teruggekeerd wordt naar school of naar werk. In het RIT hebben de volgende partijen zitting: decaan van de huidige onderwijsinstelling, decaan van andere onderwijsinstelling, iemand van sociale zaken van de betreffende woongemeente van de jongere, de bbl-coach, iemand van de RMC- functie. Ook worden ouders, daar waar mogelijk betrokken. Het RIT kan op de volgende "vindplaatsen" ingezet worden: 1. School: Bij signalering van een probleem waardoor een jongere dreigt uit te vallen wordt het RIT geïnformeerd (deze wordt aangemeld en komt op de signaallijst). Als blijkt dat de jongere niet verder kan/wil met huidige opleiding bij de huidige school dan wordt het alarmteam bij de gesprekken ingeschakeld. Deze gaan eerst kijken of een opleiding bij een andere school mogelijk is. Is dat niet mogelijk dan wordt gekeken naar (bbl) werk. Daarbij wordt de bbl-coach en/of de medewerker van de sociale dienst ingeschakeld. Als werk ook geen optie is en er bijvoorbeeld een zorgtraject moet worden opgestart dan wordt bekeken of dit binnen de context van een opleiding of een uitkering kan. Op die manier kan het zorgtraject dwingend worden gemaakt, en in samenwerking met de hulpverlenende instelling de voortgang gevolgd worden. Ouders worden in een zo vroeg mogelijk stadium bij de gesprekken betrokken. 2. Werkgever: Als een jongere een BBL-leerwerkplek heeft of wil en dit dreigt mis te gaan, dan komt dit signaal via de begeleider of de werkgever bij de school binnen. Dan wordt hetzelfde scenario gehanteerd als bij dreigend uitval bij school. Met dien verstande dat er ingezet wordt op behoud van werk én school. Hierbij kan een bbl-coach middels jobcoaching de jongere helpen de baan te behouden. 3. Sociale zaken: Als een jongere zich meldt voor een bijstandsuitkering dan is ook dat een moment waar het RIT ingeschakeld wordt. Door de RMC-functie wordt een leerbaarheidsonderzoek gedaan. Als blijkt dat een jongere leerbaar is dan wordt de medewerker sociale zaken ingeschakeld samen met de decaan van het ROC. Als blijkt dat er een jongere niet leerbaar is wordt de bbl-coach of (via de medewerker van de sociale dienst) de jobhunter van een gemeente ingeschakeld. Ook kan de sociale dienst besluiten een zorgtraject in te zetten, gericht op een zo snel mogelijke terugkeer naar school en/of werk. 4. RMC: als een jongere bij het rmc in beeld komt dan is de werkwijze al ingericht op een zo spoedig mogelijke terugkeer naar school of werk. Dit in samenwerking met bbl-coach en/of decanen. Aansluiting op bestaande werkwijze Op dit moment is er een pilot gaande tussen het rmc en de afdelingen sociale zaken/werk en inkomen van de bij het rmc aangesloten gemeenten. In deze pilot worden jongeren die zich melden voor een bijstandsuitkering door het rmc getest op leerbaarheid. Als jongeren leerbaar zijn dan kan een bij-

30

standsuitkering geweigerd worden omdat onderwijs een voorliggende voorziening is. De jongere krijgt dan een bindend scholingsadvies van de afdeling sociale zaken. Om te zorgen voor een warme overdracht en te voorkomen dat een jongere uit beeld raakt wordt een werkgroep geformeerd waarin mensen van sociale zaken zitting hebben, maar ook van het rmc, de onderwijsinstellingen, en de bblL-coach. Deze werkgroep heeft als doel om zoveel mogelijk de verschillende werkwijzen af te stemmen, zodat jongeren aan een studie kunnen beginnen en deze succesvol af kunnen ronden. De samenstelling van de werkgroep en het doel komen overeen met die van het RIT. Het ligt dan ook in de lijn dat het RIT en de werkgroep sluitende aanpak bijstandsuitkering een en dezelfde worden. De verwachting is dat:  Er een afname van het aantal vsv'ers op de deelnemende mbo’s komt van 10% aan het einde van de pilot  Resultaat is: elke jongere die na interventie op school blijft, naar (een andere) school/opleiding gaat of een bbl-baan krijgt. Ook een zorgtraject welke onder een traject gericht op (uiteindelijk) studie of werk valt is een positief resultaat.  Geen resultaat is betaald werk zonder een startkwalificatie te hebben behaald, uitval zonder werk of school, of een zorgtraject ingaan zonder dat er sprake is van een dwingend kader voor terugkeer naar school of werk.  Er minder jongeren een WWB-uitkering aanvragen;  Jongeren (en hun ouders) beter geïnformeerd worden;  de gevolgen van hun keuze eerder en beter duidelijk worden;  op basis daarvan meer jongeren overstappen naar een andere opleiding of werk;  er dus minder vsv’ers ontstaan, en als een jongere toch vsv’er wordt dit korter duurt;  er betere, want gerichte, acties ondernomen kunnen worden;  er voorkomen wordt dat een jongere van het kastje naar de muur gestuurd wordt en gedemotiveerd raakt;  dat partijen van elkaars afspraken afweten;  dat er in geval van een zorgtraject studie of werk het uitgangspunt blijft. Primaire verschillen met de huidige manier van werken:  Uitgangspunt is en blijft studie, en als dat niet meer lukt: werk, in plaats van zorg.  Zorg wordt onderdeel onder die uitgangspunten  Bij voorkeur in een verplichtende setting (als onderdeel van een studie of uitkering)  Decaan neemt een centrale positie in  Ouders onderdeel van de oplossing maken  Het sluit aan op de het bindend studieadvies zoals dat medio 2014 ingevoerd wordt. Benodigde randvoorwaarden:  Een bbl-monitor waardoor ook jongeren die bij een werkgever in dienst zijn, of willen komen, goed in beeld worden gebracht.  Een goede samenwerking tussen sociale zaken, rmc en onderwijs.  Het RIT maakt gebruik van de vacaturegerichte methode.  Ook worden per gesprek afspraken op papier gezet en ondertekend. De jongere weet waar ze op kunnen rekenen en wat er van ze verwacht wordt. Daardoor kan het onderdeel worden van het bindend studieadvies als dat in 2014 ingevoerd wordt. Ook kan het bij een bijstandsaanvraag gebruikt worden.  Daarnaast kan ook gebruik worden gemaakt van het doorlopend ervaringsprofiel. Op die manier kan het kunnen en kennen van een jongere worden bijgehouden en aan externe partijen worden duidelijk gemaakt. Deelnemende partijen: Decaan opleiding, decaan andere mbo’s, rmc-trajectbegeleider; bbl-coach, sociale zaken gemeente, ouder(s).

31


Probleemstelling

Doorlopend Ervaringsprofiel RMC

Volgnummer: 12


Datum: februari 2013 Beleidsproduct: vsv-convenant 20122015

In het vsv-convenant 2012-2015 staat een aantal maatregelen opgenomen om het aantal vsv'ers te verminderen.

Probleemstelling Jeugdigen die praktijkonderwijs en niveau 1 en 2 opleidingen van het mbo hebben gevolgd (wel of niet afgesloten met een startkwalificatie) worden geconfronteerd met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Er is een aantal subdoelgroepen te onderscheiden: 1. Jongeren die een opleiding Praktijkonderwijs hebben afgerond zijn vsv'er wanneer ze geen arbeidscontract hebben van meer dan 12 uur per week (rmc-definitie)  52. 2. Jongeren die een opleiding mbo niveau 1 hebben afgerond zijn vsv'er wanneer ze geen arbeidscontract hebben van meer dan 12 uur per week 57. 3. Jongeren die een opleiding mbo niveau 2 volgen en deze niet afronden 165. 4. Jongeren die een opleiding mbo niveau 2 volgen en deze afronden  348. Een deel van deze doelgroep lukt het niet om snel een baan te vinden. 5. Jongeren die opleiding mbo niveau 3 en 4 volgen en deze niet afronden  202. Professionals van scholen, onderwijsinstellingen, de afdelingen werk en inkomen, werkgevers en de RMC-functie begeleiden de hierboven genoemde doelgroepen. Het lukt onvoldoende om:  een jongere te helpen bij het vinden van een (leer-)baan  om jongeren te helpen bij het in kaart brengen van al opgedane ervaring en kwalificaties  jongeren te enthousiasmeren alsnog een startkwalificatie te behalen  de arbeidsmobiliteit van jongeren van het praktijkonderwijs, mbo niveau 1 en 2 te vergroten


De doelstelling is om een ondersteuningsaanbod voor de hierboven genoemde doelgroepen te realiseren waardoor het aantal vsv'ers van 348 reduceert tot 328 in 2015. Het doel is om jongeren met dit ePortfolio richting arbeidsmarkt te begeleiden met het doel competenties, kennis en ervaring op te doen en uiteindelijk de maximaal haalbare arbeidsmarktpositie te verwerven. Het doorlopend ervaringsprofiel kan worden ingezet voor jeugdigen die via een reguliere schoolloopbaan geen startkwalificatie zullen behalen om jongeren: 1. te helpen bij het in kaart brengen van opgedane kennis, kwalificaties, ervaring en competenties 2. te helpen om een (leer-)baan te vinden

32

3. te enthousiasmeren om alsnog een startkwalificatie te behalen 4. met als laatst genoten onderwijs praktijkonderwijs, cluster 4 of niveau 1 van het mbo die geen vervolgonderwijs (kunnen) volgen te ondersteunen bij het vergroten van hun arbeidsmobiliteit Middelen (instrumentarium)

In een e-Portfolio kan de jongere de voortgang van zijn of haar persoonlijke ontwikkeling gestructureerd bijhouden en aantonen. Het ePortfolio is in eigendom van de jongere die begeleiders toegang kan geven om haar of hem te ondersteunen bij het verzamelen van bewijsmateriaal. Op deze manier kan een doorlopende begeleidingslijn worden gecreëerd van vo naar mbo naar rmc naar afdeling werk en inkomen naar werkgevers. Voor het invoeren van het ePortfolio als begeleidingsinstrument bij de verschillende partners wordt:  een informatiebijeenkomst georganiseerd voor vertegenwoordigers van het mbo, het pro, het vso, werkgevers, de gemeente, UWV, Caparis, provinciale Werkgeverssbenadering, de RMC-functie  een training verzorgd voor professionals van de de hierboven genoemde organisaties  gedurende de convenantperiode voor +/- 400 jongeren met een e-Portfolio gestart


Mbo, het praktijkonderwijs, werkgevers, de gemeente, UWV, Caparis, provinciale werkgeversbenadering, de RMC-functie Aanschaf digitale portfolio's 400 stuks á € 45, - per stuk.

Fasering nr.


start

gereed

1.

Voorbereidingsfase

voorjaar 2013

voorjaar 2013

2.

Training

Voorjaar 2013

Zomer 2013

3.

Uitvoering

september 2013

September 2016

3.

Evaluatie

1 juli 2016

Middelen

Bijlage: doelgroep Afgerond PrO, < 12 uur/week 1 werk 2 Mbo 1, < 12 uur/week werk 3 Mbo 1 niet afgerond 4 Mbo 2 niet afgerond 5 Mbo 2 afgerond geen werk 6 Mbo 3 en 4 niet afgerond totaal

opmerkingen


verantwoordelijk RMC en PrO RMC RMC en mbo RMC Gemeente RMC

aantal 52 57 180 165 348 202 824

e-PF's min 50 50 30 80 20 80 310

max 70 50 40 100 40 100 400

EVC 0 0 10 0 10 20

33

Lifecoach RMC-functie

Volgnummer: 13

Portefeuillehouder: Projectcoördinator:


Datum: maart 2013

Projectleider VSV-convenant:

Mirjam Bekebrede

Beleidsproduct: RMC

Aanleiding

In het vsv-convenant 2012-2015 staan een aantal maatregelen opgenomen om het aantal vsv'ers te verminderen. Een daarvan is de maatregel loopbaanloket. Dit loket is verantwoordelijk voor het geven van uitvoering aan de volgende 4 thema's: 1. Coördinatie en analyse verzuim en vsv 2. Keuze (studie en beroepskeuze) 3. Zorg (intrinsieke en extrinsieke problematiek) 4. Arbeidsmarkt/ werk en inkomen (bbl banen, evc). Het loopbaanloket moet de plek worden waar alle informatie over leerlingen bij elkaar komt. Het doel is uiteindelijk dat de jongere voordat hij uitvalt al in beeld is bij het loopbaanloket.

Probleemstelling

Probleemstelling Er worden bij de RMC-functie gedurende een schooljaar veel vsv'ers gemeld. Het afhandelen van het administratieve proces voor het registreren, starten van een dossier en het uitnodigen van een jongere kost tijd. Er gaat kostbare tijd verloren voordat het eerste daadwerkelijke contact met een jongere plaatsvindt.


De lifecoach gaat de jongere zo snel mogelijk na de melding thuis bezoeken. In het gesprek maakt de lifecoach een inschatting van de kans op terugkeer naar school en eventueel aanwezige problematiek. In geval van geconstateerde ernstige problematiek schakelt de lifecoach-rmc het CJG, sociale zaken, de RMC-functie of het werkgeversteam (BBLcoach) in. Het monitoren tot het behalen van een startkwalificatie, doorstroom van vmbo naar mbo en de nazorg op zorg wordt opgepakt door de mboleerplichtambtenaar of rmc-trajectbegeleider in samenhang met het loopbaanloket van de school waar de jongere zich inschrijft. Door (eerder) een jongere thuis te bezoeken zal 5 % meer vsv'ers naar school (of BBL-werk) terug keren.


Inzet lifecoach voor het afleggen van huisbezoeken aan vsv'ers binnen 1 week na de melding Methodiek/trajectmeetlat Verwijsindex Werkprocessen leerplicht en rmc

Betrokkenen/organisatie/geraamde Inzet lifecoach t.b.v. huisbezoeken rmc, voor ongeveer 8 uur per week. urenbesteding/kosten 2015: € 15.000,

34

Fasering nr.


start

gereed

1.

Uitvoering lifecoach RMC

1 juni 2014

1 juni 2015

2.

Evaluatie inzet lifecoach

Middelen

opmerkingen

jaarlijks Voor de financiering van dit project wordt gebruik gemaakt van de subsidie regionaal programma vsv-convenant

35

Bbl-coach

Volgnummer: 14

Portefeuillehouder: Projectcoördinator: Projectleider RMC: Projectleider VSV-convenant:


Datum: mei 2013

Aanleiding

Het vsv-convenant 2012-2015 met een aantal maatregelen om het aantal nieuwe vsv'ers in de regio te verminderen.

Probleemstelling

Leerlingen die leren en werken willen combineren via de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) ondervinden de volgende problemen: 1. Ze kunnen geen leerwerkplek vinden na het afronden van het vmbo (of niet op een passend niveau). Aandachtspunt: jongeren hebben vaak te kampen met een niet kloppend beroepsbeeld, geen zelfinzicht in de eigen competenties, ze kiezen niet voor een kansrijk beroep waar werk in te vinden is. 2. Ze worden ontslagen en kunnen daardoor hun opleiding niet afmaken. Bij sommigen komt dit doordat er te veel begeleiding van de werkgever wordt gevraagd. 3. Ze vinden de combinatie werk en school lastig. Huiswerk maken na een dag werken is voor een aantal een zware dobber. 4. Ze hebben gekozen voor een bbl vanwege het salaris om bijv. schulden af te betalen. Zij hebben ondersteuning nodig op een ander vlak.


Doel van de inzet van de bbl-coach is dat het aantal vsv'ers met als laatst genoten opleiding bbl met 10% daalt. Nevendoel is dat er aan het einde van de convenantperiode een manier van werken is gerealiseerd die door de onderwijsinstellingen, het rmc en de gemeenten wordt gewaardeerd en overgenomen kan worden.


Beleidsproduct: RMC Mirjam Bekebrede

Om de genoemde problemen beter het hoofd te kunnen bieden wordt een bbl-coach aangesteld. Werkgeverschap Het werkgeverschap zal ondergebracht worden bij de regionale coördinator vsv.

Betrokkenen/organisatie/ geJobhunter Onderwijsinstellingen, Jobhunter Afdeling werk en inkoraamde urenbesteding/ kosten men/sociale zaken, economische zaken 8 regiogemeenten Salaris BBL-coach: 1872 uur: € 65.000, - per jaar Fasering nr.


start

gereed

1.

Voorbereidingsfase

1 mei 2013

1 november 2013

2.

Start bbl-coach

1 november 2013

31 december 2015

opmerkingen

36

3.

Evaluatie

Middelen

1 juli 2015 Voor de financiering van dit project wordt gebruik gemaakt van de subsidie regionaal programma vsv-convenant

Activiteiten bbl-coach Scheppen voorwaarden op beleids - en strategisch niveau: A. Ontwikkelen en uitvoeren bbl monitor (in beeld brengen en probleemanalyse doelgroep ) a. welke jongeren willen een baan/bbl b. de huidige deelnemers aan een bbl c. jongeren die leerarbeidsplaats kwijtraken d. aantal vsv'ers uit een bbl e. jongeren die een bbl hebben afgerond en geen arbeidscontract hebben B. Het beschikbaar stellen van een regionale arbeidsmarktanalyse specifiek voor de doelgroep. C. Verbinden werkgeversbenadering van onderwijsinstellingen, gemeenten, UWV en provincie. D. Aansluiting organiseren bij het Loopbaanloket  platform waar scholen, onderwijsinstellingen, en zo nodig gemeenten (sociale zaken, werken inkomen en RMC-functie) leerlingen bespreken waarbij zorg/ondersteuning nodig is, het probleem analyseren en (gezamenlijk) een traject uitzetten waarbij duidelijk is welke organisatie verantwoordelijk is. Scheppen van voorwaarden op casusniveau E. In beeld brengen capaciteiten en vaardigheden van jongeren op individueel niveau met de volgende instrumenten: a. Educatiemeter, een digitaal assessment dat inzicht geeft in de vaardigheden, interesses en valkuilen van een jongere. Daarnaast levert het een handleiding op hoe een jeugdige te begeleiden, motiveren en adviseren. b. Afnemen vacaturegerichte intake c. Starten E-portfolio wanneer het vsv'ers betreft Werkgeversbenadering en coaching on the job F. Het zoeken van een baan op maat (zeker als het gaat om de jongeren met een vmbo-diploma op zoek naar een leerwerkplaats. G. De bbl-coach coacht de jongere bij het ontwikkelen van werkgeversvaardigheden én voor de vsvers met als laatst genoten onderwijs niveau 2 bij het maken van huiswerk en het volgens lesrooster bezoeken van school. Hierdoor worden de kansen op het behouden van de baan vergroot. (ontzorgen werkgevers). H. De bbl-coach probeert voor vsv'ers met een baan deze baan om te zetten in een leerbaan en ondersteunt indien nodig de werkgever bij de daarvoor benodigde accreditatie. I. De bbl-coach stimuleert de werkgever indien mogelijk tot het starten van een e-portfolio en zo mogelijk aansluitend met een EVC-procedure. Overdraagbaar maken van de aanpak na de convenantperiode J. Opstellen plan tbv verkrijgen draagvlak gemeenten. Doel van dit plan is te komen tot een overeenstemming met gemeenten over de samenwerking tussen jobhunters van de gemeenten, provincie, UWV en jobhunters van onderwijsinstellingen. Dit plan sluit aan op de notitie "sluitende aanpak rmc en werk en inkomen" die al door de afdeling beleid van de gemeente is geaccordeerd. Hierin staan de gemaakte werkafspraken tussen het rmc en de afdelingen werk en inkomen. Dit plan is besproken in het LOB overleg aangevuld met beleidsmedewerkers werk en inkomen zodat er zoveel mogelijk uniforme afspraken gemaakt kunnen worden. Op deze manier wordt er draagvlak bij gemeenten verkregen. K. Maken afspraken gemeenten, UWV werkbedrijf op uitvoerend niveau ten aanzien van procedures, werkafspraken. L. Opstellen plan tbv verkrijgen draagvlak bij onderwijsinstellingen. Dit plan heeft als doel draagvlak te verkrijgen bij onderwijsinstellingen voor het werk van de makelaar. Door meer inzage te geven in de werkwijze van de makelaar (aanvullend op jobhunter onderwijsinstelling, en meer gericht op het leggen van verbindingen) wordt ook daar draagvlak verkregen. M. Maken afspraken onderwijsinstellingen op uitvoerend niveau ten aanzien van procedures, werkafspraken, uitwisselen gegevens.

37

Portefeuillehouder: Projectcoördinator: Projectleider RMC: Projectleider VSV-convenant: Aanleiding

Vacaturegerichte intake (kansrijk kiezen)

Volgnummer: 15


Datum: mei 2013 Beleidsproduct: RMC

In het vsv convenant 2012-2015 staan maatregelen opgenomen om het aantal vsv'ers te verminderen.

Probleemstelling

Jongeren tussen de 12 en de 23 jaar moeten op enig moment kiezen voor een opleiding en daarmee voor een branche waarin ze gaan werken. Arbeidsmarktrelevantie speelt bij het maken van een keuze vaak een ondergeschikte rol. Jeugdigen kiezen vaak een beroep waar werkgevers niet op zitten te wachten of hebben een beeld van hun ‘ideale’ beroep dat niet klopt met de werkelijkheid. Hun keuze wordt soms bepaald doordat hun beste vriend of vriendin daar voor kiest. Ook komt het nogal eens voor dat ouders voor hun kinderen bepalen welk beroep zij het beste kunnen gaan doen terwijl de jongere daar zelf helemaal niet achterstaat. Resultaat is dat jongeren na het afronden van hun mbo-opleiding een diploma hebben waar werkgevers niet op zitten te wachten. Dit alles leidt tot meer vsv'ers.


 Jongeren hebben een gefundeerd beroepsbeeld en kennis van de (regionale) arbeidsmarkt.  Totale vermindering vsv door deze maatregel van 10% van het aantal jongeren dat een vacature gerichte intake heeft gehad.


Door middel van de training vacaturegerichte intake kunnen:  docenten jongeren beter voorbereiden op een verantwoorde beroepskeuze  rmc-trajectbegeleiders voortijdig schoolverlaters beter ondersteunen bij het maken van een loopbaankeuze  zijn recente arbeidsmarktperspectieven voor de verschillende beroepen bij de hierboven genoemde professionals duidelijk in beeld ( de bedoeling is dat wordt gekeken door de bril van de werkgever en rekening houdend met voorkomende lokale beroepen en vacatures) Er wordt gestart met een pilot op OSG Singelland, ROC Friesland College en ROC Friese Poort.

Betrokkenen/organisatie/geraamde Voor de bekostiging van de vacaturegerichte intake wordt urenbesteding/kosten gebruik gemaakt van de beschikbare convenantgelden voor maatregel 4 " vacaturegerichte intake ". De mbo-leerplichtambtenaren en rmc-trajectbegeleiders worden geschoold. Tijdsinvestering: 8 uur. Fasering

38

nr.


start

gereed

1.

De bbl-coaches worden geschoold (train-de trainer)

Juni 2013

Juni 2013

2.

Opstellen arbeidsmarktanalyse regio de Friese wouden in format wat jaarlijks kan worden aangepast

Juli 2013

Juli 2013

3.

Plannen trainingen docenten, mboleerplichtambtenaren en rmctrajectbegeleiders

Juli 2013

4.

Informatieronde decanen vo en mbo, stagedocenten mbo, mboleerplichtambtenaren en rmctrajectbegeleiders

September 2013

5.

Trainingen

December Januari 2014 2015

Middelen

opmerkingen

Bij de arbeidsmarktanalyse wordt rekening gehouden met de doelgroep

Voor de financiering van dit project wordt gebruik gemaakt van de subsidie regionaal programma vsv-convenant

39

ACTIEPLAN Leerplicht & RMC-functie Regio de Friese Wouden

Recommend Documents