ACTIEPLAN 2014
Leerplicht & RMC-functie regio de Friese Wouden
ACTIEPLAN 2014
Leerplicht & RMC-functie regio de Friese Wouden
2
Inhoudsopgave Voorwoord...................................................................................................................... 5 Actuele ontwikkelingen van belang voor de RMC-functie ......................................... 7 1. Passend Onderwijs / REJA ...................................................................................... 7 2. Wet doelmatige leerwegen en het moderniseren van de bekostiging in het mbo .... 7 3. Decentralisatie Jeugdzorg ........................................................................................ 8 4. Participatiewet .......................................................................................................... 8 5. Bezuiniging en verandering grondslag Educatiemiddelen .................................... 8 6. WMO ........................................................................................................................ 8 7. VSV-convenant en Onderwijsprogramma's ............................................................. 8 8. Actieplan Jeugdwerkloosheid Friesland ................................................................... 9 Begroting inzet rijksbijdrage 2014 (reeds minus de bijdrage voor gemeente Skarsterlân) .................................................................................................................. 10 Acties 2014 in het kader van de uitoefening van de RMC-functie ........................... 11 Juridisch kader rmc-functie en leerplicht .................................................................... 12 Digitalisering werkprocessen ..................................................................................... 14 Thuiszitters................................................................................................................. 17 Studiedag ................................................................................................................... 19 Maatregelen 2014 en 2015 in het kader van het VSV-convenant waar de RMCfunctie een bijdrage aanlevert. ................................................................................... 20 Pilot afstemming voortijdig schoolverlaters/ loopbaanloket ........................................ 20 Convenant Loopbaanloket interne - externe zorgstructuur ........................................ 22 Samenwerking mbo, afdeling werk en inkomen/ sociale zaken en rmc-functie mbt bindend studieadvies ................................................................................................. 24 RIT (rapid intervention team) ..................................................................................... 28 Toelichting: Vsv alarmteam/RIT (rapid intervention team) ...................................... 30 ePportfolio RMC ......................................................................................................... 33 Bijlage: ePortfolio RMC .......................................................................................... 35 BBL coach.................................................................................................................. 36 Vacaturegerichte intake ............................................................................................. 40
3
4
Voorwoord Voor u ligt het actieplan RMC-functie regio de Friese Wouden 2014. De Regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten voert een wettelijke taak uit om jeugdigen die problemen ondervinden in hun onderwijsloopbaan te registreren, te begeleiden, kansen en hindernissen in beeld te brengen en voor zover mogelijk te herplaatsen in een onderwijstraject. De contactgemeente Smallingerland ontvangt hiervoor ieder jaar een structurele bijdrage. De twee jaar geleden op rijksniveau ingezette ontwikkelingen op het terrein van (jeugd)zorg en Werk en Inkomen hebben voor een deel invloed op de RMC-functie. In dit Actieplan zijn de deze ontwikkelingen voor zover deze ten opzichte van vorig jaar zijn veranderd of aangepast beschreven.
Drachten, november 2013 Karin Kooijman, rmc-coördinator regio de Friese Wouden
5
6
Actuele ontwikkelingen van belang voor de RMC-functie Voor de beleidsontwikkeling en uitvoering leerplicht en rmc zijn de komende jaren o.a. de volgende zaken van belang: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Invoering Passend Onderwijs Wet doelmatige leerwegen en het moderniseren van de bekostiging in het mbo Transitie Jeugdzorg Participatiewet Verandering grondslag Educatiemiddelen Decentralisatie WMO VSV-convenant 2012-2016 Actieplan Jeugdwerkloosheid
1. Passend Onderwijs / REJA De Wet passend onderwijs is in oktober 2012 aangenomen. Per 1 augustus 2014 treedt de wet in werking(uitstel van een jaar ten opzichte van de eerdere planning). Er vindt regionaal overleg plaats tussen de gemeenten en schoolbesturen; vanaf eind 2013 zal dit overleg plaats gaan vinden in REJA (regionale educatieve jeugdagenda) verband. Aan de opzet, structuur, formele aspecten (op overeenstemming gericht overleg over de ondersteuningsplannen van de samenwerkingsverbanden passend onderwijs voortgezet onderwijs en primair onderwijs en de jeugdzorgplannen van de gemeenten), onderwerpbepaling etc. wordt momenteel door een vertegenwoordiging van de gemeenten en het onderwijsveld gewerkt. 2. Wet doelmatige leerwegen en het moderniseren van de bekostiging in het mbo In juni 2013 is deze wet aangenomen; de wet is de juridische basis voor maatregelen uit het Actieplan mbo ‘Focus op Vakmanschap'. Relevante elementen: De niveau-4 opleidingen in het mbo worden ingekort van 4 naar 3 jaar. Alle mbodeelnemers krijgen per jaar meer onderwijstijd aangeboden. In principe afschaffing van de drempelloze instroom voor niveau-2; tenzij op grond van vooropleiding en toetsing anders door de instelling wordt beslist. Inrichting entreeopleidingen voor jongeren die (nog) niet aan de toelatingseisen voor een niveau-2 opleiding voldoen. Bindend studieadvies: bij de entreeopleidingen geldt dat alle studenten binnen vier maanden een studieadvies moeten krijgen, gebaseerd op de resultaten tot dan toe. Eén van de mogelijkheden is een negatief studieadvies. Dit is bindend ten aanzien van degevolgde entreeopleiding; het aanbieden van een andere entreeopleiding blijft mogelijk. N.b. voor een student jonger dan 18 jaar is de instelling dit verplicht (eventueel bij een andere instelling). Instellingen ontvangen voor deze studenten voor het gehele jaar bekostiging. Indien er uiteindelijk geen mogelijkheden meer zijn, moet de student begeleid worden naar een plek op de arbeidsmarkt. De mbo-instellingen hebben hiervoor hun ketenpartners nodig: mbo-leerplichtambtenaren, rmc-trajectbegeleiders, CJG, gemeenten (sociale werkvoorziening), UWV en leerbedrijven. Afstemming met de jeugdzorg en met de arbeidsmarkt is van cruciaal belang. De kwalificatiestructuur wordt vereenvoudigd, waardoor het aantal mbo-opleidingen afneemt (volgens planning 1 augustus 2016).
7
Voorkoming van onnodige stapeling door de verplichting de jongere direct op het juiste niveau van een mbo-opleiding in te schrijven (is nu niet zondermeer het geval). Het wordt financieel minder aantrekkelijk om een student lang ingeschreven te houden. 3. Decentralisatie Jeugdzorg In de planning van de transitie van de jeugdzorg is (tot nu toe) geen wijziging opgetreden. De wet moet nog behandeld worden in de Eerste Kamer. 4. Participatiewet De Wet werk en bijstand zal per 1 januari 2015 Participatiewet gaan heten. Voortijdig schoolverlaters met een Wajong uitkering zullen worden herkeurd en mogelijk ook een beroep moeten doen op een Participatiewet-uitkering als hun (gezins-)inkomen onder bijstandsniveau komt. Jongeren met een Wajong-uitkering voor volledig duurzaam arbeidsgeschikten of met een WSW-dienstbetrekking houden hun rechten en krijgen niet te maken met de Participatiewet. De WSW en Wajong blijven dus wel bestaan, alleen zal de instroom nul zijn (WSW) of minimaal (Wajong). De doelgroep van de Participatiewet zal groter zijn dan de huidige Wet werk en bijstand. De exacte impact van deze wijzigingen is nog niet duidelijk, daarvoor zijn nog te veel details nog onbekend. In het sociaal akkoord is afgesproken dat er 35 regionale werkbedrijven worden ingevoerd (1 in Friesland). In deze werkbedrijven moeten werkgevers/vakbonden /UWV en de gemeenten samenwerken. Hoe deze werkbedrijven precies worden vormgegeven en in hoeverre de bestaande SW bedrijven een rol gaan spelen bij de uitvoering is nog niet duidelijk. Voorts is in het sociaal akkoord afgesproken dat de werkgevers gefaseerd tot 2026 in totaal 125.000 banen voor mensen met een arbeidsbeperking zullen creëren. Indien blijkt dat dit niet lukt dan wordt er een quotumregeling ingevoerd op basis waarvan de werkgevers verplicht worden mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen.
5. Bezuiniging en verandering grondslag Educatiemiddelen De minister heeft de kamer per brief (16 mei 2013) laten weten dat ze heeft besloten om "de doelgroep en daarmee de gedifferentieerde vraag naar Nederlandse taal- en rekenopleidingen voorop te stellen en het educatiebudget bij gemeenten te laten en de verplichte besteding bij ROC's los te laten". Het streven is om de verruiming van deze beleidsvrijheid zoveel mogelijk aan te laten sluiten bij de decentralisaties per 2015. Dit zou betekenen dat per 1 januari 2015 de gedwongen winkelnering verdwijnt. Verder onderzoekt ze de mogelijkheid om het educatiebudget budget te verdelen over regio's in plaats van individuele gemeenten. Hiermee zou versnippering van het educatiebudget moeten worden voorkomen. Wij werken nu ook al op regioniveau samen m.b.t. de besteding van de educatiegelden. 6. WMO De decentralisatie van de functie begeleiding vanuit de AWBZ naar de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) staat nu gepland voor 1 januari 2015. 7. VSV-convenant en Onderwijsprogramma's De programma's in het kader van het vsv convenant 2012-2015 zijn onderdeel van het actieplan 2014.
8
8. Actieplan Jeugdwerkloosheid Friesland In maart 2013 heeft het kabinet besloten extra maatregelen te treffen om de kansen van jongeren op arbeid te vergroten. Het beschikbare budget voor Friesland is € 1.257.000, -., bedoeld voor jongeren in de leeftijd van 18 tot 27 jaar, die niet naar school gaan of werken, met of zonder uitkering (WW of WWB). Het uitgangspunt daarbij is dat jongeren die zich melden voor een uitkering in eerste instantie terug worden begeleid naar school. Het behalen van een startkwalificatie is het uitgangspunt (onderwijs als voorliggende voorziening). Als school geen optie is, is alle inzet gericht op werk waar mogelijk en haalbaar. De ondersteuning vanuit gemeenten is gericht op het verhogen van het zelf organiserend vermogen van de jonge werkzoekende. Het actieplan heeft drie doelstellingen: 1. 210 jongeren in een (leerwerk) baan. Hierbij wordt vooral gezocht binnen kansrijke branches in Friesland. Vanuit de Provincie Friesland worden middelen beschikbaar gesteld voor het creëren van stageplekken op lagere functieniveaus binnen de provincie en andere overheidsorganisaties (hiervoor is € 2.1 miljoen beschikbaar). Daarnaast worden bij gemeenten en provincie leerwerkplekken (BBL) gecreëerd voor jongeren. Het gaat hierbij in totaal om 60 leerwerk- of stageplekken. 2. 200 scholingstrajecten voor jongeren. Het behalen van een startkwalificatie is het uitgangspunt voor jongeren zonder startkwalificatie. Jongeren met een afgeronde opleiding worden gestimuleerd om zich breder en/of hoger te scholen. 3. 75 jongeren op een stage plaatsen. Is gericht op jongeren met een grote afstand tot de arbeidsmarkt.
9
Begroting inzet rijksbijdrage 2014 (reeds minus de bijdrage voor gemeente Skarsterlân) Totaal beschikbare rijksbijdrage RMC-functie Rmc-coördinatie Rmc-secretariaat Rmc-trajectbegeleiding Mbo-leerplicht
608.741 0,60fte 0,79fte 3,20fte 3,28fte
subtotaal loonkosten Reiskosten Overhead
477.450 7.610 143.235
Totaal Projecten Inzet instrumenten/congressen etc.
628.295 103.333 7.500 110.833
52.960 35.740 208.950 179.800
subtotaal diversen Totaal
739.128
Dekking Rijksbijdrage 2014 Voorziening RMC-functie Totaal
610.175 128.953 739.128
Toelichting: Projecten 1. Juridisch kader rmc-functie en leerplicht 2. Digitalisering werkprocessen 3. Scholingsplan uniforme werkwijze* 4. Studiedag
20.000 64.000 13.333 6.000
Totaal
103.333
Inzet instrumenten/congressen etc. Gebruik en deskundigheidsbevordering educatiemeter Lidmaatschap Ingrado Abonnementen Congresbezoek Totaal
3.700 2.100 1.500 200 7.500
Voorziening RMC-functie Geprognosticeerde stand van de voorziening op 1 januari 2014 Verwachte onttrekking in 2014
399.936 128.953
€ 13.333 voor het inkopen van scholing implementatie trajectmeetlat
10
Acties 2014 in het kader van de uitoefening van de RMC-functie Hieronder staat een opsomming van de acties voor 2014 (en 2015 voor zover het de acties betreft die onder het VSV convenant vallen). Voor een inhoudelijke omschrijving van de acties wordt verwezen naar de volgende pagina's.
Nr.
Actie
1
Juridisch kader rmc functie en leerplicht
2
Digitalisering werkprocessen
3.
Aanpak thuiszitters
4.
Studiedag
5 tot Acties /maatregelen en onder het VSV conmet venant 11
Toelichting Juridische basis voor de regionale samenwerking Ondersteuning werkprocessen; verbetering gegevens; beschikbaarheid sturingsinformatie Mogelijkheid realisatie leerlingvolgsysteem Voorkomen van of terugleiden naar school van thuiszitters; sluitende afspraken in het kader van passend onderwijs en de transities.
Bedrag € 20.000 € 64.000
€ 6.000
Afstemming vsv-ers en loopbaanloket Interne en externe zorgstructuur Bindend studieadvies Soza (samenwerking mbo en de afd. Soza/ Werk en Inkomen en rmc-functie) Samenwerking rond bindend studieadvies mbo, Rapid Intervention Team Doorlopende ervaringsprofiel RMC BBL coach Vacaturegerichte intake
VSV convenant middelen
11
Juridisch kader rmc-functie en leerplicht
Portefeuillehouder: Projectcoördinator: Projectleider: Werkgroep: Afdeling:
Aanleiding
Probleemstelling
Doelstelling / Ambitie
Juridisch kader rmcfunctie en leerplicht
Volgnummer: 1
Marjan van der Aart Karin Kooijman
Datum: Beleidsproduct: RMC
Gerda Klooster en Sytze Nauta Samenlevingszaken Er ontbreekt een adequate juridische basis voor de regionale samenwerking leerplicht / RMC. Daarom kunnen steeds weer discussies ontstaan binnen en tussen de regiogemeenten over o.a. besluitvormingsprocedures, de uitwisseling van GBA-gegevens van vsv'ers woonachtig in de aangesloten regiogemeenten, de afspraken rondom het toezichthouderschap van leerplichtambtenaren en rmc-trajectbegeleiders (verklaring van zuivering), verzoeken van gemeenten om aan te sluiten of te vertrekken uit de RMC-regio. 1. Ontbreken juridische basis voor het implementeren en uitvoeren van de uniforme werkprocessen leerplicht en rmc. 2. De RMC-functie heeft geen rechtspersoonlijkheid. Voor de uitvoering van RMC-taken wordt zonder mandaat informatie uit de gemeentelijke basisadministratie (GBA ) van de regiogemeenten gebruikt. Dit terwijl de GBA alleen mag worden gebruikt voor de uitvoering van de eigen gemeentelijke wettelijke taken. 3. Relatie stuurgroep en regiogemeenten (uitvoerend, beleids- en strategisch niveau) is onduidelijk status portefeuillehoudersoverleg sociaal domein 4. Ontbreken van een wettelijke basis en eenduidige afspraken over het toezicht dat mboleerplichtambtenaren en rmc-trajectbegeleiders uitvoeren op naleving van de Leerplichtwet bij alle regiogemeenten. Nodig zijn heldere afspraken die moeten worden vastgelegd in de instructie leerplicht en rmc, zeker met betrekking tot de eed of belofte van zuivering. 5. Ontbreken mogelijkheden voor leerplichtambtenaren voor onderlinge vervangbaarheid. 6. Er bestaat onduidelijkheid over de rol van de contactgemeente. Deze legt verantwoording af over beleidsresultaten en prestatieafspraken aan OCW naast het vervullen van de werkgeversrol en het nemen van verantwoordelijkheid voor de bedrijfsvoering (kosten, risicodekking). Werkbaar juridisch kader en positionering van de RMC-functie passend bij de (beoogde) wijze van samenwerken van de regiogemeenten.
12
Middelen (instrumentarium)
Betrokkenen/ organisatie/geraamde urenbesteding/kosten
1. Instellen van een werkgroep met enkele beleidsmedewerkers / juristen (in ieder geval van Smallingerland en Achtkarspelen) en de rmc-coördinator) voor de uitvoering en begeleiding van dit project. 2. Het opstellen van een opdracht door de werkgroep gericht op het inventariseren van de problemen, het maken van een analyse en het beschrijven van mogelijke oplossingen (2 à 3 varianten). 3. Selectie van mogelijke aanbieders die de opdracht gaan uitvoeren. 4. Keuze van de uiteindelijke opdrachtnemer door middel van presentatie van een plan van aanpak door de geselecteerde aanbieders. 5. Uitvoering van de opdracht. 6. Uitvoering van het proces om tot een door de gemeenten gedragen voorkeursoplossing te komen. 7. Besluitvorming inzake en implementatie van de gekozen oplossing. Portefeuillehouders, Directieteam, collega's Informatiebeleid, beleidsmedewerkers LOB, juridische medewerkers Inhuur extern bureau: kosten max. € 20.000, -
Fasering nr.
Omschrijving activiteit/product
1.
Instellen werkgroep
December 2013 December 2013
2.
Opstellen opdracht
Januari 2014
3 en 4
Selectie mogelijke aanbieders en Februari 2014 keuze daaruit
Februari 2014
5.
Uitvoering van de opdracht
Maart 2014
Juni 2014
6.
Proces om tot keuze te komen
Juni 2014
Oktober 2014
7.
Besluitvorming en implementatie Oktober 2014
Middelen
start
gereed
opmerkingen Na fiat actieplan
Januari 2014
Maart 2015
Voorziening RMC
Bijlage: geen
13
Digitalisering werkprocessen Digitalisering werkproces- Volgnummer: 2 sen
Portefeuillehouder: Projectcoördinator: Projectleider: Afdeling: Aanleiding
Marjan van der Aart Karin Kooijman Gerda Klooster Samenlevingszaken
Datum:
Beleidsproduct: RMC
De eisen die aan de informatievoorziening worden gesteld, veranderen. Gegroeid vanuit de historie werkt de eenheid leerlingzaken met een registratiesysteem, terwijl de omgeving steeds nadrukkelijker vraagt om een leerlingvolgsysteem.
Probleemstelling
De in gebruik zijnde programmatuur is en wordt hier in stappen op aangepast. Het is aan de organisatie om de werkprocessen tegen deze achtergrond opnieuw te definiëren en te implementeren. Bij Leerlingzaken ontbreekt op dit moment formatie en deskundigheid voor deze omzetting: het definiëren van processen, de omzetting ervan in het volgsysteem en het bouwen van gegevenskubussen voor het verkrijgen van managementinformatie.
Doelstelling / Ambitie
Door het digitaliseren van de werkprocessen van de eenheid Leerlingzaken en het implementeren ervan in een workflowmanagementsysteem kan de dienstverlening, bedrijfsvoering en bestuurlijke informatievoorziening van de eenheid leerlingzaken worden gestroomlijnd. Procesbeschrijvingen en afspraken over doorlooptijden per processtap maken het beter mogelijk processen op elkaar af te stemmen. Daarmee kunnen we de jeugdige (en de ouders) maar ook onze bestuurlijk opdrachtgever beter informeren over de status, de begeleiding, de duur van de afhandeling, etc. Daarnaast ondersteunt een geautomatiseerd systeem de planning van de activiteiten van de medewerkers, inclusief de prioriteitsbepaling. Grotere aandacht voor procesbeheersing en -sturing maakt de samenhang tussen de processen duidelijk en stimuleert afstemming. Alle collega's zijn na implementatie op de hoogte van de processtappen, planning, dossierinformatie en de daarbij behorende verantwoordelijkheden. Iedereen weet beter waar ze aan toe zijn en wat er van hen wordt verwacht. De werkvoorraad is bekend en alle medewerkers en de leidinggevende hebben zicht op de caseload. Door het bouwen van gegevenskubussen door de applicatiebeheerders kunnen alle collega's van leerlingzaken rapportages voor zichzelf (bijvoorbeeld met betrekking tot de eigen caseload) voor onze bestuurlijk opdrachtgever, leidinggevenden en/of voor derden verzorgen.
14
Middelen (instrumentarium)
1. Er wordt een werkgroep opgericht waarin in ieder geval collega's van informatiebeleid, onderwijsbeleid, leerplicht, rmc-trajectbegeleiding en het secretariaat van Leerlingzaken in zijn vertegenwoordigd. De leden van deze projectorganisatie hebben de opdracht om de werkzaamheden per werkproces te plannen en te monitoren. A. Er wordt gestart met een pilot waarin minimaal één werkproces (absoluut verzuim) wordt geanalyseerd. Doel is om ervaring en inzicht op te doen met het bespreken, beschrijven en vastleggen en analyseren van alle aspecten van een proces. Hiermee moet inzicht worden verkregen voor het digitaliseren van alle volgende processen en een voorstel opleveren voor de key proces indicatoren noodzakelijk voor het plaatsen in Cognoskubussen. De ervaring die hiermee wordt opgedaan is medebepalend voor het vervolgtraject. De pilot wordt ondersteund door experts van Custwise, een onderneming met een specialisme als het gaat om het inventariseren, (her)inrichten en optimaliseren van bedrijfsprocessen. B. Het workflowmanagementsysteem wordt per werkproces (relatief verzuim, absoluut verzuim, vrijstelling, voortijdig schoolverlaten 4 weken of langer afwezig etc.) ingevoerd. a. Hiervoor beschrijft de beleidsmedewerker onderwijs deze werkprocessen gedetailleerd in duidelijke enkelvoudige processtappen. Per processtap is de behandelaar, de maximale doorlooptijden, de fasering etc. benoemd. Per processtap is ook de daarvoor noodzakelijke in- en output beschreven (informatie/documenten). De rollen, verantwoordelijkheden en de taken zijn vastgelegd in de trajectmeetlat (beschrijving methodisch handelen eenheid leerlingzaken). b. Voor de applicatiebeheerders is het inrichten van een workflowsysteem een heel intensief traject. Het definiëren van processen, het vertalen naar een verzameling van activiteiten in een bepaalde samenhang, het technisch realiseren en het de medewerkers leren om ermee om te gaan (acceptatie) vraagt inspanning. De start ligt voor de applicatiebeheerders bij de minutieuze beschrijving van de werkprocessen van alle collega's werkzaam bij de eenheid Leerlingzaken en is een noodzakelijke voorwaarde voor het digitaliseren van deze werkprocessen. De applicatiebeheerders werken hiervoor allebei tijdens een jaar buiten hun reguliere taak nauwgezet samen. C. Voor het samenstellen van de gegevenskubussen beschrijft de beleidsmedewerker onderwijs de informatiebehoefte op uitvoerings- en managementniveau. De applicatiebeheerders geven vervolgens aan hoe de gegevens voor het genereren van managementinformatie zijn verwerkt in het leerlingvolgsysteem, noodzakelijk voor het bouwen van gegevenskubussen. 2. De formatie voor de beleidsmedewerker onderwijs en de medewerker applicatiebeheer om dit proces uit te voeren is niet toereikend en wordt voor beide gedurende een jaar uitgebreid met 4 uur per week. De secretariaatswerkzaamheden die door beide applicatiebeheerders gedurende dat jaar niet kunnen worden uitgevoerd worden verricht door een externe medewerker.
15
Betrokkenen/organisatie/geraamde urenbesteding/kosten
1. Er wordt gestart met een pilot uitgevoerd door Custwise voor het uitvoeren van één werkproces. Kosten: max. € 5.000, - ex. btw. 2. De beleidsmedewerker onderwijs en de applicatiebeheerder leerplicht krijgen beide gedurende 1 jaar een tijdelijke formatieuitbreiding met 4 uur per week krijgen. Kosten: max. € 14. 000, 3. Er wordt expertise via Centric ingehuurd voor het verrichten van de meest complexe werkzaamheden. Kosten: max. € 25.000, - ex. btw. 4. Er wordt expertise ingehuurd voor max. €1000, - voor het vereenvoudigen van de overzichten noodzakelijk voor het verzamelen van de gegevens voor de jaarverslagen. 5. Er word tijdelijke ondersteuning ingehuurd voor het verrichten van de secretariële werkzaamheden die beide applicatiebeheerders gedurende een jaar niet kunnen verrichten. Kosten: max. 18.000, -
Fasering nr.
Omschrijving activiteit/product
start
gereed
1.
Oprichting werkgroep
Sept 2013
Sept 2014
1.
Tijdelijke formatieuitbreiding
Sept 2013
Sept 2014
2.
Inhuur expertise Custwise
Sept 2013
Dec 2013
3.
Inhuur expertise Centric
Okt 2013
Feb 2014
4.
Ombouw werkprocessen
Sept 2013
Dec 2013
opmerkingen
5. 6.
Middelen
Voorziening RMC € 64.000, -
Bijlage: geen
16
Thuiszitters
Portefeuillehouder: Projectcoördinator: Projectleider: Afdeling: Aanleiding
Probleemstelling
Doelstelling / Ambitie
Thuiszitters
Volgnummer: 3
Marjan van der Aart Karin Kooijman
Datum: 07-11-2013
Samenlevingszaken
Beleidsproduct: RMC
Ook in onze regio is sprake van ‘thuiszitters’. Het voorkomen van ‘thuiszitters’ is mede afhankelijk van een effectieve gezamenlijke aanpak van onderwijs en gemeenten. Deze samenwerking krijgt een impuls door Passend onderwijs en de transities in het sociale domein. Door de ‘zorgplicht’ van het onderwijs en de ‘jeugdhulpplicht’ van gemeenten, krijgen onderwijs, leerplichtambtenaren en jeugdhulppartners meer mogelijkheden om thuiszitten te voorkomen. Een gezamenlijke aanpak, voor die leerling waarbij het onderwijs het niet alleen kan, komt niet vanzelf tot stand. De school, het samenwerkingsverband passend onderwijs, de leerplichtambtenaar, de ouders, de ‘jeugdhulppartners’ moeten allen weten wat van hen en de ander mag worden verwacht, om ‘de situatie van de leerling te versterken’.
Het onderwijs en de (mbo-)leerplichtambtenaar opereren, vaak samen met ouders en meerdere partners, in een zeer dynamische omgeving waarbinnen zij met veel organisaties en functionarissen te maken hebben. Door de invoering van passend onderwijs en de transities van het sociaal domein wordt enerzijds de turbulentie op dit front verder verhoogd en ontstaan er anderzijds meer mogelijkheden voor een effectieve aanpak. Voor de medewerkers van onderwijs en gemeenten is het complex hierbinnen de weg te vinden en effectief te zijn. 1. Gezamenlijke focus: een beknopte schets van het gemeenschappelijke kader voor leerlingen en jeugd, op basis van genoemde transities en transformatie. 2. Het ontwikkelen van een helder gefaseerd werkproces, wat onderwijs helpt en voor leerplicht een praktisch handelingskader biedt om effectiever te zijn bij het realiseren van haar/zijn taak. 3. De verschillende instanties in beeld brengen die een rol spelen bij de opvang en het terugleiden van thuiszitters en deze in een logisch samenwerkingsverband verbinden. 4. Afspraken maken met de onder 3 in kaart gebrachte partijen over de wijze van terugleiden van de thuiszittende jeugdigen naar onderwijs of als dit niet mogelijk is naar een ander traject (werk, dagbesteding).
17
5. Vaststellen wat idealiter de competenties van de leerplichtambtenaar moeten zijn om onder andere de rol van regisseur op de naleving van de Leerplichtwet bij thuiszitters goed te kunnen invullen. 6. Onderzoeken hoe de mandatering van de leerplichtambtenaar verbeterd kan worden zodat zij/hij ook de instrumenten krijgt om effectief regie te kunnen voeren ( o.a. versterken horizontale- en verticale doorzettingsmacht).
Vervolg Doelstelling / Ambitie
Middelen (instrumentarium)
De uitvoering van bovenstaande activiteiten wordt met inhoudelijke ondersteuning van onderwijs en LPA/RMC in de regio, verzorgd door Partoer in opdracht van en in samenwerking met Stichting Gedragswerk. Gedragswerk is in samenwerking met het ministerie van OCW en Ingrado actief om actieplannen te ontwikkelen om thuiszitters terug te leiden naar school of werk. De ervaringen van dit project zullen daartoe worden benut.
Betrokkenen/organisatie/geraamde urenbesteding/kosten
Onderwijs (samenwerkingsverbanden passend onderwijs PO en VO), MBO, Leerplicht, lokaal onderwijsbeleid en nader te bepalen regionale partijen (partners ‘jeugdhulp’) die een rol spelen bij voorkomen van-, opvang- en terugleiden van thuiszitters.
Fasering
Onderstaande fasering is nader te bepalen met de partners van gemeenten en onderwijs.
nr.
Omschrijving activiteit/product
1.
Opstellen plan van aanpak
Medio Medio december januari 2013 2014
2.
Ontwikkelen benoemde producten
Januari 2014
3.
Implementatie resultaten
Middelen
start
gereed opmerkingen Wordt aangeboden aan de samenwerkingsverbanden passend onderwijs en het portefeuillehoudersoverleg Sociaal Domein
Juni 2014 Optioneel
Stichting Gedragswerk
Bijlage: geen
18
Studiedag
Portefeuillehouder: Projectcoördinator: Projectleider: Afdeling: Aanleiding
Studiedag
Volgnummer: 4
Marjan van der Aart Karin Kooijman Tryntsje Rekker Samenlevingszaken
Datum:
Beleidsproduct: RMC
In de RMC-regio zijn in de 8 gemeenten verschillende functionarissen (secretariaat, (mbo-)leerplicht, rmc-trajectbegeleiding, beleid) betrokken. Deze hebben allen een eigen aandeel in het voorkomen en bestrijden van verzuim en voortijdig schoolverlaten.
Probleemstelling
Om regionale, uniforme samenwerking te bereiken is het noodzakelijk om met alle betrokken medewerkers af te stemmen.
Doelstelling / Ambitie
Het creëren van gelegenheid voor ontmoeting, informatie, afstemming, schakelen tussen signaleren van knelpunten en successen en de vertaling daarvan in beleid en andersom.
Middelen (instrumentarium)
Betrokkenen/organisatie/geraamde urenbesteding/kosten
Leerplichtambtenaren, mbo-leerplichtambtenaren, rmctrajectbegeleiders, beleidsmedewerkers, administratieve ondersteuners, rmc-coördinator Geraamde ureninzet werkgroepleden 16 uur Studiedag ureninzet allen 8 uur € 6.000, -
Fasering nr.
Omschrijving activiteit/product
start
1.
Er wordt een voorbereidingswerk- November groep samengesteld. 2013
2.
Er wordt een studiedag voorbereid
Middelen
gereed
opmerkingen 1.
Voorjaar 2014
2.
RMC-budget
Bijlage: geen
19
Maatregelen 2014 en 2015 in het kader van het VSV-convenant waar de RMCfunctie een bijdrage aanlevert. Pilot afstemming voortijdig schoolverlaters/ loopbaanloket Pilot afstemming Volgnummer: 5 voortijdig schoolverlaters/ loopbaanloket
Portefeuillehouder: Projectcoördinator: Projectleider RMC: Projectleider VSV-convenant: Aanleiding
Marjan van der Aart Karin Kooijman Reinier Gildemacher Mirjam Bekebrede
Datum: maart 2013 Beleidsproduct: vsvconvenant 2012-2015
In het vsv convenant 2012-2015 is een aantal maatregelen opgenomen om het aantal vsv'ers te verminderen. Een daarvan is de maatregel loopbaanloket. Dit loket is verantwoordelijk voor het geven van uitvoering aan de volgende 4 thema's: 1. Coördinatie en analyse verzuim en vsv 2. Keuze (studie en beroepskeuze) 3. Zorg (intrinsieke en extrinsieke problematiek) 4. Arbeidsmarkt/ werk en inkomen (bbl banen, evc). Het loopbaanloket moet de plek worden waar alle informatie over leerlingen bij elkaar komt. Het doel is uiteindelijk dat de jongere voordat hij uitvalt al in beeld is bij het loopbaanloket.
Probleemstelling
Op dit moment is kennis over een (dreigende) vsv'er gefragmenteerd en bij professionals van de verschillende partners aanwezig. Vaak verdwijnt de informatie die de scholen, onderwijsinstellingen en de rmc-functie hebben over een vsv'er op het moment dat deze wordt uitgeschreven. Dit kan er voor zorgen dat interventies bij herhaling worden ingezet en er vaak curatief in plaats van preventief gewerkt wordt.
Doelstelling / Ambitie
Een eerste stap is te komen tot een goed functionerend loopbaanloket waar regelmatige afstemming plaatsvindt tussen de onderwijsinstellingen en het RMC. In dit overleg wordt de informatie over vsv'ers cijfermatig en inhoudelijk gedeeld. Doel van de uitwisseling is om te kijken welke informatie over de jongere aanwezig is en die te delen. Door deze uitwisseling zal duidelijk worden welke instrumenten/trajecten bij de RMC-functie en de scholen voor (dreigende) vsv'ers worden ingezet en goed functioneren en op welk gebied werkprocessen aangepast moeten worden. De kennis die op deze manier over vsv'ers en de ingezette acties verkregen wordt heeft ook positieve gevolgen voor de andere maatregelen die onder het VSVconvenant vallen.
20
Op 1 oktober 2011 waren er 648 vsv'ers. Door een betere overdracht van de beschikbare kennis worden minimaal 10 herplaatst naar onderwijs waardoor zij alsnog een startkwalificatie halen.
Middelen (instrumentarium)
Om deze gegevensvergelijking en -uitwisseling te realiseren zal eens per maand overleg zijn tussen de beleidsmedewerker van de RMC-functie en een sleutelfiguur van ROC Friesland College, het Nordwin College en ROC de Friese Poort. Het is aan de onderwijsinstelling om te beoordelen wie daarvoor het meest geschikt is (zorgcoördinator, vsv-coördinator). Op de agenda van dit overleg zullen onder andere staan: de namen van de vsv'ers van die maand de reden van uitval inventarisatie van de gepleegde interventies de namen van de betrokken professionals de behaalde resultaten van de interventies, etc. Daarnaast wordt er driemaandelijks overleg gevoerd tussen de directeur van de school, de rmc-coördinator, de mbo-beleidsmedewerker van het RMC en een aan te wijzen contactpersoon bij de onderwijsinstelling. Doel van dit overleg is het evalueren van de gegevens en het eventueel bijsturen van werk(processen).
Betrokkenen/organisatie/geraamde Rmc-coördinator: 1 keer per maand 4 uur Rmc-beleidsmedewerker: 1 keer per maand 4 uur urenbesteding/kosten Aanspreekpunt ROC Friese Poort, Nordwin College en ROC Friesland College 1 keer per maand 2 uur = 24 uur per jaar Directeur ROC de Friese Poort, Nordwin College of ROC Friesland College 1 x per 3 maanden 1 uur
Fasering nr.
Omschrijving activiteit/product
1.
Voorbereiding pilot afstemming voortij1 maart 2013 1 mei 2013 dig schoolverlaters
2.
Start pilot afstemming voortijdig schoolverlaters
1 mei 2013
31 december 2015
3
Evaluatie
1 juni 2015
1 juli 2015
4.
Voorbereiding pilot afstemming voortij1 maart 2013 1 mei 2013 dig schoolverlaters
5.
Start pilot afstemming voortijdig schoolverlaters
1 mei 2013
31 december 2015
6.
Evaluatie
1 juni 2015
1 juli 2015
Middelen
start
gereed
opmerkingen
Voor de financiering hiervan kan gebruik worden gemaakt van de regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten en prestatiesubsidie voor het voortgezet onderwijs maatregel digitaal loopbaanloket.
Bijlage: geen
21
Convenant Loopbaanloket interne - externe zorgstructuur
Portefeuillehouder: Projectcoördinator: Projectleider VSV-convenant:
Aanleiding
Convenant Loopbaanloket interne externe zorgstructuur
Volgnummer: 6
Marjan van der Aart Karin Kooijman Mirjam Bekebrede
Datum: april 2013 Beleidsproduct: vsv-convenant 2012-2015
In het vsv-convenant 2012-2015 is een aantal maatregelen opgenomen om het aantal vsv'ers te verminderen. De maatregel aansluiting onderwijs – arbeidsmarkt heeft als doel om de kans voor onderwijsdeelnemers (met of zonder startkwalificatie) op een arbeidscontract te verhogen.
Probleemstelling
Het loopbaanloket monitort jongeren die (dreigen) te verzuimen of uit te vallen. Het project beoogt de samenwerking tussen scholen, onderwijsinstellingen en zorgpartijen te versterken en per casus te zorgen dat de "één jeugdige, één gezin, één plan –gedachte" praktijk wordt. Het afgelopen jaar is bij de toepassing van deze maatregel gebleken dat het hieraan vaak schort.
Doelstelling / Ambitie
De doelstelling is om het aantal vsv'ers in het vo en het mbo (niveau 2 tot en met 4) met 5% te reduceren in 2015. Op casusniveau (30 vo en 70 mbo) wordt getoetst of er daadwerkelijk sprake is van een sluitende aanpak van de betrokken organisaties (school/onderwijsinstelling, CJG en leerplicht/rmc) voor een jongere. Dit om de samenwerking tussen alle partijen goed te organiseren met het doel jongeren een passend perspectief te bieden. Immers, er moet worden voorkomen dat er met jongeren heen en weer geschoven gaat worden.
Middelen (instrumentarium)
Per casus wordt beoordeeld of er sprake van is dat: 1. er een gezamenlijke verantwoordelijkheid wordt genomen door onderwijs, gemeenten en (zorg-)organisaties 2. de jeugdige centraal staat: 1 kind/gezin, 1 plan, 1 coördinator 3. de eigen kracht van de jeugdige en het gezin is versterkt en dat het sociaal netwerk is betrokken 4. er vroegtijdige is gesignaleerd en een integrale probleemanalyse heeft plaats gevonden 5. een multidisciplinair team onder leiding van de coördinator van zorg (casusregisseur) het gezamenlijke plan heeft uitgevoerd. 6. de school heeft gefunctioneerd als vindplaats en als werkplaats 7. de zorgstructuren onderwijs en CJG één zijn of goed op elkaar zijn aangesloten 8. leerplichtambtenaren en rmc-trajectbegeleiders uniform gepositioneerd zijn in de hierboven genoemde zorgstructuur
22
Betrokkenen/organisatie/ geraamde urenbesteding/ kosten
Werkgroep maatregel loopbaanloket, het vo, mbo, de CJG's, leerplicht en de RMC-functie.
Fasering nr.
Omschrijving activiteit/product
start
gereed
1.
Voorbereidingsfase
voorjaar 2013
voorjaar 2013
2.
Uitvoering
september 2013
september 2015
3.
Evaluatie
september 2015
december 2015
Middelen
opmerkingen
Voor de financiering hiervan kan gebruik worden gemaakt van de regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten en prestatiesubsidie voor het voortgezet onderwijs maatregel 1 Loopbaanloket 2013 = € 7.500, 2014 = € 7.500, 2015 = € 7.500, -
Bijlage: geen
23
Samenwerking mbo, afdeling werk en inkomen/ sociale zaken en rmc-functie mbt bindend studieadvies Samenwerking mbo, Volgnummer: 7 afdeling werk en inkomen/ sociale zaken en rmc-functie mbt bindend studieadvies Portefeuillehouder: Projectcoördinator: Projectleider VSV-convenant:
Aanleiding
Marjan van der Aart Karin Kooijman Reinier Gildemacher
Datum: juni 2013 Beleidsproduct: vsvconvenant 2012-2015
In het vsv-convenant 2012-2015 ist een aantal maatregelen opgenomen om het aantal vsv'ers te verminderen.
Probleemstelling
Vanaf 1 januari 2012 geldt voor jongeren die een bijstandsuitkering willen aanvragen het volgende: Een wachttijd van vier weken. In deze periode moet de jongere zich inspannen om werk te vinden of de mogelijkheden te onderzoeken om (weer) naar school te gaan of een opleiding te volgen. Geen recht op een bijstandsuitkering als er nog mogelijkheden zijn in het regulier onderwijs met studiefinanciering of een lening bij DUO. Er bestaat geen recht op een bijstandsuitkering als de jongere zijn/haar verplichtingen niet nakomt en uit zijn/haar houding en gedragingen laat blijken dat nu niet en in de toekomst niet te willen. Jongeren zijn vanaf 1 juli 2012 verplicht om bij een aanvraag algemene bijstand documenten aan te leveren. Dit is nodig omdat de gemeente moet beoordelen of de jongere nog mogelijkheden heeft om naar school te gaan. Jongeren die (terug) naar school (kunnen) gaan hebben meestal geen recht op algemene bijstand. Jongeren hebben de volgende documenten bij de uitkeringsaanvraag nodig: behaalde diploma’s of certificaten, een verklaring van een functionaris van de regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten (RMC) en/of een bindend studieadvies dat door een onderwijsinstelling is verstrekt. Dit bindend studieadvies gaat pas in op het moment dat de wet Doelmatige Leerwegen is ingevoerd. .
Doelstelling / Ambitie
Doelgroep Jongeren tot 23 jaar zonder startkwalificatie die een bijstandsuitkering (WWB) aanvragen bij een van de gemeenten van de rmc-regio "De Friese Wouden. Daarnaast kan een gemeente er voor kiezen om de doelgroep te verbreden tot jongeren tot 27 jaar en jeugdigen in het bezit van een startkwalificatie (hiervoor wordt een financiële bijdrage gevraagd) te realiseren wordt het aantal vsv'ers gereduceerd met 10% van het aantal aangemelde vsv'ers in 2015.
24
Vervolg Doelstelling / Ambitie
Middelen (instrumentarium)
De RMC-functie ondersteunt jongeren bij: De inspanningsverplichting gedurende de 4 weken zoektijd richting school en werk. Het verzamelen van de bewijsstukken die het College van B&W ondersteunt bij de beoordeling of er mogelijkheden zijn voor het volgen van onderwijs binnen een door OCW erkende instelling. De RMC-functie ontwikkelt een format voor het bindend studie advies. Door dit ondersteuningsaanbod aan vsv'ers die een uitkering aanvragen te realiseren wordt het aantal vsv'ers gereduceerd met 10% van het aantal aangemelde vsv'ers in 2015. Het uitvoeren van een pilot in de gemeenten Achtkarspelen, Opsterland, Smallingerland, Tytsjerksteradiel en Weststellingwerf. Gemeente Heerenveen volgt de resultaten van het inzetten van dit instrument gedurende pilotperiode en sluit mogelijk op een later moment aan. De pilot bestaat uit: A. Een onderzoek in de regio naar het aantal jongeren tot 23 jaar zonder startkwalificatie dat door de afdelingen sociale zaken/ werk- en inkomen wordt verwacht voor een intake voor de WWB. B. Het maken van beleidsafspraken tussen de afdelingen sociale zaken/ werk- en inkomen en de RMC-functie over de doorverwijzing van de doelgroep en bekostiging van het assessment. C. Het trainen van rmc-trajectbegeleiders in het afnemen en interpreteren van een assessment waarin de capaciteitentest en de educatiemeter zijn gecombineerd. D. Er wordt een overleg gestart op beleidsmatig niveau tussen de afdelingen werk en inkomen, onderwijsinstellingen en de rmc-functie over de manier waarop deze doelgroep wordt overgedragen aan de opleiding, mogelijkheden voor tussentijds instroom, trajecten voor jongeren zonder intrinsieke motivatie, trajecten voor de veelal oudere doelgroep. Ook worden er afspraken gemaakt over het intensief monitoren van deze doelgroep zodat bij dreigende uitval een alternatief kan worden geboden. Er is een overlap met project nummer 8. Er zal worden gekeken of de overlegstructuur van beide projecten kan samenvallen. De pilot wordt uitgevoerd onder 2 doelgroepen: Jongeren tot 23 jaar die nog geen startkwalificatie hebben en een uitkering aanvragen worden passief of actief ondersteund bij het verzamelen van de bewijsstukken (sommige jongeren hebben bijv. moeite met het aanvragen van een DigiD). Jongeren die reeds in het bezit zijn van een startkwalificatie en/of de leeftijd van 23 jaar hebben bereikt maar nog niet ouder zijn dan 27 jaar (doelgroep bijstandswet).
25
Vervolg Middelen (instrumentarium)
Om te onderzoeken of vervolgscholing mogelijk is (die bijv. recht geeft op Studiefinanciering) zal een rmctrajectbegeleider een jongere testen op: De capaciteiten om alsnog een startkwalificatie te behalen. De leer- en ontwikkelkansen door het verschaffen van inzicht in de persoonlijke omstandigheden, verwachtingen, talenten en (leer)doelen De persoonlijke talenten en omstandigheden die de basis voor het al dan niet ontwikkelen van specifieke functiegerelateerde gedragscompetenties. Inzicht in de gedragscompetenties noodzakelijk voor een specifieke opleiding, stage, functie of beroep voorkomen een verkeerde beroepskeuze. Wanneer er sprake is van belemmeringen ondanks dat is aangetoond dat een jongere over voldoende capaciteiten beschikt om een startkwalificatie te behalen verwijst de rmctrajectbegeleider onmiddellijk door naar het CJG van de woongemeente.
Betrokkenen/organisatie/ geraamde urenbesteding/ kosten
Mbo, afdeling sociale zaken/ werk- en inkomen, CJG's en de RMC-functie. Mbo-beleidsmedewerker (beleidsafspraken): 10 uur Consulenten sociale zaken/ werk- en inkomen (doorverwijzen) Rmc-trajectbegeleiders: training 4 x een dagdeel uitvoering afhankelijk van A. onder middelen. Dit kan betekenen dat er formatieve ruimte moet worden gecreëerd. Kosten training: € 2.000, Kosten educatiemeter + capaciteitenonderzoek voor vsv'ers € 40, - per stuk Kosten dienstverlening educatiemeter + capaciteitenonderzoek voor jongeren tussen de 23 en 27 jaar en/of in het bezit van een startkwalificatie +/- € 226,25.
26
Fasering nr.
Omschrijving activiteit/product
start
gereed
opmerkingen
1.
Voorbereidingsfase
voorjaar 2013
voorjaar 2013
Tijdens deze fase wordt duidelijk hoeveel jongeren er bij de 8 gemeenten gebruik maken van een intake WWB en in aanmerking komen voor de educatiemeter + capaciteitenonderzoek
2.
Training
voorjaar 2013
voorjaar 2013
3.
Uitvoering
september 2013 september 2015
4.
Evaluatie
Ieder kwartaal
Middelen
hoeveel jongeren worden gemeld monitoren opvolgtijden adviezen monitoren verkrijgen informatie van scholen rapportages samenwerking
Voor de financiering hiervan kan gebruik worden gemaakt van de regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten en prestatiesubsidie voor het voortgezet onderwijs maatregel 4 Aansluiting Onderwijs - arbeidsmarkt. 2013 = € 6.000, 2014 = € 4.000, 2015 = € 4.000, -
Bijlage: geen
27
RIT (rapid intervention team)
Portefeuillehouder: Projectcoördinator: Projectleider: Afdeling: Aanleiding
RIT (rapid intervention team)
Volgnummer: 8
Marjan van der Aart Karin Kooijman Reinier Gildemacher Samenlevingszaken
Datum: 1 oktober 2014
Beleidsproduct: RMC
In het vsv-convenant 2012-2015 staat een aantal maatregelen opgenomen om het aantal vsv'ers te verminderen. Dit project is aanvullend daarop.
Probleemstelling
Per 1 augustus 2014 wordt artikel 8.1.7.a van de Wet doelmatige leerwegen effectief: het bindend studie advies. Bij het bindend studie advies kan een jongere het bindend (negatief) advies krijgen een opleiding te beëindigen. Daardoor dreigen veel jongeren zonder opleiding of werk te komen zitten.
Doelstelling / Ambitie
Doel van het RIT is om jongeren niet zonder vervolgonderwijs of werk van school te laten gaan. En als dit wel gebeurt dat er dan een dwingend kader is dat gericht is op zo spoedig mogelijke terugkeer naar school en/of naar werk.
Middelen (instrumentarium)
Door gebruik te maken van een pilot waarin: Decanen, BBL-coaches, collega decanen van andere mbo's, rmc-medewerkers en medewerkers van sociale zaken in een vroegtijdig stadium het gesprek met de jongere aangaan. Doel van het gesprek is om samen met de jongere het probleem boven tafel te krijgen, een duidelijk beeld van mogelijkheden en onmogelijkheden bij te geven en op basis daarvan een te komen tot een aansluitend traject. Voorkomen wordt dat een jongere thuis zit. Er wordt onderzocht of de projectgroep "bindend studieadvies" (rmc, de onderwijsinstellingen en de diensten sociale zaken/werk en inkomen) samen kan vallen met die van het RIT. Dit omdat er sprake is van een grote overlap in doelgroep en doelstelling (zie project 7).
Betrokkenen/organisatie/geraamde urenbesteding/kosten
Decanen van de diverse mbo’s; BBL-coaches; medewerkers sociale zaken; rmc-medewerkers; ouders
28
Fasering nr. 1.
Omschrijving activiteit/product
start
Implementatie VSV alarmteam en RIT
Januari 2014 Januari 2015
gereed
opmerkingen
Middelen
29
Toelichting: Vsv alarmteam/RIT (rapid intervention team) Per 1 augustus 2014 treedt het tweede deel van de wet doelmatige leerwegen in werking. Onderdeel daarvan is het "bindend studieadvies". Een jongere die te weinig voortgang in de studie toont, kan een negatief bindend advies krijgen van de onderwijsinstelling. Een negatief bindend studieadvies kan verstrekkende gevolgen hebben voor de jongere. Het betekent dat geadviseerd wordt de opleiding te verlaten. Een student die nog geen 18 jaar is moet door de instelling een alternatief geboden worden aan de eigen instelling of daar buiten. Lukt plaatsing na acht weken niet, dan mag de student toch uitgeschreven worden. De leerplichtambtenaar moet hierover geïnformeerd worden. Is de student 18 + dan kan hij of zij uitgeschreven worden als er geen passend alternatief in de instelling aanwezig is. In dat geval is ook de RMC-functie (Regionale Meld- en Coördinatiefunctie) van belang. Ook hier is tijdig overleg belangrijk om ervoor te zorgen dat er een passende oplossing gevonden wordt. Het is in het belang van alle partijen (jongere, onderwijsinstelling en gemeenten) om te voorkomen dat een jongere thuis komt te zitten en er dus zo snel mogelijk een vervolgopleiding of werk wordt gevonden. Door samen te werken als partijen kan een jongere effectief en snel een vervolgtraject geboden worden. Doel van het RIT is dat jongeren niet zonder vervolgonderwijs of werk van school te laten gaan. En als dit wel gebeurt dat er dan een dwingend kader is dat er op gericht dat zo spoedig mogelijke teruggekeerd wordt naar school of naar werk. In het RIT hebben de volgende partijen zitting: decaan van de huidige onderwijsinstelling, decaan van andere onderwijsinstelling, iemand van sociale zaken van de betreffende woongemeente van de jongere, de BBL-coach, iemand van de RMC- functie. Ook worden ouders, daar waar mogelijk betrokken. Het RIT kan op de volgende "vindplaatsen" ingezet worden: 1. School: Bij signalering van een probleem waardoor een jongere dreigt uit te vallen wordt het RIT geïnformeerd (deze wordt aangemeld en komt op de signaallijst). Als blijkt dat de jongere niet verder kan/wil met huidige opleiding bij de huidige school dan wordt het alarmteam bij de gesprekken ingeschakeld. Deze gaan eerst kijken of een opleiding bij een andere school mogelijk is. Is dat niet mogelijk dan wordt gekeken naar (BBL) werk. Daarbij wordt de BBL-coach en/of de medewerker van de sociale dienst ingeschakeld. Als werk ook geen optie is en er bijvoorbeeld een zorgtraject moet worden opgestart dan wordt bekeken of dit binnen de context van een opleiding of een uitkering kan. Op die manier kan het zorgtraject dwingend worden gemaakt, en in samenwerking met de hulpverlenende instelling de voortgang gevolgd worden. Ouders worden in een zo vroeg mogelijk stadium bij de gesprekken betrokken. 2. Werkgever: Als een jongere een BBL-leerwerkplek heeft of wil en dit dreigt mis te gaan, dan komt dit signaal via de begeleider of de werkgever bij de school binnen. Dan wordt hetzelfde scenario gehanteerd als bij dreigend uitval bij school. Met dien verstande dat er ingezet wordt op behoud van werk én school. Hierbij kan een BBL-coach middels jobcoaching de jongere helpen de baan te behouden. 3. Sociale zaken: Als een jongere zich meldt voor een WWB uitkering dan is ook dat een moment waar het RIT ingeschakeld wordt. Door de RMC-functie wordt een leerbaarheidsonderzoek gedaan. Als blijkt dat een jongere leerbaar is dan wordt de medewerker sociale zaken ingeschakeld samen met de decaan van het ROC. Als blijkt dat er een jongere niet leerbaar is wordt de BBL-coach of (via de medewerker van de sociale dienst) de jobhunter van een gemeente ingeschakeld. Ook kan de sociale dienst besluiten een zorg traject in te zetten, gericht op een zo snel mogelijke terugkeer naar school en/of werk.
30
4. RMC: als een jongere bij het RMC in beeld komt dan is de werkwijze al ingericht op een zo spoedig mogelijke terugkeer naar school of werk. Dit in samenwerking met BBL-coach en/of decanen. Aansluiting op bestaande werkwijze Op dit moment is er een pilot gaande tussen het rmc en de afdelingen sociale zaken/werk en inkomen van de bij het rmc aangesloten gemeenten. In deze pilot worden jongeren die zich melden voor een WWB uitkering door het rmc getest op leerbaarheid. Als jongeren leerbaar zijn dan kan een WWB uitkering geweigerd worden omdat onderwijs een voorliggende voorziening is. De jongere krijgt dan een bindend studieadvies van de afdeling sociale zaken. Om te zorgen voor een warme overdracht en te voorkomen dat een jongere uit beeld raakt wordt een werkgroep geformeerd waarin mensen van sociale zaken zitting hebben, maar ook van het rmc, de onderwijsinstellingen, en de BBL-coach. Deze werkgroep heeft als doel zoveel mogelijk afstemmen van de werkwijzen, zodat jongeren aan een studie kunnen beginnen en deze succesvol af kunnen ronden. De samenstelling van de werkgroep en het doel komen overeen met die van het RIT. Het ligt dan ook in de lijn dat het RIT en de werkgroep sluitende aanpak WWB een en dezelfde worden. De verwachting is dat: Er een afname van het aantal vsv'ers op de deelnemende mbo’s komt van 10% aan het einde van de pilot Resultaat is: elke jongere die na interventie op school blijft, naar (een andere) school/opleiding gaat of een BBL-baan krijgt. Ook een zorgtraject welke onder een traject gericht op (uiteindelijk) studie of werk valt is een positief resultaat. Geen resultaat is betaald werk zonder een startkwalificatie te hebben behaald, uitval zonder werk of school, of een zorg traject ingaan zonder dat er sprake is van een dwingend kader voor terugkeer naar school of werk. Er minder jongeren een WWB-uitkering aanvragen; Jongeren (en hun ouders) beter geïnformeerd worden; de gevolgen van hun keuze eerder en beter duidelijk worden; op basis daarvan meer jongeren overstappen naar een andere opleiding of werk; er dus minder vsv’ers ontstaan, en als een jongere toch vsv’er wordt dit korter duurt; er betere, want gerichte, acties ondernomen kunnen worden; er voorkomen wordt dat een jongere van het kastje naar de muur gestuurd wordt en gedemotiveerd raakt; dat partijen van elkaars afspraken afweten; dat er in geval van een zorgtraject studie of werk het uitgangspunt blijft. Primaire verschillen met de huidige manier van werken: Uitgangspunt is en blijft studie, en als dat niet meer lukt: werk, in plaats van zorg. Zorg wordt onderdeel onder die uitgangspunten Bij voorkeur in een verplichtende setting (als onderdeel van een studie of uitkering) Decaan neemt een centrale positie in Ouders onderdeel van de oplossing maken Het sluit aan op de het bindend studieadvies zoals dat medio 2014 ingevoerd wordt. Benodigde randvoorwaarden: Een BBL-monitor waardoor ook jongeren die bij een werkgever in dienst zijn, of willen komen, goed in beeld worden gebracht. Een goede samenwerking tussen sociale zaken, rmc en onderwijs. Het RIT maakt gebruik van de vacaturegerichte methode. Ook worden per gesprek afspraken op papier gezet en ondertekend. De jongere weet waar ze op kunnen rekenen en wat er van ze verwacht wordt. Daardoor kan het onder-
31
deel worden van het bindend studieadvies als dat in 2014 ingevoerd wordt. Ook kan het bij een WWB aanvraag gebruikt worden. Daarnaast kan ook gebruik worden gemaakt van het doorlopend ervaringsprofiel. Op die manier kan het kunnen en kennen van een jongere worden bijgehouden en aan externe partijen worden duidelijk gemaakt. Deelnemende partijen: Decaan opleiding, decaan andere mbo’s, rmc-trajectbegeleider; BBL-coach, sociale zaken gemeente, ouder(s). Wet en beleid Internationaal verdrag inzake rechten van het kind (artikel 28) Universele verklaring van de rechten van de mens (artikel 26) Wet op het Voortgezet Onderwijs Wet educatie en beroepsonderwijs Artikel 8.1.7.a wet doelmatige leerwegen Doelgroepen: Jongeren van het mbo. Financiën De volgende instanties moeten (deels) iemand vrij maken: Mbo’s ; rmc; BBL-coach; gemeente afdeling sociale zaken. De werkzaamheden in dit project behoren tot of grenzen aan de normale werkzaamheden van de genoemde functionarissen. Het gaat om preventieve werkzaamheden. Dat houdt in dat de inspanningen als volgt terugverdiend worden: doordat er meer leerlingen voor het onderwijs behouden blijven wordt er € 2000, - per jongere “verdiend” voor het MBO. De BBL-coach wordt bekostigd vanuit vsv-convenant “aanval op schooluitval”. Doordat er minder jongeren gebruik maken van een WWB uitkering wordt de inspanning van de medewerker sociale zaken terugverdiend worden. Voor het rmc levert het meer jongeren met een kwalificatie op, en een verlaging van de werkdruk. Dit omdat jongeren minder door het rmc begeleid hoeven worden. Mogelijke belemmeringen Partijen zijn niet bereid samen te werken. In de huidige pilot tussen rmc en sociale zaken ten aanzien van het bindend studieadvies blijkt dat er goede resultaten bereikt worden. Daar blijkt ook dat partijen wel bereid zijn samen te werken omdat iedereen het nut er van inziet en omdat het resultaten oplevert. Dat wordt als aangrijppunt gebruikt voor de inzet van het RIT. Niet alle jongeren die dreigen uit te vallen zijn afkomstig van gemeenten die aangesloten zijn bij het RMC de Friese Wouden. Wat te doen met jongeren uit de overige gemeenten. Voor deze jongeren kan door de mbo instellingen dezelfde aanpak gekozen worden. De inzet van het rmc van de betreffende gemeente kan er ook bij betrokken worden net as de sociale dienst van de betreffende gemeente. Er moet een goede communicatie zijn tussen het RIT en de bestaande zorgstructuur. Als dat niet zo is dan is er de kans dat jongeren tussen wal en schip vallen. In het werkproces wordt geborgd dat er aangesloten wordt op de bestaande zorgstructuur. Het plan van aanpak wordt later uitgewerkt
32
ePportfolio RMC ePortfolio RMC
Volgnummer: 9
(doorlopend ervaringsprofiel) Portefeuillehouder: Projectcoördinator: Projectleider VSV-convenant: Aanleiding
Probleemstelling
Marjan van der Aart Karin Kooijman Reinier Gildemacher
Datum: februari 2013 Beleidsproduct: vsv-convenant 2012-2015
In het vsv-convenant 2012-2015 staat een aantal maatregelen opgenomen om het aantal vsv'ers te verminderen.
Jeugdigen die praktijkonderwijs en niveau 1 en 2 opleidingen van het mbo hebben gevolgd (wel of niet afgesloten met een startkwalificatie) worden geconfronteerd met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Er is een aantal subdoelgroepen te onderscheiden: 1. Jongeren die een opleiding Praktijkonderwijs hebben afgerond zijn vsv'er wanneer ze geen arbeidscontract hebben van meer dan 12 uur per week (rmc-definitie) 52. 2. Jongeren die een opleiding mbo niveau 1 hebben afgerond zijn vsv'er wanneer ze geen arbeidscontract hebben van meer dan 12 uur per week 57. 3. Jongeren die een opleiding mbo niveau 2 volgen en deze niet afronden 165. 4. Jongeren die een opleiding mbo niveau 2 volgen en deze afronden 348. Een deel van deze doelgroep lukt het niet om snel een baan te vinden. 5. Jongeren die opleiding mbo niveau 3 en 4 volgen en deze niet afronden 202. Professionals van scholen, onderwijsinstellingen, de afdelingen werk en inkomen, werkgevers en de RMC-functie begeleiden de hierboven genoemde doelgroepen. Het lukt onvoldoende om: Een jongere te helpen bij het vinden van een (leer-) baan Om jongeren te helpen bij het in kaart brengen van al opgedane ervaring en kwalificaties Jongeren te enthousiasmeren alsnog een startkwalificatie te behalen De arbeidsmobiliteit van jongeren van het praktijkonderwijs, mbo niveau 1 en 2 te vergroten.
Doelstelling / Ambitie
De doelstelling is om een ondersteuningsaanbod voor de hierboven genoemde doelgroepen te realiseren waardoor het aantal vsv'ers van 348 reduceert tot 328 in 2015. Het doel is om jongeren met dit ePortfolio richting arbeidsmarkt te begeleiden met het doel competenties, kennis en ervaring op te doen en uiteindelijk de maximaal haalbare arbeidsmarktpositie te verwerven.
33
Vervolg Doelstelling / Ambitie
Het doorlopend ervaringsprofiel kan worden ingezet voor jeugdigen die via een reguliere schoolloopbaan geen startkwalificatie zullen behalen om jongeren: 1. te helpen bij het in kaart brengen van opgedane kennis, kwalificaties, ervaring en competenties 2. te helpen om een (leer-)baan te vinden 3. te enthousiasmeren om alsnog een startkwalificatie te behalen 4. met als laatst genoten onderwijs praktijkonderwijs, cluster 4 of niveau 1 van het mbo die geen vervolgonderwijs (kunnen) volgen te ondersteunen bij het vergroten van hun arbeidsmobiliteit
Middelen (instrumentarium)
In een e-Portfolio kan de jongere de voortgang van zijn of haar persoonlijke ontwikkeling gestructureerd bijhouden en aantonen. Het e-Portfolio is in eigendom van de jongere die begeleiders toegang kan geven om haar of hem te ondersteunen bij het verzamelen van bewijsmateriaal. Op deze manier kan een doorlopende begeleidingslijn worden gecreëerd van vo naar mbo naar rmc naar afdeling werk en inkomen naar werkgevers. Voor het invoeren van het e-Portfolio als begeleidingsinstrument bij de verschillende partners wordt: een informatiebijeenkomst georganiseerd voor vertegenwoordigers van het mbo, het pro, het vso, werkgevers, de gemeente, UWV, Caparis, provinciale Werkgeverssbenadering, de RMC-functie een training verzorgd voor professionals van de de hierboven genoemde organisaties gedurende de convenantperiode voor +/- 400 jongeren met een e-Portfolio gestart
Betrokkenen/organisatie/ geraamde urenbesteding/ kosten
mbo, het praktijkonderwijs, werkgevers, de gemeente, UWV, Caparis, provinciale werkgeversbenadering, de RMC-functie Informatiebijeenkomst: 2 trainingen: à € 500, - excl. BTW, inclusief reiskosten en voorbereiding voor een groep van maximaal 10 personen. Aanschaf digitale portfolio's 400 stuks á € 45, - per stuk per jaar.
Fasering nr.
Omschrijving activiteit/product
start
gereed
1.
Voorbereidingsfase
voorjaar 2013
voorjaar 2013
2.
Training
Voorjaar 2013
Zomer 2013
3.
Uitvoering
september 2013
September 2015
3.
Evaluatie
1 juli 2015
Middelen
opmerkingen
Voor de financiering hiervan kan gebruik worden gemaakt van de regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten en prestatiesubsidie voor het voortgezet onderwijs maatregel 4 Aansluiting Onderwijs - arbeidsmarkt. 2013 = € 5.500, 2014 = € 9.000, 2015 = € 13.500, -
34
Bijlage: ePortfolio RMC Doelgroep:
1 2 3 4 5 6
doelgroep Afgerond PrO, < 12 uur/week werk MBO 1, < 12 uur/week werk MBO 1 niet afgerond MBO 2 niet afgerond MBO 2 afgerond geen werk MBO 3 en 4 niet afgerond totaal
verantwoordelijk aantal
e-PF's min max
EVC
RMC en PrO RMC RMC en mbo RMC Gemeente RMC
50 50 30 80 20 80 310
0 0
52 57 180 165 348 202 824
70 50 40 100 40 100 400
10 0 10 20
Planning: startdatum 1 juni 2013 1 juni 2014 1 juni 2015 totaal
planning portfolio’s 10 10 100 10 100 170 30 200 170
totaal 10 110 280 400
personen jaarportfolio's
35
BBL coach
Portefeuillehouder: Projectcoördinator: Projectleider RMC: Projectleider VSV-convenant:
BBL coach
Volgnummer: 10
Marjan van der Aart Karin Kooijman Reinier Gildemacher Mirjam Bekebrede
Datum: mei 2013 Beleidsproduct: vsv-convenant 2012-2015
Aanleiding
In het vsv-convenant 2012-2015 staat een aantal maatregelen opgenomen om het aantal vsv'ers te verminderen.
Probleemstelling
Van de 643 vsv'ers per 1 oktober 2011 zijn er 90 vsv'ers die van een BBL afkomstig zijn. Er wordt momenteel onvoldoende rendement (behalen van een startkwalificatie door terugkeer naar school of via een EVC) behaald bij de volgende te onderscheiden doelgroepen: 1. Jeugdigen die na het vmbo een BBL willen volgen en geen leerwerkplek kunnen vinden, of niet op een passend niveau. Aandachtspunt: jongeren hebben vaak te kampen met een niet kloppend beroepsbeeld, ontbreken van zelfinzicht in de eigen competenties, kiezen niet voor een kansrijk beroep waar werk in te vinden is). 2. Jeugdigen die vsv'er zijn geworden vanwege het ontbreken van of ontslag uit een leerwerkplek; 3. Jeugdigen met een afgeronde PrO en BOL, BBL niveau 1 die niet kunnen doorstromen naar mbo niveau 2 en een plaats op de arbeidsmarkt moeten verwerven. 4. Jeugdigen die een leerwerkplek kunnen vinden, maar deze niet behouden omdat ze zoveel begeleiding vragen dat dit niet van een werkgever kan worden gevraagd. Leerlingen vo: die ondersteuning nodig hebben bij hun zoektocht naar een leerarbeidsplaats (aandachtspunt: jongeren hebben vaak te kampen met een niet kloppend beroepsbeeld, ontbreken van zelfinzicht in de eigen competenties, kiezen niet voor een kansrijk beroep waar werk in te vinden is. Leerlingen mbo: die geen leerarbeidsplaats kunnen vinden die geen leerarbeidsplaats kunnen vinden en daarom kiezen voor een BOL die dreigen uit te vallen uit een BBL die niet naast het vervullen van hun leerarbeidsplaats in staat zijn om naar school te gaan én huiswerk te maken die een opleiding kiezen op het niveau BBL 2 omdat ze daarvoor een leerarbeidsplaats hebben gevonden terwijl ze cognitief een hoger niveau hebben
36
Vervolg Probleemstelling
switchers (overstappers van de ene naar de andere opleiding) die niet bewust kiezen voor een BBL omdat ze bijvoorbeeld schulden hebben Jeugdigen met een afgeronde PrO en BOL, BBL niveau 1 die niet kunnen doorstromen naar mbo niveau 2 en een plaats op de arbeidsmarkt moeten verwerven Jeugdigen die een leerwerkplek kunnen vinden, maar deze niet behouden omdat ze zoveel begeleiding vragen dat dit niet van een werkgever kan worden gevraagd Vsv'ers RMC-functie (wanneer een jongere voor 1 oktober wordt herplaatst telt deze niet mee als vsv'er voor het convenant) uit BBL (die bijv. niet één dag per week naar school willen) die geen leerarbeidsplaats hebben kunnen vinden die ontslagen zijn uit hun leerarbeidsplaats groenpluk die geen leerarbeidsplaats kunnen vinden en daarom eerst hebben gekozen voor een BOL waar ze hun draai niet hebben kunnen vinden opstappers die door een rmc-trajectbegeleider niet te motiveren zijn zich (her-) in te schrijven bij een beroepsopleiding, ze willen werken die niveau 1 hebben afgerond maar geen arbeidscontract hebben (voor minimaal 12 uur per week) vanaf 2014 jongeren met een negatief bindend studie advies
Doelstelling / Abmitie
Middelen (instrumentarium)
Doel van de inzet van de BBL-coach is dat het aantal vsv'ers met als laatst genoten opleiding BBL met 10% daalt. Nevendoel is dat er aan het einde van de convenantperiode een manier van werken is gerealiseerd die door de onderwijsinstellingen, het RMC en de gemeenten wordt gewaardeerd en overgenomen kan worden. Om de genoemde problemen beter het hoofd te kunnen bieden wordt een BBL-coach aangesteld Activiteiten BBL-coach Scheppen voorwaarden op beleids en strategisch niveau: A. Ontwikkelen en uitvoeren BBL monitor (in beeld brengen en probleemanalyse doelgroep ) a. welke jongeren willen een baan/BBL b. de huidige deelnemers aan een BBL c. jongeren die leerarbeidsplaats kwijtraken d. aantal vsv'ers uit een BBL e. jongeren die een BBL hebben afgerond en geen arbeidscontract hebben B. Het beschikbaar stellen van een regionale arbeidsmarktanalyse specifiek voor de doelgroep. C. Verbinden werkgeversbenadering van onderwijsinstellingen, gemeenten, UWV en provincie. (organiseren regionaal overleg werkgeversteams)
37
Vervolg Middelen (instrumentarium)
D. Aansluiting organiseren bij het Loopbaanloket platform waar scholen, onderwijsinstellingen, en zo nodig gemeenten (sociale zaken, werk- en inkomen en RMC-functie) leerlingen bespreken waarbij zorg/ondersteuning nodig is, het probleem analyseren en (gezamenlijk) een traject uitzetten waarbij duidelijk is welke organisatie verantwoordelijk is. Scheppen van voorwaarden op casusniveau E. In beeld brengen capaciteiten en vaardigheden van jongeren op individueel niveau met de volgende instrumenten: a. Educatiemeter, een digitaal assesment dat inzicht geeft in de vaardigheden, interesses en valkuilen van een jongere. Daarnaast levert het een handleiding op hoe een jeugdige te begeleiden, motiveren en adviseren. b. Afnemen vacaturegerichte intake c. Starten E-portfolio wanneer het vsv'ers betreft Werkgeversbenadering en coaching on the job F. Het zoeken van een baan op maat (zeker als het gaat om de jongeren met een vmbo-diploma op zoek naar een leerwerkplaats. G. De BBL-coach coacht de jongere bij het ontwikkelen van werkgeversvaardigheden én voor de vsv'ers met als laatst genoten onderwijs niveau 2 bij het maken van huiswerk en het volgens lesrooster bezoeken van school. Hierdoor worden de kansen op het behouden van de baan vergroot. (ontzorgen werkgevers). H. De BBL-coach probeert voor vsv'ers met een baan deze baan om te zetten in een leerbaan en ondersteunt indien nodig de werkgever bij de daarvoor benodigde accreditatie. I. De BBL-coach stimuleert de werkgever indien mogelijk tot het starten van een e-portfolio en zo mogelijk aansluitend met een EVC-procedure. Overdraagbaar maken van de aanpak na de convenantperiode J. Opstellen plan tbv verkrijgen draagvlak gemeenten. Doel van dit plan is te komen tot een overeenstemming met gemeenten over de samenwerking tussen jobhunters van de gemeenten, provincie, UWV en jobhunters van onderwijsinstellingen. Dit plan sluit aan op de notitie "sluitende aanpak rmc en werk en inkomen" die al door de afdeling beleid van de gemeente is geaccordeerd. Hierin staan de gemaakte werkafspraken tussen het rmc en de afdelingen werk en inkomen. Dit plan is besproken in het LOB overleg aangevuld met beleidsmedewerkers werk en inkomen zodat er zoveel mogelijk uniforme afspraken gemaakt kunnen worden. Op deze manier wordt er draagvlak bij gemeenten verkregen. K. Maken afspraken gemeenten, UWV werkbedrijf op uitvoerend niveau ten aanzien van procedures, werkafspraken.
38
Vervolg Middelen (instrumentarium)
L. Opstellen plan tbv verkrijgen draagvlak bij onderwijsinstellingen. Dit plan heeft als doel draagvlak te verkrijgen bij onderwijsinstellingen voor het werk van de makelaar. Door meer inzage te geven in de werkwijze van de makelaar (aanvullend op jobhunter onderwijsinstelling, en meer gericht op het leggen van verbindingen) wordt ook daar draagvlak verkregen. M. Maken afspraken onderwijsinstellingen op uitvoerend niveau ten aanzien van procedures, werkafspraken, uitwisselen gegevens. Werkgeverschap Het werkgeverschap zal ondergebracht worden bij de regionale coördinator vsv. Reden hiervoor is dat de BBL-coach dan bij een onafhankelijke partij ondergebracht wordt. Ook is de regionale coördinator vsv goed op de hoogte van de maatregel en de prestatieafspraken inzake het convenant aanval op schooluitval. De regionale coördinator vsv zal zitting hebben in de werkgroep. Daarnaast zal de regionale coördinator vsv als werkgever beoordeling- en functioneringsgesprekken voeren met de BBL-coach.
Betrokkenen/organisatie/ geraamde urenbesteding/ kosten
Jobhunter Onderwijsinstellingen, Jobhunter Afdeling werk en inkomen/sociale zaken, economische zaken 8 regiogemeenten Salaris BBL-coach: 1872 uur: € 65.000, - per jaar
Fasering nr.
Omschrijving activiteit/product
start
gereed
1.
Voorbereidingsfase
1 mei 2013
1 november 2013
2.
Start BBL-coach
1 november 2013
31 december 2015
3.
Evaluatie
1 juli 2015
Middelen
opmerkingen
Voor de financiering hiervan kan gebruik worden gemaakt van de regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten en prestatiesubsidie convenant aanval op schooluitval 2013 = € 65.000, 2014 = € 65.000, 2015 = € 65.000, -
Bijlage: geen
39
Vacaturegerichte intake
Portefeuillehouder: Projectcoördinator: Projectleider RMC: Projectleider VSV-convenant: Aanleiding
Probleemstelling
Doelstelling / Ambitie
Middelen (instrumentarium)
Vacaturegerichte intake
Volgnummer: 11
Marjan van der Aart Karin Kooijman Reinier Gildemacher Mirjam Bekebrede
Datum: mei 2013 Beleidsproduct: vsvconvenant 2012-2015
In het vsv convenant 2012-2015 staan maatregelen opgenomen om het aantal vsv'ers te verminderen.
Jongeren tussen de 12 en de 23 jaar moeten op enig moment kiezen voor een opleiding en daarmee voor een branche waarin ze gaan werken. Arbeidsmarktrelevantie speelt bij het maken van een keuze vaak een ondergeschikte rol. Jeugdigen kiezen vaak een beroep waar werkgevers niet op zitten te wachten of hebben een beeld van hun ‘ideale’ beroep dat niet klopt met de werkelijkheid. Hun keuze wordt soms bepaald doordat hun beste vriend of vriendin daar voor kiest. Ook komt het nogal eens voor dat ouders voor hun kinderen bepalen welk beroep zij het beste kunnen gaan doen terwijl de jongere daar zelf helemaal niet achterstaat. Resultaat is dat jongeren na het afronden van hun mbo-opleiding een diploma hebben waar werkgevers niet op zitten te wachten. Dit alles leidt tot meer vsv'ers. Jongeren hebben een gefundeerd beroepsbeeld en kennis van de (regionale) arbeidsmarkt. Totale vermindering VSV door deze maatregel van 10% van het aantal jongeren dat een vacature gerichte intake heeft gehad. Door middel van de training vacaturegerichte intake kunnen: docenten jongeren beter voorbereiden op een verantwoorde beroepskeuze rmc-trajectbegeleiders voortijdig schoolverlaters beter ondersteunen bij het maken van een loopbaankeuze zijn recente arbeidsmarktperspectieven voor de verschillende beroepen bij de hierboven genoemde professionals duidelijk in beeld ( de bedoeling is dat wordt gekeken door de bril van de werkgever en rekening houdend met voorkomende lokale beroepen en vacatures) Er wordt gestart met een pilot op OSG Singelland, ROC Friesland College en ROC Friese Poort.
40
Betrokkenen/organisatie/ geraamde urenbesteding/ kosten
Voor de bekostiging van de vacaturegerichte intake wordt gebruik gemaakt van de beschikbare convenantgelden voor maatregel 4 " vacaturegerichte intake ". De mbo-leerplichtambtenaren en rmc-trajectbegeleiders worden geschoold. Tijdsinvestering: 8 uur. Er is een bedrag van € 30.000, - gereserveerd
Fasering nr.
Omschrijving activiteit/product start
gereed
1.
De BBl-coaches worden geschoold (train-de trainer)
Juni 2013
2.
Opstellen arbeidsmarktanalyse regio Juli 2013 de Friese wouden in format wat jaarlijks kan worden aangepast
3.
Plannen trainingen docenten, mboleerplichtambtenaren en rmctrajectbegeleiders
4.
Informatieronde decanen vo en mbo, September stagedocenten mbo, mbo2013 leerplichtambtenaren en rmctrajectbegeleiders
5.
Trainingen
Middelen
Juni 2013
Juli 2013
opmerkingen
Bij de arbeidsmarktanalyse wordt rekening gehouden met de doelgroep
Juli 2013
September 2013
November 2013
Voor de financiering hiervan kan gebruik worden gemaakt van de regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten en prestatiesubsidie convenant aanval op schooluitval
Bijlage: geen
41