Raadsvergadering: 21 juni 2012 Registratienummer: Raad - 1200210
Aan de raad Onderwerp: Voorjaarsnota 2012 Programma: Alle Portefeuillehouder: J.H.M. Hermans-Vloedbeld Auteur, afdeling: E. Luttikhold en R. Schrijver
Samenvatting voorjaarsnota 2012 De stad financieel in balans, dat is de opdracht voor deze voorjaarsnota 2012. De gemeente staat voor een grote financiële opgave. Zowel op het sociale als op het fysieke vlak zijn er grote knelpunten. In deze voorjaarsnota doet het college vergaande voorstellen om deze knelpunten op lossen. Het grondbedrijf Prognoses laten voor de komende jaren een behoefte zien binnen een bandbreedte van 2.650 tot 4.250 woningen. Het college heeft binnen deze bandbreedte gekozen voor een scenario waarbij wordt gekeken naar het grondbezit van de gemeente Almelo en wat een logische plangrens zou kunnen zijn bij het gebied Waterrijk. Er is voor gekozen om een gebied tot aan de Westermaatweg te ontwikkelen en het ten noorden daarvan gelegen gebied te herbestemmen. Hierdoor is het noodzakelijk om circa 140 hectare uit exploitatie te nemen. Dit vraagt om een extra voorziening van 25 miljoen euro. Ook de afzet van bedrijventerreinen worden naar beneden bijgesteld van 5 naar 4 hectare per jaar wat betekent dat Buitenhavenwest en Aadijk Noord naar de strategische voorraad gaan. Het college doet dit om in te spelen op de economische crisis en op basis van afzetcijfers van de afgelopen jaren. De financiële consequentie is dat er een voorziening getroffen moet worden van 8 miljoen euro. Soweco Wat betreft Soweco heeft de raad op 24 april ingestemd met het voorstel om de uitvoering van de Wsw voort te zetten in samenwerking met de gemeenten Tubbergen, Twenterand en Wierden. Daarnaast heeft de raad besloten de voor de ontwikkeling van Soweco de volgende twee uitgangspunten te hanteren: Wsw geïndiceerden gaan - indien mogelijk - aan de slag gaan bij reguliere werkgevers en de sociale werkvoorziening zich richt op de meest kwetsbare groep arbeidsgehandicapten met een Wsw indicatie. De financiële consequenties van deze keuze zijn verwerkt in deze voorjaarsnota. Binnenstad en waterboulevard Het college blijft een hoge prioriteit geven aan de ontwikkeling van de binnenstad om Almelo zo een impuls te geven. Om de eerste fase te kunnen ontwikkelen) in deze tijd van beperkte financiële mogelijkheden wordt ervoor gekozen om de uitvoering van de waterboulevard over een langere periode te realiseren. De middelen die zo vrijgespeeld worden gaan naar de ontwikkeling van de eerste fase van
Pagina 1 van 8
Raadsvergadering: 19 en 21 juni 2012
Registratienummer: Raad – 1200210
de binnenstad. Op dit moment wordt overleg gevoerd met de provincie over het verleggen van de focus van de waterboulevard naar de binnenstad. Stadhuis Er is breed gekeken naar besparingsmogelijkheden, dus ook als het gaat om een grote investering als het stadhuis. Het college zet de nieuwbouwplannen twee jaar ´on hold´. Hiermee wordt een incidenteel bedrag van 4,1 miljoen euro vrijgespeeld. In de tussentijd wil het college onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om niet zelf te bouwen maar te kiezen voor een huurconstructie. Multifunctionele accommodaties De raad heeft besloten twee MFA’s te ontwikkelen: één in de binnenstad en één in de Ossenkoppelerhoek/Nieuwstraatkwartier. Er zijn besparingen mogelijk op deze investering door in de binnenstad De Kolk te sluiten en ’t Dok renoveren maar niet uitbreiden en in de Ossenkoppelerhoek Het Veurbrook en de gymzaal te verbouwen en de Goossenmaat te renoveren. Rijksbezuinigingen Het kabinet is gevallen waardoor er onzekerheid is ontstaat over mogelijke rijksbezuiniging. Wat wel vaststaat is dát er bezuinigingen komen, alleen in welke vorm is nog niet duidelijk. Om toch voorbereid te zijn, wordt er in deze voorjaarsnota rekening gehouden met een bedrag van 3 miljoen structureel. Bezuinigingen De grootte van de financiële opgave maakt extra bezuinigingen noodzakelijk. Het gaat onder andere om bezuinigingen op wegenonderhoud, sport, de langdurigheidstoeslag, stadsdeelcoördinatie en een taakstelling op de bibliotheek. Belastingmaatregelen Het college stelt voor om de OZB inkomsten voor de jaren 2013, 2014 en 2015 jaarlijks met 5% te verhogen. Dit wordt grotendeels gecompenseerd door een verlaging van de afvalstoffenheffing en het wijzigingen van de heffingsmaatstaf voor rioolheffing van gebruikers naar eigenaren. Weerstandsvermogen In deze voorjaarsnota worden moeilijke keuzes gemaakt. Er wordt extra bezuinigd en er wordt aanzienlijk aanspraak gemaakt op de reserves van de gemeente waarbij er de komende jaren geen sprake zal zijn van een algemene reserve. Dit heeft een negatieve invloed op het weerstandsvermogen van de gemeente en de mogelijkheden om toekomstige tegenvallers op te vangen. Het voorstel is dan ook om incidentele meevallers, zodra deze zich voordoen, te gebruiken om de algemene reserve weer op peil te brengen. Wij stellen u voor te besluiten conform het bijgevoegde ontwerp-raadsbesluit. Burgemeester en Wethouders van Almelo, de secretaris,
de burgemeester,
G.A. de Haan
J.H.M. Hermans-Vloedbeld
Bijlagen: Voorjaarsnota 2012 Pagina 2 van 8
Raadsvergadering: 19 en 21 juni 2012
Registratienummer: Raad – 1200210
De Raad van de Gemeente Almelo; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; besluit: Algemeen 1. In de tweede helft van 2012 een discussie te starten over de vraag of en in hoeverre het 2.
Masterplan aanpassing of herdefiniëring nodig heeft Incidentele meevallers te bestemmen voor het weer op peil brengen van de algemene reserve
Grondbedrijf Woningen 3. Wat betreft de woningbouw te kiezen voor de Mediaanvariant, waarbij 140 hectare uit exploitatie 4.
5.
wordt genomen en hiervoor een extra voorziening te treffen van 25 miljoen euro De prognose voor de uitgifte van bouwgrond voor woningen voor de komende vier jaar te verminderen ten opzicht van de jaarrekening 2011 en hiervoor een extra voorziening te treffen van 1,0 miljoen euro Geen nieuwe sociale woningbouw meer toe te voegen
Bedrijventerreinen 6. Wat betreft de bedrijventerreinen te kiezen voor scenario 2 waarbij Buitenhaven West en Aadijk Noord worden toegevoegd aan de strategische voorraad 7.
Uit te gaan van 4 hectare per jaar voor de komende 15 jaar en daarvoor een extra voorziening te treffen van 8 miljoen euro
Soweco 8.
Ter dekking van het exploitatietekort Soweco voor 2013 1,5 miljoen euro, 2014 1,6 miljoen euro, 2015 1,4 miljoen euro en 2016 1,1 miljoen euro beschikbaar te stellen
Binnenstad 9.
Wat betreft de binnenstad 5 miljoen euro te reserveren voor de realisatie van de eerste fase en in overleg te gaan met de provincie Overijssel over de inzet van 5 miljoen euro die beschikbaar is gesteld voor de realisatie van de Waterboulevard
10.
De uitvoering van de waterboulevard daarmee te faseren, maar wel de verplichting aan te gaan om deze op termijn volgens het huidige plan volledig te realiseren op basis van een te sluiten convenant met de provincie
Stadhuis 11. De plannen voor het stadhuis maximaal twee jaar ‘on hold’ te zetten wat een incidenteel bedrag oplevert van 4,1 miljoen euro Pagina 3 van 8
Raadsvergadering: 19 en 21 juni 2012
Registratienummer: Raad – 1200210
12.
Voor de begroting 2013 uit te zoeken wat de mogelijkheden zijn om niet zelf te bouwen maar te kiezen voor een lange termijn huurconstructie
Belastingmaatregelen 13. De OZB-inkomsten voor de jaren 2013, 2014 en 2015 jaarlijks met 5% (excl. inflatie en areaal) te verhogen wat een bedrag oplevert van 0,7 miljoen euro in 2013 oplopend naar 2,1 miljoen 14. 15.
euro vanaf 2015 en verder De afvalstoffenheffing voor de jaren 2013, 2014 en 2015 met 7 euro per jaar te verlagen en dit ten laste van de reserve afvalstoffenheffing te brengen De heffingsmaatstaf voor rioolheffing te wijzigen van gebruikers naar eigenaren en hiermee de verhoging van het tarief te beperken
Bestuurskracht en bestuurscultuur Knelpunten 16. 17. 18. 19.
Voor de aanvullende rijksbezuiniging uit te gaan van 0,3 miljoen euro in 2013 oplopend naar 3 miljoen euro structureel vanaf 2016 Rekening te houden met frictiekosten ten gevolge van de bezuinigingen bij de voorjaarsnota 2011 en hiervoor 1,58 miljoen euro incidenteel te bestemmen De halvering van de winstuitkering van de BNG te verwerken en hiervoor 0,17 miljoen euro te bestemmen vanaf 2012
20.
De tijdelijke verhoging van de pensioenpremie te verwerken en hiervoor 1 miljoen euro incidenteel te bestemmen Wat betreft het gemeentelijk belastingkantoor Twente rekening te houden met aanloopkosten en
21.
hiervoor te bestemmen 0,08 miljoen euro voor 2012 en respectievelijk 0,29 en 0,02 miljoen euro over 2013 en 2014 Wat betreft publiekszaken rekening te houden met stijging van de kosten door hogere afdrachten
22.
aan het rijk, stijging van kosten voor tolkenwerk en naturalisaties en het invoeren van maximale leges voor paspoorten en daarvoor 0,14 miljoen euro structureel te bestemmen vanaf 2013 Voor investeren in een nieuwe organisatiestructuur een incidenteel bedrag van 0,66 miljoen euro
23.
te bestemmen Voor het verbeterprogramma naar aanleiding van het Fortezza rapport, 0,26 miljoen euro incidenteel te bestemmen
Bezuinigingen 24. Het geboorteloket bij het ziekenhuis te sluiten en hiervoor een bezuiniging in te boeken van 0,02 25.
miljoen structureel vanaf 2013 Het huurcontract voor de skybox op te zeggen en hiervoor een bezuiniging in te boeken van 0,06
26.
miljoen euro structureel vanaf 2015 De komende jaren geen middelen beschikbaar te stellen voor prijscompensatie van gemeentelijke budgetten wat een structureel bedrag oplevert van 0,86 miljoen euro in 2012 oplopend naar 3,86
27.
miljoen euro vanaf 2016 De risicobuffer te betrekken bij de heroverweging wat een structureel bedrag oplevert van 0,14 miljoen euro in 2012 oplopend naar 0,3 miljoen euro vanaf 2016
28.
Het saldo van het meerjarenperspectief bij de begroting 2011 te betrekken bij de heroverweging wat een bedrag oplevert van 0,46 miljoen euro in 2013 oplopend naar 0,52 miljoen euro per 2016
Pagina 4 van 8
Raadsvergadering: 19 en 21 juni 2012
Registratienummer: Raad – 1200210
Reserves Voor bestuurskracht en bestuurscultuur de volgende bedragen uit de reserves te onttrekken: 29. Algemene Reserve 9,2 miljoen 30. 31. 32.
Reserve opbrengsten verkoop deelnemingen 1,9 miljoen Reserve bouwfondsaandelen 7,8 miljoen Reserve achtergestelde lening Vitens 2,7 miljoen
33. 34. 35.
Toegangscontrolesysteem 0,1 miljoen Reserve knelpunten bedrijfsvoering 0,1 miljoen Reserve verkiezingen 0,1 miljoen
36. 37. 38.
Reserve automatisering 3,0 miljoen Overlopende werken 1,3 miljoen Reserve grote investeringen 0,7 miljoen
Aantrekkelijke stad Knelpunten 39. Voor de openbare ruimte van een aantal grote projecten (IISPA, delen van Noord/Oost en Almelo verdiept) 0,05 miljoen euro structureel te bestemmen vanaf 2012 40.
Wat betreft Hof 88 het exploitatietekort voor 2012 te dekken voor een bedrag van 0,15 miljoen euro en voor de daarop volgende jaren Hof88 een taakstelling op te leggen van 150.000 euro
Bezuinigingen 41. Vanaf 2016 0,5 miljoen euro te bezuinigen op sportaccommodaties en daarbij de volgende denkrichtingen te hanteren: sluiten zwembad, PPS constructie beheer en exploitatie zwembad en 42.
herinrichting accommodaties De stelpost bezuinigingen grondbedrijf te betrekken bij de heroverweging wat een bedrag oplevert van 0,8 miljoen euro in 2012 oplopend naar 1,0 miljoen structureel vanaf 2014
Reserves Voor aantrekkelijke stad de volgende bedragen uit de reserves te onttrekken: 43. 44.
Reserve erfpachtgronden 1,9 miljoen Sportschool Hartman 0,1 miljoen
45.
Paralellweg 156a 0,1 miljoen
46.
Aanschaf accommodaties 0,03 miljoen
47. 48.
IISPA 5,7 miljoen Licht geluid tca Hof 88 0,03 miljoen
49. 50.
Terreinmeubilair ON 0,04 miljoen Reserve algemeen grondbedrijf 0,3 miljoen
51. 52.
Reserve kunstaankoop/stadsvernieuwing 0,1 miljoen Reserve stadsvernieuwing 0,9 miljoen
53.
Reserve besluit woninggebonden subsidies 0,3 miljoen
54.
Reserve ISV 2010-2014 1,4 miljoen
55. 56.
Reserve besluit locatiegebonden reserve 0,3 miljoen Reserve parkeeraccommodaties 0,5 miljoen
57. 58. 59.
Reserve bouwfonds stimulering 1,0 miljoen Reserve co-financiering, nog niet geclaimd 0,1 miljoen Reserve co-financiering, waterboulevard 4,9 miljoen
Pagina 5 van 8
Raadsvergadering: 19 en 21 juni 2012
Registratienummer: Raad – 1200210
Eigen kracht en participatie Knelpunten 60. Het eigen risico met betrekking tot het I-deel aan te vullen tot de 10% van de rijksbijdrage en hiervoor een incidenteel bedrag van 0,6 miljoen euro te reserveren Bezuinigingen 61.
Wat betreft de MFAs binnenstad en Ossenkoppelerhoek/Nieuwstraat te kiezen voor combinatie 5 en hiermee 5,5 miljoen euro vrij te spelen, wat het volgende betekent: a. De Kolk sluiten, ’t Dok renoveren (o.a. ten behoeve van de jongeren) maar niet uitbreiden.
b.
In plaats van de uitbreiding beschikbare ruimte in de Bibliotheek gebruiken t.b.v. het cursorische en creatieve aanbod Breed MFA: Het Veurbrook en de gymzaal worden verbouwd met daartussen een
62.
verbindingstuk en de Goossenmaat wordt gerenoveerd De bibliotheek een extra taakstelling op te leggen van 0,1 miljoen euro in 2013 oplopend naar
63.
0,16 miljoen euro vanaf 2016 en de bibliotheek de ruimte te geven om zelf te bepalen hoe zij de taakstelling invullen De langdurigheidstoeslag met een derde te verminderen wat een structureel bedrag van 0,22
64.
miljoen euro oplevert vanaf 2013 Wat betreft stadsdeelcoördinatie: a. De focus van het wijkgericht werken binnen de gemeente Almelo te verplaatsen van het b. c.
fysieke naar het sociale domein De methodiek van de Almelose Wijk Aanpak te beëindigen en het wijkgericht werken voortaan in te zetten ten behoeve van het oplossen van wijkgebonden sociale problematiek Op basis van signalen van in de wijk werkzame professionals en inwoners, met de maatschappelijke partners integrale wijkagenda’s op te stellen met een focus op het oplossen van de sociale wijkgebonden problematiek
d. 65.
Hiermee een besparing te realiseren van 0,12 miljoen euro vanaf 2013 oplopend naar 0,27 miljoen euro vanaf 2014 De subsidieregeling voor amateurverengingen af te bouwen en hiermee een bezuiniging te
66.
realiseren van 0,02 miljoen euro vanaf 2013 oplopend naar 0,06 miljoen euro structureel vanaf 2015 Taakinvulling leerplichtambtenaar te beperken tot wettelijk voorgeschreven pakket om hiermee
67.
68. 69. 70.
een bezuiniging te realiseren van 0,01 miljoen euro vanaf 2013 De taken van Almelo Sociaal terug te brengen tot de wettelijke verplichte taken en hiermee een bezuiniging te realiseren van 0,06 miljoen euro vanaf 2014 oplopend naar 0,07 miljoen euro vanaf 2015 De stelpost voor investeringen in het IHP te verlagen met structureel 0,3 miljoen euro vanaf 2013 De wijkkranten te laten opgaan in de bestaande wijkwebsites en hiermee een bezuiniging te realiseren van 0,05 miljoen euro structureel vanaf 2013 De beschikbare middelen op het terrein van sociale zekerheid te betrekken bij de voorjaarsnota 2012 wat een bedrag oplevert van 0,62 miljoen euro vanaf 2012 oplopend naar 1,1 miljoen structureel vanaf 2015
Reserves Voor eigen kracht en participatie de volgende bedragen uit de reserves te onttrekken: 71. Mfa Eninver 1,7 miljoen 72.
Studiehuis 0,2 miljoen
Pagina 6 van 8
Raadsvergadering: 19 en 21 juni 2012
Registratienummer: Raad – 1200210
73. 74. 75.
De Schoppe uitbouw 0,1 miljoen Unilocatie vmbo 0,3 miljoen Obs Reigershofte uitbreiding 0,1 miljoen
76. 77. 78.
Zorgverbreding vrije school 0,03 miljoen Zorgverbreding St Stephanus 0,05 miljoen Zorgverbreding Noorderborg 0,1 miljoen
79. 80. 81.
Werkplein 0,2 miljoen Reserve inkomensafhankelijke uitkeringen 1,4 miljoen Reserve Wet Maatschappelijke Ondersteuning 1,8 miljoen
82. 83. 84.
Reserve nieuwkomers 0,4 miljoen Reserve schoolgebouwen 0,4 miljoen Reserve grote investeringen, MFA’s 5,6 miljoen
85. 86.
Reserve GSB II mop Sociaal 0,1 miljoen Middelen centrum jeugd en gezin 0,2 miljoen
Leefbaarheid en veiligheid Knelpunten 87.
Wat betreft de veiligheidsregio Twente vanaf 2013 rekening te houden met frictiekosten (0,6 miljoen euro structureel) maar dit tekort de komende jaren terug te dringen zodat de begroting vanaf 2015 sluitend is
88.
Wat betreft de regionale uitvoeringsdiensten vooralsnog uit te gaan van een tekort van 0,38 miljoen euro voor 2012 oplopend naar 0,48 miljoen euro voor 2014 en verder, in afwachting van de omvang van de RUD begroting als het gaat om vergunningverlening, toezicht en handhaving
89.
Wat betreft de civieltechnische kunstwerken te prioriteren en daarbij te focussen op veiligheid en hiervoor te bestemmen 0,27 miljoen euro incidenteel en 0,08 miljoen euro structureel vanaf 2013 oplopend naar 0,09 miljoen euro vanaf 2016
Bezuinigingen 90. Te bezuinigingen op het onderhoud van wegen wat een bedrag van 0,12 miljoen euro structureel 91.
oplevert vanaf 2013 Subsidies (in geld en natura) aan de RK begraafplaatsen en de Joodse begraafplaats stop te zetten wat een bezuiniging oplevert van 0,04 miljoen euro structureel vanaf 2014
92.
Het leasecontract Galloway runderen opzeggen wat een bezuiniging oplevert van 0,01 miljoen
93.
euro vanaf 2014 Wat betreft accommodaties voor doelgroepverengingen te kiezen voor het verminderen van onderhoudskosten, genereren verkoopopbrengsten of extra huurinkomsten uit gebouwen welke thans gebruikt worden door doelgroeporganisaties wat een bedrag oplevert van 0,07 miljoen euro incidenteel in 2014
Reserves Voor leefbaarheid en veiligheid de volgende bedragen uit de reserves te onttrekken: 94. Reserve grondbank 0,1 miljoen 95.
Reserve GSB III 0,5 miljoen
Sourcing 96. Wat betreft sourcing de volgende mate van grip van de raad op de uitvoering van de te sourcen taken als kader voor de vormgeving van de nieuwe uitvoeringsrelatie vast te stellen: Pagina 7 van 8
Raadsvergadering: 19 en 21 juni 2012
Registratienummer: Raad – 1200210
a. b. c.
Grip op toeleiding begeleiding AWBZ hoog Grip op back office werkzaamheden AWBZ laag Grip op groen- en beheerwerkzaamheden middel
d. e. f.
Grip op Hof 88 laag Grip op scannen inkomende post laag Grip op uitvoerende taken ingenieursbureau laag
g. h. i.
Grip op uitvoering onderzoeken laag Grip op acquisitie en accountmanagement hoog Grip op het beheer van gemeentelijke vastgoed laag
Gedaan ter openbare vergadering van 21 juni 2012 de griffier,
de burgemeester,
C.M. Steenbergen
J.H.M. Hermans-Vloedbeld
Pagina 8 van 8
Stad financieel in balans Voorjaarsnota 2012
2
Inhoudsopgave 1. Inleiding............................................................................................................................. 5 2. Financiële samenvatting ....................................................................................................... 9 2.1 Opgave ........................................................................................................................ 9 2.2 Maatregelen incidenteel .................................................................................................10 2.3 Maatregelen structureel .................................................................................................12 2.4 Algemene reserve .........................................................................................................13 3. Grondbedrijf ......................................................................................................................15 3.1 Woningen ....................................................................................................................16 3.2 Bedrijventerreinen .........................................................................................................25 4. Soweco ............................................................................................................................29 5. Binnenstad ........................................................................................................................31 6. De programma’s ................................................................................................................35 6.1 Bestuurskracht en bestuurscultuur...................................................................................35 6.1.1 Knelpunten............................................................................................................36 6.1.2 Bezuinigingen.........................................................................................................41 6.1.3 Belastingvoorstellen ................................................................................................45 6.1.4 Reserves ...............................................................................................................48 6.2 Aantrekkelijke stad........................................................................................................51 6.2.1 Knelpunten............................................................................................................52 6.2.2 Bezuinigingen.........................................................................................................53 6.2.3 Reserves ...............................................................................................................55 6.3 Eigen kracht en participatie ............................................................................................59 6.3.1 Knelpunten............................................................................................................60 6.3.2 Bezuinigingen.........................................................................................................61 6.3.3 Reserves ...............................................................................................................68 6.4 Leefbaarheid en veiligheid ..............................................................................................72 6.4.1 Knelpunten............................................................................................................73 6.4.2 Bezuinigingen.........................................................................................................80 6.4.3 Reserves ...............................................................................................................82 7. Weerstandsvermogen .........................................................................................................85 7.1 Inventarisatie van de risico’s ..........................................................................................86 7.2 Beleid risicomanagement..............................................................................................100 8. Sourcing .........................................................................................................................101 Bijlage 1: Trendmonitor .........................................................................................................107 Bijlage 2: Afgevallen beleidswensen........................................................................................122 Bijlage 3: Civieltechnische kunstwerken ..................................................................................128 Bijlage 4: Afgevallen bezuinigingsmaatregelen ..........................................................................131 Bijlage 5: Stadhuis ...............................................................................................................135 Bijlage 6: Financieel meerjarig perspectief ................................................................................139 Bijlage 7: Totaal overzicht heroverweging reserves....................................................................142
3
4
1. Inleiding In januari 2012 is het proces Opmaat naar de voorjaarsnota gestart. In dit proces zijn een aantal onderwerpen benoemd die om integrale afweging vragen: positie van het grondbedrijf, Soweco en de ontwikkeling van de binnenstad. In de uitwerking wordt duidelijk dat de gemeente staat voor een grote financiële opgave. Stad financieel in balans ziet het college dan ook als zijn opdracht voor deze voorjaarsnota 2012. In tijden van financieel grote opgaven is het belangrijk om financiële kaders te hanteren. De volgende financiële kaders heeft het college als uitgangspunt genomen bij het opstellen van de voorjaarsnota: -
Almelo heeft en houdt een structureel sluitende begroting Dit betekent dat structurele lasten met structurele baten gedekt worden en incidentele lasten met incidentele baten. De stad blijft financieel meerjarig in balans.
-
De opgave waar Almelo voor staat wordt zelf opgelost In samenspraak met partners wordt gezocht naar mogelijke samenwerkingsverbanden maar Almelo lost haar eigen opgaven op. Er zal geen beroep worden gedaan op het rijk of een
-
aanvullende bijdrage uit het gemeentefonds. Overschrijdingen worden zoveel mogelijk binnen het programma opgevangen. Tot dit uitgangspunt is al besloten bij de najaarsnota 2010 Bij de decentralisatie opgaven geldt dat we het uit gaan voeren me de middelen die het Rijk hiervoor beschikbaar stelt Er worden dus geen extra gemeentelijke middelen beschikbaar gesteld. Dit geldt dus de komende jaren bij de decentralisaties op het gebied van jeugdzorg en Dagbesteding en begeleiding van AWBZ naar de Wmo. Door het rijk zijn hier structurele efficiencykortingen voor ingeboekt
Voor deze voorjaarsnota heeft het college per programma geïnventariseerd wat de knelpunten en de beleidswensen zijn voor de komende periode. Gezien de financiële situatie van het moment en de wens om de stad financieel in balans te houden, is ervoor gekozen om alleen de knelpunten op te nemen en geen nieuwe beleidswensen. Om de gemaakte afweging inzichtelijk te maken, staan de niet overgenomen beleidswensen opgenomen in bijlage 2. De voorjaarsnota staat in het teken van het oplossen van een aantal grote knelpunten. Er wordt daarom breed gekeken naar mogelijke oplossingen: extra bezuinigingen, besparingen bij grote investeringen en projecten en mogelijkheden binnen de reserves.
5
Bezuinigingen De bezuinigingsmaatregelen die zijn opgenomen in deze voorjaarsnota zijn onder te verdelen in drie groepen: 1. Bij de voorjaarsnota 2011 zijn voorstellen uitgewerkt voor een totaalbedrag van 12,5 miljoen euro. Omdat er 9,5 miljoen bezuinigd moest worden was er ruimte om keuzes te maken. De voorstellen die het college niet overnam kwamen toen in de bijlage. Een deel van de niet overgenomen bezuinigingen worden nu wel opgevoerd. 2. Daarnaast is er een categorie bezuinigingen die in de voorjaarsnota 2011 wel werden voorgesteld, maar door de raad zijn geschrapt door middel van een amendement. Ook deze liggen nu opnieuw voor. 3. Ook zijn er nieuwe bezuinigingsvoorstellen uitgewerkt die in deze voorjaarsnota 2012 zijn meegenomen. Dit levert een pakket aan bezuinigingsvoorstellen op voor de voorjaarsnota 2012. Uit dit totaalpakket heeft het college een aantal voorstellen niet overgenomen. Deze niet overgenomen voorstellen zijn in bijlage 4 opgenomen. Het college heeft de bezuinigen gericht op jeugd niet overgenomen gezien de ambities op het gebied van sociale stijging. Ook is er gekeken naar besparingsmogelijkheden als het gaat om grote investeringen en projecten. De belangrijkste zijn het stadhuis en de multifunctionele accommodaties. Reserves Tot slot zijn, onder andere op initiatief vanuit de raad alle reserves van de gemeente geanalyseerd, en is per programma in beeld gebracht welke reserves volgens het college naar beneden bijgesteld of opgeheven kunnen worden. Het vrijspelen van reserves kan echter niet zonder gevolgen want aan bijna alle reserves is een bestemming gekoppeld. Opheffen van een reserve betekent dat het gekoppelde beleidsdoel niet meer gerealiseerd kan worden. Bij de analyse van de reserves heeft het college het uitgangspunt gehanteerd om zo min mogelijk reserves te hebben. Op deze wijze worden zo min mogelijk potjes gevormd en dit komt de integrale afweging ten goede. Het college heeft bij de analyse een ondergrens gehanteerd van 100.000 euro. Val van het kabinet De val van het kabinet heeft voor onzekerheid gezorgd als het gaat om de bezuinigingen. Dat er extra bezuinigingen komen is zo goed als zeker, alleen in welke vorm is nog niet bekend. Om toch voorbereid te zijn, wordt er in deze voorjaarsnota rekening gehouden met een bezuiniging van 3 miljoen euro structureel. Daarnaast is nog onduidelijk wat de gevolgen zijn voor een aantal kabinetsvoornemens. Wanneer een onderwerp controversieel wordt verklaard wordt pas na de verkiezingen duidelijk wat de gevolgen zijn. Dit geldt onder andere voor de wet werken naar vermogen (Wwnv). Ondanks die onduidelijkheid kiest het college er voor om in deze voorjaarsnota verder te gaan met de veranderingen rondom het sociaal werk, zoals ook is besloten in de raad van 24 april 2012. Los van de gevolgen van de Wwnv zijn keuzes wat betreft de toekomst van het sociaal werk noodzakelijk.
6
Leeswijzer Hoofdstuk twee bevat de financiële samenvatting. De financiële consequenties van de voorstellen, die worden gedaan in deze voorjaarsnota zijn hier op een rij gezet. Er zijn drie onderwerpen die, zoals afgesproken, uit de programma’s zijn getild omdat zij de belangrijkste onderwerpen vormen van deze voorjaarsnota. Dit zijn het grondbedrijf, Soweco en de binnenstad. Hoofdstuk drie gaat over het grondbedrijf. Hierin wordt het proces weergegeven dat de afgelopen maanden met de raad is doorlopen: van de ontwikkeling van de scenario’s tot aan de inhoudelijke in financiële consequenties hiervan. Hoofdstuk vier gaat over Soweco. In de raadsvergadering van 24 april is dit onderwerp aan de orde geweest. De inhoudelijke resultaten worden in dit hoofdstuk weergegeven en de financiële consequenties worden verwerkt in deze voorjaarsnota. Hoofdstuk vijf gaat over het binnenstadsplan, de opdeling van het plan in fases en de middelen die nodig zijn voor de realisatie van het plan. In hoofdstuk zes staan de programma’s. Per programma is in beeld gebracht wat de knelpunten zijn die om oplossing vragen en welke mogelijkheden er zijn om middelen binnen het programma vrij te spelen. Dit laatste kan door extra bezuinigingen en door te kijken naar de bestaande reserves. In hoofdstuk zeven staat een actualisatie weergegeven van de paragraaf weerstandsvermogen uit de begroting 2012. Hoofdstuk acht gaat over sourcing. Zoals toegezegd krijgt u bij deze voorjaarsnota de mogelijkheid om de globale kaders vast te stellen voor de sourcingstrajecten die in 2012 en 2013 gaan spelen. In bijlage 1 is zoals afgesproken de Trendmonitor over het eerst kwartaal opgenomen. Deze biedt inzicht in de ontwikkelingen van de lokale economie en de gevolgen van de huidige economische recessie. Tot slot In de voorjaarsnota 2011 en deze voorjaarsnota 2012 zijn en worden er ingrijpende bestuurlijke keuzes gemaakt. De uitgangspunten van het Masterplan komen hiermee in elk geval gedeeltelijk onder druk te staan. Gezien de nieuwe realiteit na de voorjaarsnota 2011 en 2012, stelt het college voor om in overleg met de raad na te gaan of en in hoeverre de bestaande strategische visie, die geldt voor de middellange of lange termijn, aanpassing of herdefiniëring nodig heeft. Indien deze vraag positief wordt beantwoord valt te overwegen om een traject uit te zetten waarin ook externe partners een rol krijgen. Ons voorstel is hiervoor een start- of discussienotitie te laten maken die in de tweede helft van 2012 met de raad kan worden besproken. Voorstel In de tweede helft van 2012 een discussie te starten over de vraag of en in hoeverre het Masterplan aanpassing of herdefiniëring nodig heeft
7
8
2. Financiële samenvatting Vanaf hoofdstuk 3 staan de voorstellen van deze voorjaarsnota weergegeven. Het totaalpakket en de financiële consequenties staan hier in de financiële samenvatting. In paragraaf 2.1 staat de opgave. Dat is de optelsom van de voorstellen als het gaat om het grondbedrijf, Soweco en stadhuis en de knelpunten binnen de programma’s. Dit levert een incidentele en een structurele opgave op. Paragraaf 2.2 bevat de maatregelen waarvoor het college kiest om te voldoen aan de incidentele opgave. Daarvoor is met name gekeken naar de bestaande reserves van de gemeente. Paragraaf 2.3 bevat de maatregelen om aan de structurele opgave te voldoen. Daar gaat het met name om bezuinigingsmaatregelen. Paragraaf 2.4 laat zien wat de consequenties zijn voor de algemene reserve tot en met 2015. In de onderstaande tabellen staan de bedragen weergegeven per 2015 en 2016. In bijlage 6 is voor de volledigheid het volledige meerjarige perspectief opgenomen.
2.1 Opgave Bedragen x 1,0 miljoen
Incidenteel 2012-2016
Structureel 2015
2016
Jaarrekening 2011
21
0
0
Grondbedrijf woningen
26
0,4
Grondbedrijf bedrijventerreinen
8
Soweco Binnenstad eerste fase
0,4
1,4
1,1
0,17
0,17
-0,19
-0,26
0,14
0,14
2,4
3
0,05
0,05
0,48
0,48
5
Bestuurskracht en Bestuurscultuur Frictiekosten bezuinigingen
1,58
Lagere winstuitkering BNG Verhoging ABP premie
1,00
Gemeentelijk belastingkantoor
0,08
Leges en kosten publiekszaken Frictiekosten aanpassen organisatiestructuur
0,66
Verbeterprogramma
0,26
Aanvullende bezuinigingen rijk Aantrekkelijke Stad Beheer openbare ruimte IISPA Exploitatietekort Hof 88
0,15
Eigen Kracht en participatie Eigen risico bijstand
0,60
Leefbaarheid en Veiligheid Veiligheidsregio Regionale uitvoeringsdiensten Civieltechnische kunstwerken
0,27
0,08
0,09
Totale opgave
64,6
4,9
5,2
9
2.2 Maatregelen incidenteel Bedragen x 1,0 miljoen
Incidenteel 2015
Opgave
64,6
Bestuurskracht en bestuurscultuur Algemene reserve
9,2
Stadhuis 2 jaar on hold
4,1
Overige reserves
17,7
Aantrekkelijke stad Reserve waterboulevard
4,9
Overige reserves
12,7
Eigen kracht en participatie Reserve grote investeringen (MFA’s)
5,6
Overige reserves
7,6
Leefbaarheid en veiligheid Overige reserves
0,6
Bespaarde rente (2013-2015) #
4,5
Totaal maatregelen incidenteel
66,9
# Jaarlijks wordt rekening gehouden met een bedrag van circa 1,5 miljoen euro als gevolg van bespaarde rente en het saldo op de financieringsfunctie. Het college vindt het verantwoord om een bedrag van 1,5 miljoen euro per jaar voor de jaren 2013, 2014 en 2015 als incidentele maatregel in te zetten.
10
Structurele gevolgen heroverweging reserves Het heroverwegen van de reserves heeft ook structurele gevolgen. Dit geldt onder andere voor de heroverweging van ‘beklemde reserves’ (zie voor een overzicht van alle beklemde reserves bijlage 7). Dit zijn reserves waarvan de rente structureel wordt ingezet binnen de begroting. Zodra een beroep op deze reserves wordt gedaan zal structureel dekking gevonden moeten worden voor de wegvallende rente inzet. Deze structureel negatieve gevolgen worden in deze voorjaarsnota meegenomen en bedragen circa 0,8 miljoen euro. Ook de heroverweging van ‘reserves met economisch nut’ (zie voor een overzicht van alle reserves met economisch nut bijlage 7) heeft structurele consequenties. Deze reserves zijn ingesteld om de kapitaallasten van een investering te dekken. Door het heroverwegen van deze reserves vervalt immers de dekking voor de kapitaallasten. De structureel negatieve gevolgen worden in deze voorjaarsnota meegenomen in de structurele opgave en bedragen circa 1,0 miljoen euro. Jaarlijks wordt rekening gehouden met een structureel en incidenteel bedrag als bespaarde rente over de eigen financieringsmiddelen. Door deze heroverweging zal het structurele bedrag verlaagd moeten worden met circa 1,0 miljoen euro. Als laatste heeft de heroverweging van de beschikbare middelen voor de multifunctionele accommodaties een structureel effect. Als gevolg van het niet langer inzetten van deze reserve als een ‘reserve economisch nut’ zal dekking gevonden moeten worden voor de kapitaallasten. Met deze structurele consequenties (200.000 euro) is in deze voorjaarsnota rekening gehouden. Totale structurele gevolgen x 1,0 miljoen Wegvallende rente beklemde reserves
0,8
Wegvallende dekking kapitaallasten
1,0
Wegvallende structurele bespaarde rente
1,0
Inzet reserve MFA
0,2
Totaal structurele effect
3,0
11
2.3 Maatregelen structureel Bedragen x 1,0 miljoen
2015 2016 en verder
Opgave
-4,9
-5,2
-3,0
-3,0
-7,9
-8,2
Sluiten geboorteloket ziekenhuis
0,02
0,02
Opzeggen huur skybox
0,06
0,06
Stelpost loon/prijscompensatie
3,11
3,86
Risicobuffer
0,32
0,33
Meerjarenperspectief
0,07
0,52
Belastingmaatregelen
2,10
2,10
Sportaccommodaties
0,00
0,50
Stelpost bezuiniging grondbedrijf
1,00
1,00
Taakstelling bibliotheek
0,14
0,16
Langdurigheidtoeslag
0,22
0,22
Stadsdeelcoördinatie
0,27
0,27
Subsidies amateurverenigingen afbouwen
0,06
0,06
Taken leerplicht ambtenaar beperken tot wettelijk pakket
0,01
0,01
Bezuiniging Almelo Sociaal
0,07
0,07
Integraal huisvestingsprogramma onderwijs (IHP)
0,30
0,30
Wijkkranten
0,05
0,05
Dweilprogramma
0,24
0,24
Regeerakkoord sociale zekerheid
0,31
0,31
Bijzondere bijstand
0,49
0,49
Aanpassen norm kwijtschelding
0,06
0,06
Besparen onderhoud wegen
0,12
0,12
Stopzetten subsidies particulieren begraafplaatsen
0,04
0,04
Galloway runderen
0,01
0,01
0
0
Totaal maatregelen structureel
9,06
10,79
Resultaat
1,14
2,63
Structurele gevolgen heroverweging reserves
(zie 2.2 maatregelen incidenteel)
Nieuwe opgave Bestuurskracht en bestuurscultuur
Aantrekkelijke stad
Eigen kracht en participatie
Middelen sociale zekerheid
Leefbaarheid en veiligheid
Bezuinigingen onderhoudskosten accommodaties doelgroepenver.
12
2.4 Algemene reserve Meerjarig verloop algemene reserve
8,0
Stand (x 1,0 miljoen)
6,0
4,0
2,0
0,0 2011
2012
2013
2014
2015
-2,0
-4,0
Jaar
Ondanks de moeilijke keuzes die in deze voorjaarsnota gemaakt worden, voldoet de stand van de algemene reserves de komende jaren niet aan de gestelde norm (10% van de algemene uitkering). In 2013 zal de algemene reserve incidenteel zelfs een negatieve stand kennen. Dit wordt in de jaren daarna aangevuld zodat er uiterlijk in de loop van 2014 weer een positieve algemene reserve beschikbaar is. Daarnaast wordt er aanzienlijk gesneden in de overige reserves. Het college stelt dan ook voor om incidentele meevallers die zich voordoen, te gebruiken om de algemene reserve weer op peil te brengen. Voorstel Incidentele meevallers te bestemmen voor het weer op peil brengen van de algemene reserve
13
14
3. Grondbedrijf In januari zijn er met de raad afspraken gemaakt over het proces tot aan de voorjaarsnota. Hierbij is afgesproken dat er in deze voorjaarsnota kritisch gekeken wordt naar het grondbedrijf omdat er zorgen zijn over de relatie van het grondbedrijf met de financiële positie van de gemeente. Belangrijke signalen waren de amendementen Go or no go Waterrijk en Realiteitsgehalte Marsroute 2 en ook de kritische blik van de accountant als het gaat om de onderbouwing van de programmering en fasering gezien de uitgifte van de afgelopen jaren. In december 2011 en januari 2012 is daarom een proces uitgelijnd tot aan de voorjaarsnota. Het grondbedrijf is daarin benoemd als het belangrijkste onderwerp. In december ontving de raad hierover een raadsbrief (1100037 met datum 13 december 2011). In deze raadsbrief is onderscheid gemaakt tussen de korte termijn (jaarrekening) en lange termijn (voorjaarsnota). Bij de eerste staat het actualiseren van de korte termijn afzetprognoses centraal. Bij de lange termijn gaat het om een fundamentele heroverweging van de fysieke agenda op basis van onder andere financiële armslag, kwalitatieve eisen, economische en demografische ontwikkelingen. Besluitvorming over deze laatste gebeurt nu bij de voorjaarsnota 2011. Het jaarrekeningresultaat is inmiddels opgemaakt en bevat een aantal tegenvallers als het gaat om het grondbedrijf. De belangrijkste zijn: -
Grotere begrote tekorten lopende grondexploitaties: 9 miljoen euro Extra afwaardering voorraad grondbedrijf (complex verspreide bezittingen): 8,3 miljoen euro
De resultaten van de jaarrekening waren het startpunt voor de scenario’s grondbedrijf, oftewel de fundamentele heroverweging van de fysieke agenda.
15
3.1 Woningen Voorstel -
Wat betreft de woningbouw te kiezen voor de Mediaanvariant, waarbij 140 hectare uit
-
exploitatie wordt genomen en hiervoor een extra voorziening te treffen van 25 miljoen euro De prognose voor de uitgifte van bouwgrond voor woningen voor de komende vier jaar te verminderen ten opzicht van de jaarrekening 2011 en hiervoor een extra voorziening te treffen
-
van 1,0 miljoen euro Geen nieuwe sociale woningbouw meer toe te voegen
Inleiding Begin februari zijn demografische ontwikkelingen vertaald naar scenario’s voor het grondbedrijf. Hierover ontving de raad raadsbrief 1200080 (met datum 31 januari 2012). De scenario´s zijn toegelicht in de informatieve raad van 7 februari 2012. Per scenario is inmiddels beeld gebracht wat de kwantitatieve (uit te geven kavels), kwalitatieve (soorten woningen), financiële gevolgen en risico´s zijn. Zie hiervoor ook raadsbrief 1200144 die u ontving op 13 april 2012. Deze paragraaf bestaat voornamelijk uit de hoofdlijnen van deze raadsbrief van 13 april 2012 met daaraan toegevoegd het voorstel van het college. Achtergrond In het rapport Handreiking stedelijke herprogrammering woningbouw van het Nicis wordt omschreven wat de in de afgelopen decennia de positie was van de gemeente als het gaat om woningbouw. Tot de jaren tachtig beheersten landelijke, regionale en lokale overheden het plannings- en bouwproces. Na het instorten van de woningmarkt in de jaren zeventig transformeerde ruimtelijke ordening zich in de jaren 90 naar gebiedsontwikkeling waarbij private bouwpartijen verantwoordelijk voor de realisatie van een project, maar stelt de overheid via planvorming en regie de randvoorwaarden. Vanaf het jaar 2000 woningmarkt explodeert en neemt gebiedsontwikkeling in Nederland een hoge vlucht. Ontwikkelaars bouwen een grote projectenportefeuille op en ook gemeenten gaan het spel actief meespelen. Over het hele land verwerven gemeenten zelf grond, om de grond vervolgens onder voorwaarden te verkopen aan ontwikkelaars. Deze wijze van gebiedsontwikkeling, en in het bijzonder het voeren van een actief grondbeleid door gemeenten, is de afgelopen tien jaar lucratief geweest. De crisis heeft de kredietmogelijkheden met betrekking tot zowel de woningmarkt als het zakelijk vastgoed sterk verminderd. Dit leidt in Nederland tot een aanzienlijke vraaguitval. Door de vraaguitval hebben de gemeentelijke grondbedrijven het moeilijk, want ze worden geconfronteerd met sterk teruglopende grondopbrengsten. De huidige stagnatie heeft echter een structureler karakter. Door de succesvolle gebiedsontwikkeling van de afgelopen jaren zijn vraag en aanbod op de markt steeds meer los van elkaar komen te staan. Er is sprake van overprogrammering.
16
Het beeld wat hierboven wordt geschetst is ook in Almelo zichtbaar. Het uitgangspunt vormde de ambitie zoals neergelegd in het Masterplan Almelo. In Marsoute 1, Marsroute 2 en bij de jaarrekening 2011 zijn al maatregelen genomen om te reageren op de ontwikkelingen in de economie en de woningbouwsector. Zie onderstaande tabel. Woningen
Bedrijventerrein
Kantoren 2
Per jaar
Periode
Ha per jaar
Periode
M per jaar
Periode
Masterplan
500
16 jaar
11
11 jaar
8.000
8 jaar
Marsroute 1
250
20 jaar
8
15 jaar
3.500
15 jaar
Marsroute 2
170
32 jaar
5,5
22 jaar
3.500
15 jaar
Jaarrekening
167
33 jaar
5
24 jaar
2.000
20 jaar
Deze paragraaf is gericht op de scenario´s wat betreft woningbouw. In de volgende paragraaf wordt ingegaan op de bedrijventerreinen. Er zijn geen scenario’s uitgewerkt omdat ten behoeve van de jaarrekening de programmering van de kantoren reeds fors is bijgesteld van 3.500 m2 BVO naar 2.000 m2 BVO per jaar. De scenario´s Gekozen is om de volgende scenariomodellen te gebruiken: -
Nulprognose demographic change Trendprognose demographic change Primos prognose ABF Research
-
CBS prognose
De Nulprognose De nul- en de trendprognose zijn afkomstig van ons eigen team Onderzoek en Statistiek. Basis daarvan is de nota demographic change van eind 2011. De gemeentelijke prognose is verfijnder dan de prognoses die vanuit landelijke onderzoek worden gedaan omdat voor de gemeente per jaargroep de ontwikkeling van geboorte, sterkte en migratie wordt ingeschat. Voor de nulprognose wordt het migratiesaldo op nul verondersteld en daarmee feitelijk buiten beschouwing gelaten. Op basis hiervan is het uitgangspunt dat de bevolkingsomvang puur wordt beïnvloed door geboorte en sterfte en de invloed van migratie wegvalt. Trendprognose Voor de trendprognose is voor de migratie teruggekeken naar een langere periode van feitelijke realisatie, namelijk over de laatste 15 jaar. Het gemiddelde saldo over de laatste 15 jaar is + 42, dat betekent dat er zich gemiddeld 42 personen meer vestigden dan er vertrokken uit Almelo. Op basis van dit saldo, verbijzonderd per leeftijdsgroep (iedere groep heeft andere gemiddelde huisvestingswensen), is de trendprognose samengesteld. De Primosprognose (2011) In de Marsroutes 1 en 2 heeft de Primos-prognose van ABF-research centraal gestaan. Zowel de provinciale als rijksoverheid gebruiken deze. Op basis van deze prognoses worden ook afspraken gemaakt over onder meer de verstedelijkingsopgave en wordt gebruikt ter onderbouwing voor bijvoorbeeld van bestemmingsplannen en andere afspraken inzake de stedelijke ontwikkeling. De Primosprognose is gebaseerd op trendmatige demografische ontwikkelingen, maar bevat ook de (regionale) afspraken over de woningbouw in de komende jaren. Welke nadruk dit in de prognose heeft, 17
is niet bekend gemaakt tot nu toe. Wel is door het verantwoordelijke bureau ABF research toegegeven dat de onzekerheidsmarge in de uitkomsten aanzienlijk is. CBS prognose De CBS prognose is een variant op de voorgaande modellen en wordt meegenomen in deze analyse vanwege de gezaghebbendheid van het instituut en haar publicaties waardoor deze cijfers in principe goed zijn te gebruiken ter onderbouwing van beleid. De voorspelling van de bevolking gebeurt in dit model met behulp van de zogeheten cohortcomponentenmethode, een bepaling van geboorte, sterfte en migratie per leeftijdsgroep (cohort) In dit model wordt de bevolking uitgesplitst naar geslachst, leeftijd, herkomst, en huishoudenspositie (kind, alleenstaand, samenwonend, eenouder). Om het aantal en het type huishoudens te kunnen voorspellen, worden overgangen tussen huishoudensposities bepaald (bijvoorbeeld kinderen die het ouderlijk huis verlaten of alleenstaanden die gaan samenwonen). Daarnaast worden veronderstellingen over de ontwikkeling van de woningvoorraad meegenomen. Uitkomst scenario´s in relatie tot fasering Jaarrekening 2011 De resultaten van de jaarrekening zijn het startpunt voor de bovenstaande scenario´s, maar ook de vergelijkingsbasis waaraan de uit te werken scenario’s kunnen worden gespiegeld. Hierdoor worden de verschillen zichtbaar en kunnen van daaruit de financiële consequenties worden doorberekend. De fasering van het Jaarrekening 2011 scenario is in onderstaande tabel weergegeven in de blauwe staven per jaar. In de onderstaande grafiek zijn drie behoefteprognoses weergegeven ten opzichte van de huidige uitgifteprognoses uitgezet. De nulprognose is niet weergegeven om de tabel leesbaar te houden. Deze wijkt slechts in geringe mate in negatieve zin af van de trendprognose (parallelle lijn net daaronder), behalve dat deze behoefteprognose iets minder woningen (ca. 15) per willekeurig jaar kent. Mede omdat de meest recente bevolkingsgegevens wijzen op een aanzienlijk groter dan voorspeld migratieoverschot, lijkt een uitgangspositie van een neutraal migratiesaldo een te conservatief beeld te schetsen.
450 400 350 300 250 200 150 100 50 2043
2042
2041
2040
2039
2038
2037
2036
2035
2034
2033
2032
2031
2030
2029
2028
2027
2026
2025
2024
2023
2022
2021
2020
2019
2018
2017
2016
2015
2014
2013
-50
2012
-
-100 grex totaal
Trendprognose
Primos
CBS
In de onderstaande tabel is de opgetelde kwantitatieve behoefte vanaf 1 januari 2012 van de netto toevoeging weergegeven. Van de totale behoefte is het aanbod in de overige lopende grondexploitaties 18
(1.750 woningen) afgetrokken. Hierdoor moeten de projecten Waterrijk en Leemslagen (W + L) voorzien in de resterende / ontbrekende behoefte. Deze varieert van 450 tot 2.500 woningen in 15 tot 30 jaar tijd. Ten opzichte van het huidige bouwprogramma (ruim 3.100 woningen) van Waterrijk en Leemslagen moeten deze 2 projecten tezamen derhalve circa 600 tot 2.650 woningen inleveren. Scenario
Behoefte
Overige exploitaties
Waterrijk en Leemslagen
Sanering
Jaarrekening 2011
4.850
1.750
3.100
0
Nul
2.200
1.750
450
2.650
Trend
2.650
1.750
900
2.200
Primos
4.250
1.750
2.500
600
CBS
3.750
1.750
2.000
1.100
Het aanbod van circa 1,750 woningen in de overige projecten zit met name in: Indieterrein 620 woningen (particulier) Almelo NO 400 woningen (gemeente)
-
Weggeler 190 woningen (gemeente/particulier)
-
Nijrees noord 170 woningen (gemeente/particulier) Kollenveld 80 woningen (particulier)
-
Nijrees midden 60 woningen (particulier) Hagendoornschool 60 woningen (gemeente) Rhijnbeek 50 woningen (gemeente)
-
Chiel Dethmersstraat 44 woningen (gemeente/particulier)
-
Voormalige Rembrandthal 35 woningen (gemeente) Kerkhofsweg 16 woningen (gemeente)
Vooralsnog worden alleen de Trend- en de Primosprognose verder uitgewerkt en terugvertaald naar de projecten. Hierbij is van belang dat de beschreven scenario’s in grote lijnen ongeveer de zelfde bevolkingsontwikkeling beschrijven. De CBS prognose laat op dit moment reeds een forse afwijking zien van de werkelijkheid. In die zin lijkt dat model op dit moment minder betrouwbaar dan de andere drie. Ook is de nul variant niet verder uitgewerkt omdat deze uitgaat van een migratiesaldo van nul. Gezien migratiecijfers uit het verleden (zie ook de Trendprognose) is dit geen waarschijnlijke aanname. Kijkend naar logische plangrenzen, financiële haalbaarheid en bestuurlijke afspraken zou een derde en vierde scenario tussen Trend en Primos uitgewerkt kunnen worden: Trendplus Omdat de provincie bij het totstandkomingsproces van het bestemmingsplan Waterrijk heeft aangegeven in elk geval een behoefte van ongeveer 1.100 woningen als reëel en voldoende onderbouwd te beschouwen, nemen we dat uitgangspunt mee in de formulering van een Trendplusvariant. In plaats van 2.650 woningen komt de totale opgave in die variant op 3.000. Vertaald naar de nog vorm te geven wijken Waterrijk en Leemslagen, biedt deze variant net iets meer ‘body’ ten opzichte van Trend om de noodzakelijke minimum omvang van deze wijken te maken vanuit stedenbouwkundig en financieel perspectief.
19
Mediaanvariant De Trend en de Primos zijn ontwikkeld op basis van de demografische ontwikkelingen. Zij geven een bandbreedte van 2.650 tot 4.250 woningen. Met deze bandbreedte in gedachte heeft het college een vierde variant ontwikkeld. Bij deze variant wordt gekeken naar het grondbezit van de gemeente Almelo en wat een logische plangrens zou kunnen zijn bij het gebied Waterrijk, oftewel een natuurlijke stedenbouwkundige knip. Deze zogenaamde Mediaanvariant maakt het globaal mogelijk om een gebied tot aan de Westermaatweg te ontwikkelen en het ten noorden daarvan gelegen gebied te herbestemmen (transitie). Hierdoor is het noodzakelijk om circa 140 hectare uit exploitatie te nemen. Op de resterende grond is het mogelijk circa 1.600 woningen te realiseren. Hierbij gaat deze variant uit van een behoefte van 3.500 woningen. Dit is ongeveer de mediaan van de Trend- en de Primosscenario’s. Scenario
Behoefte
Overige
Waterrijk en
exploitaties
Leemslagen
Sanering
Jaarrekening 2011
4.850
1.750
3.100
0
Trend
2.650
1.750
900
2.200
Trendplus
3.000
1.750
1.250
1.850
Mediaanvariant
3.500
1.750
1.750
1.350
Primos
4.250
1.750
2.500
600
Uitgangspunt bij alle uitwerkingen is dat de latent aanwezige demografische behoefte in de eerste jaren, die door de economische recessie niet tot afname van bouwgrond leidt, op een later moment alsnog in uitgifte resulteert.
faseringen diverse prognoses 300 250 200 150 100 50 Trend
Trendplus
Mediaan
Primos
Vertaling naar Waterrijk en Leemslagen In deze scenarioverkenning is als uitgangspunt gehanteerd dat de bouwprogramma’s van de overige grondexploitaties niet (substantieel) wijzigen. Bij alle behoefteprognoses/scenario’s is de totale behoefte namelijk groter dan het opgetelde aanbod vanuit deze projecten. De projecten Leemslagen en/of Waterrijk gaan vanuit die optiek in de resterende behoefte voorzien en zijn wat dat betreft bepalend voor het uiteindelijke rekenresultaat. Expliciet dient te worden benadrukt dat Waterrijk in een aangepaste opzet, waarbij de nadruk ligt op het beperken van de verliezen en het reageren op een veranderde vraag, een andere wijk gaat worden dan oorspronkelijk is voorzien. Om kosten te reduceren en opbrengsten te verhogen is het noodzakelijk
20
de hoeveelheid uitgeefbare grond te vergroten. Dat brengt met zich mee een andere stedenbouwkundige opzet met hogere woningdichtheden per hectare en ook minder wateroppervlak. Omdat we uit blijven gaan van een vrij hoog woningsegment in Waterrijk betekent dit een verandering in het bestemmingsplan. Wel wordt er nog steeds uitgegaan van een onderscheidend woonmilieu. In het voortraject op de scenarioanalyse is de vraag gesteld of niet toch een aantal andere exploitaties zou kunnen worden aangepast ten faveure van Waterrijk. Het antwoord hierop is dat dat weliswaar in beperkte mate mogelijk is, maar dat zaken als stedenbouwkundige urgentie, afspraken met derden belanghebbenden, hoge boekwaarden voor de langer lopende (binnenstedelijke) exploitaties en verstedelijkingsafspraken die keuze grotendeels bemoeilijken. Hier en daar is wel wat verschuiving mogelijk, maar dat heeft slechts een marginaal effect op het totale beeld. Mocht het zo zijn dat toch ook binnen de particuliere exploitaties gaat worden gesaneerd (en dat zou niet helemaal onlogisch zijn, want ontwikkelaars kennen het zelfde probleem als de gemeente), dan kan dat een plus betekenen voor Waterrijk en Leemslagen. Vooralsnog gaan we hier niet vanuit. De sleutel ligt hoe dan ook bij Waterrijk en Leemslagen. Onderstaande tabel geeft aan wat de consequenties zijn van de scenario’s in de zin van uitgeefbare grond versus het reeds in gemeentebezit zijnde areaal. Het verschil tussen deze twee parameters is de grond die niet meer ontwikkeld wordt en derhalve uit exploitatie moet worden genomen. Hectares Totaal verworven In exploitatie Uit exploitatie
Trend
Trend+
Mediaan
Primos
240
240
240
240
38
61
102
126
202
179
138
114
Financieel In het hiernavolgende overzicht worden de maatgevende financiële consequenties geschetst van het kiezen voor een behoeftescenario als basis voor de grondexploitaties. Niet genoeg kan worden benadrukt dat de in de tabel genoemde bedragen van indicatieve aard zijn omdat ze bepaald zijn op basis van kengetallen voor de betreffende grondexploitaties. Veranderen deze getallen, dan verandert ook het resultaat. Als wordt besloten het project Leemslagen (vooralsnog) niet te ontwikkelen, dan moet er ruim 5 miljoen euro extra afgewaardeerd worden op de gedane investeringen in dit project. Met het dan kunnen toevoegen van circa 150 woningen aan het plan Waterrijk kan deze extra afwaardering financieel niet gecompenseerd worden. Anders gezegd, aan het stopzetten van Leemslagen hangt een prijskaartje. Tevens is het de vraag of het plan Waterrijk voor alle potentiële belangstellenden voor Leemslagen een gewenst / acceptabel alternatief is. De INBO rapportage geeft juist aan dat de gemeente moet voorzien in de vraag naar bijzondere woonkwaliteiten. Leemslagen is bij uitstek een gebied dat zich kan onderscheiden op dat vlak. Onderstaande tabel geeft een beeld van de directe financiële betekenis van de uitgewerkte scenario’s voor de exploitatie van Waterrijk. Het uit exploitatie nemen van een deel van de in gemeentebezit zijnde gronden betekent een directe afwaardering van het betreffende deel van boekwaarde naar balanswaarde. Deze is gedefinieerd als de waarde van de grond op basis van agrarische bestemming (6,50 euro per m2). De gemiddelde huidige boekwaarde is ongeveer 30 euro per m2.
21
Bedragen x 1,0 miljoen
Trend
Trend+
Mediaan
Primos
Afwaardering
59
51
37
28
Vrijgevallen voorziening
12
12
12
12
Afronding Benodigde extra voorziening
2
1
-
1
45
40
25
15
In het Trendscenario betekent dit een extra voorziening ter grootte van 45 miljoen euro. Trendplus betekent een te nemen voorziening van 40 miljoen euro en op basis van de Primosprognoses dient een extra voorziening te worden getroffen van 15 of 27 miljoen euro. Dit is afhankelijk van de te kiezen subvariant. Omdat bij oostelijke of westelijke invulling van Waterrijk (waarbij je compacter aan de stad bouwt) meer grond van derden nodig is dan in de noordelijke variant , levert dit vanwege de verwervingskosten een bijkomend extra verlies op van ca. 12 miljoen euro. Het Mediaanscenario maakt het noodzakelijk om een voorziening ter grootte van 25 miljoen euro te treffen. Gevoeligheidsanalyse Met deze gevoeligheidsanalyse laten we zien wat het betekent als de aannames, waarvan de berekeningen uitgaan zich anders ontwikkelen dan gedacht Transitie Waterrijk De transitiestrategie voor (delen van) Waterrijk is een mogelijk middel om de opbrengst te verhogen van te herwaarderen grond die uit exploitatie wordt genomen. In plaats van agrarische bestemming kan de grond dan een alternatieve bestemming krijgen. Dit alternatief zou een hogere grondwaarde opleveren dan die voor agrarisch gebruik. In financieel opzicht kan hier nog niet op geanticipeerd worden. Woningtypen Per scenario is het totale aantal woningen bepaald. Daarbinnen is een bepaalde kwalitatieve onderverdeling in woningtypen aangehouden op basis waarvan de financiële consequenties van de diverse scenario’s zijn berekend. Indien de onderlinge verhouding in woningtypen wordt gewijzigd, verandert het financieel resultaat. -
Omzetting van rijenwoning vrije sector naar sociale woningbouw heeft een negatief financieel effect van ongeveer 15.000 euro per woning Verschuiving van kavels 500 m2 naar 250 m2 per woning heeft een netto negatief effect 20.000 per woning
Economische crisis Een ontwikkeling waarbij de crisis in verhevigde mate voortduurt en de komende vier jaar (2012-2015) bijvoorbeeld maar 40 woningen per jaar worden gerealiseerd betekent een verminderde uitgifte van in totaal 350 woningen. In principe betekent dit opbrengstderving van 30 miljoen euro. Besparing op bouw- en woonrijp maken levert ca. 15 miljoen euro op hetgeen resulteert in een netto verlies van globaal 15 miljoen euro. Een inhaalslag gedurende tien jaren (35 extra woningen per jaar) levert een beperking van het verlies op tot ca 8 á 10 miljoen euro. Aanpassing grondprijzen (per m2) Bij de vraag hoe reëel de huidige grondprijzen zijn en welke prijsontwikkeling verwacht kan worden moet onderscheid gemaakt worden tussen de korte termijn (komende 2-3 jaar) en de lange termijn (komende 20 jaar). 22
Grondprijzen lange termijn Op basis van de huidige verhouding tussen de grondprijzen en de kostprijs van bouwrijpe grond en de grondprijsontwikkelingen in relatie tot de kostprijsontwikkelingen in de afgelopen decennia, kan geconcludeerd worden dat de huidige grondprijzen (op lange termijn bezien) niet te hoog zijn. Dat wordt namelijk wel eens beweerd door met name de kopers van de bouwgrond en diegenen die belang hebben bij lagere grondprijzen. De huidige grondprijzen liggen onder de gemiddelde kostprijs van bouwrijpe grond. In een vrije markt blijft een dergelijk verschil niet lang bestaan. Als op een of ander mannier de kostprijs niet daalt (bij voorbeeld door subsidies) dan zullen de verkoopprijzen idealiter gaan stijgen tot minimaal het niveau van de gemiddelde kostprijs en meestal tot iets daar boven (is winstmarge). Vanwege de lange looptijd van de grondexploitaties is de meest gerede aanname de prijsontwikkeling van de opbrengsten te relateren aan de kostprijsontwikkeling van bouwgrond conform de prijsontwikkelingen in de laatste 60 jaar. Derhalve wordt voor de opbrengstenstijging de zelfde parameter gehanteerd als voor de kostenstijging. Anders gezegd, het is niet reëel voor de lange termijn uit te gaan van een structureel hogere kostenstijging dan opbrengstenstijging. In dat geval zou de productie van bouwgrond steeds onrendabeler worden c.q. steeds verliesgevender worden. Voorbeelden: Nu uitgaan van 20 jaar lang gemiddeld 1% hogere kostenstijging dan opbrengstenstijging (respectievelijk 2,5% en 1,5%), heeft een negatief effect op de lopende grondexploitaties van de Jaarrekening 2011 van circa 35 miljoen euro op netto contante waarde (NCW). Het effect van deze 1% structureel hogere kostenstijging levert de volgende verschillen op boven op de effecten door verkleining van het plangebied: Trendprognose: ongeveer 20 miljoen euro -
Trend+ variant: ongeveer 23 miljoen euro Mediaanvariant: ongeveer 25 miljoen euro Primosprognose: ongeveer 30 miljoen euro.
Uitgaan van een lange termijn prijsstijging van 2% in plaats van 2,5% per jaar (zowel kosten als opbrengsten) heeft een effect van 12 miljoen euro op de grondexploitaties van de jaarrekening 2011. Het effect op de scenario’s is boven op de effecten ten gevolge van verkleining van het plangebied bij: Trendprognose: ongeveer 7 miljoen euro Trend+ variant: ongeveer miljoen euro -
Mediaan variant: ongeveer 9 miljoen euro Primosprognose: ongeveer 10 miljoen euro
Grondprijzen korte termijn Als gemeenten/bouwgrondaanbieders besluiten tijdelijk de gronduitgifteprijzen te verlagen dan heeft dat een negatief effect op de grondexploitatiebegrotingen. Om een voorbeeld te geven: bij 3 jaar lang een tijdelijke grondprijsverlaging van 10% waarna de prijzen weer op het normale / huidige prijsniveau komen, heeft een effect van circa 6 miljoen op netto contante waarde (NCW). Betekenis Transitiestrategie voor de herwaardering van grond in Waterrijk Vooralsnog worden de uit exploitatie te halen gronden gewaardeerd op agrarische bestemming. Mocht in een latere fase de uit transitiestrategie blijken dat er herbestemming mogelijk is die een hogere grondwaarde met zich meebrengt, dan kan deze waardering naar boven worden bijgesteld.
23
Voorstel college Het college heeft een afweging gemaakt tussen de hierboven gepresenteerde varianten. In de afweging zijn meegenomen de stedenbouwkundige en ruimtelijke consequenties, maar vooral ook: wat zijn aanvaardbare risico’s afgewogen tegen de financiële consequenties van een scenariokeuze. Het gaat daarbij om de volgende afweging: Hogere woningbouwaantallen leiden tot een verhoogd afzetrisico, maar vragen nu om een minder hoge voorziening (dus minder bezuinigingen en heroverweging van reserves en -
projecten) Lage woningbouwaantallen leiden tot een laag afzetrisico, maar vraagt gelijk om een hoge voorziening (wat betekent vergaande bezuinigingen en verschraling van reserves en
projecten) Op basis van deze afweging kiest het college voor de mediaanvariant. Deze variant vindt het midden tussen de uiterste scenario´s en vraagt om een voorziening van 25 miljoen euro. In verband met de aanhoudende economische crisis, kiest het college ervoor om de de uitgifteprognoses voor de komende vier jaar met nog eens 127 woningen verder naar beneden bij te stellen dan bij de jaarrekening al is gedaan. Daarmee wordt het risico op tegenvallende verkopen op de koprte termijn (komende vier jaar) verder verkleind. De bijgestelde aantallen hieronder zijn gebaseerd op reële verwachtingen over de lopende grondexploitaties. Hiervoor is een extra voorziening nodig van 1 miljoen euro. 2012
2013
2014
2015
Jaarrekening 2011
87
108
137
197
Voorjaarsnota 2012
77
65
97
163
Aantal woningen
In de woonvisie staat aangegeven dat er in Almelo voldoende sociale woningbouw is om nu en in de toekomst aan de vraag te voldoen. Het college stelt daarom voor om geen sociale woningbouw toe te voegen in de uitleglocaties.
24
3.2 Bedrijventerreinen Voorstel -
Wat betreft de bedrijventerreinen te kiezen voor scenario 2 waarbij Buitenhaven West en
-
Aadijk Noord worden toegevoegd aan de strategische voorraad Uit te gaan van 4 hectare per jaar voor de komende 15 jaar en daarvoor een extra voorziening te treffen van 8 miljoen euro
Achtergrond Ook voor de bedrijventerreinen zijn de afgelopen jaren maatregelen genomen om te anticiperen op economische ontwikkelingen. De jaarlijkse afzet van bedrijventerreinen is naar beneden bijgesteld. Ook naar aanleiding van de boardletter heeft er bij de jaarrekening een bijstelling plaatsgevonden. Bedrijventerrein Ha per jaar Periode Masterplan
11
11 jaar
Marsroute 1
8
15 jaar
Marsroute 2
5,5
22 jaar
Jaarrekening
5
24 jaar
Op dit moment wordt er in de Netwerkstad uitgegaan van Transatlantic Market. Dit model komt van het Centraal Planbureau. Eén en ander heeft geresulteerd in een behoefteraming voor onze gemeente tot 2020 van 80 hectare. In Netwerkstad-verband is al wel de nuancering aangebracht om eerst de voorraad aan harde plannen te benutten tot 2020. Wij hebben momenteel 66 hectare aan harde plannen oftewel voorraad lokaal bedrijventerrein. De totale harde voorraad in de netwerkstad is vooralsnog voldoende tot 2020, inclusief XL Businesspark. De zachte plannen (nog geen vastgesteld bestemmingsplan) in Almelo zijn vooralsnog een deel van Aadijk Noord en geheel Buitenhaven West. Door de accountant is in de managementletter net als voor woningbouw, aandacht besteed aan de huidige realiteit van de planning aan bedrijventerreinen. Hoewel aangegeven wordt dat de planning en de daarachter liggende raming voldoende onderbouwd is, wordt toch gevraagd de mogelijkheid van een alternatief scenario onder ogen te zien. Formulering van scenario’s Voor bedrijventerreinen is er gekeken naar de uitgiftecijfers sinds 1993. Op basis van deze cijfers is er een trendlijn voor de komende jaren bepaald. In deze trendlijn is rekening gehouden met de huidige crisis. Het resultaat (ex XL Businesspark) is als volgt:
25
28 26 24 22 20 18 16 14 12 10 8 6 4 2 0
19 9 19 3 9 19 4 9 19 5 9 19 6 9 19 7 9 19 8 9 20 9 0 20 0 0 20 1 0 20 2 0 20 3 0 20 4 0 20 5 0 20 6 07 20 0 20 8 0 20 9 1 20 0 1 20 1 1 20 2 1 20 3 1 20 4 1 20 5 1 20 6 1 20 7 1 20 8 1 20 9 20
y = -3,602Ln(x) + 14,68
Totale uitgifte in ha
Logaritmisch (Totale uitgifte in ha)
De uitgifte laat, mede door een gebrek aan aanbod, een grillig verloop zien. Op basis van deze grillige lijn is een trendlijn berekend (zie hierboven in de diagram de gelijkmatige trendlijn). Deze laat een dalende trend laat zien. Daaruit is te zien dat rond 2020 de daling zich stabiliseert. In het verloop zit een gedeelte economische crisis verwerkt. Buiten deze bijzonderheid was de tendens overigens al dalend. De gemiddelde jaarlijkse uitgifte komt daarmee op 2,8 hectare per jaar. Volgens Marsroute 2 ligt dit op ongeveer 5,5 hectare per jaar. Wanneer de trendlijn wordt aangehouden, dan vraagt dat om een reductie in de jaarlijks uit te geven oppervlakten van 5 hectare naar ongeveer 2,8 hectare per jaar. Hierdoor vallen Buitenhaven West en Aadijk Noord over de rand. Zij zijn in dit scenario niet meer nodig om in de behoefte van de komende tijd te voorzien. Daarnaast dient het uitgiftetempo van andere in exploitatie zijnde terreinen enigszins te worden uitgefaseerd. Te treffen voorziening is ongeveer 8 miljoen euro voor de betreffende terreinen en 1 a 2 miljoen euro voor uitfasering van de andere in exploitatie zijnde bedrijventerreinen. Het is goed om aan te tekenen dat er een sprake is van een grote onzekerheidsmarge in de bovenstaande berekening. Zoals in bovenstaande diagram zichtbaar is er de afgelopen 20 jaar sprake van sterke fluctuaties als het gaat om de uitgifte van bedrijventerreinen. Bovenstaand trendlijn van 2,8 hectare per jaar is gebaseerd op een statistische berekening. Het is daarnaast ook mogelijk om scenario’s te ontwikkelen op basis van de bestaande plannen en ruimtelijke consequenties. Er is daarbij vooral gekeken naar de zogenaamde zachte voorraad, oftewel voorraad zonder vastgesteld bestemmingsplan. Voor Almelo zijn dit Buitenhaven West en Aadijk Noord. De volgende uitgangspunten zijn gehanteerd: - In exploitatie genomen gronden (=lopende grondexploitaties) hebben in beginsel een looptijd -
van maximaal 20 jaar en het liefst niet langer dan 10 à 15 jaar (dit is de landelijke tendens) Een grondexploitatie waarvan start uitgifte nog meer dan 10 jaar op zich laat wachten, wordt nog niet in exploitatie genomen of uit exploitatie gehaald.
26
Dit heeft de volgende consequenties: - Buitenhaven West: Op basis van deze uitgangspunten is het niet langer reëel het project Buitenhaven West in
-
exploitatie te houden omdat start uitgifte geprognosticeerd is in 2028, waarbij de overige projecten tot die tijd tezamen 5 hectare per jaar uitgeven Aadijk Noord: Alleen bij een afzetprognose van 5 ha per jaar is het verdedigbaar de grondexploitatie van Aadijk Noord in exploitatie te houden, want exclusief Buitenhaven West en Aadijk Noord bevatten de lopende grondexploitaties nog circa 60 hectare uit te geven bouwgrond voor bedrijven. Ook bij dat scenario hoeft Aadijk Noord de eerst komende 12 jaar niet in de behoefte te voorzien
Dit leidt tot de volgende uitwerking van de scenario’s: Scenario’s
Uitgeefbaar totaal
JR 2011 Scenario 1 Trendlijn
Looptijd
Bijstellingen
per jaar
118 ha
5 ha
24 jaar
60 ha
2,8 ha
21 jaar
Buitenhaven West Aadijk Noord
2 mln 5 mln
Uitfasering overige grex + overige kosten 3 mln Totaal 10 mln op NCW Scenario 2
Scenario 3
60 ha
90 ha
4 ha
5 ha
15 jaar
18 jaar
Buitenhaven West Aadijk Noord Uitfasering overige grex + overige kosten
2 mln 5 mln 1 mln
Totaal
8 mln op NCW
Buitenhaven West Totaal
2 mln 2 mln op NCW
Voorstel Het voorstel is om te kiezen voor scenario 2. Het college acht een uitgifte van gemiddeld 4 hectare per jaar voor de komende 15 jaar realistisch. Omdat Buitenhaven West en Aadijk Noord pas over ruim tien jaar tot uitgifte komen stelt het college voor om deze op te nemen in de strategische voorraad. Het voorstel is dan ook hiervoor maatregelen te treffen.
27
28
4. Soweco Voorstel Ter dekking van het exploitatietekort Soweco voor 2013 1,5 miljoen euro, 2014 1,6 miljoen euro, 2015 1,4 miljoen euro en 2016 1,1 miljoen euro beschikbaar te stellen Op 24 april 2012 heeft de raad gesproken over de toekomst van de uitvoering sociale werkvoorziening. In het raadsvoorstel (1200154) stonden drie scenario´s centraal. In het kort kwamen deze scenario´s op het volgende neer: - In het eerste scenario wordt de huidige uitvoering voortgezet. Een alternatieve binnen dit scenario -
is het beperken van de huidige uitvoering tot beschut werken. Het tweede scenario gaat uit van verschillende aanpassingen in de uitvoering (o.a. personeel en gebouwen) van de huidige opzet. Aanvullend kunnen extra gemeentelijke opdrachten bij Soweco,
-
bijvoorbeeld de uitvoering van de AWBZ en de WwnV worden neergelegd. In het derde scenario gaan Wsw geïndiceerden – indien mogelijk – aan de slag bij reguliere werkgevers en richt de sociale werkvoorziening zich op de meest kwetsbare groep arbeidsgehandicapten met een Wsw indicatie.
Het was nodig te kiezen uit deze scenario´s om de aanvraag voor de transitiegelden in te dienen. De raad – na amendering van het raadsvoorstel – een aantal besluiten: - De raad koos om de uitvoering van de Wsw voort te zetten in samenwerking met de gemeenten -
-
Tubbergen, Twenterand en Wierden. Daarnaast bepaalde de raad voor de ontwikkeling van Soweco de volgende twee uitgangspunten, namelijk dat Wsw geïndiceerden - indien mogelijk - aan de slag gaan bij reguliere werkgevers en dat de sociale werkvoorziening zich richt op de meest kwetsbare groep arbeidsgehandicapten met een Wsw indicatie (derde scenario). De raad stemde in met het opgestelde herstructureringsplan, ervan uitgaande dat het plan op een later tijdsip kan worden gepreciseerd. En de raad heeft het college gevraagd om de uitwerking van deze keus samen met Soweco – directie en raad van commissarissen – op te pakken.
De scenariokeus heeft gevolgen voor de omvang van het exploitatietekort. De door de raad vastgestelde uitgangspunten leiden voor gemeente Almelo tot het volgende tekort: 2013 1.503.000 euro 2014 1.590.000 euro 2015 1.428.000 euro 2016 1.146.000 euro De berekening van het exploitatietekort is voor de val van het Kabinet uitgevoerd. Het stabiliteitsprogramma (wandelgangenakkoord) dat na de val is opgesteld verlicht de bezuinigingen op de WSW voor het jaar 2013. Het is echter nog niet duidelijk wat dit exact betekent voor gemeente Almelo. Bij de begroting is dit wel bekend en zal het bedrag hierop worden aangepast. Met deze incidentele meevaller daalt mogelijk het exploitatietekort, maar blijft er nog steeds een tekort van circa 4 miljoen euro. En het meerjarig perspectief blijft onverminderd zorgwekkend.
29
30
5. Binnenstad Voorstel -
-
Wat betreft de binnenstad 5 miljoen euro te reserveren voor de realisatie van de eerste fase en in overleg te gaan met de provincie Overijssel over de inzet van 5 miljoen euro die beschikbaar is gesteld voor de realisatie van de Waterboulevard De uitvoering van de waterboulevard daarmee te faseren, maar wel de verplichting aan te gaan om deze op termijn volgens het huidige plan volledig te realiseren op basis van een te sluiten convenant met de provincie
Wat vooraf ging Op 25 januari 2011 heeft de raad het stedenbouwkundig kaderplan Op zoek naar een haalbaar binnenstadsplan vastgesteld (2010/38845). Daarbij heeft de raad besloten om 9,2 miljoen euro te onttrekken uit de reserve grondbedrijf, ter dekking van de projecten Waterboulevard eerste fase (tot aan Kreta) en Verbindende pleinen (voor in totaal 18,4 miljoen euro). Inmiddels is, in lijn met de afspraken met de Provincie Overijssel, gestart met de reconstructie van het Waagplein. Vóór 1juli 2012 wordt gestart met de uitvoering van de toegangsweg tot de P&R garage. Het project de Verbindende Pleinen wordt dit jaar afgerond. In het stedenbouwkundig kaderplan wordt de ambitie geformuleerd om het winkelrondje te versterken en het bevaarbare kanaal (vanaf Kreta) door te trekken, tot in het centrum. In het raadsvoorstel van 25 januari 2011 werd toegelicht dat, om deze ambities te realiseren, rekening moet worden gehouden met een tekort van circa 30 tot 40 miljoen euro, op netto contante waarde. Dit omdat er panden moeten worden gesloopt (kapitaalvernietiging), om deze ambities waar te maken. In samenspraak met de strategische partners zijn optimalisaties doorgevoerd en is het tekort teruggebracht tot circa 30 miljoen euro, netto contant per 1-1-2012. In principe wordt voor elke woning die wordt gerealiseerd, er één woning gesloopt. Het is mogelijk dat stedenbouwkundig gezien het nodig is dat een aantal woningen wordt toegevoegd. Om een zo hoog mogelijke beleggingswaarde te realiseren (waardoor marktpartijen meer kunnen bijgedragen aan de openbare ruimte) is advies ingewonnen bij retaildeskundigen. Hierdoor is er een, in de visie van beleggers, ‘investeringswaardig’ plan tot stand gekomen, waarbij winkelfuncties in een zogenaamd ‘compact looprondje’ zijn gesitueerd. Een belangrijk deel van de huidige leegstand, dat wordt veroorzaakt doordat winkels op de verkeerde locatie liggen, wordt met het binnenstadsplan weggenomen. De gemeenteraad heeft op 22 november 2011 (2011/25342) de stedenbouwkundige visie van de vernieuwde binnenstad, Almelo vaart er wel bij, vastgesteld en kennis genomen van de bij het plan behorende financiële verkenning. In deze financiële verkenning, die sluit op een tekort van 30 miljoen euro, netto contant per 1-1-2012, is rekening gehouden met marktconforme bijdragen van marktpartijen en subsisdies voor afronding van de waterboulevard (haven). Door zowel de provincie Overijssel als de bij de pilot binnenstedelijke transformatie betrokken adviesbureaus (Metrum en Royal Haskoning) is geconcludeerd dat ´de opzet en uitgangspunten van de financiële verkenning, in dit stadium van de planontwikkeling reëel is´.
31
Het verschil maken: een nieuwe rolverdeling tussen partijen De overheid zal zich faciliterend opstellen en zich beperken tot de realisatie van de openbare ruimte en tot haar publieke (wettelijke) taken, terwijl de (her)ontwikkeling van vastgoed wordt overgelaten aan marktpartijen. Risico’s komen zoveel mogelijk ten laste van marktpartijen, terwijl de overheid de condities schept voor (her)ontwikkeling. Opdeling van het plan in fasen Het blijkt op korte termijn niet mogelijk om in dekking te voorzien voor het volledige tekort. In plaats van planaanpassingen, maken wij een bewuste keuze om geen concessies te doen aan de kwaliteit. De door uw raad vastgestelde stedenbouwkundige visie blijft het uitgangspunt. De oplossing voor de financiële opgave wordt gevonden in fasering. Door grote investeringen uit te stellen, ontstaat tijd om te sparen en investeringsruimte om op voortvarende wijze de eerste fase van de transformatie van de binnenstad te realiseren. Wij willen sparen voor structuurversterkende maatregelen en in dit kader ook een rentedragend centrumspaarfonds instellen, waardoor (op termijn) de kans op een succesvol beroep op Europese subsidies wordt vergroot. Deze aanpassingen kunnen wij niet doorvoeren binnen de huidige afspraken met de provincie Overijssel. Wij hebben u geïnformeerd dat wij in overleg zijn met de provincie Overijssel over een bijstelling van de kaders van de waterboulevard en de subsidievoorwaarden van de ImG beschikking. Wij stellen daarbij voor om voor de Waterboulevard tijdelijk uit te gaan van een beperktere projectscope, waarbij vooralsnog alleen de volgende werken worden gerealiseerd: -
Ontsluiting van de P&R garage De oevervoorziening stationsomgeving Bevaarbaar water voor het nieuw te bouwen stadhuis
-
Voorplein nieuwe stadhuis en fiets/loopbrug.
Dit betekent dat wordt uitgesteld: -
Brug Indië Brug Egbert Gorterstraat Afronding oever stationsgebied
-
Vervangen fiets-/loopbrug door ophaalbrug Doortrekken van kanaal met havenkom
Hierdoor kan een bedrag van circa 5 miljoen euro gemeentelijk geld vrijgespeeld worden. Wij stellen voor om dit bedrag te betrekken bij de afweging bij deze Voorjaarsnota; hetzelfde bedrag zal gestort worden in het centrumspaarfonds voor de realisatie van de eerste fase. Wij zijn in overleg met de provincie om een deel van de subsidie die wij hebben gekregen voor het realiseren van de waterboulevard (5 miljoen euro) in te zetten voor het realiseren van de eerste fase van het Binnenstadsplan. Als de provincie Overijssel daarmee instemt, komt er in totaal 10 miljoen euro beschikbaar, waarmee al in 2013 kan worden gestart met de transformatie van de binnenstad. De eerste fase Urban Interest heeft aangegeven dat zij haar vastgoedbezit binnen de stedenbouwkundige visie (de McDonalds, de locatie Scheer&Foppen en de oostzijde van het voormalige V&D gebouw) op korte termijn wil herontwikkelen. Het ligt dan ook voor hand om binnen het deelgebied ‘Haven Zuid’ (inclusief de Kloosterhofflat en onderliggende vleugel van de Havenpassage en C&A) te starten met de transformatie van de binnenstad.
32
Als uitvloeisel van de pilot binnenstedelijke transformatie is er overleg tot stand gekomen tussen Urban Interest en de bestaande contractpartners van de gemeente: woningcorporatie Beter Wonen, als eigenaar van de Kloosterhofflat, de Ontwikkelcombinatie Almelo 2010 (de bouwbedrijven Dura Vermeer & Kondor Wessels) en Syntrus Achmea Vastgoed. Ook woningstichting St. Joseph wordt hierbij betrokken. Urban Interest en Beter Wonen verkennen gezamenlijk de mogelijkheden om appartementen te realiseren binnen de leegstaande kantoorverdiepingen van de winkelgalerij (voormalige V&D) en de Ontwikkelcombinatie heeft aangegeven samen te willen werken met Urban Interest. Wij hebben partijen gevraagd om, binnen de wettelijke kaders op het gebied van aanbesteding en met inachtneming van de oorspronkelijke overeenkomst, tot een onderlinge taakverdeling te komen en gezamenlijk voorstellen te ontwikkelen voor een kwalitatief hoogwaardige eerste fase, die het draagvlak heeft van alle betrokkenen (waaronder Syntrus Achmea Vastgoed en Beter Wonen). Een belangrijke eis is dat deze eerste fase ‘no regret’ moet kunnen worden uitgevoerd. Dit houdt in dat de ontwikkeling ook een (stedenbouwkundige) verbetering moet inluiden, indien vervolgfasen (voorlopig) niet worden gerealiseerd. Voorwaarde is dat partijen voor het einde van het jaar onderling overeenstemming bereiken en zich bereid tonen om gezamenlijk een concessieovereenkomst aan te gaan. Een substantieel deel van het winkelrondje wordt gerealiseerd. Volgende fases Na afronding van de eerste fase kan het winkelrondje worden afgerond, door realisatie van deelgebied de Hagen. Het ligt in de lijn der verwachting dat ook de kosten van aanleg van de openbare ruimte (realisatie van ‘de verbinding’) vanuit de vastgoedontwikkeling kan worden gedekt. Inzet is dat partijen ook financieel bijdragen aan de havenkom, omdat daarmee de slagingskans van een beroep op landelijke en Europese subsidies wordt verhoogd. De waterboulevard is het sluitstuk van de vernieuwde binnenstad. Het betreft hier (o.a.) de realisatie van de (beweegbare) bruggen en de aanleg van de haven. Om de haven te kunnen realiseren moet het resterende te amoveren deel van winkelcentrum de Havenpassage (inclusief parkeervoorzieningen) en de kop van het appartementencomplex van St. Joseph worden gesloopt. De huidige Albert Heijn en de daarboven / daar onderliggende parkeervoorzieningen en de winkelschil aan de Klara Zetkinstraat worden gehandhaafd. De investeringssom wordt geraamd op in totaal circa 25 miljoen euro (prijspeil 1-1-2012). Wij kiezen in plaats van (ad hoc) planaanpassingen, bewust voor een lange termijn fasering. Wij stellen voor om de civieltechnische werken besteksklaar te maken, opdat na dekking, tot een spoedige aanbesteding kan worden overgegaan. Dit betekent dat er de komende jaren een grote financiële opgave bestaat om ervoor te zorgen dat de resterende middelen beschikbaar komen. De komende tijd zal gekeken worden naar de mogelijkheden om bedragen aan het spaarfonds toe te voegen. Het huidige perspectief tot en met 2016 laat op dit moment geen ruimte zien. Vanaf 2017 kan er gespaard worden of anders zo snel als mogelijk is. Afhankelijk van de exacte invulling en opzet van het spaarfonds, financiële mogelijkheden na 2016 en de te maken afspraken daarover met de provincie kan een definitieve datum worden vastgelegd waarop de volledige waterboulevard is gerealiseerd.
33
Wij constateren dat de provincie Overijssel en de Gemeente Almelo elkaar gevonden hebben op de gewenste ontwikkelingsrichting van de binnenstad. Deze heeft een vertaling gekregen in de door u vastgestelde stedenbouwkundige visie. Deze visie en de uitvoering van de projecten die daaruit volgen, staan wat ons betreft niet ter discussie. Het is echter ook duidelijk dat de financiële omstandigheden voor zorgen dat wij de plannen op dit moment niet volledig kunnen uitvoeren zoals voorgenomen. Omdat wij uit oogpunt van goed bestuur het van belang vinden dat anderen er van uit kunnen gaan dat gemaakte afspraken worden nagekomen, willen wij een bestuursconvenant afsluiten tussen gemeente en provincie, waarin partijen bestuurlijk de verplichting uitspreken dat de door de gemeenteraad vastgestelde stedenbouwkundige visie (inclusief waterboulevard) uiteindelijk volledig wordt afgerond. In dit convenant wordt ook geformuleerd, dat partijen samen subsidies zullen verwerven, waardoor eerder tot fysieke realisatie kan worden overgegaan, dan op dit moment wordt gepland. Als de provincie Overijssel niet akkoord gaat met het aanpassen van de afspraken dan lopen wij het risico dat Almelo de verkregen subsidie voor de realisatie van de waterboulevard moet terugbetalen. Wij hebben dit risico daarom ook opgenomen in de risicoparagraaf in deze Voorjaarnota.
34
6. De programma’s 6.1 Bestuurskracht en bestuurscultuur Bedragen x 1,0 miljoen
Incidenteel
Structureel 2015
2016
2,4
3
0,17
0,17
-0,19
-0,26
0,14
0,14
Sluiten geboorteloket ziekenhuis
0,02
0,02
Opzeggen huur skybox
0,06
0,06
Stelpost loon/prijscompensatie
3,11
3,86
Risicobuffer
0,32
0,33
Meerjarenperspectief
0,07
0,52
2,10
2,10
6.1.1 Knelpunten Aanvullende rijksbezuinigingen Frictiekosten bezuinigingen
1,58
Lagere winstuitkering BNG Verhoging ABP premie
1,00
Gemeentelijk belastingkantoor Twente
0,08
Leges en kosten publiekszaken Aanpassen organisatiestructuur
0,66
Verbeterprogramma
0,26
6.1.2 Bezuinigingen Stadhuis
4,1
6.1.3 Belastingsmaatregelen Belastingmaatregelen 6.1.4 Reserves Algemene reserve
9,2
Reserve opbrengst verkoop deelnemingen
1,9
Reserve bouwfondsaandelen
7,8
Reserve achtergestelde lening Vitens
2,7
Reserve toegangscontrolesysteem
0,1
Reserve knelpunten bedrijfsvoering
0,1
Reserve automatisering
3,0
Overlopende werken
1,3
Reserve grote investeringen
0,7
35
6.1.1 Knelpunten Aanvullende rijksbezuinigingen Voorstel Voor de aanvullende rijksbezuiniging uit te gaan van 0,3 miljoen euro in 2013 oplopend naar 3 miljoen euro structureel vanaf 2016 De macro-economische ontwikkelingen zijn in 2012 verder verslechterd, waardoor het kabinet zich genoodzaakt zag tot aanvullende bezuinigingen. Dit zal vanaf 2013 zijn weerslag hebben op de algemene uitkering en mogelijk doelsubsidies van het Rijk. De algemene uitkering is de belangrijkste inkomstenbron van de gemeente (circa 30%) en beweegt mee met de uitgavenontwikkeling van het Rijk. Door de val van het kabinet is op dit moment onduidelijk welke bezuinigingsmaatregelen worden doorgevoerd. Dat er nieuwe bezuinigingsmaatregelen getroffen worden is onvermijdelijk. De gevolgen voor onze gemeente zijn moeilijk in te schatten. Het college houdt in deze voorjaarsnota rekening met een aanvullende bezuinigingsopgave van ongeveer 3 miljoen euro als gevolg van rijksbezuinigingen. Frictiekosten bezuinigingen Voorstel Rekening te houden met frictiekosten ten gevolge van de bezuinigingen bij de voorjaarsnota 2011 en hiervoor 1,58 miljoen euro incidenteel te bestemmen De organisatie krimpt met ruim 100 fte / 4,8 miljoen euro. Het is belangrijk om de medewerkers die hierdoor boventallig worden zo snel mogelijk aan ander werk te helpen. Als dit niet lukt ontstaan er frictiekosten. Binnen het projectbudget HVM is geen geld beschikbaar om die frictiekosten of aanloopverliezen op te vangen. De voorziene ontwikkelingen vragen om een incidentele aanpassing bij de voorjaarsnota 2012 van de begroting 2012 en de jaarschijf 2013 in de meerjarenbegroting. Frictiekosten bij tijdelijke plaatsing medewerker In 2011 is een fors aantal medewerkers, van wie de functie als gevolg van bezuinigingen in de afgelopen jaren is geschrapt, via het Loopbaancentrum Almelo voorzien van tijdelijk werk. Bij een twintigtal medewerkers loopt deze oplossing in de loop van 2012 af. Op dit moment is onduidelijk of er in alle gevallen sprake zal zijn van continuering van werk op een van budget voorziene functie. Voor een enkele medewerker is intern geen geschikte functie beschikbaar. De frictiekosten 2012 voor deze groep medewerkers zijn berekend op 315.000 euro. Voor 2013 worden de frictiekosten geschat op 200.000 euro. Frictiekosten afscheid nemende medewerkers Zes medewerkers nemen in de loop van 2012 afscheid. Vooruitlopend hierop zijn de betreffende functies per 1 januari 2012 geschrapt. De salariskosten moeten echter nog wel deels betaald worden. Er is sprake van 135.000 euro aan frictiekosten waar geen budget voor is. Voor 2013 wordt ingeschat dat 100.000 euro nodig is om deze kosten van uitstromende werknemers op te vangen.
36
Besparingsverlies uit te werken bezuinigingen Van de geprognosticeerde te bezuinigen 38 fte per 1 januari 2012 zijn er inmiddels 25 ingevuld. De uitwerking binnen de deelprojecten organisatie ontwikkeling (2 fte) en zaakgericht werken, klantcontact centrum en deregulering (10 fte) heeft vertraging opgelopen. De bezuinigingen voor een totaalbedrag van 670.000 euro hadden per 1 januari 2012 moeten ingaan. Verwacht wordt dat beide taakstellingen in de loop van 2012 geëffectueerd worden. Het incidentele besparingsverlies wordt voor 2012 becijferd op 350.000 euro. Voor 2013 worden geen besparingsverliezen verwacht. Kosten WW Als eigen risicodrager WW hebben we te maken met oplopende WW uitgaven. Waar we in het verleden nauwelijks kosten hadden, worden we in 2012 geconfronteerd met uitgaven ter grootte van 280.000 euro. Voor 2013 wordt een bedrag groot 200.000 euro voorzien. Bedragen x 1.000
2012
2013
Frictiekosten bij tijdelijke plaatsing medewerker
315
200
Frictiekosten afscheid nemende medewerkers
135
100
Besparingsverlies uit te werken bezuinigingen
350
Kosten WW
280
200
1.080
500
Totaal Lagere winstuitkering Bank Nederlandse Gemeenten Voorstel
De halvering van de winstuitkering van de BNG te verwerken en hiervoor 0,17 miljoen euro te bestemmen De BNG is, als gevolg van de financiële crisis, gedwongen het eigen vermogen aan te vullen. Complicerende factor is dat de winst mogelijk negatief zal worden beïnvloed door de bankenbelasting die op stapel staat en die de BNG relatief fors zal treffen. Recent heeft de BNG aangekondigd de winstuitkering aan de aandeelhouders met de helft te verlagen. De bank heeft voorgesteld de dividenduitkering tot minimaal 2018 te halveren. Vanwege deze vele onzekerheden acht de bank het niet verantwoord een uitspraak te doen over de hoogte van de nettowinst 2012. Op dit moment wordt structureel rekening gehouden met een dividenduitkering van 345.000 euro. Een halvering heeft een nadelig effect van circa 170.000 euro. Verhoging ABP premie Voorstel De tijdelijke verhoging van de pensioenpremie te verwerken en hiervoor 1 miljoen euro incidenteel te bestemmen Bij de begroting 2011 en 2012 is rekening gehouden met een tijdelijke verhoging van de pensioenpremie van 1%-punt. Dit als gevolg van de hersteloperatie van het ABP. Omdat het hier ging om een hersteloperatie is deze verhoging incidenteel meegenomen. Omdat de dekkingsgraad van ABP nog onvoldoende is, zijn aanvullende maatregelen aangekondigd.
37
Een van de maatregelen om het herstel van de financiële positie van ABP te bevorderen is de verhoging van de tijdelijke opslag op de premie. ABP heeft besloten de premie-opslag in 2012 en 2013 van 1% naar 3% te verhogen. De premieverhoging wordt pas doorgevoerd op 1 april 2012, maar wel op een zodanige wijze dat de voor de twee kalenderjaren benodigde stijging van de premie in de resterende 21 maanden wordt gerealiseerd. 70% van deze premie wordt betaald door de werkgever, 30% is voor rekening van de werknemer. Een procent premie verhoging betekent voor de gemeente Almelo een extra werkgeverslast van 200.000 euro. De voorgestelde 2 % extra verhoging betekent dus een extra verhoging van de pensioenlast van 400.000 euro. Dit komt bovenop de 1 % tijdelijke verhoging. Bedragen x 1.000 Verhoging ABP pensioenpremie
2012
2013
400
600
Gemeentelijk belastingkantoor Twente Voorstel Wat betreft het gemeentelijk belastingkantoor Twente rekening te houden met aanloopkosten en hiervoor te bestemmen 0,08 miljoen euro voor 2012 en respectievelijk 0,29 en 0,02 miljoen euro over 2013 en 2014 Op 23 maart 2011 is in bestuurlijk overleg de intentie uitgesproken om op 1 januari 2013 toe te treden tot het gemeentelijk belastingkantoor Twente (GBT). De toetreding tot het GBT past binnen de centrale opgave en visie van Het verschil maken. Hierin is opgenomen dat uitvoerende werkzaamheden (het heffen en invorderen van de belastingen, heffingen en retributies) zoveel mogelijk niet meer zelf uitgevoerd worden. De toetreding past hiermee binnen de centrale opgave en visie van Almelo Het verschil maken. Hierin is opgenomen dat uitvoerende werkzaamheden (het heffen en invorderen van de belastingen, heffingen en retributies) zoveel mogelijk niet meer zelf uitgevoerd worden. Wel zal de gemeente een regierol blijven houden. Het financieel meerjarig perspectief van de bijdrage aan het GBT, inclusief de tijdelijke meerkosten en achterblijvende structurele kosten, leidt in 2012 (aanloopkosten) en 2013 tot een nadeel maar zal in de periode daarna omslaan naar een voordeel ten opzichte van de kosten van zelf doen. Door de toekomstige voordelen te verrekenen met de tijdelijke nadelen bedraagt de terugverdientijd 4 jaar. Bedragen x 1,0 miljoen
2012
2013
2014
2015
2016
Tekort GBT
0,08
0,29
0,02
-0,19
-0,26
38
Leges en kosten publiekszaken Voorstel Wat betreft publiekszaken rekening te houden met stijging van de kosten door hogere afdrachten aan het rijk, stijging van kosten voor tolkenwerk en naturalisaties en het invoeren van maximale leges voor paspoorten en daarvoor 0,14 miljoen euro structureel te bestemmen vanaf 2013 Bij publiekszaken, is sprake van een structureel knelpunt van 140.000 euro. Dit ontstaat door hogere kosten die voor het grootste deel wordt veroorzaakt door afdrachten van kosten aan het rijk voor bijvoorbeeld leveringen van paspoorten, rijbewijzen, id-kaarten, etc. Er is tevens een tendens dat ook andere kosten voor bijvoorbeeld tolkenwerk t.b.v. naturalisaties stijgen. De leges die wij mogen heffen zijn al afgestemd op het wettelijk maximum wat wij mogen heffen en hierin is dus geen eigen beïnvloedingsmogelijkheid meer aanwezig. Daarnaast wordt in de 2e helft van 2012 de maximale te heffen leges voor paspoorten wettelijk teruggebracht, waardoor onze inkomsten dalen. Aanpassen organisatiestructuur Voorstel Voor investeren in een nieuwe organisatiestructuur een incidenteel bedrag van 0,66 miljoen euro te bestemmen We zitten midden in een forse krimp van meer dan 100 fte. Daarnaast worden grote delen van onze organisatie elders ondergebracht, denk aan de brandweer, team belastingen, en op termijn ook andere onderdelen bijvoorbeeld door de komst van een Regionale Uitvoerings Dienst. Ook hebben we besloten om een breed en goed KCC op te richten, waardoor allerlei personele verschuivingen zullen ontstaan. Verder zijn er tal van inhoudelijke ontwikkelingen – meer samenwerking met de stad, meer sturen op hoofdlijnen – die naast allerlei aangepaste werkwijzen soms ook een structuuraanpassing vergen. Tot slot moeten we een taakstelling van 340.000 euro realiseren door het aantal leidinggevenden te verminderen. Al met al is een aanpassing van de organisatiestructuur onontkoombaar. De aanpassing van de organisatiestructuur vraagt om een investering, onder ander de kosten op de sollicitatieprocedure te begeleiden. Het is belangrijk dat dit proces en de assessments door een externe worden begeleid. Ten tweede moeten het mandaatregister en financieel systeem opnieuw worden ingericht. Ook is er veel extra werk voor het team personeel en organisatie. Een groot deel van deze werkzaamheden kan binnen de bestaande capaciteit worden verricht door sterk te prioriteren. Daarnaast is er een aanvullend budget nodig voor tijdelijke extra capaciteit voor het team personeel en organisatie. De hoogte van dat budget is afhankelijk van de omvang van de organisatorische aanpassingen.
39
Naast een investering ontstaat er ook een risico op frictiekosten. Een aantal leidinggevenden zal boventallig worden en herplaatst moeten worden. Op dit moment wordt het maximale risico hiervoor ingeschat op 440.000 euro. Lichte variant x 1.000 Frictiekosten per jaar
440
Inzet externe begeleider
30
Afnemen assessments (directie en afdelingshoofden)
25
Tijdelijk extra ondersteuning P&O adviseur
25
Totaal
520
Maximale variant x 1.000 Frictiekosten per jaar
440
Inzet externe begeleider
30
Afnemen assessments (directie, afdelingshoofden en teamleiders) Tijdelijk extra ondersteuning P&O adviseur
110 75
Totaal
655
Verbeterprogramma Voorstel Voor het verbeterprogramma naar aanleiding van het Fortezza rapport, 0,26 miljoen euro incidenteel te bestemmen Naar aanleiding van de bespreking van het rekenkamerrapport De slag om Fortezza is besloten tot een verbeterprogramma. Hoofdelementen in dit verbeterprogramma zijn: Verbetering van de informatieverstrekking -
Verbetering van het projectmatig werken Verbeteren van het contractbeheer Invoeren van resultaatgericht werken
-
Verbeteren van de dossiervorming
Een groot deel van het programma kan kostenneutraal uitgevoerd worden. Extra middelen zijn nodig voor de volgende onderdelen: Investeringen x 1.000
2012
Training ambtelijk-bestuurlijk samenspel
40
Aanpassen Decos Contractenbeheer
20
2013
Verbeteren van dossiervorming
100
100
Totaal
160
100
40
6.1.2 Bezuinigingen Stadhuis Voorstel -
De plannen voor het stadhuis maximaal twee jaar ‘on hold’ te zetten wat een incidenteel bedrag oplevert van 4,1 miljoen euro Voor de begroting 2013 uit te zoeken wat de mogelijkheden zijn om niet zelf te bouwen maar te kiezen voor een lange termijn huurconstructie
Bij de voorbereiding van de Voorjaarsnota 2012 was het overduidelijk dat de gemeente financieel in zwaar weer verkeert. Daarom is afgesproken over een breed front van gemeentelijk beleid tot een heroverweging te komen. Voor de bouw van een nieuw stadhuis is sprake van een raadsbesluit en een daarbij door de raad beschikbaar gesteld investeringsbudget In het licht van de financiële problematiek, waarbij op veel terreinen offers gebracht moeten worden die ook de inwoners van Almelo direct raken, hebben wij besloten de bouw van een nieuw stadhuis nog eens tegen het licht te houden. De discussie in ons college heeft zich op de volgende varianten toegespitst. Deze varianten zijn, ten opzichte van het geldende financieel perspectief, onderling vergelijkbaar gemaakt door steeds het incidentele voordeel te berekenen per ultimo 2015 en het structurele voordeel vanaf 2016, het jaar waarin de begroting weer sluitend moet zijn. 1. Doorgaan met de huidige nieuwbouwplannen, onder toepassing van een aantal besparingsmogelijkheden Wij hebben scherp gekeken naar calculaties voor de bouw en exploitatie van de nieuwbouw. Wij zien mogelijkheden om op een aantal onderdelen tot besparingen / kostenreductie te komen. Denk daarbij aan de verlaging van het rentepercentage van 4,9 naar 4,5, het percentage waarmee momenteel door de gemeente wordt gerekend. Daarnaast is de bijstelling van de flexnorm volledig doorgerekend en wordt uitgegaan van een lager benodigd onderhoudsbudget. Dit levert een structureel bedrag van ruim 260.000 euro op. In de financiële bijlage is dit nader toegelicht. Ook is het realistisch aan te nemen dat bij huidige economische omstandigheden een aanbestedingsvoordeel behaald kan worden. Wij becijferen dat op een structureel voordeel van 140.000 euro (zie de financiële bijlage). Het op voorhand rekenen met een dergelijk voordeel impliceert uiteraard wel een zekere verhoging van het risico van het project. Op basis van de bestaande afspraken wordt het investeringskrediet jaarlijks bij de voorjaarsnota geïndexeerd. Deze indexatie komt op basis van BDB-index voor het jaar 2011 (1,6%) neer op circa 150.000 euro structureel en is dient beschikbaar te zijn bij de ingebruikname van het project. Deze indexatie geldt voor alle scenario’s met uitzondering van scenario 4. Het incidentele voordeel van deze variant is becijferd op 500.000 euro; het structurele voordeel bedraagt vanaf 2016 250.000 euro. 2. Doorgaan met de plannen, maar deze maximaal twee jaren ´on hold´ zetten Het huidige nieuwbouwplan blijft in stand. De investering in het gebouw wordt echter twee jaren uitgesteld. In die jaren kunnen de structureel beschikbare middelen incidenteel worden ingezet. De voordelen en indexatie die in variant 1 worden 41
behaald zijn deels in deze variant ook van toepassing. Mogelijk geldt dit niet voor het aanbestedingsvoordeel, dat afhankelijk is van de economische situatie over twee jaar. Het incidentele voordeel bedraagt 4,06 miljoen euro; structureel levert het geen verschil op. In deze variant wordt het beleid voortgezet om niet meer in het bestaande gebouw te investeren. Het risico van huisvesting in een gebrekkig gebouw - denk aan uitvallen installaties, lekkages aan het dak, etc. etc. – duurt nog twee jaar langer voort. Dit geldt ook voor het nadeel van het niet voldoen aan brandweervoorschriften en Arbo-eisen. Om tegemoet te komen aan het risico van onverwachte tegenvallers wordt een reserve van 1 miljoen euro voor onderhoudcalamiteiten ingesteld. 3. Kiezen voor een lange termijn huurconstructie Al eerder is in uw raad geuit om de mogelijkheid van het huren van een stadhuis te onderzoeken. Wij zien daar drie mogelijkheden voor. Hierbij geldt dat deze variant ten minste hetzelfde financiële voordeel als variant 2 moet opleveren. -
Op basis van het definitief ontwerp en bestek wordt een particuliere investeerder gezocht die in eigendom het stadhuis bouwt en dit voor een lange termijn aan de gemeente verhuurt. Wij streven ernaar een uitwerking van deze variant, in de vorm van een aanbestedingsresultaat zonder gunning, uiterlijk aan het eind van het jaar, zo mogelijk bij de begrotingsbehandeling, beschikbaar te hebben.
-
Voor het kantoordeel gebruik te maken van leegkomende of leegstaande kantoorruimte en een bestuurs- en publiekscentrum op de Fortezzalocatie nieuw te bouwen. Kijken naar de mogelijkheid om onderdak te vinden in verspreid beschikbare gemeentelijke eigendommen in de binnenstad (RMD-gebouw, Scheepvaarthuis, kantoor Kranenburg, e.d.).
4. Afzien van nieuwbouw, en (met minimale investeringen) het gebruik van het huidige gebouw nog 10 jaar voortzetten In deze 0 (nul) variant wordt het gebruik van het huidige stadhuis voortgezet. Daarin worden dan slechts de absoluut noodzakelijke investeringen gedaan. Echt noodzakelijk onderhoud wordt in deze variant uitgevoerd. In de eerste vijf jaren zijn investeringen nodig voor ruim 4 miljoen euro en in de tweede vijf jaren zijn nog eens investeringen nodig voor een bedrag van ruim 1 miljoen euro. In bijlage 5 staat het volledige overzicht. Uitgangspunt in deze variant is ook dat de grondwaarde van de Fortezza-locatie tot een reëel prijsniveau wordt afgeboekt. Het incidentele voordeel van deze variant komt uit op 0,7 miljoen euro; het structurele voordeel op 1,8 miljoen euro. Financiële vergelijking varianten gemeentelijke huisvesting Besparingen
Incidenteel 2012-2015
Structureel (per jaar) m.i.v. 2016
(1) Doorgaan met plan met besparingen (2) Plan uitvoeren, maar 2 jaren later (3) Kiezen voor lange termijn huurconstructie (4) Plan niet uitvoeren
42
500.000
250.000
4.060.000
nihil
p.m.
p.m.
710.000
1.860.000
Conclusie en voorstel Alles overziend, kiest het college voorlopig voor variant 2 waarbij variant 3 wordt voorbereid. Wij verwachten bij de begrotingsbehandeling in november 2012 uw raad een eindvoorstel te kunnen voorleggen. Sluiten geboorteloket ziekenhuis Voorstel Het geboorteloket bij het ziekenhuis te sluiten en hiervoor een bezuiniging in te boeken van 0,02 miljoen structureel vanaf 2013 Door sluiting van het geboorteloket is op de locatie stadhuis een efficiencyslag te maken ten opzichte van de huidige werkwijze. Het gevolg is dat inwoners van de gemeente Almelo en regiogemeenten naar het stadhuis moeten komen om hun kind in te schrijven. Opzeggen huur skybox Voorstel Het huurcontract voor de skybox op te zeggen en hiervoor een bezuiniging in te boeken van 0,06 miljoen euro structureel vanaf 2015 De gemeente heeft voor representatiedoeleinden en als vergaderlocatie een skybox in het Polman stadion in gebruik. De gemeente kan besluiten om de skybox niet meer te huren. Stelpost loon/prijscompensatie Voorstel De komende jaren geen middelen beschikbaar te stellen voor prijscompensatie van gemeentelijke budgetten wat een structureel bedrag oplevert van 0,86 miljoen euro in 2012 oplopend naar 3,86 miljoen euro vanaf 2016 In de begroting en de meerjarenraming is rekening gehouden met een stelpost voor loon en prijscompensatie. Op dit moment wordt voor beide onderdelen rekening gehouden met een percentage van 2%. Het college vindt het verantwoord de meerjarige indexatie te halveren. Dit betekent dat de komende jaren geen middelen beschikbaar zijn voor prijscompensatie van gemeentelijke budgetten, anders dan de gevolgen van cao ontwikkelingen. Risicobuffer Voorstel De risicobuffer te betrekken bij de heroverweging wat een structureel bedrag oplevert van 0,14 miljoen euro in 2012 oplopend naar 0,3 miljoen euro vanaf 2016 In de begroting en de meerjarenraming is rekening gehouden met een structurele risicobuffer. De inzet wordt betrokken worden bij deze voorjaarsnota.
43
Meerjarenperspectief begroting 2011 Voorstel Het saldo van het meerjarenperspectief bij de begroting 2011 te betrekken bij de heroverweging wat een bedrag oplevert van 0,46 miljoen euro in 2013 oplopend naar 0,52 miljoen euro per 2016 Het meerjarenperspectief bij de begroting 2011 liet een sluitend saldo zien. Dit saldo wordt betrokken bij de voorjaarsnota 2012.
44
6.1.3 Belastingvoorstellen Voorstel -
De OZB-inkomsten voor de jaren 2013, 2014 en 2015 jaarlijks met 5% (excl. inflatie en areaal) te verhogen wat een bedrag oplevert van 0,7 miljoen euro in 2013 oplopend naar 2,1 miljoen euro vanaf 2015 en verder
-
De afvalstoffenheffing voor de jaren 2013, 2014 en 2015 met 7 euro per jaar te verlagen en dit ten laste van de reserve afvalstoffenheffing te brengen De heffingsmaatstaf voor rioolheffing te wijzigen van gebruikers naar eigenaren en hiermee de
-
verhoging van het tarief te beperken Onroerende zaakbelasting Gezien de opgave is het noodzakelijk om, naast het bezuinigen op de uitgaven, ook te kijken naar belastingmaatregelen. Het college wil de OnroerendeZaakBelasting (OZB) voor de komende 3 jaar verhogen. Voorgesteld wordt de OZB-opbrengst voor de komende jaren met circa 5,0% per jaar cumulatief te laten stijgen. Dat betekent een totale stijging van de OZB-inkomsten van 15% in 2015 (excl. indexatie en areaal). Een verhoging van 5% per jaar betekent een extra inkomst van circa 700.000 euro per jaar. In 2015 en verder wordt rekening gehouden met 2,1 miljoen euro aan extra inkomsten. Er zijn twee mogelijkheden om de stijgende lasten als gevolg van de stijging van de OZB gedeeltelijk te compenseren. Dit kan met de afvalstoffenheffing en de rioolheffing: Afvalstoffenheffing De afvalstoffenheffing moet kostendekkend zijn. Dat betekent dat het geld dat binnenkomt via de afvalstoffenheffing ook voor afval gebruikt moet worden. Nu is het zo, dat er op dit moment nog een reserve afvalstoffenheffing is. Deze kan gedeeltelijk de komende drie jaar (2013, 2014 en 2015) gebruikt worden om de afvalstoffenheffing jaarlijks met circa 7 euro per aansluiting te verlagen. Hierbij wordt wel aangetekend dat dit niet onbeperkt kan. Als de reserve afvalstoffenheffing op een minimum staat, moet de afvalstoffenheffing weer stijgen met 7 euro. Dat zal zijn in 2016. Rioolheffing De rioolheffing wordt op dit moment in rekening gebracht bij gebruikers. Er is een mogelijkheid dit te verschuiven naar de eigenaren. Door om te schakelen van een gebruikersheffing naar een eigenarenheffing komt namelijk het grootste deel van de inkomstenderving door kwijtschelding en leegstand te vervallen. Bij het vaststellen van het gemeentelijk rioleringsplan is bepaald dat een verhoging van 37 euro noodzakelijk is. Door over te gaan van een gebruikers- naar een eigenarenheffing kan deze stijging met 26 euro per jaar verminderd worden (voor de jaren 2012 tot en met 2015). Dit betekent dat stijging beperkt kan worden tot 11 euro per jaar. In 2012 is al een verhoging doorgevoerd van 9,25 euro. Dit betekent dat er nog een beperkte verhoging overblijft van 1,75 euro.
45
Verloop rioolheffing bij:
Eigenarenheffing
Gebruikersheffing
2011
173,75
173,75
2012
183,60
183,60
2013
185,35
192,85
2014
185,35
202,10
2015 en verder
185,35
211,35
Gevolgen eigenaren De eigenaren profiteren van de verlaging van de afvalstoffenheffing voor een periode van drie jaar en van de verlaging van de rioolheffing. Wel krijgen eigenaren te maken met een verhoging van de OZB. Voor een gemiddelde woning van 172.000 euro betekent dit een verhoging van 33 euro in 2015. Gevolgen huurders Huurders hoeven niet meer zelf de rioolheffing te betalen maar eigenaren zullen de rioolheffing, als dit mogelijk is, doorberekenen in de huur. Maar omdat de rioolheffing omlaag gaat (en er dus minder doorberekend hoeft te worden) levert dit toch een voordeel op. Huurders profiteren ook van de verlaging van de afvalstoffenheffing. Er zijn verschillende groepen huurders: huur in vrije sector/ sociale sector, maximale huur of niet. Voor elke groep kunnen de gevolgen anders zijn. Het hangt ervan af of eigenaren de OZB verhoging en rioolheffing kunnen en/of willen doorberekenen in de huurprijs. Gevolgen minima met 100% recht op kwijtschelding
(Zie ook raadsbrief 2010/19138)
In de huidige situatie is er bij deze groep sprake van 100% kwijtschelding van de rioolheffing en afvalstoffenheffing. Dat betekent dat zij onder andere geen rioolheffing hoeven te betalen. Als deze heffing wordt omgezet van een gebruikers- naar een eigenarenheffing, dan kan de rioolheffing (gedeeltelijk) worden doorberekend in de huur. Dit betekent een verhoging van de huur. Het grootste deel van de mensen die voor kwijtschelding in aanmerking komen, worden voor ongeveer 75% van de huurverhoging (die voortvloeit uit de wijziging van de heffingsgrondslag) gecompenseerd door een hogere huurtoeslag. Dit betekent bij een huishouden waarbij de rioolheffing 100% wordt doorberekend, de huur stijgt met 184,75 euro. Via de huurtoeslag vindt gedeeltelijk compensatie plaats (138 euro). Dit betekent op jaarbasis een toename van de lasten met circa 46 euro. Voor huishoudens die al een maximale huur betalen zal het geen effect hebben. Hier is de mogelijkheid om de rioolheffing door te berekenen in de huur niet mogelijk. Het aantal huishoudens waarbij het mogelijk is om de huren in 3 jaar tijd te verhogen met 184 euro is waarschijnlijk erg klein. Een verhoging van 46 euro (na huurtoeslag) zal dan ook bijna niet voorkomen. De aanname is namelijk dat er bij de meerderheid van de minima, met 100% recht op kwijtschelding sprake is van maximale huur of dat er slechts een deel van de rioolheffing doorberekend kan worden. In dat geval is het nadeel altijd minder dan 46 euro per jaar. Zoals in de inleiding al aangeven, worden een aantal van de bezuinigingen die bij de voorjaarsnota 2011 niet zijn overgenomen, opnieuw opgevoerd in deze voorjaarsnota 2012. Hier zit ook een bezuiniging op de categoriale bijstand bij voor een bedrag van 75.000 euro structureel. Om de gevolgen voor de meest kwetsbare groepen onder de minima, de ouderen en de chronisch zieken, zoveel mogelijk te beperken heeft het college ervoor gekozen om deze bezuiniging niet mee te nemen in deze voorjaarsnota.
46
Gevolgen woningbouwcorporaties Het wijzigen van de rioolheffing naar een eigenarenheffing betekent voor veel huurwoningen dat de aanslag voor rioolheffing in eerste instantie bij de woningcorporaties terecht komt. Het is dan hun keuze of ze deze wel of niet gaan doorberekenen in de huren. Hierbij merken we op dat doorberekenen alleen mogelijk is als de huren nog niet zijn gemaximeerd.
47
6.1.4 Reserves Reserves x 1 miljoen
Stand Heroverweging
Resterend bedrag
Bestuurskracht en bestuurscultuur Algemene reserve 01. Algemene reserve
9,2
9,2
0,0
02. Reserve opbrengsten verkoop deelnemingen
1,9
1,9
0,0
03. Reserve bouwfondsaandelen
7,8
7,8
0,0
04. Reserve achtergestelde lening Vitens
2,7
2,7
0,0
0,1
0,1
0,0
06. Reserve knelpunten bedrijfsvoering
0,4
0,1
0,3
07. Reserve btw compensatiefonds
0,5
0,0
0,5
08. Reserve verkiezingen
0,1
0,1
0,0
09. Reserve automatisering
3,4
3,0
0,4
6,5
1,3
5,2
11. Reserve Takenanalyse
0,0
0,0
0,0
12. Reserve GSB I
0,0
0,0
0,0
13. Reserve grote investeringen
3,5
0,7
2,8
14. Reserve nieuwbouw stadhuis
5,6
4,1
1,5
41,7
31,0
10,7
Beklemde reserves
Reserves economisch nut 05. Toegangscontrolesysteem Reserve ter egalisatie van kosten
Reserve onderhanden werk 10. Overlopende werken Reserve ter realisatie van beleidsprioriteiten
Totaal
Ad. 01 Algemene reserve De algemene reserve dient als buffer voor het opvangen van (incidentele) tegenvallers. Deze tegenvallers worden in deze voorjaarsnota toegelicht. Voorgesteld wordt de algemene reserve te betrekken bij de heroverweging. Ook de begrote storting voor 2012 maakt onderdeel uit van de heroverweging (2,1 miljoen euro). Het meerjarig perspectief laat zien dat de algemene reserve negatief wordt. In het dekkingsplan is opgenomen dat uiterlijk 2015 de algemene reserve weer een positief saldo kent. Hiermee voldoet de algemene reserve nog niet aan de norm van 10% van de algemene uitkering (circa 8,8 miljoen) Ad. 02 t/m 04 Beklemde reserves Het betreft hier reserves waarvan de rente structureel wordt ingezet binnen de begroting. Zodra een beroep op deze reserves wordt gedaan zal structureel dekking gevonden moeten worden voor de wegvallende rente inzet. Het inzetten van deze reserves heeft wel structureel negatieve gevolgen voor het perspectief. Deze structureel negatieve gevolgen worden in deze voorjaarsnota meegenomen bij de structurele opgave.
48
Ad. 05 Reserves economisch nut Deze reserves zijn ingesteld om de kapitaallasten van een investering te dekken. Het anders inzetten van deze reserves heeft budgettaire consequenties. Immers de dekking voor de kapitaallasten vervalt. Voorgesteld wordt deze reserves grotendeels te betrekken bij de heroverweging. Het inzetten van deze reserves heeft wel structureel negatieve gevolgen voor het perspectief. De structureel negatieve gevolgen worden in deze voorjaarsnota meegenomen in de structurele opgave. Ad. 06 Reserve knelpunten bedrijfsvoering De reserve knelpunten bedrijfsvoering is bedoeld om knelpunten binnen de bedrijfsvoering op te vangen. Het DT is bevoegd om uitgaven ten laste van deze reserve te accorderen. De reserve werd gevoed met vacaturegelden binnen de organisatie. Vanaf 2012 wordt voor de voeding niet langer de vacatureruimte gebruikt maar wordt een bedrag van de personeelsbegroting gestort. Het bedrag is afgeleid van de hoogte van de verworven rechten van de personeelsbegroting. De reserve is voor een bedrag van 380.000 euro ingezet. Een bedrag van 100.000 euro wordt betrokken bij de heroverweging. Ad. 07 Reserve btw compensatiefonds De reserve btw compensatiefonds is bedoeld om de gevolgen van de invoering van het BTW compensatiefonds langzaam in de begroting te verwerken. Jaarlijks wordt vanaf 2003 tot en met 2015 50.000 euro minder aan de reserve onttrokken. Hierdoor zijn alle gevolgen vanaf 2016 volledig in de begroting verwerkt. Het inzetten van deze reserve heeft budgettaire consequenties. Ad. 08 Reserve verkiezingen De reserve verkiezingen is gevormd om de lasten voor verkiezingen te egaliseren. Jaarlijks wordt een rekening gehouden met het organiseren van één verkiezing. Een gemeenteraadsverkiezing organiseren is duurder dan een ander soort verkiezing (provincie, Europese verkiezingen of Tweede Kamerverkiezingen). Er wordt rekening gehouden met een jaarlijkse storting van 65.000 euro en een onttrekking van 60.000 euro. Eens in de vier jaar, bij de Gemeenteraadsverkiezingen, is een hoger bedrag noodzakelijk. Voorgesteld wordt de reserve op te heffen en te betrekken bij de heroverweging. In de begroting van het jaar van gemeenteraadsverkiezingen zullen de extra incidentele kosten in beeld worden gebracht. Ad. 09 Reserve automatisering De reserve automatisering is gevormd om de kapitaallasten met betrekking tot automatiseringsinvesteringen te dekken. Aan de reserve wordt jaarlijks een structureel bedrag toegevoegd (1,2 miljoen euro). Ook wordt over de stand van de reserve rente vergoed. Op dit moment is er sprake van een redelijk ideaalcomplex. De jaarlijkse storting en onttrekkingen houden elkaar in evenwicht. De komende jaren is de organisatie flink in beweging. Dit heeft consequenties voor de overhead en dus ook voor de I&A investeringen. Bij sourcing of afbouw van gemeentelijke activiteiten moet rekening gehouden met eventueel versnelde afschrijvingen. Deze versnelde afschrijvingen kunnen niet ten laste van deze reserve gebracht worden. Door uit te gaan van een ideaalcomplex kan een bedrag van circa 3,0 miljoen euro betrokken worden bij de heroverweging. Het restant is nodig om eventuele incidentele fluctuaties op te vangen.
49
Ad. 10 Reserve overlopende werken Rekening houdend met de bestaande claims bevat de reserve een buffer van ruim 550.000 euro. Daarnaast kan rekening gehouden worden met het vrijvallen van middelen als gevolg van het afsluiten van projecten ultimo 2011 (circa 90.000 euro). Als laatste vind het college het verantwoord om een bedrag van circa 600.000 euro te betrekken bij de heroverweging. Ad. 13 Reserve grote investeringen De reserve grote investeringen is bedoeld voor het dekken van diverse grote investeringen. Via aparte besluitvorming wordt over de verdeling van de middelen besloten. x 1.000.000 euro
Verdeling
Incidenteel Cogas dividend
0,7
Ingezet bij begroting 2012
2,8
Totaal
3,5
Bij de begroting 2012 is een bedrag van 2,8 miljoen euro onttrokken uit deze reserve ten gunste van het perspectief. Daarnaast wordt een bedrag van 1,7 miljoen euro toegevoegd voor de aanleg van de Burgemeester Schneiderssingel en 1,0 miljoen euro voor de realisatie van het Sportpark Ossenkoppelerhoek. Om gebruik te maken van deze bedragen dient nog een krediet beschikbaar gesteld te worden. Voorgesteld wordt een bedrag van 700.000 euro te betrekken bij de heroverweging. Ad. 14 Reserve nieuwbouw stadhuis De reserve stadhuis is bedoeld voor het dekken van aanloopkosten van de nieuwbouw van het nieuwe gemeentehuis. Voor de bouw is een meerjarig dekkingsplan opgesteld. Tot die tijd worden de aanloopkosten (projectkosten, rentekosten tijdens de bouw) ten laste van deze reserve gebracht. De voeding vindt plaats via een jaarlijks spaarbedrag. Zie voor het voorstel over het stadhuis paragraaf 6.1.2 Bezuinigingen.
50
6.2 Aantrekkelijke stad Bedragen x 1,0 miljoen
Incidenteel
Structureel 2015
2016
0,05
0,05
Sportaccommodaties
0
0,5
Stelpost grondbedrijf
1,00
1,00
6.2.1 Knelpunten Areaal openbare ruimte Exploitatietekort Hof 88
0,15
6.2.2 Bezuinigingen
6.2.3 Reserves Reserve erfpachtgronden
1,9
Sportschool Hartman
0,1
Paralellweg 156a
0,1
Aanschaf accommodaties
0,03
Kapitaallasten IISPA
5,7
Licht geluid tca Hof 88
0,03
Terreinmeubilair ON
0,04
Reserve algemeen grondbedrijf
0,3
Reserve kunstaankoop/stadsvernieuwing
0,1
Reserve stadsvernieuwing
0,9
Reserve besluit locatiegebonden subsidies
0,3
Reserve ISV 2010-2014
1,4
Reserve locatiegebonden reserve
0,3
Reserve parkeeraccommodaties
0,5
Reserve bouwfondsstimulering
1,0
Reserve co-financiering, nog niet geclaimd
0,1
Reserve co-financiering, waterboulevard
4,9
51
6.2.1 Knelpunten Areaal openbare ruimte Voorstel Voor de openbare ruimte van een aantal grote projecten (IISPA, delen van Noord/Oost en Almelo verdiept) 0,05 miljoen euro structureel te bestemmen vanaf 2012 De stelpost areaaluitbreiding is in het kader van de bezuinigingen komen te vervallen. Dit betekent dat beheerskosten voor uitbreidingen niet meer gedekt zijn en als extra bezuinigingstaakstelling op de reguliere begrotingsposten drukken. In 2011 zijn enkele grotere projecten opgeleverd met de bijbehorende openbare ruimte waar vervolgens geen dekking voor de beheerskosten voor is. Dit betreffen vooral de IISPA, delen van Noord-Oost en openbare ruimte rond Almelo Verdiept. De stelpost van 50.000 euro dekt een deel van deze kosten. Vanaf 2012 is afgesproken dat bij uitbreidingsvoorstellen in beeld wordt gebracht wat de gevolgen voor de beheerskosten zijn. Exploitatietekort Hof 88 Voorstel Wat betreft Hof 88 het exploitatietekort voor 2012 te dekken voor een bedrag van 0,15 miljoen euro en voor de daarop volgende jaren Hof88 een taakstelling op te leggen van 150.000 euro Theater Hof 88 bevindt zich midden in het lopende verzelfstandigingstraject. Er zijn in het proces een aantal interne gemeentelijke financiële en personele knelpunten naar voren gekomen. De huidige exploitatie kent een structureel tekort van circa 150.000 euro. Het voorstel is om dit tekort nog incidenteel te dekken voor het jaar 2012 en voor de jaren daarna een taakstelling op te leggen voor 150.000 euro waarvoor nog dit jaar voorstellen ontwikkeld zullen moeten worden.
52
6.2.2 Bezuinigingen Sportaccommodaties Voorstel In 2016 0,5 miljoen euro te bezuinigen op sportaccommodaties en daarbij de volgende denkrichtingen te hanteren: sluiten zwembad, PPS constructie beheer en exploitatie zwembad en herinrichting accommodaties Voor de bezuiniging op sport van 0,5 miljoen euro wordt onderzoek gedaan langs drie lijnen: Sluiten buitenbad Het buitenzwembad omvat: - een peuterbad met speelgelegenheid - een halfdiep 25 meterbad -
een diep 25 meterbad met springkuil zonneweide
Sluiten van het buitenbad vergt een zorgvuldige procedure om gebruikers de mogelijkheid te geven elders onderdak te zoeken. Ook heeft sluiting financiële- en personele consequenties voor het Sportbedrijf waarmee bij de subsidieverstrekking rekening dient te worden gehouden. Consequenties van sluiting zijn: - Inwoners, verenigingen en organisaties kunnen zomers niet in een buitenbad zwemmen en/of -
trainen in Almelo en moeten hiervoor uitwijken naar een andere gemeente Sportbedrijf: Vermindering van accommodaties, heeft financiële en personele consequenties
PPS constructie beheer en exploitatie zwembaden Het beheer en de exploitatie van het zwembad is opgedragen aan het Sportbedrijf. Voor een PPS constructie zijn diverse mogelijkheden. Daarvoor zullen onderhandelingen gevoerd moeten worden met mogelijke externe partner(s). Dit scenario biedt alle gebruikers van het zwembad ruimere mogelijkheden. Toename aanbod van sport- en gezondheidsgerelateerde activiteiten in één accommodatie. Consequenties van PPS constructie zijn: - Almelo heeft een moderne zwemvoorziening die voldoet aan de eisen des tijds met naast reguliere zwemactiviteiten ook andere sport- gezondheid- en lifestyleactiviteiten. Door de aanwezige voorzieningen trekt het bad bezoekers uit de wijde omgeving. -
doelgroepzwemmen komt mogelijk onder druk te staan mogelijkheid dat de kosten voor een zwembadbezoek stijgen
-
sportbedrijf: vermindering van accommodaties heeft financiële en personele gevolgen voor het sportbedrijf.
53
Herinrichting accommodaties Per stadsdeel één goed gefaciliteerde sportaccommodatie. Dus diverse sportverenigingen op één locatie in de wijk. Consequenties: - weerstand verenigingen, mogelijk verlies hun eigen identiteit - op onderdelen mogelijkheid van uitvoeren van minder activiteiten afstand sporten kan/wordt groter Stelpost bezuinigingen grondbedrijf Voorstel De stelpost bezuinigingen grondbedrijf te betrekken bij de heroverweging wat een bedrag oplevert van 0,8 miljoen euro in 2012 oplopend naar 1,0 miljoen structureel vanaf 2014 Bij de begroting 2012 is afgesproken een bedrag van structureel 1,0 miljoen te bezuinigingen om de gevolgen voor grondexploitaties op te vangen. Duidelijk is dat aanvullende verliesvoorzieningen noodzakelijk zijn. De structureel beschikbare middelen voor het grondbedrijf worden betrokken bij de voorjaarsnota.
54
6.2.3 Reserves Reserves x 1 miljoen
Stand Heroverweging
Resterend bedrag
Aantrekkelijke stad Beklemde reserves 15. Reserve erfpachtgronden
1,9
1,9
0,0
16. Sportschool Hartman
0,1
0,1
0,0
17. Paralellweg 156a
0,1
0,1
0,0
18. Aanschaf accommodaties
0,0
0,0
0,0
19. IISPA
6,2
5,7
0,5
20. Licht geluid tca Hof 88
0,0
0,0
0,0
21. Terreinmeubilair ON
0,0
0,0
0,0
0,3
0,3
0,0
23. Reserve sportraad
0,0
0,0
0,0
24. Reserve bibliotheek
0,0
0,0
0,0
25. Reserve sportstimulering
0,4
0,0
0,4
26. Reserve kunstaankoop/stadsvernieuwing
0,2
0,1
0,1
27. Reserve bovenwijkse voorzieningen
0,1
0,0
0,1
28. Reserve stadsvernieuwing
1,1
0,9
0,2
29. Reserve Besluit woninggebonden subsidies
0,4
0,3
0,1
30. Reserve ISV 2010-2014
1,4
1,4
0,0
31. Reserve besluit locatiegebonden reserve
0,9
0,3
0,6
32. Reserve parkeeraccommodaties
1,0
0,5
0,5
33. Reserve bouwfonds stimulering
1,0
1,0
0,0
34. Reserve co-financiering, Alm.Centr.Duurzaamh.
0,5
0,0
0,5
35. Reserve co-financiering, Leader+
0,1
0,0
0,1
36. Reserve co-financiering, nog niet geclaimd
0,1
0,1
0,0
37. Reserve co-financiering, waterboulevard
8,3
4,9
3,4
0,8
0,0
0,8
25,0
17,6
7,4
Reserves economisch nut
Reserve ter egalisatie van kosten 22. Reserve algemeen grondbedrijf Reserve ter realisatie van beleidsprioriteiten
38. Reserve co-financiering, verbindende pleinen Totaal
Ad. 15 Beklemde reserves Het betreft hier reserves waarvan de rente structureel wordt ingezet binnen de begroting. Zodra een beroep op deze reserves wordt gedaan zal structureel dekking gevonden moeten worden voor de wegvallende rente inzet. Het inzetten van deze reserves heeft wel structureel negatieve gevolgen voor het perspectief. Deze structureel negatieve gevolgen worden in deze voorjaarsnota meegenomen bij de structurele opgave.
55
Ad. 16 t/m 21 Reserves economisch nut Deze reserves zijn ingesteld om de kapitaallasten van een investering te dekken. Het anders inzetten van deze reserves heeft budgettaire consequenties. Immers de dekking voor de kapitaallasten vervalt. Voorgesteld wordt deze reserves grotendeels te betrekken bij de heroverweging. Het inzetten van deze reserves heeft wel structureel negatieve gevolgen voor het perspectief. De structureel negatieve gevolgen worden in deze voorjaarsnota meegenomen in de structurele opgave. Ad. 22 Reserve algemeen grondbedrijf De reserve algemeen grondbedrijf is gevormd als weerstandsvermogen van de diverse grondexploitaties. Dit bedrag kan betrokken worden bij de heroverweging. Ad. 23 Reserve sportraad De reserve dient voor de aanschaf en vervanging van noodzakelijk materieel en machines en het onderhoud van deze goederen. Voor de vervanging en dergelijke is een meerjaren vervangingsplan opgesteld. De storting wordt jaarlijks met 6.200 euro verhoogd tot en met 2014; daarna ontstaat een ideaalcomplex. Voorgesteld wordt de reserve tot en met 2014 in tact te laten en deze uiterlijk ultimo 2014 op te heffen. Ad. 24 Reserve bibliotheek De reserve wordt ingezet voor het onderhoud van de bibliotheek. Op dit moment wordt gewerkt aan een meerjarenonderhoudsplan voor het bouwkundig onderhoud van het bibliotheek gebouw. Nadat besluitvorming hierover heeft plaatsgevonden kan de reserve worden opgeheven. Ad. 25 Reserve sportstimulering De reserve is bestemd voor het bevorderen van sportdeelname door jeugdigen en een stimulerend beleid dat achterstanden in sportparticipatie op moet heffen. De laatste jaren wordt een vast bedrag aan de reserve toegevoegd. De reserve wordt gebruikt als cofinanciering voor de impuls Nationaal Actieplan Sport- en Bewegen (NASB). Voor het NASB heeft de gemeente een convenant met het Ministerie van VWS gesloten. Het saldo van de reserve is voldoende om het project tot en met 2014 te dekken. Ad. 26 Reserve kunstaankoop/ stadsvernieuwing De reserve is in het verleden gevormd voor het doen van aankopen van gemeentelijk kunstbezit ten behoeve van openbare ruimten en aangewezen locaties in de stad en onderhoud van gemeentelijk kunstbezit. In de afgelopen 3 jaar zijn er geen mutaties ten laste van deze reserve gedaan. In 2007 zijn middelen ten laste van deze reserve gesteld voor arbo maatregelen en brandveiligheid van Hof’88 (55.000 euro). Tot op heden heeft dit nog niet tot kosten geleid. In 2010 heeft de raad het actieplan Kunst vastgesteld. Via de voorjaarsnota 2011 is hiervoor voor de periode 2011-2015 50.000 euro per jaar beschikbaar gesteld ten laste van de algemene middelen. Voorgesteld wordt het resterende bedrag van 130.000 euro mee te nemen bij de heroverweging. Ad. 27 Reserve bovenwijkse voorzieningen Het grondbedrijf stort geld in de reserve BOVO. De reserve BOVO is gevormd om bovenwijkse voorzieningen mede te bekostigen. Bovenwijkse voorzieningen zijn kort samengevat: infrastructurele werken inclusief bewegwijzering gelegen buiten de begrenzingen van in- of uitbreidingsplannen, welke echter voor het functioneren van deze plannen noodzakelijk zijn maar tevens dienstbaar zijn aan andere
56
wijken c.a.. De voeding van deze reserve loopt via de grondverkopen van het grondbedrijf door bij verkoop van bouwgrond een bedrag per m² te storten in de reserve BOVO. De geraamde voedingen van de reserve zijn zodanig dat er weer een positief saldo is ontstaan. Er ligt nog een aantal claims op de reserve, daarnaast dient de voorfinanciering ten laste van de algemene middelen eerst afgelost te worden. De reserve laat de komende jaren nog geen ruimte om nieuwe claims te honoreren. Ad. 28 Reserve stadsvernieuwing De reserve wordt ingezet voor het stimuleren van stadsvernieuwingsprojecten. Voor de volgende onderwerpen heeft bestuurlijke besluitvorming plaatsgevonden: x 1.000 euro
Verdeling
Bijdrage aan diverse monumenten
12
Particuliere woningverbetering
53
Verbeteren Woonomgeving 2007
36
Bavinckstraat
11
Masterplan
36
Totaal
148
Uit bovenstaande lijst blijkt dat voor een deel van de reserve (circa 900.000 euro) nog geen bestuurlijke besluitvorming heeft plaatsgevonden. Voorgesteld wordt dit bedrag te betrekken bij de heroverweging. Ad. 29 Reserve Besluit woninggebonden subsidies De reserve BWS is gevormd om rente verschillen tussen de rekening courant en de rentebetalingen op de verplichtingen te kunnen afdekken. Het Ministerie van V.R.O.M. heeft het Besluit Woninggebonden Subsidies per 1 september 2009 afgekocht. Op dit moment wordt onderzocht of de gemeenten dit besluit ook kunnen afkopen. In de loop van 2012 zal hierover meer duidelijkheid ontstaan. Vooruitlopend op dit onderzoek vindt het college het verantwoord om een bedrag van 250.000 mee te nemen in de heroverweging. Ad. 30 Reserve ISV 2010-2014 Deze reserve is in 2010 gevormd. In de periode 2010-2014 wordt van het rijk een bijdrage van 5,465 miljoen euro ontvangen. Via raadsbesluit is hieraan de volgende verdeling gegeven: x 1.000 euro
Verdeling
Heroverweging
Geluidsbeleid
160
0
Bijdrage bodemprogramma
980
0
Verbeteren woonomgeving
500
0
Impuls uitvoering fietsnota
1.000
0
500
0
Verbeteren energieniveau woningen Aanpak overlast en verloedering Bijdrage grex Rohof Bijdrage grondexploitatie Rijnbeek Totaal
325
0
1.400
1.400
600
0
5.465
1.400
Bij de verdeling van het ISV-budget was een deel toegerekend aan de grondexploitatie Rohof. Bij de actualisatie in de perspectiefnota 2010 is een aantal wijzigingen doorgevoerd. Als gevolg hiervan is een bijdrage vanuit het ISV budget niet langer opportuun. Voorgesteld wordt dit bedrag te betrekken bij de heroverweging.
57
Ad. 31 Reserve besluit locatiegebonden reserve De BLS-middelen (Besluit locatiegebonden subsidie) zijn ondergebracht in een aparte reserve, omdat er diverse projecten zijn die gefinancierd kunnen met een bijdrage vanuit de BLS-middelen. Deze projecten voldoen aan de oorspronkelijke criteria voor de inzet van BLS-middelen: bouwen in binnenstedelijk gebied op zgn. tekortlocaties. Voor een bedrag van 600.000 euro zijn verplichtingen aangegaan. Het overige bedrag van 300.000 euro wordt betrokken bij de heroverweging. Ad. 32 Reserve parkeeraccommodaties Reserve is bedoeld voor het opvangen van nadelen op de parkeerexploitatie. Daarnaast worden ten laste van de reserve investeringen op het beleidsterrein van parkeren ten laste van deze reserve gebracht. De reserve wordt gevoed door de exploitatieresultaten van het product parkeren. Over de hoogte van de reserve zijn geen afspraken gemaakt. De huidige stand is circa 45% van de totale omzet (2,1 miljoen euro) op het product parkeren. Voorgesteld wordt om bij de heroverweging 50% van de reserve mee te nemen. Het college realiseert zich dat hiermee een voorschot wordt genomen op het nog te ontwikkelen nieuwe parkeerbeleidsplan. Ad. 33 Reserve bouwfondsstimulering De reserve is bedoeld ten behoeve van stadsvernieuwing met de nadruk op particuliere woningverbetering. De reserve is in het verleden gebruikt voor leningen aan vve’s en renteloze leningen aan particulieren en voor renovaties kerken. Het betreft een revolverend fonds, teruggestorte leningen worden weer aan dit fonds toegevoegd. Vanaf 2006 hebben geen mutaties op deze reserve plaatsgevonden. Gezien de grote financiële opgave vindt het college het verantwoord de reserve te betrekken bij de heroverweging. Ad. 34 t/m 38 Reserve co-financiering De reserve co-financiering is in 2007 ingesteld. De reserve is in eerste instantie gevoed uit een deel van de verkoopopbrengst van Cogas. De initiële storting bedroeg 1,25 miljoen euro. In 2011 is hier aan toegevoegd de co-financieringsmiddelen voor het realiseren van de waterboulevard (8,3 miljoen euro) en de verbindende pleinen (0,85 miljoen euro). Voor de volgende onderwerpen heeft inmiddels besluitvorming plaatsgevonden. x 1.000 euro Waterboulevard
Verdeling
Heroverweging
8.300
4.900
Verbindende pleinen
900
0
Pmjp
400
0
Co-financiering LEADER+
150
0
50
0
Begeleiding aanvraag INTERREG IV B Almelo centrum Duurzaamheid
500
0
Nog niet ingezet
100
100
10.400
5.000
Totaal
Ad. 37 Waterboulevard Hoofdstuk vijf gaat over de binnenstad. Daar is het voorstel om voorlopig door te gaan met de waterboulevard in een sobere vorm. De middelen die hierdoor worden vrijgespeeld worden betrokken bij de heroverweging en de opgave voor de binnenstad.
58
6.3 Eigen kracht en participatie Bedragen x 1,0 miljoen
Incidenteel
Structureel 2015
2016
-0,20
-0,20
Taakstelling bibliotheek
0,14
0,16
Langdurigheidstoeslag
0,22
0,22
Stadsdeelcoördinatie
0,27
0,27
Subsidie amateurverenigingen afbouwen
0,06
0,06
Taken leerplichtambtenaar beperken tot wettelijke taak
0,01
0,01
Bezuiniging Almelo Sociaal
0,07
0,07
Integraal Huisvestingsprogramma Onderwijs
0,30
0,30
Wijkkranten
0,05
0,05
Dweilprogramma
0,24
0,24
Regeerakkoord sociale zekerheid
0,31
0,31
Bijzondere bijstand
0,49
0,49
Aanpassen norm kwijtschelding
0,06
0,06
6.3.1 Knelpunten Eigen risico bijstand
0,60
6.3.2 Bezuinigingen Multifunctionele accommodaties
Middelen sociale zekerheid
6.3.3 Reserves Mfa Eninver
1,7
Studiehuis
0,2
De Schoppe uitbouw
0,1
Unilocatie vmbo
0,3
Obs Reigershofte uitbreiding
0,1
Zorgverbreding vrije school
0,03
Zorgverbreding St Stephanus
0,05
Zorgverbreding Noorderborg
0,1
Werkplein
0,2
Reserve inkomensafhankelijke uitkeringen
1,4
Reserve Wet Maatschappelijke Ondersteuning
1,8
Reserve nieuwkomers
1,0
Reserve schoolgebouwen
0,4
Reserve schoolgebouwen, 2012
0,6
Reserve grote investeringen, MFA’s
5,6
Reserve GSB II mop Sociaal
0,1
Vrijval middelen CJG
0,2
59
6.3.1 Knelpunten Eigen risico bijstand Voorstel Het eigen risico met betrekking tot het I-deel aan te vullen tot de 10% van de rijksbijdrage. Hiervoor een incidenteel bedrag van 0,6 miljoen euro te reserveren Zoals bekend biedt het I-deel (inkomensdeel) van het rijk onvoldoende dekking voor alle bijstandslasten voor onze gemeente. Een deel van het tekort (10% van de rijksbijdrage) blijft voor rekening van de gemeente. Voor het overige tekort kan een IAU-uitkering (incidenteel aanvullende uitkering) aangevraagd worden. Op basis van de laatste beschikking van het rijk bedraagt ons eigen risico 2,7 miljoen euro. In de begroting 2012 is rekening gehouden met 2,1 miljoen euro. Dit betekent dat een aanvulling noodzakelijk is van 0,6 miljoen euro. Recent heeft de raad ingestemd met het aanvragen van een MAU-uitkering (Meerjarig aanvullende uitkering). Hiervoor gelden andere criteria dan voor de IAU. Als wij in aanmerking komen voor een MAU-uitkering zijn de huidige budgetten toereikend. Daarom wordt het nadeel incidenteel opgenomen.
60
6.3.2 Bezuinigingen Multifunctionele accommodaties Voorstel Wat betreft de MFAs binnenstad en Ossenkoppelerhoek/Nieuwstraat te kiezen voor combinatie 5 en hiermee 5,5 miljoen euro vrij te spelen, wat het volgende betekent: - De Kolk sluiten, ’t Dok renoveren (o.a. ten behoeve van de jongeren) maar niet uitbreiden. In plaats van de uitbreiding beschikbare ruimte in de Bibliotheek gebruiken t.b.v. het cursorische en creatieve aanbod
-
Breed MFA: Het Veurbrook en de gymzaal worden verbouwd met daartussen een verbindingstuk en de Goossenmaat wordt gerenoveerd
De raad heeft besloten twee MFA’s te ontwikkelen: één in de binnenstad en één in de Ossenkoppelerhoek/Nieuwstraatkwartier. Daarvoor zijn op dit moment de volgende middelen beschikbaar: Structureel x1000
Incidenteel x1000 Reserve grote investeringen Aanvullend bedrag verzekering* Totaal
5.580
Stelpost kapitaallasten
390
212
Beheer geprivatiseerde wijkcentra
5.970
Totaal
32 244
* onder voorwaarden beschikbaar
Het college heeft voor de MFA Binnenstad drie en voor de MFA Ossekoppelerhoek twee scenario´s uitgewerkt die allen leiden tot een versobering van de oorspronkelijke plannen en daardoor een besparing op het investeringsvolume opleveren en verschillende exploitatielasten. Deze scenario´s kunnen met elkaar gecombineerd worden waardoor er zes mogelijke combinaties ontstaan. MFA Binnenstad Voor de MFA binnenstad zien we de volgende mogelijkheden: a. Niets wijzigen: De Kolk en ’t Dok blijven open, geen verbouwingen b. De Kolk sluiten, ’t Dok renoveren (o.a. ten behoeve van jongeren) en uitbreiden (ten behoeve van het cursorische en creatief aanbod) c. De Kolk sluiten, ’t Dok renoveren (o.a. ten behoeve van de jongeren) maar niet uitbreiden. In plaats van de uitbreiding beschikbare ruimte in de Bibliotheek gebruiken t.b.v. het cursorische en creatieve aanbod. MFA Ossenkoppelerhoek/Nieuwstraatkwartier Voor de MA Ossenkoppelerhoek zien wij de volgende twee mogelijkheden: d. Kleine MFA: Het Veurbrook wordt verbouwd (zonder gymzaal en verbindingsstuk) o.a. ten behoeve van jongeren en de Goossenmaat wordt gerenoveerd. e. Breed MFA: Het Veurbrook en de gymzaal worden verbouwd met daartussen een verbindingstuk. De Goossenmaat wordt gerenoveerd.
61
De volgende combinaties zijn hiermee mogelijk: Combinatie x1000
1
2
3
4
5
6
Centrum Ossenkoppelerhoek
A D
A E
C D
B D
C E
B E
1.593
2.343
2.248
2.455
2.998
3.205
138 -6
202 -6
97 -34
104 -34
160 -34
167 -34
3.907 112
3.549 48
3.252 181
3.045 174
2.894 117
2.687 110
Totale investering Exploitatie Besparing MOP Besparing incidenteel Besparing structureel
De voorkeursvariant van het college is combinatie 5: - De Kolk sluiten en ´t Dok renoveren maar niet uitbreiden en in plaats daarvan gebruik maken van de bibliotheek. Met de besturen van ’t Dok en De Kolk vindt momenteel nog overleg plaats over de mogelijke uitbreiding van ’t Dok in plaats van investeren in een interne aanpassing binnen de bibliotheek. -
Het Veurbrook en de gymzaal verbouwen en de Goossenmaat renoveren
De voorkeur gaat uit naar deze variant omdat: -
Er zowel in het Centrum als in de Ossenkoppelerhoek wordt geïnvesteerd in ruimte voor jongeren (hieraan is veel behoefte in deze wijken) De gemeente investeert, ondanks een versobering van de oorspronkelijke plannen, zichtbaar in
-
de betrokken wijkaccommodaties ten behoeve van de wijkactiviteiten voor alle bewoners Deze combinatie zich qua exploitatie en vrijval van middelen op het gemiddelde niveau bevindt Bij deze combinatie aanspraak gemaakt kan worden op de aanvullende verzekering (392.000
-
euro) wat niet bij alle combinaties het geval is Er, indien mogelijk en noodzakelijk, gebruik wordt gemaakt van vrijgekomen ruimte in de bibliotheek.
Uit bovenstaande tabel blijkt dat voor de investering een bedrag van circa 3,0 miljoen euro noodzakelijk is. Voorgesteld wordt dit bedrag te activeren. Hierdoor ontstaat een kapitaallast van circa 320.000 euro. Het gevolg is dat het incidenteel beschikbare bedrag (exclusief de aanvullende verzekering) betrokken worden bij de heroverweging. Dit betekent wel dat structureel een bedrag van circa 200.000 euro extra benodigd is. Taakstelling bibliotheek Voorstel De bibliotheek een extra taakstelling op te leggen van 0,1 miljoen euro in 2013 oplopend naar 0,16 miljoen euro vanaf 2016 en de bibliotheek de ruimte te geven om zelf te bepalen hoe zij de taakstelling invullen Het voorstel bij de voorjaarsnota 2011 was om de bibliotheek een taakstelling op te leggen van 240.000 euro. Dit bedrag is gebaseerd op het sluiten van de wijkfilialen het verhogen van de contributie van volwassenen. Het college heeft destijds dit voorstel aangepast en de bezuiniging beperkt tot 140.000 euro. De raad heeft dit voorstel vervolgens naar beneden bijgesteld naar een bezuiniging van 75.000 op de bibliotheek. 62
Het originele voorstel ligt nu opnieuw voor wat een extra bezuiniging betekent van 165.000 euro. Het voorstel is om de bibliotheek de ruimte geven om zelf te bepalen hoe zij die taakstelling wil invullen. Langdurigheidstoeslag Voorstel De langdurigheidstoeslag met een derde te verminderen wat een structureel bedrag van 0,22 miljoen euro oplevert vanaf 2013 De langdurigheidtoeslag (LDT) is bedoeld voor mensen die langdurig een laag inkomen hebben. Overwogen is om de hoogte van de toeslag en de referteperiode aan te passen. Hierdoor ontstaat wel het risico op waterbedeffecten naar bijvoorbeeld de bijzondere bijstand. Het maatschappelijk effect van deze maatregel is dat mensen met een laag inkomen minder te besteden hebben. Het originele voorstel bij de voorjaarsnota 2011 was om de gehele langdurigheidstoeslag te schrappen. Dat levert 0,65 miljoen euro structureel op. Het voorstel nu is om niet bezuinigingen op de gehele langdurigheidstoeslag, maar deze met een derde te verminderen. Het college kiest ervoor om de hoogte van het bedrag aan te passen en niet de referteperiode. Al met al lijkt dit de beste oplossing, welke de pijn het best verdeeld over de doelgroep door de bedragen met 30% te verlagen. Concreet betekent dit qua bedragen: -
Voor gezinnen: van 500 euro naar 350 euro Voor alleenstaande ouders: van 447 euro naar 315 euro Voor alleenstaanden: van 350 euro naar 245 euro
Stadsdeelcoördinatie Voorstel Wat betreft stadsdeelcoördinatie: De focus van het wijkgericht werken binnen de gemeente Almelo te verplaatsen van het fysieke naar het sociale domein -
De methodiek van de Almelose Wijk Aanpak te beëindigen en het wijkgericht werken voortaan in te zetten ten behoeve van het oplossen van wijkgebonden sociale problematiek
-
Op basis van signalen van in de wijk werkzame professionals en inwoners, met de maatschappelijke partners integrale wijkagenda’s op te stellen met een focus op het oplossen van de sociale wijkgebonden problematiek
-
Hiermee een besparing te realiseren van 0,12 miljoen euro vanaf 2013 oplopend naar 0,27 miljoen euro vanaf 2014
Voorgesteld wordt om de inzet van de stadsdeelcoördinatoren en wijkondersteuners meer te richten op aandachtsgebieden. Dit leidt tot een personele besparing. Door het focussen van de inzet van stadsdeelcoördinatie ontstaat het risico dat de afstemming van de activiteiten van de gemeente en de communicatie daarover richting de inwoners zal verslechteren. Hier ligt een taak voor de lijnafdelingen om dat zelf op te pakken. Daarnaast kan door deze focus het netwerk van de gemeente onder inwoners verslechteren.
63
Kijken wij naar de huidige vorm van wijkgericht werken, waar de Almelose wijkaanpak een belangrijk onderdeel van is, dan zijn er vele voordelen te ontdekken die aansluiten bij de doelstellingen van het wijkgericht werken: - het dichten van de kloof tussen burger en bestuur -
het bevorderen van de participatie van burgers de wijk wordt gezien als een geschikte schaal om bepaalde problemen op te lossen sommige problemen komen geconcentreerd voor in bepaalde wijken en kunnen, waar nodig, in de wijk gericht worden aangepakt
Voordelen van wijkgericht werken zijn: -
het wijkgericht werken zorgt ervoor dat er binnen het gemeentelijk apparaat actuele kennis aanwezig is over de wijken die we op “het stadhuis” vaak niet hebben; de gemeente kan gebruik maken van netwerken op wijk- en stadsdeelniveau, die o.a. kunnen worden ingezet wanneer zich calamiteiten voordoen en bij diverse beleidsmatige ontwikkelingen de aanpak is integraal: sociale en ruimtelijke ontwikkelingen worden in hun samenhang bekeken.
Er zijn ook nadelen te benoemen van de huidige invulling van het wijkgericht werken. Wanneer bewoners gevraagd wordt wat er in hun buurt of wijk moet gebeuren, komen zij in 80-90 % van de gevallen met vragen die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving. De inzet van de stadsdeelcoördinatoren en de wijkondersteuners vindt daardoor voor een groot deel plaats ten behoeve van die fysieke ingrepen. Echter de belangrijkste problemen binnen Almelo liggen niet zozeer op het fysieke vlak (de meeste wijken van Almelo zien er, voor wat betreft de fysieke leefomgeving, goed tot redelijk uit), maar veel meer binnen het sociale domein. De zwaardere, en vaak hardnekkige, problemen doen zich in Almelo juist voor binnen het sociale domein. In een aantal gevallen geconcentreerd binnen bepaalde wijken. Niet voor niets legt de Sociale Agenda Almelo 2020 daarom de nadruk op de thema’s: - sociale stijging -
jeugd perspectief op burgerschap
In tijden van schaarste is het voor de hand liggend om de beperkte middelen die er zijn, zoveel mogelijk in te zetten in lijn met de doelstellingen van de Sociale Agenda Almelo 2020. Dat geldt ook voor de middelen ten behoeve van het wijkgericht werken. Waaronder de inzet van stadsdeelcoördinatoren en wijkondersteuners. Het bovenstaande betekent dat de stadsdeelcoördinatoren en de wijkondersteuners niet meer de wijken rondgaan om aan bewoners te vragen wat zij belangrijk vinden voor hun wijk, maar dat zij probleemgericht gaan werken, met als uitgangspunt de wijkgebonden problemen binnen het sociale domein. De vervolgaanpak kan daarna nog steeds integraal zijn, wanneer dat nodig is. Op basis van signalen van, in de wijk werkzame, professionals en bewoners is het voorstel om de capaciteit aan stadsdeelcoördinatoren en wijkondersteuners in te zetten ten behoeve van het oplossen van die sociale problemen. Het gaat daarbij nadrukkelijk niet om individuele interventies, maar juist om wijk- of gebiedsgerichte interventies die wijk samen met onze maatschappelijke partners uitvoeren. Waar individuele problemen een belemmering vormen om te participeren, vindt doorverwijzing plaats.
64
Gezien de huidige inzet en verdeling van stadsdeelcoördinatoren en wijkondersteuners over fysieke projecten en sociale projecten betekent het bovenstaande een behoorlijke breuk met het verleden. Het betekent dat we stoppen met de Almelose wijkaanpak in zijn huidige vorm. Door te kiezen voor deze invalshoek zijn besparingen mogelijk op: - 1,5 fte stadsdeelcoördinator - 0,37 fte stadsdeelondersteuning -
Wijkondersteuners Scoop
Bezuiniging stadsdeelcoördinatie Bezuiniging 2013
124.000
Bezuiniging 2014
144.000
Totaal
268.000
Subsidie amateurverenigingen afbouwen Voorstel De subsidieregeling voor amateurverengingen af te bouwen en hiermee een bezuiniging te realiseren van 0,02 miljoen euro vanaf 2013 oplopend naar 0,06 miljoen euro structureel vanaf 2015 Voorgesteld wordt de huidige subsidieregeling - die gericht is op het subsidiëren van verenigingen – af te bouwen. En die te vervangen door een regeling die gericht is op het subsidiëren van ruimten met daarbij een beperkt fonds voor onderscheidende activiteiten. Gekoppeld hieraan zijn ook besparingen mogelijk op de uitvoeringskosten. Door deze maatregel zouden enkele verenigingen in hun voortbestaan bedreigd kunnen worden, waardoor de mogelijkheden voor amateur kunstbeoefening zouden kunnen afnemen. Dit kan gevolgen hebben voor de talentontwikkeling en sociale samenhang van de stad. Taken leerplichtambtenaar beperken tot wettelijk taak Voorstel Taakinvulling leerplichtambtenaar te beperken tot wettelijk voorgeschreven pakket om hiermee een bezuiniging te realiseren van 0,01 miljoen euro vanaf 2013
Bij de voorjaarsnota 2011 is een bezuiniging ingevoerd als het gaat om de taken van de leerplichtambtenaar. Het voorstel was om de taken te beperken tot de wettelijke taak. Op dit voorstel is een amendement aangenomen met de volgende besluittekst: Het besluit 4b ‘Taken leerplicht ambtenaar beperken tot wettelijk pakket’ (48.000 euro) te wijzigen in ‘Taken leerplichtambtenaar beperken tot wettelijk pakket, doch bijwonen ZAT’s voor het gehele voortgezette onderwijs (36.000 euro)’. Met dit amendement is het voorstel gedeeltelijk aangenomen. Er is dus nog een bezuiniging mogelijk van 12.000 euro op het bijwonen van de Zorgadviesteams (ZAT’s) door de leerplichtambtenaar.
65
Gevolg van deze bezuiniging kan zijn dat scholen zelf meer het initiatief moeten nemen om in situaties in te grijpen. Omdat de gemeente in de afgelopen jaren taken zelf is gaan uitvoeren, kan het in de overgangsfase soms langer duren voor adequaat kan worden ingegrepen. Ook bestaat het risico dat meervoudige probleemsituaties niet of later worden gesignaleerd. De gemeente ondersteunt scholen en andere partners door een zorgstructuur op te zetten die professionals in staat stelt om hulp sneller en in samenhang in te zetten. Bezuiniging Almelo Sociaal Voorstel De taken van Almelo Sociaal terug te brengen tot de wettelijke verplichte taken en hiermee een bezuiniging te realiseren van 0,06 miljoen euro vanaf 2014 oplopend naar 0,07 miljoen euro vanaf 2015 Voorgesteld wordt om de taken van Almelo Sociaal terug te brengen tot de wettelijk verplichte taken (faciliteren van cliëntenparticipatie voor Wwb en Wmo). Almelo Sociaal behoudt voldoende middelen voor de uitvoering van zijn wettelijke belangenbehartigingstaken en bestaande activiteiten, maar zal zijn subsidie voor eigen beroepskrachten, eigen huisvesting en de vergadervergoedingen kwijt raken. De genoemde beschikbaarheid van algemene voorzieningen en het feit dat Almelo tot nu toe relatief veel uitgeeft aan deze wettelijke taak hebben een belangrijk rol gespeeld in onze overwegingen om voor te stellen de subsidie te verminderen. De vrijwilligers die zich bezig houden met belangenbehartiging van kwetsbare inwoners zullen hierdoor zelf meer activiteiten moeten oppakken en zullen voor professionele ondersteuning en faciliteiten een beroep moeten doen op de algemene voorzieningen van bijv. Scoop en wijkcentra. Dit voorstel is ook aan de raad voorgelegd bij de voorjaarsnota 2011. Het betrof toen een bezuiniging van 0,12 miljoen euro. Via amendement is dit bezuinigingsvoorstel slechts gedeeltelijk overgenomen door de raad en is bijgesteld naar 0,05 miljoen euro. Het voorstel is om nu, rekening houdend met de frictiekosten, alsnog de gehele bezuiniging te realiseren. Integraal Huisvestingsplan Onderwijs Voorstel De stelpost voor investeringen in het IHP te verlagen met structureel 300.000 euro vanaf 2013 In het Integraal onderwijshuisvestingsprogramma (IHP)2011— 2014 is voor de capaciteitsuitbreiding van scholen als gevolg van het woningbouwprogramma gerekend met extra investeringen in deze planperiode van 5 miljoen euro. Nu de woningbouw stagneert, is de verwachting reëel dat ook de verwachte capaciteitsuitbreiding uitblijft en daarmee zijn deze middelen niet meer noodzakelijk. Hierdoor kan de beschikbare stelpost verlaagd worden. Hiermee is een bedrag van circa 300.000 euro structureel gemoeid.
66
Wijkkranten Voorstel De wijkkranten te laten opgaan in de bestaande wijkwebsites en hiermee een bezuiniging te realiseren van 0,05 miljoen euro structureel vanaf 2013 De wijkkranten maken onderdeel uit van de wijkbudgetten. Het gaat naast vergaderkosten vooral om kopieerkosten. Een bezuinigingsmogelijkheid is de wijkkranten te laten opgaan in de sinds enige jaren bestaande wijkwebsites. De bezuiniging op de wijkkranten is een nieuw bezuinigvoorstel opgesteld voor de voorjaarsnota 2012. Het lag dus nog niet voor bij de voorjaarsnota 2011. Het voorstel om te bezuinigen op de wijkkranten maakte in eerste instantie deel uit van een voorstel om helemaal te stoppen met de wijkbudgetten. Het college heeft dit teruggebracht naar alleen de wijkkranten. Zie voor het gehele voorstel bijlage 4. Middelen sociale zekerheid Voorstel De beschikbare middelen op het terrein van sociale zekerheid te betrekken bij de voorjaarsnota 2012 wat een bedrag oplevert van 0,62 miljoen euro vanaf 2012 oplopend naar 1,1 miljoen structureel vanaf 2015 Op diverse momenten zijn extra middelen beschikbaar gekomen voor sociale zekerheid. Deze kunnen integraal betrokken worden bij de voorjaarsnota 2012. Onderdeel van deze middelen zijn: - Meerjarige effecten dweilprogramma. Bij de begroting 2012 is een meerjarenraming van de gevolgen van het dweilprogramma weergegeven. Deze gevolgen worden betrokken bij deze -
voorjaarsnota. Extra rijksmiddelen o Via de meicirculaire 2011 zijn aanvullend middelen beschikbaar gesteld als gevolg van
o
het regeerakkoord. Deze middelen zijn voor 2012 betrokken bij de begroting 2012 en kunnen meerjarig worden betrokken bij de voorjaarsnota. Via de septembercirculaire 2011 zijn voor de komende jaren middelen beschikbaar
gesteld voor bijzondere bijstand en kwijtschelding. In totaal gaat het om een bedrag van 1,1 miljoen euro vanaf 2015.
67
6.3.3 Reserves Reserves x 1 miljoen
Stand Heroverweging
Resterend bedrag
Eigen kracht en participatie Reserves economisch nut 39. Mfa Eninver
1,7
1,7
0,0
40. Studiehuis
0,2
0,2
0,0
41. De Schoppe uitbouw
0,1
0,1
0,0
42. Unilocatie vmbo
0,3
0,3
0,0
43. Obs Reigershofte uitbreiding
0,1
0,1
0,0
44. Bus sportbuurtwerk
0,0
0,0
0,0
45. Zorgverbreding vrije school
0,0
0,0
0,0
46. Zorgverbreding St Stephanus
0,1
0,0
0,1
47. Zorgverbreding Noorderborg
0,1
0,1
0,0
48. Werkplein
0,3
0,2
0,1
49. Reserve inkomensafhankelijke uitkeringen
1,4
1,4
0,0
50. Reserve Wet Maatschappelijke Ondersteuning
1,9
1,8
0,1
51. Reserve nieuwkomers
0,4
0,4
0,0
52. Reserve Soweco afkoop
0,0
0,0
0,0
53. Reserve schoolgebouwen
1,0
1,0
0,0
54. Reserve grote investeringen, MFA’s
5,6
5,6
0
55. Reserve Wijkwaardebonnen
0,5
0,0
0,5
56. Reserve welzijnsaccommodaties
0,0
0,0
0,0
57. Reserve wijkbuurtbudgetten
0,1
0,0
0,1
58. Reserve instrumenten
0,0
0,0
0,0
59. Reserve GSB II mop Sociaal
0,3
0,1
0,2
60. Reserve reïntegratie
4,0
0,0
4,0
61. Risico Soweco 2013
1,4
0,0
1,4
0,0
0,0
Reserves ter afdekking van risico’s
Reserve ter egalisatie van kosten
Reserve ter realisatie van beleidsprioriteiten
Middelen Sociale Zekerheid:
Middelen Werkplein: 62. Werkplein op Twentheplein
0,7
0,0
0,7
63. Reserve werkgelegenheid en educatie
1,7
0,0
1,7
0,2
0,2
0
21,8
13,2
8,6
64. Middelen Centrum Jeugd en Gezin Totaal
68
Ad. 39 t/m 48 Reserves economisch nut Deze reserves zijn ingesteld om de kapitaallasten van een investering te dekken. Het anders inzetten van deze reserves heeft budgettaire consequenties. Immers de dekking voor de kapitaallasten vervalt. Voorgesteld wordt deze reserves grotendeels te betrekken bij de heroverweging. Het inzetten van deze reserves heeft wel structureel negatieve gevolgen voor het perspectief. De structureel negatieve gevolgen worden in deze voorjaarsnota meegenomen in de structurele opgave. Ad. 49 Reserve inkomensafhankelijke uitkeringen De reserve inkomensafhankelijke uitkeringen is gevormd bij de jaarrekening 2010. Achterliggende gedachte was het feit dat de door ons ingediende Incidenteel Aanvullende Uitkering (IAU) niet volledig tot uitkering zou komen. Inmiddels hebben wij een beschikking van het Rijk ontvangen en wordt de IAU niet uitgekeerd. Tegen dit besluit is bezwaar aangetekend. De gevormde reserve wordt betrokken bij de heroverweging. Ad. 50 Reserve wet maatschappelijke ondersteuning De reserve Wmo is ontstaan uit de vroegere reserve Wet Voorzieing Gehandicapten. Bij de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, individuele voorziening is de reikwijdte van deze reserve verbreed. De reserve dient voor het opvangen van (incidentele) tegenvallers binnen de individuele voorzieningen van de WMO. Over de hoogte van de reserve zijn afspraken gemaakt. De reserve is gemaximeerd op 10% van het budget voor de WMO, individuele voorzieningen. Dit betekent dat de reserve maximaal 1,27 miljoen euro mag bevatten. Gezien de huidige stand zou dit betekenen dat een bedrag van circa 0,5 miljoen euro afgeroomd zou moeten worden. In feite heeft deze reserve hetzelfde doel als de algemene reserve, namelijk het opvangen van risico’s. Voorgesteld wordt de gehele reserve te betrekken bij de heroverweging. Dit betekent wel dat incidentele mee- of tegenvallers via het exploitatieresultaat meegenomen worden Ad. 51 Reserve nieuwkomers De reserve nieuwkomers is bij de jaarrekening 2010 gevormd. Deze middelen worden betrokken bij de afrekening van de inburgeringsafspraken 2006-2010 met het Rijk. In de jaarrekening 2011 zijn de gevolgen van de afrekening verwerkt. Voorgesteld wordt de reserve te betrekken bij de heroverweging. Ad 53 Reserve schoolgebouwen De reserve schoolgebouwen is in 2002, op verzoek van de raad, gevormd. Met deze reserve was het mogelijk om jaarlijks gelijkblijvende lasten voor onderwijs in de begroting op te nemen. Jaarlijks is een structureel bedrag beschikbaar voor onderwijsinvesteringen en onderhoud aan onderwijsgebouwen. De reserve is bedoeld om fluctuaties in kapitaallasten als gevolg van de fasering in het investeringsvolume op te kunnen vangen. De praktijk laat de afgelopen jaren zien dat er geen beroep op deze reserve gedaan wordt. Ook bij het huidige meerjareninvesteringsprogramma is de verwachting dat dit binnen de huidige middelen past. In 2012 is via een aparte wijziging een bedrag van ruim 600.000 euro aan de reserve toegevoegd. Voorgesteld wordt de reserve, inclusief de storting in 2012, te betrekken bij de heroverweging
69
Ad. 54 Reserve grote investeringen, Multifunctionele accommodaties Bij de bezuinigingsvoorstellen in hoofdstuk 6.3.2 is een keuze gemaakt met betrekking tot de ontwikkeling van MFA´s. Hierbij is aangegeven dat het bedrag (5,6 miljoen) in de reserve betrokken kan worden bij de heroverweging. Deze vrijval van incidentele middelen heeft structurele gevolgen (200.000 euro). Deze gevolgen zijn verwerkt in het structurele perspectief. Ad. 55 Reserve Wijkwaardebonnen Via deze reserve lopen de uitgaven voor de wijkwaardebonnen. De vorming heeft plaatsgevonden via hiervoor ontvangen rijksmiddelen. De laatste ronde heeft in november 2011 plaatsgevonden. De middelen in de reserve zijn hiervoor bedoeld. Eind 2012 kan deze reserve worden opgeheven. Ad. 57 Reserve wijkbuurtbudgetten De reserve is bedoeld ter egalisatie van de jaarlijkse kosten van de door de wijkverenigingen gewenste activiteiten en voorzieningen. Over de inzet zijn afspraken gemaakt met de diverse wijkverenigingen. Deze kunnen, binnen de gestelde kaders, een beroep op deze middelen doen. Indien de reserve wordt opgeheven zullen aanvullende afspraken met de wijkverenigingen gemaakt moeten worden en zal onderzocht moeten worden welke bedragen al verplicht zijn. Ad. 59 Reserve GSB II mop sociaal De reserve GSB II is gevormd ten laste van de middelen voor het Grote Stedenbeleid. De middelen zijn als volgt onderverdeeld: x 1.000 euro
Verdeling
Beeldverslag MAC-VJN 2009
8 100
Almelo sociaal, vindplaatsen
5
Twentse innovatieroute
6
Totaal
119
Een deel van de reserve is dus nog niet ingezet. Dit voordeel (circa 180.000 euro) moet in samenhang gezien worden met het tekort op de reserve GSB III (nr.72). Het bedrag dat was geclaimd voor het MAC is in 2011 niet ingezet. Voorgesteld wordt dit te betrekken bij de heroverweging. Ad. 60 Reserve Re-integratie De reserve is in 2010 gevormd. De reserve is gevoed door bestaande uitgaven ten laste van het werkbudget te brengen. De hierdoor vrijgespeelde middelen zijn in deze reserve gestort. De reserve wordt de komende jaren gebruikt om de terugloop in het participatiebudget op te kunnen vangen en maken onderdeel uit van het ‘dweilprogramma SEZ’. Ad. 61 en 62 Reserve risico Soweco 2013, werkplein Bij de begroting 2012 heeft besluitvorming plaatsgevonden over de verdeling van geoormerkte middelen voor een nieuw locatie Werk en Inkomen. Hierbij is besloten om een deel te reserveren voor het nieuwe werkplein (1,2 miljoen euro; resteert nog 0,74 miljoen euro) en het restant (1,36 miljoen euro) beschikbaar te houden voor de Almelose bijdrage aan Soweco. Hierbij kan het gaan om het exploitatietekort 2012 en eventuele transitiekosten en reorganisatiekosten, reserve kan ook ingezet wordt als noodzakelijke co-financiering voor de trekkingsrechten van de Rijksmiddelen.
70
Ad. 63 Reserve werkgelegenheid en educatie Deze reserve is bedoeld voor het heraanwenden van gelden ten behoeve van de uitvoering van projecten ter versterking van het gemeentelijk beleid in het kader van de WWB. Aan de reserve is toegevoegd het niet bestede W-deel 2011 (1,4 miljoen) in het kader va de Meeneemregeling. Daarnaast is het overige deel onderdeel van het dekkingsplan van het werkplein (0,3 miljoen) Ad. 64 Middelen Centrum Jeugd en Gezin Voor de financiering van het project Jeugd en Gezin 2008-2012 zijn zowel rijksbijdragen als gemeentelijke middelen beschikbaar gesteld en gestort in een voorziening CJG. Voor de dekking van de lasten van het CJG zijn eerst de rijksbijdragen aangewend, en volledig bij het rijk verantwoord via de Sisa bijlage bij de jaarrekening 2011. Vanwege verslagleggingvoorschriften mogen de nog beschikbare gemeentelijke middelen (654.000 euro) echter niet op de balans als een voorziening worden opgenomen. Daarom moet de per 31 december 2011 nog beschikbare en noodzakelijke voorziening via resultaatbestemming omgezet worden in een bestemmingsreserve. Bij evaluatie van het project is vastgesteld dat er voor het jaar 2012 nog verplichtingen bestaan voor een bedrag van 454.000 euro. Dit bedrag zal dan via resultaatbestemming 2011 in een bestemmingsreserve worden gestort. Het resterende bedrag van de voorziening van 0,2 miljoen euro kan betrokken worden bij de heroverweging.
71
6.4 Leefbaarheid en veiligheid Bedragen x 1,0 miljoen
Incidenteel Structureel 2015
2016
0
0
0,48
0,48
0,08
0,09
Besparen onderhoud wegen
0,12
0,12
Stopzetten subsidies particuliere begraafplaatsen
0,04
0,04
Galloway runderen
0,01
0,01
Bezuiniging onderhoudskosten accommodaties doelgroepenver.
0,00
0,00
5.4.1 Knelpunten Veiligheidsregio Regionale Uitvoeringsdiensten Civieltechnische kunstwerken en kades
0,27
5.4.2 Bezuinigingen
5.4.3 Reserves Reserve grondbank
0,1
Reserve GSB III
0,5
72
6.4.1 Knelpunten Veiligheidsregio Voorstel Wat betreft de veiligheidsregio Twente vanaf 2013 rekening te houden met frictiekosten (0,6 miljoen euro structureel) maar dit tekort de komende jaren terug te dringen zodat de begroting vanaf 2015 sluitend is Het Algemeen Bestuur VRT (Veiligheidsregio Twente) heeft begin 2011 de opdracht gegeven om de overgang naar één brandweer Twente voor te bereiden. Eén van deze stappen in deze overgang is het principebesluit om te komen tot één brandweer in Twente. Het doel van het principebesluit is om een principiële keuze te maken voor de inrichting van brandweerzorg en hulpverlening binnen een geregionaliseerde organisatie, als onderdeel van de Veiligheidsregio Twente. Op basis van dit principebesluit worden de kaders, zowel vakinhoudelijk, personeel als financieel, weergegeven. Tevens worden de uitgangspunten waaronder de overgang van de gemeentelijke brandweren zal plaatsvinden vastgelegd. Bij de vervolgstappen wordt er van uitgegaan dat per 1 januari 2013 de oprichting van één brandweer in Twente gerealiseerd is. Verlengd lokaal bestuur houdt in dat 14 Twentse gemeenten gezamenlijk de regie hebben over de brandweer in Twente. De gemeenten bepalen gezamenlijk het beleid en het beheer. De brandweer voert uit. Er zal worden toegewerkt naar een gedeelde kwaliteitsstandaard, waarbinnen differentiatie tussen de gemeenten mogelijk is op basis van verschil in (brand-) veiligheidsrisico’s en andere kenmerken. Bij incidenten blijft de burgemeester zoals nu geïnformeerd via de meldkamer en/of de operationele leiding. Over de dienstverlening zullen per gemeente in de overdracht afspraken worden gemaakt. Het gaat hierbij zowel om de kwaliteit van de dienstverlening als om de wijze waarop op bestuurlijk en ambtelijk niveau wordt gecommuniceerd. Uitgangspunt is dat de repressieve organisatie zoals deze nu functioneert ongewijzigd overgaat. Hierbij gaat het om zowel de gebouwen, het personeel als de repressieve uitgangspunten (dekkingsplan, garantiefactor, opkomsttijden). Ook in de toekomstige situatie wordt gebruik gemaakt van vrijwilligers. Op termijn zal mogelijk een verschuiving plaatsvinden van enkel inzet voor repressieve taken naar werkzaamheden op gebied van brandveilig leven. Op basis van het begrotingskader zijn er financiële foto’s opgesteld over de begroting 2011. In een normalisatietraject zijn de opgegeven bedragen vergelijkbaar gemaakt en vertaald naar de toekomstige organisatie. Indien conform de voorstellen wordt besloten, dan heeft Almelo vanaf 2013 te maken met een nog te realiseren taakstelling van ongeveer 0,6 miljoen euro structureel. De taakstelling komt o.a. voort uit het budget voor overhead dat meegaat naar de veiligheidsregio, en waarvan de kosten achterblijven bij de gemeente. In de taakstelling is tevens rekening gehouden met de bezuinigingstaakstelling op de brandweer van 0,24 miljoen euro. Over de invulling en verdeling van de taakstelling kan nog niet zoveel worden gezegd. Het wordt als een gezamenlijke opdracht gezien van Brandweer Twente en gemeenten om de desintegratieschade (frictiekosten) zoveel mogelijk te beperken.
73
Bij de voorjaarsnota is afgesproken dat budgetten in principe taakstellende zijn. Daarom wordt nu voorgesteld de komende jaren het tekort weg te werken. Zie hiervoor de tabel hieronder. Bedragen x 1.000
2012
Veiligheidsregio Twente Taakstelling terugdringen tekort
2013
2014
2015
600
600
600
-300
-450
-600
Regionale uitvoeringsdiensten Voorstel Wat betreft de regionale uitvoeringsdiensten vooralsnog uit te gaan van een tekort van 0,38 miljoen euro voor 2012 oplopend naar 0,48 miljoen euro voor 2014 en verder, in afwachting van de omvang van de RUD begroting als het gaat om vergunningverlening, toezicht en handhaving Vanaf 1 januari 2013 moet de regionale uitvoeringsdienst Twente operationeel zijn. In Overijssel is gekozen om de RUD in netwerkverband te organiseren, waardoor voldaan kan worden aan de landelijke RUD-opgave voor vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) in de fysieke leefomgeving. In het regeerakkoord is een ombuiging opgenomen die is gekoppeld aan het opzetten van regionale omgevingsdiensten. Deze ombuiging wordt nu doorgevoerd. De verlaging van het gemeentefonds bedraagt voor 2012 50 miljoen euro, 80 miljoen euro in 2013 en 100 miljoen euro vanaf 2014. Voor Almelo betekent dit een ombuigingstaakstelling vanuit het gemeentefonds van circa 210.000 euro in 2012, 380.000 euro in 2013, en 475.000 euro vanaf 2014. Dit jaar staat in het teken van het nemen van cruciale beslissingen ten aanzien van de organisatie en financiering van de RUD. Van de door het rijk beoogde efficiëntiewinst is op dit moment geen sprake. Op dit moment moet er geïnvesteerd worden in het samenwerkingsmodel. Tegelijk moet de uitvoering straks voldoen aan landelijk vastgestelde kwaliteitscriteria. Almelo voldoet op verschillende punten nog niet aan dit vereiste kwaliteitsniveau. Ook hiervoor zijn investeringen nodig. In het proces van de RUD vorming is het de uitdaging deze investeringen in zowel het proces als in de uitvoeringscapaciteit, vorm te geven binnen de kaders van de huidige capaciteit en middelen. Een aanvullende taakstelling kan alleen gerealiseerd worden door het verlagen van het uitvoeringsniveau. De exacte doorberekening van de financiële consequenties van het in werking hebben van een RUD, de kwaliteitscriteria en de uitvoering in NetwerkRUD-verband is op dit moment nog niet mogelijk. Dat kan pas na opstellen bedrijfsplan en de financieringssystematiek (verwachting: zomer 2012). Dan wordt de theoretische doorberekening mogelijk van de structurele consequenties van de uitvoering van VTHtaken in de RUD na 1 januari 2013 per afzonderlijk bevoegd gezag. De raad zal, wanneer het financiële plaatje rond is en de consequenties in beeld zijn, moeten beslissen over de omvang van de VTHbegroting. Bedragen x 1.000
2012
2013
2014
2015
2016
Regionale uitvoeringsdiensten
0,38
0,38
0,48
0,48
0,48
74
Civieltechnische kunstwerken en kades Voorstel Wat betreft de civieltechnische kunstwerken te prioriteren en daarbij te focussen op veiligheid en hiervoor te bestemmen 0,27 miljoen euro incidenteel en 0,08 miljoen euro structureel vanaf 2013 oplopend naar 0,09 miljoen euro vanaf 2016 Bij de begroting 2012 is motie BA – Onderhoud kunstwerken aangenomen. De besluittekst luidt als volgt: Het college te verzoeken een meerjaren- onderhoudsplan voor alle kunstwerken op te stellen waarin voldoende geld wordt gereserveerd voor onderhoud en vervanging aan het eind van de economische levensduur van de kunstwerken. De afgelopen jaren is gewerkt aan vulling van het beheersysteem voor de civieltechnische kunstwerken (bruggen, tunnels, viaducten, incl. kades en geluidsschermen). Aansluitend hebben er technische inspecties plaatsgevonden om de huidige staat van de kunstwerken te bepalen. In het onderzoek zijn de 173 kunstwerken in beheer van de gemeente Almelo meegenomen. Deze vertegenwoordigen samen een kapitaalwaarde (vervangingswaarde) van circa 100 miljoen euro. Kwaliteitstoestand In het onderzoek zijn 173 civieltechnische kunstwerken meegenomen. Dit omvat bruggen, tunnels, viaducten, enkele grote duikers, geluidsschermen, houten bruggen en stalen bruggen en 5 damwanden. Per object is bekeken wat de staat van onderhoud is en dit is beoordeeld met een cijfer van 1 t/m 5 (5=goed, 4=voldoende, 3=matig, 2=onvoldoende, 1=slecht). aantal
goed
voldoende
matig
onvoldoende
slecht
gem.score
beton-/metselwerkbruggen
71
11%
31%
48%
7%
3%
3,41
beton-/metselwerkbruggen/duikers
33
6%
52%
33%
9%
0%
3,55
tunnels, viaducten
23
0%
52%
43%
4%
0%
3,48
damwanden
5
0%
60%
40%
0%
0%
3,60
geluidschermen
9
0%
67%
22%
11%
0%
3,56
houten bruggen
15
0%
7%
27%
40%
27%
2,13
stalen bruggen
17
18%
35%
47%
0%
0%
3,71
totaal
173
8%
39%
41%
9%
3%
3,38
Opmerking: de damwanden zijn apart onderzocht in het kader van de kadeconstructies, zie hiervoor verderop.
De gemiddelde kwaliteit van deze kunstwerken is 3,38 punten, die dus matig tot voldoende zijn. 22 van de objecten (12%) hebben een onvoldoende of slechte beoordeling. Deze objecten hebben het eind van hun levensduur bereikt of bereiken deze zeer binnenkort en hebben hun functionaliteit verloren. Uitschieter aan de onderkant zijn de houten bruggen: van de 15 zijn er 10 onvoldoende of slecht. De houtconstructies van deze bruggen zijn aangetast door houtrot en komen in aanmerking om binnen 5 jaar te worden vervangen. Verder komen 4 beton-/metselwerkbruggen/duikers in aanmerking voor vervanging binnen 5 jaar, deze vertonen scheuren in de landhoofden of zijn verzakt. Binnen een periode van 10 jaar dienen nog eens 3 houten bruggen, 3 beton-/metselwerkbruggen/duikers en 1 kademuur vervangen te worden. Deze kunstwerken naderen hun theoretische levensduur en vertonen dusdanige tekortkomingen dat groot onderhoud niet meer rendabel is.
75
Bij veel kunstwerken is de kwaliteit van de conservering matig, waardoor de bescherming tegen klimatologische invloeden beperkt is. Het gevolg zijn versnelde inrotting van hout en roestvorming. Het ontbreken van slijtlagen heeft gladheid van het brugdek onder natte omstandigheden tot gevolg. De kunstwerken kunnen niet schoon genoeg gehouden worden om de negatieve invloed op de materialen binnen acceptabele grenzen te houden. Ook het beeld/aanzien is onder de maat. Werkpakketten Aan de hand van de kwaliteitstoestand is voor elk kunstwerk bepaald welke onderhoudsmaatregel nodig is (essentie) en wanneer deze uitgevoerd moet worden (urgentie). Op deze wijze ontstaat per kunstwerk een gedetailleerd pakket van uit te voeren werkzaamheden en alle bijbehorende kosten en het gewenste jaartal van uitvoering. Aan de hand hiervan is een meerjarenplan opgesteld, waarbij rekening is gehouden met het aanbesteden van werken. Zo worden gelijksoortige onderhoudsmaatregelen geclusterd zodat deze in één keer kunnen worden aanbesteed. Zorgplicht In het financiële overzicht zijn ook de kosten meegenomen voor het periodiek inspecteren van de kunstwerken. Op basis van deze inspecties kan naar voren komen dat een kunstwerk nader moet worden onderzocht op de exacte oorzaak en omvang van een geconstateerd gebrek. Ook kan worden geconstateerd dat er verder onderzoek naar de constructieve veiligheid nodig is. Dit is vooral het geval bij oudere kunstwerken, die destijds zijn ontworpen op de verkeersbelasting uit die tijd. Onderzoek en herberekening moeten aantonen of het kunstwerk de huidige belasting en intensiteiten nog aankan. Deze aantoonbare inspecties en onderzoeken zijn onderdeel van de wettelijke zorgplicht van de beheerder. Levensduur Afhankelijk van het bouwjaar van een object en het soort constructie kan de theoretische einde van de levensduur van een kunstwerk worden bepaald. De levensduur kan worden verlengd door goed (preventief en correctief) onderhoud te plegen. De technische einde levensduur wordt bepaald door de huidige staat van onderhoud en de onderhoudsactiviteiten die er in de toekomst aan dienen te worden verricht. Hierbij wordt wel rekening gehouden met externe factoren, zoals gebruiksintensiteit en klimatologische invloeden, die de levensduur mede beïnvloeden. Indien de theoretische en het einde van de technische levensduur zijn bereikt en groot onderhoud niet meer rendabel is, moet het betreffende kunstwerk worden vervangen. Financiële aspecten Van alle kunstwerken zijn de benodigde onderhoudswerkzaamheden voor de periode 2012-2021 bepaald. De kosten hiervan zijn per soort onderhoudsactiviteit weergegeven in bijgevoegd financieel overzicht (zie bijlage 3.1). Op basis van het financieel overzicht kan geconcludeerd worden dat er voor een goed preventief en correctief beheer van de kunstwerken gemiddeld jaarlijks een structureel bedrag nodig is van ongeveer 1,6 miljoen euro. Dit is fors meer dan het huidig beschikbare bedrag van 235.000 euro op de begrotingspost voor de kunstwerken en het bedrag van 140.000 euro dat jaarlijks in de voorziening voor onderhoud en vervanging wordt gestort. Hiermee kan enkel curatief onderhoud plaatsvinden. Het hoge bedrag is de kolom voor het jaar 2012 laat zien dat er een onderhoudsachterstand is. Deze bedraagt incidenteel ongeveer 1,8 miljoen euro (3,4 miljoen euro minus de benodigde 1,6 miljoen euro regulier onderhoud). Aangezien er al opdracht is verstrekt voor groot onderhoud aan de drie
76
beweegbare bruggen en dit ook al is gedekt, kan het achterstallig onderhoud aan deze kunstwerken à 600.000 euro in mindering worden gebracht op de onderhoudsachterstand. Daardoor komt de huidige onderhoudsachterstand netto uit op 1.200.000 euro incidenteel. Binnen deze bedragen is de noodzakelijke vervanging in de periode 2012-2021 meegenomen. De vervangingen 2012 worden gerekend als achterstallig, die in 2013 tot en met 2021 als regulier. Het gaat om 16 objecten die in deze periode vervangen moeten worden (zie bijlage 3.2). De kosten van deze vervangingen bedragen voor 2012 tot en met 2021 in totaal circa 1,7 miljoen euro. Kadeconstructies De gemeente Almelo heeft in totaal ongeveer 7.500 meter aan kades in bezit. Voor ongeveer de helft zijn dit stalen of betonnen kadeconstructies (civiel-/bouwtechnisch), de andere helft zijn ‘groene’ kades/taluds (cultuurtechnisch). De kapitaalwaarde (vervangingswaarde) van de kades bedraagt ongeveer 22 miljoen euro. Ongeveer 40% van de kadeconstructies is op basis van een eerste inspectie kwalitatief onvoldoende. De onderhoudsachterstand bedraagt incidenteel 731.450 euro (zie bijlage 3.3). Voor het onderhoud aan de kades is structureel 320.000 euro nodig, waarbij het huidige budget voor (curatief) onderhoud 16.000 euro bedraagt. Een deel van de kades in havengebied Dollegoor is in erfpacht uitgegeven aan de bedrijven. Mogelijk kan een deel van de kosten, maximaal 75%, conform de erfpachtovereenkomst bij betreffende bedrijven worden neergelegd. Een meerjarenplan voor het onderhoud van de kades is onderdeel van het project Regionaal Havenbeheer. In het kader van het gemeentelijke project Revitalisering Havengebied Dollegoor wordt hier ook naar gekeken. Voorstel: focussen op veiligheid Hierboven is al genoemd dat er voor een goed preventief en correctief beheer van de kunstwerken gemiddeld jaarlijks een structureel bedrag van ongeveer 1.600.000 euro nodig is. Omdat dit beheerbudget er nu niet is en er in de huidige situatie ook geen mogelijkheden lijken hieraan te komen, moeten prioriteiten worden gesteld. Deze keuze leggen wij in onze beheervisie als volgt:
77
maatregel 1
vervanging
2a
nader onderzoek
2b
onderzoek constructieve veiligheid
3a
herstel asfalt-slijtlaagconstructies
3b
herstel beton-metselwerkconstructies
3c
herstel staalconstructies
3d
herstel houtconstructies
4a
periodiek asfalt-slijtlaag (10jaarljks)
4b
periodiek herstel/bestrating
4c
conservering leuningwerk (periodiek)
5
periodiek schoonmaken (jaarlijks)
6a
verkorte inspectie (jaarlijks)
6b
technische inspectie (5jaarlijks)
6c
inspecties onderhoud (jaarlijks)
7
deformatie meting (3 jaarlijks)
8
kosten onvoorzien (jaarlijks)
Nu wordt voorgesteld de komende jaren in ieder geval de focus te leggen op de veiligheid van de kunstwerken. Dit houdt in dat er prioriteit gegeven worden aan vervangingen, aan nader onderzoek en aan onderzoek naar de constructieve veiligheid van een aantal kunstwerken. Nader onderzoek en onderzoek constructieve veiligheid In de tabel in bijlage 1 zijn voor het eerste jaar kosten opgenomen voor onderzoek naar de constructieve veiligheid en voor nadere onderzoeken. De nadere onderzoeken richten zich op de exacte omvang en oorzaak van een geconstateerd gebrek. Onderzoek naar de constructieve veiligheid richt zich op de toegenomen belasting van een kunstwerk als gevolg van toegenomen intensiteiten en gewichten van het wegverkeer. Beide soorten onderzoek zijn noodzakelijk om bij een aantal kunstwerken de daadwerkelijke veiligheidssituatie te beoordelen. De kosten van hiervan zijn 260.000 euro. Vervangingen In de periode tot en met 2016 zijn 7 houten bruggen en 3 beton-/metselwerkbruggen/duikers aan vervanging toe. De kosten van deze vervangingen bedragen 720.000 euro. Een groot deel hiervan, namelijk 280.000 euro, is bedoeld voor vervanging van de brug in de Rohofstraat over de Aa. In de periode 2019 tot en met 2021 dienen nog eens 6 kunstwerken vervangen te worden. De totale kosten van deze vervangingen voor de komende 10 jaar zijn begroot op 1.712.564 euro. Momenteel wordt jaarlijks 139.400 euro gestort in de voorziening onderhoud en vervanging. Om aan het totaal benodigde vervangingsbedrag van ruim 1,7 miljoen te komen is een extra jaarlijkse storting in de voorziening nodig van 32.000 euro (de voorziening tot en met 2012 is al gebruikt voor het onderhoud van de beweegbare bruggen in 2012).
78
Onderhoud nieuwe kunstwerken De komende 10 jaar staan 16 kunstwerken op de nominatie om vervangen te worden. Wanneer een kunstwerk vervangen is, dient aan de nieuwe constructie regulier (correctief) onderhoud te worden uitgevoerd. Dit om te voorkomen dat een kunstwerk in de loop der jaren weer verslechtert en opnieuw in een onderhoudsachterstand terecht komt. Uit bovenstaande tabel zijn dit de onderhoudsmaatregelen met prioriteit 3 t/m 5, waarbij opgemerkt moet worden dat bij nieuwe objecten de nadruk ligt op conserveringsmaatregelen en schoonmaken. De constructie is immers nog nieuw en hoeft nog niet (grootschalig) hersteld te worden. De kosten van dit correctief onderhoud zijn gemiddeld 9.000 euro per kunstwerk. Dit bedrag is nodig vanaf het moment dat het kunstwerk vervangen is. Constructief onderzoek kades Vervanging en herstel van de kades is vooralsnog buiten beschouwing gelaten. De huidige onderhoudsstaat lijkt vooral van invloed op de functionaliteit: de kades kunnen bij verdere verslechtering of instorting niet worden gebruikt waarvoor te zijn bedoeld (het afmeren en laden en lossen van schepen). Een constructief onderzoek aan de kades moet uitwijzen of hier onaanvaardbare veiligheidsrisico’s worden gelopen. Voor dit onderzoek is een bedrag van 10.000 euro benodigd. Indien uit dit onderzoek blijkt dat noodzakelijke vervangingen nodig zijn, zullen we hierover rapporteren bij de voorjaarsnota 2013. Kosten focus op veiligheid Als bovengenoemde maatregelen ten behoeve van de focus op veiligheid in de komende 10 jaar worden uitgevoerd, dan betekend dit qua kosten het volgende: 2013 constructief onderzoek kunstwerken
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
32.000
32.000
32.000
198.000
nader onderzoeken kunstwerken
62.000
extra storting voorziening
32.000
32.000 32.000 32.000
32.000
32.000
32.000
onderhoud nieuwe kunstwerken
45.000
45.000 45.000 54.000
90.000
90.000
90.000 108.000 135.000 144.000
constructief onderzoek kades Totaal
10.000 347.000
77.000 77.000 86.000 122.000 122.000 122.000 140.000 167.000 176.000
79
6.4.2 Bezuinigingen Besparen onderhoud wegen Voorstel Te bezuinigingen op het onderhoud van wegen wat een bedrag van 0,12 miljoen euro structureel oplevert vanaf 2013 Op onderhoud van wegen kan worden bespaard door bijvoorbeeld niet langer rood asfalt te gebruiken in fietssuggestiestroken en fietspaden, maar deze alleen te markeren met belijning en markering. Ook kan bij herstraten oud bestratingmateriaal alleen worden vervangen als het oude materiaal kapot is (en dus niet om esthetische redenen). Er is te besparen door minder onderhoud uit te voeren aan straatnaamborden, wegmarkeringen, verkeersborden en wegmeubilair. Herstraten van elementenverhardingen gebeurt alleen nog wanneer de fysieke veiligheid in het geding komt. Meldingen met een niet-spoedeisend karakter, dus wanneer de veiligheid niet in het geding is, worden opgespaard en geclusterd afgedaan. De stad merkt van deze maatregelen dat de straten er minder verzorgd uit zien. Verder zullen wegen minder comfortabel aanvoelen. Ook neemt mogelijk het risico op ongevallen - met name bij ouderen – toe vanwege een minder vlakke bestrating. Besparen onderhoud wegen maakte bij de voorjaarsnota 2011 onderdeel uit van de bezuiniging Onderhoud van wegen en straatreiniging die bestond uit drie onderdelen: - Besparen op onderhoud wegen (121.000 euro) - Besparen op verlichting (50.000 euro) - Diverse efficiency voorstellen (107.500 euro) De laatste twee zijn overgenomen en de eerste is middels een amendement niet geaccordeerd door de raad. Dit bezuinigingsvoorstel ligt nu opnieuw voor. Stopzetten subsidies particuliere begraafplaatsen Voorstel Subsidies (in geld en natura) aan de RK begraafplaatsen en de Joodse begraafplaats stop te zetten wat een bezuiniging oplevert van 0,04 miljoen euro structureel vanaf 2014 De gemeente heeft de wettelijke taak om de mogelijkheid tot begraven te bieden. Hieraan voldoet de gemeente via de algemene begraafplaats. Het subsidiëren van alternatieven is niet verplicht. Uitgangspunt dient kostendekkendheid te zijn. Er wordt geconstateerd dat er sprake is van verschillende subsidieregelingen. Dit voorstel is bij de voorjaarsnota 2011 niet overgenomen door de raad door middel van een amendement. Dit bezuinigingsvoorstel ligt nu opnieuw voor.
80
Galloway runderen Voorstel Het leasecontract Galloway runderen opzeggen wat een bezuiniging oplevert van 0,01 miljoen euro vanaf 2014 Het opzeggen van het leasecontract van de Galloway runderen maakte onderdeel uit van de voorjaarsnota 2011. Per amendement heeft de raad besloten dit voorstel niet over te nemen. In deze voorjaarsnota 2012 ligt het voorstel opnieuw voor. Bezuiniging onderhoudskosten accommodaties doelgroepverenigingen Voorstel Wat betreft accommodaties voor doelgroepverengingen te kiezen voor het verminderen van onderhoudskosten, genereren verkoopopbrengsten of extra huurinkomsten uit gebouwen welke thans gebruikt worden door doelgroeporganisaties wat een bedrag oplevert van 0,07 miljoen euro incidenteel in 2014 Het voorstel is om doelgroeporganisaties de mogelijkheid te bieden om het gebouw tegen een reële kostprijs te huren, het pand aan te kopen, of te verhuizen naar een multifunctionele accommodatie (MFA). In het laatste geval verkoopt de gemeente het vrijkomende pand aan een derde. Bij de voorjaarsnota 2011 maakte deze bezuiniging onderdeel uit van een grotere bezuiniging op cultuur- en welzijnsaccommodaties. Per amendement is besloten dit onderdeel niet te accorderen, maar ligt nu opnieuw voor.
81
6.4.3 Reserves Reserves x 1 miljoen
Stand Heroverweging
Resterend bedrag
Leefbaarheid en veiligheid Reserves economisch nut 65. Ondergrondse containers
0,9
0,0
0,9
0,1
0,1
0,0
67. Reserve intergemeentelijk ingenieursbureau
0,8
0,0
0,8
68. Reserve Wegen
0,5
0,0
0,5
69. Reserve materiaal brandweer
0,6
0,0
0,6
70. Reserve co-financiering, Pmjp
0,4
0,0
0,4
71. Reserve bodemverontreiniging
1,8
0,0
1,8
72. Reserve GSB III
3,5
0,5
3,0
73. Reserve riolering tariefsegalisatie
5,8
0,0
5,8
74. Reserve afvalstoffenheffing
1,2
0,0
1,2
15,5
0,6
14,9
Reserves ter afdekking van risico’s 66. Reserve grondbank Reserves ter afdekking van risico’s
Reserve ter realisatie van beleidsprioriteiten
Reserve ter egalisatie van tarieven
Totaal Ad. 65 Reserve economisch nut
Deze reserves zijn ingesteld om de kapitaallasten van een investering te dekken. Het anders inzetten van deze reserves heeft budgettaire consequenties. Immers de dekking voor de kapitaallasten vervalt. De reserve ondergrondse containers is in het verleden opgebracht via afvalstoffentarieven. Daarom wordt deze reserve niet betrokken bij de heroverweging. Ad. 66 Reserve grondbank De reserve grondbank is in 2010 gevormd. Het doel van de reserve is om fluctuaties in de exploitatie van de grondbank op te kunnen vangen. Hierbij is aangegeven dat het nut en noodzaak van de reserve na 3 jaar zou worden geëvalueerd. In feite heeft dus ook deze reserve hetzelfde doel als de algemene reserve, namelijk het opvangen van risico’s. Voorgesteld wordt de reserve te betrekken bij de heroverweging. Dit betekent wel dat incidentele mee- of tegenvallers via het exploitatieresultaat meegenomen worden. Ad. 67 Reserve intergemeentelijk ingenieursbureau De reserve intergemeentelijk ingenieursbureau is bedoeld om toekomstige werkzaamheden voor het intergemeentelijk ingenieursbureau (IIB) met betrekking tot het XL Businesspark Twente te dekken. Bij de begroting 2011 is de ‘buffer’ uit deze reserve vrijgevallen. Het restant is noodzakelijk om het toekomstige werk voor het XL Businesspark te dekken. Ad. 68 Reserve wegen De reserve Wegen is ingesteld om het meerjarenonderhoudsplan uit te voeren. Jaarlijks wordt een bedrag van 1,65 miljoen euro toegevoegd aan deze reserve. Door middelen van de meerjarenonderhoudsprogrammering worden onderhoudskredieten vrijgegeven. Eventuele 82
exploitatieresultaten van het product Wegen, straten en pleinen wordt met deze reserve verrekend. De afgelopen jaren zijn de extra kosten voor schadeherstel aan wegen als gevolg van de winters ten laste van deze reserve gebracht. Aan de huidige stand liggen onderhoudsplannen aan ten grondslag. Het verder afromen van deze reserve heeft direct gevolgen voor de kwaliteit van het wegennet. Ad. 69 Reserve materiaal brandweer De reserve materiaal brandweer is gevormd om de kapitaallasten van materiaal van de brandweer te dekken. Deze reserve maakt onderdeel uit van de financiële afspraken met betrekking tot de vorming van de Veiligheidsregio Twente. Deze reserve kan dus niet op alternatieve wijze ingezet worden. Ad. 70 Reserve co-financiering, Pmjp Voor een toelichting verwijzen we naar de toelichting bij programma Aantrekkelijke stad, onder nr 35. Ad. 71 Reserve bodemverontreiniging De middelen van deze reserve worden ingezet voor verschillende bodemverontreinigingprojecten. Bodemsaneringsprojecten kennen een lange doorlooptijd. Grote, lopende bodemsaneringsprojecten zijn onder andere Nicolon (Palthe-terrein), Grotestraat Zuid, Jack Perkstraat en Rohof. Ad. 72 Reserve Grote Stedenbeleid III De reserve GSB III is gevormd vanuit de Brede Doeluitkering SIV. De verantwoordingsperiode liep tot eind 2010. Een aantal projecten loopt langer door. Op dit moment is de verdeling van de reserve als volgt: x 1.000 euro Vergroten aantal breedbandaansluitingen Realiseren ondernemershuis Verbeteren innovatief vermogen bedrijfsleven
Verdeling
Heroverweging
100
100
9
9
96
IGM (BIC/innovatie)
180
Meedoen met groen
5
Cultuurcentrum/ Talentenfabriek
5
-76
Particuliere woningverbetering
211
Verbeteren WoonOmgeving
200
15
Diverse projecten bodemsanering
2.498
Nog te verdelen bodemsanering
350
Restanten
220
Wubbo Ockelsplein/brug over de AA
220
23
Correctie agv verdeling (zie reserve GSB II (nr. 59))
-180 3.450
534
Uit bovenstaand overzicht blijkt dat het grootste deel van de reserve is verplicht. Een bedrag van 534.000 euro is betrokken bij de heroverweging. Ad. 73 Reserve riolering tariefsegalisatie De stand van de reserve riolering tariefsegalisatie is meegenomen bij het opstellen van het nieuwe brede rioleringsplan. Hieraan is ook een meerjarige ontwikkeling van het tarief voor de rioolheffing gekoppeld.
83
Ad. 74 Reserve afvalstoffenheffing De reserve afvalstoffenheffing is bedoeld om jaarlijkse fluctuaties binnen het product afval op te vangen. Het tarief voor de afvalstoffenheffing wordt jaarlijks kostendekkend berekend. De mee- en tegenvallers binnen dit product (minder/meer kosten en/of meer/minder inkomsten) worden verrekend met deze reserve. De totale omzet voor het product afval wordt geraamd op circa 9,2 miljoen euro. De stand van de reserve is circa 13% van de omzet. Dit lijkt aan de hoge kant. Zeker als hierbij in ogenschouw wordt genomen dat de laatste jaren het product afval een positief resultaat liet zien (er werden middelen aan de reserve toegevoegd). Het college stelt daarom voor de komende 3 jaar de tarieven voor de afvalstoffenheffing met circa 7 euro per aansluiting te verlagen. Na deze, incidentele verlaging, resteert een bedrag van 500.000 euro om fluctuaties op te vangen.
84
7. Weerstandsvermogen Algemeen Het weerstandsvermogen van de gemeente staat onder zware druk. Vanwege de forse verliezen die op onze vastgoed- en grondposities moeten worden genomen, wordt een zwaar beslag gelegd op de aanwezige buffers om risico’s op te kunnen vangen. Het beroep op de aanwezige algemene reserve en bestemmings- en egalisatiereserves leidt weer tot een nieuw risico: als organisatie niet meer in staat zijn om toekomstige tegenvallers op te vangen zonder dat deze meteen tot een tekort op de begroting leiden. De ontwikkeling van het weerstandsvermogen is zeer zorgelijk, zoals uit de gepresenteerde cijfers bij deze voorjaarsnota blijkt. In 2013 zal de algemene reserve zelfs tijdelijk negatief zijn. Daardoor is de organisatie uitermate kwetsbaar geworden. Vanuit risicomanagement zijn maatregelen getroffen om deze kwetsbaarheid zo goed mogelijk te beheersen door daar meer pro-actief op te gaan sturen. Kernvraag aan de organisatie is: waar zijn risico’s vermijden, te reduceren met beheersmaatregelen of over te dragen. Ook is een strikte monitoring operationeel en is er alertheid op potentiële nieuwe risico’s. Sluitstuk van deze pro-actieve benadering is om expliciet en transparant college en raad te informeren over risico’s en te nemen maatregelen. Vanwege de dynamiek die eigen is aan risicoontwikkeling kan hiertoe ook buiten de reguliere p&c-cyclus en besluitvormingsmomenten aanleiding toe zijn. Er wordt op dit moment onderzoek gedaan naar de aanschaf van een risicomanagement-systeem. Eind 2012 beschikken we over een bruikbaar hulpmiddel voor het bepalen van de benodigde weerstandscapaciteit, een monitoringsinstrument en een belangrijk communicatiemiddel naar alle betrokkenen. De huidige grofmazige norm voor de omvang van de algemene reserve (10% van de algemene uitkering) wordt dan vervangen door een berekend bedrag op basis van gekwantificeerde risico’s, kansberekening en getroffen beheersmaatregelen. De raad zal vervolgens op basis van de berekende benodigde weerstandscapaciteit gevraagd worden een norm vast te stellen voor het gewenste weerstandsvermogen.
85
7.1 Inventarisatie van de risico’s Hieronder volgt een inventarisatie van de risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn of kunnen worden gevormd of verzekeringen voor zijn of kunnen worden afgesloten, maar die wel een financieel gevolg kunnen hebben en daarom relevant zijn voor het weerstandsvermogen. De risico’s die de Gemeente Almelo loopt zijn in een viertal hoofdgroepen te verdelen, te weten: 1. financiële risico’s 2. schade risico’s 3. operationele risico’s 4. strategische risico’s Financiële risico’s De financiële risico’s zijn in onderstaande tabel opgenomen. Deze inventarisatie is een actualisatie van de tabel uit het jaarverslag 2011 en de programmabegroting 2012.
Activiteit
Risico
Mogelijke impact
Kans
Actie/beheersmaatregel
Overschrijding budget / vertraging /
1% is € 590.000
L
Projectmatig werken en periodieke voortgangs-
A. Projecten 1
Nieuw Stadhuis
scopewijzigingen
rapportages; strakke financiële sturing en sturen op realiseren planning
2
2
3
Waterboulevard en
Niet voldoen aan
Subsidiebedrag
Verbindende pleinen
externe subsidievoorwaarden
is € 13.150.000
Waterboulevard en
Verplichting tot
Mogelijk
binnenstad
realisatie volledige plan
terugbetalen verkregen subsidie
Grondexploitatie
Vertraging uitgifte;
Zie toelichting
afwaardering
grondbedrijf
L
Tijdige opstart uitvoering en periodieke voortgangsrapportages
M
In samenspraak met provincie en externen vormen spaarfonds
H
Projectmatige aanpak problematiek en regie op
gronden, leegstaand
proces
vastgoed. Daling grondprijzen
Afwaarderen bezittingen, bijstellen prijzen en prognoses in voorjaarsnota 2012
4
Onrendabele uren
Geen dekking voor
1 fte is
projecten
projecturen; risico neemt toe indien projecten worden
€ 50.000 Het totaal te dekken kosten
worden interne
gestopt / uitgesteld vanwege bezuinigingen
tlv projecten bedraagt per jaar € 8.000.000
blijft het risico hoog.
86
H
Nav. een audit in 2011 beheersmaatregelen getroffen. Ondanks dat
Activiteit
Risico
Mogelijke impact
Kans
Actie/beheersmaatregel
5
Burgemeester Schneiderssingel
Bijdrage Regio
€ 1.000.000
M
Overleg met de Regio
6
Ontwikkeling
Overschrijding
Zie toelichtende
M
Versobering uitvoering,
Stationsomgeving
financieel en in doorlooptijd
tekst
7
Bouwclaims
Juridische procedures
PM
L
Inventarisatie claims en sturing op afbouw of realisatie
8
Brandveiligheid gemeentelijke accommodaties
Voldoende budget voor investeringen in veiligheid
PM
M
Prioriteiten stellen om minimum veiligheidsniveau te garanderen; eventueel
sturen op positief onderhandelingsresultaat
aanvullend krediet aanvragen B. Open einderegelingen 9
Wmo
Overschrijding budget
1% is € 95.000
L
10
WWB
Overschrijding budget
Maximaal € 6,5 miljoen
H
Effectiever en efficiënter inrichting van uitvoeringstaken rond uitkeringstoekenning en – verstrekking
11
Schuldhulpverlening en minimaregeling
Overschrijding budget
1% is € 37.000
L
Diverse maatregelen zijn getroffen
Tekort exploitatie / Effecten Wet Werken naar
42% voor rekening van gemeente
H
Business-cases zijn gereed en transitieplan is in ontwikkeling
Vermogen
Almelo Min:€ 1,5 mln Max: 3 mln (per H
Treffen voorziening
M
Kaderstelling en uitvoeringsovereenkomst; opbouw weerstands-
C. Verbonden partijen & samenwerkingsverbanden 12
Soweco
jaar) 13
XL Businesspark
Tekort exploitatie
23% voor rekening gemeente Almelo
14
Sportaccommodaties Almelo BV
Tekort exploitatie
100% voor rekening gemeente Almelo
vermogen bij Sportbedrijf In 2012 wordt een interne adviesopdracht uitgevoerd naar de relatie Sportbedrijf – gemeente
15
Vorming Regionale
Frictiekosten ivm
PM 87
M
In 2012 werken aan
Activiteit
Risico
Uitvoeringsdienst (RUD)
start nieuwe organisatie per 2013 en wettelijke
Mogelijke impact
Kans
Actie/beheersmaatregel randvoorwaarden voor een efficiënt opererende RUD
minimum kwaliteitseisen D. Bedrijfsvoering 16
17
Werkplein Noord Twente Personeelslasten
Afname UWV; leegstand ca. 50
aandeel UWV bedraagt ca.
werkplekken
€ 800.000
Nieuwe CAO
1% salarisverhoging is ruim
L
Gesprekken met het hoofdkantoor van UWV
L
Stelpost in begroting
L
Conservatoir beslag
€ 400.000 18
Contractueel
Niet innen
overeengekomen bouwleges 19
Vordering bedraagt € 1.000.000
Bezuinigingstaakstel-
Niet of niet tijdig
Min. € 500.000
ling “Het Verschil Maken” / Aanpassing organisatiestructuur
realiseren van ingeboekte taakstellingen en
Max. € 1 mln
gelegd M
Strikte monitoring en sturing; selectieve vacature-invulling; begroten incidentele
frictiekosten
middelen voor dekking
E. Rijksoverheid 20
Rijksbeleid
Decentralisatie van taken / doeluitkeringen
PM
H
Tijdige voorbereiding, samenwerking in de regio, via VNG werken aan afdoende middelenoverdracht
21
Rijksbezuinigingen
Negatieve
1% is
ontwikkeling algemene uitkering
€ 880.000
M
Sturen op voldoende opbrengst uit de takenanalyse; een bedrag reserveren hiervoor in de voorjaarsnota
22
Nieuwe financiële
Minder
PM
L
Wet is nog niet
wetgeving
mogelijkheden tot investeringen ivm
aangenomen. Overleg kabinet – VNG over
strengere normen
implicaties loopt
F. Overig 23
24
Kunstwerken
Vervanging en
(bruggen, viaducten, havens en kademuren)
onderhoud onvoldoende geborgd
Reserve bovenwijkse
mogelijkheden tot
voorzieningen
dotering aan reserve
PM
M
Sparen voor onderhoud
PM
L
Geen nieuwe claims ten laste van deze middelen
88
A. Projecten Grote investeringsprojecten kennen specifieke risico’s. Deze worden expliciet zichtbaar gemaakt in de projectofferte en gedurende de looptijd van het project gevolgd. In de documenten behorende bij de planning- en controlcyclus wordt over de risico-ontwikkeling gerapporteerd en als er aanleiding toe is uiteraard ook buiten de reguliere rapportagemomenten om. Ad 1. Nieuw Stadhuis In deze voorjaarsnota is een besluit genomen over een nieuw stadhuis. Een investering van deze omvang kent altijd diverse risico’s. In deze voorjaarsnota wordt apart aandacht besteed aan dit project en wordt een voorstel gedaan om het project vooralsnog 2 jaar ‘on hold’ te zetten (variant 2). Bij de begrotingsbehandeling 2013 zal bezien worden wat de mogelijkheden zijn van een huurconstructie. Ad 2. Waterboulevard en verbindende pleinen In het kader van het programma Investeren met Gemeenten (ImG) bij de provincie Overijssel is een subsidieaanvraag ingediend voor een bedrag van 13,2 miljoen euro voor de projecten Waterboulevard en Verbindende pleinen. Hiervan is 0,85 miljoen euro bestemd voor het onderdeel Verbindende pleinen en 12,3 miljoen euro voor het onderdeel Waterboulevard. In het project Waterboulevard wordt het Kanaal De Haandrik tot in het stadscentrum doorgetrokken met verbetering van de ruimtelijke kwaliteit in de onmiddellijke omgeving (kades en oevers). Verbindende pleinen hebben een belangrijke betekenis voor het koppelen van het historische winkelgedeelte (Grotestraat) met het moderne winkelgedeelte en de horeca (uitgaansgedeelte). Met de uitvoering van beide projecten is voor 1 januari 2012 gestart. Dit is aan de provincie meegedeeld. De uitvoering van het Waagplein vordert gestaag. De Gemeente Almelo wil, in samenwerking met de provincie Overijssel, komen tot een nieuwe ontwikkelstrategie voor de binnenstad. Kern van deze strategie is dat de overheid zich faciliterend opstelt en zich beperkt tot de realisatie van de openbare ruimte, terwijl de (her)ontwikkeling van vastgoed wordt overgelaten aan marktpartijen. Risico’s komen in deze strategie zoveel mogelijk ten laste van marktpartijen. De provincie wil een bestuursconvenant afsluiten tussen gemeente en provincie, waarin partijen bestuurlijk de verplichting uitspreken dat de door de gemeenteraad vastgestelde stedenbouwkundige visie (inclusief waterboulevard) uiteindelijk volledig wordt afgerond. In dit convenant wordt ook geformuleerd, dat partijen samen subsidies zullen verwerven, waardoor eerder tot fysieke realisatie kan worden overgegaan, dan op dit moment wordt gepland. Dit betekent dat er de komende jaren een grote financiële opgave bestaat om ervoor te zorgen dat de resterende middelen beschikbaar komen. Afhankelijk van de exacte invulling en opzet van het spaarfonds, financiële mogelijkheden na 2016 en de te maken afspraken daarover met de provincie kan een definitieve datum worden vastgelegd waarop de volledige waterboulevard is gerealiseerd. Als de provincie Overijssel niet akkoord gaat met het aanpassen van de afspraken dan lopen wij het risico dat Almelo de verkregen subsidie voor de realisatie van de waterboulevard moet terugbetalen.
89
Ad 3. Grondexploitatie De grondexploitaties vormen het grootste financieel risico voor de gemeente waarbij pijnlijke keuzes bij deze voorjaarsnota 2012 onvermijdelijk zijn. In 2011 is de problematiek van het Grondbedrijf in sterke mate toegenomen door de achterblijvende uitgiftes van kavels voor woningbouw en bedrijventerreinen. Daarnaast is vanwege de conjuncturele omstandigheden de waarde van het vastgoed van de gemeente sterk gedaald. Daarbij komt dat de reserves van het Grondbedrijf zijn uitgeput. Ondanks de afwaardering en de fundamentele heroverweging bij deze voorjaarsnota blijft het risico bestaan op het niet tijdig realiseren van de bijgestelde prognoses vanwege de onzekere marktontwikkelingen. Bij de gevoeligheidsanalyse worden de gevolgen van ontwikkelingen benoemd en gekwantificeerd. Hierbij wordt onder andere aandacht besteed aan de gevolgen van aanpassen van woningtypen, lager duren economische crisis en het aanpassen van grondprijzen op korte en lange termijn. Ad 4. Onrendabele uren projecten Op basis van Marsroute 1 en 2 en de besluitvorming bij deze voorjaarsnota zijn en worden ten aanzien van de grondexploitaties plangebieden verkleind, is het woningbouwprogramma aangepast en de fasering herzien. Het gevolg hiervan is dat binnen de grondexploitaties minder dekking is voor de inzet van het ambtelijk apparaat. Ook voor andere projecten geldt dat, wanneer deze worden gestopt of vertraagd, er een financiële tegenvaller ontstaat omdat dekkingsbronnen voor ambtelijke capaciteit ontoereikend zijn. Zonder maatregelen komen de kosten van deze fte’s ten laste van de gemeentebegroting als zogenaamde onrendabele uren. Door heroverweging van projecten zal het risico naar verwachting toenemen. Strikte monitoring en rapportage in 2012 e.v., zonodig in combinatie met structurele vermindering van ambtelijke capaciteit, zal het risico moeten beperken. Ad 5. Burgemeester Schneiderssingel De Burgemeester Schneiderssingel is opgenomen in het structuurplan Almelo 1996 en het masterplan Almelo 2004. In 2009 is een exploitatieovereenkomst ondertekend met de projectontwikkelaar van het Indiëterrein (nr 2009/12593). Hierin is afgesproken dat de gemeente zorgt voor de ontsluiting van het Indiëterrein door aanleg van de Burgemeester Schneiderssingel. De totale kosten worden geraamd op 4,8 miljoen euro. Er wordt rekening gehouden met de aanleg van een deel van de fietssnelweg waarvoor gerekend wordt op een bijdrage van de Regio van minimaal 1,6 miljoen euro. Voor het eerste deel van de bijdrage van de Regio (600.000 euro) is een formele aanvraag gedaan. Hiervoor zijn bij de Regio middelen beschikbaar. Het tweede deel van de bijdrage (1 miljoen euro) is onzekerder omdat deze moet concurreren met andere aanvragen uit de Regio. Medio 2012 wordt hierover besluitvorming verwacht. Ad 6. Ontwikkeling Stationsomgeving Het project Ontwikkeling stationsomgeving Almelo bestaat uit diverse deelprojecten die deels in uitvoering, en deels ook nog in de ontwerp- en/of definitiefase verkeren. De P&R garage is in januari 2012 geopend. Andere projectonderdelen (herinrichting stationsplein, herinrichting omgeving P&R garage) zijn aanbestedingsgereed of in gevorderd stadium van ontwerp. De gewenste tunnelverbreding en de daaraan gekoppelde herinrichting van de westuitgang van het station bevinden zich in de ontwerpfase. Inmiddels is er een aantal mee- en tegenvallers waarvan de risico’s vooralsnog binnen de projectscope te beheersen zijn. Zo is er nog ruimte aan de opbrengstenkant van de P&R garage (tariefsaanpassing) en zijn er nog besparingsmogelijkheden bij de projectonderdelen die nog niet in uitvoering zijn genomen. Het risico heeft zich geëffectueerd dat we bij de verwerving geconfronteerd werden met vraagprijzen die een te groot beslag op het projectbudget zouden leggen. In overleg met de
90
portefeuillehouder hebben we uiteindelijk het plan enigszins kunnen aanpassen waardoor we een stuk verwerving gedeeltelijk konden vermijden zonder de uiteindelijke doelstellingen (verbeterde functionaliteit) aan te tasten. Nadeel hiervan is een vertraging in de uitvoering die kan oplopen tot ca 6 maanden. Ad 7. Bouwclaims Alle bestaande bouwclaims zijn geïnventariseerd. De stadsadvocaat brengt juridisch advies uit over de prioritering, de rechten en verplichtingen en de verder te volgen procedure. In 2012 worden de claimhouders aangeschreven. Er worden geen nieuwe bouwclaims meer uitgegeven zonder besluitvorming door het college. Het niet inwilligen van een claim kan leiden tot juridische procedures. Ad. 8 Brandveiligheid gemeentelijke accommodaties Voor de vervolgaanpak van de aanpak van de brandveiligheid van de gemeentelijke accommodaties is een restantbudget van circa 730.000 euro beschikbaar. In hoeverre dit bedrag voldoende is voor de vervolgaanpak is op dit moment nog niet zichtbaar. Naar verwachting zal vooral de aanpak van de parkeergarages een forse investering vergen. Op dit moment worden de inspecties uitgevoerd en op basis daarvan zal er een eerste raming van kosten worden opgesteld. Ten aanzien van het te investeren bedrag zal er een afweging plaatsvinden over de te nemen maatregelen waarbij in ieder geval zal moeten worden voldaan aan het minimumniveau.
91
B. Open einderegelingen De gemeente kent een aantal openeinderegelingen, regelingen die niet goed te budgetteren zijn omdat de vraag niet of lastig te beïnvloeden is. Denk daarbij bijvoorbeeld aan het recht op een uitkering of een vergoeding of een subsidie die is vastgelegd in een wet of verordening. Voldoet men aan de voorwaarden dan is de gemeente gehouden deze uitkering, vergoeding of subsidie te betalen, ongeacht of het geraamde budget toereikend is. Hieronder wordt voor enkele open-einde regelingen aangegeven hoe hiermee wordt omgegaan. Ad 9. Wmo / AWBZ De Wmo is een open einderegeling en de tekorten worden uit de algemene middelen aangevuld. Voor de lange termijn (komende 10 jaren) verwachten wij een stijgend gebruik van de Wmo voorzieningen vanwege de vergrijzing. Mede om deze reden proberen wij het verstrekken van de individuele voorzieningen beheersbaar te maken. Vanaf 2011 is een aantal maatregelen getroffen. In de begroting 2011 is een bezuinigingstaakstelling van 200.000 euro per jaar oplopend tot 800.000 euro structureel in 2014 overeengekomen. Het uitvoeren van de bezuinigingstaakstelling op schema. Als onderdeel van de heroverweging van reserves is de reserve WMO opgeheven. Voordelen en nadelen op de uitvoering van de individuele voorzieningen zullen met de algemene reserve verrekend worden. Naar verwachting wordt de functie begeleiding van de AWBZ vanaf 2013 naar de gemeente gedecentraliseerd als toevoeging aan de Wmo. Het is een operatie die veel inspanningen zal vergen. De financiële contouren tussen Rijk en gemeenten zijn op dit moment nog niet ingevuld. Ad 10. WWB In de begroting is rekening gehouden met een eigen risico van 10% op de bijstandsregeling. Het uitgangspunt daarbij is dat bij overschrijdingen boven de norm van 10% gebruik gemaakt kan worden van de Rijksregeling voor compensatie in de vorm van een zogenaamde Individuele Aanvullende Uitkering. Het risico is echter dat compensatie niet mogelijk zal zijn omdat het macrobudget wordt gekort en door gemeenten overvraagd wordt. Dit risico heeft zich in 2011 gemanifesteerd omdat het ministerie – in onze ogen onterecht- onze aanvraag Individuele Aanvullende Uitkering (IAU) over 2010 heeft afgewezen. Voor 2011 is een voorziening opgenomen van 4,3 miljoen euro. Om het risico voor de komende jaren te reduceren is een aanvraag Meerjarige Aanvullende Uitkering (MAU). Dit is mogelijk geworden omdat Almelo opeenvolgende jaren een structureel tekort kent op de verstrekking van uitkeringen. Ad 11. Schuldhulpverlening en minimaregelingen De laatste jaren laten een toenemend beroep op deze voorzieningen zien. Er zijn maatregelen getroffen om deze regelingen binnen de financiële kaders of met een lagere overschrijding uit te voeren. Bij schuldhulpverlening worden de uitgangspunten meer eigen verantwoordelijkheid, accent op preventie en beperking van de duur van budgetbeheerrekeningen gehanteerd. In het kader van minimabeleid is Verordening Maatschappelijke Participatie afgeschaft en omgezet naar een “in natura”-fonds. De maatregelen hebben vanaf 2012 effect, waardoor het risico op budgetoverschrijdingen wordt beperkt.
92
C. Verbonden partijen en samenwerkingsverbanden Op diverse terreinen wordt met andere gemeenten samengewerkt. Hierbij valt te denken aan een muziekschool, sociaal-cultureel en maatschappelijk werk etc. Bezuinigingen bij de ene gemeente leidt veelal tot hogere kosten bij de andere gemeente, omdat de niet op korte termijn beïnvloedbare kosten (vaste kosten) moeten worden opgebracht. Aan mogelijke toekomstige verzelfstandigingen en uitbestedingen (bijvoorbeeld de vorming van de Veiligheidsregio Twente in 2012, de vorming van de Regionale Uitvoeringsdienst per 2013 en de overgang van het team Belastingen naar het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente per 2013) kleven tijdelijke financiële risico’s, met name de afbouw van desintegratiekosten. Daarnaast dient door een tijdige en zorgvuldige voorbereiding van uitbestedingen de continuïteit van de dienstverlening te worden gewaarborgd. Ad 12. Soweco Het exploitatietekort van Soweco over 2011 is ten laste gebracht van de reserves van Soweco. Voor de nabije toekomst zijn de financiële risico’s hoog vanwege de voorgenomen kortingen van het Rijk op het budget voor de sociale werkvoorzieningbedrijven. In 2011 is onderzoek gedaan naar de toekomstige positie van Soweco. Op 24 april heeft de raad ingestemd met een model op basis waarvan de uitvoering van de Wsw verder wordt uitgewerkt. Het is op dit moment niet in te schatten wat de gevolgen zullen zijn van het vallen van het kabinet. Ad 13. XL-Businesspark Het XL-Businesspark is een gemeenschappelijke regeling van de Twentse netwerksteden. De gemeente Almelo participeert hierin voor 23%. Op basis van de voorlopige jaarrekening 2011 bedraagt het exploitatietekort van de gemeenschappelijke regeling 8,5 miljoen euro. De verslechtering wordt voornamelijk veroorzaakt door tegenvallende gronduitgifte. Voor ons aandeel in het tekort is een voorziening getroffen. Voor de komende jaren blijft de omvang van de uitgifte een onzekere factor. Ad 14. Sportaccommodaties Almelo BV Van deze vennootschap is de gemeente Almelo enig aandeelhouder en daarmee financieel risicodrager, waardoor tekorten op de exploitatie voor onze rekening komen. In 2011 heeft het college de concept-kaders voor het Sportbedrijf en de concept-uitvoeringsovereenkomst opgesteld, met het oog op een pilot hiervan in 2012. Door budget- en prestatieafspraken te maken, dienen de risico’s op termijn te worden beperkt. Het risico dat exploitatieverliezen ten laste van de gemeente komen blijft echter bestaan vanwege het aandeelhouderschap en het feit dat het Sportbedrijf nog niet over eigen weerstandsvermogen beschikt. Met de directie en de raad van commissarissen van het Sportbedrijf is in 2012 een pakket maatregelen besproken, die na effectuering moeten leiden tot een sluitende exploitatie. Over het effect van de maatregelen op het geprognosticeerde resultaat in 2012 zal worden gerapporteerd in de Berap 2012. Ad. 15. Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) Vanaf 1 januari 2013 moet de regionale uitvoeringsdienst Twente operationeel zijn. In Overijssel is gekozen om de RUD in netwerkverband te organiseren, waardoor voldaan kan worden aan de landelijke RUD-opgave voor vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) in de fysieke leefomgeving. Gezien de efficiencykorting van het Rijk en de daardoor dalende middelen voor de ontwikkeling van de RUD, en de eis het voldoen aan de landelijke kwaliteitscriteria om het uitvoeringsniveau op peil te
93
houden, wordt voor de korte termijn een kostenstijging voor VTH verwacht. Het college heeft in deze voorjaarsnota de doorvertaling van de efficiencykorting meegenomen in de integrale afweging. Het risico van budgetoverschrijdingen is hierdoor verkleind.
94
D. Bedrijfsvoering Ad 16. Werkplein Noord Twente Het Werkplein Noord Twente is een samenwerkingsverband tussen de gemeente Almelo, het UWV en enkele regiogemeenten op het gebied van Werk en Inkomen. Het werkplein wordt gehuisvest in het Twenthecentrum waarbij de gemeente Almelo optreedt als hoofdhuurder van het Werkplein. Het UWV neemt circa 50 werkplekken af waarmee een bedrag gemoeid gaat van circa 800.000 euro. Als gevolg van de bezuinigingen binnen het UWV staat de afname van de werkplekken door het UWV ter discussie. Met het UWV zijn gesprekken gevoerd waarin wij op het standpunt staan dat de gemaakte contractafspraken t/m 2015 worden nagekomen. Daarna is de bekostiging onzekerder. Ad 17. Personeelslasten De VNG en de bonden sloten op 20 april een principeakkoord voor een nieuwe Cao gemeenten. De Cao gaat met terugwerkende kracht in per 1 juni 2011 en loopt tot 31 december 2012. Met de gevolgen van deze cao is in deze voorjaarsnota rekening gehouden. Ad 18. Bouwleges Voor de afgegeven bouwvergunning op de huidige nieuwbouwlocatie van het Stadhuis is contractueel een uitgestelde betaling van de bouwleges overeengekomen. De bouwleges bedragen 1,0 miljoen euro. Inmiddels is conservatoir beslag gelegd. Ad. 19 Het Verschil Maken (HVM) / Aanpassen organisatiestructuur De organisatie krimpt de komende jaren met ruim 100 fte / 4,8 miljoen euro. Het is belangrijk om de medewerkers die hierdoor boventallig worden zo snel mogelijk aan ander werk te helpen. Als dit niet lukt, ontstaan er frictiekosten. Binnen het projectbudget HVM is geen geld beschikbaar om die frictiekosten of aanloopverliezen op te vangen. Daarnaast bestaat het risico dat niet-personele bezuinigingen binnen HVM niet (tijdig) kunnen worden gerealiseerd. Door middel van kwartaalrapportages wordt de voortgang en eventuele knelpunten hierin met de raad gedeeld. Om de taakstelling op het aantal leidinggevenden te realiseren is een aanpassing van de organisatiestructuur onontkoombaar. Ook dit kan leiden tot frictiekosten, met name in 2013. In deze voorjaarsnota is rekening gehouden met een bedrag voor frictiekosten.
95
E. Rijksbeleid Ad 20. Rijksbeleid, decentralisatie & specifieke uitkeringen In het regeerakkoord zijn decentralisaties aangekondigd op het terrein van onder meer de AWBZ, Jeugdzorg en Wet werken naar vermogen. De overheveling van taken gaat in het algemeen gepaard met efficiencykortingen. Ook zijn verlagingen van specifieke uitkeringen in het vooruitzicht gesteld, bijvoorbeeld op het gebied van re-integratie. De filosofie van het Rijk is dat gemeenten de taken goedkoper kunnen uitvoeren en dat het daarom op voorhand gerechtvaardigd is de budgetten te korten. Verder vormt de besteding en verantwoording van specifieke uitkeringen van het Rijk, de provincie en derden een risico. Indien niet aan de voorwaarden wordt voldaan loopt de gemeente het risico een deel van de ontvangen bijdrage te moeten terugbetalen. In 2011 hebben zich op dit vlak geen risico’s gemanifesteerd. Wel is er een korting doorgevoerd op de Decentralisatie Uitkering Bodem. Hierdoor moet het Bodemsaneringsprogramma 2012 – 2014 worden aangepast. Ad 21. Rijksbezuinigingen De macro-economische ontwikkelingen zijn in 2011 verder verslechterd, waardoor het kabinet zich genoodzaakt ziet tot aanvullende bezuinigingen. Dit zal vanaf 2012 zijn weerslag hebben op de algemene uitkering en mogelijk doelsubsidies van het Rijk. De algemene uitkering is de belangrijkste inkomstenbron van de gemeente (circa 30%) en beweegt mee met de uitgavenontwikkeling van het Rijk. Door de val van het kabinet is nog onduidelijk welke bezuinigingen worden doorgevoerd en welke gevolgen dit heeft voor onze gemeente. Dat er nieuwe bezuinigingvoorstellen komen lijkt echter onvermijdelijk. Het college heeft daarom in deze voorjaarsnota rekening gehouden met een bedrag van 3 miljoen euro (in 2016) aan aanvullende rijksbezuinigingen. Zodra meer bekend is over de gevolgen van de aanvullende rijksbezuinigingen zullen wij de raad hierover informeren. 22. Nieuwe financiële wetgeving Op dit moment wordt gesproken over de gevolgen van de Wet Houdbaarheid Overheidsfinanciën (wet HOF) voor decentrale overheden. De wet is bedoeld voor begrotingsdiscipline. Het wetsvoorstel moet al per 1 januari 2013 van kracht worden. Uitgangspunt is dat ook voor gemeenten de EMU-norm van 3 procent gaat gelden. De gevolgen voor de gemeenten is op dit moment nog niet inzichtelijk. Momenteel overlegt de Vereniging van Nederlandse Gemeenten hierover met het kabinet. De herverdeling van het gemeentefonds is uitgesteld tot minimaal 2014. Wel zal in 2012 voorrang gegeven worden aan een goede inbedding van de decentralisaties ‘begeleiding’ en ‘Werken naar vermogen’ in het gemeentefonds. Welke gevolgen het ontslag van het kabinet op deze onderwerpen heeft is op dit moment niet in te schatten.
96
F. Overig Ad 23. Kunstwerken (bruggen, viaducten, havens en kademuren) Er is een budget beschikbaar voor het regulier onderhoud (circa 235.000 euro voor de kunstwerken en ca 16.000 euro voor de kademuren). Daarnaast is jaarlijks een budget beschikbaar voor buitengewoon onderhoud van circa 140.000 euro. Met de vervanging van kunstwerken is een fors bedrag gemoeid. Er is volop gewerkt aan een meerjarenonderhoudsschema voor kunstwerken. In deze voorjaarsnota worden hiervoor voorstellen gedaan. Ad 24. Reserve bovenwijkse voorzieningen Het grondbedrijf stort geld in de reserve BOVO. De reserve BOVO is gevormd om bovenwijkse voorzieningen mede te bekostigen. Bovenwijkse voorzieningen zijn kort samengevat: infrastructurele werken inclusief bewegwijzering gelegen buiten de begrenzingen van in- of uitbreidingsplannen, welke echter voor het functioneren van deze plannen noodzakelijk zijn maar tevens dienstbaar zijn aan andere wijken c.a.. De voeding van deze reserve loopt via de grondverkopen van het grondbedrijf door bij verkoop van bouwgrond een bedrag per m² te storten in de reserve BOVO. Ultimo 2011 is er sprake van een positieve stand. Een aanvullende dotatie is dus niet noodzakelijk. Voor de komende jaren rusten er nog een aantal claims die ten laste van deze reserve gebracht moeten worden. Ook dienen de bedragen die zijn ‘voorgefinancierd’ ten laste van de algemene middelen terugbetaald worden voordat nieuwe claims ten laste van deze reserve gehonoreerd kunnen worden.
97
Schade risico’s Roerende zaken Op dit terrein loopt de gemeente evenals elke eigenaar risico’s van diefstal, tenietgaan van het middel enz. Organisatorisch zijn de nodige voorzorgsmaatregelen getroffen en verzekeringen afgesloten, doch uitsluiten van een (eigen) risico is niet mogelijk. Opruimen gevaarlijke stoffen Gevaarlijke stoffen die door onbekenden op gemeentegrond worden gestort, zullen moeten worden opgeruimd. De kosten hiervan moeten door de gemeente worden gedragen als de eigenaar niet te achterhalen is. Voor de eventuele kosten is geen voorziening aanwezig. Bij calamiteiten waarbij gevaarlijke situaties ontstaan, is de gemeente verplicht deze op te heffen, ook indien geen verhaalsmogelijkheden aanwezig zijn. Aansprakelijkheden en bedrijfsschade De gemeente heeft zich tegen wettelijke aansprakelijkheden ingedekt door middel van een Algemeen Aansprakelijkheidsverzekering. Hierbij zijn niet de totale schades gedekt; de gemeente heeft een eigen risico van 2.500 euro voor zaak- en/of persoonsschade en ook 2.500 euro voor vermogensschade per geval. De gemeente kan zich niet indekken tegen het risico van bedrijfsschade, omdat zij door verzekeringsmaatschappijen niet als bedrijf gekenmerkt wordt. Voor vitale onderdelen van de dienstverlening zijn (uitwijk)voorzieningen operationeel. Operationele risico’s Personeel De gemeente loopt net als elk ander bedrijf dat personeel in dienst heeft de volgende personele risico’s: -
Integriteit en fraude Gezondheid Veiligheid en arbeidsomstandigheden
-
Welzijn, kwaliteit en motivatie Naleven wet en regelgeving (rechtmatigheid) Doelmatigheid.
Aansprakelijkheid / bezwaar- en beroepprocedures Het risico dat de gemeente aansprakelijk wordt gesteld voor het niet juist toepassen van de regels en procedures van de interne (bijv. de eigen verordeningen) en de externe wetgeving. Informatievoorziening De organisatie moet permanent worden toegerust om gevraagde kwaliteit, betrouwbaarheid en beschikbaarheid van de gewenste/relevante informatie te leveren. Dit vraagt om de beschikbaarheid van de ICT-infrastructuur en applicaties, het juiste gebruik ervan en de houding van alle medewerkers om alert te zijn op de (blijvende) toegankelijkheid van informatie en de actieve informatievoorziening aan management en bestuur.
98
Strategische risico’s Wettelijke regelingen of verplichtingen Voor de gemeente met al haar verschillende beleidsvelden kunnen nieuwe wetten, wetswijzigingen of aanscherping van bestaande wetten gevolgen hebben met een grote impact. We noemen als concrete voorbeelden: Algemene Wet Bestuursrecht -
Dure woningaanpassingen boven 20.420 euro Arbo-wetgeving Wet Werk en Bijstand
-
Wet werken naar vermogen (per 1 januari 2013) Milieuwetgeving Wet Boeten en Maatregelen
-
Wet Kinderopvang BTW-compensatiefonds Wet maatschappelijke ondersteuning
-
Wet op de Ruimtelijke Ordening Grondexploitatiewet
-
Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (Wabo) Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen
Overige algemene strategische risico’s: Demografische ontwikkelingen Economische conjunctuur -
Conflicterend overheidsbeleid
99
7.2 Beleid risicomanagement Het beleid rondom weerstandscapaciteit en risicomanagement is in 2011 vernieuwd (raadsbrief 22 maart 2011, nr. 2011/4009). Ook recente evaluaties van grote projecten zijn aanleiding het risicomanagement te professionaliseren. Het risicomanagement van de gemeente Almelo heeft, naar aanleiding van het toenemen van het risicobewustzijn, marktontwikkelingen en de economische crisis vanaf 2011 een impuls gekregen. De monitoring en informatievoorziening over weerstandscapaciteit en risico’s is ingebed in de reguliere planning- en controlcyclus. Bovendien worden alle majeure college- en raadsvoorstellen voorzien van een geïntegreerde risicoparagraaf en wordt erop gestuurd om in de control van projecten het werken met risico-analyses te incorporeren. In projectoffertes en de voortgangsrapportages over projecten wordt standaard over risico’s gerapporteerd. Het zicht houden op de ontwikkeling van het weerstandsvermogen en het zonodig aanpassen van de weerstandscapaciteit maakt deel uit van het gemeentelijke systeem van risicomanagement. Doel van risicomanagement is het minimaliseren van de effecten van risico’s op de processen en doelbereiking. Daarnaast ondersteunt risicomanagement het maken van bewuste afwegingen en juiste keuzes en verbetert daardoor de kwaliteit van de bestuurlijke besluitvorming. De komende jaren dient een verdere optimalisering van het risicomanagement te worden gerealiseerd. In sessies met het GMO en individuele afdelingshoofden en projectleiders wordt vooral ingezoomd op het managen van risico’s. Zij zijn daarvoor verantwoordelijk. Gelet op de kwetsbare financiële situatie, onder andere door het ontbreken van financiële buffers en de grote onzekerheden op middellange termijn zijn alertheid op risico’s, pro-actief handelen en behoedzaamheid essentieel. Onderdeel van het beleid ten aanzien van risicomanagement is het waar mogelijk verder kwantificeren van de risico’s èn de structurele monitoring ervan. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een centraal risicobestand. Daarnaast zal een koppeling worden gelegd tussen de gekwantificeerde risico’s en de beschikbare weerstandscapaciteit. De beschikbare weerstandscapaciteit wordt in hoge mate bepaald door de omvang van de algemene reserve. Dit is de belangrijkste buffer voor het opvangen van risico’s en financiële tegenvallers. Momenteel is de norm voor omvang van de algemene reserve 10% van de algemene uitkering. Doordat de kwaliteit van het risicomanagement is verbeterd is er een steeds beter (kwantitatief) inzicht in de financiële risico’s ontstaat, wordt het mogelijk om de beschikbare weerstandscapaciteit te relateren aan de risico’s. Onderzoek moet uitwijzen wat de minimaal noodzakelijke en gewenste omvang van de weerstandscapaciteit is. Hierbij wordt rekening gehouden met de ongedekte risico’s, met het aanpassingsvermogen van de organisatie en de kans dat tegenslagen zich gelijktijdig voordoen. Als de kansen afhankelijk zijn, zoals bijv. bij een teruglopende economische groei, valt het optreden van een aantal risico’s samen. (zoals een lagere algemene uitkering, hogere rentevoet, meer beroep op garanties, verslechterende grondexploitaties, enz.). Niet elk risico zal voor 100% worden afgedekt in reserves en voorzieningen. Systematische en integrale monitoring in combinatie met het nemen van beheersingsmaatregelen vormen blijven daarom van wezenlijk belang voor een professioneel risicomanagement.
100
8. Sourcing Voorstel Wat betreft sourcing de volgende mate van grip van de raad op de uitvoering van de te sourcen taken als kader voor de vormgeving van de nieuwe uitvoeringsrelatie vast te stellen:
-
Grip op toeleiding begeleiding AWBZ hoog Grip op back office werkzaamheden AWBZ laag Grip op groen- en beheerwerkzaamheden middel Grip op Hof 88 laag Grip op scannen inkomende post laag Grip op uitvoerende taken ingenieursbureau laag Grip op uitvoering onderzoeken laag Grip op acquisitie en accountmanagement hoog Grip op het beheer van gemeentelijke vastgoed laag
De Raad heeft op 13 maart 2012 de sourcingskaders vastgesteld (raadsvoorstel 1200083). Eén van de kaders luidt: Sourcing als geleidelijk proces op te zetten, waarbij het college de raad jaarlijks bij de Voorjaarsnota een planning voorlegt van de taken die worden onderzocht, zodat de Raad kan aangeven in welke mate de Raad sturing wil geven aan de desbetreffende taak wanneer er van uitvoerder wordt veranderd. Randvoorwaarden scheppen In 2012 en 2013 worden de beleids- en uitvoerende taken ontvlochten en het opdractgeverschap van de gemeente versterkt. Beide zaken zijn belangrijke randvoorwaarden om sourcing als succesvolle strategie te hanteren. Het is belangrijk om een scheiding aan te brengen tussen de beleids- en uitvoerende taken, zodat het makkelijker wordt om te veranderen van uitvoerder voor de uitvoerende taken. Op verschillende plekken in de organisatie zijn deze taken nog sterk met elkaar vervlochten. Met het wijzigen van de organisatiestructuur wordt deze ontvlechting in gang gezet. Ook is het belangrijk om de opdrachtgevende rol van de gemeente te versterken. In de gemeente is nu al veel kennis hierover aanwezig, maar die kan gerichter worden ingezet door de bestaande kennis bij elkaar te brengen in een kennisplatform. Met die werkwijze is al goede ervaring opgedaan bij het inkoopplatform. Met het wijzigen van de organisatie krijgt dit een invulling. Stand van zaken, vooruitblik en advies Op dit moment spelen al verschillende sourcingstrajecten. In de meeste heeft hier al formele besluitvorming over plaatsgevonden. Om de raad een totaaloverzicht te geven zijn deze taken opgenomen in tabel Overzicht 2012. Verder zijn er verschillende taken die in 2013 op de sourcingsagenda staan. Een deel van die taken zijn puur een Almelose aangelegenheid. Die taken staan in tabel Vooruitblik 2013. Daarnaast zijn er verschillende taken die onderwerp van onderzoek zijn in regionaal verband. Het is zeer waarschijnlijk dat in 2013 hier veranderingen in uitvoerder gaan optreden. Deze taken staan in tabel Regionale onderzoeken. Voor beide tabellen kan de raad aangeven in welke mate hij grip wil houden op de uitvoering van deze taken.
101
Tot slot is – ter informatie - in tabel Meerjarenplanning een lijst opgenomen van taken waar grote delen van de werknemers met pensioen gaan. Die momenten kunnen worden aangegrepen om met lage frictiekosten te veranderen van uitvoerder. Afgesproken is dat vrijvallende vacatures in ieder geval niet met externe kandidaten worden ingevuld, zodat er daadwerkelijk natuurlijke momenten gaan ontstaan. Voor deze taken is nog geen indicatie gegeven voor het oogmerk en de mate van grip van de raad. Die indicatie volgt in de voorjaarsnota die vooraf zal gaan aan het natuurlijke moment. De tabellen bestaan uit vier kolommen. In de tabel is een omschrijving van de taak en de status van het traject opgenomen. Daarnaast is aangegeven wat het primaire oogmerk is van het traject in termen van kwaliteit, kosten en/of kwetsbaarheid. Tot slot is een advies opgenomen over de mate waarin de raad grip zou moeten willen hebben op de uitvoering van een taak. Daarbij is aangesloten bij de huidige taakverdeling tussen raad en college. De raad wordt expliciet gevraagd om hierop te amenderen als hij meer of minder grip wil hebben. Dan kan in de vormgeving van de opdrachtgever-opdrachtnemer relatie daar rekening mee worden gehouden. In deze voorjaarsnota stelt u de globale kaders – grip raad en primair oogmerk - vast voor de trajecten die in 2012 en 2013 gaan spelen. Op basis van die kaders geeft het college de trajecten vorm en inhoud. Per traject vindt vervolgens afzonderlijke besluitvorming plaats in de raad, tenzij bij een traject die bevoegdheid bij het college ligt. In dat laatste geval ontvangt u een raadsbrief. Mochten er trajecten bij komen die niet kunnen wachten tot de eerstvolgende voorjaarsnota, dan zal het college dat aan u voorleggen per apart raadsbesluit.
102
Overzicht 2012 Taken
Primair oogmerk
Status
Taken rond vergunningverlening, handhaving en toezicht
Kwaliteit, kwetsbaarheid, kosten
In Regio Twente wordt een Regionale Uitvoeringsdienst
WABO
(Rijkskorting)
opgericht op basis van een netwerkmodel. Dit is een landelijke richtlijn.
Grip raad Middel
Operationeel op 1-12013. Brandweer
Kwaliteit en kosten
De brandweer gaat, vooruitlopend op de wettelijke plicht, op in de
Laag
veiligheidsregio. De brandweer gaat over op 1-1-2013. Belastingen
Beheer en exploitatie wijkcentra (in jargon: stedelijk beheer)
Kosten
Kosten
Deze taak wordt overgedragen aan het Gemeentelijk
Middel Grip nodig op hoogte tariefstellingenniveau
Belastingkantoor Twente per 1-1-2013.
en op hoogte van belastingen
Deze taak wordt aanbesteed in navolging van besluitvorming VJN
Laag
2011. Andere uitvoerder per 1-1-2013. Uitvoering Besluit
Kosten en
Besluit is in
Bijstandverlening Zelfstandigen
kwetsbaarheid
voorbereiding om de regeling samen met Hengelo en Enschede uit
Laag
te gaan voeren. Voor de zomer vindt hier besluitvorming over plaats. Salarisadministratie
Kwetsbaarheid en
Regio Twente zal deze
kosten
taak voor de netwerksteden gaan uitvoeren. Streven is 11-2013.
103
Laag
Vooruitblik 2013 Taken Toeleiden ‘begeleiding’ (decentralisatie extramurale begeleiding
Primair oogmerk Kosten, kwaliteit en kwetsbaarheid
AWBZ)
Status Alle opties staan nog open: zelf doen, in samenwerking, of
Grip raad Hoog
aanbesteden? Op 1-12013 komen nieuwe cliënten over uit de AWBZ, op 1-1-2014 alle cliënten. Voor die tijd moet dit rond zijn.
Groen en beheerwerkzaamheden
Kosten
Deze taak wordt aanbesteed of in eigen
Middel, kaderstelling rond kwaliteit en
beheer uitgevoerd, waarbij zoveel mogelijk mensen uit de SW of
budget
WWnV worden ingeschakeld. Hof 88
Kosten
Eerder is besloten om
Laag
Hof 88 te verzelfstandigen. Er wordt gestreefd naar 1 januari 2013. Scannen inkomende post
Kosten
Deze taak “maatschappelijk aanbesteed” waarbij de taken zoveel als mogelijk door mensen uit de WSW en WWnV worden uitgevoerd.
104
Laag
Regionale onderzoeken Taken die in regionaal verband nog worden onderzocht Taken
Primair oogmerk
Status
Grip raad
Ingenieursbureau
Kosten en
Haalbaarheidsonderzoek
Laag
kwaliteit
is gestart.
Kwaliteit en
Onderzoek naar beste
kosten
vorm van samenwerking in NT. In mei 2012 wordt hierover een
Onderzoek en Statistiek
Laag
advies verwacht. In de loop van 2013 krijgt dat concreet handen en voeten. Acquisitie en accountmanagement
Kwaliteit en kwetsbaarheid
Plan van aanpak in voorbereiding, besluit
Hoog
voor de zomer. [sluit aan bij Econ. Visie Netwerksad Twente] Vastgoedbeheer
Kosten, kwaliteit en kwetsbaarheid
Onderzoek naar de wijze waarop samenwerking
Laag
en / of kennisdelen met andere NT-gemeenten vorm kan krijgen. Back office werkzaamheden AWBZ
Kosten en kwaliteit
Afhankelijk van de besluitvorming over de Wmo/AWBZ samenwerking in Twente wordt onderzocht of de gemeenten één backoffice kunnen oprichten voor o.a. administratie, monitoring en facturering van de regeling. Verwacht wordt dat bij een positieve uitkomst van het onderzoek de uitvoering in regionaal verband in 2013 start.
105
Laag
106
Bijlage 1: Trendmonitor
TRENDMONITOR ALMELO Trends en ontwikkelingen 1e kwartaal 2012
03-12
Afdeling Bestuursondersteuning & Control Onderzoek & Statistiek
Rapportnummer: 03-12 Datum publicatie: mei 2012 Het overnemen uit deze publicatie is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld.
107
Samenvatting De belangrijkste ontwikkelingen in het eerste kwartaal 2012 zijn: v Het aantal uitkeringen is stabiel. v De woningmarkt vertoont nog geen tekenen van verbetering. v De bevolking groeit met 60 personen door een vestigingsoverschot. Werkloosheid en uitkeringen -
De werkloosheid is in tweede kwartaal 2010 in een dalende trend gekomen, in de maand december 2011 wordt deze trend doorbroken en draait deze naar stijgend. Het aantal uitkeringen WWB laat sinds 2009 een stijgende trend zien en in het eerste kwartaal 2012 wordt de trendlijn naar beneden doorbroken, een positief signaal. In maart 2012 bedraagt het aantal uitkeringen 2.225.
-
De trendlijn van het aantal ingediende vacatures UWV-werkbedrijf is na een opleving medio 2011 weer dalend. Het aantal mensen dat via Randstad aan het werk is, zit sinds medio 2011 in een dalende trend.
Woningen -
Op 1 januari 2012 bedraagt het aantal woningen 31.588, ten opzichte van 2011 betekent dit een toename met 82 woningen. In 2011 zijn aan de woningvoorraad 179 woningen toegevoegd en 97 woningen afgebroken.
-
De vraagprijs (mediaan) van woningen op Funda is in maart 2012 162.450 euro, dat betekent ten opzichte van het 1e kwartaal 2011 een daling van 7 procent. Na een sterke stijging van het aanbod in 2011, zien we nu een periode van stabilisatie.
-
Het aantal dagen tot een woning verkocht wordt is nu 300. De trend is sinds het 4e kwartaal 2011 stijgend.
Bedrijvigheid De trendlijn van het aantal faillissementen stabiliseert tussen het vierde kwartaal 2010 en tot en met het eerste kwartaal 2012 rond drie faillissementen per maand. -
In het 1e kwartaal 2012 zijn 78 starters een bedrijf begonnen, alleen in het eerste kwartaal van 2008 was dat aantal hoger, namelijk 82.
-
In het 1e kwartaal 2012 ligt de bezettingsgraad van de parkeergarage tegenover het stadhuis op hetzelfde niveau als in het 1e kwartaal 2011. Het aanbod van kantoor-, bedrijfs- en winkelruimte is stabiel te noemen.
-
Bevolking De bevolking van Almelo groeit in het 1e kwartaal 2012 met 60 inwoners, deze groei komt tot -
stand door een vestigingsoverschot. De natuurlijke groei, het verschil tussen geboorte en sterfte, is negatief en bedraagt -5.
108
Werkloosheid, trend na laagterecord licht stijgend De ontwikkeling van het aantal werklozen in Almelo is in onderstaande grafiek van januari 2008 tot en met maart 2012 weergegeven. De rode lijn geeft de trend aan en is gebaseerd op het gemiddelde van 6 voorgaande periodes. De ontwikkeling van het aantal werklozen
3.900
3.700
3.500
3.300
3.100
2.900
2.700
2008
2009
2010 nww
2011
1e kw
4e kw
3e kw
2e kw
1e kw
4e kw
3e kw
2e kw
1e kw
4e kw
3e kw
2e kw
1e kw
4e kw
3e kw
2e kw
1e kw
2.500
2012
Gemiddelde 6 periodes
In januari 2008 was de werkloosheid hoog met rond de 3800 werklozen. De rode trendlijn daalde in 2008, maar in december van dat jaar wordt de trendlijn doorbroken en dit is het begin van een stijgende trend die tot mei 2010 voortduurt. De trendlijn wordt dit keer naar beneden doorbroken wat een positief signaal is. In de daarop volgende 12 maanden daalt deze trendlijn van 3.700 naar 2.900. In de tweede helft van 2011 schommelde de werkloosheid rond dit aantal, in december 2011 wordt de trendlijn naar boven doorbroken, ten opzichte van het 1e kwartaal 2011 zijn er in het 1e kwartaal 2012 ruim 130 personen minder als niet werkende werkzoekende ingeschreven. Eind maart 2012 bedraagt dit aantal 3.036 personen (mannen 1.558, vrouwen 1.478). Hieronder vindt u twee grafieken die de werkloosheid verdelen naar leeftijd en duur van de inschrijving. Ten opzichte van het 1e kwartaal 2011 is aan eind van het 1e kwartaal 2012 het aandeel ‘jongeren tot 27 jaar’ met 0,8% licht gestegen. In de groep ‘27 tot en met 49’ zien wij een daling van 2,5% en bij de ‘50 tot en met 64 jarigen’ een stijging van 1,8%.
109
Werkloosheid naar leeftijd (in %) per ultimo maart 2012 60,0
50,0
40,0
30,0
20,0
10,0
0,0 < 27
27-49
50-64
leeftijd 2.010
2.011
2.012
De werkloosheid naar de duur van de inschrijving laat in het 1e kwartaal 2012 ten opzichte van het 1e kwartaal 2011 een stijging zien van 204 personen in de categorie ‘< 1 jr’. In de categorie ‘1 jr - < 2jr’ zien we een daling van 223 personen. De andere twee categorieën laten een daling zien: ‘2 jr - < 3jr’ een daling van 67 en het aantal langdurig werklozen ‘3 jr en langer’ een daling van 53 personen.
Werkloosheid naar duur inschrijving per ultimo maart 1.800
1.600
1.400
1.200
1.000
800
600
400
200
0 < 1jr
1 jr - < 2jr
2 jr - < 3jr 2010
2011
110
2012
3 jr en meer
In deze trendmonitor wordt de werkloosheidsontwikkeling in Almelo ook vergeleken met die van Hengelo, Enschede, Twente en Nederland. De werkloosheidscijfers voor de onderstaande grafiek zijn geïndexeerd, januari 2009=100. Uit de indexcijfers blijkt dat ten opzichte van begin 2009 de werkloosheid in Almelo aan het eind van 2011 (-12%) en Hengelo (-2%) onder het niveau van 2009 lag. In de andere referentiegebieden is de werkloosheid per saldo gestegen. In Enschede +18%, Twente +10% en Nederland +8%.
Index werkloosheidsontwikkeling (index 2009=100) 130
120
110
100
90
1e kw
2e kw
3e kw
4e kw
2e kw
2009
1e kw
2e kw
2010 Almelo
Enschede
3e kw
4e kw
2011 Hengelo
Twente
Nederland
Ten opzichte van het 1e kwartaal 2011 zijn deze indexcijfers voor alle gebieden gedaald: Almelo kent de grootste daling en wel met 4%. Index werkloosheid (januari 2009=100) eind 1e kwartaal 2011 Almelo
eind 1e kwartaal 2012
92
88
Enschede
119
118
Hengelo
100
98
Twente
111
110
Nederland
110
108
111
mrt
jan
feb
dec
okt
nov
sep
jul
aug
jun
apr
mei
mrt
jan
4e kw
feb
dec
okt
3e kw
nov
sep
jul
aug
jun
apr
1e kw
mei
mrt
jan
feb
dec
okt
nov
sep
jul
aug
jun
apr
mei
mrt
jan
feb
80
1e kw 2012
Deze index geeft niet aan wat het percentage werklozen is ten opzichte van de potentiële beroepsbevolking. Wanneer naar dit werkloosheidspercentage gekeken wordt dan blijkt dit nu in Almelo hoger te zijn dan in Hengelo, Twente en Nederland, maar lager dan in Enschede. Hieronder staan de percentages van ultimo maart van de afgelopen 3 jaren. 2010
2011
2012
9,4
8,0
8,7
6,7
6,4
Enschede Almelo
7,7
Hengelo
6,3
5,6
5,2
Twente
6,1
5,4
5,5
Nederland
4,7
4,4
4,3
Uitkeringen: het aantal uitkeringen stabiliseert In 2008 lag het aantal WWB/WIJ uitkeringen tussen 1.800 en 1.900. Begin 2009 is de trendlijn naar boven doorbroken en is er tot in het 4e kwartaal 2011 sprake van een stijgende trend. Een groot deel van 2011 kenmerkt zich door stabilisatie van het aantal uitkeringen rond de 2.270. In het eerste kwartaal 2012 wordt de stijgende trend doorbroken en schommelt het aantal uitkeringen rond de 2.225. aantal uitkeringen WWB 2400
2300
2200 2100
2000
1900
1800 1700
1600 jan
apr
jul
okt
jan
apr
jul
okt
jan
apr
jul
okt
jan
apr
jul
okt
jan
1e kw
2e kw
3e kw
4e kw
1e kw
2e kw
3e kw
4e kw
1e kw
2e kw
3e kw
4e kw
1e kw
2e kw
3e kw
4e kw
1e kw
2008
2009
2010
uitkeringen WWB
2011
gemiddelde 6 periodes
112
2012
In onderstaande grafiek is het verloop van het aantal nieuw ingediende vacatures UWV werkbedrijf weergegeven. Aantal ingediende vacatures UWV werkbedrijf 400 350 300 250 200 150 100 50 0 1e kw 2008
2e kw
3e kw
4e kw
1e kw 2009
2e kw
3e kw
4e kw
1e kw
2e kw
3e kw
2010
4e kw
1e kw 2011
Aantal ingediende vacatures
2e kw
3e kw
4e kw
1e kw 2012
gemiddelde 6 periodes
Het aantal nieuw ingediende vacatures in de gemeente Almelo verloopt volgens sterke golfbewegingen. Vanaf 2008 tot op heden zien we in een afwisseling van 2 à 3 kwartalen de trendlijn dalen en stijgen. Over een langere periode kunnen we spreken van een zijwaartse trend tussen 100 en 150 vacatures. Deze meerjarige zijwaartse trend is begin 2011 gedraaid naar stijgend, maar lijkt van korte duur want nu zien we een daling naar het meerjarig trendkanaal.
113
Uitzendkrachten: dalende trend houdt stand In onderstaande grafiek is het aantal uitzendkrachten via Randstad Uitzendbureau weergegeven.
Uitzendkrachten via Randstad per periode van 4 weken 180
160
140
120
100
80
60
40
1 2008
2
3
4
5
6
7
8
9
10 11 12 13
1 2009
2
3
4
5
6
7
8
9
10 11 12 13
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10 11 12 13
2010
Uitzendkrachten via Randstad
1 2011
gemiddelde 6 periodes
2
3
4
5
6
7
8
9
10 11 12 13
1 2012
Bron: Randstad
Vanaf de zomer van 2008 liep het aantal uitzendkrachten van Randstad langzaam terug. In de eerste helft van 2009 is er een stabilisatie en in de tweede helft van dat jaar versnelt de daling tot en met begin 2010. In het tweede kwartaal van dat jaar volgt een positieve trendbreuk en neemt het aantal mensen dat via Randstad aan het werk is weer toe. In de zomer van 2011 is de stijgende trend gebroken en sindsdien is sprake van een dalende trend, die zich in het vierde kwartaal naar een laagte record ontwikkelt. In de eerste periode van 2012 stijgt het aantal uitzendingen licht, maar de dalende trend houdt nog stand.
114
Woningmarkt: vraagprijs 36.000 euro lager dan begin 2008 In voorgaande trendmonitors werd de ontwikkeling van gereedgekomen nieuwbouwwoningen weergegeven en daarvoor werd gebruik gemaakt van CBS-statistieken. Vanaf 1 januari 2012 is dat niet meer mogelijk omdat het CBS voor de vastgoedstatistiek gegevens uit de BAG (Basisregistratie Adressen en Gebouwen) gebruikt. Het is op dit moment onduidelijk wanneer de gegevens over gereedgekomen woningen weer beschikbaar zijn. Op 1 januari 2012 bedraagt het aantal woningen 31.588, ten opzichte van 2011 betekent dit een toename met 82 woningen. In 2011 zijn 179 woningen aan de woningvoorraad toegevoegd en 97 woningen afgebroken. Ontwikkeling vraagprijs woningen NVM (mediaan) € 205.000
€ 195.000
€ 185.000
€ 175.000
2008
2009
2010
2011
jan
okt
jul
apr
jan
okt
jul
apr
jan
okt
jul
apr
jan
okt
jul
jan
€ 155.000
apr
€ 165.000
2012
Bron: NVM, bewerking O&S Almelo
Vanaf begin 2008 daalt de vraagprijs (mediaan) van koopwoningen in Almelo tot en met het tweede kwartaal van 2009. In het derde kwartaal van 2009 wordt de trendlijn naar boven doorbroken en in hetzelfde kwartaal een jaar later draait de trend naar dalend. Deze dalende trend zet zich door tot en met het eerste kwartaal van 2012. In maart 2012 is de vraagprijs 162.450 euro (mediaan) en dat betekent in het laatste jaar een daling van ruim 7% procent. Wanneer we dit bedrag vergelijken met januari 2008 dan spreken we over een daling van ruim 18%. Onderstaande figuur geeft het aanbod van woningen weer en laat in het tweede kwartaal van 2011 een sterke stijging zien. Vanaf die tijd stabiliseert het aanbod zich tot iets boven de 600 woningen.
115
aanbod woningen NVM 650
600
550
500
450
400
2008
2009
2010 aanbod woningen
jan
okt
jul
apr
jan
okt
jul
apr
jan
okt
jul
apr
jan
okt
jul
apr
jan
350
2011
2012
6 per. Zw. Gem. (aanbod woningen)
De strengere maatregelen voor hypotheekverstrekking bemoeilijken het kopers een hypotheek aan te gaan. Het gevolg daarvan kan zijn dat de prijzen van woningen dalen en het aanbod relatief hoog is. Aantal dagen tot woning verkocht is 350
300
250
200
150
100
50
2008
2009
2010
2011
Aantal dagen tot woning verkocht is
jan
okt
jul
apr
jan
okt
jul
apr
jan
okt
jul
apr
jan
okt
jul
apr
jan
0
2012
gemiddelde 6 periodes
In 2008 was er sprake van een dalende trend van het aantal dagen voordat een woning was verkocht. Vanaf begin 2009 tot en met het eerste kwartaal van 2011 was er sprake van een stijgende trend. In het tweede en derde kwartaal van 2011 is een daling te zien in het aantal dagen dat men moet wachten tot een woning is verkocht. Mogelijke verklaringen zijn de lagere huizenprijzen en/of de tijdelijke verlaging van de overdrachtsbelasting. Vanaf het vierde kwartaal 2011 is de trend weer stijgend. De lange termijntrend is stijgend met een korte onderbreking in 2011.
116
Bedrijvigheid: het aantal faillissementen is stabiel In onderstaande grafiek is de ontwikkeling van het aantal faillissementen weergegeven. Ontwikkeling van het aantal faillissementen per maand 12
10
8
6
4
2008
2009
Faillissementen
2010
jan
okt
jul
apr
jan
okt
jul
apr
jan
okt
jul
apr
jan
okt
jul
apr
0
jan
2
2011
gemiddelde 6 periodes
2012
bron: Faillissementen.com bewerkt door O&S Almelo
De ontwikkeling van het aantal faillissementen verloopt grillig, maar dit kan enigszins vertekend worden omdat het om kleine aantallen gaat waardoor een stijging van nul naar drie in twee opeenvolgende maanden in een grafiek heel veel lijkt. In 2008 tot en met het eerste kwartaal van 2009 is de trendlijn van het aantal faillissementen enigszins stabiel, maar daarna stijgt het tot het vierde kwartaal van 2009. In 2010 daalt de trend van het aantal faillissementen en vanaf medio 2010 treedt een stabilisatie op die doorloopt tot en met het eerste kwartaal van 2012.
Het aantal startende bedrijven per maand 45
40
35
30
25
20
15
10
5
0 jan 2008
apr
jul
okt
jan 2009
apr
jul
okt
jan
apr
2010
jul
okt
jan 2011
117
apr
jul
okt
jan 2012
Het aantal startende bedrijven vertoont in 2009 een dalende trend. Begin 2010 wordt de trendlijn positief doorbroken. Vanaf het vierde kwartaal van 2010 tot op heden loopt het aantal startende bedrijven terug. In het vierde kwartaal van 2011 is het aantal startende bedrijven tot een dieptepunt gedaald. Na een herstel in januari 2012 volgt in februari een record van 40 startende bedrijven. De trendlijn beweegt zich echter nog steeds zijwaarts in het trendkanaal van15 tot 25 startende bedrijven. In onderstaande grafiek is de bezettingsgraad van de parkeergarage tegenover het stadhuis weergegeven. Bezettingsgraad parkeergarage tegenover het stadhuis op zaterdagen tussen 10:00 en 16:00 uur 90
80
70
60
% 50
40
30
20 weken
1 1e kw
4
8
12
16
20
2e kw
24
28 3e kw
gemiddelde 6 zaterdagen 2011 gemiddelde 6 zaterdagen 2009
32
36
40
44
48
52
4e kw
gemiddelde 6 zaterdagen 2010 gemiddelde 6 zaterdagen 2012
Om het overzichtelijk te houden is er voor gekozen om alleen de trendlijnen weer te geven per jaar. Deze trendlijn is gebaseerd op de gemiddelde bezettingsgraad van zes zaterdagen. In 2009 was de gehele bezettingsgraad gemiddeld 50%, in 2010 bedroeg deze gemiddeld 68%, dit zou kunnen duiden op een stijging van het aantal bezoekers van de binnenstad van Almelo omdat dit een van de bepalende indicatoren hiervoor is. Deze stijging heeft zich in 2011 niet doorgezet, de uiteindelijke gemiddelde bezettingsgraad van 2011 blijft dan steken op 66%. De bezettingsgraad in het eerste kwartaal 2012 bevindt zich op het niveau van het 1e kwartaal 2011.
118
In onderstaande grafiek is het aanbod van het aantal vierkante meters kantoor-, bedrijfs- en winkelruimte geïndexeerd.
Aanbod kantoor-, bedrijfs- en winkelruimte juli 2009 = 100 250
200
150
100
50
0 jul 2009
aug sep okt nov dec
jan
feb mrt apr mei jun
jul
aug sep okt nov dec jan
2010
feb mrt apr mei jun
2011
kantoorpanden
bedrijfsruimte
jul
aug sep okt nov dec jan
feb maa
2012
winkelruimte
Het aanbod van het aantal vierkante meters aan kantoorpanden stijgt in 2009 en 2010 en er is dan zelfs sprake van een verdubbeling van het aanbod. Vanaf dat moment stabiliseert het aanbod van kantoorpanden rond een index van 200. Het aanbod van bedrijfsruimte zien wij in de periode juli 2009 tot juni 2011 ook stijgen stijging met 50%, daarna volgt tot op heden een stabilisatie rond de 150. Het aanbod aan winkelruimte is sinds 2009 tot midden 2010 afgenomen. Vanaf dat moment loopt tot eind 2010 dit aanbod langzaam op tot rond een indexcijfer van 50 en op dit niveau bevindt het aanbod winkelruimte zich nog steeds.
119
Bevolking: de bevolking groeit met 60 personen De onderstaande figuur geeft met de blauwe en okerlijn het aantal vestigers en vertrekkers weer. De rode lijn geeft het verschil weer tussen vestigers en vertrekkers en de zwarte lijn geeft de trend aan. Vestiging en vertrek 350 300 250 200 150 100 50 0 -50
2008
2009
2010
vestiging
vertrek
2011
migratiesaldo
2e kw
1e kw
4e kw
3e kw
2e kw
1e kw
4e kw
3e kw
2e kw
1e kw
4e kw
3e kw
2e kw
1e kw
4e kw
3e kw
2e kw
1e kw
-100
2012
gemiddelde 6 periodes
In 2008 is het migratiesaldo negatief, namelijk -70. Het jaar daarop zijn er precies evenveel vertrekkers als vestigers waardoor het saldo op 0 uitkomt. In het jaar 2010 is het migratiesaldo met -153 negatief. 2011 kent een positief migratiesaldo (+34), het aantal vestigingen en vertrekken zijn resp. 2.739 en 2.705. Ook in het 1e kwartaal 2012 is er sprake van een vestigingsoverschot en wel van 65. In de volgende tabel is de bevolkingsontwikkeling voor het eerste kwartaal 2012 weergegeven. De bevolkingsgroei in dit kwartaal is 60. bevolkingsontwikkeling 1e kwartaal 2012 jan
feb
mrt
1e kw
geboorte
63
56
57
176
sterfte
68
57
56
181
vestiging
273
233
258
764
vertrek
270
218
211
699
-5
-1
1
-5
3
15
47
65
-2
14
48
60
natuurlijke groei migratiesaldo bev.groei
120
Een belangrijke factor voor bevolkingsgroei is het aantal geboorten. Het gemiddeld aantal geboorten per maand in de periode 2008-2011 is 70. De cijfers van het eerste kwartaal 2012 liggen daar duidelijk onder. In de onderstaande grafiek zien wij de gevolgen hiervan, namelijk dat de trendlijn ‘natuurlijke bevolkingsgroei’ sterk daalt.
Natuurlijke bevolkingsgroei 100
80
60
40
20
0
2008
2009
2010
geboorte
sterfte
natuurlijke groei
121
2011
gemiddelde 6 periodes
jan
okt
jul
apr
jan
okt
jul
apr
jan
okt
jul
apr
jan
okt
jul
apr
jan
-20 2012
Bijlage 2: Afgevallen beleidswensen In de voorjaarsnota is ervoor gekozen alleen de knelpunten op te nemen en gezien de financiële positie van de gemeente geen beleidswensen. Om te laten zien welke afweging het college heeft gemaakt, wordt in deze bijlage in beeld gebracht welke beleidswensen zijn afgevallen. Doortrekking F36 vanaf Javabrug naar de Burgemeester Schneiderssingel In de omgeving van het N.S. station en de noordzijde van de binnenstad worden momenteel een aantal ruimtelijke projecten uitgevoerd. In 2012 wordt de fietssnelweg F35/F36 vanaf het verdiepte spoor, via het N.S. Station, doorgetrokken tot aan de Javabrug en wordt het Stationsplein gereconstrueerd. Tegelijkertijd wordt ook een start gemaakt met de aanleg van het bedrijfsterrein de Velden (Indie) en wordt de Burgemeester Schneiderssingel in 3 jaar tijd aangelegd, inclusief het aanliggende deel van de F36. Deze projecten sluiten echter niet naadloos op elkaar aan, maar hebben wel een directe relatie met elkaar (bereikbaarheid binnenstad en station vanuit noordoosten van Almelo en omliggende plaatsen). Voor de fietssnelweg F36 ontbreekt er een vrijliggend fietspad langs de Grenzen tussen de Sluiskade ZZ en de Javatoren. Deze schakel is ca. 250 meter lang. Langs deze schakel zal in 2013 Dimence starten met de bouw van haar vestiging. In dit bouwplan wordt fysiek rekening gehouden met de doortrekking van de fietssnelweg. Als de gemeente dit resterende deel van de fietssnelweg F36 niet realiseert, ontstaat er een verkeersonveilige situatie. Fietsers moeten twee keer oversteken voor een verplaatsing van 250 meter. Financiering van dit gedeelte van de fietssnelweg is in geen enkel gemeentelijk plan geregeld. Vanuit Regio Twente kan in principe 35 % subsidie tegemoet worden gezien. De eerste schetsen van de doortrekking van de fietssnelweg zijn gereed. Nadere uitwerking is nodig, waarna realisering in 2013 kan plaats vinden. De kosten van aanleg van de ontbrekende schakel worden voorlopig geschat op 1 miljoen euro. Dit betekent bij toekenning van voornoemde regionale subsidie dat de gemeente zelf 0,65 miljoen euro dient te financieren. Nader overleg met Regio Twente over toekennen subsidie is nog wel noodzakelijk.
122
123
Doortrekking fietspad Egbert Gorterstraat Rondom het N.S. Station en de westzijde van het centrum staan een groot aantal ontwikkelingen op stapel. In 2012 wordt het Stationsplein heringericht. De fietsers komen dan op een ontbrekend gedeelte van 125 meter op een eenzijdig fietspad aan de westkant van de E. Gorterstraat uit. In het westelijk deel van het centrum wordt op dit moment het Werkplein gerealiseerd. De planvorming rondom het stadhuis is in een vergevorderd stadium en de gemeente is gestart met de uitvoer van de Waterboulevard. In het kader van deze ontwikkelingen wordt de wegenstructuur rondom de E. Gorterstraat fors verandert. Uit een oogpunt van verkeersveiligheid en doorstroming van het (fiets)verkeer is het van belang het fietsverkeer te concentreren op het nu ontbrekend eenzijdig fietspad aan de westzijde van de rijbaan van de E. Gorterstraat. Bij de uitvoering van een nieuwe brug over de E. Gorterstraat wordt hier rekening mee gehouden. Het onnodig oversteken van fietsers over de E. Gorterstraat dient voorkomen te worden. In 2012 wordt tevens gestart met de realisering van het nieuwe stadhuis. Recentelijk is in beginsel overeenstemming bereikt met de eigenaar van het Twentecentrum om de openbare weg ter plaatse versoberd aan te passen. De bestaande aansluiting van de weg blijft gehandhaafd en de ontsluiting t.b.v. het Twentecentrum, het nieuwe stadhuis en de achterliggende wooncomplexen worden hierop aangetakt. Voor de versoberde aanpassing van de bestaande wegenstructuur is op dit moment geen financiering geregeld. Beide knelpunten dienen in 2012 opgelost te worden. D.w.z. financiering regelen in 2012 en realisatie in 2013. De totale kosten van beide maatregelen voorlopig geraamd worden op 1,1 miljoen euro. De doortrekking van de fietsverbinding langs de E. Gorterstraat kost ongeveer 0,75 miljoen euro en de aanpassing van de wegenstructuur t.b.v. het Twentecentrum, nieuwe stadhuis en achterliggende wooncomplexen kost ongeveer 0,35 miljoen euro. Regionale subsidie van de fietsvoorzieningen, ter hoogte van 50 % van de kosten, behoort in principe tot de mogelijkheden. De infrastructurele aanpassingen ten behoeve van het nieuwe Stadhuis zijn hooguit voor 25 % subsidiabel. Het gemeentelijk aandeel in de projectkosten voor de fietsverbinding bedraagt ongeveer 0,38 miljoen euro en voor de aanpassing ontsluiting diverse complexen bedraagt 0,26 miljoen euro. De voorgestelde fietsmaatregelen passen in het huidige fietsbeleid (Fietsnota). De gemeenteraad kent hoge prioriteit toe aan het realiseren van kwalitatief hoogwaardige en veilige fietsvoorzieningen in de stad. Het voorstel is een bedrag van 1,1 miljoen euro te laten reserveren voor de realisering van het fietspad langs de E. Gorterstraat tussen het Stationsplein en de brug E. Gorterstraat, alsmede voor de aansluiting van het nieuwe stadhuis/werkplein op de E. Gorterstraat. Hieraan de voorwaarde verbinden, dat een regionale subsidie wordt verkregen van minimaal 0,5 miljoen euro.
124
125
Digitalisering bouw- en milieudossiers In de huidige situatie bevinden zich ongeveer 600 strekkende meter bouwvergunningen in de kluis van de gemeente Almelo. Regelmatig wordt er informatie opgevraagd uit deze dossiers door medewerkers van diverse afdelingen van de gemeente Almelo en door externen partijen zoals burgers, makelaars, bouwbureaus enz. De dienstverlening kan sneller en beter verlopen als dergelijke archieven ons digitaal ter beschikking staan. De kosten van een dergelijke digitalisering zijn niet begroot. Op dit moment lopen offertetrajecten met meerdere partijen. De raming van kosten bedraagt dan 0,4 miljoen incidenteel Indien projectvoorstel niet wordt gehonoreerd dan worden blijft veel informatie alleen op papier toegankelijk. Nadeel is dan hogere kosten voor bewerking, verwerking, opslag en toegankelijkheid van de informatie. Almelo Parkstad Medio 2011 is de Stichting Almelo Parkstad opgericht, die zich inzet voor het stimuleren van de groenkwaliteit in Almelo. Met deze doelstelling draagt de stichting bij aan de kwaliteit van de groene structuren en zo aan een leefbare openbare ruimte. Door ook zelf projecten in de groenstructuur op te pakken, neemt de stichting ook daadwerkelijk verantwoordelijkheid voor de groenstructuur in de stad. Een samenwerkingsovereenkomst tussen gemeente en stichting is opgesteld, echter nog niet ondertekend. In de samenwerkingsverklaring wordt een adviesrol van de stichting bij ingrijpende beheer- en onderhoudsmaatregelen in de boomstructuren afgesproken. Tevens wil de stichting in de periode 2012 tot 2019 actief projecten in de (gemeentelijke) groenstructuur oppakken en vraagt hiervoor medefinanciering door de gemeente. Met de samenwerking wordt een deel van de zeggenschap over boomstructuren bij de stichting Almelo Parkstad gelegd. Een eerste project van de stichting is het verbeteren van de parkomzoming langs de buitensingels (project ‘Buitenring’). De kosten hiervoor zijn geraamd op 0,1 miljoen euro, waarvan de helft bij te dragen door de gemeente in geld of in materieel/personeel. De stichting zorgt voor financiering van de andere helft. Voor het project Buitenring kan de gemeentelijke bijdrage voor 2012 worden bekostigd uit het reguliere budget voor groenonderhoud. Voor de opvolgende jaren is deze ruimte er niet. Het voorstel is om voor 2013 een bedrag van 0,05 miljoen euro te reserveren voor de gemeentelijke bijdrage aan projecten van de stichting Almelo Parkstad. Voor de jaren daarna kan gekeken worden of het meegenomen kan worden in het reguliere budget voor groenonderhoud. Entente Florale De organisatie van de Entente Florale, een jaarlijkse competitie voor de groenste stad van Nederland, heeft Almelo gevraagd deel te nemen. Met deze competitie kan het groen breed onder de aandacht worden gebracht bij overheden, groen en bedrijfsleven. Deelname is een goed middel om het gemeentelijke groenbeleid en –beheer verder op orde te brengen. Hiermee kan een kwaliteitsslag worden gemaakt.
126
Elk jaar nemen 5 steden (>15.000 inwoners) en 5 dorpen (<15.000 inwoners) deel in de nationale competitie. De winnaars in beide categorieën gaan door naar de Europese competitie. Deelname aan de Entente Florale vestigt in dat jaar de aandacht op het groen. Voordelen voor de deelnemers zijn: Visie, beleid en uitvoering in de gemeente wordt beoordeeld door een onafhankelijke jury, -
die een rapport uitbrengt met conclusies en aanbevelingen Het groen komt hoger op de agenda Meer draagvlak bij medewerkers en inwoners
-
Veel mediapubliciteit Een uitstekend instrument voor citymarketing Zeker winst betekent een mooie opsteker en kan gebruikt worden voor de promotie van de stad
Vanuit de raadsfractie van de CDA is ook al eerder in de raadsvergadering van 10 november 2011 aangedrongen op deelname. Door extra middelen beschikbaar te stellen kan de kwaliteit van de Almelose deelname worden verhoogd. Deelname aan de competitie gaat uit van de bestaande stand van zaken in het groenbeheer en - beleid (aanwezigheid groen, kwaliteit groen, bestaand beleid, recreatiemogelijkheden). Extra inzet is voornamelijk nodig voor organisatie, coördinatie, rondgang jury en eventueel promotiemateriaal. Extra budget voor deelname voor een bedrag van 0,04 miljoen euro vergroot de kans op winst. Herinrichting Almelose Aa In september 2010 heeft de gemeenteraad de samen met het waterschap opgestelde ontwikkelingsvisie voor de Almelose Aa Van Gravenbos tot Groeneveld vastgesteld. Deze visie gaat uit van de potentie van de Aa als groene structuurdrager van de stad met hoge ruimtelijke kwaliteiten. De visie wordt in een aantal deelgebieden uitgewerkt. Vorig jaar zijn als eerste uitvoeringsproject de Aa en de aanliggende oevers tussen de Egbert ten Catelaan en de Berlagelaan heringericht. Als vervolg hierop bestaat bij gemeente en waterschap de wens het gedeelte tussen de Berlagelaan en het Beeklustpark te herinrichten. Er is een schets gemaakt met onder andere een meer slingerende beek, natuurvriendelijke oevers, groen en wandelpaden. De bijbehorende kostenraming bedraagt ongeveer 0,4 miljoen euro. Het waterschap heeft bestuurlijk aangegeven een 50/50 financiering voor te staan (eerder was dit bedrag bij het waterschap al gereserveerd, maar vervallen bij heroverwegingen). De raad wordt gevraagd 0,2 miljoen euro beschikbaar te stellen voor de gemeentelijke bijdrage aan het project. Indien het waterschap ook zijn bijdrage reserveert, kan het project verder worden voorbereid.
127
Bijlage 3: Civieltechnische kunstwerken 3.1 Financieel overzicht kosten kunstwerken gemeente Almelo 2012-2021 maatregel
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
5
periodiek schoonmaken (jaarlijks)
334.194,34
333.768,33
333.768,33
333.256,67
331.172,81
336.376,53
333.768,33
332.323,85
330,946,32
332.576,08
4a
periodiek asfalt-slijtlaag (10jaarljks)
591.183,98
31.988,91
117.763,67
-
386.946,03
-
-
1.244.724,80
373.720,73
711.262,03
3a
herstel asfalt-slijtlaagconstructies
104.179.92
19.791,71
4.790,76
-
3.259,20
-
-
20.201,44
-
5.817,26
4b
periodiek herstel/bestrating
102.583,12
3.923,81
31.726,27
-
29.746,50
-
-
4.745,08
-
-
3b
herstel beton-metselwerkconstructies 258.257,35
1.030,18
2.756,59
-
178,00
-
-
-
-
-
3c
herstel staalconstructies
149.547,14
434,70
-
-
100.272,12
-
892,50
-
-
-
3d
herstel houtconstructies
180.586,82
17.777,16
29,762,12
-
56.380,15
-
-
32.422,95
-
6.584,03
4c
conservering leuningwerk (periodiek)
520.754,81
24.987,32
167.931,94
-
121.625,35
322.354,39
23.258,85
206.874,33
-
111.166,01
6c
inspecties onderhoud (jaarlijks)
37.500,00
37.500,00
37.500.00
37.500,00
37.500,00
37.500,00
37.500,00
37.500,00
37.500,00
37.500,00
8
kosten onvoorzien (jaarlijks)
274.361,85
274.361,85
274.361,85
274.361,85
274.361,85
274.361,85
274.361,85
274.361,85
274.361,85
274.361,85
6a
verkorte inspectie (jaarlijks)
174.358,80
201.865,26
177.617,74
199.281,99
50.982,49
174.726,04
199.728,51
179.621,66
190.638,92
56.630,96
6b
technische inspectie (5jaarlijks)
32.460,23
-
40.758,51
4.305,53
247.026,41
43.911,66
3.919,91
37.452,98
4.382,70
252,341,64
2a
nader onderzoek
61.876,11
-
-
-
-
-
-
-
-
-
2b
onderzoek constructieve veiligheid
198.000,00
-
-
-
-
-
-
-
-
-
7
deformatie meting (3 jaarlijks)
-
-
115.815,39
6.580,74
-
115.815,39
6.027,92
552,83
114.624,30
5.669,61
1
vervanging
228.115,24
-
-
56.991,44
475.824,26
-
-
216.069,92
493.036,50
242.526,68
totaal (excl. btw)
3.326.786,23
947.429,23
1.334,553,16
938.647,42
2.193.671,08
1.305.045,86
879.457,87
2.683.731,88
1.818.754,94
2.060.586,37
3.2 Vervanging bruggen 2012-2021 locatie
soort object
afmeting
jaar uitvoering
kostenraming
Ledeboerslaan
houten brug
29m2
2012
€ 44.482,67
Derk Smoeslaan
houten brug
36m2
2012
€ 36.606,06
De Jager
houten brug
20m2
2012
€ 22.930,70
De Roodmus
beton-/metselwerkbrug
44m2
2012
€ 83.360,64
Wolbeslanden
beton-/metselwerkbrug
29m2
2012
0 *
Egbert ten Cateplantsoen
houten brug
27m2
2012
€ 40.735,17
Bruglaan
houten brug
44m2
2015
€ 56.991,44
Rohofstraat
beton-/metselwerkbrug
156m2
2016
€ 279.686,16
Sligtestraat
houten brug
93m2
2016
€ 118.596,86
De Duif
houten brug
32m2
2016
€ 33.623,52
Wolbeslanden
duiker
22m2
2016
€ 43.917,72
Windmolenbroeksweg (oostzijde)
houten brug
126m2
2019
€ 157.539,06
Vriezenveenseweg (oostzijde)
houten brug
46m3
2019
€ 58.530,86
Robbenhaarsweg
beton-/metselwerkbrug/duiker
156m2
2020
€ 206.178,90
Vriezenveensweg
beton-/metselwerkbrug
228m2
2020
€ 286.857,60
Dollegoorweg
beton met kademuur
135m1
2020
0 **
Holtjesstraat
beton-/metselwerkbrug/duiker
112m2
2021
€ 200.800,32
Laak
houten brug
33m2
2021
€
18 stuks
totaal
41.726,36
€ 1.712.564,02
* Wolbeslanden: vervanging brug wordt meegenomen in het project De Doorbraak van waterschap Regge en Dinkel en is al enkele jaren geleden financieel geregeld met het waterschap ** Dollegoorweg: kademuur is onderdeel van de eerste insteekhaven en zit in het onderdeel kades
129
3.3. Kostenraming herstelwerkzaamheden kadeconstructies
Deelgebied
Lengte
Kosten in € (deel openbaar)
Kosten in € (deel in erfpacht bedrijven)
Totaal €
Buitenhaven
516 m
26.950
9.000
35.950
Haven bedrijvenpark
790 m
10.000
234.100
244.100
Eerste insteekhaven
1060 m
56.460
243.140
299.600
Tweede insteekhaven
925 m
12.250
20.400
32.650
Derde insteekhaven
382 m
2.800
36.650
39.450
Turfkade
1440 m
34.450
0
34.450
Binnenhaven noordzijde
1275 m
11.800
0
11.800
Binnenhaven
1110 m
33.450
0
33.450
Totaal
7498 m
188.160
543.290
731.450
130
Bijlage 4: Afgevallen bezuinigingsmaatregelen Voor deze voorjaarsnota heeft het college gekozen uit een pakket aan bezuinigingsvoorstellen. De voorstellen die het college heeft overgenomen staan in hoofdstuk 6 per programma weergegeven. De bezuinigingsvoorstellen die zijn afgevallen staan hier opgenomen. Sportstimulering Het voorstel is dat de gemeente met ingang van 2012 al haar uitvoeringstaken op het gebied van sportstimulering beëindigt en het stokje overgeeft aan de sector zelf. De redenering daarachter is dat de gemeente decennialang heeft geïnvesteerd in sportontwikkeling en sportstimulering. De sportparticipatiegraad is mede daardoor flink gestegen. Weliswaar kan de sportbeleving nog intensiever en gevarieerder, maar het is nu de verantwoordelijkheid van de sportsector zelf om tot een kwalitatief beter sportaanbod te komen. Sportstimulering wordt daarmee volledig afgeschaft, inclusief sportbuurtwerk, en er worden geen combinatiefunctionarissen aangesteld. Dit kan leiden tot een besparing van 335.000 euro. Argumentatie college Het college stelt in de voorjaarsnota 2012 voor om in 2016 nog eens 0,5 miljoen euro structureel te bezuinigen op sport. Dit komt bovenop de bezuinig van 0,5 miljoen euro structureel waartoe is besloten bij de voorjaarsnota 2011. De verenigingen zullen hierdoor zwaarder belast worden. Door de inzet van sportstimulering kan deze last verminderd worden. Onderwijs regionalisering leerplicht Op langere termijn is de samenwerking tussen RMC, jongerenpunt en leerplicht (bestrijding jeugdwerkloosheid en schoolverzuim / stimuleren dat jongeren een startkwalificatie behalen) verder te versterken door deze taken te integreren en op subregionale schaal te organiseren. Voorwaarde is dat andere gemeenten hieraan willen meewerken. Dit kan een besparing opleveren van 0,1 miljoen euro structureel. Argumentatie college Besloten is om dit voorstel mee te nemen bij het verder uitwerken van het onderdeel sourcing en op voorhand geen besparing in te boeken. Eerst moet het gesprek met de regiogemeenten worden gevoerd. Welzijn: jeugdbeleid De activiteiten van het jeugd- en jongerenwerk zijn niet altijd even goed op elkaar afgestemd. Door deze meer op elkaar af te stemmen is het mogelijk hierop te besparen voor een bedrag van 0,05 miljoen euro structureel – naar analogie van de Brede Buurtschool. Deze besparing komt bovenop de korting die het Rijk doorvoert (130.000 euro van Montfransgelden). Hierdoor bestaat het risico op meer overlast door jongeren. Argumentatie college Jongeren vormen een prioriteit in het beleid. Daarom is besloten om de voorgestelde bezuinigingsmaatregel niet door te voeren.
Welzijn: maatschappelijk werk Naast de voorstellen om maatschappelijk werk niet langer in te zetten op lichte problematiek, maar alleen op zware problematiek en de aanmeldingen enkel nog via de zorgstructuur te laten verlopen wordt voorgesteld om niet langer in te zetten op de middelzware problematiek. Het maatschappelijk effect hiervan is dat op jaarbasis ongeveer 300 mensen minder worden geholpen. De capaciteit voor zware problematiek blijft wel overeind. Dit levert een besparing op van 0,25 miljoen euro structureel. Argumentatie college Vanwege de grote maatschappelijke impact van deze maatregelen hebben we besloten om deze maatregelen niet in het maatregelenpakket op te nemen Afschaffen jeugdfonds In het verleden heeft de gemeente de verordening maatschappelijke participatie ingesteld. Op dit moment wordt die verordening afgebouwd om met hetzelfde bedrag een jeugdfonds op te richten. We stellen voor om te stoppen met het jeugdfonds. Overwegingen om het niet te doen: Jongeren uit gezinnen met een minimuminkomen kunnen dan niet langer sporten; Het jeugdfonds ligt in lijn met HVM (particulieren dragen bij en beheren zelf het fonds); Het holt de samenwerking in het armoedepact uit. Overwegingen om het wel te doen: -
De financiële situatie van gemeente Almelo; De beïnvloedbaarheid van de regeling; het is een niet-wettelijke regeling.
Argumentatie college De verordening maatschappelijke participatie is geen wettelijke taak. Het is dan ook mogelijk om deze aanvullende regeling stop te zetten. Dit is ook voorgesteld door het ambtelijk apparaat. Echter, we zitten midden in een transitieproces om de gelden van de verordening maatschappelijke participatie in fondsen te stoppen en op die manier ook andere partners de mogelijkheid te bieden om de participatie van met name jongeren in de stad te vergroten. Dat proces willen we niet stopzetten, juist omdat het ook goed in Het Verschil Maken past. Daarnaast past het niet in de afspraak om te focussen op (kwetsbare) jeugd. Administratie WMO voor regiogemeenten uitvoeren Bij inbesteding worden door andere gemeenten diensten ingekocht bij de gemeente Almelo. Zo voert Almelo voor de gemeente Tubbergen op dit moment al de administratieve taken voor de Wwb uit. Door dit ook te doen voor andere gemeenten met betrekking tot de Wmo denken wij een besparing te kunnen leveren van 100.000 euro. Ook de andere gemeenten hebben voordeel bij een gezamenlijke aanpak. Argumentatie college Besloten is om dit voorstel mee te nemen bij het verder uitwerken van het onderdeel sourcing en op voorhand geen besparing in te boeken. Eerst moet het gesprek met de regiogemeenten worden gevoerd.
132
Verminderen categoriale bijzonder bijstand De gemeente kent twee soort bijzondere bijstand, de individuele en de categoriale bijzondere bijstand. De categoriale bijzondere bijstand maakt het mogelijk om gehandicapten en ouderen ambtshalve – dus zonder individuele aanvragen – een extra uitkering te verstrekken. In Almelo krijgen 65+ en chronisch zieken met een minimuminkomen eens per jaar een extraatje van 50 euro. We stellen voor om dit extraatje niet langer te verstrekken. Het gevolg is wel dat een kwetsbaar deel van de minima met een inkomensachteruitgang wordt geconfronteerd. Dit voorstel is ook aan de raad voorgelegd bij de voorjaarsnota 2011. Het voorstel was toen om met de categoriale bijstand te stoppen, wat een bezuiniging opleverde van 0,2 miljoen euro. Per amendement heeft de raad deze bezuiniging teruggebracht naar 0,12 miljoen euro, wat betekent dat er nog een bezuinigingsmogelijkheid is van 80.000 euro. Argumentatie college Gezien de extra belastingmaatregelen en de mogelijke effecten op de meest kwetsbare groepen onder de minima, de ouderen en de chronisch zieken, kiest het college ervoor om deze bezuiniging niet mee te nemen in deze voorjaarsnota 2012. Bomenziektebestrijding Het voorstel bij de voorjaarsnota 2011 was te stoppen met niet wettelijke bestrijding van ziekten bij bomen. Dit zou een bezuiniging opleveren van 30.000 euro structureel. Het college heeft toen besloten om alleen die ziekten te blijven bestrijden die een gevaar opleveren voor de volksgezondheid. De bezuiniging werd daarmee bijgesteld naar 15.000 euro structureel. Er staat dus nog een bezuinigingsmogelijkheid van 15.000 euro structureel open. Gevolg van deze bezuiniging kan zijn enige overlast en toename van klachten. Argumentatie college Het college heeft dit bezuinigingsvoorstel niet meegenomen in de voorjaarsnota 2012 in verband met de gevolgen voor de volksgezondheid en de klachten die dit met zich meebrengt. Volledig op afspraak werken publieksbalie Er wordt voorgesteld te streven naar het volledig op basis van afspraken te gaan werken. Almelo scoort daar nu nog vrij laag op (slechts 27% van de bezoekers komt op afspraak). Door volledig op afspraak te werken is de dienstverlening beter in te richten. Argumentatie college Nadere uitwerking van dit voorstel heeft uitgewezen dat volledig op afspraak werken geen besparing oplevert.
133
Kwijtscheldingsbeleid afvalstoffenheffing In vergelijking met andere gemeenten is gemeente Almelo relatief veel kwijt aan haar kwijtscheldingbeleid. Overwogen kan worden om de norm te verlagen naar 90% van de bijstandsnorm. Daartegenover bestaat wel het risico dat de omvang oninbare bedragen zal toenemen en dat de uitvoeringskosten toenemen. Hierdoor zou het besparende effect van deze maatregel kunnen verdwijnen. Tot slot is er natuurlijk ook een negatief effect op de huishoudens met een minimuminkomen. Argumentatie college Besloten is om deze voorgestelde maatregel niet door te voeren vanwege het negatieve effect op de huishoudens met een minimuminkomen. Bovendien is het uiterst onzeker of deze maatregelen daadwerkelijke tot besparingen zal leiden. Wijkbudgetten Overzicht wijkbudgetten 2012
Subtotalen
Wijkbudgetten algemeen bewonerscommissie
10.905
Contributie lidmaatschap
274
Wijkbudget algemeen wijkkranten
48.625 59.804
Wijkbudgetten per stadsdeel: - noord-west
15.120
- noord-oost
20.126
- zuid-west
24.806
- zuid-oost
15.833
- centrum
8.069 83.954
Totaal
143.758
Bewonerscommissies Het eerste deel van de wijkbudgetten voor de bewonerscommissie en de wijkkranten liggen min of meer vast. De vergaderkosten van de wijkcommissies worden hiervan gedekt. Per wijkcommissie gaat het om een paar honderd euro die ingezet worden om de wijkcommissies te faciliteren. Bewoners worden gevraagd om mee te denken als vrijwilliger. Bij een bezuiniging op dit budget zouden zij zelf voor de kosten moeten opdraaien. Wijkkranten Opgenomen in voorjaarsnota 2012. Zie hiervoor paragraaf 3.3. Wijkbudgetten per stadsdeel Deze wijkbudgetten worden onder andere gebruikt om de onkosten van bijeenkomsten met bewoners te dekken. Verder worden deze budgetten door de stadsdeelcoördinatoren/wijkwethouders gebruikt om gewenste ontwikkelingen op gang te brengen, meestal in combinatie met andere (project) middelen.
134
Bijlage 5: Stadhuis 1. DOORGAAN MET PLAN MET BESPARINGEN Structureel m.i.v. 2014 Besparingen berekening kapitaallasten o.b.v. 4,5% i.p.v. 4,9% lagere kapitaallasten a.g.v. bijstelling flexnorm
146.056 58.500
hogere kapitaallasten a.g.v. indexering grondprijs
-40.500
overige exploitatielasten a.g.v. bijstelling flexnorm onderhoudskosten o.b.v. actueel onderhoudsprogr.
50.740 50.000 260.000
aanbestedingsvoordeel kapitaallasten o.b.v. 4,5%
140.000
totaal
400.000
indexatie investeringskrediet
- 150.000
totaal structureel voordeel vanaf 2016
250.000
Voor de vergelijking van varianten maken we een onderscheid in de besparingen in de periode 2012-2015 en de besparingen vanaf 2016. Een structureel voordeel van 250.000 euro vanaf 2014 kan dan worden gezien als een besparing van 500.000 euro in de periode 2012-2015 en een besparing van 250.000 euro vanaf 2016.
135
2. PLAN WEL UITVOEREN MAAR TWEE JAAR LATER
Incidenteel 2012-2015 voor 2 Besparingen
per jaar
lagere jaarlast rentevoordeel bouwrente en aanloopkosten rentevoordeel afboeking huidig stadhuis en java
6.119.931 3.886.000
jaren
2.240.000 4.480.000 4,5% 280.000 560.000 4,5% 170.000 340.000
lagere afboeking huidig stadhuis en java
660.000 1.320.000
totaal
6.700.000
Extra kosten planmatig onderhoud
198.000
reeds structureel begroot
198.000 0
instellen reserve voor onderhoudcalamiteiten rentenadeel grond voor grondbedrijf rentenadeel over reeds gemaakte kosten
0 1.000.000
12.600.000 3.000.000
4,5% 4,5%
570.000 1.140.000 140.000 280.000
indexering bouwrente en BTW a.g.v. 2 jaar later bouwen schadeclaim contractpartijen aanpassing planning
220.000 p.m.
totaal
2.640.000
Saldo besparing incidenteel
4.060.000
Structureel (per jaar) m.i.v. 2016 Besparing besparingen cf. variant 1 inclusief indexatie, exclusief aanbestedingsvoordeel
Extra kosten
110.000
per jaar
indexering kapitaallasten a.g.v. 2 jaar later bouwen Saldo besparing structureel
voor 2 jaren 120.000 nihil
136
4. PLAN NIET UITVOEREN Incidenteel 2012-2015 Extra kosten reeds gemaakte kosten verplichtingen
1.700.000 800.000
afkoop resterende contractwaarde (o.b.v. 30%)
500.000
totaal
3.000.000
gehanteerde grondprijs (peil 2013) marktwaarde
12.600.000 3.000.000 9.600.000
raming onderhoud 10 jaren incl BTW raming onderhoud 10 jaren excl BTW
5.187.440 4.359.193
raming 10 jaren incl niet verrekenbare BTW 8%
4.425.453
raming onderhoud per jaar
442.545
reeds structureel begroot
198.000
onderhoud boven struct. begroting rentenadeel grond grondbedrijf
(2012-2015)
(2013,2014,2015)
3.000.000
240.000
4
960.000
4,5%
3
410.000
totaal
13.970.000
Dekking stand reserve 1-1-2012
5.547.983
rente over de reserve 2012 rente over de boekwaarde toevoeging 2012
249.659 -76.500 2.240.000
beschikbaar in 2012 toevoeging 2013-2015
2.240.000
3
totaal
7.960.000 6.720.000 14.680.000
Saldo besparing incidenteel
710.000
Structureel (per jaar) m.i.v. 2016 Besparing lagere jaarlast
2.240.000
afstoten Javatoren
p.m.
totaal Extra kosten onderhoud boven structurele begroting rentenadeel grond voor grondbedrijf
(a)
2.240.000
3.000.000
4,5%
totaal
240.000 140.000 380.000
Saldo besparing structureel
1.860.000
(a) Contract Javatoren loopt door tot 2016, jaarlast excl. kapitaallasten is 660.000 euro (b) Deze rentelast loopt door tot een andere partij de grond overneemt
137
(b)
138
Bijlage 6: Financieel meerjarig perspectief In hoofdstuk 2 zijn de bedragen genoemd per 2015 en 2016. In de onderstaande tabellen staat het volledige meerjarige perspectief weergegeven. DE OPGAVE INCIDENTEEL Bedragen x 1,0 miljoen
Totaal
2012
2013
2014
2015
2016
0
0
0
0
0,0
0,0
0,0
Jaarrekening 2011
21
21
Grondbedrijf woningbouw
26
26
Grondbedrijf bedrijventerreinen
8
8
Soweco Binnenstad eerste fase
5
5
Frictiekosten bezuinigingen
1,58
1,08
0,50
Verhoging ABP premie
1,00
0,40
0,60
Gemeentelijk belastingkantoor
0,08
0,08
Frictiekosten aanpassen organisatiestructuur
0,66
Verbeterprogramma
0,26
0,26
0,15
0,15
0,60
0,60
Bestuurskracht en Bestuurscultuur
0,66
Aantrekkelijke Stad Exploitatietekort Hof 88 Eigen Kracht en participatie Eigen risico bijstand Leefbaarheid en Veiligheid Civieltechnische kunstwerken
0,27
Totale opgave
64,6
0,27 57,6
7,0
DE OPGAVE STUCTUREEL 2012
2013
2014
2015
2016
0
0
0
0
0
0,4
0,4
0,4
0,4
0,4
1,5
1,6
1,4
1,1
0,17
0,17
0,17
0,17
Gemeentelijk belastingkantoor
0,29
0,02
-0,19
-0,26
Leges en kosten publiekszaken
0,14
0,14
0,14
0,14
Aanvullende bezuinigingen rijk
0,3
1,8
2,4
3
0,05
0,05
0,05
0,05
0,30
0,15
0,38
0,48
0,48
0,48
0,08
0,08
0,08
0,09
3,6
4,9
4,9
5,2
Bedragen x 1,0 miljoen Jaarrekening 2011 Grondbedrijf woningen Soweco Bestuurskracht en Bestuurscultuur Lagere winstuitkering BNG
0,17
Aantrekkelijke Stad Beheer openbare ruimte IISPA
0,05
Eigen Kracht en participatie Leefbaarheid en Veiligheid Veiligheidsregio Regionale uitvoeringsdiensten
0,38
Civieltechnische kunstwerken Totale opgave
1,0
139
0
INCIDENTELE MAATREGELEN Bedragen x 1,0 miljoen
Totaal
2012
2013
64,6
57,6
7,0
Algemene reserve
9,2
9,2
Stadhuis 2 jaar on hold
4,1
4,1
17,7
17,7
4,9
4,9
12,7
12,7
Reserve grote investeringen (MFA’s)
5,6
5,6
Overige reserves
7,6
7,6
Overige reserves
0,6
0,6
Bespaarde rente (2013-2015) #
4,5
Opgave
2014
2015
1,5
1,5
1,5
1,5
1,5
1,5
Bestuurskracht en bestuurscultuur
Overige reserves Aantrekkelijke stad Reserve waterboulevard Overige reserves Eigen kracht en participatie
Leefbaarheid en veiligheid
Totaal maatregelen incidenteel
66,9
140
62,4
2016
STRUCTURELE MAATREGELEN Bedragen x 1,0 miljoen
2012
2013
2014
2015
2016 en verder
Opgave
-1,0
-3,6
-4.9
-4,9
-5,2
Structurele gevolgen heroverweging reserves
-2,5
-3,0
-3,0
-3,0
-3,0
-3,5
-6,6
-7,9
-7,9
-8,2
0,02
0,02
0,02
0,02
0,06
0,06
(zie 2.2 maatregelen incidenteel)
Nieuwe opgave Bestuurskracht en bestuurscultuur Sluiten geboorteloket ziekenhuis Opzeggen huur skybox Stelpost loon/prijscompensatie
0,86
1,60
2,35
3,11
3,86
Risicobuffer
0,14
0,27
1,52
0,32
0,33
Meerjarenperspectief
0,46
0,46
0,07
0,52
Belastingmaatregelen
0,70
1,40
2,10
2,10
Aantrekkelijke stad Sportaccommodaties
0,50
Stelpost bezuiniging grondbedrijf
0,80
0,90
1,00
1,00
1,00
Taakstelling bibliotheek
0,10
0,10
0,14
0,16
Langdurigheidtoeslag
0,22
0,22
0,22
0,22
Stadsdeelcoördinatie
0,12
0,27
0,27
0,27
Subsidies amateurverenigingen afbouwen
0,02
0,03
0,06
0,06
Taken leerplicht ambtenaar beperken tot wettelijk pakket
0,01
0,01
0,01
0,01
0,06
0,07
0,07
Eigen kracht en participatie
Bezuiniging Almelo Sociaal Integraal huisvestingsprogramma onderwijs (IHP)
0,30
0,30
0,30
0,30
Wijkkranten
0,05
0,05
0,05
0,05
Dweilprogramma
0,01
0,18
0,24
0,24
Regeerakkoord sociale zekerheid
0,05
0,11
0,31
0,31
Middelen sociale zekerheid
Bijzondere bijstand
0,56
0,54
0,52
0,49
0,49
Aanpassen norm kwijtschelding
0,06
0,06
0,06
0,06
0,06
0,12
0,12
0,12
0,12
Stopzetten subsidies particulieren begraafplaatsen
0,04
0,04
0,04
Galloway runderen
0,01
0,01
0,01
Bezuinigingen onderhoudskosten accommodaties doelgroepenver.
0,07
0
0
Leefbaarheid en veiligheid Besparen onderhoud wegen
Totaal maatregelen structureel Resultaat
141
2,42
5,55
8,89
9,06
10,79
-1,08
-1,05
1,01
1,14
2,63
Bijlage 7: Totaal overzicht heroverweging reserves Bedragen x 1 miljoen
Stand Heroverweging
Resterend bedrag
Algemene reserve 01. Algemene Reserve
9,2
9,2
0,0
02. Reserve opbrengsten verkoop deelnemingen
1,9
1,9
0,0
03. Reserve bouwfondsaandelen
7,8
7,8
0,0
04. Reserve achtergestelde lening Vitens
2,7
2,7
0,0
15. Reserve erfpachtgronden
1,9
1,9
0,0
05. Toegangscontrolesysteem
0,1
0,1
0,0
16. Sportschool Hartman
0,1
0,1
0,0
17. Paralellweg 156a
0,1
0,1
0,0
18. Aanschaf accommodaties
0,0
0,0
0,0
19. IISPA
6,2
5,7
0,5
20. Licht geluid tca Hof 88
0,0
0,0
0,0
21. Terreinmeubilair ON
0,0
0,0
0,0
39. Mfa Eninver
1,7
1,7
0,0
40. Studiehuis
0,2
0,2
0,0
41. De Schoppe uitbouw
0,1
0,1
0,0
42. Unilocatie vmbo
0,3
0,3
0,0
43. Obs Reigershofte uitbreiding
0,1
0,1
0,0
44. Bus sportbuurtwerk
0,0
0,0
0,0
45. Zorgverbreding vrije school
0,0
0,0
0,0
46. Zorgverbreding St Stephanus
0,1
0,1
0,0
47. Zorgverbreding Noorderborg
0,1
0,1
0,0
48. Werkplein
0,3
0,3
0,0
65. Ondergrondse containers
0,9
0,0
0,9
49. Reserve inkomensafhankelijke uitkeringen
1,4
1,4
0,0
50. Reserve Wet Maatschappelijke Ondersteuning
1,9
1,8
0,1
51. Reserve nieuwkomers
0,4
0,4
0,0
22. Reserve algemeen grondbedrijf
0,3
0,3
0,0
66. Reserve grondbank
0,1
0,1
0,0
67. Reserve intergemeentelijk ingenieursbureau
0,8
0,0
0,8
68. Reserve Wegen
0,5
0,0
0,5
69. Reserve materiaal brandweer
0,6
0,0
0,6
06. Reserve knelpunten bedrijfsvoering
0,4
0,1
0,3
07. Reserve btw compensatiefonds
0,5
0,0
0,5
08. Reserve verkiezingen
0,1
0,1
0,0
09. Reserve automatisering
3,4
3,0
0,4
52. Reserve Soweco afkoop
0,0
0,0
0,0
Beklemde reserves
Reserves economisch nut
Reserves ter afdekking van risico’s
Reserve ter egalisatie van kosten
142
Bedragen x 1 miljoen
Stand Heroverweging
Resterend bedrag
53. Reserve schoolgebouwen
1,0
1,0
0,0
6,5
1,3
5,2
11. Reserve Takenanalyse
0,0
0,0
0,0
12. Reserve GSB I
0,0
0,0
0,0
13. Reserve grote investeringen
3,5
0,7
2,8
14. Reserve nieuwbouw stadhuis
5,6
4,1
1,5
23. Reserve sportraad
0,0
0,0
0,0
24. Reserve bibliotheek
0,0
0,0
0,0
25. Reserve sportstimulering
0,4
0,0
0,4
26. Reserve kunstaankoop/stadsvernieuwing
0,2
0,1
0,1
27. Reserve bovenwijkse voorzieningen
0,1
0,0
0,1
28. Reserve stadsvernieuwing
1,1
0,9
0,2
29. Reserve Besluit woninggebonden subsidies
0,4
0,3
0,1
30. Reserve ISV 2010-2014
1,4
1,4
0,0
31. Reserve besluit locatiegebonden reserve
0,9
0,3
0,6
32. Reserve parkeeraccommodaties
1,0
0,5
0,5
33. Reserve bouwfonds stimulering
1,0
1,0
0,0
34. Res. co-financiering, Alm.Centr.Duurzaamheid
0,5
0,0
0,5
35. Reserve co-financiering, Leader+
0,1
0,0
0,1
36. Reserve co-financiering, nog niet geclaimd
0,1
0,1
0,0
37. Reserve co-financiering, waterboulevard
8,3
4,9
3,4
38. Reserve co-financiering, verbindende pleinen
0,8
0,0
0,8
54. Reserve grote investeringen, MFAs
5,6
5,6
0,0
55. Reserve Wijkwaardebonnen
0,5
0,0
0,5
56. Reserve welzijnsaccommodaties
0,0
0,0
0,0
57. Reserve wijkbuurtbudgetten
0,1
0,0
0,1
58. Reserve instrumenten
0,0
0,0
0,0
59. Reserve GSB II mop Sociaal
0,3
0,1
0,2
60. Reserve reïntegratie
4,0
0,0
4,0
61. Risico Soweco 2013
1,4
0,0
1,4
62. Werkplein op Twentheplein
0,7
0,0
0,7
63. Reserve werkgelegenheid en educatie
1,7
0,0
1,7
64. Middelen Centrum Jeugd en Gezin
0,2
0,2
0,0
70. Reserve co-financiering, Pmjp
0,4
0,0
0,4
71. Reserve bodemverontreiniging
1,8
0,0
1,8
72. Reserve GSB III
3,5
0,5
3,0
5,8
0,0
5,8
Reserve onderhanden werk 10. Overlopende werken Reserve ter realisatie van beleidsprioriteiten
Reserve ter egalisatie van tarieven 73. Reserve riolering tariefsegalisatie 74. Reserve afvalstoffenheffing Totaal
143
1,2
0,0
1,2
104,0
62,4
41,7
144