Aan allen die op eender welke manier met liefde en inzet dit project hebben gesteund, zeggen we een welgemeende diepe “dank u wel” ...
Meditatieve tentoonstelling Dinsdag 19 april 2016
In mensen met opbeurende woorden en met daden die recht doen. In mensen die vertrouwen schenken en de droom in een nieuwe wereld niet opgeven.
Ontvangst Welkomstwoord Lied ‘Uit handen, ten voeten uit’ (Bert Evens)
Dit is mijn Lichaam, voor jou gegeven uit handen ten voeten uit… In dit ogenblik willen we delen elke ademtocht, elk zacht geluid. Het rijzen en het dalen volgen en luis’tren naar elkanders harteklop. Zo zij er vreugde over het golven van ons zo wonderlijk samenzijn!
Niet in de wereld van macht en prestige. Niet in de wereld van verdachtmakerij en buiten spel zetten ben Jij te vinden. Slechts in liefde ben Jij te vermoeden.
Wie daar zoekt, zal gevonden worden door de Liefde die Jij zelf bent.
Meditatieve duiding Catechetisch moment Lied ‘Ik zal er zijn’ (Sela) Officiële opening tentoonstelling Marinus van den Berg
Niet in koude leerstellingen. Niet in harde zekerheden ben Jij te vinden. Slechts in liefde ben Jij te vermoeden.
Lied ‘Ik zal er zijn’ (Sela)
In de hartverwarmende inzet van de ene mens voor de ander. In de bescheiden trouw aan wie lijdt in het leven. Ben Jij te vermoeden.
Een boog in de wolken als teken van trouw, staat boven mijn leven, zegt: Ik ben bij jou! In tijden van vreugde, maar ook van verdriet, ben ik bij U veilig, U die mij ziet.
Niet op tronen. Niet ver boven ons verheven ben Jij te vinden. Slechts in liefde ben Jij te vermoeden.
Hoe wonderlijk mooi is Uw eeuwige Naam. Verborgen aanwezig deelt U mijn bestaan. Waar ik ben, bent U: wat een kostbaar geheim. Uw naam is ‘Ik ben’ en ‘Ik zal er zijn’.
De toekomst is zeker, ja eindeloos goed. Als ik eens moet sterven, als ik U ontmoet: dan droogt U mijn tranen, U noemt zelfs mijn naam. U blijft bij mij Jezus, laat mij niet gaan. ‘Ik ben die Ik ben’ is Uw eeuwige naam. Onnoembaar aanwezig deelt U mijn bestaan. Hoe adembenemend, ontroerend dichtbij: Uw naam is ‘Ik ben’, en ‘Ik zal er zijn’. O Naam aller namen, aan U alle eer. Niets kan mij ooit scheiden van Jezus mijn Heer: Geen dood en geen leven, geen moeite of pijn. Ik zal eeuwig zingen, dicht bij U zijn. Tekst: Hans Maat Muziek: Kinga Bán en Adrian Roest © 2013 Stichting Sela Music
Als kijken zien wordt…
Ik pink een traan weg. Mijn zus komt dichterbij en veegt mijn wang droog. Ze geeft een zoen en glimlacht lief.
Saulus Tentenmaker, schriftgeleerde en rabbijn. Geboren in Tarsus, Cilicië, zoon van een Farizeeër. Opgeleid bij Gamaliël, Joods geleerde. Bezat het Romeins staatsburgerschap door geboorte. Ergerde zich blauw aan het uitbreidende christelijk geloof en werd naar Damascus, Syrië gestuurd om het christelijke geloof tot in de kiem te smoren. Hij keek als vurige Jood en zag de vrijzinnige sekte van Jezus van Nazareth en voelde enkel fanatieke christenhaat. Op weg naar Damascus wordt hij als door de bliksem getroffen en tast blind en hulpeloos in het rond… Saulus verandert zijn naam in Paulus en verkondigt van dan af de Blijde Boodschap vol enthousiasme.
Ben jij daar God?
Paulus Reist zich te pletter in dienst van het Evangelie. Krijgt de titel van apostel alhoewel hij Jezus niet persoonlijk heeft gekend. Bereidt zich 3 jaar voor, vooraleer hij uit de schaduw treedt en het christendom verkondigt in synagogen en in Griekenland, bakermat van de heidense cultuur. Hij predikt er tussen de filosofen. Verspreidt het christendom ver buiten de grenzen van Palestina en wordt terecht één van de grootste verkondigers genoemd. Hij kijkt en ziet zijn ware onstuitbare roeping en de Liefde tussen mensen die de droom in een nieuwe wereld niet opgeven.
Ik loop zachtjes naar boven. "Slaap zacht, mijn schat", fluistert mama. "We houden van jou lieverd", zegt papa. Ik hoor "wij". Ben jij daar, God? Ik sluit mijn ogen en dommel in In mijn droomwereld is ze daar. Mijn lieve oma. "God zegent en bewaart jou, liefje. Morgen zal ik jou van hierboven beschermen tegen kwade tongen". Ben jij daar, God? Ik loop de speelplaats op. Wanneer ik mijn pester zie aankomen, kijk ik naar boven ("Dag oma!"). Vervolgens kijk ik opzij. Daar staat ze! Mijn beste vriendin. Mijn rots en redding. Ben jij daar, God? Ik sluit mijn ogen en ik kijk in de ogen van een ander kind. "Laten we proberen om ondanks alles kinderen van hoop te zijn", antwoord ik. Zie je wat er gebeurt als we liefde, hoop en geloof het laatste woord geven? Daar ben jij, God! Tot ziens, Ikke
Mag een 12-jarige even uw
Dag God
Mag ik kwaad zijn? Razend zelfs? Mag ik verdrietig zijn? Enorm triest zelfs? Ik zet de televisie aan en zie oorlog en geweld. Ik zie terreur en pijn. Ik draai mijn hoofd opzij en ik zie mijn ouders ruzie maken. Opnieuw gekwetst... Ik kijk naar boven. "Oma, ben je daar?" Opnieuw een traan... Ik ga naar school en zie hem aankomen, die pester. De wereld kan hard zijn voor mensen die wat apart zijn. Ik sluit mijn ogen en ik kijk in de ogen van een ander kind. "Ben jij nog een kind van hoop?", vraagt Hij mij. Waar ben jij, God? Ik kijk rond, maar ik vind je niet. "Stop met kijken, mijn kind, probeer te zien..." Broer zapt naar een ander kanaal. Ik zie hoe een brandweerman een angstige vrouw kalmeert. Ik zie hoe een verpleger alles doet wat binnen zijn mogelijkheden ligt om een mens te redden.
De Bijbel beleven In het kader van de godsdienstlessen stapten de leerlingen van 1 tso in de teletijdmachine Paulus achterna… en toen werd het project geboren! Vanuit hun diepte-ervaringen en geïnspireerd door Paulus’ ingrijpende bekeringsmoment gaan ze hem een tweede maal achterna: emotie-belevend en vertellend wordt er verkondigd en geschreven. De Brieven van Paulus aan de Galaten, Korinthiërs, Hebreeën,… worden de brieven van onze 12-jarigen aan de Belgen, vrienden en ouders, pesters , God. Diepte-ervaringen zijn vaak moeilijk te vatten: de enige taal waarin men zulke ervaringen kan concretiseren is de taal van de kunst. Leonardo Boff schreef ooit in zijn boek ‘Sacramenteel leven en denken’ hoe hij een vergeeld sigarettenpeukje bewaarde. Het deed hem heel intens denken aan zijn overleden vader… Het sigarettenpeukje werd een sacrament, een intense verwijzing naar… Heilig Sacrament In de Katholieke Kerk is de geconsacreerde Hostie het allerheiligste Sacrament, verwijzend naar het lichaam van Christus en God zelf. Dat allerheiligste Sacrament vormt de uiteindelijke diepe kern van het christelijke geloof. Het aanbidden ervan brengt de mens tot ontmoeting met Gods Liefde, met het lijden van Jezus, maar ook met zijn verrijzenis. De monstrans vormt letterlijk de krans van zilver en goud rond de eucharistische Christus.
Tentoonstelling Het hele Paulusgebeuren van onze 12-jarigen is voor hen een echte diepe levenservaring geweest waarbij ook zij meer luister wilden geven aan hun emotionele beleving. De hedendaagse monstransen vormden zich gestadig tijdens de lessen plastische opvoeding. En hier vindt u ze dan in de dekenale kerk in Brakel. 32 unieke kunstwerken verspreid over 4 meditatieve blokken. Elk blok wil u laten stilstaan en mediteren bij de diepste kern van ons christelijk geloof, onze uiteindelijke bron van leven, de verrezen Christus. Jezus Christus is het Brood dat alle mensen met elkaar kunnen delen. Hij is het Licht dat schijnt in ons donkerste verdriet. Hij is de wijnstok, waar de vruchten van liefde, vrede en rechtvaardigheid zullen groeien. Hij is het ware Leven, de zin van ons bestaan, de weg tot God. Deze ‘Ik ben’ uitspraken zijn alle van Jezus zelf afkomstig, gesproken tijdens redevoeringen tegenover zijn discipelen en andere aanwezigen… en ook tegen elk van ons… In dit informatief-meditatief boekje staan ook brieven en tekeningen van de leerlingen, zinvolle teksten en quotes: een mooie leidraad voor een bezinningsmoment. Ook de jonge dichter Sammy De Smet liet zich meenemen in het Paulusverhaal en zag het als een inspiratiebron voor zijn gedicht OO(rlo)G uit het hart.
OO(rlo)G uit het hart Oorlog in het oog maar niet in ons hart Haat, donkere wolken, fel licht blind ben ik alles is wit licht gedachten dwalen rond Wat is goed? Wie ben ik? Wat doe ik? Waarom ben ik hier? Het oog ziet alles De flits van het leven zal ons bekeren Het heden zal de toekomst verlichten Kwaad heeft zijn daden niet zijn plichten Als het goede niets zal doen zal het kwade heersen Licht zal lichten Lichter dan wit hoe een mens kan zijn Zal het oog in ons hart schijnen van ziel tot mens… Sammy De Smet
Opnieuw verbinden En mocht hier niet de weerklank zijn die ons verbindt, waartoe dan dienen deze deuren, deze muren? Waartussen wij verblijven, drinken, samen dansen en mocht hier niet de resonantie zijn? Het is de ruimte die ons ademen doet, het geven dat ontvangen wekt. Jouw blik die tot begrip leidt. Want mocht het niet aandacht zijn die ons verbindt hoe kan het dan anders? En mocht hier niet de stilte zijn die ons verbindt, waarin ons spreken ruimte vindt, en mocht hier niet de stilte zijn die ons verbindt hoe kunnen wij elkaar anders begrijpen? Het is de schakel die de ketting maakt, het stilstaan dat beweging brengt, het woord dat tot geboorte leidt, want mocht het niet de aandacht zijn die ons verbindt hoe kan het dan anders? En mocht hier niet jouw verhaal zijn dat mij omringt, waarin elk moment opnieuw begint en mocht hier niet jouw verhaal zijn dat mij omringt hoe zouden wij elkaar anders begrijpen? Het is het luisteren dat ons zingen doet van elke dag een nieuw begin, dat ons weer doet verder gaan… Want mocht het niet de aandacht zijn die ons verbindt hoe kan het dan anders? Bert Evens
Mag een 12-jarige even uw Hallo pester
Kijk jij soms in de spiegel? Wie zie je dan? Zie jij een persoon die onverdraagzaam grijnst? Zie je een persoon die anderen uitmaakt voor "dommerik" en "dikzak"? Zie je iemand die zelfverzekerd en bazig is? Heb jij er al eens over nagedacht hoe ik mij voel wanneer ik in de spiegel kijk? Weer een nieuwe schooldag. Weer die angst om te worden vernederd op de speelplaats. Of zal je vandaag doen alsof ik niet besta? Hoe kom je erbij om mensen op hun uiterlijk te beoordelen? Wie heeft jou geleerd om zo gemeen te zijn? Mijn ouders leerden mij om anderen te behandelen zoals ik zelf graag behandeld wil worden. Om die reden, beste pester, vergeef ik jou. Als ik mensen zou kwetsen, zou ik ook vergiffenis willen krijgen. Misschien vind je mij nu zielig en belachelijk, maar ik hoef mij niet te schamen wanneer ik in de spiegel kijk. Beste pester, ik heb medelijden met jou. Want jouw gepest maakt je blind. Zie je dan niet dat een mooi gezicht verrimpelt met de tijd, maar een mooi hart voor altijd blijft?
Het ga je goed Ikke
Ik voelde opeens kwaadheid en wou alle mensen in de gevangenis gooien. Door een bliksemschicht viel ik van mijn paard. Ik stond recht en zag Jezus staan met een spiegel in zijn hand. Hij toonde mij hoe woedend ik was. Ik werd wakker en had alle mensen lief… Jonas
Wie zal ons voeden, het brood met ons breken? Waar wordt de honger voor altijd gestild? In Christus alleen is het brood van het leven; breekt het voor ieder, deelt het om niet.
Wie spreekt de woorden van waarheid en leven? Waar wordt gevonden de zin van bestaan? In Christus alleen is de Waarheid gegeven; weg tot de Vader, weg om te gaan.
Wie zal onthullen hoe wij zijn geschonden? Waar komt er licht in ons donker verdriet? In Christus alleen worden harten gevonden; Licht van de wereld, licht dat ons ziet.
Wie zal ons leven in liefde doen groeien? Waar zijn de vruchten die nooit meer vergaan? In Christus alleen zullen ranken volgroeien: Vruchten van vrede, recht van bestaan. Hans Maat
Er wordt over de pastoor van Ars, Johannes Vianney , een diepzinnige anekdote verteld. Elke ochtend vierde hij de eucharistie met een handjevol gelovigen. Op een goed moment werd zijn aandacht getrokken door een oud boertje dat sinds enkele dagen aanwezig was, helemaal achterin de kerk. Hij deed niet mee met de Mis, had geen gebedenboekje, ging niet te communie en was na afloop onmiddellijk weer verdwenen: hij zat er alleen maar stil voor zich uit te staren. De pastoor van Ars kende hem niet en was nieuwsgierig. Na enige aarzeling stapte hij op het mannetje af met de vraag wat hij daar nu zo achter in de kerk zat te doen. Het antwoord luidde: “Hij kijkt naar mij, en ik kijk naar Hem… “ “Je Le vise en Il me vise”. naar Johannes Vianney, de heilige pastoor van Ars
Mag een 12-jarige even uw Beste Belgen Mag een 12-jarige even jullie aandacht alstublieft? Ik hoor jullie zoveel praten, maar zo weinig zeggen. Mag ik nu even mijn zegje doen? De laatste tijd ben ik bang. Als ik mijn ogen sluit, zie ik ze steeds opnieuw, al die beelden van op tv. Oorlog, terreur en geweld: het lijkt wel alsof er niets anders meer bestaat. Als ik mijn ogen sluit, zie ik mensen huilen. Als ik mijn ogen sluit, zie ik mensen aanspoelen op een strand waar niemand hen echt welkom heet. Hun thuis bestaat niet meer. Als ik mijn ogen open, blijkt het echt zo te zijn. Als ik ’s avonds in mijn bed lig, vraag ik me af hoe een 12jarige in Syrië zich op dit moment voelt. Durft dat kind nog te slapen en even zijn ogen te sluiten? Of wil die, net als ik, even tot rust komen in zijn droomwereld? De beelden die wij op tv zien, maakt hij elke dag mee. Leeft zijn vader nog? Durft zijn moeder nog te geloven in vrede? Zijn de dromen die dat kind 's nachts heeft, de enige plaats waar hij nog gelukkig kan zijn? Is zijn leven een verloren leven? Of krijgt hij ooit nog een kans?
Heel het leven schuilt in het werkwoord ‘zien’. Pierre Teilhard de Chardin “Ik dank mijn roeping aan het feit dat ik woonde in een parochie waar de altijddurende eucharistische aanbidding werd onderhouden. Alles wat kan gedaan worden om aan deze altijddurende aanbidding een permanent karakter te geven, is zeer belangrijk. Alles in ons leven zou aan God moeten toebehoren.” Kardinaal Edouard Gagnon
Kijken en luisteren, zoals we ook naar een schilderij of een concert kijken of luisteren: je hoopt dat je nieuwe dingen ontdekt, dat er emoties worden losgeweekt, nieuwe wegen opengaan. Maar je beseft terzelfder tijd dat je het risico loopt nu en dan niets te voelen, niets te ‘snappen’. Ligt dat aan de kijker-luisteraar of aan het schilderij of muziekstuk? Is het niet ons hart dat soms te klein is om te zien? Alexander Vandaele
Als ik mijn ogen sluit, voel ik mij verdrietig. Als ik mijn ogen sluit, ben ik bang om op te groeien in deze wereld zo vol van haat. Haat verslaat toch geen haat? Als ik mijn ogen sluit, vraag ik mij af waarom zoveel mensen zo'n hard hart hebben.
Naar Emmaüs en terug We wisten geen weg meer behalve de weg terug naar huis waar duisternis wachtte en leegte. Toen we tenslotte maar gingen, was daar die ander die wilde ingelicht worden over de dingen die in de stad eergisteren plaats hadden gehad. Ik kreeg te laat in de gaten dat Hij veel meer wist dan wij, zoals ik ook achteraf pas bemerkte dat Hij ons hart in brand had gezet. Enfin, de dag was gedaald we vroegen hem binnen, daar sprak Hij tot ons, brak ons als brood en sloot onze ogen voorgoed voor wat ons verblindde. We vonden de weg terug en we zullen de weg blijven vinden. Naar Lucas 24, 11 - 35 Hans Dingemanse, Goes (Nl) genomineerd voor de Religieuze Poëzieprijs Gerolfswal 2009
Maar soms, als ik mijn ogen open, zie ik alles plots helder. Wie in Brussel bloedt, heeft rood bloed. Wie in Parijs bloedt, heeft rood bloed. Wie in Ankara bloedt, heeft rood bloed. Ja, ook wie in Damascus bloedt, heeft rood bloed. Als ik mijn ogen sluit, besef ik dus dat ik ze moet openen. We mogen ons hoofd niet wegdraaien voor haat en onverdraagzaamheid. We moeten onze ogen openen en zoeken naar de gelijkenissen die ons één maken. We moeten onze ogen openen en beseffen dat we moeten stoppen met telkens weer te fluisteren: "Ocharme". Samen moeten we zeggen: "Laten we elkaar omarmen". Laten we elkaar zien zoals we echt zijn: allemaal verschillend, maar toch gelijk.
Met wakkere groeten Ikke
Ik ben het Brood Joh.6, 35
Ik ben het Licht Joh.8,12
Ik ben de Wijnstok Joh.15,1
Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Joh. 14,6
Plots hoorde ik roepen in de verte: “Help!!” Ik liep er snel naar toe, het was op een kasseien weg. Recht voor mij stond een groot kruis, wel 20 meter hoog. In het midden hing Jezus met gespreide armen, Met een ultra ingewikkelde maar supertoffe teletijdmachine,
maar ik had een wazig beeld.
vlieg ik naar Palestina.
Ik keek naast me en zag een gevangenis met
Ineens, BOEM, stop!! En daar staat ie dan, de woeste Paulus! Euh… wat gebeurt hier? Ik verander zelf in Paulus!
daarover een zwart doek en handen door de tralies. Ze riepen om hulp en ik trok het doek weg. Er waren wel 300 mensen!
Plots zit ik op mijn zwart paard en word ik getroffen
Toen deed ik de tralies open en, net als Jezus ,
door een bliksemschicht, pardoes met mijn hoofd in het zand.
spreidden al die mensen hun armen, omhelsden mij
Voor mij zie ik Jezus, gekruisigd!
en wilden hun verhaal vertellen.
Een fel licht verblindt me en Jezus en ik vloeien samen. Ik zie niets meer maar hoor een stem die zegt: “Kies je niets of kies je alles?” Ik kies voor… je kan het wel raden… alles! Nu zie ik weer en ga aan de hele wereld de liefde verklaren. Jorben
Maar toen ging de bel en moest ik naar huis… Jill
Mag een 12-jarige even uw Aan mijn beste vriendin wiens ouders nog samen zijn Lieve vriendin Ik herinner mij de tijd niet meer dat ik in mama's buik zat. Toch vermoed ik dat het er veilig en warm was. Ik zou mijn ouders soms willen vragen: "Herinneren jullie je nog welk weer het was toen jullie mijn naam kozen? En toen ik ter wereld kwam? Herinneren jullie zich nog de liefde die jullie toen voor elkaar voelden?" Ik weet natuurlijk niets meer van mijn geboortedag, maar toch geloof ik dat er veel vreugde was. Ik had een liefdevolle thuis. Op foto's zie ik mama lachen en papa ontroerd kijken. Op foto's zie ik hun geluk. Ons geluk. Ik herinner mij de dag dat papa riep en mama huilde. Ik herinner mij de dag dat mama een koffer naar papa's hoofd gooide. Het was een zonnige lentedag. Zo'n dag waarop mensen zich plots vrolijker voelen. Ik was niet te klein om te beseffen dat ik nooit meer zorgeloos vrolijk zou zijn. Ondertussen zijn er vele jaren verstreken. Papa loopt fluitend door zijn nieuwe huis en mama heeft dankzij een nieuwe vriend haar glimlach teruggevonden. En ik ben ook terug vrolijk.
Paus Urbanus IV
In 1264 schreef paus Urbanus IV Sacramentsdag voor als verplicht feest voor de hele Kerk op donderdag na Pinksteren. In de instellingsbulle Transiturus de hoc mundo herinnerde Urbanus IV discreet aan de mystieke ervaringen van Juliana en bevestigde de authenticiteit daarvan.
1195 - 1264
Aan Thomas van Aquino vroeg Urbanus IV voor dit grote feest een nieuw liturgisch officie samen te stellen. Zijn teksten zijn tot vandaag in de Kerk in gebruik en horen tot de theologische meesterwerken. Wanneer wij in aanbidding opzien naar de geconsacreerde hostie, ontmoeten wij de gave van Gods liefde, ontmoeten wij het lijden en het kruis van Jezus, evenals zijn verrijzenis. Wanneer wij in aanbidding tot Hem opzien, trekt de Heer ons tot zich in Zijn mysterie om ons te veranderen, zoals Hij brood en wijn verandert. Met de woorden van de eucharistische hymne Adoro te devote herhalen wij voor de Heer, tegenwoordig in het Allerheiligste Sacrament: Laat mij steeds meer in U geloven opdat ik op U mag hopen, U mag liefhebben.
Maar ik vraag me dikwijls af of mama en papa beseffen hoeveel pijn het doet om nooit meer echt thuis te zijn. Ik ben graag bij mama en haar nieuwe vriend. Maar hoe kan ik volledig mezelf zijn bij een man die mijn naam niet koos? Ik ben graag in het nieuwe huis van papa. Maar hoe kan ik thuis zijn in een huis waar ik telkens weer moet aanbellen? Ik hou voor altijd van hen, van mijn mama en papa. Maar beseffen ze dat ik had gewild dat ze er ook "voor altijd" zouden zijn? Beseffen zij hoe moeilijk het voor mij is om te geloven in "voor altijd"? Daarom schrijf ik jou deze brief. Als jouw ouders nog altijd van elkaar houden zoals op de dag dat ze jouw naam kozen (of misschien zelfs nog meer), wees dan dankbaar voor het geluk in jullie gezin. Probeer de liefde tussen jouw ouders te zien als het mooiste wat je ooit in je leven zag. Liefde is zo kostbaar. Liefde is een schat die groeit als we ze verder schenken. Wees gerust, in mijn nieuwe gezinnen is er veel liefde dus ik red het wel. Ik vraag gewoon om de unieke liefde die in jouw gezin voor altijd is, niet vanzelfsprekend te vinden. Misschien kan ik er dan terug in geloven, in die "voor altijd".
Liefs Ikke Thomas van Aquino 1225 - 1274
Korte geschiedenis van
Juliana van Cornillon 1192 - 1258
Sacramentsdag
In 1990 waren er in het seminarie 20 seminaristen, 19 kwamen uit parochies waar er altijddurende eucharistische aanbidding was. Dit moet ons toch verbazen! Juliana van Cornillon werd nabij Luik geboren. Als jonge wees werd zij