dankwoord Bij de preventie en het beheer van geluidshinder in scholen zijn veel verschillende actoren betrokken: kinderen, opvoeders, deskundigen, overheden, verenigingen, enz.. Ook aan de uitwerking van ‘Daisy Bell en Herrie Laweit, de geluidsjagers’ hebben velen hun steentje bijgedragen. Ik wil hierbij alle betrokkenen hartelijk bedanken voor hun inzet. Samen spelen, verbeelden, zinnen maken, zingen, slogans verzinnen, geluidskaarten controleren, activiteiten uitproberen, dat is de bijdrage van de leerlingen. De taak van de scholen bestaat uit actief medewerking verlenen aan het project, technische oplossingen installeren en aanzetten tot gedragswijzigingen. Hierbij verdienen een bijzondere vermelding: het Institut des Sœurs de Notre-Dame in Anderlecht, gemeenteschool Pré des Agneaux in Oudergem, het Koninklijk Atheneum Koekelberg, basisschool ‘t Beekje in Evere en de Sint-Ursulaschool in Sint-Jans-Molenbeek. Gabriel Dubois, muzikant, en Thérèse Preutens, directrice van Jeunesses Musicales de Bruxelles, zorgden voor de nodige vakkennis en creativiteit bij het samenstellen van de CD, gaande van de animatie en montage tot de uiteindelijke opnames. In het kader van haar professionele bezigheden was Roxane Keunings van de dienst duurzame ontwikkeling en educatie verantwoordelijk voor de samenhang met de doelstellingen van Leefmilieu Brussel – BIM, de opvolging bij de verschillende diensten, het geven van advies, het delen van haar ervaring en het verstrekken van middelen. Dit soort meervoudige samenwerkingsverbanden bevordert de bescherming van ons milieu.
Christophe Vermonden
met dank aan alle kinderen die hebben meegewerkt aan de CD. jason elise gaspart matteo donatienne soufiane manon victoria ahmed sarah audrey charlotte kemal justine benjamin
Daisy bel en her r i e l aw e i t
thomas sofie marieke samuel lancelot léa guillaume elza yoanna sébastien va sébastien vo beverlée loris miky marie k
françois noémie victoria siham eloïse thomas alexandra nour kelly loubna gety saria noémie laura antoine
loanne louise sébastien alexiane maylis sofia marie g malaurie ella martin amaury jade thomas nicolas
Als Minister van Leefmilieu wil ik in de eerste plaats de levenskwaliteit van de inwoners van Brussel verbeteren. Ik voer daarom een actief beleid op het gebied van de energiebesparing, het bestrijden van de luchtvervuiling, het voorkomen van overstromingen, en voor het behoud van onze groene ruimten en biodiversiteit. Het probleem van de geluidspollutie wordt al te vaak onderschat en gezien als een noodzakelijk kwaad. En dit terwijl het lawaai waaraan we de hele dag en soms ook ‘s nachts worden blootgesteld een bedreiging vormt voor onze gezondheid. Er bestaan nochtans voldoende oplossingen om de bestaande geluidshinder te verminderen. Een nieuw Brussels plan ter bestrijding van de geluidshinder in een stedelijke omgeving zal worden goedgekeurd. Een belangrijk onderdeel van dit plan beoogt de beheersing en vermindering van weg-, trein- en vliegverkeerlawaai. Een ander luik van het plan betreft de bewustmaking van jongeren voor de geluidsproblematiek. Het zijn immers in de eerste plaats de jongeren zelf die geconfronteerd worden met de verschillende vormen van geluidshinder op school, zowel in de klas en in de refter als op de speelplaats. Ik ben mij terdege bewust van de ernst van deze problematiek binnen de scholen, en ben dan ook zeer gelukkig met het animatieproject ‘Daisy Bell en Herrie Laweit’ van de vzw Empreintes gericht op het lager onderwijs. Overtuigd van de interactieve, ludieke en pedagogische waarde van dit project, alsook van het dynamisme van deze vereniging, heb ik hen de opdracht gegeven om het project aan te passen voor de drie graden van het basisonderwijs, en een begeleidend pedagogisch dossier op te stellen. En ziehier het resultaat. Ontdek de achtergronden van het geluid samen met ’Daisy Bell en Herrie Laweit’ en verminder de lawaaihinder in jouw klas en in jouw school dankzij hun ‘slimme tips’.
Evelyne Huytebroeck Brussels Minister voor Leefmilieu en Energie
D a i s y b e l e n h e r r i e laweit
inhoudstafel
INleiding
p. 5
1. Lawaai op school : het probleem aan de kaak gesteld
p. 6
1.1 Bronnen 1.2 Gevolgen
2. hoe pakken we lawaai op school aan ?
p. 9
2.1 De aanpak in één oogopslag 2.2 De integratie in de lesactiviteiten 2.3 Zelfstandige of begeleide projecten
p. 9 p. 9 p. 10
3. we beginnen eraan ! 3.1 3.2 3.3 3.4
Bewustmaking Gedragsverandering Trucjes, kneepjes en handigheidjes: technische fiches Acties ...
4. hulpmiddelen 4.1 4.2 4.3 4.4
Dossiers en boeken met informatie Boeken Internet Verenigingen
Fotokopieerbare documenten
p. 6 p. 7
Daisy bel en her r i e l aw e i t
p. 11 p. 11 p. 17 p. 19 p. 22
p. 25 p. 25 p. 26 p. 26 p. 26
p. 27 en vervolg
inleiding Het gefluit van vogels, de wind die door de straten giert ... Allerhande muziek, aankondigen, sirenes... Het autoverkeer, het geraas van bouwterreinen, de achtergrondgeluiden van de fabrieken... Stemmen, geroep, gezang... Lawaai hoort bij het leven, het is overal... maar te veel lawaai schaadt! De scholen bruisen van het leven: gezang, gebabbel, geroep, belsignalen... Maar ook de effecten van de stappen in de gangen, het ritme van de pennen en potloden die op de banken roffelen, het kabaal in de refters, de weergalm van de andere klassen, deuren die knarsen of slaan... zo wordt geluid al snel overlast. Omdat geluid onzichtbaar, geur- en kleurloos is, is geluidsoverlast in de schoolomgeving een miskend probleem. Deze vorm van vervuiling heeft echter een negatieve invloed op het leerproces, ze zorgt voor agressie en onevenwichtigheid en ze schaadt de gezondheid van de leerlingen en het schoolpersoneel. Hoeveel leerkrachten kennen de invloed van lawaai op het leerproces en het gedrag? Hoeveel kinderen zijn zich bewust van de overlast die ze zelf veroorzaken? Hoeveel beheerders van schoolgebouwen weten wie ze hierover moeten aanspreken? Dit boekje vormt samen met een heel pakket hulpmiddelen het project “Daisy Bel en Herrie Laweit”, dat tot doel heeft geluidsoverlast op school aan te pakken. Via een creatieve en participatieve benadering probeert het project “Daisy Bel en Herrie Laweit” alle moraliserende boodschappen te vermijden. Het maakt de leerlingen bewust van het probleem en geeft hen de middelen om hun geluidsomgeving te beheren, op hun eigen niveau en dit samen met alle betrokkenen op school. Het is zeker niet de bedoeling om een geluidloze school te creëren – dat zou pas erg zijn! – maar om te zorgen voor een ruimere bewustwording en een duurzame verbetering van de akoestiek in de scholen. Met een beperkte investering in tijd en energie, en voor een te verwaarlozen kostprijs, is het mogelijk acties te ondernemen die de geluidsoverlast inperken. In dit boekje vindt u het bewijs. Het maakt het ook mogelijk om die acties in het leerproces te integreren. Zo komen leerlingen en leerkrachten als winnaars uit de strijd! Dit boekje is specifiek gericht op de situatie in de scholen. Het identificeert de bronnen en de gevolgen van lawaai. Vervolgens stelt het een aanpak voor in vier stappen: bewustmaken, nieuw gedrag aanleren, goedkope technische oplossingen uitproberen en, tot slot, maatschappelijke acties ondernemen zodat de samenleving en de onderwijsstructuren meer rekening houden met het probleem. Voor elke stap worden specifieke activiteiten en oplossingen beschreven. Dit project werd al in talloze scholen uitgetest. Het vergt een inzet van iedereen. In de eerste plaats van de leerlingen, de leerkrachten, de directie, het onderhoudspersoneel en het toezichthoudend personeel. Op lange termijn ook van de inrichtende macht, de participatieraad, de ouders, diverse verenigingen, experts, de media,... Wie het voorgestelde stramien volgt, kan de geluidsomgeving echt verbeteren. Uiteraard biedt dit werkinstrument geen kant-en-klare oplossing voor elke situatie. Neem deze benadering daarom niet klakkeloos over, maar gebruik hem actief en pas hem aan in functie van de bestaande beperkingen en uw specifieke situatie. Ontwikkel uw eigen oplossingen. Laten we samenwerken om elke leerling te leren een verantwoordelijke burger te worden in een serene omgeving die ontwikkeling optimaal ondersteunt. D a i s y b e l e n h e r r i e laweit
1. lawaai op school : het probleem aan de kaak gesteld Wie is zich bewust van de intensiteit van de geluidsoverlast op school? Hoeveel decibel produceert de refter, de klas, een drukke straat? Bij welke drempel wordt lawaai gevaarlijk? Laten we maar meteen beginnen door onze gewaarwordingen op elkaar af te stemmen aan de hand van onderstaande schaal.
1.1 bronnen De bronnen voor geluidsoverlast op school zijn talrijk. We kunnen diverse soorten onderscheiden.
? de decibelschaal (db)
Weetje
De decibel is de meeteenheid voor geluidsintensiteit. De decibelschaal is een logaritmische schaal. Aldus komt een toename van 3 decibel overeen met een verdubbeling van de geluidsintensiteit (met andere woorden: 63 dB = 60 dB + 60 dB) en betekent een verhoging van 10 decibel dat het geluid 10 keer luider wordt (10 x 60 dB = 70 dB).
pijndrempel
140 dB
moeilijk te verdragen
110 dB
gevaardrempel risicodrempel
85 dB
luid, maar draaglijk 60 dB
courant geluiden 25 dB zeer stil
hoorbaarheidsdrempel
Daisy bel en her r i e l aw e i t
1.1.1. Externe geluidsbronnen De geluidshinder wordt niet binnen de school veroorzaakt maar komt van bronnen die buiten de school zijn gelegen. Deze geluidshinder is het gevolg van de ligging van de school in de buurt van luchthavens, drukke wegen en belangrijke kruispunten, vlakbij industriële activiteiten, enz. Er zijn maar weinig scholen met akoestische bescherming (bijvoorbeeld geluidswerende ramen). Soms dringen geluiden uit de buurt door tot in de klaslokalen (bijvoorbeeld grasmaaiers).
0 dB
1.1.2. De akoestiek van het gebouw • Een ontwerp zonder aandacht voor akoestiek. De akoestiek is zeer slecht in ruimten met hoge, “harde” plafonds, betegelde vloeren en naakte muren, die vaak uit betonblokken bestaan, omdat alle oppervlakken van de ruimte het geluid weerkaatsen. De galmtijd (de tijd die een geluid nodig heeft om de helft stiller te worden) is veel te lang, waardoor het geluidsvolume toeneemt. Dit is vaak zo in refters en sportzalen, maar ook in de klassen, waar het een negatieve invloed heeft op het leerproces. Het is ondraaglijk voor de aanwezigen, die eigenlijk meer dan een half uur recuperatietijd nodig zouden hebben. Voor deze ruimten zijn daarom ge-
luidsabsorberende maatregelen nodig. • Laten we ook de herhaalde belsignalen niet vergeten. • Het gebrek aan isolatie tussen de lokalen : te dunne wanden tussen de klassen, de afwezigheid van een scheidingswand tussen de keuken en de refter zijn goede voorbeelden van dit probleem. In andere gevallen moet de ruimtelijke ordening binnen de school zelf in vraag worden gesteld: klassen vlak naast sportzalen, muzieklokalen, werkruimten, enz. Wat ook soms gebeurt : gereedschapsmachines die niet geïsoleerd zijn in de werkplaatsen. Tot slot vormt ook de nagalm van impactgeluiden op de stenen of houten vloeren en op de scheidingswanden een belangrijke bron van geluidsoverlast. Denk bijvoorbeeld aan een ruimte voor het middagdutje die zich onder een houten trap bevindt of aan een klas onder een sportzaal.
Misvatting Went geluid? NEEN! Het lijkt inderdaad alsof we constant achtergrondlawaai na een tijdje niet meer horen, maar ons organisme blijft er de schadelijke invloed van ondervinden en past zich nooit aan! Deze geluidspollutie overdag is bovendien niet bevorderlijk voor een goede nachtrust.
gesprekken van kinderen of ouders in de gangen,... Het zijn allemaal voorbeelden van luidruchtig gedrag dat overlast kan veroorzaken en waarvan diegenen die er aan de basis van liggen, zich zelden bewust zijn. In schoolrefters vinden we een combinatie van deze problemen: de akoestiek is meestal barslecht – er is vaak een enorme galm – en er zijn veel leerlingen samen. Iedereen praat luider dan het achtergrondgeluid om zich verstaanbaar te maken en zo wordt het lawaai steeds luider. Dat noemen we het “cocktaileffect”. 1.1.4. De wetgeving Hoewel de technische oplossingen genoeglijk bekend zijn, blijven de problemen van lawaai op school aanhouden. Dat is gedeeltelijk te wijten aan de zeer recente (en ruim late) aandacht voor geluidsoverlast in onze technologische maatschappij. In tegenstelling tot andere landen bestaat er in 2006 in de Vlaamse Gemeenschap geen enkele akoestische norm voor de renovatie en de bouw van klaslokalen.
1.2 de gevolgen De hinder die we ondervinden van lawaai, hangt af van verschillende factoren: • het geluidsniveau (gemeten in decibel) en de hoogte van het geluid (laag – hoog) • de duur van de blootstelling aan het geluid
1.1.3. Lawaai geproduceerd door de gebruikers van de lokalen Geluidsoverlast veroorzaakt door het betreden en het verlaten van de klassen, onnodig gebabbel, potloden die als drumstokjes worden gebruikt, snerpende geluiden van stoelen die over tegels worden geschoven,
• de individuele weerstand voor geluiden op een bepaald ogenblik
? weetje
Bij een voorstudie van Leefmilieu Brussel - BIM in twee refters bleek dat het geluidsniveau er even hoog was als dat van een schrijnwerkerij of dat van druk autoverkeer (80 tot 90 decibel). Blootstelling aan dergelijke niveaus, al is het maar een uur lang, vergt meer dan een half uur recuperatietijd. weetje
In Frankrijk legt sinds 1995 een besluit de akoestische normen vast voor de constructie van gebouwen, waaronder scholen. Financiële middelen worden vrijgemaakt voor de akoestische renovatie van schoolrefters, kinderdagverblijven en sportzalen.
MINDER LAWAAI = MEER SLAAGKANSEN VOOR IEDEREEN
Geluidsoverlast is nefast voor zowel het leerproces als het sociale gedrag en op lange termijn ook voor ieders gezondheid.
D a i s y b e l e n h e r r i e laweit
? weetje
Het menselijke oor is gevoeliger voor hoge tonen. Daarom ervaren we hoge tonen als luider ... en zijn we er minder tegen bestand!
MINDER LAWAAI = MEER GEMOEDSRUST weetje
In Frankrijk heeft 44% van de jongeren onder de 20 jaar gehoorstoornissen (gedeeltelijke doofheid, oorsuizingen). Doofheid is de tweede belangrijkste beroepsziekte.
1.2.1. Lawaai beïnvloedt het leerproces Een hoog gemiddeld geluidsniveau* kan een leerachterstand veroorzaken voor gesproken en geschreven taal. Onderzoeken hebben uitgewezen dat kinderen, bij afwezigheid van referentiekennis, een zin van 27 woorden (standaardlengte) niet begrijpen zodra 5 woorden slecht of niet worden verstaan. Dat heeft natuurlijk nefaste gevolgen voor het leren lezen – essentieel voor elke intellectuele ontwikkeling – en het aanleren van vreemde talen! Leerlingen in een probleemsituatie (zittenblijvers, leermoeilijkheden, familiale of sociale problemen, enz.) zijn daar als eerste het slachtoffer van. Dezelfde onderzoeken wijzen ook op slechtere prestaties bij het oplossen van problemen en het uitvoeren van complexe taken. 1.2.2. Lawaai beïnvloedt het gedrag Agressiviteit, onevenwichtigheid, humeurigheid, psychomotorische onrust en concentratieverlies kunnen allemaal het gevolg zijn van extreme lawaaivermoeidheid. Door de geluidsoverlast te verlagen, stimuleert u een waardevollere interactie tussen de leerlingen, een grotere efficiëntie bij groepswerk en een verbetering van de luisterbekwaamheid.
MINDER LAWAAI = EEN BETERE GEZONDHEID
*Gemiddeld geluidsniveau (Leq): eenvoudig voorgesteld is dat een soort gemiddelde van alle niveaus van de verschillende geluiden die tijdens een gegeven periode worden geregistreerd. Deze maatstaf wordt gebruikt om het lawaai te karakteriseren dat door een bouwterrein, een weg of een dancing wordt geproduceerd.
Daisy bel en her r i e l aw e i t
1.2.3. Lawaai ondermijnt de gezondheid Hoeveel kinderen en lesgevers klagen niet over hoofdpijn aan het einde van de dag of na de speeltijd op een speelplaats met een hels kabaal? Ons organisme interpreteert lawaai als een alarmsignaal voor gevaar en dat veroorzaakt een onevenwicht: het hart gaat sneller kloppen, de bloeddruk stijgt, de spijsvertering vertraagt en de stress neemt toe. Op termijn kan de gezondheid eronder gaan lijden en geluidshinder kan een versterkende factor zijn voor een verhoogd risico op depressie bij personen die hieraan gevoelig zijn. Anderzijds heeft iedereen al wel eens tijdelijk gehoorverlies gehad na een intens lawaai of oorsuizingen na langdurige blootstelling aan veel geluid (concerten, muziek in een walkman, enz.). Bij herhaling van dergelijke fenomenen kan dat vanaf jonge leeftijd onherstelbare schade aan het oor aanrichten. In de werkplaatsen van technische en beroepsscholen zijn individuele beschermingen en een bewustmaking voor dergelijke problemen onontbeerlijk.
2. hoe pakken we lawaai op school aan ?
2.1 de aanpak in een oogopslag
2.2 de integratie in de lesactiviteiten
Lawaai op school vormt een complex probleem met talloze oorzaken en verschillende betrokkenen. Het is zeker niet te herleiden tot een gebrek aan discipline noch wederzijds respect. Die laatste items vormen trouwens niet het doel van dit document. Het project “Daisy Bel en Herrie Laweit” beoogt in tegendeel een bewustwording van alle betrokkenen op school, waarbij ze de problemen identificeren en samen naar oplossingen zoeken volgens vier assen: een bewustmaking van de betrokkenen, gedragsveranderingen, vrij gemakkelijk te implementeren technische en organisatorische oplossingen en een maatschappelijke betrokkenheid voor een duurzame verbetering van de akoestiek in de scholen. In onderstaand schema vindt u de verschillende stappen van het project en de bijbehorende activiteiten. De activiteiten worden verder in het boekje in detail toegelicht.
Een ander fundamenteel kenmerk van dit project is de wil om het te integreren in het leerproces op school. Dit project is met andere woorden niet iets dat er in de klas nog bijkomt naast de lessen. Integendeel, door rond lawaai te werken, leren de kinderen problemen op te lossen, de ruimte te structuren, ze leren lezen en schrijven, enz. De pedagogische fiches in het deel “Bewustmaking” illustreren die wil. Tijdens de voorgestelde activiteiten ontwikkelt de leerling eveneens transversale relationele vaardigheden (samenwerking, spreken voor een groep, een positieve luisterhouding aannemen, van gedachten wisselen, ervaringen uitwisselen, rekening houden met de mening van anderen, in groep werken, enz.) en instrumentele vaardigheden.
1. de leerlingen sensibiliseren
Ontwikkelen van competenties Nieuwsgierig zijn en vragen stellen (het spel, de schaal van Daisy Bel en de activiteiten van de cd). Informatie zoeken (de geluidsbalans, het zoeken van partners). Informatie verwerken (de analyse van de geluidsbalans en discussies over de oplossingen). Handelen (implementeren van technische acties door en samen met de leerlingen). Communiceren (presenteren van de geluidsbalans, ondernemen van maatschappelijke acties, ontwikkelen van slagzinnen, liedjes, affiches, handvesten, enz.).
n 2.het gedrag aanpakke
3. goedkope technische oplossingen hanteren
4. acties ondernemen bij de verantwoordelijken
D a i s y b e l e n h e r r i e laweit
2.3. Zelfstandige of begeleide projecten Een derde pijler voor dit project is: samenwerking. Een lawaaiproject organiseren in een leerjaar of een school betekent zorgen voor een motiverende dynamiek en een gezamenlijke uitvoering van de acties en het werk. Door het lawaaiproject te integreren in een gezondheidsproject of een ontwikkelingsproject van de school, zorgt u voor nieuwe partners die de opvolging op lange termijn kunnen garanderen: het medisch centrum, de participatieraad, de inrichtende macht, het oudercomité, enz. Het project dat in dit boekje wordt voorgesteld, kan op twee manieren worden opgevat. 2.3.1. Een zelfstandige project Enkele leerkrachten, of een volledig educatief team, vatten het project alleen aan. Ze gebruiken zelf de hulpmiddelen in deze koffer: het spel, de muziek-cd, de activiteitenfiches, de ideeën voor oplossingen en de hulpmiddelen die in dit boekje worden voorgesteld. Ze volgen het traject dat hieronder wordt uitgestippeld. Ze kunnen hun project verrijken of bepaalde hinderpalen uit de weg ruimen door contact op te nemen met het medisch centrum, een expert in de akoestiek, Leefmilieu Brussel - BIM, Empreintes asbl of een andere vereniging (zie het deel hulpmiddelen verder in dit boekje). 2.3.2. Een begeleid project Wil een leerkracht, of een volledig educatief team, de strijd aanbinden met het lawaai, maar heeft hij te maken met een specifieke situatie? Wil hij een jaarproject ontwikkelen en heeft hij daarbij hulp nodig? Een animator kan een educatief team in zijn project ondersteunen, het project opstarten en er de nodige begindynamiek aan geven, zijn expertise
10
Daisy bel en her r i e l aw e i t
op het gebied van akoestiek ter beschikking stellen, enz. Concreet volgt een begeleid project de volgende stappen: • de school neemt contact op met Green Belgium, dat de NME-projecten in Brussel coördineert (zie de gegevens in het deel Hulpmiddelen); • er wordt een overleg georganiseerd tussen de leerkrachten, de directie, het toezichthoudend personeel, het onderhoudspersoneel en de animator om de verwachtingen te bespreken, de lawaaiproblemen in de school te identificeren en de verschillende stappen en hulpmiddelen van het project voor te stellen. Aan dat overleg kunnen ook leden van de inrichtende macht en van de overlegorganen in de school deelnemen, naast partners als het medisch centrum, een medewerker van Leefmilieu Brussel - BIM, enz.; • de animator sensibiliseert de leerlingen via het spel “De gevangenis der geluiden”; hij stelt de schaal van Daisy Bel op en hij begint aan de geluidsbalans op basis van een schoolplan dat in de klas samen met de leerkracht is voorbereid (twee uur per klas); • elke leerkracht maakt de synthese van de geluidsbalans en gebruikt de muziek-cd (binnen een termijn van twee tot drie weken); • de leerlingen presenteren de geluidsbalans aan de animator die hen twee acties voorstelt, één voor de gedragingen (zie 3.2), en de andere voor een technische herinrichting (zie 3.3). Naar aanleiding van die bijeenkomst komen de volwassenen die het project dragen en de animator ook kort samen om de stand van zaken te bespreken en een planning voor de acties op te stellen; • de klassen zetten de acties voort die bij de voorgaande fase werden opgestart; • de animator organiseert een evaluatiemoment in elke klas en ook met de volwassenen die het project dragen.
3. we beginnen eraan !
Dit deel van het boekje bespreekt in detail de stappen van het project en de verschillende activiteiten. We herinneren even aan de volgorde van de stappen: 1. Bewustmaking 2. Gedragsverandering 3. Gebruik van goedkope technische oplossingen 4. Acties voor het doorvoeren van meer ingrijpende maatregelen Bij elke stap worden de hulpmiddelen en de activiteiten beschreven. In de keuze ervan wordt iedereen vrij gelaten; de voorgestelde oplossingen werden getest in talloze scholen, maar ze zijn niet universeel; ze moeten dus worden gekozen in functie van de specifieke situatie van elke school. Die kan worden achterhaald
!
aan de hand van de geluidsbalans.
3.1 bewustmaking 3.1.1. Het spel: ‘De klankengevangenis’: twee uur spelplezier met Daisy Bell en Henry Laweit Graden: Alle graden; er zijn spelregels voor 5 tot 8jarigen en andere spelregels voor de wat oudere kinderen. Duur van het spel: Tussen 1 en 1½ uur. Beoogde vaardigheden: functionele activiteiten. Dubbele doelstelling: - de leerlingen bewustmaken van de oorsprong en gevolgen van geluid; - onderlinge samenwerking bevorderen. Materiaal: Dit animatiepakket en de spelregels zijn op eenvoudig verzoek te verkrijgen bij Leefmilieu Brussel – BIM. Spelprincipe: De fee Daisy Bell werd gevangengenomen door Herrie Laweit en opgesloten in zijn klankengevangenis, een doolhof vol geheimzinnige geluiden en valkuilen. Doel van het spel: Om de fee te bevrijden moet je de sleutels van de zes uitgangen vinden en uit de handen van Herrie Laweit blijven door proeven
af te leggen en valkuilen te vermijden. Alle spelers winnen wanneer ze alle sleutels hebben gevonden en met hun pionnetjes de doolhof hebben verlaten. Ze bevrijden daarna Daisy Bell uit het midden van de doolhof om hun overwinning te vieren. Er zijn geen winnaars wanneer één of meerdere pionnetjes achterblijven in de doolhof. Spelverloop: In de loop van het spel moeten de deelnemers speelpenningen omdraaien. Als er een sleutel op afgebeeld staat, moeten ze deze bij de juiste uitgang plaatsen. Als er een vraagteken opstaat, moet de speler een kaart trekken en luidop voorlezen. - Als het om een kaart met een positieve boodschap gaat (‘geen gevaar, blijf rustig,…’) dan mag het pionnetje bij de volgende beurt gewoon verder spelen. - Als het om een kaart met een negatieve boodschap gaat (‘gevaar, verveling, vermoeidheid’) dan is het pionnetje geblokkeerd en kan het alleen bevrijd worden wanneer een ander pionnetje op hetzelfde vakje terechtkomt. Wanneer Herrie Laweit op de penning staat afgebeeld, wordt het spel onderbroken en moeten alle spelers een proef afleggen. Deze proeven hebben tot doel het project ‘geluidshinder’ in de klas en in de school te
Het spel is vanwege de samenwerking een uitstekend uitgangspunt voor het project: het stimuleert het ontstaan van een groepsgevoel: “we vechten samen tegen een gemeenschappelijke vijand, de geluidsoverlast”. Zo vecht de leerkracht niet langer alleen en zonder veel hoop op succes tegen het lawaai van zijn leerlingen. De geluidsbalans vormt de hoeksteen van het project: hij laat toe om een overzicht te maken van alle geluidsproblemen, ze in te delen en de prioriteiten van de strijd op te stellen. Bovendien vormt het een duidelijke visuele ondersteuning voor elke communicatie.
onze ervaringen D a i s y b e l e n h e r r i e laweit
11
introduceren door het opzoeken van informatie en door de kinderen te wijzen op de negatieve invloed van lawaai op de gezondheid, het gedrag en het leerproces. Bijvoorbeeld: een geluidskaart maken, een slogan verzinnen, een orkest vormen, iets doorvertellen in een luide omgeving, enz..
de schaal van daisy bel Suggesties voor aanvullende activiteiten: Zoek op het internet en in de documentatie voorbeelden van geluidsschalen
12
Daisy bel en her r i e l aw e i t
3.1.2. De schaal van Daisy Bel Veel kinderen hebben een heel subjectieve voorstelling van lawaai, gebaseerd op hun gevoeligheid voor een specifieke geluidsbron. Het is de bedoeling te werken rond de mentale voorstellingen van het geluidsvolume en de leerlingen bewust te maken van de gevaren van bepaalde te krachtige geluidsbronnen. Niveaus: alle niveaus. Duur: 20 minuten. Beoogde/gestimuleerde vaardigheden: Oriëntatie, nieuwsgierig zijn, vragen stellen. Benodigd materiaal: fotokopieer en knip evenveel reeksen afbeeldingen (document 1) uit als er groepen kinderen zijn; «De schaal van Daisy Bel» kan aan het einde van de activiteit worden opgehangen. Document 2 geeft de oplossingen voor de leerkracht. Organisatie van het klaslokaal: deel de kinderen in groepen van drie. Verloop: 1. Vraag elke groep om de afbeeldingen te ordenen van het minst lawaaierige tot het lawaaierigst, en zo een schaal van geluiden, een “schaal van Daisy Bel” te maken. 2. Laat de uitgewerkte indelingen vergelijken: we bevinden ons in het museum der geluiden, elke groep heeft zijn eigen schaal gemaakt. Nu kan iedereen kennismaken met de schaal van de anderen. Andere mogelijkheid: stel elk team voor om zijn keuze te verantwoorden voor de anderen. 3. Elk team kan de afbeeldingen van plaats veranderen. 4. Presentatie van de schaal van Daisy Bel: geef de resultaten van de geluiden in decibel en confronteer de gevoeligheid van de leerlingen met de realiteit. Stel deze schaal voor: de kleurcode, de indicaties (vermoeidheid, gevaargrens, pijngrens, geluidsbronnen die als oriëntatiepunten fungeren). De kleurcode is de volgende: • groen = rust, weinig lawaai • geel = storend, hinderlijk
• oranje = vermoeiend • rood = gevaarlijk De schaal wordt later gebruikt voor de geluidsbalans van de school. 5. Vraag elk team om zijn schaal te vergelijken met de kleurcode en de oriëntatiepunten op de grote schaal. 6. Overlegmoment: leg, afhankelijk van het niveau van de leerlingen, aan de hand van concrete voorbeelden de logaritmische decibelschaal uit. Bijvoorbeeld: als een speler speelt bij 70 dB, heb je 10 spelers nodig om 80 decibel te bereiken, het lawaai is 10 keer luider wanneer het met 10 dB stijgt. Geef vervolgens de correcte oplossingen. Stimuleer een debat over gevaarlijke geluidsbronnen (de walkman, bijvoorbeeld) en hun vergelijking: een refter heeft dezelfde impact als een boormachine, enz. 3.1.3. De geluidsbalans Verloop: Eerste stap: informatie verzamelen 1. Maak een trektocht door de school en beoordeel de geluidsvervuiling op de verschillende plaatsen door op het plannetje klevertjes aan te brengen. Groene (weinig of geen geluid), gele (hinderlijke, ergerlijke geluiden), oranje (vermoeiende, stresserende geluiden) en rode (geschreeuw, kabaal, gevaar). Het is belangrijk dat elk kind de evaluatie uitvoert, want geluidsoverlast hangt ook af van de gevoeligheid van elke betrokkene. 2. Bezoek, in de mate van het mogelijke, de plaatsen op het moment dat ze gebruikt worden (tijdens de lessen, de speeltijd, de refter op de middag). Tweede stap: informatie verwerken 1. Terug in de klas voegt u op een groot overzichtsplan van de school alle kleurstippen voor een bepaalde plaats samen. Zo maakt u een “geluidsplan” van de school. Bijvoorbeeld: voor de refter 10 rode klevertjes, 5 oranje en 7 gele. 2. Vraag de kinderen om hun kleurkeuze te verantwoorden door de geluiden op te sommen die ze hebben gehoord en ze op een groot blad naast het plan te noteren. 3. Deel de opgemerkte geluidsbronnen in: de geluiden die het gevolg zijn van het gedrag van bepaalde personen, geluiden veroorzaakt door het gebouw (geknars, gekraak, belsignalen, nagalm, ...) en die veroorzaakt door bronnen buiten de school.
4. Start een debat over geluidsvervuiling: natuurlijk kan de schoolbel niet worden afgeschaft, maar misschien kan ze wel worden vervangen? Uiteraard moet het niet muisstil worden tijdens de speeltijd, maar is het echt nodig luid te roepen in de gangen? Niveaus: alle niveaus. Duur: 30 min. om de ronde van de school te doen, 30 min. om te resultaten samen te leggen. Beoogde/gestimuleerde vaardigheden: Wiskunde, de ruimte structureren: zich oriënteren, plaats bepalen op een plan. Oriëntatie: informatie verzamelen en ze vervolgens verwerken. Benodigd materiaal: - een plannetje van de school dat elk kind kan gebruiken, of beter nog, een plan van de school opgesteld door de klas. Dit is de gedroomde gelegenheid om een plan van de school te maken en het oriëntatievermogen en het ruimtelijke inzicht van de leerlingen te stimuleren. - groene, gele, oranje en rode klevertjes. 3.1.4. Het gebruik van de muziekcd en de luisteractiviteiten Het spel van de mysterieuze geluiden Het komt erop aan een luisterklimaat te creëren, de geluidsomgeving van de klas te ontdekken en de cd op een ludieke manier te benaderen. Niveaus: alle niveaus. Duur: 10 tot 15 minuten. Beoogde/gestimuleerde vaardigheden: luisteren, de inhoud uitwerken. Benodigd materiaal: fotokopieer het document 3 voor elke leerling; een cd-speler. Verloop: 1. Laat het volledig stil worden in de klas en vraag om gedurende een of twee minuten naar alle omgevingsgeluiden te luisteren. Start vervolgens een discussie over die geluiden: wat hebben de leerlingen allemaal gehoord, welke geluiden waren vertrouwd of verrassend? Welke waren irritant of angstaanjagend? Wat leren al die geluiden ons? Het is een goede aanleiding om het woord LAWAAI te definiëren en het subjectieve karakter ervan te bespreken (bijvoorbeeld: muziek kan als storend worden ervaren naargelang je van het soort melodie houdt of niet, naargelang het volume, de plaats en het moment van de uitzending,...).
1
2. Stel het spel voor: aan het begin van de track worden een aantal geluiden gemixt. Kruis op het blad met de tekeningen, de tekeningen van de geïdentificeerde geluiden aan en noteer de 2 ontbrekende geluiden. Een van de twee geluiden kan gemakkelijk worden geïdentificeerd, het andere is veel moeilijker te achterhalen. Maar dat laat toe hun verbeelding aan het werk te zetten en de meest gekke veronderstellingen te formuleren! De mysterieuze geluiden zijn een mondharmonika en een sirene. Laat de track een of twee keer horen, afhankelijk van de moeilijkheden van de kinderen.
de mysterieuze geluiden Suggesties voor aanvullende activiteiten: Voeg vreemde geluiden toe aan de tekeningen en vraag aan de kinderen om de mysterieuze geluiden op de achterkant te noteren. Als u over opnameapparatuur beschikt (een cassette-, minidisk-, MP3-recorder,...), kunt u de kinderen voorstellen om originele opnamen te maken. Dat gaat als volgt: het kind leent de opnameapparatuur en brengt de volgende dag een opname mee. Hij laat ze aan de klas horen en die moet achterhalen waar de opname gemaakt is en welke geluiden te horen zijn. Verrassing gegarandeerd!
D a i s y b e l e n h e r r i e laweit
13
2
een onmogelijke knutselopdracht Suggesties voor aanvullende activiteiten: Neem ongemerkt gedurende enkele minuten uw klas op. Laat die opname later op de dag horen en vraag aan de leerlingen: - om te zeggen waar die opname werd gemaakt - welke informatie werd gegeven - welke storende geluiden (in en buiten de klas) een goed begrip van de richtlijnen verhinderden. Die activiteit vormt voor de kinderen een belangrijke openbaring over de bronnen en de gevolgen van lawaai.
14
Daisy bel en her r i e l aw e i t
Een onmogelijke knutselopdracht! Het gebruik van track 2 van de cd moet de leerlingen bewustmaken dat lawaai een echte geluidsvervuiling kan worden. Niveaus: alle niveaus; idealiter moeten de kinderen alle geluiden noteren, die ze op de cd-track horen. Geef de jongste kinderen tekeningen van de geluiden of treed op als secretaris. Duur: 2x30 minuten. Beoogde/gestimuleerde vaardigheden: de aandacht aanpassen aan de communicatiesituatie. Benodigd materiaal: een cd-speler en track 2 van de cd; allerhande zaden, rijst, tekenpapier en witte lijm. Organisatie van het klaslokaal: verdeel uw klas in twee luistergroepen. Verloop: De activiteit bestaat erin om de kinderen verschillende luisteropdrachten voor te stellen. 1. Eerste luisteropdracht: “Er werd een knutselactiviteit in een klas opgenomen. Stel je voor dat je een van de leerlingen in die klas bent. Je zit vlakbij het raam en je volgt de les aandachtig. Daarna moet je de knutselopdracht uitvoeren.” Vraag na een eerste beluistering waaruit de knutselopdracht bestaat en vraag om ze uit te voeren. Over het algemeen blijkt dat een onmogelijke opgave te zijn ... en niet zonder reden. 2. Tweede luisteropdracht: “Stel je voor dat jullie geluidsjagers zijn. Spionneer en onthoud alle geluiden die je opmerkt en die je beletten om de activiteit te begrijpen.” Stel eerst individueel en dan met de hele klas een lijst op van alle storende geluiden die werden gehoord. Vergelijk de lijst met die van onze eigen klas... 3. Derde luisteropdracht: “Er is veel lawaai in deze klas... Identificeer alle gevolgen van dat lawaai op het leven van deze klas.”
Zo kunnen de kinderen vaststellen dat de leraar steeds nerveuzer wordt en uiteindelijk begint te roepen, dat de leerlingen steeds luider beginnen te praten, dat men de richtlijnen niet begrijpt, enz. Gebeurt dat ook wel eens in onze eigen klas? 4. Vierde luisteropdracht: luister opnieuw naar de knutselrichtlijnen en probeer de opdracht nu uit te voeren ... als je kan!!!
3
Het geluidenspel Niveaus: alle niveaus. Duur: 15 tot 30 minuten. Beoogde/gestimuleerde vaardigheden: LUISTEREN: de inhoud uitwerken. Benodigd materiaal: een cd-speler en track 3 van de cd. Verloop: Streefdoelen van het spel: 1. de geluiden van track 3 herkennen. 2.het auditieve geheugen gebruiken om te zeggen of de geluiden te horen waren tijdens de knutselles. (track 2) Speel track 3 af en stop bij elk geluid. De leerlingen noteren het geluid op een blad papier en noteren of ze het geluid al dan niet tijdens de les hebben gehoord (JA of NEE). Corrigeer de herkenning van de geluiden. Beluister daarna opnieuw de knutselactiviteit en stop bij elk geluid om na te gaan of het te horen is in track 2. Geluiden van track 3: (in vet cursief de geluiden die tijdens de knutselactiviteit te horen zijn): een leerling hoest – een motor – mondgeluiden – een boekentas die geopend en leeggemaakt wordt – een potlood dat op een bank tikt – vingerknippen
– een vrachtwagen die start – plakpapier dat wordt verscheurd - een leerling die in zijn pennenzak rommelt – geluiden in de gang en een deur die in de verte slaat – een kloppend hart – een vliegtuig – een lat die over een radiator wordt gehaald – noten die worden gekraakt – “Mijnheer, mag ik naar het toilet gaan?” – kinderen die rennen en gillen in de gang – een blad dat verfrommeld en verscheurd wordt – een stoel die over de vloer schuift – een kruiwagen – een metalen lat die op de grond valt – een gsm die belt – een vlieg – het gesprek van twee leerlingen – het belsignaal in de gang – sleutels waarmee men rammelt – een elektrische zaag – gefluit – iemand die een hamer gebruikt – water dat kookt – een doos met krijt die op de grond valt. Andere geluiden tijdens de knutselles. Een boormachine, een plastic zak die wordt vergefrommeld, een klop op de deur, hondengeblaf, een doos die op de grond valt; een schaar die op de grond valt, een potlood dat op de grond valt, een opgefrommelde zak, een politiesirene, een dichtslaande deur, een bank die knarst op de vloer. Kun jij nog andere geluiden horen?
De woorden van die rap vertolken de mening van de kinderen over verschillende soorten lawaai en geven enkele oplossingen om het lawaai te verminderen. Er zijn tal van functionele activiteiten mogelijk op basis van een lied. Aan u de keuze. Niveaus: alle niveaus. Duur: 30 minuten tot twee of drie uur volgens het gebruik dat u van het lied gaat maken. Benodigd materiaal : de liedjestekst, u kan ook de franstalige liedjes gebruiken (documenten 4 en 5). Hieronder vindt u enkele mogelijke pistes: - stel de leerlingen voor om “Lawaai is hels” te zingen - fotokopieer de tekst en bedek het laatste woord van elk vers; laat de leerlingen ze opschrijven na het beluisteren van het lied - dezelfde opdracht, maar bedek nu volledige zinnen - schrijf een nieuwe strofe voor het lied (op basis van de voorgaande activiteiten) - maak een nieuw lied over lawaai - creëer nieuwe instrumenten en speel de ritmes van het lied.
4
Lawaai is hels Van lawaai muziek maken, is maar een kleine stap. Laten we hem zetten! Laten we met woorden, geluiden en ritmes spelen om een moderne hymne over de strijd tegen deze vervuiling te maken!
D a i s y b e l e n h e r r i e laweit
15
de geluidssoep Suggesties voor aanvullende activiteiten: - Vraag elk kind een woord te kiezen dat voor hem het beste «klinkt». - Stel voor om rebussen, raadseltjes, een verborgen woord of een kruiswoordraadsel te maken. De moeilijkheid bestaat erin om originele definities op te stellen. De leerlingen kunnen de mentale beelden van de geluidsmeter gebruiken.
16
Daisy bel en her r i e l aw e i t
3.1.5. De geluidssoep Is het niet vreemd dat er zo veel woorden zijn om geluid te beschrijven en dat er maar één woord voor de stilte is... Tijd om wat te spelen met taal, met de klank en de betekenis van woorden. Niveaus: 8-10 en 10-12 jaar. Duur: één uur. Beoogde/gestimuleerde vaardigheden: lezen/schrijven: de lexicale eenheden interpreteren. Benodigd materiaal: woordenboeken, woordenlijsten, tekstverwerking als uw klas over een computer beschikt. Verloop: 1. Vraag de leerlingen in groepjes van twee of drie om alle woorden op te schrijven waarvan de betekenis nauw verwant is met LAWAAI. 2. Breng daarna alle woorden samen op het bord. 3. Laat de zoektocht voortzetten - door het gebruik van een woordenboek voor te stellen - of – als u over computers beschikt – door een tekstverwerker te gebruiken: typ het woord LAWAAI in en gebruik het woordenboek van het programma. - of door enkele woorden uit onderstaande lijst te geven: tumult herrie kabaal rumoer lawaai gerinkel tamtam gemurmel gefluit gejoel geruis geprevel geraas geronk gebrom gezoem gegons geroezemoes. 4. Teken een thermometer, noem hem GELUIDSMETER en vraag om er alle gevonden woorden in te rangschikken, waarbij elk woord een gradatie vormt. Het gebruik van een woordenboek is interessant, omdat daarin meer uitleg staat over de betekenis van die woorden. Uiteraard zullen bepaalde woorden zich op hetzelfde niveau bevinden.
5. Vraag aan de leerlingen om het nulpunt van de schaal te vinden (STILTE). 6. Stel voor om elk woord te verbinden met een mentaal beeld: - hetzij door geluiden op etiketten voor te stellen (vlucht van de bij = gegons; motor van een vrachtwagen = geronk; speeltijd onder de overdekte speelplaats = tumult = kabaal; donder = gerommel,...) - hetzij vrij in groep. 7. Voorzie een overlegmoment om de verschillende uitgewerkte “geluidsmeters” te vergelijken. Opmerking: er is niet één goed antwoord, dat is meteen de grote rijkdom van een dergelijke activiteit.
3.2. Gedragsverandering De geluidsbalans heeft de bronnen van de verschillende geluiden aan het licht gebracht. Sommige worden veroorzaakt door het gedrag van de leerlingen, het schoolpersoneel of de ouders. Door onderstaande oplossingen te implementeren, kunnen er nieuwe gewoonten worden aangeleerd bij de betrokken personen. Een van de voorwaarden voor succes is overleg tussen de betrokkenen: bereid uw acties voor samen met het educatieve team, met het onderhoudspersoneel. Laat uw leerlingen de acties in de andere klassen voorstellen. De impact ervan zal des te groter zijn. Een ander belangrijk punt waarmee u rekening moet houden, is het “onderhouden” van de genomen maatregelen: een handvest wordt regelmatig geëvalueerd, één daad per week wordt elk trimester hernieuwd, affiches kunnen door andere worden vervangen, enz.
De activiteiten die hieronder worden voorgesteld, vormen stuk voor stuk het uitgangspunt voor leertrajecten: het opstellen van een handvest is geschikt voor schrijfoefeningen, de slagzinnen en de affiches leiden tot het ontdekken van gebiedende zinnen, enz. 3.2.1. Opstellen van een handvest Heeft uw school een leerlingenraad? Een uitstekende gelegenheid om een handvest op te stellen: 1. Elke leerling schrijft twee voorstellen op basis van zijn prioriteiten. 2. De leerkrachten doen onder elkaar hetzelfde. 3. Leg vervolgens elke prioriteit voor aan de leerlingenraad. 4. Keer terug naar elke klas met het voorstel voor het handvest en bespreek het. 5. Definieer wie wat hoe evalueert en controleert: leve de zelfbeoordeling, leve de betrokkenheid van alle elementen in een school!
! actie !
Elke gedragsverandering begint bij een individueel engagement. Hieronder vindt u twee pistes om dat bij elk van uw leerlingen teweeg te brengen.
én
op zoek naar onomatopee
Suggesties voor aanvullende activiteiten: - Maak een fotoroman met alle geluiden op school: neem samen met de leerlingen foto’s van de leefruimten in de school terwijl ze worden gebruikt. Zet op elke foto een kind met een masker van Daisy Bel of Herrie Laweit, afhankelijk van de situatie (rustig of rumoerig). Probeer als u terug in de klas bent, samen een kort zinnetje bij elke foto te verzinnen. De leerlingen voegen aan de afgedrukte foto’s onomatopeeën toe die overeenkomen met de geluiden volgens de kenmerken van een onomatopee. Bind alles samen, zoek een titel en het boek is klaar ... laat het vervolgens lezen door de andere klassen. - Maak een geluidsdomino: Maak kartonnetjes van 10 op 20, met twee vakken: op de rechtervakjes een onomatopee en op de linkervakjes de tekening van een ander geluid. Nu kan het spel beginnen en/of kan het dominospel aan de andere klassen worden voorgesteld. Variant: knip vierkantjes van 10 op 10. Draai, om te spelen, de kartonnetjes om. Het wordt nu een geheugenspel: zoek een onomatopee en de tekening van het overeenkomstige geluid. Wie de meeste kaarten heeft verzameld, is de winnaar.
D a i s y b e l e n h e r r i e laweit
17
6. Hang het handvest uit, of beter nog: zet het om in pictogrammen. 7. Elke leerling engageert zich persoonlijk om de punten van het handvest die op hem van toepassing zijn, na te leven. Hij noteert ze op de kaart met zijn persoonlijke engagement, één handeling per week. (document 4 en volgende activiteiten). 3.2.2. Operatie “één daad per week” 1. Stel samen met de leerlingen een lijst op van alle gedragingen die in de klas onnodig lawaai veroorzaken. 2. Elke leerling kiest het meest onaangename of het meest voorkomend geluid. Door stemming worden aldus de drie geluiden gekozen die de klas het meest storen. 3. Verzin een slagzin om het aldus meest vermelde geluid te elimineren. Bijvoorbeeld: “deze week geen drumpotloden meer”. 4. Breng deze slagzin aan op de bank van elke leerling (in een plastic mapje bijvoorbeeld of in een collage, zie document 6). 5. Organiseer aan het einde van de week een moment van zelfbeoordeling en een evaluatie tussen leerling en leerkracht. 6. Voeg de volgende week een volgende daad toe. 7. Enzovoort. Sommige storende geluiden verdwijnen dankzij een persoonlijke engagement van de leerlingen. Aanvullende gezamenlijke acties ondersteunen dat persoonlijke engagement en leveren oplossingen op voor enkele specifieke problemen. Laten we het eens in detail bekijken. 3.2.3. Introductie van een gebarentaal Een idee dat in het tweede leerjaar van een lagere school werd geïmplementeerd. De kinderen waren er buitengewoon luidruchtig tijdens individuele opdrachten en groepswerk; ze stoorden constant de anderen door materiaal te vragen. Samen met de leerkracht hebben ze een gebarentaal ontwikkeld om hun vragen te stellen (bijvoor-
18
Daisy bel en her r i e l aw e i t
beeld: 2 vingers in V-vorm = een potlood, een vuist = een gom,...) En het werkt! De kinderen zijn er gek op. Vrij snel na het invoeren van de gebarentaal, waren ze niet meer afgeleid. 3.2.4. Sit-in In een school met zeer lawaaierige gangen (voorbijkomende klassen, steile trappen, pratende ouders vanaf 15 uur, enz.), hielden de leerlingen van het eerste leerjaar een stille mars. Ze maakten borden met slagzinnen (“Heb medelijden”, “In een klas zonder lawaai is het leven mooier”, “Lezen is zwaar werk”, enz.). Op een dag gingen ze aan het einde van de speeltijden en om 15 uur elk op een trede van de trap zitten met hun bord goed zichtbaar en in doodse stilte. Die dag en de volgende dagen heerste er weer rust in de gangen. Het was het begin van een duurzame verandering.
3.2.5. Ontwikkeling van affiches en naamverZEN Laat de leerlingen op basis van slagzinnen die ze uit reclames hebben gehaald, een slagzin over lawaai verzinnen. Stel voor om een grafisch ontwerp te maken voor de beste vondst. Een naamvers is een verzameling zinnen of slagzinnen waarvan de beginletters samen een woord vormen. Een school uit Koekelberg heeft zo het volgende naamvers gevormd:
b
escherm je oren met oordopjes of een koptelefoon in de discotheek of op het werk
e
nkel sokken in het appartement of het huis, weg die schoenen met hakken
s
laap lekker zonder lawaai!
c
laxonneren zet de buurt nodeloos op stelten
h
oud het rustig, zet die stereo niet loeihard
e r m
nkel de dokter kan zien of je oren gezond zijn: voorkom problemen, laat je oren controleren! egel het volume van je walkman, zodat je niet doof wordt van je lievelingsmuziek ijd lawaaierige werkjes op zondag
En nu is het de beurt aan u en uw leerlingen met het woord lawaai, rust, stilte, kalmte, oren,...
3.2.6. Peetvaders in de refter Het idee is eenvoudig: elk “kleintje” krijgt op school een “oudere” als peetvader. ’s Middags eten peetvader en petekind samen en helpt de peetvader zijn petekind. Dit peetvaderschap is verrijkend als het bijdraagt tot een echte “familiale” relatie op school. Zo kunnen er verschillende activiteiten worden verbonden aan het peetvaderschap: de ouderen die verhaaltjes voorlezen aan de kleintjes (een uitstekende gelegenheid om een voorleesbeurt voor te bereiden en er betekenis aan te geven), de kleintjes maken een cadeautje voor hun peetvader naar aanleiding van een feest, enz.
3.3. Trucs, kneepjes en handigheidjes: technische fiches Het is echt mogelijk om de akoestiek samen met de leerlingen te verbeteren, hoe beperkt ook! Drie voorwaarden voor een geslaagde uitvoering: • Betrek de leerlingen bij de acties. Zorg dat de voorgestelde acties educatief zijn en aanleiding geven tot respectvol gedrag op het gebied van geluid door de leerlingen materialen te laten verzamelen, de vragen te laten noteren, zelf hun oplossingen te laten implementeren. Zo worden die veel beter nageleefd en zijn ze duurzamer. • Breng de verwezenlijkingen onder de aandacht van de andere klassen, de ouders, enz. • Gebruik ze om reken-, taal- en oriëntatieactiviteiten te integreren. Alle voorgestelde activiteiten bieden immers leerkansen.
D a i s y b e l e n h e r r i e laweit
19
Enkele voorbeelden: - om stoffen tafellakens te kunnen plaatsen, moeten de oppervlakte, de kostprijs,... worden berekend, wat een oefening in evenredigheid inhoudt. - voor het inzamelen van de tennisballen moeten in de school zoekertjes worden opgesteld of een brief aan alle ouders worden geschreven. - het ontwerpen van tafelsets biedt de mogelijkheid om met warme en koude kleuren te werken of een kunstenaar te ontdekken... 3.3.1. Stoffen tafellakens Leg ze op de eettafels (in de refter) of de werktafels (bijvoorbeeld in de wetenschapsklas). Zo dempt u het geluid van het bestek of de instrumenten op de tafels. Beter, want dikker: schuimplastic afgewerkt met een plastic folie. De gedroomde kans om met de klas probleemoplossend te werken (prijsberekening, evenredigheid) en maten te nemen. Ook een goede gelegenheid om met de klas inkopen te gaan doen. 3.3.2. Tafelsets Laat een schilderij maken op een DIN A3blad. Plastificeer de werkstukjes van de jonge kunstenaars. Elk kind heeft nu zijn eigen, gepersonaliseerde tafelset, die het geluid van het bestek op de tafels zal dempen. Nog efficiënter tegen lawaai: koop stof, knip het op maat van een tafelset en organiseer een artistieke activiteit met acrylverf. Een laagje vernis ... en de set is klaar! En waarom geen schilderij maken geïnspireerd door het werk van Munch “De schreeuw”, waarbij u kleuren met geluiden verbindt en kleurenschakeringen gebruikt?
20
Daisy bel en her r i e l aw e i t
3.3.3. Een nieuwe organisatie van de middagpauze De akoestiek van de refter verbeteren, impliceert ook een andere organisatie van de warme maaltijden. Men heeft vastgesteld dat een systeem van zelfbediening met plateaus minder lawaai veroorzaakt; de kinderen zijn ook rustiger. “Maar de allerkleinsten kunnen geen plateau dragen”, zult u zeggen. Als dat het enige bezwaar is, kunt u een peetschap organiseren. Organiseer een speeltijd van 10 tot 15 minuten voor de maaltijd, om de leerlingen de kans te geven zich uit te leven voor het eten. Het zal er tijdens het eten heel wat rustiger aan toegaan. In sommige scholen organiseren ouders en grootouders op de middag gezelschapspelletjes of een bibliotheekuurtje. 3.3.4. Een aangenamere ruimte Als u er de plaats voor hebt, kunt u uw refter indelen in kleine tafels van 6 tot 8 kinderen in plaats van in lange tafels. Voor zover mogelijk kunt u dergelijke ruimten ook opdelen, zoals in cafetaria’s, met halfhoge scheidingswanden of plantenbakken. Die scheidingswanden kunnen door de ouders worden gemaakt uit hout of (beschilderde) stof op houten frames. Houd wel rekening met de veiligheidsnormen voor refters. 3.3.5. Oliespuit en viltjes Gewapend met een oliespuit en viltjes zoals die voor onder stoelpoten – en die trouwens heel snel loskomen – trekken uw leerlingen door de school om elke piepende of slaande deur voorgoed te genezen! De ideale gelegenheid om uw leerlingen te laten zien hoe je een scharnier oliet (wie weet wat een scharnier is, kinderen?) en hoe je een deur sluit zonder dat hij slaat. Door viltjes te plaatsen aan de binnenkant van de deurlijst, daar waar de deur sluit, wordt het geluid
gedempt. En nu we toch bezig zijn, kunnen we net zo goed die oude banken aanpakken, waarvan je het blad moet optillen om het materiaal op te bergen. Zij verdienen ook een tweede jeugd! 3.3.6. Tennisballen Stoelen die over de vloer knarsen en geen enkele rubberdop die nog op een stoelpoot past! Dat is het droeve lot van heel wat scholen! Daisy Bel en Herrie Laweit stellen u de perfecte stoelpootdop voor. Hij is gratis, onverslijtbaar en héél origineel: de tennisbal! Met wat energie en geduld kunt u heel uw school uitrusten met deze moderne doppen. Organiseer een inzamelactie voor tennisballen (brieven naar tennisclubs, affiches, enz.) en plaats grote bakken aan de ingang van de school. Zoek enkele bereidwillige ouders met een bankschroef en een boormachine (beter nog: een kolomboor). Doorboor de tennisballen met een boor die iets dunner is dan een stoelpoot. Ofwel maakt u er een kruisvormige opening in met een cutter. Plaats een bal op het einde van elke stoelpoot en dicht eventueel de naad met wat siliconen of lijm. Prachtig toch? 3.3.7. De truc met de paraplu Voor klassen die sterk weergalmen, hebben we een vals plafond dat zo goed als gratis is en weinig werk vergt (roep de hulp in van een ouder of een bevriende doe-het-zelver): span kabels van de ene muur naar de andere in de klas. Zamel oude paraplu’s in en hang ze ondersteboven op in uw klas. Zo krijgt u een prachtig vals plafond voor een onklopbare prijs. Alternatief: hang de paraplu’s op, verwijder de stof en hang aan het kaderwerk referentiesystemen, werkjes van leerlingen, of andere borden. Handig en heel efficiënt om de geluidsgolven te breken.
3.3.8. Een muzikale bel Schelle schoolbellen vervangen door luidsprekers (zoals die buiten worden gebruikt) die 15 seconden muziek laten horen, vergt een kleine investering van de scholen, maar betekent een hele verademing... Als die vervanging bovendien een project voor een beroepsklas vormt, dan wint iedereen erbij en kan de school zijn onderwijzende taak vervullen. 3.3.9. Geluidsdempers Eierkartons zijn uitstekende geluidsdempers. Muren van lokalen die erg weergalmen, kunt u met dit materiaal bekleden zodat u een aangename akoestiek krijgt. U gaat als volgt tewerk: - Organiseer het inzamelen van de eierkartons bij gaarkeukens, restaurants, theesalons, enz. - Win inlichtingen in over de normen voor de brandveiligheid. Schilder of laat uw kartons schilderen met een brandwerende verf (rookvertrager) indien nodig. Doe een beroep op ouders en vrienden! - Kleef uw eierkartons tegen elkaar op de muren. Klaar is kees! Ook glaswol en rotswol absorberen geluiden. In de hoeken van grote ruimten die erg weergalmen of boven deuren, kunnen specialisten in zaalakoestiek cassettes van hout of metaalgaas aanbrengen die met deze materialen zijn gevuld. Ook hier is wat knutselwerk nodig: - Maak van houten latten de geraamten voor de cassettes met een grootte van 1m x 60 x 60 cm. - Maak vervolgens de cassette met metaalgaas of doorboorde houten panelen. Vul de cassette met glaswol of rotswol. - Maak uw cassettes stevig vast in de hoogte, tegen het plafond, in de hoeken van uw ruimte.
D a i s y b e l e n h e r r i e laweit
21
3.4.1. Bewustmaking van de betrokkenen en de beslissingsniveaus
3.4. Acties om de geluidsnormen te behalen, informatie en middelen los te maken De geluidssituatie op school hangt af van verschillende betrokkenen: leerlingen, leerkrachten, onderhoudspersoneel, directie, ouders, maar ook van: - de inrichtende macht van uw school: voor werken aan de gebouwen bijvoorbeelden, - de Gemeenschap en het Gewest voor het beheer van omgevingslawaai, - de Vlaamse gemeenschap voor het invoeren van normen in schoolgebouwen en de financiële en/of technische steun bij de renovatieprogramma’s en dringende werken.
het diagram van de betrokkenen op school
Welke rol kunnen een klas, de leerlingen spelen bij al die belangen, die hen overstijgen maar waar ze elke dag de gevolgen van dragen? Die rol is dubbel. Enerzijds moeten ze zich bewust worden van de talloze betrokkenen en hun respectieve rollen. Dat is een van de opdrachten van een school: “verantwoordelijke burgers vormen”. Anderzijds hebben ze als taak om de beslissingnemers op de verschillende niveaus regelmatig ter verantwoording te roepen. Deze stap vormt ook de ideale gelegenheid om terug te blikken op de gevoerde acties en ze te evalueren.
Niveau: 10-12 jaar Beoogde vaardigheid: transversale vaardigheid die ook leidt tot een geografische bewustwording: nieuwsgierig zijn, zich vragen stellen, informatie verzamelen over de sociale organisatie (school, gemeente, Gewest, Gemeenschap) Verloop: Geef de leerlingen een aantal onderzoeksvragen; ze hebben één week om op onderzoek te gaan. - Wie bestuurt de school? - Wie geeft de school het geld om te functioneren? - Wie beslist over het gebruik van dat geld? - Wie kan beslissen om in een school werken te laten uitvoeren? Wie betaalt die werken? - Welke rol(len) spelen de ouders op school? - Als een school nieuwe lokalen wil bouwen, welke personen moet ze dan raadplegen? - Wie is verantwoordelijk voor de reglementering van het geluid in de omgeving? - Welke diensten en personen zijn verantwoordelijk voor de gezondheid, de veiligheid en de hygiëne in een school? Wat zijn hun respectievelijke taken? - enz.
De leerlingen
De leerkrachten
De ouders
- alle scharnieren olieën
- momenten van stilte organiseren
- tennisballen verzamelen
- toezichthoudend personeel
- …
-…
respecteren - een geluidsbalans opstellen
De directie
- affiches creeëren
-…
- …
school en lawaai
Het toezichthoudend personneel
- …
De schoonmaaksters
De inrichtende macht
- …
-…
Het medisch centrum
-…
Een participatieraad
De Vlaamse Gemeenschap
- …
(parlement)
- …
22
De schepen van Onderwijs
De minister van Onderwijs
- …
-…
Daisy bel en her r i e l aw e i t
Maak in de klas een steekkaart met alle betrokkenen: verbindt ze met kleuren in functie van het soort actie (gedrag, technisch, normen). - Noteer elke betrokkene en zijn/hun rollen in één kleur. - Noteer in een andere kleur wat die betrokkene al heeft gedaan voor het lawaai. - Herneem de belangrijke lawaaiproblemen die bij de geluidsbalans werden geïdentificeerd en nog niet zijn opgelost. - Bekijk aan de hand van de kaart wie de resterende problemen kan oplossen. - Beslis hoe u deze betrokkene gaat benaderen en informeren.
Hieronder vindt u enkele mogelijkheden voor interpellaties. Het zijn stuk voor stuk functionele activiteiten die het uitgangspunt kunnen vormen voor leerprocessen op school. Die acties vergroten bovendien de bewustwording van de leerlingen zelf, wat zeker niet onbelangrijk is.
1
“Mijnheer de schepen, Mevrouw de voorzitter van de Schoolraad”,
• als steeds meer verenigingen en instellingen zich inspannen om het probleem op de agenda met de aandachtspunten van de sector te plaatsen,
Het schrijven van een brief vormt een eerste actie die van de klas weinig tijd en energie vergt. De brief die samen met de leerlingen wordt geschreven, kan bestaan uit een korte voorstelling van uw project, de problemen, de ondernomen acties en de vragen, een uitnodiging aan uw gesprekspartner voor een ontmoeting waarbij u hem uw geluidsbalans en uw wensen kunt voorstellen en waarbij hij u zijn eigen oplossingen en verplichtingen kan uitleggen. Om de brief meer gewicht te geven, kunt u een individuele brief opstellen die u aan elke ouder, elk kind en elke leerkracht bezorgt met de vraag om hem te ondertekenen en te verzenden. 200 tot 1000 brieven in een brievenbus met dezelfde vraag verdienen het om ernstig te worden genomen. Enkele bijhorende vaardigheden: - schrijven: aandacht besteden aan de organisatie van de boodschap, zich aanpassen aan de situatie van de communicatie, de inhoud uitwerken,... - informatie verzamelen: een telefoonboek, een adressenlijst of het internet gebruiken om de contactgegevens te vinden.
• als de media verslag uitbrengen van de acties en het grote publiek op de hoogte brengen,
Bij die taak betrekt u het best de directie, omdat zij de echte roerganger of kapitein van het schoolschip is.
3.4.2. Voorbeelden van mogelijke maatschappelijke acties Hoe kunt u mensen die slechts van ver bij de geluidsoverlast op school betrokken zijn (schepenen, ministers, administratie, enz.), bewust maken van het probleem? We maken ons geen illusies: één brief van één school zal weinig of geen impact hebben. Maar vele kleintjes maken één grote: • als steeds meer scholen van zich laten horen en maatschappelijke acties ondernemen,
dan wordt de akoestische kwaliteit van de schoolgebouwen weldra een prioriteit.
2
Muziekvoorstelling en interpellatie
Van lawaai muziek maken, is maar een kleine stap. Als elke klas een lied, een tekst, een gedicht,... maakt en opvoert, hebt u al D a i s y b e l e n h e r r i e laweit
23
= samen in actie schieten van je laten horen
snel een avondvullende voorstelling... Vervolgens hoeft u enkel nog de uitnodigingen te versturen naar alle personen die iets met uw schoolkaart te maken hebben. Naast de bewustmaking van een breed publiek en de verantwoordelijken, kunt u zo ook wat geld inzamelen voor de kleine technische geluidsoplossingen. Twee varianten: - een muzikale lawaai-optocht in de stad. Een schoolproject: honderden kinderen die door de straten van de stad trekken “gewapend» met slag- en andere muziekinstrumenten om het lawaai in hun school aan de kaak te stellen. Vraag toestemming aan de gemeente! - een tentoonstelling, bijvoorbeeld een reis door het oor. Informatie verzamelen, panelen maken, vragen opstellen, spelletjes uitdenken, animaties ontwikkelen en vervolgens iedereen uitnodigen: de andere klassen, volwassenen,... Zo vormt de geluidstentoonstelling een andere manier om mensen te sensibiliseren en de aandacht op het probleem te vestigen. Laat uw creativiteit de vrije loop.
3
Rondetafelgesprek over geluidsoverlast
De organisatie van een rondetafelgesprek over een betere aanpak van geluidsover-
24
Daisy bel en her r i e l aw e i t
last op school. Verzamel rond één tafel alle verantwoordelijke volwassenen (minister, schepen, bestuurder), experts (artsen, gezondheidscentrum, akoestiekexperts, producenten van geluidsisolatie) en de personen die met het probleem te maken hebben (leerlingen, leerkrachten, toezichthoudend en onderhoudspersoneel). Hoe gaat u tewerk? - Bereid de vragen voor de betrokken personen voor, selecteer ze, bijvoorbeeld door ze te bundelen en door het debat te concentreren op de problemen van geluidsoverlast op school. - Neem contact op met de deelnemers. - Verstuur de uitnodigingen samen met uw leerlingen en stuur de vragen naar de deelnemers aan het debat zodat ze hun antwoorden kunnen voorbereiden (en kunnen nadenken over de aangekaarte problemen). - Nodig de pers uit om deel te nemen aan het rondetafelgesprek. - Stel de dag zelf, samen met uw leerlingen, uw project en uw geluidsbalans voor. - Vergeet niet om de regels voor het nemen van het woord te definiëren. Geef een leerling de taak erover te waken dat elke spreker een vastomlijnde tijd heeft voor het beantwoorden van de verschillende vragen. Zoek een woordvoerder, een secretaris, een animator die bepaalt wie het woord mag nemen.
4. hulpmiddelen
4.1. Dossiers en boeken met informatie: • “Last van lawaai ? Uw rechten en plichten.” Informatiebrochure, uitgegeven door Leefmilieu Brussel - BIM. • “Vademecum voor waai in de stad”
wegverkeersla-
Dit dokument wordt door IBGE-BIM uitgegeven en bevat sepcifieke théma’s : basisbegrippen van de akoestiek (met een lexicon), het verband tussen lawaai en gezondheid, het wettelijk kader en parameters die de productie en voorplanting van lawaai schetsen. • De dossiers van Leefmilieu Brussel BIM : Achtergronddocumentatie van het Observatorium 1. Perceptie van de geluidsoverlast in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2. Akoestische begrippen in verband met geluid en hindernissen 3. Impact van lawaai op overlast, leefkwaliteit en gezondheid 19. Versterkte muziek 37. Geluidsnormen en richtwaarden gebruikt in het BHG 41. Brussels wettelijk kader inzake geluidshinder Al deze documenten kunnen worden geraadpleegd via de webstek www.leefmilieubrussel.be of door de Infodienst van Leefmilieu Brussel – BIM te contacteren op 02.775.75.75.
4.2.Boeken • Bij de uitgeverij Urania verscheen het boek ‘Geluid, licht, energie e.a.natuurverschij nselen’ dat meer inzicht geeft rond de vraag “Wat is geluid ?” • ‘Knappe Koppen’ is een pop-up boek van Kate Petty en Jennie Maizels. Vol klepjes, schuifjes en verrassingen en je leert spelenderwijs een heleboel. Of je nu op de fiets zit, gitaar speelt of een taart bakt, wat je ook doet, er komt natuur- en scheikunde bij kijken. Van de keuken tot de speelplaats kun je dat met dit boek zelf ontdekken. Je krijgt hulp en uitleg van Jule Molecule, Adam Atoom, Gerrit Geluid en vele anderen. Vanaf 9 jaar.
4.3. Internet • www.leefmilieubrussel.be : rubriek “geluid” en “gegevens”. • www.dehelix.be : tentoonstelling ‘In de ban van decibel’, een blitse en interactieve tentoonstelling over stilte, geluid en lawaai. Werd opgesteld in samenwerking met NMELink/. • http://bib.felnet.be : het Vlaamse leefmilieu bibliotheek netwerk. Is een netwerk van 14 bibliotheken rond o.a. het thema milieu.
D a i s y b e l e n h e r r i e laweit
25
• www.nsg.nl/main : Nederlandse Stichting voor geluidshinder. • home.wanadoo.nl/ellywaterman/geluid/ faq_geluid.htm : veel gestelde vragen rond geluid : geluidshinder, bouwakoestiek, trillingen, maatregelen, … • www.technopolis.be : Technopolis heeft een experiment on line beschikbaar. • www.gezondheid.be : informatie over geluid, werking en mechanismen van het oor. • www.lne.be : de website van het departement “Leefmilieu, Natuur en Energie” (LNE) van de Vlaamse overheid, geef u informaties over basisbegrippen uit de akoestiek, geluids olatie van woningen, enz. • www.arugsmilieu.be : het milieupunt van de KBC en CERA (ex-Stichting Leefmilieu). • www.milieucentraal.nl : onafhankelijke organisatie, gesubsidieerd door overheidsgeld die de consument informeert over duurzame consumptie. • www.milieulink.be : geeft verschillende organisaties die werken rond het thema milieu. • www.bondbeterleefmilieu.be : federatie van 120 verenigingen die werken rond milieu.
26
Daisy bel en her r i e l aw e i t
• www.eco-schools.org : internationaal programma met informatie rond het thema milieu, gericht naar scholen. • www.bewustverbruiken.org : een informatie- en actienetwerk dat mens- en milieubewust verbruiken wil stimuleren in Vlaanderen.
4.4. Verenigingen • Green Belgium is door Leefmilieu Brussel – BIM gemandateerd om u gratis gepersonaliseerde begeleidingen rond milieuthema’s aan te bieden. Zij kunnen u pedagogische materialen uitlenen en u helpen een project op punt te stellen. Zij beheren tevens de inschrijvingen van begeleide projecten. Wenst u hieromtrent meer informatie ? Green Belgium, Kris Van Ingelghem, Antwerpselaan 20, 1000 Brussel. T. 02 209 16 61. De verenigingen die u hieronder aantreft stellen u complementaire activiteiten voor (niet exhaustieve lijst). • Jeugd en Muziek Animaties en muzikale projecten in scholen, het creëren van geluidspectakels met leerlingen, didactische concerten. Jeugd en Muziek van Brussel, Thérèse Preutens, Ravensteinstraat te 1000 Brussel. T. 02 507 83 31 - F. 02 507 83 82.
[email protected] • Les Petits Debrouillards Biedt de mogelijkheid om wetenschappelijke ateliers rond geluid te organiseren. Les Petits Débrouillards, Gallaitstraat 60, 1030 Brussel. T. 02 268 40 30.
[email protected] www.lespetitsdebrouillards.be
fotokopieerbare documenten
1. De schaal van Daisy Bel - te fotokopiëren afbeeldingen
p. 28
2. De schaal van Daisy Bel - de verschillende niveau's
p. 29
3. Activiteiten van de CD - de mysterieuze geluiden, afbeeldingen
p. 30
4. Activiteiten van de CD - woorden van het lied (Frans)
p. 31
5. Activiteiten van de CD - woorden van het lied (Nederlands)
p. 32
6. Kaart « één daad, één week »
p.33
D a i s y b e l e n h e r r i e laweit
27
de schaal van daisy bel DOC 1 :
28
Daisy bel en her r i e l aw e i t
afbeeldingen
de schaal van daisy bel DOC 2 :
De decibelschaal (dB) letsels
gevarenzone
vermoeidheid
rust (overdag)
rust (‘s nachts)
140
135
130
125
120
pijndrempel
opstijgend straalvliegtuig
115
rockconcert, walserij
110
pneumatische drilboor
105
dansvloer in discotheek
100
walkman met het geluid op maximum
95
gevaardrempel
90
moto op 2 m afstand, overdekte spelplaats
risicodrempel
85
refter, boormachine, circelzaag
pijnlijk om aan te horen
80
weg met druk verkeer
luid, maar dragelijk
75
moeilijk te verdragen
70
65
werk in de klas
60
restaurant, supermarkt
courante geluiden
55
50
45
gesprek
40
woonkamer, residentiële woonbuurt ‘s nachts
35
bibliotheek
30
25
20
zeer stil
15
10
5
0
hoorbaarheidsdrempel
lichte wind
diep in de bos
een vlieg die vliegt
D a i s y b e l e n h e r r i e laweit
29
de mysterieuze geluiden DOC 3 :
30
Daisy bel en her r i e l aw e i t
afbeeldingen
lE bruit c’est l’enfer DOC 4 :
Le bruit c’est l’enfer dans mon quartier c’est la galère. C’est un vrai casse-tête, un ennemi que je n’aime guère D’abord y a ces travaux, des foreuses, des marteaux Qui toute la journée m’empêchent de me concentrer Ensuite y a les voitures, les camions, les motos Qui passent et repassent, ça c’est une calamité Pourtant oui, je le sais, le bruit est une réalité On ne peut pas faire sans, tout le temps il est présent Il retentit n’importe où et n’importe quand Faut lutter efficacement car à la fin c’est stressant J’ai pas encore parlé de mon voisin et de ses copains Qui aiment la musique très fort dès le matin Coupe donc ta chaîne Hi Fi, hé, j’suis encore dans mon lit Faut pas exagérer, t’es pas tout seul j’suis là aussi REFRAIN : LE BRUIT C’EST L’ENFER oui mais c’est la réalité LE BRUIT C’EST L’ENFER tous les jours il faut lutter LE BRUIT C’EST L’ENFER je sais pas comment l’arrêter LE BRUIT C’EST L’ENFER mais y en a que je peux stopper LE BRUIT C’EST L’ENFER (4X) Tous les jours dans la classe, j’entends des bruits qui m’agacent Moi-même j’en produis, monsieur me regarde de glace Faut pas oublier qu’on est responsable de ses actes Pour réduire tous ces bruits, passons maintenant à l’attaque
woorden van het lied
Fais gaffe avec ta chaise ou arrête de gesticuler A force, c’est usant, tu pourrais pas te calmer J’ai des choses à dire, des réponses à donner Mais faut absolument que j’apprenne à lever Mon doigt si je veux parler, apprendre à patienter Si tout le monde parle en même temps, on va jamais y arriver Discuter avec Julien de ce qui y a eu à la télé C’est marrant mais monsieur dit qu’ce serait mieux à la récré En classe, combattre le bruit en fait c’est pas si compliqué Suffit de le vouloir après l’avoir identifié REFRAIN Se servir de son crayon comme instrument de percussion Ca donne beaucoup de rythme mais ça énerve tout le monde au fond Laisser tomber ma trousse ça c’est un accident Comme ma latte, ma farde, tout ce qui est sur mon banc Ce n’est pas de ma faute, je ne le fais pas exprès Ca fait plein de boucan et je crois que ça déplait A midi pour l’heure du dîner, direction la cantine J’ai faim, j’voudrais manger et me remplir la boudine Encore une fois, pas moyen de le faire en paix On hurle, on crie, on bouge, ça résonne et je voudrais Te dire, tu l’as compris qu’le bruit on peut pas s’empêcher D’en faire sans arrêt mais faut pas oublier Qu’en classe ou dans la rue ça casse les oreilles des copains Que ça fatigue tout le monde alors écoute bien ce refrain.
D a i s y b e l e n h e r r i e laweit
31
overal lawaai, DOC 5 :
woorden van het lied
In de refter hoor je eten, praten, smakken, slikken, zingen Er is een pak gekletter, en je hoort een massa dingen Het schuiven van de stoelen, Het smakken van de smoelen En vorken tikken, messen tikken, potten, pannen, glazen, blikken Hou eens even op, dat lawaai kost me de kop!
Op de bassen in de disco, hoor je schreeuwen, stampen, springen Er breken wel eens glazen en er vallen wel eens dingen Het scratchen van de DJ Valt voor mijn oren niet mee Scherpe tonen, hoge, doffe. O, mijn oren gaan ontploffen Rond de discotheek, o wee, dansen alle buren mee.
REFREIN Overal geluiden, Overal lawaai Iedereen die praat maar na, als een papegaai Tien seconden zonder dreunen, dàt is wat ik wil Zet het even zachter, jongens, maak het even stil
REFREIN
Op straat daar is het: roepen, skaten, stappen, remmen, rijden Jongens aan de telefoon en babbelende meiden Auto’s die maar toeteren Mensen die maar foeteren De motors van de moto’s of sirenes die maar loeien. Zet de motor even stil, dàt is wat ik wil REFREIN In de metro is het piepen, zoemen, klikken, brommen, zwijgen Mensen die gehaast zijn en geen rustmomentje krijgen Onderweg naar school of huis Overal is er geruis Mensen kreunen, mensen hoesten, krabben, schuren, lachen, proesten Beste mensen in de tram: stop met dat gezwam!
32
Daisy bel en her r i e l aw e i t
In de refter hoor je eten, praten, smakken, slikken, zingen Er is een pak gekletter, en je hoort een massa dingen Het schuiven van de stoelen, Het smakken van de smoelen En vorken tikken, messen tikken, potten, pannen, glazen, blikken Hou eens even op, dat lawaai kost me de kop! Op de speelplaats wordt er vaak gebruld, geroepen en gekrijst Omdat de meester in de klas complete stilte eist. En als we mogen spelen Beginnen we te kelen We zingen luid, we stampen, tieren. Stormen rond als wilde dieren. Zitten onze hoofden vol, gaan we lekker uit de bol REFREIN
kaarten DOC 6 :
«éen daad - éen week»
éen daad, éen week
Week 1 : ………………………………………………………………….. Week 2 : …………………………………………………………………... Week 3 : ……………………………………………………………………
éen daad, éen week
Week 1 : ………………………………………………………………….. Week 2 : …………………………………………………………………... Week 3 : ……………………………………………………………………
D a i s y b e l e n h e r r i e laweit
33
nota’s
34
Daisy bel en her r i e l aw e i t
Leefmilieu Brussel -BIM is de administratie van leefmilieu en energie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Indien u op de hoogte wenst te blijven van de initiatieven op het vlak van milieueducatie kan u: - zich inschrijven in de database “lerarencontact”, waarna u per post alle informatie over nieuwe projecten ontvangt; Contact: Seretariaat van het Departement Duurzame Ontwikkeling T. 02 775 76 28 –
[email protected] - zich abonneren op het gratis blad “Mijn stad… onze planeet” dat concrete tips geeft om zuinig om te springen met de natuurlijke rijkdommen van onze planeet. Twee rubrieken zijn exclusief gewijd aan kinderen en onderwijs.
D a i s y b e l e n h e r r i e laweit
35
Auteur : Christophe Vermonden, vzw Empreintes Herlezing : Roxane Keunings - Marianne Stevens - Rik De Laet Illustraties : Gaëlle Carlier - p. 8, 10, 14, 15, 20, 22, 25 Benoît Lacroix - Daisy Bel en Herrie Laweit Frédéric Thiry - Decibelschaal, p. 9, 28, 30 Foto's: Aude Vanlathem © Leefmilieu Brussel - BIM p. 20 "de paraplu" © Getty Images Verantwoordelijke uitgevers : J.-P. Hannequart en E. Schamp Gulledelle 100 – 1200 Brussel Wettelijk depot : D/5762/2007/12 Gedrukt op gerecycleerd papier met plantaardige inkt
36
Daisy bel en her r i e l aw e i t