A. Algemeen inhoudelijk plan Lieke Benders vóór Hoge Fronten Lieke Benders is na haar afstuderen in 2003 als theatermaker aan de Toneelacademie Maastricht ondersteund door het Huis van Bourgondië (Maastricht), Het Laagland (Sittard) en BonteHond (Almere). Haar zaal- en locatievoorstellingen voor jeugd en volwassenen zijn te zien in theaters in Nederland en België, alsook op festivals als: Oerol, Over het IJ, Cultura Nova, Festival Cement en de Parade. Lieke Benders maakt verstilde voorstellingen op het grensvlak van theater en beeldende kunst. Graag draagt zij haar eigen ontvankelijkheid voor ‘kleine observaties’ over aan het publiek, jong en oud. Haar levensopvattingen klinken door in haar werk: kritisch zijn ten opzichte van de eigen waarneming en anders (leren) kijken naar de wereld om ons heen. In 2010 werd het tweejarenplan voor 2011-2012 van Hoge Fronten / Lieke Benders gehonoreerd door het Fonds Podiumkunsten. Deze ondersteuning en erkenning maken een inhoudelijke en organisatorische groei in de ontwikkeling van Lieke Benders als beeldend theatermaker mogelijk. 1.ORGANISATIE Enorme impuls Direct na de oprichting in juni 2010 werd het tweejarenplan van de stichting gehonoreerd door het Fonds Podiumkunsten. Inmiddels wordt het tweede jaar van dit traject tot uitvoering gebracht. Deze honorering betekende een enorme impuls voor stichting Hoge Fronten en theatermaker Lieke Benders. Vanuit het zuiden heeft Hoge Fronten een uitnodigende en duidelijke positie weten te verwerven. Begin 2011 won Lieke Benders de Limburg Cultuurprijs. Uit het juryrapport: “ Op eenvoudige en subtiele wijze is zij erin geslaagd haar kwetsbaar werk te ontwikkelen en met behulp van productiehuizen en werkplaatsen ook landelijk erkenning te krijgen. Vanwege haar thematiek en bijzondere locaties, spreekt Benders met haar voorstellingen een groot en deels nieuw theaterpubliek aan.” De projecten hebben kunnen bouwen op positieve landelijke aandacht, denkend aan recensies, interviews en voorbeschouwingen in landelijke dagbladen als NRC en de Volkskrant. Bovendien verscheen in Boekman 85 over Kunst en Religie een uitgebreid interview over het gebruik van religieuze thema’s binnen het theaterwerk van, de in het katholieke zuiden opgegroeide, Lieke Benders. Hoge Fronten = een productiecel Hoge Fronten is een kleine mobiele organisatie, waar zelfstandigen en freelancers werken die zich verbonden voelen met de thematieken, beeldende stijl en manier van werken van Hoge Fronten / Lieke Benders. Ze werken op projectbasis. Lieke Benders voert de artistieke en algemene leiding. Zij wordt ondersteund door een vaste kern: Janneke Schmeitz (zakelijke ondersteuning/marketing), Gertie Poels (productionele coördinatie) en Marq Claessens (decorbouw/vormgeving en techniek). Dit kernteam wordt per productie aangevuld door specifieke professionals (crew en cast). Grote kracht van deze organisatie is de flexibiliteit waarmee deze opereert. Hoge Fronten houdt kantoor in een atelier in de oude Cementfabriek AINSI in Maastricht. Van daaruit gaat het team op pad. In 2011 trok Hoge Fronten Nederland en België in met de projecten TODOS en Heimzee. Beweging Lieke Benders werkt graag zowel binnen als buiten vaste structuren. Het verwezenlijken van het tweejarenplan voor Hoge Fronten ging het afgelopen jaar hand in hand met gastregies voor klankwerkplaats Intro in Situ in Maastricht, Toneelgroep Maastricht en Speeltheater Holland. Vanuit Hoge Fronten gaat Lieke Benders graag allianties aan met partners. Ze haakt met projecten in op bestaande structuren. Deze allianties leveren
1
evenwichtige win-win stituaties op, zowel wat betreft financiën, profilering en publicitiet, als productioneel-technisch en artistiek-inhoudelijk. Mede door deze ervaringen is Hoge Fronten overtuigd geraakt dat de kleine, mobiele, empathische organisatie bijdraagt aan de dynamiek in het bestaande theaterlandschap. Het veroorzaakt nieuwe beweging tussen bestaande (grote) organisaties en tussen de publieken van die organisaties. Continuïteit en ontwikkeling In het plan 2011-2012 richt Hoge Fronten zich op locatievoorstellingen voor volwassenen en familievoorstellingen voor de zaal. In 2013-2016 blijft Hoge Fronten zowel voor volwassenen als voor jeugd produceren, maar verschuift de focus naar locatietheater. Lieke Benders vertrekt graag vanuit de werkelijkheid om haar theatrale verhaal te vertellen. In 2013-2014 komen de locaties ‘stad/wijk’, ‘kerk’ en ‘het theater’ aan bod. Binnen de locatievoorstellingen zijn de volgende onderdelen - soms afzonderlijk, soms in combinatie – wezenlijk: het manipuleren van bestaande ruimtes, de dialoog met de bewoners/gebruikers en het publiek zelf als onderdeel van de manipulatie. Ondanks de focus op locatietheater gaat Hoge Fronten de opgebouwde contacten met het theatercircuit niet loslaten. De inzet is om op een aantal speelplekken, waaronder ook in reguliere theaters, intensievere speelreeksen met locatieprojecten te realiseren. In concreto betekent deze ambitie/gedachtenlijn dat Hoge Fronten in 2013 een nieuw locatieproject voor volwassenen ontwikkelt met als titel: Gluren. In 2014 staan twee nieuwe locatieproducties gepland: de familievoorstelling Rotgod (8+) en een eigenzinnig locatieproject in het theater. In 2015-2016 wordt deze beleidslijn voortgezet waarbij Hoge Fronten op jaarbasis - op zowel binnen- als buitenlocaties - minimaal twee voorstellingen per jaar realiseert. Eén van deze projecten in 2015-2016 is een internationale reprise-tournee van TODOS. Momenteel vinden hierover gesprekken plaats tussen Hoge Fronten, Cultura Nova en Oerol. Voortkomend uit het projectplan 2011-2012 realiseert Hoge Fronten in 2013 ook nog een reprise-tournee van Niet Wiet Wel Nel (6+), naar het kinderboek van Joke van Leeuwen. 2. ARTISTIEKE VISIE EN SIGNATUUR Universele gelijkenissen van de mens Verbindingen tussen mensen, vormt de kern van het werk van Lieke Benders. “Ik zoek met mijn voorstellingen naar universele gelijkenissen tussen mensen, die dwars door alle geloven, overtuigingen en individuele waarheden heen gaan. Deze manier van denken en kijken naar de wereld zorgt voor het ontstaan van openheid, nieuwsgierigheid en begrip.” Publiek in beweging Lieke Benders nodigt het publiek uit om in beweging te komen. Tijdens de voorstellingsreeks van TODOS afgelopen zomer, werd het publiek letterlijk in beweging gezet. Het publiek ging zelf op pad. Uitgerust met een rugzak en overlevingspakket liep men individueel een route van ongeveer vijf kilometer. De beelden, maar ook de teksten die de wandelaars onderweg tegenkwamen - in de houten huisjes of daarbuiten stuurden hun gedachten. De reacties bij terugkeer waren enthousiast en ontroerend. Ook bij de kloostervoorstellingen (Orante en In Solido), Hellobye, Mis voor ongelovigen, laat Benders het publiek in een buiten- of binnenlocatie een route lopen. Het publiek zit niet op een stoel en kijkt toe, maar loopt zelf letterlijk door het verhaal. Hiermee vraagt ze een actieve houding van het publiek; ze nodigt hen uit een directe verbintenis aan te gaan met haar verhaal. Dit wil Lieke Benders de komende jaren voortzetten en verder uitwerken. Ook is ‘publiek in beweging’ figuurlijk op te vatten. Lieke Benders: “In mijn werk geef ik het publiek de ruimte. Om zich ergens specifiek op te richten, of juist een breder kader te ontdekken. Met een poëtische benadering bouw ik aan verhaallijnen, tekst en beeld. Niet essayistisch, eerder een filosofische benadering van thematiek en vorm.”
2
Persoonlijke benadering In TODOS liep Lieke Benders één voor één met elk individu een eindje op. Ze voerde korte gesprekjes met iedere bezoeker afzonderlijk. Het publiek vertelde haar zeer persoonlijke verhalen, ervaringen en gedachten. Ze lieten boodschappen achter in de houten huisjes, mailden na afloop of spraken in de stad of op festivalterreinen het Hoge Fronten-team aan. Deze persoonlijke benadering past bij de verbinding met het publiek. Op deze manier is het publiek een wezenlijk onderdeel van een voorstelling en zo is het verhaal niet alleen van de maker, maar van iedereen. Zo ontstaan nieuwe verhalen en kunnen gedachtes kantelen. Opnieuw leren kijken “ Benders geeft op authentieke wijze invulling aan haar locatievoorstellingen waarbij ze zich in grote mate laat inspireren door de locatie die ze gebruikt: Het is niet een kwestie van aanpassen aan de omgeving, maar de omgeving wordt dwingend uitgangspunt” uit een interview over de locatievoorstelling Hellobye Lieke Benders werkt graag op locatie. Voor de één is een zwarte doos het ideale uitgangspunt, voor haar is een concrete locatie dat. Ze heeft de artistieke drang om vanuit een bestaande wereld te vertrekken en deze opnieuw te bekijken. Door dingen uit te lichten, contrasten te maken, toe te voegen, toont ze nieuwe perspectieven op bekende omgevingen en thema’s. “ de ware ontdekkingsreis bestaat niet uit het aanschouwen van nieuwe landschappen, maar uit het opnieuw leren kijken. “ Marcel Proust Zaal als locatie Lieke Benders is als beeldend maker in haar kracht op locatie. In fysieke zin, door de mogelijkheden en beperkingen, maar ook inhoudelijk. Een locatie brengt haar als maker in contact met de wereld die daarbij hoort. In de kloostervoorstellingen bracht zij vele uren door met de zusters en verwerkte dit in het stuk. Tijdens TODOS werkte zij nauw samen met de boeren die een cruciaal steentje bijdroegen aan het uitzetten van de tocht. De boeren raakten geïnteresseerd in het theater van binnenuit. Bij Heren huilen niet (Toneelgroep Maastricht, 2012) draaide Lieke Benders de gehele theatertribune van het Derlon Theater 180 graden om en schoof de theatergordijnen open. Zo keek het publiek plots door de grote ramen naar buiten, naar de stad en het gewone leven. Een cruciale ingreep, want de theaterzaal was nu een locatie geworden die letterlijk en figuurlijk ondersteunde wat er op de vloer gebeurde met en tussen de drie mannen wiens leven was ingestort. Ze toonde een ingestorte wereld versus een buitenwereld die doodnormaal zijn gang gaat. Het werken aan deze voorstelling verstevigde bij Lieke Benders het besluit om zich nog verder te specialiseren op het gebied van locatietheater. Volwassenen en jeugd Lieke Benders vindt het als maker belangrijk om zowel voor jeugd als volwassenen te blijven maken. Het houdt haar scherp in haar blik naar de wereld en de vertaalslag naar het theater. “Zo wil ik aan kinderen uitleggen dat sommige dingen nu eenmaal niet zo eenvoudig zijn, terwijl ik juist bij volwassenen de kinderlijke eenvoud der dingen naar boven breng.” In de familievoorstellingen vertelt ze haar beeldende verhaal zowel aan het kind, als aan de volwassene. Er zijn bepaalde emoties die - of je nu jong of oud bent - voor beiden herkenbaar zijn.
3
3. PLAATS IN HET VELD EN BIJDRAGE AAN PLURIFORMITEIT Creëren vanuit zuidelijke wortels Lieke Benders: “Mijn Limburgse culturele achtergrond vormt een belangrijke basis voor mijn inhoudelijke verhalen en beeldtaal. Ik gebruik verwijzingen, symbolen en rituelen die vanuit deze katholieke achtergrond zijn ontstaan. De thema’s en onderwerpen die ik gebruik komen uit deze zuidelijke omgeving en vertaal ik naar een universeel perspectief.” Het werken en samenwerken buiten de grenzen is een logisch gevolg van de geografische en culturele inbedding van Hoge Fronten. De Euregio vormt een goed uitgangspunt voor Hoge Fronten om locatiewerk verder te ontwikkelen in zowel stedelijk als landelijk gebied. De afgelopen jaren heeft Lieke Benders haar plek als één van de weinige beeldende theatermakers in het zuiden gevonden. Als maker heeft ze zowel bij de bestaande gezelschappen en instellingen als bij het publiek uit deze regio een herkenbare plaats ingenomen en in Nederland en Vlaanderen stevige contacten opgebouwd. Zo zijn er structurele (internationale) banden met Belgische organisaties als: Cultuurcentrum Hasselt, Dommelhof in Neerpelt en tmg LAP. 4. ONDERNEMERSCHAP a. Publiek en marketing Hoge Fronten trok met haar projecten het afgelopen anderhalf jaar ruim 8.000 bezoekers. Voor de periode 2013-2016 zet Hoge Fronten in op een groei van het aantal bezoekers met minstens 25% tot 2016. De ambities wat betreft publieksbereik zijn niet enkel kwantitatief, maar ook kwalitatief. De stichting wil de verbintenis met publiek en plek intensiveren, op een verfrissende en vernieuwende manier, passend bij locatietheater. Het persoonlijke als visitekaartje Hoge Fronten wil van een integere en persoonlijke benadering haar visitekaartje maken op marketinggebied. Het past in het streven naar een daadwerkelijke dialoog, tweerichtingverkeer tussen maker en publiek. De projecten lenen zich daar vanwege inhoud en ‘locatie-verbintenis’ uitstekend voor. In vogelvluchtperspectief zet Hoge Fronten in op een grotere landelijke naamsbekendheid en op een grotere geografische spreiding wat betreft aanbod. Hoge Fronten wil een breed publiek voor zich winnen. Jong en oud, zowel ervaren kijkers als een compleet nieuw publiek. De opgebouwde database wordt verder uitgebreid en verfijnd, om zo de persoonlijke contacten met de bezoekers te intensiveren. Naast de meer conventionele vormen van pr en marketing - zoals de website, het verspreiden van persberichten, de collectieve marketing met de partners en het maken van nieuwsbrieven – zoeken wij naar onderscheidende specifieke vormen van marketing. Blijvende herinnering Hoge Fronten experimenteert ermee om elke voorstelling een persoonlijke touch mee te geven, denk aan de St. Christoffel in de jaszak bij Orante of de helden-medaille bij Heimzee. Op deze manier wordt de voorstelling een blijvende herinnering. Het organiseren van direct persoonlijk contact met regisseur en acteurs beschouwt Hoge Fronten als een goede investering in de relatie met de bezoekers en op langere termijn de aanwas van het publiek. Dat geldt ook voor directe contacten met achterbannen en potentieel nieuw publiek op en rondom speellocaties. Op projectniveau benoemt en benadert Hoge Fronten persoonlijk nadere specifieke doelgroepen, zoals o.a. buurtverenigingen, wijkbewoners, zorginstellingen, kerkorganisaties, wandelclub, bezinningsclubs etc.
4
Kruisbestuiving Voor een multiplier-effect op de publiekswerking verbindt Hoge Fronten de eigen contacten met die van expertise en contacten van de partners binnen en buiten de theaterwereld, zodat er kruisbestuiving optreedt tussen verschillende organisaties en hun bijbehorend publiek. Zo treedt Cultura Nova op als coproducent van Gluren. Theater aan het Vrijthof (Maastricht), Parkstad Limburg Theaters (Heerlen), de NWE Vorst (Tilburg), Cultuurcentrum Hasselt (BE), Verkadefabriek (Den Bosch) volgen en programmeren regelmatig werk van Hoge Fronten. b. Financiering en bedrijfsvoering Hoge Fronten definieert zichzelf als een mobiele productiecel. Die kwalificatie werkt door in de bedrijfsvoering. De focus ligt op het realiseren van 2 x 2 producties, in de dynamiek van locatietheater. Per project worden crew en cast samengesteld. De basisorganisatie is derhalve klein en kosten-efficiënt. De ervaringen hebben geleerd dat de locatieprojecten van Hoge Fronten veel connectie maken met uiteenlopende particuliere en maatschappelijke organisaties (zie projectomschrijving). De persoonlijke interactie, die Lieke Benders met hen aangaat, versterkt dit. Daarin ligt ook de komende jaren een belangrijke bron voor het verwerven van (meer) medefinanciering, steun in natura en het vinden/binden van publiek. Een goede ‘match’ tussen project en organisaties bewerkstelligen, betaalt zich uit. Hoge Fronten durft te ondernemen door voorstellingen te spelen zonder uitkoopsom/garantie. Verbinding maken met doelstellingen en belangen van maatschappelijke organisaties. Er is enig experiment met het realiseren van indirecte inkomsten, zoals horeca-arrangementen en merchandising. Belangrijker is dat (met name) de concepten van Rotgod en Gluren een grote mate van herhaalbaarheid in zich dragen. Het locatietheater van Hoge Fronten kan dus op tournee, met steeds enige adaptatie die het specifiek maakt voor elke speelstad. Dat is – nog met de nodige voorzichtigheid – ingezet in dit 2-jarenplan. Maar bij gebleken succes van een project kan de speellijst aanmerkelijk groeien. Dat heeft een gunstig effect op de eigen inkomsten waardoor de subsidie-afhankelijkheid afneemt. Meevallende publieks- en andere eigen inkomsten worden gereserveerd om de risico’s voor volgende projecten te dempen. c. Cultural Governance Stichting Hoge Fronten werkt sinds 2010 met een bestuursmodel met directeur en een Raad van Bestuur. De Raad waarborgt het bestuurlijk proces en draagt er zorg voor dat de organisatie opereert conform haar doelstellingen. De organisatie volgt het directie/bestuursmodel zoals omschreven in de leidraad van de Code Cultural Governance. 5. SPREIDING Speelhaarden Locatietheater heeft als kenmerk dat het op een specifieke locatie wordt gemaakt en daarmee niet makkelijk verplaatsbaar is. Lieke Benders heeft inmiddels een manier gevonden om werk te ontwikkelen dat zeer locatiespecifiek is, maar óók verplaatsbaar. Hoge Fronten kiest ervoor om op een aantal vaste plekken bijvoorbeeld door allianties aan te gaan met een aantal theaters) gedurende een langere tijd meerdere speelbeurten te verwezenlijken. Deze bewuste keuze stelt Hoge Fronten in staat om een persoonlijke band op te bouwen met het publiek van de desbetreffende regio of stad. De speelhaarden waar het werk gedurende een langere periode te zien is, bieden ook de kans de herkenbaarheid te vergroten en de speciaal geïnteresseerde en reislustige kijker aan te trekken.
5
6. INNOVATIE Hoge Fronten maakt geen aanspraak op de innovatie-opslag. 7. DREMPELNORM Goede resultaten voor jonge organisatie De jonge organisatie Hoge Fronten bestaat bijna twee jaar. De stichting werd opgericht in aanloop naar de tweejaren-aanvraag van het Fonds Podiumkunsten. In 2011 kon Hoge Fronten door de daadwerkelijke toekenning een gedegen start maken. Binnen deze tijd heeft de stichting in totaal 171 voorstellingen gerealiseerd. Ook werd er zo’n 45% aan eigen inkomsten behaald. Daarmee voldoet Hoge Fronten aan de drempelnorm. B. Beschrijving van de activiteiten podiumcircuit Klein Locatieproject GLUREN (volwassenen) Première Zomer 2013 ARTISTIEKE BESCHRIJVING Sporen van mensen In een stad, op een kruispunt van verschillende wijken, bezoeken we vijf verschillende woningen. Een herenhuis, studentenkamer, rijtjeshuis, appartement en flat. We treden de huizen binnen. Soms zelfs via achterdeur. We mogen ongegeneerd gluren in huizen, in levens van anderen. We zien alleen de sporen van mensen. De bewoners zijn niet thuis. Bewust vertrokken of zeer plotseling/abrupt. Ze zijn nog maar net weg, voor even of voorgoed. Ieder huis heeft zijn eigen verhaal. We kijken in lades en kasten. Soms springt de tv plots aan. Wellicht dat de suppoost ook meer weet te vertellen. De trap is met een rood touw afgezet, die mogen we niet op. In een museumachtige setting gaan we op zoek naar hun verhalen. Ze zijn er zelf niet om het ons te vertellen. We zullen er dus zelf achter moeten komen. De gewone mens als bijzonder gezien. Nieuwsgierigheid is een natuurlijk onderzoekend gedrag dat voorkomt bij de mens en vele andere diersoorten. Het is een eigenschap die leidt tot verkenning, onderzoek en leren. In Gluren vertelt een ruimte het verhaal van de mens. Een sleutel geeft toegang tot een alledaagse leefwereld van een nog onbekend persoon. Vanuit een alledaags perspectief worden we getuige van eenvoudige - soms zelfs bijzonder - persoonlijke verhalen. We kijken naar sporen van mensen en zetten deze centraal. We kijken naar eenvoudige maar ontroerende gewoontes. We zien de schoonheid van het alledaagse. Het bijzondere van elk individu. In elk huis zit een suppoost. Met behulp van een audiogids luistert het publiek naar verhalen die corresponderen met de nummers van enkele aangegeven objecten. Toch heeft ieder huis een gemene deler, ondanks dat de huizen er in eerste instantie zo verschillend uitzien. De bewoners van verschillende komaf hebben ieder hun eigen dromen en problemen. Ondanks grote verschillen zijn de emoties die daarbij gepaard gaan van universele gelijkenis, want uiteindelijk is in ieder huis woede, verdriet en opluchting te vinden. WERKWIJZE EN PRODUCTIE In de eerste fase zal door vooronderzoek en gesprekken met zijn huidige bewoners de wijk onderzocht worden. Op iedere locatie wordt minimaal één huis specifiek ingericht met behulp van de verhalen uit de desbetreffende buurt. De locaties worden gezocht door middel van contacten met de gemeente, woningcorporaties, welzijnsorganisaties en buurtverenigingen. Leegstaande huizen worden gemanipuleerd door deze fictief in te richten (meubelverhuurbedrijven, marktplaats en kringloopwinkels). Hierbij worden alleen de zichtbare ruimtes ingericht. Één of twee huizen zullen daadwerkelijke bewoonde huizen zijn. Bij de uitvoering neemt minimaal één acteur de rol van een suppoost op zich. Lokale vrijwilligers versterken ons eigen vaste team om groepen te begeleiden of te suppoosten. Bij musea en centra voor vrijetijdskunstbeoefening in de stad vragen we om medewerking bij het vinden van deze vrijwilligers. Net als bij eerdere locatieproducties
6
zoals TODOS en In Solido ontwikkelt het project zich vanuit één plaats. Het concept wordt als blauwdruk op andere locaties gelegd. We specificeren de nieuwe locatie vanuit zijn eigenheid. Gluren is een coproductie met festival Cultura Nova en wordt ontwikkeld in Heerlen. De wijk Molenberg (Heerlen) is een plek waar een witte arbeiderswijk (mijnwerkerswoningen) pal grenst aan een parkachtige villawijk. De verschillende type woningen en daarmee verschillende sociale groepen zijn op loopafstand van elkaar te vinden. COMPLEXITEIT Gluren heeft veel research en voorbereiding nodig. Het praktische locatieklaar maken van alle ‘huizen’ is een grote kostenpost. Verder vereist het concept een goede publieksbegeleiding. Dit zorgt voor hogere uitvoeringskosten. Binnen de begroting is hier rekening mee gehouden, gesteund door de ervaringen met het locatieproject TODOS. Daarom gaan we in de begroting van Gluren uit van basisbedrag 2. VERKOOP, PLANNING EN BEOOGD SPEELPLAN De ontwikkeling en uitvoering van het project start vanaf april 2012. Gluren wordt gerealiseerd in coproductie met Cultura Nova. Het project is van juni tot en met begin september 2013 te zien op minimaal - naast Cultura Nova - twee andere locatietheaterfestivals. Beoogde speelplekken zijn: Over het IJ, Karavaan, Limburg festival en in België, Zomer van Antwerpen en Wintervuur. De festivals worden momenteel benaderd. Na deze festivals wordt het project – bij gebleken succes - ook aan specifieke steden aangeboden. DOELGROEP EN SPECIFIEKE MARKETING Het project is bedoeld voor volwassen publiek. Hoge Fronten zal zich naast de gebruikelijke festival publiciteit zich specifiek richten op de sociale netwerken in de desbetreffende stad/wijk en zijn bewoners. NIET WIET, WEL NEL (familievoorstelling 6 +) Reprise / Najaar 2013 Coproductie met Belgische tmg LAP ARTISTIEKE OMSCHRIJVING Niet Wiet Wel Nel is geïnspireerd op het gelijknamige boek dat Joke van Leeuwen schreef voor beginnende lezers vanaf zes jaar. Het boek is in 1993 bekroond met een Zilveren Griffel. Niet Wiet Wel Nel gaat over de liefde en dat je elkaar soms wel leuk vindt en soms ook niet. Over kinderen die meer zien dan wij willen geloven. In de theatervoorstelling wordt eveneens gebruik gemaakt van de woorden die je leert als je net leert lezen. Vanuit het perspectief van een kind dat naar dit onderwerp kijkt, toont Niet Wiet Wel Nel de volwassenen die worstelen met de liefde. WERKWIJZE EN PRODUCTIE In het najaar van 2012 gaat Niet Wiet Wel Nel in première. De samenwerking over de grenzen levert een uitgebreid netwerk van publiek en structurele ondersteunende organisaties op zoals het Dommelhof in Neerpelt, Cultuurcentrum Hasselt en Theater aan het Vrijhof. Niet Wiet Wel Nel is op productioneel vlak een vervolg op Heimzee dat in 2010 en (reprise) 2011 in totaal méér dan 50 voorstellingen in Nederland en België verwezenlijkte. In het najaar van 2013 is de reprisetournee van Niet Wiet Wel Nel gepland. Hiermee bewerkstelligen we een optimale speellijst en speelduur. Uitgeverij Zwijsen - die dit boek in beheer heeft - en Joke van Leeuwen geven toestemming om dit materiaal te gebruiken.
7
COMPLEXITEIT Deze voorstelling gaat op tournee met vier spelers. Dit zorgt voor hoge uitvoeringskosten. Voor deze productie gaan wij derhalve uit van basisbedrag 2. VERKOOP, PLANNING EN BEOOGD SPEELPLAN De vaste theaterbureaus Steenimpresariaat (www.steenimpresariaat.nl) en Huub Colla (www.huubcolla.be) nemen de verkoop van de productie voor najaar 2013 ter hand. Er zijn 34 voorstellingen gepland; waarvan 20-25 in Nederland en 10-15 in België. Hierbij gaan we uit van 20 schoolvoorstellingen en 12 voorstellingen in het vrije circuit. Noa Verhofstad van de Kunstbalie Brabant is zeer geïnteresseerd in een serie van 20 voorstellingen voor het scholencircuit. Zij willen hun lespakket naadloos aansluiten op de voorstelling en derhalve wachten zij tot de voorstelling af is en in reprise gaat. Zoals bij Heimzee is gebleken, geven een aantal theaterprogrammeurs als ook programmeurs uit het scholencircuit de voorkeur aan een reprise tournee. Wij willen graag aan deze vraag voldoen. De voorstelling Niet Wiet Wel Nel is een midden- en kleine zaal voorstelling (tot 250 bezoekers) De reprise tournee is voorzien van september 2013 t/m januari 2014 in Nederland en België. DOELGROEP EN SPECIFIEKE MARKETING Iedereen vanaf 6 jaar. Uitgeverij Zwijsen heeft aangegeven om - via hun nieuwsbrieven - extra aandacht te besteden aan Niet Wiet Wel Nel. Locatieproject ROTGOD (familievoorstelling 8 +) Voorjaar/ zomer 2014 “Waarom deed U vroeger al die wonderen en nu nooit meer?” Rob 7 jaar “Bedankt voor het broertje, maar waar ik eigenlijk om gevraagd had, was een hondje.” Floris 8 jaar “God, mij best dat u verschillende godsdiensten hebt opgericht, maar haalt u ze nooit eens door elkaar?” Jesse 9 jaar ARTISTIEKE OMSCHRIJVING Een voorstelling voor gelovige en ongelovige kinderen Dit project speelt zich af op locatie in leegstaande kerken. In deze kerken die hun functie verloren hebben, gaat de voorstelling met kinderen op zoek naar een nieuwe betekenis van het beleven van religie. Op een verlaten plek gaan kinderen samen met drie personages op zoek naar God. Wat is er met Hem gebeurd? Waarom laat Hij niets meer van zich horen? Het is hoog tijd om eens een stevig woordje met God te wisselen. Door boxen galmen de vragen van kinderen. Drie personages spelen enkele rituelen van een mis na, maar worden ondertussen overvallen door allerlei vragen. Ze interpreteren er maar op los. Ze spelen met de dogma’s. Waarom moet je knielen in een mis? Ze spelen verschillende kerkgangers na die een hostie gaan halen. Ze gooien rituelen van de andere geloven per ongeluk door elkaar. Vragen de kinderen bijvoorbeeld hun schoenen uit te doen: “omdat het zo hoort.” Ze brengen alles en iedereen in verwarring, door middel van gekke interpretaties van rituelen. Teksten die ze niet begrijpen, gooien ze overboord, je hoort hun gedachtes die afdwalen tijdens de mis. Om vervolgens tot vragen te komen die voor hen wezenlijk zijn. Wat is nu werkelijk geloven en wat hebben we er aan? Theater en religie In het werk van Lieke Benders komt het thema religie regelmatig terug. Binnen het theater zoekt ze naar de positieve waarde van religie binnen een samenleving; niet vanuit de institutionele dogma’s, maar vanuit de etymologische betekenis van het woord religie namelijk: verbinden.
8
Al deze voorstellingen met dit thema maakte ze specifiek voor volwassenen. In Rotgod wil Benders dit thema juist vanuit het perspectief van het kind benaderen. WERKWIJZE EN PRODUCTIE Samen met tekstschrijver Jibbe Willems interviewt Lieke Benders kinderen vanaf 8 jaar rond dit thema. Via van workshops en lespakketen verzamelen ze uitspraken en verhalen. Deze informatie wordt verwerkt in het stuk. Jibbe Willems en Lieke Benders hebben eerder samengewerkt in verschillende locatieproducties. Het thema religie verbindt zijn schrijverschap met haar beeldend theater. Het materiaal ontstaat door gesprekken en het over en weer sturen van materiaal en gedachten. Hierdoor onstaan losse scenes en een schematisch verloop van zowel beeld als tekst. COMPLEXITEIT In de voorbereidingsfase zal het vinden van - en toestemming krijgen voor - de geschikte speellocaties, zijnde leegstaande kerken, extra aandacht vragen. Het werken en uitvoeren op locatie, met name op productioneel vlak, brengt een hoger kostenplaatje met zich mee. Hierdoor gaan we bij de berekening uit van basisbedrag 2. VERKOOP, PLANNING EN BEOOGD SPEELPLAN Het klaarmaken en repeteren op de specifieke beoogde speelplekken zorgt ervoor dat deze voorstelling gedurende een langere periode op een vaste plek te zien zal zijn. Net als een eerder succesvolle formule die we bij de kloostervoorstelling In solido gebruikten, zoeken we vijf geschikte locaties waarbij er gekeken wordt naar een goede landelijke spreiding. Er wordt contact gezocht met de dichtstbijzijnde theaters. Ook wordt er gekeken naar geschikte kerken rondom vaste speelhaarden. De verkoop loopt via de desbetreffende theaters. De voorstelling wordt voorbereid en gerepeteerd in het voorjaar van 2014. Voor de zomervakantie speelt Rotgod als vrije en schoolvoorstelling. In de zomer wordt Rotgod geprogrammeerd binnen een festival. De festivals worden momenteel benaderd. DOELGROEP EN SPECIFIEKE MARKETING Rotgod is een familievoorstelling voor iedereen vanaf 8 jaar. Werktitel: HET THEATER ALS LOCATIE (volwassen) Najaar 2014 ARTISTIEKE OMSCHRIJVING Instortingsgevaar! Net als kerken lopen theaters leeg. Het imago van theater is flink aangetast. Wat als er geen publiek meer komt? Wat als je een theatergebouw in plaats van makkelijker-, moeilijker bereikbaar maakt. Neemt de vraag dan juist toe? In dit project hangen er posters met verboden toegang voor de ramen, staan er hekken voor het theatergebouw en borden met daarop: PAS OP instortingsgevaar! Alleen onder begeleiding te bezoeken op wo t/m zo van 20:30 tot 21:30 De werkelijkheid van een andere kant bekijken. Als beeldend theatermaker wil Lieke Benders letterlijk het theatergebouw als uitgangspunt nemen. Het theatergebouw is gemaakt om voorstellingen in af te spelen en verhalen te vertellen. Het theatergebouw als locatie. Net als in 2011-2012 waarin een onderzoeksproject gerealiseerd wordt met radiodocumentaire maakster Catherine van Campen en vormgever/lichtontwerper Guus van Geffen waarin verschillende aspecten van religie in beeld en geluid aan bod komen, zoekt Lieke Benders in dit project de samenwerking op met een kunstenaar die vanuit
9
een andere discipline en invalshoek naar dit gebouw kijkt. Ze gaan de ruimte binnen- en buiten het theater herscheppen. Net als een klooster heeft een theatergebouw ruimtes die in elk van dit soort gebouwen te vinden is. Een zaal, tribune, kleedruimte, foyer, hal etcetera. Hierdoor is het concept verplaatsbaar. De voorstelling begint niet in het theater, maar daarbuiten. Je kijkt tegen de gevel van het gebouw aan. Door interventies te plegen in- en rond het gebouw maakt het publiek een reis vanaf de buitenkant van het theater tot diep in het hart van het gebouw. WERKWIJZE EN PRODUCTIE Dit project wordt in eerste instantie opgestart door Lieke Benders in samenwerking met de beoogde kunstenaar. Middels een aantal onderzoekssessies krijgt het transformatieplan zijn definitieve vorm. Gedurende vier weken wordt er aan de transformatie van de locatie gewerkt. Dit zal in eerste instantie vanuit het decoratelier gebeuren. In de laatste week wordt het theater van buitenuit getransformeerd. Lieke Benders repeteert met twee acteurs gedurende vier weken. Dit laatste proces met de acteurs kan over een langere periode worden onderverdeeld in een aantal deelrepetities, deels buiten en deels op locatie. COMPLEXITEIT Het werken en uitvoeren op locatie, met name op productioneel vlak, brengt een hoger kostenplaatje met zich mee. Hierdoor gaan we bij de berekening uit van basisbedrag 2. VERKOOP, PLANNING EN BEOOGD SPEELPLAN Dit project zal in het najaar van 2014 te zien zijn in vier theaters, de zogeheten trouwe speelhaarden, gedurende drie tot vijf dagen op een rij. Dit biedt de mogelijkheid voor theaters om een specifiek publiek aan te trekken en samen met de maker een specifieke verdieping in het aanbod aan te brengen. Dit zorgt voor een stevige en herkenbare plaats in het veld. Theaters die de afgelopen jaren Hoge Fronten / Lieke Benders consequent hebben gevolgd zijn o.a: Theater aan het Vrijthof (Maastricht), Parkstad Limburg Theaters (Heerlen), De NWE Vorst (Tilburg), Schouwburg Kunstmin (Dordrecht), Cultuurcentrum Hasselt (BE). Deze voorstelling wordt tevens aangeboden in het kader van een festival of als opening van het nieuwe theaterseizoen. DOELGROEP EN SPECIFIEKE MARKETING Vast en nieuw theaterpubliek. Het theatergebouw wordt aan de buitenzijde getransformeerd. Gedurende één week is het getransformeerde theater een letterlijke aandachtstrekker en tevens uithangbord. C. Toelichting op de begroting, dekkingsplan en kengetallen Hoge Fronten is voornemens in 2013 en 2014 – met het idee deze lijn ook naar 2015 en 2016 door te zetten – per jaar twee producties voor het kleine circuit tot uitvoering te brengen. Lieke Benders, verantwoordelijk voor de artistieke signatuur, richt zich daarbij duidelijk op locatievoorstellingen. Dat is ook gelijk het uitgangspunt bij de begroting, waarbij de realisatie/uitvoering van de projecten in 2010 en 2011 budgettair als onderleggers dienen. De totale begroting komt op een bedrag van €287.250,- op jaarbasis. Uitgangspunten Gluren: 1. Speelperiode van 8 voorstellingsdagen: 2 try-outs, 1 première en minimaal vijf speeldagen. 2. Herhaling in twee andere speelsteden (Nederland en België): 1 try-out, 1 première en minimaal vier speeldagen. 3. 30 voorstellingen als rekenbasis; aantal betalende bezoekers 50 per voorstelling.
10
4. Op basis van uitkoopsommen. In mindere mate partage/garantie. 5. Dit project vraagt veel inzet op persbenadering en marketing/kaartverkoop. Daarom extra daarvoor begroot (voor elke speelstad ongeveer gelijk). 6. Naast personele inzet voor regie, productieleiding, marketing, decorontwerp, techniek etc. is in het project rekening gehouden met 1 acteur en per locatie stagiaires. Uitgangspunten NIET WIET WEL NEL: 1. Reprisetournee familievoorstelling (6+): speelperiode oktober/november, 14 vrije voorstellingen. 2. Daarnaast 20 schoolvoorstellingen waarvoor geen bijdrage wordt gevraagd. 3. Op basis van uitkoopsommen. 4. Locatie is het kleine zalen circuit, gemiddeld 150 bezoekers per voorstelling. 5. Naast personele inzet voor regie, productieleiding, marketing, decorontwerp, techniek etc. wordt deze tournee met 4 acteurs gespeeld. Uitgangspunten Rotgod: 1. Familievoorstelling (8+): initiële reeks op basis van 2 try-outs, 1 première en 5 voorstellingen 3. Vervolgens tournee langs 4 of 5 andere speelsteden/festivals, met een seriebespeling van telkens 4 à 5 voorstellingen; totaal 20 reisvoorstellingen. 4. Locatie is kerk, met bezoekerscapaciteit tussen 150 en 250 bezoekers. 5. Combinatie uitkoopsommen en garantie/partage. 6. Naast personele inzet voor regie, productieleiding, marketing, decorontwerp, techniek etc. is in het project rekening gehouden met 3 a 4 acteurs, kostuumontwerp, stagiaires, tekstschrijver, muzikant. Uitgangspunten Theater als locatie: 1. Project op locatie bij drie vlakke vloer theaters. 2. Startbespeling met 2 try-outs, 1 première en speelweek van 5 voorstellingen. 3. Vervolgens twee vervolgbespelingen op twee andere locaties; 4 voorstellingen per stad, 500 bezoekers per serie. Voor deze vervolgbespelingen wordt geen bijdrage bij het Fonds aangevraagd. 4. Naast personele inzet voor regie, productieleiding, marketing, decorontwerp, techniek etc. wordt deze tournee met twee acteurs gespeeld en is er in de voorbereiding een kunstenaar bij betrokken. De beheerkosten zijn 13,2% van de totale begroting. Dat komt door goedkope huisvesting in de speciaal daartoe ingerichte creatieve setting van AINSI (zie ook in plan beschreven), het werken met flexibele zelfstandigen/freelancers en daardoor de lagere administratieve kosten waaronder o.a. verloning, verzekeringen. Ten opzichte van 2011 is dat een lichte verhoging. Dat heeft er met name mee te maken dat de organisatie aan het begin van 2011 nog niet volledig was ingevuld. De activiteitenlasten personeel (totaal 51,9%) worden gevormd door de inzet van het vaste kernteam van algemene en artistieke leiding, zakelijke ondersteuning, marketing, project coördinatie en decor-vormgeving. Dit zijn geen arbeidscontracten maar zelfstandigen en freelancers. Per productie wordt vervolgens gekeken welke aanvullende disciplines nodig zijn (lichtontwerp, acteurs, musici, technici e.d.). Voor het merendeel betreft het ook hier zelfstandigen of freelancers. In 2013 en 2014 verwachten we bij slechts twee producties daadwerkelijke gedeeltelijk arbeidsovereenkomsten te moeten afsluiten. Deze zijn terug te vinden in het online formulier. (Overeenkomstig was dit voor 2010 en 2011 ook het geval). Daarnaast is er een gemiddelde inzet wat betreft zelfstandigen en freelancers. Voor de vaste kern is dat: artistieke- en algemene leiding: 0,7 fte; zakelijke ondersteuning: 0,3 fte; productionele coördinatie: 0,3 fte; vormgeving/decor/techniek: 0,7 fte.
11
Daarnaast niet-uitvoerend 1,2 fte en uitvoerend 1,3 fte. Dat is inclusief respectievelijk 0,5 fte en 0,6 fte middels tijdelijke arbeidsovereenkomst. Bewezen praktijk en artistieke rijping stuwen de ambitie om het beeldend theater van Lieke Benders in Nederland en België meer bekendheid (en publiek!) te geven. Stichting Hoge Fronten vraagt in de meerjaren-aanvraag 2013-2016 aan het Fonds Podiumkunsten €234.000,- voor de periode 2013-2014; €117.000,- per jaar. Deze is hoger dan de voor 2011-2012 toegezegde bijdrage, maar in verhouding tot datgene dat we willen realiseren ligt het in dezelfde lijn. Waar het in 2011-2012 twee nieuwe voorstellingen, een reprisetournee en een onderzoek betrof, worden het in 2013-2014 drie nieuwe voorstellingen en een reprisetournee. Erkenning en medefinanciering vanuit het Fonds Podiumkunsten ondersteunt deze ambitie. Conform de rekenregels komt het aandeel Fonds Podiumkunsten-financiering uit op 40,7%. Uitgangspunt van de aanvraag is basisbedrag 2, Kleine Circuit. Dit vanwege de complexiteit van de locatietheater (vinden van geschikte locaties, het locatieklaar maken, hogere voorbereidingskosten, extra publieksbegeleiding, hogere productiekosten). De bijdrage van het Fonds voor 2013-2014 is berekend op in totaal 78 voorstellingen. Daarnaast spelen we nog 20 schoolvoorstellingen van de reprise NIET WIET WEL NEL en 6 locatievoorstellingen van Theater als locatie. De publieksinkomsten zijn begroot op 19,2%. Gegeven de kleine schaal van de theaterprojecten, is de potentie voor inkomsten uit kaartverkoop bescheiden. Niettemin is het bedrag van €55.150,- per jaar (19,2% van de begroting) een taakstelling die we graag aangaan. Het spoort aan tot actieve en inventieve marketing. Het verwerven van coproductiegelden, particuliere fondsen en sponsorgeld is cruciaal in de financieringsmix. Een aandeel van 21% achten we, zeker in deze tijd, een substantiële taakstelling voor een jonge theatermaker met beperkte naamsbekendheid. Daarom zijn de overige inkomsten als volgt: Sponsorinkomsten: 1,8% Overige inkomsten/coproductiebijdragen: 10,0% Indirecte opbrengsten: 0,5% Overige bijdragen private middelen: 8,6% Wat betreft sponsoring willen wij creatief inzetten om bijvoorbeeld via coproducenten of toeleveranciers materialen en inzet in natura geleverd te krijgen. Hoge Fronten stoelt daar vanwege de relatief jonge bestaansgeschiedenis niet op gelijksoortige gegevens uit het verleden maar ziet bijvoorbeeld naar aanleiding van de ervaring met TODOS op Wintervuur (januari jl. waar we €6000,- productionele inzet in natura hebben ontvangen) reële mogelijkheden. Bij indirecte inkomsten denken wij aan kleine horeca-opbrengst, merchandise, opbrengst educatieve activiteiten. Hoewel kleinschalig, maar ergens moet de opstart liggen. Voor overige inkomsten zijn er – met intentie toegezegde - coproductiebijdragen voor Gluren en NWWN (van o.m. Cultura Nova en tmg LAP). Verder denken we bij het Lirafonds een bijdrage te kunnen vragen in de ontwikkeling van de tekst voor Rotgod en aanvragen in te dienen voor respectievelijk Gluren, Rotgod en Theater als locatie bij fondsen als VSB Fonds (Gluren, Rotgod), Stichting Edmond Hustinxs (Theater als locatie), Stichting Elisabeth Strouven (Rotgod) en de Bank Nederlandse Gemeenten (Gluren). Wat betreft de ondersteuning van Provincie Limburg en Gemeente Maastricht hebben wij een mondelinge toezegging dat ze de intentie hebben Hoge Fronten in te toekomst financieel te blijven onderteunen i.e. een plek te geven in het regionale kunstenlandschap. Derhalve zijn in de begroting subsidiebijdragen opgenomen van respectievelijk €30.000,- per jaar (10,4%) en €25.000,- (8,7%) per jaar. Wij denken deze aangegeven bedragen haalbaar zijn.
12
De hechte band van Lieke Benders en haar werk met Zuid-Nederland onderbouwt de aanvraag van subsidies aan de Provincie Limburg en de Gemeente Maastricht (samen 19%). Ten opzichte van de begroting in het lopende (en eerste) 2-jarenplan 2011-2012 laat deze mix de volgende ontwikkeling zien: • De publieksinkomsten bedragen 19,2%. In 2011 37% (verschil: gunstige opbrengst t.o.v. kosten reprisetournee heimzee in 2011 en vergote inzet 20132014 op fondswerving en sponsoring) • Overige inkomsten en private middelen bedragen 20,9%. In 2011 was dit 10,6%. • Beheerlasten bedragen 13%. In 2011 was dit 9%. • De personeelslasten bedragen 52,4%. In 2011 was dit 55,1%.
13