1
FUNCTIEPROFIEL TEAMVERANTWOORDELIJKE INHOUDELIJK - PEDAGOGISCH DEEL 1: CONTEXT, DOEL EN OPDRACHTEN 1. Plaats in de organisatie De teamverantwoordelijke rapporteert rechtsreeks aan de pedagogisch directeur. Hij/zij voert zijn/haar opdrachten uit in overleg met het stafteam en overeenkomstig de richtlijnen door het directieteam bepaald. De teamverantwoordelijke heeft een brugfunctie tussen het beleid en de medewerkers. 2. Functiedoel De teamverantwoordelijke staat in voor het sturen, coachen en versterken van de pedagogische medewerkers in hun kerntaak, zowel op individueel vlak als in team. Hij/zij geeft de missie/visie binnen de organisatie mee gestalte en draagt deze mee uit naar medewerkers, doelgroepen en derden. 3. Opdrachten en verantwoordelijkheden 3.1. -
3.2.
Beleidsmatige taken Meedenken over en geven van advies over beleid en de uitvoering daarvan; Mee ontwikkelen of veranderen van nieuwe of bestaande procedures ten aanzien van hulp- en dienstverlening; Implementeren en uitvoeren van het beleid binnen de vastgestelde kwantitatieve en kwalitatieve kaders; Actieve vertegenwoordiging in (ad hoc) werkgroepen intern en extern; Waarmaken van de brugfunctie tussen beleid en medewerkers; Volgen van nieuwe ontwikkelingen en tendensen inzake hulp- en dienstverlening, groepsdynamica, individuele en groepscoaching en zorgen voor transfer en follow-up in team; Signaleren van hiaten en knelpunten op niveau van hulp- en dienstverlening. Coachen en sturen
Gericht op het individu: -
Stimuleren en ondersteunen van de inhoudelijke ontwikkeling van de teamleden; Aansturen en opvolgen van het functioneren van de teamleden; Inwerken van nieuwe medewerkers uit het eigen team; Voeren van functioneringsgesprekken met eigen teamleden; Opvolgen van de uitvoering van de begeleidingsopdracht van eigen teamleden; Steekproefsgewijs controleren van de uitvoering van de begeleidingsopdracht; Inschatten van vormingsbehoefte van de medewerker.
FUNCTIEPROFIEL TEAMVERANTWOORDELIJKE PEDAGOGISCH
VERSIE 1
2 Gericht op het team: 3.3. 3.4. 3.5. -
3.6. 3.7. -
Procesmatig en inhoudelijk begeleiden en aansturen van het team; Aansturen van medewerkers in kader van sensibilisering en werving. Organiseren en realiseren van de hulp en dienstverlening Actieve deelname aan het begeleidingswerk en bij bijzonderheden beslissingen/maatregelen nemen; Coördineren van de planning de uitvoering van de hulp- en dienstverlening. Kwaliteitszorg Toezien op de geleverde kwaliteit van de hulp- en dienstverlening; Klachten van gebruikers en pleegzorgers behandelen op aansturing van de directie; Een constructieve bijdrage leveren op vlak van het ontwikkelen en implementeren van het kwaliteitsbeleid; Meewerken aan de uitbouw van registratiegegevens. Communicatie en overleg Uitdragen en toelichten van de visie en het beleid van de organisatie naar medewerkers, gebruikers en pleegzorgers, verwijzers en derden. Personeelsbeleid Aanwerven van medewerkers voor eigen team, in samenwerking met directie; Voeren van aanwerving, functionerings- en evaluatiegesprekken met medewerkers van eigen team in samenwerking met directie; Opvolgen van de verlofplanning en permanentie. Specifieke opdrachten voor teamverantwoordelijke voortraject Matching voorbereiden, leiden en nazorg bieden; Systematische communicatie met toegangspoort en wachtlijst; Overleg en afstemming hebben met andere teamverantwoordelijken voortraject binnen pleegzorg Vlaanderen; Brug zijn/linken uitbouwen met andere teams (wervingsgroep, intaketeam, selectieteam, begeleidingsteams).
FUNCTIEPROFIEL TEAMVERANTWOORDELIJKE PEDAGOGISCH
VERSIE 1
3 DEEL 2: COMPETENTIEPROFIEL 4. Gedragscompetenties 4.1.
Kerncompetenties
Kwaliteitsgerichtheid Met de beschikbare middelen de best mogelijke kwaliteit bereiken en in stand houden door haalbare eisen te stellen aan het resultaat van opdrachten, diensten, van zichzelf en van anderen. Niveau 3: Laat anderen evolueren naar meer kwaliteitsbewustzijn -
Staat in voor het opstellen en uitvoeren van actieplannen ter bevordering van de kwaliteit van de dienstverlening. Staat in voor de voorlichting met betrekking tot kwaliteitszorg. Moedigt werk van hoge kwaliteit aan. Controleert op regelmatige basis of het beoogde kwaliteitsniveau van de dienstverlening behaald wordt. Geeft opbouwende feedback aangaande handelingen die met een lagere kwaliteit zijn uitgevoerd.
Cliëntgerichtheid Het onderzoeken van, het anticiperen op en het handelen naar noden van de interne en externe cliënt, met een hoge prioriteit voor dienstverlening en cliënttevredenheid. Niveau 3: Optimaliseert de eigen dienstverlening -
Gaat zelf kritisch na op welke punten de eigen dienstverlening aan de cliënten kan worden verbeterd. Onderzoekt gericht de noden en verwachtingen van cliënten. Formuleert concrete voorstellen met betrekking tot het verbeteren van de eigen dienstverlening. Neemt concrete acties naar aanleiding van specifieke feedback van cliënten. Zet nieuwe mogelijkheden op vlak van dienstverlening meteen om in praktijk. Onderneemt acties om de dienstverlening aan specifieke doelgroepen te optimaliseren, rekening houdend met hun specifieke behoeften (vb. beperking, allochtonen, …)
Samenwerken Het bijdragen aan een gezamenlijk resultaat, ook wanneer er geen rechtstreeks eigen belang is, en zich coöperatief opstellen en inzetten om gezamenlijke doelstellingen te bereiken.
FUNCTIEPROFIEL TEAMVERANTWOORDELIJKE PEDAGOGISCH
VERSIE 1
4 Niveau 3: Stimuleert de samenwerking binnen de eigen dienst -
Formuleert ideeën om het gezamenlijke resultaat te verbeteren. Moedigt anderen aan om samen te werken, hun ideeën te uiten en onderling van gedachten te wisselen. Zoekt actief naar samenwerking met anderen, stuurt gericht aan op gemeenschappelijke belangen en communiceert intensief om tot afspraken en resultaten te komen. Bevordert de goede verstandhouding, de teamgeest en het respect voor de verscheidenheid van mensen. Betrekt anderen bij het nemen van beslissingen die op hen een impact hebben, creëert hiervoor een draagvlak. Zorgt ervoor dat het te behalen resultaat wordt ervaren als een gezamenlijke verantwoordelijkheid.
Mondelinge en Schriftelijke Communicatie Het in een begrijpelijke taal overbrengen, hetzij schriftelijk, hetzij mondeling, van ideeën en meningen aan anderen. Het aanpassen van taal en terminologie aan het doelpubliek, de specifieke vraagstelling en de situatie. Niveau 3: Zorgt voor een heldere communicatie in twee richtingen -
Communiceert op een authentieke en eenduidige wijze. Richt zich tot zijn gesprekspartner en gaat regelmatig na of de boodschap door de andere correct begrepen is. Biedt de gesprekspartner de mogelijkheid om vragen te stellen. Geeft de gesprekspartner ruimte om zich te uiten en laat hem uitspreken. Past de communicatiewijze aan de mogelijkheden van de gesprekspartner aan. Stelt eenduidig leesbare documenten op, beknopt, gestructureerd en to-the-point; gebruikt een attractieve schrijfstijl.
Verantwoordelijkheidszin Zich op een plichtsbewuste manier engageren om zijn takenpakket te realiseren en de gemaakte afspraken na te komen. Hierin handelen op een integere, zorgvuldige, objectieve en transparante wijze, uitgaande van de basisregels van de sociale en ethische normen. Niveau 3: Schept randvoorwaarden en levert de nodige bijdragen om vooropgestelde doelstellingen op een deontologisch correcte wijze te bereiken -
4.2.
Vertoont voorbeeldgedrag rond sociale en ethische normen en in het omgaan met diversiteit en spreekt anderen erop aan als ze hiervan afwijken. Zorgt ervoor dat iedereen in de dienst op de hoogte is van de verwachte gedragsnormen door het onderwerp actueel te houden. Zorgt voor een transparante structuur van de dienst. Zet alles in het werk om het vooropgestelde doel op een deontologische en kwalitatieve wijze te bereiken. Is zich bewust van het effect op anderen en de organisatie wanneer hij het vooropgestelde doel niet bereikt. Specifieke competenties
FUNCTIEPROFIEL TEAMVERANTWOORDELIJKE PEDAGOGISCH
VERSIE 1
5 Besluitvaardigheid Zich eenduidig uitspreken over een bepaald standpunt of over een bepaalde actie. Op doordachte wijze keuzes maken, knopen doorhakken en gemaakte beslissingen uitdragen. Niveau 3: Creëert een draagvlak voor beslissingen en toont zich vasthoudend -
Betrekt collega’s actief bij besluitvorming, vraagt terugkoppeling en streeft naar een draagvlak voor te maken keuzes. Neemt op consequente en transparante wijze een beslissing. Durft berekende risico’s nemen en neemt ook onder druk een eenduidige beslissing. Blijft stevig achter genomen beslissingen staan en betrekt anderen bij de uitvoering ervan.
Coachen Initiatieven nemen om medewerkers te ondersteunen in hun professionele en/of persoonlijke groei. Niveau 3: Exploreert nieuwe ontwikkelingsmogelijkheden en neemt verantwoordelijkheid voor het leren op organisatieniveau -
Hanteert op authentieke wijze de gepaste coachingstechnieken, afhankelijk van de medewerker, de doelstellingen en de zich voordoende situatie. Speelt in op de talenten en de ontwikkelings- en opleidingsbehoeften van medewerkers in het licht van de noden van de organisatie. Creëert een open en lerende organisatiecultuur waarin medewerkers op een open en constructieve wijze communiceren en elkaar feedback geven. Faciliteert kennisoverdracht binnen de organisatie.
Emotionele Draagkracht Efficiënt gedrag vertonen in situaties met verhoogde complexiteit, tijds- of werkdruk of bij tegenslag, teleurstelling of kritiek. Niveau 3:
-
Blijft kalm en rustig in complexe situaties waarin men wordt geconfronteerd met een langdurige of regelmatig wederkerende druk of met crisissituaties die de eigen opdracht overstijgen.
Blijft in moeilijke werkomstandigheden hoofd- en bijzaken onderscheiden. Presteert goed in situaties waarin er sprake is van langdurige of zich herhalende hoge tijdsdruk, tegenslag en complicaties. Blijft zich onder grote tijdsdruk open stellen voor meningen of opmerkingen van anderen. Blijft in situaties van grote druk en weerstand zoeken naar een aangepaste stijl en aanpak om de vooropgestelde doelstellingen alsnog te kunnen realiseren.
Innovatief vermogen Vernieuwend denken en handelen; openstaan voor kansen en mogelijkheden en deze zien op vlak van de vernieuwing van werkwijzen en/of dienstverlening. FUNCTIEPROFIEL TEAMVERANTWOORDELIJKE PEDAGOGISCH
VERSIE 1
6 Niveau 3: Werkt actief mee aan het verbeteren van de dienst(verlening) -
Benut informatie afkomstig uit andere vakgebieden om de eigen aanpak en werking te optimaliseren. Houdt de impact van nieuwe processen, technieken en methodes in andere vakgebieden op de eigen werking voor ogen. Stuurt de eigen werking proactief bij in functie van wijzigingen op het niveau van de dienst. Zoekt actief naar mogelijke verbeteringen die de eigen functie en het eigen takenpakket overstijgen. Blijft zichzelf voortdurend ontwikkelen in functie van de dienstverlening.
Leiderschap Het aansturen, ontwikkelen en motiveren van medewerkers zodat ze hun doelstellingen en die van de organisatie op een correcte manier kunnen realiseren, zowel individueel als in teamverband. Niveau 2: Geeft leiding door het creëren, ondersteunen of bijsturen van processen en structuren -
Schept duidelijkheid omtrent de taken, rollen en verantwoordelijkheden van de verschillende teamleden. Zorgt voor het efficiënt inzetten van beschikbare mensen en middelen in functie van de gezamenlijke doelstellingen. Bevordert de inzetbaarheid van medewerkers en voorziet in dit kader organisatorische randvoorwaarden voor het ontwikkelen van medewerkers. Laat de nodige ruimte voor inspraak en betrokkenheid van medewerkers en voorziet in mogelijkheden voor communicatie en overleg binnen het team en stimuleert het gebruik hiervan. Stuurt, indien nodig, processen en structuren bij om de efficiëntie van de werking en/of de kwaliteit van de dienstverlening te verhogen. Heeft oog voor processen die remmend of faciliterend kunnen inspelen op de diversiteit binnen een team en neemt in dit kader een positief stimulerende en ondersteunende houding aan.
Procesmatig handelen Toezien op en proactief bijsturen van werkzaamheden en processen ten behoeve van een goede afwikkeling van deze. Niveau 3: Anticipeert op en verbetert processen -
Is in staat afstand te nemen van de dagelijkse praktijk en het totaaloverzicht over de verschillende processen te bewaren. Voelt zich verantwoordelijk voor het behaalde resultaat, hanteert een langetermijnplanning. Anticipeert op toekomstige proceswendingen en op mogelijke belemmeringen in de voortgang van processen. Blijft voortdurend naar verbetering van processen streven en bedenkt oplossingen voor mogelijke belemmeringen in de voortgang van processen.
5. Vaktechnische competenties FUNCTIEPROFIEL TEAMVERANTWOORDELIJKE PEDAGOGISCH
VERSIE 1
7 5.1.
Diploma
Bachelor/master in de sociaal pedagogische wetenschappen 5.2.
Ervaring
Minimaal 5 jaar ervaring 6. Werkomstandigheden -
Minimaal 80% jobtijd Meedraaien in permanentiesystemen buiten de kantooruren i.f.v. de gebruikers en pleegzorgers binnen de organisatie
FUNCTIEPROFIEL TEAMVERANTWOORDELIJKE PEDAGOGISCH
VERSIE 1