Algemeen Pedagogisch Plan
Oktober 2014
Algemeen pedagogisch beleidsplan
2014
Inhoudsopgave Voorwoord 1 Visie Ester Gelsing Kinderopvang AllesKIDS 1.1 Werkwijze
2 3 4 5
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
6 6 6 7 8 10
Sociaal emotionele veiligheid Visie op sociaal emotionele veiligheid Hoe werken wij aan emotionele veiligheid De rol van de pedagogisch medewerkster Indeling van de groepen Wennen in de groep
3 Ontwikkelen van de competenties 3.1 Visie op het ontwikkelen van sociale competenties 3.2 Visie op het ontwikkelen van persoonlijke competenties 3.3 Aandachtsvelden in de ontwikkeling van kinderen
11 11 11 12
4 De overdracht van waarden en normen 4.1 Corrigeren en stimuleren 4.2 Conflicthantering
14 15 15
5 Voedingsaangelegenheden 5.1 Voeding kinderopvang 5.2 Voeding Peuterspelgroep 5.3 Voeding Buitenschoolse opvang
15 15 16 16
6 Samenwerking met ouders 6.1 Breng en haalmomenten 6.2 Oudergesprek 6.3 Oudercommissie 6.4 Ouderavonden 6.5 Beleid t.a.v. extra dagdelen
16 16 16 17 17 17
7 Overige zaken 7.1 Van pedagogisch beleidsplan naar pedagogisch werkplan 7.2 Klachten 7.3 Veiligheid en hygiëne 7.4 Beleid potentiële dreiging van buitenaf 7.5 Vier ogenprincipe 7.6 Ondersteuning beroepskrachten 7.7 Speel en ontspanningsmogelijkheden 7.8 Toezicht 7.9 Brandveiligheid en EHBO 7.10 Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld 7.11 Evaluatie en bijstelling pedagogisch beleidsplan
17 17 17 17 18 19 19 19 19 20 20 20
Voorwoord Dit handboek heeft betrekking op de visie op kinderopvang van Ester Gelsing Kinderopvang. Het doel van dit handboek voor de kinderopvang is om duidelijk en overzichtelijk te beschrijven wat de visie en werkwijze van Ester Gelsing Kinderopvang is. Iedere medewerkster is uniek en krijgt de ruimte haar eigen liefde, aandacht en creativiteit aan kinderen te geven. Maar zij werkt wel vanuit een vaste pedagogische aanpak. In dit plan leest u de basis van onze aanpak.
2
Algemeen pedagogisch beleidsplan
2014
Een beleidsplan is een “papieren waarheid”. Wij kunnen het nog zo mooi omschrijven, maar het gaat erom hoe wij in de praktijk met liefde, enthousiasme en deskundigheid kinderen begeleiden en een veilige, stabiele basis bieden voor hun ontwikkeling. AllesKIDS zet zich in voor het zich ontwikkelende kind. Door middel van het scheppen van een uitdagende omgeving en allerlei soorten speel-leer momenten, willen we tegemoet komen aan de natuurlijke behoefte van ieder kind zich te willen ontwikkelen. We doen dit door de zogenoemde BETA- aanpak. Deze staat voor B – Breng de kern of essentie onder de aandacht E – Even ermee spelen (bij kinderen, álles spelenderwijs) T – Toetsen op begrip (herhalen wordt bij kinderen veelvuldig gedaan) A – Aanvullen en verdiepen met details Hierbij wordt uitgegaan van het individuele kind, de belangstellingssfeer, de belevingswereld van het kind en zijn eigen creativiteit. Op spontane wijze wordt hier vorm aan gegeven in een aantrekkelijke omgeving, van licht, ruimte en uitdagend materiaal. We willen graag dat het kind zich veilig voelt, gekend en dat het uitgedaagd wordt, zich op een prettige, zelfvertrouwen gevende manier zich ontwikkeld. Soms zal dit op initiatief van het kind gebeuren, soms op initiatief van de pedagogisch medewerkster. Ester Gelsing Kinderopvang wil voor het kind in ontwikkeling een periode in zijn/haar leven zijn, waar leven = spelen = ontwikkelen en vooral plezier maken centraal staat. Iedere medewerker van de desbetreffende Kinderopvang locatie is in bezit van een exemplaar, en onderschrijft en werkt volgens de visie van Ester Gelsing Kinderopvang. Ester Gelsing beheert het handboek en zorgt voor evt. aanvullingen/ wijzigingen.
3
Algemeen pedagogisch beleidsplan
2014
1. Visie Ester Gelsing Kinderopvang De optimale ontplooiing voor kinderen van 0 t/m 12 jaar is het doel van Ester Gelsing Kinderopvang, onder het motto Leven = Spelen = Ontwikkelen/ontplooien. We creëren samen met de kinderen een sturende en continu wisselende en prikkelende leefomgeving. We proberen door het wisselende aanbod van activiteiten en onze manier van werken te achterhalen waar het individuele kind staat met zijn ontwikkeling en waar zijn interesses en talenten liggen. Ester Gelsing Kinderopvang is een leefomgeving waarin de kinderen: zich lekker, veilig, thuis en gehoord voelen ruimte krijgen voor eigen keuzes worden uitgedaagd om zich te ontplooien worden gestimuleerd om samen verantwoordelijk te zijn voor de omgeving Dat geldt voor alle kinderen vanaf 0 jaar. Immers de wil om te leren is kinderen aangeboren, ze vinden het leuk. Al vanaf de geboorte willen ze nieuwe dingen leren en ontdekken. Doen dit vaak uit zichzelf en proberen steeds weer nieuwe dingen uit, ook al lukt het niet meteen. Hierin speelt Ester Gelsing Kinderopvang optimaal in door: uiteenlopend materiaal te gebruiken het materiaal te laten gebruiken, te laten onderzoeken en ermee te laten spelen zoals zij dat willen hun eigen doel te laten stellen, zelf bepalen waarmee ze spelen en wat ze gaan doen te laten ervaren wat ze aan het doen zijn en hebben gedaan te laten ondersteunen door pedagogisch medewerkers
Voorwaarde is een veilige, uitdagende en stimulerende omgeving. Waarborg is de professionaliteit van de leiding.
Gebruikte middelen daarvoor kunnen zijn: - ingaan op het nieuwsgierige - aanmoedigen tot emotionele vrijheid - zelfvertrouwen geven door o.a. zelfbevestiging, beloning - aandacht voor ieder kind in communicatie en taal - samen spelen en samen werken stimuleren - actief zijn en initiatieven belonen - voorstellingsvermogen en creativiteit (en vormgeving) bevorderen - bevorderen sociale vaardigheden - wereldverkenning, symbolen, tekens en betekenissen begrijpen, en toepassen - aandacht voor motorische ontwikkeling - aandacht voor zelfsturing en zelfreflectie - onderzoeken, redeneren en problemen oplossen
1.1
Werkwijze
4
Algemeen pedagogisch beleidsplan
2014
Ester Gelsing Kinderopvang werkt met Startblokken. Startblokken van Basisontwikkeling is het onderwijs pedagogisch werkplan om de opvoedings- en onderwijspraktijk in peuterspeelzalen, kinderopvang e de onderbouw van scholen helpen te verbeteren. Deze visie ziet een brede ontwikkeling van kinderen als hoofddoel. Voor jonge kinderen biedt spel binnen interessante thema’s, optimale mogelijkheden voor ontwikkeling en leren. Ontwikkeling van spel gaat samen met ontwikkeling van taal, ontwikkeling van denken, sociaal gedrag en persoonlijke competenties. Veel aandacht gaat dan ook uit naar spelactiviteiten, zoals bewegingsspel, manipulerend spel, rollenspel, constructief spel en naar activiteiten met verhalen, boeken en teksten. Thema’s of gemeenschappelijke onderwerpen zorgen voor samenhang. Startblokken staat aan de start van de ontwikkeling van de allerjongsten; peuters en jongste kleuters. Het aandeel van de Pedagogisch Medewerksters staat centraal in de ontwikkelingsgerichte pedagogiek. Zij zorgen ervoor dat de activiteiten tot ontwikkeling en leren leiden. De meeste Pedagogisch Medewerksters van Ester Gelsing Kinderopvang zijn Startblokken geschoold.
De Kinderen werken van binnenuit de cirkel en maken hun cirkel qua ontwikkeling steeds groter. Als een kind emotioneel vrij is, zelfvertrouwen heeft en nieuwsgierig is zal het open staan voor verdere ontplooiing.
5
Algemeen pedagogisch beleidsplan
2014
2. Sociaal- emotionele veiligheid 2.1 Visie op sociaal-emotionele veiligheid Een veilige vertrouwde omgeving is de eerste voorwaarde voor kinderen om zich te kunnen ontwikkelen, elkaar te ontmoeten en om vrij te kunnen spelen. In de eerste levensjaren van een kind wordt de basis gelegd voor de verdere ontwikkeling. Wij willen, samen met de ouders, werken aan een sociaal emotioneel veilige basis, van waaruit kinderen zelfvertrouwen en eigenwaarde kunnen ontwikkelen. Alleen vanuit een veilige, vertrouwde basis kan een kind een vertrouwensrelatie aangaan met andere kinderen en met volwassenen. 2.2 Hoe werken wij aan sociaal-emotionele veiligheid? Ester Gelsing Kinderopvang biedt een structuur voor een dagritme, die het kind een gevoel van emotionele veiligheid geeft. Hiermee krijgt het kind grip op wat er te verwachten en te gebeuren staat. Binnen deze structuur wordt veel vrijheid gegeven aan de spontaniteit van de kinderen, eigen initiatieven, en activiteiten. Emotionele veiligheid wordt gewaarborgd door (dag)ritme waarin verwerkt: - regelmaat, - structuur, - hygiënische zorg en aandacht - openheid in communicatie naar de kinderen en onderling binnen het team - aandacht voor ieder kind, - respect voor ieder kind, - acceptatie van ieder kind door de leiding, door zichzelf, en binnen de groep van de kinderopvang. - plezier maken Dit dagritme wordt voor ieder kind duidelijk aangegeven met tekens, zowel visueel, auditief, en kinesthetisch voor: - eten, fruit eten - slapen, - begeleid spelen, - zelfstandig spelen, - buiten spelen - creatieve verwerking, - voorlezen - muziek maken - overleg moment - uitstapje, etc. Deze tekens worden gezien als hulpmiddelen om het kind zelfstandig te laten zijn, en structuur aan te bieden bij een dagritme. Dit kan visueel, d.m.v. een “bordje” met tekening bijvoorbeeld, maar ook auditief, met een muziekje of ander middel gebruikt worden om de kinderen bij elkaar te krijgen. Ook krijgt ieder kind een “plek(je)” binnen een eigen verantwoordelijkheid, die past bij de leeftijd, en bij het kind. Bijv. helpen de tafel te dekken. Deze verantwoordelijkheden kunnen van tijd tot tijd opnieuw verdeeld worden.
6
Algemeen pedagogisch beleidsplan
2014
De omgeving van de kinderen is ruim en vrolijk, het aanwezige materiaal is op een vaste plek te vinden. Ook dit geeft een kind controle over de omgeving, en werkt mee aan emotionele veiligheid. De groepsruimte is overzichtelijk, ieder kind wordt gezien. Ester Gelsing Kinderopvang is een kleinschalige vorm van kinderopvang. Op deze manier komen de kinderen volledig tot hun recht. De groepen (stamgroepen/basisgroepen) hebben een gezinsvorm. Vanuit deze stamgroepen kunnen kinderen bijvoorbeeld tijdens activiteiten, een bezoekje brengen aan de andere groep, elkaar “kruisen en bestuiven”. Je kunt dan denken aan bijvoorbeeld een voorleesoma die bij een groep komt voorlezen en kinderen van andere groepen daarbij aansluiten. Of dat er in een extra groepsruimte, voor kinderen een extra activiteit wordt georganiseerd en er dus kinderen van andere groepen bij elkaar aansluiten. 2.3 De rol van de pedagogisch medewerkster Bejegening en communicatie De benadering van de pedagogisch medewerksters is van grote invloed op de sociaalemotionele ontwikkeling van het individuele kind, maar ook van de groep als geheel. Wij benaderen de kinderen vanuit een respectvolle en gelijkwaardige houding. Wij communiceren open met de kinderen. Dit doen we mede door actief naar hen te luisteren. Actief luisteren, wil zeggen dat we open reageren, het kind laten weten dat we hebben begrepen wat er wordt gezegd en inspelen op suggesties en ideeën van de kinderen. Kinderen kunnen met veel vragen en/of zorgen rondlopen. In de buitenschoolse opvang is er voor kinderen de ruimte om individueel met een pedagogisch medewerkster te praten. Pedagogisch medewerksters laten kinderen weten, maar ook voelen dat ze bij hun terecht kunnen. Evenzo belangrijk vind Ester Gelsing kinderopvang de continuïteit van de pedagogisch medewerksters. Hiermee wordt niet bedoeld dezelfde persoon, maar veel meer een consequentie in handelen en gedrag. Het kind kan zich door de leiding gekend weten, en een emotionele binding met deze personen aangaan. Dit is veilig want deze persoon/ personen “hoort/ horen” bij deze plek, en de handelwijze is bekend, en vertrouwd. Omgaan met verzorging en emoties van kinderen Bij heel kleine kinderen begint contact en aandacht rond de verzorging. Liefdevol lichamelijk contact is daarbij belangrijk. Kinderen voelen zich vertrouwd door bewuste aanraking tijdens de verzorging. Het is belangrijk om tijdens de verschoning op een zachte en rustgevende manier te praten. Na de verzorging neemt de pedagogisch medewerkster tijd voor individuele aandacht voor het kind. Kinderen worden gestimuleerd om te spelen en om mee te doen aan activiteiten. Maar er is ook ruimte voor rust, voor even niet meedoen en slapen. Wij letten hierbij op de wensen van de ouders en de behoeften van het individuele kind, maar zal daarnaast ook moeten passen binnen de mogelijkheden van de opvang. Wanneer kinderen verdriet of pijn hebben is er uiteraard ruimte voor extra aandacht. Er is ruimte om te huilen, om heel verdrietig te zijn en getroost te worden door de pedagogisch medewerkster. Bij oudere kinderen reageren wij door actief te luisteren en begrip te tonen. We proberen kinderen te laten weten dat we naast hun staan door emoties te verwoorden en door daar ruimte voor te bieden. Emoties hoeven niet onderdrukt te worden: verdriet is verdriet, pijn is pijn en daar mag bij ons ruimte voor zijn. Wij stimuleren kinderen om daar op een open manier mee om te gaan en leren hen door gesprek en voorbeeldgedrag om te gaan met emoties in plaats van het negatief af te reageren op andere kinderen en pedagogisch medewerksters.
7
Algemeen pedagogisch beleidsplan
2014
Vaste beroepskrachten Vaste pedagogisch medewerksters zijn voor kinderen herkenbaar en vertrouwd. Dit draagt bij aan een emotioneel veilig klimaat. Iedere groep heeft zijn vaste pedagogisch medewerksters op vaste dagen, die zoveel mogelijk tijdens een eventuele samenvoeging op een dag meegaan met de kinderen. Bij de samenstelling van groepen, de verdeling over dagen en de inzetbaarheid van de pedagogisch medewerksters wordt er naar gestreefd zo min mogelijk wisselingen in pedagogisch medewerksters te hebben. Alle pedagogisch medewerksters hebben een passende beroepskwalificatie conform CAO Kinderopvang. Stagiaires staan altijd boventallig. Rol en ondersteuning stagiairs Ester Gelsing Kinderopvang is een erkend leerbedrijf en is aangesloten bij Calibris. We bieden stageplaatsen aan leerlingen van de opleiding, helpende welzijn niveau 2, PW 3 /4 en HBO-ers. De stagiaires worden begeleid door een vaste pedagogisch medewerkster op de groep waarbinnen ze werkzaam is, al worden ze beoordeeld door het gehele team van de groep. Bij iedere stagiaire, ongeacht het niveau of stage ervaring, wordt bij het begin begonnen. De eerste weken bestaan voornamelijk uit observeren van de kinderen en het groepsgebeuren. Verdere taken, passend binnen hun opleiding, worden daarna bepaald en worden de werkzaamheden en verantwoordelijkheden uitgebreid. De stagiaires zijn altijd boventallig en worden ook op die manier ingezet. Ons streven in het begeleiden van stagiaires is om een fijne werkplek voor hen te creëren, waardoor ze zich op hun gemak voelen en het gevoel krijgen onderdeel te zijn van het team. Van daaruit zijn ze beter in staat te leren en zich ook lerend op te stellen. Wij richten de begeleiding in eerste instantie dan ook meer op een goede grondhouding van de stagiaires te ontwikkelen en daarna op wat ze handelingen correct uitvoeren. 2.4 Indeling van de groepen Herkenbaarheid Niet alleen vaste pedagogisch medewerksters, ook vaste groepsgenootjes dragen bij aan een gevoel van veiligheid en vertrouwdheid. Kinderen krijgen zo al heel jong de kans om op hun eigen manier relaties met andere kinderen aan te gaan. Ze ontdekken elkaar, ze spelen met elkaar, ze maken ruzie met elkaar en pedagogisch medewerksters begeleiden hen er samen weer uit te komen. Vaste groepsgenootjes betekenen ook vaste ouders die elkaar leren kennen rond breng en haalmomenten. Door met vaste groepen te werken kunnen pedagogisch medewerksters en kinderen samen iets opbouwen en ontstaat er een groepsgevoel waarin herkenbare momenten en vaste dagrituelen zijn. Een nieuw kind krijgt een ‘welkom in de groep’ en er wordt tijd genomen om binnen de groep te wennen aan de nieuwe samenstelling. Een nieuw kind wordt uitgenodigd mee te doen aan spelactiviteiten, er wordt gekeken wat de behoefte van het nieuwe kind is en kinderen die al in de groep zijn worden uitgenodigd het nieuwe kind bij spel te betrekken en te vertellen over de eigen ‘groepsrituelen’. Stamgroepen Alle kinderen binnen onze organisatie, zowel bso, kdv en psg behoren tot een basis/stamgroep We werken wel met een open deuren beleid. Dit betekent dat de kinderen gedurende de dag, activiteiten kunnen ondernemen die plaatsvinden in een andere ruimte dan de ruimte van de eigen stamgroep. Kinderen kunnen de stamgroep verlaten om de volgende redenen; *Een andere activiteit ondernemen die wordt aangeboden in een andere ruimte dan de ruimte van de stamgroep, dit om kinderen activiteiten aan te bieden die passen binnen hun mogelijkheden en hen extra te prikkelen en te stimuleren in hun ontwikkeling.
8
Algemeen pedagogisch beleidsplan
2014
*Buiten spelen *Deelnemen aan een workshop die gegeven wordt in een daarvoor bestemde ruimte. Binnen de kinderdagopvang aan de Plantage Allee zijn er 2 verticale groepen die bestaan uit 12 kinderen (2 pedagogisch medewerksters) met een uitloop naar 14 en 16 kinderen (3 pedagogisch medewerksters) Wanneer er een nieuw kind komt wordt er gekeken in welke groep het kind het beste geplaatst zou kunnen worden. Dit heeft niet alleen te maken met het kind- leidster ratio, maar ook met hoeveel kinderen er al van een bepaalde leeftijd in de groep zijn en wat dus een leuke aanvulling voor de groep en het kind zou zijn. Vanaf september 2013 is Kindcentrum het Timpaan geopend. In de BSO heeft 1 verticale basisgroep van 20 kinderen in de leeftijd van 4 tot einde basisschoolleeftijd met 2 leidsters. Wanneer we boven de 20 kinderen komen, gaat er een tweede groep open met extra personeel. In de Peuterspelgroep zijn per ochtend 14 kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar aanwezig. Er is 1 leidster per 7 kinderen aanwezig. In de kinderopvanggroep zijn per dag maximaal 16 kinderen aanwezig met 3 pedagogische medewerksters. Gezien verschillende maatschappelijke factoren en de geringe terugloop in de kinderopvang, zijn we soms genoodzaakt om groepen van het kinderdagverblijf samen te voegen. Het voordeel van kleinschaligheid is, dat het team van Pedagogisch Medewerksters bij de meeste ouders bekend zijn en de continuïteit in visie en uitvoering gewaarborgd blijft. Daarnaast worden ouders altijd van een samenvoeging op de hoogte gesteld. Verhouding tussen aanwezige kinderen en aanwezige personeelsleden De eisen ten aanzien van de getalsmatige verhoudingen tussen kinderen en leidsters moeten passen bij de hedendaagse inzichten en moeten ruimte bieden aan de gewenste flexibiliteit voor kinderen, ouders ondernemers en groepsleiding. Bij Ester Gelsing Kinderopvang is het uitgangspunt dat in alle voorkomende situaties de veiligheid en het welbevinden van de kinderen optimaal is. Per 1 september 2012 is er door de Brancheorganisatie Kinderopvang een rekentool ontwikkeld. Hierdoor is er een eenheid qua kind leidsterratio binnen de gehele kinderopvangbranche. Deze rekentool wordt gekoppeld aan ons planningssysteem.
9
Algemeen pedagogisch beleidsplan
2014
2.5 Wennen in de groep
De pedagogisch medewerksters doen er alles aan om voor de kinderen steeds weer een uitdagende omgeving te creëren waarin het kind zich vertrouwd, gehoord en prettig voelt. Maar waar ook spelenderwijs ruimte is om te leren. Uitdagen tot ontwikkeling en ontplooiing, waarin steeds wordt uitgegaan van het individuele kind: belangstelling, leefwereld, eigen creativiteit. Dit geldt voor alle vormen van opvang. Kennismaking Tijdens de eerste kennismaking met ouders wordt o.a. aandacht besteed aan: visie, werkwijze, dagritme, pedagogisch beleid, klachtenprocedure etc. We laten de ouders een indruk opdoen door een transparant beeld te geven van onze aanpak, hoe we de kinderen van meet af aan spelenderwijs de wereld te laten ontdekken vanuit het motto: leven = spelen = ontwikkelen/ontplooien.
Wenochtend kdv/psg en wenmiddag voor bso Die dag komen de ouders samen met hun kind. We beseffen dat het veelal de eerste keer is dat de ouders hun kind ‘achtergelaten’. Er is dus ook extra aandacht voor de ouders. Nadat
10
Algemeen pedagogisch beleidsplan
2014
we met de ouders informatie over het kind hebben uitgewisseld (gezinssituatie, eet-, drink en evt. slaapgewoonten, medicijngebruik, etc.) nemen zij afscheid van hun kind. Op deze dag krijgt het kind extra persoonlijke aandacht. Aan het eind van het wenmoment wordt het kind weer opgehaald en worden de ervaringen uitgewisseld. Eerste dag Ook nu krijgen de ouders weer extra aandacht en worden er nog even de relevante dingen over het kind doorgesproken. Nadat we samen de ouders hebben uitgezwaaid neemt het kind deel aan het dagritme. Aangepast op de leeftijd van het kind worden activiteiten aangeboden. Kindgerichtheid staat daarbij centraal. De pedagogisch meewerksters observeren het kind met betrekking tot o.m. gedrag in de groep, houding, actieve deelname aan spelen, eten, drinken en slapen. Er wordt ouders aangeraden om de eerste dag rustig een keer te bellen om te horen hoe het met hun kind gaat. Tijdens het ophalen krijgen ouders uitgebreid de kans vragen te stellen en vertellen we wat we die dag allemaal gedaan hebben, hoe de reactie was van hun kind en de bevindingen van de pedagogisch medewerksters. Op de groepen ligt een wenbeleid ter inzage. 3. Ontwikkelen van competenties 3.1 Visie op het ontwikkelen van sociale competenties Met sociale competentie bedoelen wij alle kennis en vaardigheden die volwassenen en kinderen nodig hebben om goed samen te kunnen leven: om met elkaar te kunnen communiceren, om samen te werken, om conflicten op te lossen, om anderen te helpen, om te begrijpen hoe een ander zich voelt, om elkaar te vertrouwen. Pedagogisch medewerksters begeleiden de kinderen hierbij. Dit kan door het voor te doen, door te stimuleren, te coachen, door te corrigeren en vooral ook door kinderen te laten zien en te ervaren wat het gevolg is van hun eigen gedrag. Bij de ontwikkeling van sociale competenties is het van belang dat er een sfeer van vertrouwen is voor de kinderen. Het gaat niet alleen om te weten hoe het moet, maar vooral ook om het te durven, om sociaal competent gedrag te laten zien. Bij de ontwikkeling van sociale competenties houden we rekening met de fase waarin kinderen zitten. Heel kleine kinderen in de kinderopvang zijn nog niet gericht op samenspelen. Zij ontdekken de wereld nog voor zichzelf. Van daaruit worden steeds meer stapjes gezet naar sociale communicatie over en weer met andere kinderen. Als de kinderen naar de basisschool gaan wordt het functioneren in een groep steeds belangrijker 3.2 Visie op het ontwikkelen van persoonlijke competenties Het ontwikkelen van persoonlijke competenties is de basis van de ontwikkeling van kinderen. Het is een voorwaarde om zelfstandig en met zelfvertrouwen in de samenleving een eigen plek in te kunnen nemen. Met persoonlijke competenties bedoelen wij de vaardigheden en de houding van een kind om zichzelf te kunnen zijn, weerbaar te zijn, zelfvertrouwen te hebben en zijn creativiteit te kunnen uiten. We noemen vooral ook de “houding”van een kind. Want voor veerkracht, zelfstandigheid en zelfvertrouwen is kennis van vaardigheden niet voldoende. Een kind moet durven en weten dat hij in een veilige, vertrouwde omgeving is waarin hij zich kan ontwikkelen. Die omgeving bieden wij aan de kinderen als groep, maar ook individueel. De groepsruimtes vormen een belangrijk onderdeel van de pedagogiek en het dagritme. Een fysieke omgeving die optimaal uitnodigt tot ontwikkeling en leren wordt aangeduid met de term rijke of uitdagende speel-leeromgeving. Hiermee bedoelen we de ruimtes binnen en buiten, de manier waarop die ruimte voor kinderen toegankelijk, vertrouwd en uitnodigend is
11
Algemeen pedagogisch beleidsplan
2014
en de materialen die in die ruimte beschikbaar zijn. De ruimte is ingericht met verschillende speelhoeken. Bijvoorbeeld een huishoek, bouw- en constructiehoek, lees- en luisterhoek. De hoeken kunnen afgebakend worden met een kast, mat, of een bijvoorbeeld een boekenrek, of bank. In een rijke omgeving is materiaal aanwezig dat uitnodigt tot verschillende vormen van ontdekken (verbaal, voelen, kijken en doen). De speelleeromgeving van startblokken van Basisontwikkeling: “Een rijke speelleeromgeving bouw je samen met de kinderen op. Dit bevordert het enthousiasme van de kinderen om aan verschillende activiteiten deel te nemen. Een omgeving is rijk als kinderen er veel kunnen spelen, ervaringen kunnen opdoen en er kunnen leren. In de speelleeromgeving herken je het thema waarmee gewerkt wordt”.
Bij persoonlijke competenties ontdekt de Pedagogische Medewerkster of het kind ergens aanleg voor heeft. Ieder kind is hierin uniek en ontwikkelt zich op zijn en of haar tempo. De Pedagogische Medewerkster pas zich aan met een gezonde mate van prikkeling en uitdaging. Persoonlijke competenties worden gestimuleerd op cognitief, motorisch, sociaal en emotioneel vlak. Deze competenties zorgen er mede voor dat het kind zich ontwikkelt tot een persoon die zelfstandig kan functioneren. Door de verticale samenstelling van de kinderdagopvang groep is het leeftijdsverschil tussen de kinderen soms groot. Het is voor Ester Gelsing Kinderopvang een uitdaging om alle leeftijdsgroepen aan bod te laten komen, met hun kwaliteiten en vaardigheden. Hiervoor wordt belangstelling die kinderen hebben, geïnventariseerd en wordt bij hun leeftijd en ontwikkeling passend materiaal aangeboden. Dit kan zijn in hun stamgroep, maar kan ook betekenen dat kinderen hun stamgroep verlaten, om een activiteit te ondernemen passend bij hun ontwikkeling en belevingswereld. De verticale groep maakt de groep zeer geleefd en gezellig, het straalt een groot gezin sfeer uit.
3.3 Aandachtsvelden in de ontwikkeling van kinderen Wij stimuleren de ontwikkeling van sociaal competent gedrag en de persoonlijke competenties door aandacht te hebben voor de volgende onderdelen. -
De natuurlijke nieuwsgierigheid van ieder kind. Er wordt ingegaan op de belangstelling en vragen. In sociale zin wordt er aandacht gevraagd van de andere kinderen op elkaar te reageren, of samen mee te denken over een onderwerp.
-
Er wordt positief gereageerd op ieders eigenheid om zich emotioneel te uiten d.m.v. taal, creativiteit en bij spel. Er wordt ook geleerd aandacht te hebben voor de emotionaliteit van de ander, en mogelijkheden hiermee om te gaan. De leiding begeleidt dit, en vervult een voorbeeldrol.
-
Er wordt een positieve beloningsstructuur gehanteerd, die bijdraagt aan het zelfvertrouwen van ieder kind. Doordat ieder kind dit als prettig ervaart, zal het ook positief reageren op de beloning bij een ander, of hier zelfs een rol in vervullen.
-
Er wordt veel aandacht besteedt aan het verwoorden van gedachten, d.m.v. voorlezen, gesprekjes, en bij de individuele aandacht. Ook wordt veel aandacht besteed aan het praten met elkaar. Kinderen worden gestimuleerd gedachten naar elkaar te verwoorden. Er wordt door de leiding aandacht besteed aan taal en taalgebruik. Tevens vervult de leiding hierin weer een voorbeeldfunctie.
12
Algemeen pedagogisch beleidsplan
2014
-
Een positieve actieve instelling van het kind wordt gehonoreerd. Er is ruimte voor eigen inbreng bij een creatieve verwerking, maar ook bij andere speel-leermomenten op de dag. Tevens wordt het gestimuleerd naar de kinderen onderling om samen te spelen, en anderen bij het eigen spel te betrekken, of samen te overleggen wat ze gaan doen.
-
Er wordt aandacht besteed aan het oplossen van de eigen probleempjes. Zelf nadenken en over een oplossing wordt gestimuleerd. Binnen de groep kan een probleemstelling centraal gesteld worden, waarbij een ieder is uitgenodigd om mee te denken en te praten over de oplossing.
-
Er is aandacht voor wereldverkenning. Dit op initiatief van de leiding, maar er wordt ook ingegaan op de belevingswereld van het kind. Dit kan van een individueel onderwerp uitgroeien naar een onderwerp waar de hele groep mee aan de slag gaat. Ook kan de leiding een onderwerp centraal stellen en creatieve verwerkingen begeleiden
-
Ieder kind ontwikkeld zelfvertrouwen d.m.v. het uitvoeren van kleine taken, waarvan zeker is dat het die goed kan uitvoeren. “Ik kan dat!” Dit kan ook een groepsopdracht zijn, waarbinnen taken verdeeld en uitgevoerd worden. De verantwoordelijkheid is dan ook voor elkaar tijdens de uitvoering.
-
Er is voor ieder kind aandacht voor de motorische ontwikkeling. Hiervoor is ruim voldoende materiaal aanwezig, wanneer we denken aan de ontwikkeling van de fijne motoriek, zoals; papier, wasco, verf, klei, etc. De leiding begeleidt en ondersteunt het proces. Er wordt individueel en in groepsverband gewerkt, binnen het eigen kunnen. Kinderen mogen zelf aangeven wanneer zij willen tekenen of wat anders doen, naast daarvoor gekozen momenten. En zelf invulling geven aan creativiteit, naast aangereikte middelen.
-
Er is ook aandacht voor de ontwikkeling van de grove motoriek bij het doen van kleine gymlesjes, of spellesjes, ook hiervoor is ontwikkelingsmateriaal aanwezig, zoals b.v. hoepels, blokken, springtouwen, en de eigen fantasie. Dit alles weer onder begeleiding van de aanwezige beroepskracht, die open staat voor de ideeën van de kinderen. Samenspel is ook samen de ruimte gebruiken,
-
Symbolen en tekens zijn er voor het individuele kind om deze structuur en houvast te geven aan dagindeling, en al zijn momenten, maar geven ook de groepsmomenten aan en de verantwoordelijkheden binnen een groep. Wat jij doet heeft invloed op een ander/ de groep.
-
Van ieder kind wordt gevraagd, afhankelijk van leeftijd en ontwikkelingsniveau, over zichzelf na te denken bij gedrag naar de ander toe. Vragen als; Waarom heb ik dit gedaan? Wat vind die ander daarvan? Hoe kan ik het anders doen? Of ben ik er juist tevreden over?” kunnen hierbij gesteld worden. De bedoeling is hierbij een beetje zelfreflectie en zelfsturing aan te brengen bij het denken en handelen.
-
Door het niet altijd klakkeloos aanbieden van een oplossing door de leiding, maar de kinderen aan te moedigen zelf met ideeën en/ of oplossingen te komen, worden ze gestimuleerd zelf te onderzoeken en te redeneren. Ook geeft het een bijdrage aan de zelfsturing, en zelfreflectie.
-
Voorstellingsvermogen en creativiteit bevorderen gebeurt door het kind dingen aan te reiken waarover gefantaseerd kan worden, of in te gaan op wat het kind hier zelf in aanreikt. Dit kan op vrije speel-leermomenten gebeuren zoals bij het bouwen, buiten
13
Algemeen pedagogisch beleidsplan
2014
spelen, poppenhoek, creatieve verwerkingen met klei, verf, etc... De fantasie van het kind wordt geprikkeld door de uitdaging die ligt in het materiaal, en onderwerpen die de leiding aandraagt.
4 De overdracht van waarden en normen
Met dit pedagogisch beleidsplan informeren wij ouders over de basis waaruit wij handelen; respect voor de eigenheid van het kind en het kind stimuleren om zich zo veelzijdig mogelijk te ontwikkelen. Wij luisteren naar wat de kinderen willen en stellen ons vaak de vraag ‘is dit in het belang van het kind?’. Wij houden voor zover het niet in tegenspraak is met onze werkwijze, rekening met geloofsovertuiging, dagritme, opvoedingswijze en eventuele culturele gebruiken. Van de pedagogisch medewerksters wordt een brede visie verwacht, waarin ruimte is voor de enorme diversiteit waaruit onze wereldbevolking bestaat, met hun verschillende religies en culturen. Ieder kind komt uit een unieke thuissituatie en iedere ouder heeft een eigen, unieke opvoedingsstijl. Al die kinderen komen in de kinderopvang bij elkaar in één groep. Voor de kinderen is belangrijk dat thuis en de groep niet totaal verschillende werelden zijn. Daarom hebben we regelmatig overleg met de ouders en kunnen de ouders rond de haal- en brengmomenten aanspreken. Naar kinderen toe, wordt er gewerkt aan onderling begrip en respect voor elkaar, waarbij ieder in de eigen waarde gelaten behoort te worden. Een voorbeeld: Een waarde is ‘respect hebben voor elkaar’. Een van de normen die daar bij hoort is ‘elkaar niet slaan’. Kinderen ontwikkelen waarde- en normbesef door voorbeeldgedrag en voorbeeldtaal van de pedagogisch medewerksters en doordat er actief met hen over wordt gesproken. -
Waarden en normen die Ester Gelsing Kinderopvang belangrijk acht, en wil overdragen: respect voor elkaar aandacht en belangstelling voor elkaar acceptatie van jezelf en de ander conflicten verbaal leren op lossen, d.m.v. overleg en evt. compromissen samen zijn we de wereld, wereldburger zijn is net zo belangrijk als individu zijn houden aan afspraken geeft zekerheid aan jezelf en de ander ieder kind groeit en is in ontwikkeling, daarom altijd open staan voor de verandering in een ander positieve reactie op jezelf is fijn, geef dit door aan de ander kritiek, indien gegeven, moet opbouwend zijn in positieve zin. belangstelling en respect voor de natuur, door het leren kennen van de natuur, en goed omgaan met afval een open en lerende mentaliteit m.b.t. de wereld om je heen en de ander.
We staan altijd open voor de situatie, die kritisch bekijken, niet veroordelen, maar positief aan bijdragen, met respect voor iedere persoon, ook jezelf. 4.1 corrigeren en stimuleren
14
Algemeen pedagogisch beleidsplan
2014
Wij werken op basis van respect en gelijkwaardigheid met kinderen. We staan niet autoritair boven de kinderen, maar we staan coachend naast hen. Dit betekent dat als kinderen zich gedragen op een manier die wij niet goed achten, dat we dit niet van bovenaf bestraffen, maar dat we corrigerend en stimulerend naast het kind staan. Onze mening is dat kinderen veel beter groeien in hun ontwikkeling door complimenteren voor wat het goed heeft gedaan, dan het negatieve te benadrukken. En kind kan zich heel kwetsbaar voelen en onveilig voelen tijdens het corrigeren. Het is niet de bedoeling om de eigenwaarde van het kind te beïnvloeden, maar juist om dit te vergroten. Wij stimuleren door het uitspreken van waardering. Wij moedigen kinderen aan door hen aandacht te geven en gewenst gedrag te complimenteren. Wij corrigeren door gewenst gedrag te benoemen in plaats van door ongewenst gedrag af te keuren. Als een kind bijvoorbeeld door de gang rent, zeggen we: “wij lopen op de gang” in plaats van “je mag niet rennen op de gang”. Wij bespreken gewenst gedrag met de kinderen zodat kinderen inzicht in het eigen handelen en de gevolgen daarvan kunnen ontwikkelen. 4.2 conflicthantering Conflicthantering heeft niet het volledig wegwerken van het conflict als doel. Conflicthantering is de negatieve kanten van het conflict terugbrengen of verminderen, zonder de eventuele positieve effecten teniet te doen. Met andere woorden: -
Conflicthantering is het conflict omzetten van
destructief (je kunt er niets mee)
Naar constructief (je kunt er wel iets mee) Daarbij kies je een verdeling tussen: - zorg voor de relatie tussen jou en de ander - zorg voor je eigen resultaat. Probleemoplossing Belangrijk is dat beide partijen het probleem, het conflict als gezamenlijk zien. Het is immers een probleem van beide partijen. We stimuleren dat kinderen dat kinderen onderling het conflict oplossen. Heeft het kind hierbij hulp nodig, dan probeert het team hierin te sturen en met vragen het kind te stimuleren tot nadenken. Van oudere kinderen wordt een hoge mate van zelfstandigheid verwacht dan van de jongere kinderen. 5. Voedingsaangelegenheden 5.1 Voeding kinderopvang De flesvoeding wordt vanuit huis meegenomen. Het ontbijt is al thuis gegeten als de kinderen bij de opvang arriveren.
15
Algemeen pedagogisch beleidsplan
2014
Binnen het dagritme, wordt er: -om 9.30 uur wordt er fruit gegeten en gedronken -om 11.30 uur wordt er gezamenlijk brood gegeten (altijd bruin), hierbij wordt veel variatie aangebracht in beleg, crackers, beschuit enz. Nadien wordt er melk gedronken. Kinderen met bepaalde allergieën nemen hun eigen voeding mee. -om ongeveer 14.30 uur wordt er gezamenlijk nog wat gedronken met een koekje/soepstengel -Tot de leeftijd van 2 jaar kunnen de kinderen een zelf meegebrachte groentehap krijgen. Kinderen die op dat moment ook best trek hebben krijgen een tussendoortje of nog een stukje fruit o.i.d. Ouders die hun kinderen meestal vroeg ophalen, vragen we om de groentehap thuis te geven, zodat we ook aan het eind van de dag de kinderen extra aandacht (persoonlijk of activiteit) kunnen geven. 5.2 Voeding Peuterspelgroep De peuteropvang is iedere ochtend geopend van 8.30 tot 12.00. Binnen deze tijd krijgen de kinderen fruit en drinken. Dit wordt verzorgd door de Pedagogisch medewerksters en hoeven de ouders niet van thuis mee te geven. Ouders hebben de mogelijkheid om extra opvang af te nemen een uur voor en een uur na de openingstijden. Indien een kind tot 13.00 uur blijft zullen wij ook de broodmaaltijd verzorgen. 5.3 Voeding Buitenschoolse opvang Kinderen die om 12.00 uur in de BSO komen krijgen een uitgebreide broodmaaltijd, met ook veel variatie in beleg. Dit kan ook een keer een heerlijke tosti, of gebakken ei zijn. Het drinken varieert van thee, melk, yogi of chocolademelk. Kinderen die om 15.15 uur in de BSO komen starten met drinken en een koekje. Om ongeveer 16.30 krijgen de kinderen gevarieerd fruit. Kinderen die bijvoorbeeld de BSO vroegtijdig verlaten om bijv. naar de sport te gaan hebben de mogelijkheid om hier hun zelf meegebrachte maaltijd op te eten. 6. Samenwerking met ouders 6.1 Breng- en haalmomenten Bij het brengen en halen van de kinderen is er de mogelijkheid om informatie uit te wisselen. Ouders kunnen aangeven hoe het kind zich voelt, waar het kind mee bezig is en of er bijzondere zaken zijn. Als het kind weer naar huis gaat is er opnieuw gelegenheid om de zaken van de dag met elkaar uit te wisselen. Wij vinden het belangrijk dat ouders kinderen in de groep brengen en dat er ook in de groep afscheid wordt genomen. Kinderen weten dan dat de Pedagogisch medewerkster het overneemt. Bij de jongste kinderen tot 1 jaar is de overdracht aan het einde van de dag ook schriftelijk. Zaken rond de verzorging, hoe het kind heeft gedronken, het slaapritme en de activiteiten die het kind heeft ervaren worden door de Pedagogisch Medewerkster in het schrift geschreven. 6.2 Oudergesprek Ester Gelsing Kinderopvang hanteert voor de kinderdagopvang het “dit ben ik boek” voor de overdracht naar de ouders en eventueel het basisonderwijs. Tijdens de periode dat een kind
16
Algemeen pedagogisch beleidsplan
2014
gebruik maakt van de opvang, worden er op 2 momenten het kind met de ouders besproken aan de hand van het boek dat door de Pedagogisch Medewerksters is ingevuld. Dit gebeurt op de leeftijd van 2 jaar en voor het de opvang verlaat, dus bijna 4 jaar. Hebben ouders tussendoor behoefte aan een gesprek, kunnen zij dit kenbaar maken en wordt er tussendoor een gesprek gepland. Niet alle zaken kunnen namelijk tijden de brengen haalmomenten besproken worden. De Pedagogisch Medewerksters polsen dat ook altijd goed bij de ouders, waarbij ze denken dat die vraag er wel is, maar dit niet kenbaar willen/durven maken. Het dit ben ik boek beschrijft de kwaliteiten en talenten van het kind en geeft aan waar het kind op dat moment in zijn ontwikkeling staat. Daarnaast hanteert Ester Gelsing Kinderopvang voor de Wehlse kinderdagopvangkinderen, die ook in Wehl naar de basisschool gaan het overdrachtsformulier psz/kdv naar basisschool Wehl en Nieuw Wehl. Voor de Peuterspelgroep kinderen wordt het ontwikkelingsvolgmodel (OVM) ingevuld. 6.3 Oudercommissie Inspraak en voor Ester Gelsing Kinderopvang erg belangrijk en beschikt dan ook over een actieve oudercommissie. Er is 1 oudercommissie waarin ouders zitting hebben genomen vanuit meerdere opvangsoorten. In de oudercommissie zijn ouders van de Peuterspelgroep, Buitenschoolse opvang en Kinderopvang vertegenwoordigt. In het reglement oudercommissie zijn regels vastgesteld die we hanteren, te weten frequentie vergaderen, stemmen, adviesrecht etc. 6.4 Ouderavond Ester Gelsing Kinderopvang organiseert 2 keer per jaar een ouderavond. Daarnaast zijn er ook themabijeenkomsten georganiseerd vanuit het bredeschool netwerk waar wij een onderdeel van zijn. Het bredeschool netwerk heeft zich ten doel gesteld de ontwikkelingsmogelijkheden van de kinderen uit Wehl te optimaliseren. Dit wordt mede mogelijk gemaakt door een nauwe betrokkenheid van verschillende organisaties in Wehl, waaronder peuterspeelzaal, Kinderopvang, basisschool, IJsselkring en daarnaast alle bondgenoten waar we activiteiten mee kunnen organiseren, zoals o.a. sportverenigingen en muziekverenigingen. Hier worden veelal opvoedingsgerichte onderwerpen besproken aan de hand van een spreker. 6.5 Beleid t.a.v. extra dagdelen. Vanuit de overheid zijn de regels voor het incidenteel of structureel afnemen van een extra dag(deel) opvang gewijzigd. De hoofdregel is dat een kind in de dagopvang en de buitenschoolse opvang in één vaste groep kinderen geplaatst wordt. Voor de dagopvang wordt deze groep kinderen een ‘stamgroep’ genoemd. Voor de buitenschoolse opvang wordt deze groep kinderen een ‘basisgroep’ genoemd. Indien u extra opvang wilt afnemen vraagt u die opvang aan via het kantoor. Wanneer er voor die extra opvang geen plaats is op de vaste stam- of basisgroep van het betreffende kind, kan de extra opvang plaatsvinden in een andere groep. Voorwaarde is dat u schriftelijke toestemming moet geven voor de extra opvang op de andere groep en er schriftelijke afspraken over de duur van de extra opvang op de andere groep worden gemaakt met u. 7. Overige zaken
17
Algemeen pedagogisch beleidsplan
2014
7.1 Van pedagogisch beleidsplan naar pedagogisch werkplan. In dit beleidsplan is op hoofdlijnen onze werkwijze uitgewerkt. Per vestiging/groep is hiervan een praktische vertaling in de vorm van een pedagogisch werkplan. Daarin staat heel concreet wat er op een vestiging in een bepaalde groep wordt gedaan. Bij de pedagogisch medewerksters van de vestiging waar uw kind is kunt u vragen naar het werkplan. 7.2 Klachten Als er klachten zijn bij ouders over de organisatie of werkwijze, of als er klachten zijn over het gedrag van pedagogisch medewerksters, dan kunnen ouders daarvoor altijd contact opnemen met de pedagogisch medewerksters van de groep waar het kind in zit. Het is ook mogelijk om contact op te nemen met de voorzitter van de oudercommissie of met de directie. Wij gaan met de ouders in gesprek en kijken of we er samen uit kunnen komen. Ouders kunnen ook contact opnemen met de Stichting Klachtencommissie Kinderopvang (SKK). De SKK is een onafhankelijke Stichting die luistert naar klachten en vragen van ouders en advies geeft over het vervolg. Bij aanmelding van hun kind in de opvang, krijgen ouders informatie over de SKK en een folder, waarin de werkwijze staat beschreven. Ouders kunnen ook buiten de pedagogisch medewerksters om contact opnemen met de SKK. Dit kan via de website: www.klachtkinderopvang.nl Ester Gelsing Kinderopvang heeft ook de oudercommissie aangesloten bij de klachtenkamer Oudercommissie Kinderopvang. Ook de oudercommissie kan een klacht hebben over verschillende zaken aangaande de kinderopvang en zich niet gehoord voelen over de wijze waarop de directie hun klacht afhandelt. Zij kunnen vanaf januari 2009 officieel terecht bij de klachtenkamer met hun vragen of klachten. 7.3 Veiligheid en hygiëne. Een goede hygiëne en veiligheid vind Ester Gelsing Kinderopvang zeer belangrijk, en zelfs een vereiste om voor de kinderen een veilige sociaal – emotionele, en gezonde leefomgeving te creëren. Periodiek houdt Ester Gelsing Kinderopvang een risico inventarisatielijst bij en evt. knelpunten worden op zo kort mogelijke termijn opgelost. De pedagogisch medewerkster heeft de verantwoordelijkheid om de taken, zoals beschreven in het schoonmaakrooster te vervullen en af te tekenen op de lijst. Op deze manier is het toetsbaar of een ieder zich aan de afspraken houdt.
7.4 Beleid potentiële dreiging van buitenaf Ester Gelsing Kinderopvang is zich bewust van de toenemende agressie in de samenleving en de gebeurtenissen in België. Ester Gelsing Kinderopvang heeft dit besproken in het team en de oudercommissie en zijn tot de volgende conclusie gekomen; risico’s die je kunt uitsluiten moet je uitsluiten, maar we willen en kunnen ons niet hermetisch afsluiten van de buitenwereld en zien daar ook, gezien onze visie geen voordeel in. Bij Ester Gelsing Kinderopvang die is gelegen in het buitengebied zijn de kinderen ook erg veel buiten in het weiland. Wat betreft de buitenschoolse opvang van Kilder zijn we er ons van bewust dat we het gebouw delen met
18
Algemeen pedagogisch beleidsplan
2014
meerder gebruikers, daarom zijn er onderling goede afspraken gemaakt over onder andere het op slot houden van de gebouwen, omdat je geen zicht hebt op wie er in of uit gaan. Tijdens de jaarlijkse risico inventarisatie zal aan dit onderwerp aandacht geschonken worden en zo nodig het beleid aangescherpt/aangepast worden. De dagopvang, Peuteropvang en Buitenschoolse opvang gevestigd in Kindcentrum het Timpaan, bevind zich in een af te sluiten gedeelte binnen de school en wordt er gewerkt met een codeslot en camera. Ook is er een eigen af te sluiten buitenspeelruimte.
7.4 Beleid wanneer er maar één persoon in het dagverblijf aanwezig is gedurende de dag en tijdens de drie-uursregeling Bijna op alle momenten zijn er meerdere pedagogisch medewerksters op het dagverblijf/kindcentrum aanwezig. Wanneer de situatie zich toch voordoet dat er maar één persoon aanwezig is, zal er altijd een achterwacht geregeld zijn die binnen 15 minuten op de locatie aanwezig kan zijn. 7.5 Vier ogenprincipe Vanaf 1 juli 2013 is het vierogenprincipe voor alle kinderdagverblijven verplicht. Dit principe houdt in dat altijd een volwassene moet kunnen meekijken of meeluisteren met een beroepskracht. Een beroepskracht mag nog steeds alleen op de groep staan. Zo lang maar op elk gewenst moment een andere volwassene de mogelijkheid heeft om mee te kijken of te luisteren. Het principe gaat vooralsnog alléén gelden voor de dagopvang en peuteropvang. De oudercommissie heeft een belangrijke rol gespeeld bij de totstandkoming van het vier ogenprincipe. De oudercommissie kan instemmen met het voorgestelde beleid van Ester Gelsing Kinderopvang, waarbij voldaan wordt aan het “vierogenprincipe”. Zo mogelijk zijn er twee personeelsleden op een groep, maar op de momenten dat deze ontbreken (begin van de dag, tijdens pauzes en aan het einde van de dag) wordt er gewerkt met een babyfoon. Op die manier kunnen Ester en personeelsleden te allen tijde elkaar horen. Voor het Integraal Kindcentrum is het vier ogenprincipe anders georganiseerd, hetgeen staat beschreven in de wekplannen per locatie. De leden van de oudercommissie zijn zich ervan bewust dat het aanspreken van collega’s meestal lastig is. Begeleiding bij deze “open aanspreekcultuur” zien wij als een belangrijke zaak. De wens van de oudercommissie is dat alle ruimtes (groepsruimtes, verschoonruimtes en slaapkamers) op het babyfoonsysteem zijn aangesloten. 7.6 Ondersteuning beroepskrachten Beroepskrachten worden ondersteund door de assistent leidinggevende. Daar kunnen ze terecht met al hun vragen op en/of aanmerkingen. Zij zal deze meenemen in het overleg met de houder van de organisatie. Voor de VVE locatie zal er ondersteuning gegeven worden door een VVE coördinator. Zij is 1 middag per 2 weken aanwezig. Daarnaast zijn er scholingsbijeenkomsten voor de beroepskrachten (zie plan bijscholing) 7.7 Speel en ontspanningsmogelijkheden Ester Gelsing Kinderopvang voldoet hieraan in ruime mate.
19
Algemeen pedagogisch beleidsplan
2014
Ze biedt allerlei ontwikkelingsmateriaal voor diverse leeftijden. Geeft aandacht aan bewegingsvormen en komt toe aan de bewegingsdrang bij kinderen. Dit alles gebeurt in gericht aangeboden activiteiten en in de vrije speel- en leermomenten. Echter ook bij een gerichte speel- en leeractiviteit biedt Ester Gelsing Kinderopvang aan het individuele kind de mogelijkheid tot keuze hierbinnen. (zie werkplannen van de verschillende locaties.) 7.8 Toezicht Alle vestigingen van Ester Gelsing Kinderopvang staan onder toezicht van de GGD van de desbetreffende gemeente en van de brandweer. 7.9 Brandveiligheid en EHBO Ester Gelsing Kinderopvang voldoet aan de brandveiligheidseisen. Daarnaast zijn er instructies vastgelegd in een calamiteitenplan, bovendien beschikt elke vestiging over een eigen ontruimingsplan. Jaarlijks vindt er een ontruimingsoefening plaats op elke vestiging. Elke locatie beschikt over een EHBO koffer met vastgestelde inhoud, die periodiek door de medewerksters en jaarlijks door de plaatselijke Apotheek gecontroleerd wordt. Ester Gelsing Kinderopvang vindt het belangrijk dat alle medewerksters zich bewust zijn van alle regels en richtlijnen (LCHV) en hoe te handelen bij ziekte of ongeval. Er zijn voldoende medewerksters geschoold wat betreft EHBO en BHV. 7.10
Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld
Op 1 juli 2013 is de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling in werking getreden. Ester Gelsing Kinderopvang heeft de meldcode vastgesteld en verplicht zich daarmee het gebruik en de kennis ervan te bevorderen. De Meldcode wordt gehanteerd voor de Kinderdagopvang, Peuterspelgroep en de Buitenschoolse opvang. Alle medewerksters van Ester Gelsing Kinderopvang zijn voor de Meldcode geschoold, verbinden zich aan de meldcode en gaan ermee aan de slag. De Meldcode geeft via een stappenplan aan hoe te handelen wanneer er signalen zijn die kunnen duiden op huiselijk geweld en kindermishandeling. Tevens bevat de Meldcode een rote hoe te handelen wanneer er sprake is van seksueel grensoverschrijdend gedrag tussen kinderen onderling of hoe te handelen bij signalen van mogelijk geweld- of zedendelict door een medewerkster. Er is een wettelijke meldplecht ingevoerd voor een vermoeden van een geweld- of zedendelict jegens een kind door een medewerkster (collega). Ouders kunnen een vermoeden hiervan melden bij Ester Gelsing Kinderopvang. In de Meldcode staat beschreven hoe een melding gedaan kan worden. Bij een vermoeden van mishandeling staan de belangen van het kind centraal. Medewerksters hebben de verantwoordelijkheid om signalen van kinderen op te vangen en serieus te nemen. Ook als derden of ouders zich zorgen maken over kindermishandeling of seksueel misbruik door een medewerkster van Ester Gelsing Kinderopvang geeft de Meldcode aan hoe te handelen.
7.11 Evaluatie en bijstelling van het pedagogisch beleidsplan Uiteraard is een pedagogisch beleidsplan een “levend document” en zal met enige regelmaat aangepast moeten worden. Jaarlijks zal het pedagogisch beleidsplan herzien en eventueel
20
Algemeen pedagogisch beleidsplan
2014
bijgesteld worden, op basis van de nieuwe ontwikkelingen op het kinderopvang werkveld en op basis van de input van ouders en medewerksters.
21