Pedagogisch plan Dagopvang
Kinderopvang Sterrenrijk Dagopvang 01-05-2016
[email protected]
Titel
Inleiding Voor u ligt het pedagogisch plan dagopvang van Kinderopvang Sterrenrijk. Het pedagogisch plan in een verdere uitwerking van de informatie gids. De dagopvang bestaat uit drie stamgroepen. Een pedagogisch plan is geen vaststaand gegeven, maar blijft zich in de loop der tijd steeds verder ontwikkelen. Bijvoorbeeld naar aanleiding van nieuwe pedagogische inzichten of ontwikkelingen in de praktijk. Het werkplan wordt tenminste een keer per jaar geëvalueerd in de werkgroep. Veranderingen worden ter advies met de oudercommissie besproken en ouders worden hierover geïnformeerd. Het pedagogisch plan is opgebouwd uit 3 delen, te weten een algemeen gedeelte, een inhoudelijk gedeelte, waarin de pedagogische visie wordt beschreven aan de hand van de vier pedagogische opvoedingsdoelen en een gedeelte waarin de dagelijkste praktijk wordt geschreven.
Pedagogisch werkplan KDV
Datum
1
Titel
Inhoud Inleiding ............................................................................ Inhoud ............................................................................ 2 Algemeen........................................................................ 3 Missie en Visie ................................................................ 4 Dagopvang ...................................................................... 5 Ontwikkeling................................................................... 6 Ontwikkelingsgebieden en Opvoeddoelen .................... 8 Emotionele Veiligheid..................................................... 9 Het ontwikkelen van persoonlijke competenties......... 14 Het ontwikkelen van sociale competetenties .............. 19 De overdracht van normen, waarden en cultuur ......... 22 De groepen ................................................................... 24 De dag........................................................................... 28 Voor - en Vroegschoolse Educatie Uk & Puk (VVE) ...... 35 Eten & drinken.............................................................. 39 Verschonen, toiletgang en zindelijk worden ................ 41 De ruimte ...................................................................... 42 Veiligheid en gezondheid ............................................. 43 Afronding ...................................................................... 46
Pedagogisch werkplan KDV
Datum
2
Titel
Algemeen Voor u ligt het pedagogisch werkplan van kinderopvang Sterrenrijk (dagopvang). Hierin beschrijven wij onze visie op het kind en geven wij weer op welke wijze onze pedagogisch medewerkers handelen bij de uitvoering van hun dagelijkse werkzaamheden. Het pedagogisch plan is een aanvulling op onze informatie gids. Samen vormt dit ons pedagogisch beleid. In onze informatie gids staat een compleet overzicht van doelen en praktische informatie. De inhoudelijke uitwerking van de gids staat in het pedagogisch plan/schoolplan. De kinderopvang bestaat uit twee delen: de dagopvang en de buitenschoolse opvang. In dit pedagogisch plan wordt beschreven hoe er op de dagopvang gewerkt wordt.
Pedagogisch werkplan KDV
Datum
3
Titel
Missie Sterrenschool het Universum is een organisatie die gericht is op de ontwikkeling- en onderwijsbehoefte van kinderen van 0 tot 13 jaar. Waarbij de doorgaande lijn de rode draad is. Met het uitgangspunt “Het kind centraal”.
Visie Als sterrenschool het Universum dragen wij een algemene visie. De visie wordt gevormd door de vijf sterren. De vijf sterren * BASIS TAAL, REKENEN, LEZEN; nadruk op taal-, reken- en leesonderwijs * MAATWERK: Individuele leerlijn, maatwerk de gepersonaliseerde leerreis met behulp van ICT * FLEXIBEL: De ruime openingstijden van 7:00 uur tot 19:00 uur * SAMEN: Verregaande integratie tussen school, kinderopvang en naschoolse activiteiten * OMGEVING De binding tussen school en buurt.
Voor de dagopvang dragen wij de volgende visie: Sterrenschool het Universum is onderverdeeld in onderwijs en opvang. De visie is in grote lijnen hetzelfde maar wordt genuanceerd en toegespitst op de kinderopvang. Kinderopvang Sterrenrijk gaat in haar denken en handelen uit van de volgende visie: De vijf sterren: * BASIS TAAL, REKENEN, LEZEN: dit wordt vormgegeven met een VVE-programma. * MAATWERK: Opvang die qua vorm en inhoud aansluit bij de ontwikkeling en behoefte van kinderen in verschillende leeftijdscategorieën. * FLEXIBEL: Opvang die het ouders mogelijk maakt zorg en arbeid te combineren. De ruime openingstijden van 7:00 uur tot 19:00 uur * SAMEN: Verregaande integratie tussen school, kinderopvang en naschoolse activiteiten * OMGEVING: Het bieden van professionele opvang, dicht bij de leefomgeving van kinderen, de binding tussen opvang en buurt.
Pedagogisch werkplan KDV
Datum
4
Titel
Dagopvang De kinderopvang is onderverdeeld in dagopvang en buitenschoolse opvang. Op onze kinderopvang worden kinderen tussen de 10 weken en 4 jaar opgevangen. Ouders kunnen hun kinderen vanaf 07.00 uur tot 19.00 onderbrengen in een veilige en verantwoorde omgeving, onder begeleiding van professioneel pedagogisch medewerkers. De kinderopvang is van maandag t/m vrijdag geopend. De opvang wordt aangeboden tussen 07.00-19.00 uur. Vanuit onze pedagogische visie bieden wij alle kinderen vanaf 2 jaar voorschoolse educatie aan, om hun start op de basisschool zo kansrijk mogelijk te laten zijn. Dagopvang wordt aangeboden op dezelfde locatie waar ook het peuterspeelzaalwerk wordt aangeboden. Beide voorzieningen worden in aparte lokalen aangeboden. Wij werken met horizontale groepen.
Pedagogisch werkplan KDV
Datum
5
Titel
Ontwikkeling Vanaf het eerste jaar tot en met het vierde jaar maakt een kind een enorm grote ontwikkeling door. Een pasgeboren baby kan heel weinig en is volledig afhankelijk van anderen, maar in vier jaar tijd leert het zich zelfstandig voort te bewegen, zich door middel van taal uit te drukken, te spelen met andere kinderen, zich tal van vaardigheden eigen te maken en begrijpen wat normen en waarden zijn. Een kind groeit in een kort aantal jaren dus van totale afhankelijkheid naar een grote mate van zelfstandigheid. Op welke manier en in welk tempo dit gebeurt, verschilt per kind, maar het is belangrijk om te weten hoe de ontwikkeling in de eerste levensjaren zich over het algemeen voltrekt. De medewerkers van kinderopvang Sterrenrijk houden op een pedagogische wijze de ontwikkeling van het kind in de gaten. Zij stimuleren het kind daarbij op vier verschillende ontwikkelingsgebieden: zintuiglijk, motorisch, cognitief en sociaal-emotioneel. Hieronder leest u een korte beschrijving van een kind op deze gebieden van die eerste vier levensjaren.
De baby (van 0 tot 1 jaar) Een baby behaalt heel wat mijlpalen tijdens zijn eerste levensjaar. De zintuiglijke ontwikkeling is in volle gang. Door deze ontwikkeling gaat de baby zich actief richten op zijn omgeving. Geluiden, geuren, kleuren en vormen prikkelen hem constant om op onderzoek uit te gaan. Baby’s kijken en luisteren voortdurend naar de wereld om hen heen en voelen het liefst aan alles wat ze tegenkomen. Doordat het spierstelsel zich ontwikkelt, kan de baby zich motorisch ook verder gaan ontplooien. Geleidelijk leert de baby te zitten, te kruipen, zich op te trekken, te staan en soms zelfs al te lopen. De grove motoriek ontwikkelt zich sneller dan de fijne motoriek. Een baby zal eerst ongericht naar voorwerpen zwaaien om er uiteindelijk doelbewust naar te grijpen. Dit hangt samen met de ontplooiing van het denkvermogen. Deze cognitieve ontwikkeling groeit al ontdekkend door het toenemend besef van oorzaak en gevolg. Een belangrijk onderdeel van de cognitieve ontwikkeling is taal. Vanaf zijn geboorte krijgt de baby te maken met communicatie. Er wordt tegen hem gesproken, er wordt gereageerd op zijn geluiden en zijn omgeving wordt benoemd. Doordat de baby intuïtief met klanken zijn stemming en gevoel uitdrukt, leert hij klanken te begrijpen en kan hij er betekenis aan toe. Baby’s nemen waar dat er tegen hen gesproken wordt en zullen dat gaan imiteren. Steeds meer zullen klanken zich ontwikkelen tot gevarieerd gebrabbel met specifieke melodie en intonatie. De baby gaat zich op den duur steeds actiever op zijn omgeving richten en zal er invloed op proberen uit te oefenen. Bij dit laatste speelt het sociaal-emotionele aspect een rol. De interesse van de kinderen voor de omgeving om hem heen neemt sterk toe. De baby’s zoeken contact, spelen, lachen en brabbelen met elkaar. De dreumes ( van 1 jaar tot 2 jaar) Wanneer de baby een jaar oud is krijgt het meestal de grondbeginselen van het lopen onder de knie. Hij heeft steeds meer controle over verfijnde bewegingen en bovendien brabbelt hij niet alleen meer, maar gaat hij ook zijn eerste woordjes zeggen. In de leeftijd van een tot tweeëneenhalf jaar spreken we van dreumes. De dreumes heeft een grote behoefte aan beweging en is lichamelijk erg actief. De motorische ontwikkeling is in volle gang. Hij leert Pedagogisch werkplan KDV
Datum
6
Titel steeds beter lopen en richt zich nog actiever op zijn omgeving. Daarbij gaat de dreumes de wereld gedetailleerder zien, horen, voelen en proeven. De zintuiglijke ontwikkeling zet zich voort. Langzamerhand leert hij vormen, maten en begrippen kennen. Hij kan zich voorstellingen maken van zaken, maakt allerlei plannetjes en voert ze uit. De cognitieve ontwikkeling neemt sterk toe. Een kenmerkende eigenschap van de dreumes is de egocentrische denkwijze. Alles draait om hem. Maar toch ontstaat in deze levensfase ook het gevoel van medelijden voor een ander; vooral bij degenen die hem het naaste zijn. Er wordt een voorzichtig begin gemaakt met de morele ontwikkeling. Op het gebied van taal ontwikkelt de dreumes naast losse woordjes nu zogenaamde twee-woordzinnen. Het prille begin van grammatica. De dreumes begrijpt echter meer dan hij kan zeggen: taalbegrip gaat vooraf aan taalgebruik. Door zijn taalgebruik ziet de dreumes dat hij meer greep krijgt op zijn omgeving. Hij wordt zich bewust van de macht van taal en zal dit gaan gebruiken bij de mensen om zich heen, zoals zijn ouders, de pedagogisch medewerkers en de andere kindjes. Dreumesen spelen nog niet echt samen, eerder naast elkaar, maar genieten wel van elkaars aanwezigheid.
De peuter (van 2 tot 4 jaar) De groeiende zelfstandigheid speelt na twee jaar een steeds grotere rol. De dreumes is nu peuter geworden en wil eigenlijk meer dan hij kan. Maar doordat een peuter moeilijk ‘nee’ kan accepteren, leidt dat nogal eens tot conflicten. Deze fase is zeer leerzaam voor het kind. Hij gaat op zoek naar grenzen en ontwikkelt zelfbesef en wilskracht. Motorisch ontwikkelt de peuter zich verder: hij leert rennen, klimmen en fietsen. De fijne motoriek wordt sterk verbeterd: in plaats van krassen gaat de peuter tekenen. Dit wordt natuurlijk ondersteund door het toenemende denkvermogen. De taalontwikkeling is dusdanig dat een peuter zich rond de leeftijd van drie jaar over het algemeen goed verstaanbaar kan maken. Ook op het sociaal-emotionele vlak maakt de peuter grote vorderingen. Er ontstaat een ‘jij’-besef, waardoor de peuter geleidelijk aan rekening gaat houden met anderen. Peuters gaan echt samen spelen, krijgen vriendschappen en kunnen beter meedoen aan groepsactiviteiten. De peuter is een sociaal individu die streeft naar zelfstandigheid. De peuter groeit en gaat geleidelijk naar de peuter/kleuter leeftijd (van 3 tot 4 jaar). Zelfredzaamheid neemt de overhand en de peuter maakt zich klaar voor de basisschool. Activiteiten die wij hier ondernemen zijn activiteiten zoals; in een kring zitten en luisteren naar elkaar, maar ook spelen in de verschillende hoekjes die worden aangeboden. Op de peuterkleuter groep worden de activiteiten die gedaan worden natuurlijk aangepast aan de ontwikkeling, de oudste kinderen gaan bijvoorbeeld al meer activiteiten doen zoals ‘prikken’ en ‘plakken’. Gezien de individuele ontwikkeling van de peuter, zal de peuter deel kunnen nemen aan activiteiten gericht op het bevroderen van de doorgaande lijn richting de kleuterklas. De groepen zijn gunstig gelegen. De kleuter en peuterjuffen werken nauw samen om dit proces zo optimaal mogelijk te laten verlopen. Ook proberen we de kinderen zo goed mogelijk voor te bereiden op functioneel gebied. We stimuleren kinderen zelf hun handen te wassen na het toilet bezoek en hun jas en schoenen zelfstandig aan te trekken. Kinderen leren vooral door zelf te ervaren. Op de peuterkleutergroep zorgen we ervoor dat we de kinderen niet over vragen, er is voldoende ruimte om vrij te spelen en om nieuwe dingen uit te proberen.
Pedagogisch werkplan KDV
Datum
7
Titel
Ontwikkelingsgebieden en opvoeddoelen Ieder kind heeft een groot potentieel aan mogelijkheden in zich. De situatie waarin het kind opgroeit, de omgeving waarin het kind opgroeit en de mensen die het kind omringen spelen een belangrijke rol in de manier waarop die mogelijkheden worden gerealiseerd en in welk tempo dat gebeurt. De kinderopvang levert hieraan een belangrijke bijdrage. Kinderopvang Sterrenrijk is zich er van bewust dat het tot taak heeft dit potentieel aan mogelijkheden bij elk kind optimaal te laten ontplooien. Hierbij is het enerzijds van belang talent te ontdekken en maximaal te laten ontwikkelen en anderzijds om ontwikkelingsproblemen tijdig te signaleren en hier extra aandacht aan te besteden. De situatie in het dagverblijf is er op gericht om kinderen in een veilige en prettige omgeving de dag te laten doorbrengen. Hierbij wordt zowel in groepsverband als individueel bewust aangesloten op de ontwikkelingsfase waarin het kind zich bevindt. Om de ontwikkeling van een kind zo optimaal mogelijk te laten verlopen, is het essentieel een goed pedagogisch klimaat te realiseren. Uitgangspunten van ons pedagogisch klimaat zijn de vier opvoeddoelen: 1. Emotionele veiligheid bieden 2. Gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van persoonlijke competenties 3. Gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties 4. De kans bieden om zich waarden en normen, de “cultuur”van de samenleving eigen te maken. In de ontwikkeling van de kinderen vallen de navolgende deelgebieden te onderscheiden: • motorische ontwikkeling • cognitieve ontwikkeling • sociaal-emotionele ontwikkeling • identiteitsontwikkeling • zelfstandigheidontwikkeling Hieronder volgt de uiteenzetting op welke manier wij deze deelgebieden in de praktijk proberen te bevorderen.
Pedagogisch werkplan KDV
Datum
8
Titel
Emotionele veiligheid Wij zien emotionele veiligheid als een van de belangrijkste opvoeddoelen. Dit vormt een basis voor de overige opvoeddoelen en het voldoen aan de basisbehoefte van een kind. Wat is emotionele veiligheid eigenlijk? Emotionele veiligheid is het creëren van een veilige basis, waar kinderen zich optimaal kunnen ontwikkelen maar ook waarbij kinderen tot ontspanning komen. Een omgeving waar kinderen zich vooral veilig voelen. Kinderen die zich veilig voelen in hun omgeving staan open voor wat er om hen heen gebeurt. Het kind zal hierdoor ook beter aan persoonlijke en sociale ontwikkeling kunnen werken. Het zelfvertrouwen van een kind neemt toe. Bieden van emotionele veiligheid Kinderopvang Sterrenrijk zet verschillende aspecten in om te werken aan emotionele veiligheid van de kinderen. Wij realiseren dit op de volgende wijze: Basisgroep Intake gesprek Wenperiode Pedagogische houding Ritme en structuur Afscheid
De basisgroep Op de groepen van de dagopvang worden kinderen opgevangen in vaste basisgroepen. Een kind ‘hoort’ tot een basisgroep. Bij deze groep horen ook vaste pedagogisch medewerkers. Elke groep bestaat uit gemiddeld vier vaste pedagogisch medewerkers. Naast de pedagogisch medewerkers van de basisgroep, leert het kind dan ook andere pedagogisch medewerkers en andere kinderen van Sterrenschool het Universum kennen en raakt hiermee vertrouwd. Vakanties van de vaste pedagogisch medewerkers worden zo goed mogelijk op elkaar afgestemd. We werken zo veel mogelijk met vaste invalkrachten op de groep. We proberen er voor te zorgen dat er altijd ten minste één vaste pedagogisch medewerker op de groep aanwezig is. Samenvoegen van basisgroepen In sommige situaties kan er voor gekozen worden om (basis)groepen samen te voegen. Door het samenvoegen van groepjes kinderen is er meer keus voor kinderen om samen te spelen met andere kinderen. Zo ontstaat meer gelegenheid om specifieke activiteiten aan te bieden, bijvoorbeeld aan kinderen van dezelfde leeftijd, aan kinderen met dezelfde interesse of wandelen met een groepje kinderen. Doordat alle groepen gedurende de dag met een zelfde dagprogramma werken is de structuur en werkwijze op een (samengevoegde) groep min of meer gelijk. De continuïteit voor de kinderen is daarmee gewaarborgd. Pedagogisch medewerkers van andere groepen zijn bekende en vertrouwde personen voor de kinderen, omdat op diverse momenten gedurende de week bewust gekozen wordt voor het open deuren beleid. Pedagogisch werkplan KDV
Datum
9
Titel Het samenvoegen van basisgroepen kan structureel zijn op een specifieke dag van de week, maar kan ook incidenteel voorkomen, bijvoorbeeld in vakantieperioden. De keuze voor structureel samenvoegen van groepen wordt gemaakt als er sprake is van een lagere bezetting van groepen. Dat is bijvoorbeeld het geval op woensdag en vrijdag. Tijdens vakantieperiodes of vrije dagen kan het incidenteel voorkomen dat basisgroepen worden samengevoegd vanwege een lagere bezetting. Bij de samengestelde groep kan van de reguliere groepsgrootte worden afgeweken, waarbij uiteraard wel altijd wordt uitgegaan van de vastgestelde kwaliteitsregels van de Wet Kinderopvang. Incidenteel is er een verzoek van ouders om een kind in twee basisgroepen te plaatsen, bijv. omdat er geen plek is op verschillende dagen in dezelfde groep. In deze situatie is vooraf toestemming gegeven door de ouder. Ook kan het voorkomen dat een kind een dag(deel) bij de zustergroep wordt opgevangen, ten gevolge van de bezetting op de groepen of om pedagogische redenen. Dit geldt ook voor kinderen die gebruik maken van flexibele opvang. De zustergroep is de naastgelegen groep. Deze groepen werken nauw samen en pedagogisch medewerkers zijn bekende gezichten voor de kinderen. De ouders worden hierover - vooraf - geïnformeerd door de pedagogisch medewerkers van de groep. Indien er voor het ruilen of compenseren van dagen geen plaats is op de basisgroep van het kind, wordt er indien mogelijk eenmalig opvang op een andere groep aangeboden. Bij opvang op een andere basisgroep zorgen we altijd voor een zorgvuldige overdracht. Verlaten van de basisgroep bij activiteiten De kinderen verlaten soms hun basisgroep om te gaan buurten bij een andere groep of om in de hal te spelen. Hier is gelegenheid voor op vaste momenten tijdens het dagprogramma. Dit staat uitgebreid beschreven verderop in het werkplan onder andere bij de dagindeling. Intakegesprek Na ontvangst van een inschrijving en plaatsingsovereenkomst wordt er door de pedagogisch medewerker(s) een afspraak ingepland voor een intakegesprek. Tijdens dit gesprek maken de ouders kennis met de pedagogisch medewerker(s). Ouders krijgen informatie over kinderopvang Sterrenrijk. De dagelijkse gang van zaken wordt tijdens dit gesprek besproken. Ouders kunnen tijdens dit gesprek kenbaar maken hoe wij het beste rekening kunnen houden met hun kind. Samen met de pedagogisch medewerker worden de intakeformulieren (te vinden in de map; intakeformulieren) ingevuld. Tijdens dit gesprek kunnen er afspraken worden gemaakt over de wenperiode van het kind. Het gesprek zal worden afgesloten met een uitgebreide rondleiding. Wenperiode In overleg met de pedagogisch medewerkers worden er twee weken voor de plaatsingsdatum drie wen-dagen afgesproken. Het is belangrijk dat er zorgvuldige afspraken worden gemaakt over de eerste periode, waarin het kind nog moet wennen aan de nieuwe situatie. Met ouders wordt tijdens het intake gesprek afgesproken dat zij tijdens de wenperiode “ stand-by” zijn. Wij kunnen ouders bellen als het kind erg veel moeite heeft met wennen. Natuurlijk zal de pedagogisch medewerker zich flexibel opstellen en er alles aan doen om het kind zo goed mogelijk te laten wennen. Emotionele veiligheid, het welbevinden van het kind wordt als uitgangspunt Pedagogisch werkplan KDV
Datum
10
Titel genomen. Zodra wij merken dat het kind zich totaal niet op zijn/haar gemak voelt zullen wij dit overleggen met ouders. Pedagogische houding Hoewel kinderen op de groepen, het woord zegt het al, in groepen worden opgevangen, vinden we aandacht voor het individuele kind heel belangrijk. Elk kind is anders. We respecteren en accepteren de eigenheid van kinderen. We nemen kinderen serieus en stimuleren de eigen inbreng van de kinderen. We benaderen de kinderen op positieve wijze. Daar waar de ‘eigenheid’ van een kind anderen schade berokkent of belemmert, wordt deze begrensd. We realiseren dit op de volgende wijze: Elk kind is van harte welkom op de groep, we vinden het fijn als het er is en laten dit merken. We verwelkomen elk kind bij binnenkomst. We gaan naar het kind toe en geven het aandacht. Ook verwelkomen we de ouders persoonlijk en vragen of er bijzonderheden zijn. We bieden de gelegenheid om contact te hebben met de pedagogisch medewerker. Gedurende de dag nodigen we kinderen uit om contact te maken, we zijn geïnteresseerd in wat het kind bezighoudt. Om hiervoor gelegenheid te bieden, proberen we voldoende rustmomenten in te bouwen. We zijn er op attent dat we alle kinderen zien en horen. Zowel de kinderen die zelf om aandacht vragen als de teruggetrokken kinderen. We houden rekening met verschillen in karakter en temperament. Een teruggetrokken kind wordt weliswaar gestimuleerd om zich te uiten, maar dit gebeurt niet geforceerd. Een druk kind wordt afgeremd, maar niet volledig ingeperkt. Verzorgmomenten (fles geven, luier verschonen, naar bed brengen, uit bed halen, aankleden etc.) zijn bij uitstek momenten waarop we individueel contact hebben met een kind. Deze mogelijkheden buiten we uit. Tijdens het verschonen bijvoorbeeld knuffelen we, lachen we, praten we met het kind, zingen we een liedje etc. We geven veel positieve aandacht en waardering. We benoemen dat het kind iets goed doet of bepaalde dingen goed kan. We geven een complimentje, een aai over de bol. We reageren enthousiast op pogingen om te draaien, kruipen, staan, lopen, praten e.d. We treden de kinderen met warmte tegemoet. Lichamelijk contact speelt een belangrijke rol. We knuffelen veel met de kinderen. We maken grapjes. Er wordt bewust muziek gebruikt als bijdrage aan een warme, ontspannen sfeer. We zingen veel liedjes en draaien baby-snoezelcd’s of kinderliedjes. Emoties van kinderen mogen er zijn. Dit geldt niet alleen voor gevoelens zoals blijdschap, vriendschap en trots, maar ook voor verwarring, verlegenheid, boosheid, verdriet of teleurstelling. Kinderen mogen best even boos zijn en dat uiten door te schreeuwen, huilen of heel boos kijken. Dit mag, zolang je er een ander geen pijn mee doet of overlast bezorgt. We benoemen gevoelens; leren een kind dingen waarmee het zit onder woorden te brengen. We zijn gericht op de belevingswereld van kinderen. We hebben oog voor zaken die voor het kind belangrijk zijn. We benoemen veranderingen, zoals dat het kind naar de kapper is geweest, nieuwe schoenen aanheeft etc. Op moeilijke momenten zijn we vlak bij de kinderen. We nemen hier de tijd voor. Als het nodig is houden we een kind vast: bijvoorbeeld bij het uitzwaaien, bij het inslapen of als het troost nodig heeft.
Pedagogisch werkplan KDV
Datum
11
Titel Baby’s bieden we nabijheid en regelmatig oogcontact. We zorgen ervoor dat zij ons Telkens kunnen zien of horen. We bieden kinderen hulp die aangepast is aan de behoefte van het kind. Sommige kinderen kunnen zelfstandig brood eten, andere worden hierbij geholpen. Positief leiding geven Deze pedagogische basishouding maakt het mogelijk om kinderen positief te begeleiden bij de dagelijkse activiteiten. Een positieve benadering in verschillende omstandigheden vinden wij belangrijk. Daarvoor gebruiken wij de volgende middelen: Complimenten geven om positief gedrag van kinderen te versterken Positief benaderen (bv. als een kind vaak niet goed op zijn/haar stoel zit en een beetje aan het schommelen is kun je zeggen: “ Laat eens zien hoe goed jij op je stoel kunt zitten”. In plaats van het negatief gedrag te noemen, buig je het handelen naar het positieve). Prijzen en belonen bij goed gedrag. Zo daag je andere kinderen uit om ook het goede gedrag te vertonen. Aandacht voor wat wel mag. Geef daar ook instructie en uitleg over. Niet te veel reageren op negatief gedrag. Zo wordt het negatieve gedrag afgezwakt. Consequenties duidelijk maken Consequent handelen Kortom: een aantal speerpunten Elk kind persoonlijke aandacht geven Elk kind positieve aandacht geven De gevoelens van kinderen herkennen De gevoelens van kinderen waarderen Begripvol reageren op gevoelens van kinderen De kinderen op een rustige en warme toon aanspreken Kinderen aankijken bij het communiceren Goed luisteren naar wat kinderen te vertellen hebben Aansluiten op ervaringen van kinderen Respect tonen voor de inbreng van kinderen Respect tonen voor het karakter van kinderen Het geven van het goede voorbeeld Ritme en structuur Naast een gevoel van geborgenheid, hebben kinderen behoefte aan structuur en duidelijkheid. Dit biedt houvast, voorspelbaarheid en het weten waar ze aan toe zijn. Duidelijkheid is heel belangrijk voor het gevoel van veiligheid van kinderen. Wij realiseren dit op de volgende wijze: Bij de babygroepen wordt er zoveel mogelijk geprobeerd om vast te houden aan de eigen dagritmes van de kinderen en in te spelen op de individuele behoeftes van de kinderen. Wanneer de groep het toelaat proberen we ook met de baby’s zoveel mogelijk volgens een vaste structuur te werken. Het spreekt voor zich dat we hier van afwijken wanneer de
Pedagogisch werkplan KDV
Datum
12
Titel individuele behoeftes dit aangeven. Langzamerhand werken we aan een vast dagrimte en structuur. De kinderen worden bewust gemaakt. Dit begint bij de dreumesgroep. Veel dagelijkse activiteiten kennen een min of meer vaste opbouw, een soort patroon. Zoals rondom het eten en slapen. We proberen deze herkenbare dagindeling te bieden omdat dit structuur biedt aan de kinderen en dus veiligheid. Binnen deze dagindeling is het VVE programma Uk en Puk als rode draad verweven. Gedurende dit dagritme zijn er voortdurend momenten waarop we kinderen verzorgen, de fles geven, naar bed brengen etc. Deze momenten verschillen per dag en kunnen we dus ook niet vastleggen. Verder in het plan kunt u het dagrimte lezen. Afscheid Van kinderen die de opvang verlaten, wordt er met warmte en aandacht afscheid van genomen. Een afscheidsritueel markeert een verandering in het leven van een kind. Voor de andere kinderen wordt daarmee ook duidelijk dat hun vriendje of vriendinnetje niet meer op de opvang terugkomt.
Pedagogisch werkplan KDV
Datum
13
Titel
Het ontwikkelen van persoonlijke competenties Met persoonlijke competenties bedoelen we persoonskenmerken als veerkracht, zelfstandigheid en onafhankelijkheid, zelfvertrouwen, flexibiliteit en creativiteit. Competenties waarmee kinderen allerlei typen problemen kunnen oplossen en zich goed kunnen aanpassen aan veranderende omstandigheden. Deze competenties kunnen kinderen op vele manier vergaren. Belangrijke manieren zijn spelen en ontdekkingen doen. Dit is vooral bij jonge kinderen aan de orde. Door het inrichten van uitnodigende en leerzame speelruimtes stimuleren wij het ontdekken en het spelen. De leerkrachten en pedagogisch medewerkers sturen het spel . Ook bij dit opvoedingsdoel is de aanwezigheid van bekende leeftijdsgenootjes een voorwaarde. Naarmate kinderen elkaar beter kennen, spelen zij meer samen en is hun spel van een hoger niveau. Daarbij vinden wij de manier van communicatie essentieel bij het vergaren van persoonlijke competenties. Hiermee bedoelen wij communicatie tussen kinderen onderling en communicatie tussen kind en leerkracht/ pedagogisch medewerker. Door dit goed aan te sturen (afspraken maken) voorkom je situaties waarbij kinderen zich niet prettig/veilig voelen. Het veilige gevoel draagt weer bij aan een goede ontwikkeling van zelfvertrouwen en onafhankelijkheid. Bij de kinderen met de leeftijd van 0 tot 4 jaar zijn er ook ontwikkelingsgebeiden die nauw samen lopen met persoonlijke competenties. Het vergaren van kennis is een competentie die niet vergeten mag worden. Wij zullen daarom ook een beschrijving geven van de motorische ontwikkeling en de cognitieve ontwikkeling. Gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van persoonlijke competenties Bij het ontwikkelen van persoonlijke competenties zetten wij de volgende aspecten in: - De ruimte - Spel - Activiteiten - Zelfredzaamheid en zelfstandigheid - Ontwikkeling en welbevinden volgen - Observeren en signaleren - Communicatie met de ouders
De ruimte De basis voor een effectief speel- en leerproces is een uitdagende speelleeromgeving. Zo is er op de groep een ontdekhoek, huishoek, bouwhoek, taalhoek en een kunsthoek. Ook worden de hoeken aangepast al naar gelang het thema waar op dat moment mee gewerkt wordt. Als we bijvoorbeeld bezig zijn met het thema wie ben ik, maken we in de groep plek voor een ‘kledingwinkel’, met bijvoorbeeld verkleedkleren, schoenen, hoeden enz. Dit geeft kinderen iedere keer nieuwe impulsen om te gaan spelen. We hebben een rustig hoekje, een plek waar kinderen kunnen bouwen. Aan tafel kunnen de kinderen knutselen. We hebben grondboxen waar de baby’s ongestoord kunnen spelen. Buiten is voldoende ruimte om te rennen, klimmen en op loopfietsjes rond te gaan. Hierdoor krijgen kinderen de kans ongestoord te spelen. We hebben de groepsruimtes zo ingericht dat de omgeving veilig, rustig en overzichtelijk is. De inrichting passen we waar mogelijk aan op wat de kinderen op dat moment bezig houdt. Pedagogisch werkplan KDV
Datum
14
Titel Bv. als we merken dat een kruipende baby veel plezier heeft in een kiekeboespelletje, verschuiven we de bank zo, dat hij zich daarachter kan verstoppen. Aantrekkelijke materialen maken kinderen enthousiast om te spelen of leren. Jonge kinderen verkennen zo de wereld. Een rijke speelleeromgeving stimuleert hen om zelf initiatieven te nemen en keuzes te maken. Een belangrijke voorwaarde om te leren. Spel Kinderen spelen graag. Door spelen ontdekken ze hun creativiteit, leren ze hun emoties te verwerken en kennis op te nemen. Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de kinderen met een project bezig, dan spelen ze gericht spel. De hoeken op de groep worden bij elk nieuw projectthema aangepast. Waar mogelijk stemmen we de inrichting van de aparte (groeps)ruimtes op elkaar af. Op de babygroep kunnen de baby’s rustig en veilig spelen en contact maken met leeftijdgenootjes. We gebruiken grondboxen en hoge boxen. Hoge boxen zijn bedoeld voor de jonge baby’s. In deze box hebben de baby’s hun eigen afgebakende, veilige plek waar ze kunnen spelen of van waaruit ze de ‘wereld’ kunnen bekijken. Wanneer de groep het toelaat en de baby’s hier behoefte aan hebben, worden ook de jonge baby’s al op de grond te spelen gelegd. Ook in de buitenruimte proberen we de verschillende leeftijdscategorieën en ontwikkelingsgebieden aan bod te laten komen. Net zoals in de binnenruimte hebben we hier verschillende activiteitenplekken: Bijvoorbeeld een rustige, beschutte plek voor de jonge baby’s, een zand/watertafel, een plekje waar een kind kan rennen en met een loopauto kan rijden. Er zijn allerlei materialen die buiten gebruikt worden zoals speelgoed voor in de zand/watertafel, loopauto’s, ballen, etc. Activiteiten Kinderen hebben net als volwassenen de behoefte om hun tijd op hun eigen manier door te brengen. Afhankelijk van de leeftijd zien we kinderen vaak in kleine groepjes spelen. Kinderen worden gestimuleerd om zelf intiatieven te nemen en zelf keuzes te maken in hun spel en activiteiten. Dit gebeurt door een rijke en stimulerende speelleeromgeving te bieden. Ook de activiteiten richten we op de groepen; op de baissgroep, op alle kinderen, of op een groepje kinderen van een bepaalde leeftijs of ontwikkelingsniveau. Op de babygroep/dreumesgroep worden met de jongste kinderen vaan individuele activiteiten gedaan zoals; knuffelen, schootspelletjes, rollen met de bal en andere bewegingsactiviteiten. Met de oudere kinderen op de roep lukt het soms al om met meerdere kinderen tegelijk iets te doen. Zoals; op de mat spelen, stoeien, kiekeboespelletjes. We sluiten aan bij de ontwikkeling, ideeen, interesse en leefwereld van het kind. Hierdoor stimuleren we een gevoel van betrokkenheid bij waar de kinderen mee bezig zijn. Betrokkenheid is een voorwaarde voor leren en ontwikkeling. Op de peutergroep zijn de activiteiten gericht. Er is sprake van een dagritme. Het VVE prorgamma Uk en Puk maakt deel uit van de activiteitenprogramma. De peuters maken ook gebruik van de speelhoeken op de gang. We letten er op dat de materialen en activiteiten die we aanbieden, aangepast zijn aan het niveau en de leerwereld van de peuter. Verder in
Pedagogisch werkplan KDV
Datum
15
Titel het pedagogisch werkplan wordt uitgebreid beschreven hoe er gewerkt wordt met het VVE programma Uk en Puk. Zelfstandigheid en zelfredzaamheid Wanneer kinderen zich zelfstandig kunnen bewegen is dit goed voor de eigenwaarde en het zelfvertrouwen in het eigen kunnen. Een kind dat zich competent voelt wil ook graag nieuwe dingen leren en laten zien wat het al zelf kan. De pedagogisch medewerkers op het dagverblijf kunnen kinderen daarin op elk moment en op elke leeftijd stimuleren. Zelf een boterham laten smeren, de jas aan laten doen, kinderen anderen laten helpen, et cetera, zijn allemaal stappen in het ontwikkelingsproces, waar kinderen zelf aan willen werken en waar wij hen in kunnen stimuleren. Elke volgende stap in het ontwikkelingsproces doet het zelfvertrouwen groeien. Als een kind door omstandigheden niet zo makkelijk nieuwe initiatieven neemt, is het de taak van de pedagogisch medewerkers dit te signaleren en te verhelpen. Het is van belang de signalen die kinderen geven, zoals praten, brabbelen, zingen, dansen, tekenen, stil zijn en nog vele andere uitdrukkingsmogelijkheden, tijdig op te vangen. Op kinderopvang Sterrenrijk proberen we het aanbod en situaties zodanig af te stemmen dat de eigen initiatieven van kinderen veel ruimte krijgen. In één adem met zelfstandigheid wordt de verantwoordelijkheid genoemd. De begrippen staan dicht bij elkaar, maar zijn niet hetzelfde. Ze liggen als het ware in het verlengde van elkaar. Al vanaf heel jonge leeftijd kunnen kinderen een stukje verantwoordelijkheid dragen. Wanneer het ene kind het andere pijn doet, kan het kind met hulp van de pedagogisch medewerker leren om de ander te troosten. Net zoals een kind dat een beker met drinken omgooit mee kan helpen met het opruimen daarvan, zonder dat dit een straf is. Kinderen leren van jongs af aan dat zij eigen verantwoordelijkheden hebben en de pedagogisch medewerkers helpen hen om de verantwoordelijkheid die bij een bepaalde leeftijd hoort, te geven en te accepteren. Motorische ontwikkeling Bij de kinderen met de leeftijd van 0 tot 4 jaar zijn er ook ontwikkelingsgebeiden die nauw samen lopen met persoonlijke competenties. Het vergaren van kennis is een competentie die niet vergeten mag worden. In de leeftijd van 0 tot 4 jaar maken kinderen een grote ontwikkeling door in de motorische vaardigheden. De coördinatie en samen bewegen van romp, armen en benen heet de grove motoriek. De grove motoriek wordt gestimuleerd door verschillende uitdagende spelmogelijkheden, afgestemd op de ontwikkelingsfase waar het kind zich in bevind. Een baby wordt aangemoedigd zich te kunnen omrollen, rechtop te gaan zitten, te gaan kruipen en staan. Een dreumes wordt gestimuleerd om te gaan lopen en klauteren. Een peuter moet kunnen klauteren, glijden, rennen, fietsen en springen waardoor het de eigen mogelijkheden leert kennen. Bij de peuterkleuters oefenen we de grove motoriek verder door de kinderen te stimuleren om bijv. te hinkelen of over een lijn te lopen. Het kind leert onder meer omgaan met deze mogelijkheden door het geboden spelmateriaal. De fijne motoriek omvat kleine bewegingen die coördinatie tussen ogen en handen vereisen. Het kind gaat voorwerpen grijpen, pakken en in de mond te stoppen. De fijne motoriek ontstaat onder meer in het spel met de pedagogisch medewerkers en wordt gestimuleerd door materialen als leerzaam speelgoed, kleurtjes, kralen, insteeknoppen en puzzels. Bij baby's wordt het gestimuleerd door, rammelaars en door het doen van spelletjes en babygym.
Pedagogisch werkplan KDV
Datum
16
Titel Cognitieve ontwikkeling De cognitieve ontwikkeling heeft betrekking op de ontwikkeling van taal en denkvermogen. Bij eerstgenoemde gaat het om het begrijpen en spreken van de taal en bij het denkvermogen gaat het om begrip en inzicht verwerven door de informatie uit de omgeving te ordenen, te onthouden, toe te passen en te combineren met nieuwe situaties. Taal en denken zijn nauw met elkaar verbonden. Taal is een belangrijk middel om inzicht te krijgen in de omringende wereld. Een kind vraagt en krijgt in taal uitleg en hulp. De pedagogisch medewerkers spelen hierin een actieve rol door veel tegen het kind te praten. Zoveel mogelijk wordt op elke taaluitdrukking van het kind gereageerd; van de eerste klanken die de baby maakt tot de vragen en verhalen van de peuter. Er wordt door de pedagogisch medewerkers geen brabbeltaal gesproken of nagepraat. Ter stimulering van de taalontwikkeling organiseren de pedagogisch medewerkers verschillende activiteiten, zoals zang, taalspelletjes en spelletjes met klanken en geluiden. Spelen en bezig zijn is leren voor kind. Het kind leert onder meer door voorbeeld en nabootsing. Door allerlei dagelijkse gebeurtenissen te bespreken, ontstaat ordening om de wereld van het kind. De pedagogisch medewerkers legt daarbij uit, benoemt de dingen en nodigt de kinderen uit om dingen zelf te verwoorden. Regelmatig doet de pedagogisch medewerker een beroep op het vermogen van kinderen om zelf oplossingen te zoeken voor problemen. In het dagverblijf wordt veelzijdig materiaal aangeboden waardoor kinderen constant aan het denken worden gezet. De pedagogisch medewerkers stimuleren de creatieve ontwikkeling door het aanbieden van allerlei soorten materialen; zoals speelgoed, water, zand, verf, klei, verkleedkleren en schmink, en activiteiten; zoals muziek, dans en toneel. Voor het kleine kind is het omgaan met materialen een onderzoekende bezigheid. Het leert er de mogelijkheden en de eigenschappen van kennen waarbij het resultaat nog niet belangrijk is. Creatief zijn kan op vele manieren, bijvoorbeeld door fantasie te gebruiken en verhalen te vertellen of rollenspel te spelen. Het is belangrijk dat kinderen hierbij gewaardeerd worden en zoveel mogelijk de ruimte krijgen voor hun eigen inbreng. Ontwikkeling en welbevinden volgen Kinderen zijn heel verschillend. Ook de behoeften van kinderen verschillen enorm. Het is daarom belangrijk dat de pedagogisch medewerkers de kinderen goed observeert. Het volgen van de ontwikkeling en welbevinden van de kinderen is belangrijk om een overzicht te krijgen. Tijdens overdracht wordt er informatie uitgewisseld over onze bevindingen. Indien er behoefte is aan een oudergesprek kan er een apart afspraak worden gemaakt. Indien er behoefte is kan er altijd een oudergesprek ingepland worden Observeren en signaleren Door training en ervaring is een pedagogisch medewerker goed in staat om problemen en afwijkend gedrag van kinderen te signaleren. Na het observeren en het verzamelen van signalen worden ouders hierover ingelicht. In een observatie wordt een helder en duidelijk beeld beschreven van het kind. Een kind dat zich prettig en op zijn gemak voelt is open, nieuwsgierig, levenslustig, tevreden, ontspannen, vol zelfvertrouwen en evenwichtig. Soms, om verschillende redenen, gaat de ontwikkeling van het kind niet goed. De ontwikkeling kan door omgevingsfactoren, karakter of (medische) afwijking een achterstand oplopen. Kinderen kunnen dit op verschillende manieren laten zien. Kenmerken kunnen zijn: gesloten, Pedagogisch werkplan KDV
Datum
17
Titel afwerend, lusteloos, ontevreden, gespannen, onzeker of onevenwichtig gedrag. Het observeren van het welbevinden en de betrokkenheid van het kind kan een goed instrument zijn om het functioneren van het kind op de dagopvang beter en prettiger te laten verlopen. De pedagogisch medewerker informeert de ouders voorzichtig en zorgvuldig over haar zorgen betreffende hun kind en bespreekt eventueel een plan van aanpak. Zo nodig kan zij helpen de weg te vinden naar deskundige hulp. De ouder is vanaf het begin betrokken en heeft bij beslissingen altijd de leiding. De leisters worden ondersteunt door de coördinator en de directie. Communicatie met de ouders Ouders en leiding zijn partners bij de opvoeding van het kind. Des al nietermin ligt de eindverantwoordelijkheid bij de ouders. De meeste ouders treffen wij als de kinderen worden opgehaald. Dit is een moment voor ouders en pedagogisch medewerkers om informatie uit wisselen. Wij vinden het belangrijk dat er uitwisseling plaats vindt. Wij streven daarom ook naar een open en respectvolle manier van communicatie. Natuurlijk is er altijd ruimte voor persoonlijke gesprekken op afspraak. Ook zal er gecommuniceerd worden middels nieuwsbrieven.
Pedagogisch werkplan KDV
Datum
18
Titel
Het ontwikkelen van sociale competenties Het ontwikkelen van sociale competenties is het derde opvoeddoel. Dit opvoeddoel houdt in: sociale kennis, sociale vaardigheden, empatisch vermogen, communicatieve vaardigheden, samen kunnen werken, behulpzaam zijn, conflicten hanteren, conflicten oplossen en het ontwikkelen van sociale verantwoordelijkheid. Kinderen ontwikkelen deze vaardigheden in het contact met anderen mensen. Dit kunnen volwassenen zijn (meestal de opvoeders) maar ook kinderen en andere mensen waar kinderen vaak mee te maken hebben. Kinderen maken een deel uit van een groep. Op school zitten kinderen in de klas maar ook op de opvang nemen kinderen deel aan groepsgebeurtenissen. Kinderen zijn geneigd hun aandacht en gedrag te richten op mensen in hun omgeving, dit duidt op sociaal gedrag. Hieruit kunnen wij concluderen dat kinderen sociale wezens zijn. Kinderen vinden het daarom ook vaak niet leuk om alleen te zijn (dit sluit niet uit dat kinderen soms ook behoefte hebben om even tijd voor zich zelf te hebben). Om het ontwikkelen van de sociale competentie zo go Gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties Bij het ontwikkelen van persoonlijke sociale houden wij rekening met de volgende aspecten: - sociaal emotionele ontwikkeling - identieteitsontwikkeling - groepsactiveiten - communicatie en kindinspraak Sociaal-emotionele ontwikkeling Belangrijk aspect van de sociale ontwikkeling is de ervaring hoe het is om samen te zijn met andere kinderen en volwassenen. Door het omgaan met leeftijdgenootjes en pedagogisch medewerkers leert het kind de uitwerking van z'n gedrag op anderen mensen en het gevoel dat hij daarbij krijgt, kennen. Hierdoor leert het kind inzicht te krijgen in zijn eigen gevoelens en leert het verschillende reactiemogelijkheden. Tevens ziet het kind al vroeg de betekenis van delen, troosten, helpen, rekening houden met anderen en omgaan met conflicten. Het waarnemen en het serieus nemen van gevoelens van de kinderen is uitermate belangrijk. Dit sensitieve inlevingsvermogen is bij de pedagogisch medewerkers een essentiële eigenschap. Het is de taak van de pedagogisch medewerkers om op de juiste manier met de gevoelens om te gaan en het een plaats te geven. Hoe onredelijk bepaalde gevoelens van kinderen ook lijken, het is van belang deze gevoelens te accepteren en te respecteren. De pedagogisch medewerkers proberen de gevoelens van de kinderen, zoals blijdschap, woede, geluk, verdriet, zelfverzekerdheid, angst, verliefdheid en onverschilligheid te verwoorden. Zo leert het kind de betekenis van zijn gevoelens, herkent gevoelens van andere kinderen en leert hiermee om te gaan. Kleine kinderen uiten veel van hun gevoelens door spel. De pedagogisch medewerkers spelen hierop in en stimuleren dit door bijvoorbeeld fantasie en rollenspelen. Identiteitsontwikkeling
Pedagogisch werkplan KDV
Datum
19
Titel Geleidelijk aan wordt het kind zich er van bewust dat het een persoon is die verschilt van ieder ander. Dat vinden sommige kinderen eng en andere juist prettig. Het is dan ook een taak van de pedagogisch medewerkers om dit uniek-zijn positief te benaderen zodat het zelfvertrouwen van het kind enkel groter wordt. Er wordt op kinderopvang Sterrenrijk veel aandacht besteed aan de persoonlijke verhalen en het kind wordt gestimuleerd zich te uiten en eigen keuzes te maken. De pedagogisch medewerker waardeert onderlinge verschillen tussen de kinderen in bijvoorbeeld voorkeur voor activiteiten, tempo en spontaniteit. Daarnaast stimuleert de pedagogisch medewerker het identiteitsbesef ook door bijvoorbeeld regelmatig opnoemen van namen en achternamen of door te geven van eigen plekjes of spullen. Eigenwaarde en respect Op een respectvolle manier met jezelf, de omgeving en met anderen omgaan, vinden wij erg belangrijk. Kinderopvang Sterrenrijk stimuleert om op een respectvolle manier met elkaar, de omgeving en met je zelf om te gaan. Duidelijke afspraken maken over wat wij wel en niet willen is van essentieel belang. De pedagogisch medewerkers is hiervoor verantwoordelijk. Ook heeft de pedagogisch medewerkers een voorbeeld en – toezichtfunctie. Groepsactiviteiten Kinderopvang Sterrenrijk vindt het belangrijk dat er gezamenlijke momenten zijn op een dag. Dit is een moment om de sociale contact te bevorderen. Er is ruimte voor interactie. De sociale vaardigheden worden tijdens deze momenten geoefend: het doorgeven van brood, naar elkaar luisteren, elkaar laten uitpraten, ervaringen van elkaar respecteren en elkaar helpen. De pedagogisch medewerker zal toezicht houden en de communicatie sturen. Sociale vaardigheden worden ook geoefend tijdens gezamenlijke groepsactiviteiten die regelmatig worden georganiseerd. Denk hier aan: uitstapjes, spelletjes, toneelstukjes, muziek maken en themadagen. Het is niet uit te sluiten dat kinderen onderling conflicten met elkaar kunnen krijgen. Hoe kinderen deze conflicten zullen oplossen is afhankelijk van een aantal factoren. Kinderopvang Sterrenrijk vindt het belangrijk dat de pedagogisch medewerkers kinderen sturen bij het hanteren en oplossen van conflicten. Er zullen regelmatig gesprekken/workshops plaats vinden om de kinderen te leren hoe zij kunnen omgaan met een conflict situatie. Tijdens de gesprekken/workshops zullen ook ander sociale competenties aanbod komen. Kinderopvang Sterrenwijk zal zorg dragen voor het leuk/spelenderwijs aanleren van de sociale competenties. Communicatie en kindinspraak Communicatie is van essentieel belang bij het ontwikkelen van deze vaardigheden. Kinderen kun je leren om goed te communiceren. Door veel met de kinderen te praten en door de kinderen ook met elkaar te laten/leren praten, kun je het vermogen en de bereidheid tot communicatie bevorderen. Communicatie vormt de basis voor de sociale ontwikkeling. Ook de cognitieve ontwikkeling en kennisverwerving zijn afhankelijk van communicatie.
Pedagogisch werkplan KDV
Datum
20
Titel Sterrenrijk vindt het belangrijk dat pedagogisch medewerkers een sturende/bemiddelde rol inneemt bij de communicatie met/tussen kinderen. Door hier bewust mee om te gaan kunnen wij kinderen op jonge leeftijd een positieve ervaring met communicatie laten op doen. Zo scheppen wij de voorwaarde voor het ontwikkelen van sociale competenties. Kinderopvang Sterrenrijk stelt het op prijs als er veel ruimte voor eigen inbreng is. Kinderen worden gestimuleerd om mee te denken over de gang van zaken. Je spreekt kinderen zo aan op hun sociale verantwoordelijkheid en op hun empatisch vermogen. Je stimuleert door dergelijke processen namelijk; inleven in een ander, wat ik leuk vind is dat ook leuk voor de groep?, kunnen we een oplossing vinden waarbij we allemaal blij zijn?, etc.
Pedagogisch werkplan KDV
Datum
21
Titel
De overdracht van normen, waarden en cultuur Het overbrengen van waarden en normen is het vierde opvoedingsdoel. In de opvoeding van kinderen is het belangrijk dat opvoeders aandacht besteden aan normen en waarden. Het begrip waarden erg relatief en subjectief. Waarden zijn onderhevig aan vele veranderingen zoals, de tijd, het gebied maar ook de directe omgeving. Waarden zijn ook erg cultuurgebonden en variëren per samenleving. Al met al geven waarden uitdrukking aan de betekenis die mensen hechten aan bepaald gedrag, aan bepaalde dingen of gebeurtenissen. Waarden zijn opvattingen die aangeven hoe belangrijk mensen iets vinden. Normen vertalen de waarden in regels en voorschriften over hoe volwassenen en kinderen zich behoren te gedragen. De waarde is bijvoorbeeld: respect hebben voor elkaar. De norm is dat lijfelijke agressie niet wordt toegestaan. Het is belangrijk dat er afspraken gemaakt worden, over wat er aan de kinderen overgebracht moet worden. In een kinderopvang komen kinderen in aanraking met meer of andere aspecten van verschillende culturen dan thuis. Ook vinden er in een groep veel leermomenten voor zoals: bij conflicten tussen kinderen, bij verdriet, bij pijn maar ook bij de verschillende feestdagen en rituelen. Hoe de pedagogisch medewerkers zich gedraagt, is van essentieel belang zij de morele ontwikkeling van kinderen. Kinderen neigen vaak hun opvoeder te imiteren. Door de reacties van de pedagogisch medewerkers ervaren de kinderen de grenzen van goed of slecht, van anders, van mogen en moeten. De pedagogisch medewerkers heeft invloed op de ontwikkeling van het inlevingsvermogen, tolerantie vermogen en op wederzijds respect tonen. Een kind wordt gevormd door de omgang met volwassenen en andere kinderen. De omgang tussen volwassenen en kinderen heeft in de opvang een andere dimensie dan thuis. De pedagogisch medewerker is in eerste instantie beroepsmatig bij de kinderen betrokken. De pedagogisch medewerker onderhoudt onderling contact met alle kinderen uit de groep. Daarnaast is er de omgang met de groep als geheel. Op beide niveaus is sprake van een voortdurende uitwisseling van waarden en normen in communicatie en interactie. De kinderen krijgen dagelijks te maken met de waarden die hier gelden doordat de pedagogisch medewerker hierover vertelt, kinderen hierom complimenteert of juist terecht wijst. In een groep kinderen is er sprake van een continu proces. Dit vindt voor een gedeelte bewust en een gedeelte onbewust plaats. Door middel van taal vindt er onderling een bewuste uitwisseling plaats van waarde en normen. Daarnaast speelt het non-verbaal uitwisselen en overbrengen van bepaalde gevoelens een grote rol in het leerproces. Op kinderopvang Sterrenrijk wordt zorgvuldig omgegaan met het aangeven van waarden en normen omdat het in grote mate kan bijdragen aan de ontwikkeling van de persoonlijkheid en de omgang met anderen. Binnen het kader van waarden en normen valt tevens het respect hebben voor de eigenheid van het kind. Ieder kind is anders en daardoor uniek en wordt op kinderopvang Sterrenrijk serieus genomen. Het is vanzelfsprekend dat iedereen elkaar respecteert, volwassene of kind, ongeacht geslacht, intelligentie, leeftijd, religieuze achtergrond, etnische afkomst of seksuele geaardheid.
Pedagogisch werkplan KDV
Datum
22
Titel
Waarden en normen van Kinderopvang Sterrenrijk Over belangrijke dingen in het leven kunnen pedagogisch medewerkers, ouders en kinderen van mening verschillen. Het is daarom soms moeilijk om een eenduidig format samen te stellen over wat nou goede normen en waarden zijn. Toch zijn er een aantal dingen die voor ons allen belangrijk zijn. Zo stelt Kinderopvang Sterrenrijk de volgende algemene normen:
Respect hebben voor elkaar Respect hebben voor andere culturen/ religiën Goede sfeer in de groep waarborgen Saamhorigheid Jezelf kunnen zijn Uitkomen voor je mening en gevoelens Samenwerken op meerdere gebieden Verschillen erkennen, bespreekbaar maken en accepteren
Regels binnen de groep Kinderen moeten weten waar ze aan toe zijn. Het opstellen van duidelijk regels zorgt hiervoor. De regels gelden in principe voor alle kinderen. Het kan voorkomen dat er voor de oudere kinderen (naar ratio) andere regels zullen gelden. Niet alleen het kenbaar maken van de regels is belangrijk. Het is belangrijk dat er ook uitgelegd wordt waarom bepaalde regels gelden. Tevens moeten de consequenties bij het niet volgen van de regels, kenbaar gemaakt worden. De regels worden tijdens kringgesprekken en eetmomenten besproken. Het vieren van feesten Kinderopvang Sterrenrijk viert door het jaar heen diverse feesten: de verjaardagen van de kinderen en pedagogisch medewerkers, Kerstmis, Sinterklaas ook is er ruimte voor feestdagen die voorkomen uit andere culturen (zoals; Suikerfeest, divali et cetera).
Pedagogisch werkplan KDV
Datum
23
Titel
De groepen Kinderopvang Sterrenrijk is onderverdeeld in dagopvang en buitenschoolse opvang. Binnen het gedeelte van dagopvang hebben we drie horizontale groepen namelijk; de babygroep, de dreumesgroep en de peutergroep. Horizontale groep Horizontale groepen zijn zo samengesteld dat kinderen van ongeveer dezelfde leeftijd bij elkaar zitten, bijvoorbeeld een babygroep, een dreumesgroep en een peutergroep. In verticale groepen zitten kinderen van nul tot en met drie bij elkaar. Kinderopvang Sterrenijk kiest ervoor om de kinderen op te vangen in horizontale groepen. Zo kunnen we beter tegemoetkomen aan de behoeften van baby’s, dreumessen en de peuters. Desalnietemin zal er bij uitzonderingen gecluseterd worden. De groepen worden dan ook zoveel mogelijk leeftijd gerelateerd geclusterd. Zo zullen de baby’s en dreumessen geclusterd kunnen worden. Peuters vanaf 3,5 jaar zullen geclusterd kunnen worden met de onderbouwgroep van de BSO. Voordelen horizontale groep: Meer (kans op) leeftijdsgenootjes Minder leeftijdsverschil tussen de oudsten en de jongsten Minder kans op fysiek of mentaal 'overwicht' van de groter kinderen op de kleinere Meer (kans op) leeftijdsgerichte activiteiten Pedagogisch medewerkers hebben zich kunnen (dit hoeft dus niet het geval te zijn) specialiseren in kennis van een bepaalde leeftijdsgroep
Groepsindeling en personeel Kinderopvang Sterrenrijk is kleinschalig, wat ervoor zorgt dat de communicatielijnen tussen ouders en directie kort zijn. Als ouder kunt u altijd iemand van de directie spreken, waardoor uw vragen en verzoeken veel sneller dan bij sommige concurrenten kunnen worden gehonoreerd. Kinderopvang Sterrenrijk beschikt over vier groepen en kan per dag maximaal 80 kinderen in de leeftijd van 0 tot 13 jaar opvangen. Er kunnen 40 kinderen op de dagopvang worden opgevangen en 40 kinderen op de buitenschoolse opvang. Wij hebben de volgende groepen op de dagopvang: De babygroep: De sterretjes Op onze babygroep worden kinderen tussen de 10 weken en 1 jaar opgevangen. Het is een horizontale groep waarbij 12 baby’s kunnen worden geplaatst. Kind pedagogisch medewerker-ratio op deze groep is 1:4. Het ritme van thuis wordt aangehouden. De groepen worden begeleid door vaste gediplomeerd pedagogisch medewerkers. De dreumesgroep: De zonnetjes Op onze dreumesgroep worden kinderen tussen 1 jaar en 2/2.5 jaar opgevangen. De dreumesgroep is een horizontale groep waarin 12 dreumesen kunnen worden geplaatst. De dreumesgroep begint met het aanleren van een dagritme. In de dreumesgroep wordt er een start gemaakt met thematisch werken. Kind pedagogisch medewerker-ratio op de dreumesgroep is 1:5. De groepen worden begeleid door vaste gediplomeerde pedagogisch medewerkers. Pedagogisch werkplan KDV
Datum
24
Titel
De peutergroep: De maantjes Op onze peutergroep worden kinderen tussen 2/2.5 jaar en 4 jaar opgevangen. Essentieel in de peutergroep is het aanbieden van VVE en de doorgaande lijn naar het basisonderwijs. De peutergroep heeft plek voor 16 peuters. Kind pedagogisch medewerker-ratio is(Vanaf 1 januari 2015 geldt voor alle drie de groepscombinaties een ratio van 1 beroepskracht op 8 kinderen) 1:8. De kinderen worden begeleid door gediplomeerd pedagogisch medewerkers die nauw samenwerken met de kleuterjuffen. Het peuterlokaal bevindt zich ook naast de kleuterklassen. De leeftijden van de groepen sluiten niet volledig aan en overlappen elkaar een beetje. Dit heeft als reden dat wij niet alleen en enkel naar de absolute leeftijd van een kind kijken, maar ook naar de ontwikkeling van elk kind individueel. Soms kan het voorkomen dat een baby die net 1 jaar oud is al toe is aan meer uitdagingen, waardoor dit kindje doorgeschoven kan worden naar de dreumesgroep. Anderzijds kan het ook zo zijn dat een kind van 2,5 jaar oud nog niet helemaal toe is aan de peutergroep. Wij bekijken dit per kind en overleggen eventueel doorschuiven altijd met de ouders. Wij zetten alleen gediplomeerde pedagogische medewerkers in binnen onze organisatie. Onder gediplomeerde pedagogisch medewerker wordt in dit beleidsplan altijd een medewerker met een diploma dat voorkomt in de lijst van de CAO kinderopvang bedoeld. Meestal betreft dit pedagogisch medewerker niveau 3 of 4. Ook hebben wij twee leerkrachten in dienst die de aansluiting op het basisonderwijs bevorderen. Kinderopvang Sterrenrijk zal stagiaires niet structureel zelfstandig inzetten maar boventallig naast een beroepskracht. (Meer informatie over de inzetbaarheid van stagiaires kunt u vinden in de CAO Kinderopvang) Het aantal benodigde pedagogisch medewerkers wordt volgens een rekenkundig gemiddelde berekend, waarbij naar boven kan worden afgerond. De kinderen bevinden zich gedurende het merendeel van de dag op de eigen stamruimte met de eigen stamgroep. Ook dit zorgt voor stabiliteit en regelmaat. Zij leren dan van de eigen groep waar speelgoed ligt, waar er wordt gegeten en waar er wordt geslapen. Er wordt per stamgroep gewerkt met vaste pedagogisch medewerkers. Per groep worden maximaal drie verschillende pedagogisch medewerkers ingeroosterd. Op deze manier wennen de kinderen aan de leiding en voelen zij zich meer op hun gemak. Hierdoor hebben de kinderen een vast aanspreekpunt waartoe zij zich kunnen wenden met vragen en dergelijke. Mocht een pedagogisch medewerker van een bepaalde groep niet beschikbaar zijn i.v.m. bijv. ziekte, dan zal geprobeerd worden om intern een oplossing te vinden voor dit probleem, door het inroosteren van een bekende pedagogisch medewerker voor de kinderen. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan wordt er getracht om een personeelslid van een van onze andere vestigingen in te schakelen (die zijn immers al bekend met ons pedagogisch beleid en visie etc.).
Pedagogisch werkplan KDV
Datum
25
Titel Incidenteel (bijvoorbeeld tijdens vakantieperiodes of andere periodes met absentie van kinderen of personeel) zullen de groepen om planmatige redenen niet in de vaste samenstelling draaien en zullen groepen worden samengevoegd. Met de planning zal altijd de rust in de groep belangrijk blijven en de leidsterkind-ratio blijft gewaarborgd. Een kind zal in nooit meer dan 2 verschillende groepen worden opgevangen gedurende de week. Achterwachtregeling Daarnaast worden de beroepskrachten ondersteund door andere volwassenen: N. Sharma (directie) Achterwacht, administratie, inkoop, personeel, contact met ouders. Advies en suggesties aangaande werksituatie SKK, bemiddeling in klachten tussen ouders en/ of personeel. Controlerende functie van de opvang, ondersteuning bij vragen over bijvoorbeeld ziektes of kindermishandeling Vakbond Ondersteuning bij werk gerelateerde vragen. P. Ramsanjhal (management) Achterwacht, uitleg over beleid, contactpersoon voor ouders, regelen van EHBO en BHV-cursus, dagelijkse zaken, hulp bij pedagogische vragen, kan tevens invallen op een groep. Ondersteuning bij wijzigingen in groepsinrichting of stagiaires, oudercommissie. O. Makrouf (assistent leidinggevende) Achterwacht, manager gezondheid en risicoinventarisatie, contact met ouders, ondersteuning administratie, kan tevens invallen op een groep P. Ramsanjhal en O. Makrouf wonen binnen 5 minuten van de kinderopvang en kunnen snel ter plaatse zijn indien dat nodig is. De telefoonnummers van de achterwacht zijn: Nisha Sharma: 06-41366089 Poonam Ramsanjhal: 06-14269391 Oihiba Makrouf: 06-13086709 Het kan voorkomen dat een beroepskracht gedurende een korte periode alleen op de groep staat omdat dit zo uitkomt en afwijken van de beroepskracht/kind-ratio dit toestaat. In dat geval zal er altijd een tweede volwassene ter ondersteuning aanwezig zijn. Dit kan een stagiaire zijn maar ook een collega van de andere groep of de leidinggevende. Plaatsing op de groep Voordat een kind bij ons geplaatst wordt treden wij in gesprek met de ouders om te praten over het kind bij de intake. Tijdens deze intake proberen wij te achterhalen in welke groep het kind het beste zal passen. In veel gevallen is dit vrij snel duidelijk (een baby van 3 maanden kan bijvoorbeeld niet op de peutergroep worden geplaatst). In andere gevallen zal dit onderscheid moeilijker te maken zijn en zal het de afweging zijn het kind op bijvoorbeeld de dreumes of de peutergroep te plaatsen. Wenbeleid Er worden daarbij drie wenmomenten genomen. Bij het eerste moment gaat het kind van 9:00 tot 10:00 uur naar de nieuwe groep, om daar samen met de andere kinderen het startmoment mee te maken. Tijdens startmoment worden nieuwelingen namelijk het makkelijkste opgenomen in een sociale groep. Op de tweede dag gaat het kind van 9:00 tot 12:00 naar de nieuwe groep, om daar niet alleen het startmoment, maar ook de speelmomenten mee te maken. Op de derde wen-dag gaan de kinderen van 09.00-15.00 wennen op de groep. Een groot gedeelte van het dagritme komt dan aanbod. Kinderen Pedagogisch werkplan KDV
Datum
26
Titel worden dus geleidelijk aan voorbereid. Indien ouders het fijn vinden om op een andere manier het kind te laten wennen, zullen wij daar gehoor aan geven. Wij zijn ons ervan bewust dat elk kind anders is en dat het wennen ook aangepast moet worden aan het kind. Doorstomen Doorschuiven van de kinderen gebeurt ook op basis van de ontwikkeling van het kind, niet op basis van absolute leeftijd. Zodra de pedagogisch medewerkers van mening zijn dat het kind naar de volgende groep kan om daar nieuwe dingen te gaan ontdekken, zullen zij dit voorleggen aan de ouders om hierover afspraken te maken. Het wennen op de nieuwe groep gaat ook volgens het wenbeleid (hierboven beschreven). Indien tijdens de wenmomenten blijkt dat een kind zich nog niet prettig voelt op de nieuwe groep, dan kan de doorstroming in overleg met ouders worden uitgesteld. Vaste dagen/ extra dagen en ruilbeleid In principe neemt u als klant vaste dagdelen bij ons af. U komt bijvoorbeeld vast op de maandag en dinsdag. In onze planning houden wij rekening met het aantal kinderen op een dag. Hierop wordt bijvoorbeeld het aantal medewerkers en de hoeveelheid voeding of knutselmaterialen die voor een dag worden voorbereid afgestemd. Mocht er iets wijzigen in uw situatie, dan houden wij daar uiteraard rekening mee en komen wij u voor zover mogelijk daarin tegemoet. Wij accepteren ook klanten met flexibele roosters, die bijvoorbeeld in de zorg werkzaam zijn. Het is dan de bedoeling dat u ons tijdig (uiterlijk twee weken van tevoren) doorgeeft, op welke dagen wij uw kind in een bepaalde week kunnen verwachten. Uiteraard kan het ook voorkomen dat u plotseling een andere dag dan normaal opvang nodig heeft, of een extra dag opvang nodig heeft. Ook hierin komen wij u graag tegemoet, mits de situatie dat toelaat. Er mogen bijvoorbeeld maar een beperkt aantal kinderen op een groep met een vast aantal pedagogisch medewerkers worden opgevangen. Zolang wij binnen de gestelde regels uw kind kunnen opvangen zullen wij dit doen. Indien de vaste groep van een kind geen plek heeft, maar een ouder toch dringend opvang nodig heeft, dan kan er in overleg met de ouder worden afgeweken van de vaste stamgroep. Het flexibele of extra kind zal dan op een groep worden opgevangen waar capaciteit beschikbaar is. U wordt hier als ouder over geïnformeerd en wordt verzocht schriftelijk te bevestigen dat u hiervan op de hoogte bent gebracht.
Pedagogisch werkplan KDV
Datum
27
Titel
De dag Kinderopvang Sterrenrijk vindt het belangrijk dat kinderen regelmaat in de dagindeling ervaren. Regelmaat geeft veiligheid voor kinderen. Daarom hanteert elke groep een vaste dagindeling, waarbij elementen zoals aan tafel gaan of naar bed gaan op vaste tijdstippen plaatsvinden. Bij de baby’s wordt er op individuele basis naar de behoefte van de kinderen gekeken.
Dagschema babygroep: De Sterretjes
07.00-09.00
Binnen komst baby’s De baby’s worden opgevangen op de Sterretjesgroep bij hun vaste pedagogisch medewerker.
09.30-10.00
Welkom allemaal We gaan met de groep aan tafel, zingen een goedemorgen liedje en heten elkaar welkom. We drinken sap en een koekje of cracker wat aansluit op de leeftijd.
10.00-10.15
Verzorging De kinderen worden voorzien van een schone luier, handjes en mondjes worden schoongemaakt. Kinderen die gaan slapen worden klaargemaakt om naar bed te gaan.
10.30-11.30
Spelen De kinderen die nog wakker zijn doen een rustige activiteit. Dat kan zijn, spelen in de box, een boekje lezen met de pedagogisch medewerker, een (knutsel)werkje aan tafel. Lunchen We gaan met de kinderen aan tafel, we eten gezamenlijk brood(korst), papfles, naar leeftijd en behoefte van het kind. Spelen en ontwikkelingsgerichte activiteiten Met de kinderen die wakker zijn worden georganiseerde activiteiten gedaan. Vaak aan de hand van het thema dat kan zijn, liedjes zingen, spelletjes voor de motoriek, verbaal etc.
11.30-12.00
12.30-14.30
15.00-15.30
16.30-17.00
17.00-19.00
Fruit moment De kinderen gaan aan tafel, we zingen een smakelijk eten liedje en eten gezamenlijk vers fruit. Gepureerd, of in kleine stukjes naar behoefte van leeftijd en kind. Verzorging Kinderen worden voorzien van een schone luier, handjes en mondjes worden schoongemaakt. Afsluiting van de dag Liedjes zingen met gebaren, knuffelen en kletsen. Spulletjes van de kinderen verzamelen, overdracht en tijd voor een praatje met de ouders/verzorgers.
Pedagogisch werkplan KDV
Datum
28
Titel
De baby’s drinken hun flesvoeding volgens hun eigen ritme. Bij mooi weer maken we een wandeling in de buitenlucht. Baby’s slapen naar hun behoefte, dit kan afwijken van ons dagritme.
Pedagogisch werkplan KDV
Datum
29
Titel Dagschema dreumesgroep: De Zonnetjes
07.00-09.00
Binnenkomst dreumesen De dreumesen worden opgevangen op de Sterretjesgroep bij hun vaste pedagogisch medewerker.
09.30-10.00
Welkom allemaal We gaan met de groep aan tafel, zingen een goedemorgen liedje en heten elkaar welkom. We drinken sap en een koekje of cracker wat aansluit op de leeftijd.
10.00-10.15
Verzorging De kinderen worden voorzien van een schone luier, handjes en mondjes worden schoongemaakt. Kinderen die gaan slapen worden klaargemaakt om naar bed te gaan.
10.30-11.30
Spelen De kinderen die nog wakker zijn doen een rustige activiteit. Dat kan zijn, spelen in de box, een boekje lezen met de pedagogisch medewerker, een (knutsel)werkje aan tafel. Lunchen We gaan met de kinderen aan tafel, we eten gezamenlijk brood(korst), papfles, naar leeftijd en behoefte van het kind. Verzorging De kinderen worden voorzien van een schone luier, handjes en mondjes worden schoongemaakt. Kinderen die gaan slapen worden klaargemaakt om naar bed te gaan. Spelen en ontwikkelingsgerichte activiteiten Met de kinderen die wakker zijn worden georganiseerde activiteiten gedaan. Vaak aan de hand van het (Sterrenschool)thema dat kan zijn, liedjes zingen, spelletjes voor de motoriek, verbaal etc. Verzorging De kinderen worden voorzien van een schone luier, Handjes en mondjes worden schoongemaakt. Kinderen die gaan slapen worden klaar gemaakt om naar bed te gaan. Fruit moment De kinderen gaan aan tafel, we zingen een smakelijk eten liedje en eten gezamenlijk vers fruit. Gepureerd, of in kleine stukjes naar behoefte van leeftijd en kind. Gezelligheid en vrij spellen Kinderen spelen naar behoefte, de muziek staat gezellig aan, voorlezen, rollen op de matten, en spelen met de pedagogisch medewerkers. Verzorging Kinderen worden voorzien van een schone luier, handjes en mondjes worden schoongemaakt.
11.30-12.00
12.00-12.15
12.30-14.30
14.30-14.45
15.00-15.30
15.30-16.30
16.30-17.00
17.00-19.00
Afsluiting van de dag Liedjes zingen met gebaren, knuffelen en kletsen.
Pedagogisch werkplan KDV
Datum
30
Titel Spulletjes van de kinderen verzamelen, overdracht en tijd voor een praatje met de ouders/verzorgers.
De baby’s drinken hun flesvoeding volgens hun eigen ritme. Bij mooi weer maken we een wandeling in de buitenlucht. Baby’s slapen naar hun behoefte, dit kan afwijken van ons dagritme.
Dagschema peutergroep: De Maantjes
07.00-08.30 Aankomst van de peuters. De peuters worden door hun ouders gebracht naar de peuterpedagogisch medewerker. Daar is een vaste groep voor. De kinderen mogen bij binnenkomst vrijspelen. Om 08.00 uur krijgen de kinderen die thuis niet hebben ontbeten, een ontbijt aangeboden. 08.30-09.30
Begin van de dag; welkomstliedje, noemen van de namen, voorlezen van een boekje m.b.t. een thema. Daarna bespreken van wat we de ochtend gaan doen. Hierbij wordt geprobeerd een actief gesprek te voeren met de kinderen om taalgebruik te stimuleren over onder meer het thema, waarmee we op dat moment bezig zijn. Onderdeel van VVE programma.
Pedagogisch werkplan KDV
Datum
31
Titel 09.30-10.00 Verschoonronde/ naar de WC gaan. 10.00-10.30
Fruitmoment. Alle kinderen zitten aan tafel en krijgen fruit te eten. Voor het eten zingen we een liedje en na afloop wordt er een boekje voorgelezen. Onderdeel VVE programma.
10.30-11.30
Georganiseerde activiteit gecombineerd met vrijspelen (gebaseerd op taalontwikkeling. Onderdeel VVE programma).
11.30-12.00
Handen wassen en klaarmaken voor de lunch
12.00-13.00
Lunchen en verschonen/naar de wc.
13.00-14.00
Buitenspelen
14.00-15.00
Georganiseerde activiteit gecombineerd met vrijspelen (gebaseerd op algemene ontwikkelingsgebieden: Onderdeel VVE programma).
15.00-15.30
Fruitmoment. Alle kinderen zitten aan tafel en krijgen fruit te eten. Voor het eten zingen we een liedje en na afloop wordt er een boekje voorgelezen.
15.30-16.00
Rustmoment, tijdens dit halfuurtje kan er een boekje voorgelezen worden of er wordt naar een filmpje gekeken. De kinderen worden verschoond/ gaan naar de wc.
16.00-17.30
Spelen en werkjes maken.
17.30-18.00
Eetmoment.
18.00-19.00
Afsluiten van de dag. Liedjes zingen met gebaren, knuffelen en kletsen. Spulletjes van de kinderen verzamelen, overdracht en tijd voor een praatje met de ouders/verzorgers.
Pedagogisch werkplan KDV
Datum
32
Titel
• De baby’s drinken hun flesvoeding volgens hun eigen ritme. • Bij mooi weer maken we een wandeling in de buitenlucht. • Baby’s slapen naar hun behoefte, dit kan afwijken van ons dagritme.
Pedagogisch werkplan KDV
Datum
33
Titel Slapen en rusten Tijdens de intake wordt er met de ouders een afspraak gemaakt over het slaapritme van hun baby of jonge peuter. Baby’s slapen wanneer zij behoefte hebben om te slapen. De peuters worden na de lunch op hun eigen slaapkamer te slapen gelegd. Heeft een kind een andere slaapbehoefte, zoals minder of niet meer slapen, dan wordt dit met de ouders afgestemd. Spelen en activiteiten Jonge kinderen De baby’s staan voor een groot deel van de dag in het teken van verzorging. Tijdens de verzorging wordt er met de kinderen gepraat. Er wordt regelmatig gezongen en geknuffeld. Zodra de baby’s kunnen zitten, nemen ze deel aan de kring waarin liedjes worden gezongen. Het aanbod van speelgoed wordt aangepast op de leeftijd. Er wordt voldoende variatie aangeboden. Oudere kinderen In het dagritme zijn enkele vaste activiteiten opgenomen, zoals het samen zingen en eten in de kring. Daarnaast is er veel ruimte voor de peuters om zelf te spelen. Ons speelgoed staat op kinderhoogte uitgesteld en kinderen kunnen zelf kiezen uit een gevarieerd aanbod. Op vaste tijden worden activiteiten aangeboden om bezig te zijn, maar ook om kennis te maken met allerlei materialen en spelletjes. De uitdaging zit in de variatie van het aanbod. Op de groepen wordt themagericht gewerkt: de thema’s worden in onderling overleg gekozen en regelmatig afgewisseld. Thema’s sluiten aan bij de seizoenen, maar ook bij de diverse feesten en onderwerpen als circus, dieren, etc. door het jaar heen. Ook het knutselen is gericht op het betreffende thema. Deze materialen worden bewaard in speciale opbergkisten die, behalve thematisch speelgoed, ook allerlei ideeën voor activiteiten bevatten. Activiteiten binnen de peutergroep zijn behalve vrij spelen, waarin de fantasie en het samenspelen belangrijk zijn, ook gerichte opdrachten. Deze opdrachten zijn nooit verplicht: kinderen worden niet gedwongen om iets te maken of te doen. De pedagogisch medewerkers maken het werk ook niet af. Het is niet belangrijk dat het product iets voorstelt; veel belangrijker is dat kinderen kennismaken met diverse materialen en leren om hun creativiteit te uiten. De groepen wisselen soms ook onderling materialen uit.
Pedagogisch werkplan KDV
Datum
34
Titel
Voor- en vroegschoolse Educatie UK & PUK (VVE) We werken met het programma Uk & Puk, een kindgericht programma voor kinderen van twee tot 4 jaar. Wij stimuleren middels activiteiten de spreek- en taalvaardigheid, de sociaal-emotionele vaardigheden en de motorische en zintuigelijke vaardigheden. Ook stimuleren wij de eerste rekenprikkels. Als organisatie dragen wij op deze wijze bij aan de ontwikkeling van jonge kinderen en bieden hen optimale ontwikkelingskansen. De uitvoering van Uk & Puk wordt afgestemd op de leerlijnen richting het basisonderwijs. De thema’s worden school breed bepaald. Wij hebben de doelen inzichtelijk. Uk en Puk biedt medewerkers uitstekende handvatten voor de uitvoering. Puk is een pop. Hij maakt alledaagse belevenissen mee. Voor de kinderen is hij een vertrouwenspersoon. Hij mag zelfs weleens bij een van de kinderen logeren of mee op vakantie. Observatiesysteem Met het Uk & Puk volgsysteem volg je de ontwikkeling van een kind in de leeftijd van nul tot vier jaar. Het is een hulpmiddel om gericht naar de ontwikkeling van een kind te kijken. Het Uk & Puk volgsysteem 0 - 4 jaar bestaat uit observatielijsten die zijn verdeeld in vijf perioden: baby, dreumes, begin peuter, midden peuter en eind peuter. Zo wordt ook zichtbaar of een kind zich in een bepaalde periode goed ontwikkelt of dat de ontwikkeling stagneert. De observatiepunten zijn in concreet, observeer baar gedrag omschreven. De kans dat jij en je collega hetzelfde invullen is dan groot, omdat je kunt zeggen of je het gedrag wel of niet ziet. Het Uk & Puk volgsysteem 0 - 4 jaar richt zich op vier ontwikkelingsgebieden: • sociaal-emotioneel • taal • rekenen • motoriek Elk ontwikkelingsgebied bestaat uit leerlijnen. Een leerlijn is opgebouwd uit verschillende vaardigheden. De ontwikkelingsgebieden taal en motoriek zijn ook nog verder onderverdeeld in verschillende domeinen. De leerlijnen zijn weer onderverdeeld in vaardigheden die je kunt observeren. Dit zijn de zogenoemde observatiepunten. Hoe werkt de observatielijst? De observatielijst bevat een voorblad. Hierop vul je de naam en de geboortedatum van het kind in, de datum waarop het kind in de groep is gekomen en bij wie. Daarna volgen de observatielijsten voor de vier verschillende ontwikkelingsgebieden. Deze zijn per leerlijn verdeeld over vijf ontwikkelingsperioden, die elk een eigen kleur hebben. Bij elke ontwikkelingsperiode staan vaardigheden genoemd. Dit zijn de observatiepunten: blauw baby 0 - 1½ jaar oranje dreumes 1½ - 2½ jaar geel begin peuterperiode 2½ - 3 jaar roze midden peuterperiode 3 - 3½ jaar groen eind peuterperiode 3½ - 4 jaar Pedagogisch werkplan KDV
Datum
35
Titel De observatielijsten geven je houvast. Aan de hand van de observatiepunten zie je welke stapjes de kinderen zetten in hun ontwikkeling in elke periode. Samen vormen de vaardigheden in het Uk & Puk volgsysteem dus een doorgaande ontwikkelingslijn van 0 tot 4 jaar. Natuurlijk zetten niet alle kinderen in hetzelfde tempo of lijnrecht stappen in de ontwikkeling. Dit zie je vooral bij heel jonge kinderen in de baby- en dreumesperiode. Het gaat erom dat je een beeld krijgt van hoe het kind zich ontwikkelt (gemiddeld, vertraagd of versneld) zodat je weet waarbij je kunt aansluiten om het kind een stapje verder te helpen in zijn of haar ontwikkeling. Hoe observeer je? Om de observatielijsten te kunnen invullen, is het belangrijk om observatiegegevens te verzamelen. Observeer het kind regelmatig, gedurende de hele periode. Informatie over de ontwikkeling van de kinderen vind je bijvoorbeeld: bij het binnenkomen met de ouders, tijdens het (buiten) spelen, als je een activiteit met een kind doet, als een collega het kind verzorgt, uit gesprekjes met en tussen de kinderen, uit gesprekken met de ouders. Schrijf wat je ziet bijvoorbeeld op een post-it en bewaar deze in een mapje van het kind. Schrijf je observaties concreet, beknopt en objectief op: • Schrijf op wat het kind doet en kan. • Schrijf de kern op van wat je gezien hebt, in een of twee zinnen. • Schrijf op wat je ziet en niet wat je denkt dat het kind kan. De observatiepunten zijn zo goed mogelijk in concreet observeer baar gedrag omschreven. Vul de observatielijsten op vaste momenten in, gekoppeld aan de leeftijd van het kind. Doe dit bijvoorbeeld elk half jaar. Observaties baby’s en dreumesen De observatiepunten geven de vaardigheden weer die een kind ontwikkelt in de periode tot ongeveer 2½ jaar, verdeeld in de babyperiode van 0 tot 1½ jaar en de dreumesperiode van 1½ tot 2½ jaar. Het tempo waarin de kinderen zich ontwikkelen kan in deze perioden erg verschillen. Waar het ene kind zich rustig ontwikkelt, maakt een ander kind een grote sprong. Het gaat erom dat je in deze leeftijdsperiode 2½ jaar in beeld brengt wat een kind kan en dat je hem of haar prikkelt om iets nieuws te leren. Je ziet in de lijst waarbij je kunt aansluiten, omdat je weet wat het volgende stapje is in de ontwikkeling. Observaties peuters De observatiepunten in de peuterperiode zijn verdeeld in drie perioden van een half jaar: begin, midden en eind peuterperiode. Je ziet wat je mag verwachten van een peuter in de periode. Vanaf de peuterperiode ga je de kinderen nog gerichter volgen: • Je ziet of de ontwikkeling van de peuter gemiddeld, vertraagd of versneld verloopt. • Je weet wat voor de peuter de volgende stap in de ontwikkeling is. • Je bepaalt wat je gaat oefenen met de peuter om aan te sluiten bij zijn of haar niveau en hem of haar uit te dagen iets nieuws te leren.
Pedagogisch werkplan KDV
Datum
36
Titel Na de observatie Bekijk de ingevulde observatielijst en stel jezelf vragen, zoals: • Ontwikkelt het kind zich voldoende op de vaardigheden die in de periode worden verwacht? • Ontwikkelt het kind zich ten opzichte van het vorige registratiemoment? • Valt het kind ergens op uit? Op welk doel? Op welke leerlijn? • Is er sprake van terugval of stagnatie in de ontwikkeling? Heb ik hiervoor een verklaring? • Is er sprake van extra groei in ontwikkeling? Heb ik hiervoor een verklaring? • Eventueel: heeft het kind baat gehad bij de extra begeleiding die ik heb gegeven? Als je naar de observatiegegevens kijkt, weet je wat het kind al kan en wat de volgende stap in zijn of haar ontwikkeling is. Dat kun je het kind spelenderwijs laten oefenen. Als het kind zich onvoldoende ontwikkelt, ga je de vaardigheid samen met het kind begeleid oefenen of laat je een kind iets vaker oefenen door te herhalen. Je maakt bijvoorbeeld een plannetje om gericht ergens naartoe te werken. Ook leveren de observatiegegevens informatie op over het plannen van activiteiten uit Uk & Puk. Maak gebruik van het doelenoverzicht bij elk thema. Denk ook aan extra materialen en activiteiten tijdens het spelen. De observatiegegevens leveren ook belangrijke informatie op voor: • zorg- en kind-besprekingen, • gesprekken met ouders, • een warme overdracht naar de kleutergroep. Op de peutergroep kunt u de map VVE vinden. Hierin staan alle praktische uitwerkingen. Doorgaande lijn De peutertoetsen en kleutertoetsen zijn volledig op elkaar afgestemd. Door deze doorgaande lijn, kunnen de resultaten van het kind gevolgd worden. De toets resultaten zullen wij verwerken in het LOVS Cito. Dit wordt meegenomen naar de kleuterklas. Hulpprogramma peutervolgsysteem Met het Hulpprogramma Peutervolgsysteem kunnen wij de kinderen die op bepaalde ontwikkelingsgebieden achterblijven of voor lopen gericht helpen door middel van uitgebreide instructies die het hulpprogramma biedt. Uiteraard wordt er direct gecommuniceerd met de leerkrachten van de onderbouw. Doorverwijzen van ouders Een positieve relatie en communicatie tussen de kinderopvang en ouders/verzorgers dragen bij aan gevoelens van veiligheid en welbevinden van kinderen. Wij nemen de ouders serieus en respecteren hun mening. We streven naar een open en oprechte communicatie. We vinden het belangrijk dat ouders vertrouwen hebben in de pedagogisch medewerkers. We vinden de uitwisseling van informatie over het kind (gedrag, achtergrond, ontwikkeling e.d.) erg belangrijk om de opvoedingssituatie te bevorderen, en eventueel ook in de thuissituatie. Gedurende de periode dat het kind op de sterrenschool zit worden kinderen geobserveerd en gevolgd. Deze bevindingen worden met ouders gedeeld en indien er een (dreigende) ontwikkelingsachterstand is, dan worden ouders hierbij betrokken. Samen met ouders wordt er gekeken naar wat het kind nodig heeft en hoe dit kan worden geboden. Eventueel kunnen Pedagogisch werkplan KDV
Datum
37
Titel pedagogisch medewerkers de ouders doorverwijzen naar derden (bijvoorbeeld logopedisch centrum of een hulpverlenende instantie). Ondersteuning van de beroepskrachten Binnen de sterrenschool is er een continue wisselwerking tussen leerkrachten en pedagogisch medewerkers. Ze vullen elkaar aan en ondersteunen elkaar. Er worden om de 6 weken vergaderingen ingepland om de kinderen te bespreken. Tijdens een vergadering kunnen de collega’s elkaar vragen om hulp. Naast hulp van collega’s kunnen de pedagogisch medewerkers hun hulpvraag ook uitzetten bij de directie en intern begeleider van de sterrenschool. Opleidingsplan Binnen de sterrenschool wordt er gestreefd naar uniformiteit. Dit houdt in dat zowel leerkrachten als pedagogisch medewerkers kennis hebben van elkaars werkveld. Wij zullen per jaar 1 persoon opleiden tot gecertificeerd VVE pedagogisch medewerker. De leidinggevende zal aankomend schooljaar de opleiding Trainer voor Trainers UK & Puk volgen. Zij zal, indien nodig, nieuwe medewerkers opleiden.
Pedagogisch werkplan KDV
Datum
38
Titel
Eten & drinken Op kinderopvang Sterrenrijk wordt er zoveel mogelijk gezamenlijk als groep gegeten en gedronken. Gezamenlijk eten heeft meerdere functies. Behalve dat eten en drinken goed voor de ontwikkeling van het kind is, heeft het ook een sociale functie, een sfeerfunctie en is het een moment van rust. Ondersteuning Kinderen hebben recht op de ondersteuning en positieve aandacht van volwassenen. Wij bieden kinderen liefdevolle ondersteuning. Samen met hen gaan wij op zoek naar antwoorden op vragen die ontstaan. Wij helpen kinderen het zelf te gaan doen. Dit doen wij door actief te helpen, maar ook door bewust afstand te nemen als kinderen onze hulp niet (meer) nodig hebben. De medewerkers verzorgen de broodmaaltijden, het drinken, fruit en de tussendoortjes. Uiteraard wordt bij het eten en drinken de hygiëne in acht genomen. Kinderen hebben goede voeding nodig om te groeien en zich te ontwikkelen. Er zijn verschillende tafelmomenten waarbij de kinderen verschillende soorten voeding en drinken aangeboden krijgen. De kinderen eten samen met de pedagogisch medewerkers aan tafel. De kinderen krijgen eerst een boterham met hartig beleg en mogen vervolgens ook kiezen voor een boterham(men) met zoet beleg. Soms krijgen de kinderen iets extra’s en dit kunnen verschillende producten zijn. Enkele voorbeelden: knakworstjes, pannenkoeken, poffertjes, of een gezond tussendoortje. Dit gebeurt door de week heen zodat alle kinderen een keer een lekker extraatje krijgen. Kinderen worden nooit gedwongen hun bord leeg te eten. Ze krijgen kleine porties op hun bord en ze worden gestimuleerd voldoende te eten. Bij een afwijkend eetpatroon of andere bijzonderheden zullen de ouders door de pedagogisch medewerkers worden ingelicht. De pedagogisch medewerkers zien erop toe dat de baby’s en peuters goed drinken Flesvoeding en borstvoeding Kinderopvang Sterrerijk zorgt voor volledige flesvoeding (Nutrilon/Friso/Bambix). Alternatieve flesvoeding bijvoorbeeld i.v.m. allergieën dienen ouders zelf mee te geven. Het is altijd mogelijk om borstvoeding te geven of mee te brengen in een koeltas of ingevroren. Flesvoeding wordt één keer opgewarmd en na 1 uur weggegooid. Flessen en spenen Kinderopvang Sterrenrijk zorgt voor flessen en spenen van het merk Avent. Indien ouders een andere fles prefereren dienen ouders hier zorg voor te dragen. De flessen en spenen worden dagelijks uitgekookt. In de uitwerking van de RI staat meer informatie over hoe er wordt omgegaan met de flessen en spenen. Groente en fruithapjes Voor de kinderen is er dagelijks een groente en fruithapje. In overleg met de ouders wordt er bepaald vanaf wanneer wij de hapjes mogen geven. De groente en fruithapjes worden dagelijks vers bereid door de pedagogisch medewerkers Warme maaltijden Pedagogisch werkplan KDV
Datum
39
Titel Kinderen die een warme maaltijd kunnen nuttigen, krijgen dit om 17.00 uur. Op de BSOgroep wordt er ook een warme maaltijd om 17.00 uur genuttigd. De warme maaltijden worden niet zelf bereid. Deze worden besteld. Dieet, allergie, andere culturen Ouders zijn verantwoordelijk om de pedagogisch medewerkers op de hoogte te stellen van bijzonderheden en wensen rondom de voeding van het kind. Bijzonderheden zoals een allergie, dieet of wensen vanuit een geloofsovertuiging worden tijdens het intakegesprek op het gegevensformulier genoteerd. De pedagogisch medewerkers proberen een alternatief voedingsmiddel te geven (zoals een rijstwafel) als dit eenvoudig door de pedagogisch medewerkers kan worden aangeschaft. Indien dit niet mogelijk is, of in geval van traktaties bij festiviteiten, zorgen de ouders voor een alternatief. Op elke groep wordt duidelijk een zichtbare mededeling opgehangen over wat het betreffende kind niet mag eten of drinken plus de eventuele vervangingsmogelijkheden. (Bijv. Mag niet: worstjes met als ingrediënt varkensvlees. Mag wel: knakworstjes met rundvlees). Als er een kans is op een heftige allergische reactie van het kind op een voedingsmiddel, dan geven de ouders op het gegevensformulier aan, welke stappen in een dergelijke situatie ondernomen moeten worden. Speciale (fles-)voeding bij een bepaald dieet (bijv. op doktersrecept), wordt door de ouders zelf meegenomen. Feesten en trakteren Bij een verjaardag mag een kind een traktatie uitdelen. De pedagogisch medewerkers vieren samen met het jarige kind zijn/haar verjaardag. In overleg met de ouders en pedagogisch medewerkers kijken we op welke dag de verjaardag gevierd wordt. De pedagogisch medewerkers zorgen voor een feestmuts en een feeststoel. De kinderen mogen trakteren op de groep. Ouders kunnen altijd overleggen met de pedagogisch medewerkers over een geschikte traktatie. Gezonde traktaties worden gestimuleerd. Natuurlijk zingen de medewerkers en de kinderen voor de jarige. Voedingsmiddelen inkoop, bereiden en bewaren De voedingsmiddelen worden wekelijks besteld. Wij hanteren een uitgebreid assortiment, waaronder: wit en bruinbrood, crackers, soepstengels beschuit en rijstwafels. Jam, chocopaste, hagelslag, gestampte muisjes en appelstroop. Smeerworst, smeerkaas, kaas, kipfilet, boterhamworst en boter. Appels, peren, bananen, kiwi’s, druiven en mandarijnen. Limonade, melk, appelsap en chocolademelk. Er wordt wekelijks vers brood en fruit gehaald. Wij verstrekken alle Nutrilon, Friso en Bambix producten. Speciale voeding (op doktersvoorschrift bijvoorbeeld) kan door de ouders aan ons worden verstrekt. We zien erop toe dat beperkt houdbare levensmiddelen tijdig opgemaakt of weggegooid worden. Al onze koelkasten zijn voorzien van thermometers om de temperatuur waarop de voedingsmiddelen bewaard worden altijd te kunnen controleren.
Pedagogisch werkplan KDV
Datum
40
Titel
Verschonen, toiletgang en zindelijk worden Kinderopvang Sterrenrijk verstrekt luiers van het merk Pampers. Kinderen die een luier dragen, worden regelmatig gecontroleerd op een vieze luier en zo nodig verschoond. De peuters hebben 3 vaste verschoonmomenten. Ieder kind krijgt aan het eind van de dag eveneens een schone luier, zodat het weer schoon naar huis gaat. Peuters zien hoe andere kinderen met de zindelijkheidstraining bezig zijn en worden daardoor gestimuleerd. Wanneer de ouders van het kind thuis met zindelijkheidstraining bezig zijn en het kind er zelf aan toe is, kan dat op het kinderdagverblijf worden voortgezet. Het wordt spelenderwijs gedaan. Er zijn ook kinderboekjes aanwezig over het potje en zindelijk worden. Kinderen die aangeven zelf te willen plassen krijgen die ruimte op onze kleine kindertoiletten die op kinderhoogte zijn geplaatst. Deze kinderen mogen zonder luier rondlopen. Wanneer er ongelukjes gebeuren, wordt er geen negatieve aandacht aan geschonken. Er wordt altijd geprezen als het kind een plas op de wc doet. Kinderen die zelf naar het toilet kunnen gaan, doen dit onder begeleiding van onze pedagogisch medewerkers. Verzorging: wij geven kinderen liefdevolle aandacht en verzorging en sluiten aan bij hun behoeften. Vaste rituelen, ritme en regels zorgen ervoor dat kinderen zich zeker voelen. Vanuit een veilige basis durven én kunnen zij de wereld gaan ontdekken. Kinderen worden zo gestimuleerd tot zelfstandigheid en verantwoordelijkheid.
Pedagogisch werkplan KDV
Datum
41
Titel
De ruimte Sterrenrijk is onderverdeeld in twee divisies. Dagopvang en buitenschoolse opvang. De dagopvang vindt plaatst in 4 aparte ruimtes die geschikt zijn voor de doelgroep. Naast de ruimte binnen het gebouw is er ook een buitenspeelruimte beschikbaar. Binnenruimte Elke groep heeft zijn eigen ruimte. Er is een overloop ruimte waar de keuken, sanitair en de slaapruimte zijn gevestigd. De groepsruimten en gemeenschappelijke ruimten zijn zodanig ingericht dat de kinderen op een veilige manier kunnen spelen en ontdekken. De indeling van de groepsruimten biedt kinderen de mogelijkheid om zelf keuzes te maken. Er zijn allerlei hoeken gecreëerd zodat kinderen in kleine groepjes of alleen kunnen spelen, maar ook kunnen kiezen in welk hoekje zij willen spelen. Zij kunnen kiezen om rustig te spelen in bijvoorbeeld de bouwhoek of voor een hoek waar zij een bewegelijk spel kunnen spelen. Het zijn flexibele en uitdagende indelingen van de ruimte, waarbij de zelfstandigheid van het kind gestimuleerd wordt. Het speelgoed wordt divers ingekocht, zodat er aan verschillende vaardigheden aandacht kan worden gegeven. Zo is er speelgoed dat de motorische vaardigheden stimuleert (bijv. stapel- en magneetspelletjes), cognitieve vaardigheden (puzzels, boekjes), rollenspel (keukenhoekje, poppen), fijne en grove motoriek (bal, glijbaan). Op deze manier is er veel diversiteit en keuze voor de kinderen. Het speelgoed wordt uitnodigend uitgestald op kinderhoogte (voor zover mogelijk). Kinderen kunnen dan zelf kiezen waar zij mee willen spelen.
Buitenruimte Wij vinden het belangrijk dat kinderen vaak buiten spelen. We streven om minimaal 1 keer per dag met de kinderen naar buiten te gaan waar zij keuze hebben uit verschillende materialen en speelmogelijkheden. De buitenruimten zijn zodanig ingericht dat kinderen uitgedaagd worden om de wereld om hen heen te ontdekken en buiten iets te beleven hebben, maar tegelijkertijd ook veilig zijn.
Pedagogisch werkplan KDV
Datum
42
Titel
Veiligheid en gezondheid Veilige en gezonde omgeving Voor een optimale ontwikkeling van kinderen is veiligheid de belangrijkste voorwaarde. Een kind dat zich niet veilig voelt, durft niet te gaan ontdekken, trekt zich terug, gaat geen nieuwe contacten aan en kan dus niet profiteren van alle nieuwe kansen en uitdagingen die de sterrenschool biedt. De pedagogische en interactievaardigheden van onze medewerkers zijn hierin dus van groot belang. Een veilig pedagogisch klimaat stelt eisen aan de omgeving. De omgeving van het kind moet gezond, hygiënisch en veilig zijn. Kinderen moeten zich vrij kunnen bewegen zonder gevaar op lichamelijk letsel. De omgeving moet ook tegemoetkomen aan de ontwikkelingsbehoefte van kinderen. Wij zijn daarom van mening dat verantwoorde risico’s niet per definitie vermeden hoeven te worden. Wij leren kinderen potentiële gevaren te herkennen en er zo goed mogelijk mee om te gaan. STERRENSCHOOL het Universum houdt zich daarbij aan de wettelijke kaders en de regelgeving op gebied van veiligheid en gezondheid. Alle risico’s zijn vastgelegd en worden jaarlijks getoetst. Er worden maatregelen genomen om zowel het risico als het mogelijk letsel te reduceren. Er zijn heldere afspraken rondom toezicht en begeleiding door pedagogisch medewerkers vastgelegd en er worden gedragsafspraken gemaakt met kinderen (op de groepen zijn de inventarisaties te vinden). STERRENSCHOOL het Universum is verantwoordelijk voor de lichamelijke veiligheid van kinderen. Dit houdt in dat binnen- en buitenruimtes en speelmaterialen veilig en schoon zijn. Het betekent dat er gezonde voeding en voldoende beweging wordt geboden en dat er regels en afspraken zijn over hygiëne en over het voorkomen van risico’s. Gezondheid, ziektes en ongevallen Tenminste één op de twee pedagogisch medewerkers/leerkrachten is in het bezit van een geldig EHBO-diploma en weet hoe te handelen in geval van nood. Regelmatig wordt een bijscholingscursus gevolgd. In het geval van een besmettelijke ziekte welke gevaar kan opleveren voor de gezondheid van andere kinderen of pedagogisch medewerkers, braken of ernstige diarree kan het kind de opvang niet bezoeken. Besmettelijke ziekten worden gemeld in de hal en/of op de deur van de groep. Bij (besmettelijke) ziekten raadplegen wij de GGD-map “Gezond en veilig”. Wanneer een kind ziek wordt worden de ouders of verzorgers daarvan in kennis gesteld. In overleg met de ouders of verzorgers wordt dan besloten wat voor actie wordt ondernomen. In geen geval zullen wij koorts onderdrukkende middelen (zoals paracetamol etc.) toedienen. In een noodsituatie wordt uiteraard onmiddellijk de huisarts gewaarschuwd.
Pedagogisch werkplan KDV
Datum
43
Titel
Inrichting Een belangrijk criterium bij de inrichting van de groepsruimte is overzicht. Overzicht over de ruimte is zowel voor de leerkracht/pedagogisch medewerker als voor het kind belangrijk. De leerkracht/pedagogisch medewerker moet een zo goed mogelijk overzicht op alle kinderen kunnen houden. De ruimte is open ingedeeld. Dit is bevorderlijk voor het overzicht. Bij de inrichting is rekening gehouden met deze behoeften van de kinderen. Accommodatie De kinderopvangruimten en onderwijsruimten zijn ingericht volgens de normen van de gemeentelijke toezichtverordening. De accommodatie is speciaal ingericht voor kinderen en biedt daardoor andere mogelijkheden dan de thuissituatie. De groepen hebben de beschikking over een groepsruimte, een keuken, sanitair en een buitenspeelplaats. De ruimten zijn zodanig ingericht dat een stimulerende werking uitgaat op de ontwikkeling van het kind. Evacuatie bij brand of calamiteit STERRENSCHOOL het Universum oefent een aantal keren per jaar het evacueren van kinderen en het hoe te handelen bij brand of calamiteiten (bijv. een bommelding). Bij brand treedt het ontruimingsplan bij brand in werking. In het ontruimingsplan staat beschreven hoe de locatie op een veilige en snelle wijze ontruimd moet. Het ontruimingsplan hangt in verschillende ruimtes. We beschikken ook over een zgn. noodlijst met telefoonnummers van de ouders. Achterwachtfunctie Indien conform het beroepskracht-kind ratio slechts één beroepskracht in de sterrenschool aanwezig is, dan is ondersteuning van deze beroeps- kracht door een andere volwassene in geval van calamiteiten geregeld in de vorm van een achterwacht. Een achterwacht is in de gelegenheid om binnen 15 minuten op de locatie te zijn. De afspraken hieromtrent zijn vastgelegd in een overeenkomst en ondertekend door de achterwacht. Hoe de achterwacht geregeld is vindt u bij het hoofdstuk de groepen. Vier-ogen-principe Vanaf 1 juli 2013 is het “vierogen principe” verplicht gesteld voor de dagopvang. Het vierogen principe houdt in dat altijd een volwassene moet kunnen meekijken of meeluisteren met een beroepskracht. Een beroepskracht mag nog steeds alleen op de groep staan, zolang maar op elk moment een andere volwassene de mogelijkheid heeft om mee te kijken of luisteren. De oudercommissie heeft hierin adviesrecht. De situatie op de locatie van de sterrenschool Het Universum naast praktische oplossingen om meekijken en meeluisteren mogelijk te maken vinden wij vooral ook ‘de gedachten achter’ het principe van belang. Wij hebben een professioneel en open werkklimaat. Het is belangrijk om met elkaar te overleggen, te coachen en feedback te geven. Zo verval je minder snel in je eigen patroon. Regels kunnen helpen, maar het gedrag eromheen telt minstens zo zwaar. Eerlijkheid tussen medewerkers en ouders is belangrijk.
Pedagogisch werkplan KDV
Datum
44
Titel Jaarlijks wordt er dan ook veel aandacht geschonken aan een beroepshouding en aan de beroepscode. In verschillende overlegvormen; zoals teamoverleg of functioneringsgesprekken komt dit ter sprake. Het gaat daarbij om ‘open’ samen te werken met collega’s. Spreek je collega’s aan op ongewenst gedrag. Meld het direct bij je collega of bij het management/ directie wanneer je denkt dat er iets niet klopt. Bij STERRENSCHOOL het Universum streven wij ernaar om 2 pedagogisch medewerkers/leerkracht-pedagogisch medewerker in de groep te hebben, Kinderopvang Sterrenrijk heeft het vier-ogen-principe voor kinderen tussen 0 en 4 jaar als volgt uitgewerkt.
Er wordt gestreefd naar meer dan één pedagogisch medewerker en één stagiair aanwezig op de groep. Tijdens onderwijstijd zijn er ook leerkrachten aanwezig. Dit is van 08.00-14.00. De onderwijslokalen en het lokaal voor kinderopvang zijn gunstig gelegen. Je kunt zonder veel moeite te doen zo bij elkaar naar binnenlopen/binnenkijken. Met de leerkrachten en directie is er afgesproken dat wij elkaars groepen binnen lopen. Yvonne (directeur van de basisschool) loopt regelmatig de groepen binnen. Poonam (directie kinderopvang) zal ook dagelijks aanwezig zijn. Zij loopt regelmatig binnen. Pedagogisch medewerkers gaan altijd met z'n tweeën (of meer) op stap met de kinderen. De leidinggevenden komen regelmatig binnen in de groepsruimtes. Vooral op de momenten waarop pedagogisch medewerkers alleen op de groep staan, zoals tijdens openen/ sluiten en pauzemomenten. Zij zorgen ervoor dat hun bezoek geen vast patroon aanneemt. Tijdens haal en brengmomenten komen er voortdurend ouders binnen om hun kinderen te halen en overdracht te doen. De pedagogisch medewerker heeft zeer zeker niet de kans, zich alleen af te zonderen met een of meerdere kinderen. Het lokaal is transparant; de ruimte is gemakkelijk benaderbaar, medewerkers lopen makkelijk binnen, de sanitaire groepen wordt door meer dan een groep gebruikt. Ouders krijgen een tag waarmee ze op elk moment kunnen binnenkomen. Tevens komt er op kinderopvang Sterrenrijk cameratoezicht. Hiervoor zal een protocol worden opgesteld
Het vierogen principe is opgenomen in onze jaarlijkse RI Veiligheid. Hierdoor wordt het vierogen principe jaarlijks geëvalueerd en onder de aandacht gebracht. Ondersteuning personeel Om dit goed te kunnen doen wordt ons personeel ondersteund, zowel binnen als buiten onze eigen organisatie. Zo worden vermoedens tot afwijkend gedrag bijvoorbeeld eerst besproken tussen meerdere personeelsleden en met de leidinggevende binnen ons bedrijf. In geval van meer zorg wordt er contact opgenomen met de IB-er van het Universum. Indien het kind jonger is van 4 jaar en onder de dagopvang valt zullen we In geval van twijfel wordt contact opgenomen met een van de onderstaande gespecialiseerde instellingen. Om dit goed te kunnen doen wordt ons personeel Pedagogisch werkplan KDV
Datum
45
Titel ondersteund, zowel binnen als buiten onze eigen organisatie. Zo worden vermoedens van afwijkend gedrag bijvoorbeeld eerst besproken tussen meerdere personeelsleden en met de leidinggevende binnen ons bedrijf. Ons personeel krijgt ook regelmatig adviezen en tips van de professionals die bij deze instellingen werken, om afwijkend gedrag beter te kunnen constateren. In Almere en Lelystad werken wij samen met Triade. Triade kan bijvoorbeeld op het gebied van afwijkingen in emotioneel/sociaal gedrag, of motorische/fysieke ontwikkelingen adviseren en zo nodig doorverwijzen naar een instelling voor revalidatie of geestelijke gezondheidszorg. Stagiaires zullen de beroepskrachten ondersteunen in het verzorgen van maaltijden, uitvoering en voorbereiding van activiteiten.
Afronding Algemene zaken die Sterrenschool breed geregeld zijn zoals; Ouderbeleid Praktische informatie Schooltijden, opvangtijden, vakanties en ziekte/verzuim Inschrijven bij STERRENSCHOOL het Universum Het team Meldcode kindermishandeling Zorg Zijn te vinden in het aanvullend document de informatie-gids. Daarnaast zijn alle uitwerkingen in vorm van protocollen of risico-inventarisaties te vinden op de groepen.
Pedagogisch werkplan KDV
Datum
46