Algemene informatie Afgifte van fytosanitaire uitvoercertificaten 1. Doel Dit document geeft algemene informatie over de afgifte van fytosanitaire certificaten (FC) en de voorwaarden waaraan de operator moet voldoen om die te verkrijgen. Het is een aanvulling op de algemene documenten voor de export naar derde landen (algemene certificatieprocedure en andere documenten) die beschikbaar zijn op: http://www.favv-afsca.fgov.be/exportderdelanden/
2. Internationale context Vanwege het toenemende internationale handelsverkeer, als gevolg van de globalisering van de economie en de geleidelijke opheffing van de handelsbelemmeringen, kunnen de natuurlijke en nationale grenzen het binnenbrengen en de verspreiding van schadelijke organismen niet langer tegenhouden. De internationale gemeenschap heeft daarom mechanismen ontwikkeld die de mensen, dieren en planten alsook het milieu moeten beschermen tegen schadelijke organismen, ziekten, toxinen en andere gevaren. Er werden intergouvernementele mechanismen uitgewerkt onder auspiciën van de WTO. Daarin zijn normen vastgelegd die ervoor moeten zorgen dat de gezondheid van mensen, dieren en planten met name wordt beschermd tegen de nadelige gevolgen van het internationale verkeer van goederen en mensen. Voor planten gaat het om het Internationaal verdrag voor de bescherming van planten (IVBP).
3. Werkingssfeer 3.1.
Planten, plantaardige producten en andere gereglementeerde artikelen
De werkingssfeer omvat planten, plantaardige producten en andere gereglementeerde artikelen die bestemd zijn voor de export, zoals omschreven in het koninklijk besluit van 10 augustus 2005 tot omzetting van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen. Het gaat daarbij vooral om de volgende producten: vruchten, in botanische zin, die niet door middel van diepvriezen worden bewaard groenten die niet door middel van diepvriezen worden bewaard wortelknollen, knollen, stengelknollen, bollen, wortelstokken snijbloemen takken met loof gevelde bomen die nog van loof zijn voorzien bladeren, loof plantenweefselculturen levende pollen enten, stekken, knoppen zaden voor de opplant bestemde planten FAVV-AFSCA | versie 0402/12/2013
1/5
-
hout
3.2.
Bevoegde autoriteiten
Het Internationaal verdrag voor de bescherming van planten (IVBP) verplicht de overeenkomstsluitende partijen ertoe de nodige schikkingen te treffen met het oog op de afgifte van FC waarin wordt bevestigd dat de fytosanitaire regelgeving van de andere overeenkomstsluitende partijen wordt nageleefd. België is een overeenkomstsluitende partij bij dit verdrag, net als alle lidstaten van de Europese Unie. De op de website van de IVBP gepubliceerde richtlijnen (ISPM) (https://www.ippc.int/index.php?id=ispms&no_cache=1&L=2) moeten worden toegepast. In België is het FAVV de autoriteit die bevoegd is voor het toezicht op de naleving van de fytosanitaire voorschriften en de afgifte van FC. De agenten van de PCE’s (http://www.favv.be/pce/) voeren de controles uit en leveren de FC af. De operator moet er van zijn kant voor zorgen dat hij de fytosanitaire eisen met betrekking tot de invoer kent die voor de betreffende producten gelden in het land van invoer en moet die, waar nodig, meedelen aan de certificerende agenten overeenkomstig de bepalingen van het KB van 10 augustus 2005 betreffende de bestrijding van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen (art. 20). In aansluiting op het samenwerkingsakkoord tussen de federale staat en de gewesten met betrekking tot de uitoefening van de geregionaliseerde bevoegdheden op het gebied van landbouw en visserij van 18/06/2003 en het KB van 10 oktober 2003 houdende het toevertrouwen aan de Gewesten van de uitvoering van bepaalde taken die tot de bevoegdheid van het FAVV behoren, mogen de Gewesten FC afgeven voor de uitvoer van pootaardappelen en sommige landbouw-, groente- of bosbouwzaden. Het FAVV blijft niettemin de bevoegde autoriteit die verantwoordelijk is voor de certificering voor uitvoer.
4. Definities en afkortingen 4.1.
Definities
Een groot aantal definities met betrekking tot fytosanitaire onderwerpen zijn vermeld in ISPM 5 « Glossary of Phytosanitary Terms » - https://www.ippc.int/index.php?id=13399 Planten: levende planten en nader omschreven levende delen van planten, met inbegrip van zaden. [KB 10.08.2005]. Plantaardige producten: voortbrengselen van plantaardige oorsprong die niet verwerkt zijn of die een eenvoudige bewerking hebben ondergaan, voorzover het geen planten betreft. [KB 10.08.2005]. Gereglementeerd artikel: alle planten, plantaardige producten, opslagplaatsen, verpakkingen, vervoermiddelen, containers, grond en alle andere organismen, voorwerpen of materiaal dat schadelijke organismen kan bevatten of verspreiden die het nemen van fytosanitaire maatregelen rechtvaardigen, in het bijzonder voor alles wat internationaal vervoer betreft [ISPM 5]. Zaden: Onder « zaden » worden zaden in botanische zin verstaan, met uitzondering van zaden voor andere dan plantdoeleinden [KB 10.08.2005]. Door derde landen gereglementeerde schadelijke organismen: alle voor planten of plantaardige producten schadelijke soorten, stammen of biotypes van planten, dieren of ziekteverwekkers die door FAVV-AFSCA | versie 0402/12/2013
2/5
het land van invoer gereglementeerd zijn. Het gaat hier dus om de quarantaineorganismen of nietquarantaineorganismen in de Belgische regelgeving. Niet-quarantaine schadelijk organisme: Schadelijk organisme dat geen quarantaineorganisme is, waarvan de aanwezigheid in voor de opplant bestemde planten het bedoelde gebruik van die planten beïnvloedt, met een onaanvaardbare economische weerslag en dat dan ook gereglementeerd is op het grondgebied van de invoerende overeenkomstsluitende partij. Exporteur: natuurlijke persoon of rechtspersoon die goederen uitvoert naar een derde land (bv. handelaar (trader), producent, groothandelaar, veiling, producentenvereniging, douaneagentschap) die een certificaat op zijn naam aanvraagt. Zending in doorvoer: een zending die door een land reist zonder daar te worden ingevoerd en waarvoor fytosanitaire maatregelen kunnen gelden [ISPM 5].
4.2. FAVV FC: IEPCD: ISPM: IVBP KB: NDPB PCE
Afkortingen Federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Fytosanitair certificaat Intra-EU fytosanitair communicatiedocument International standards for phytosanitary measures Internationaal verdrag voor de bescherming van planten (IPPC in het Engels)) Koninklijk besluit Nationale dienst voor plantenbescherming Provinciale controle-eenheid
5. Door het FAVV vastgelegde algemene voorwaarden voor afgifte van een FC 5.1.
Algemeen
De algemene beginselen in verband met certificering zijn gedetailleerd beschreven in de algemene certificatieprocedure (zie punt 1): De NDPB van het land van invoer kan enkel fytosanitaire certificaten voor gereglementeerde artikelen vragen. Dit zijn over het algemeen planten en plantaardige producten, maar kunnen ook bv. lege containers, voertuigen en andere niet plantaardige organismen omvatten. Dit verzoek moet echter wetenschappelijk gerechtvaardigd zijn. De NDPB van het land van uitvoer (bv. het FAVV) kan voor deze gereglementeerde artikelen een fytosanitair certificaat afleveren waarin de afwezigheid van ziekten en plagen (bv. bacteriën, virussen, insecten, schimmels) en andere zaken (bv. ontbreken van grond en afval of de vegatieve staat van de plant, ...), waarvoor fytosanitaire eisen in het land van invoer gelden, gecertificeerd wordt. Er dient te worden opgemerkt dat sommige schadelijke organismen bij ons onder de kwaliteitsnormen vallen of worden gebruikt als hulpmiddel bij de biologische bestrijding terwijl een derde land kan hebben beslist om ze als gereglementeerde schadelijke organismen te beschouwen. Het FC is een officieel document dat door de NDPB van het land van uitvoer wordt afgegeven aan de NDPB van het land van invoer en dat bevestigt dat de planten, plantaardige producten of andere gereglementeerde artikelen: FAVV-AFSCA | versie 0402/12/2013
3/5
- volgens passende officiële procedures zijn onderzocht en/of getest, en - worden geacht vrij te zijn van de door het land van invoer gespecificeerde quarantaineorganismen, en - voldoen aan de geldende fytosanitaire eisen van het land van invoer, met inbegrip van de eisen die worden gesteld aan gereglementeerde niet-quarantaineorganismen. Het FC is dus geen handelsdocument, en geen eis van het wordt dus niet geëist worden door de invoerder in een derde land of een bankinstelling met het oog op een waarborg.
5.2.
Afdrukken – praktische modaliteit
Het certificaat moet recto-verso in kleur op één pagina worden afgedrukt. De modellen van de certificaten en de bijlage bij deze certificaten vindt u via de link “Template/bijlage” onder de link van dit document. De kleur van de ingevulde tekst, de handtekening, de naam en de officiële stempel van de certificerende agent moeten verschillen van die van de gedrukte tekst. De tekst en kaders van het fytosanitair certificaat zijn in het groen en die van het wederuitvoercertificaat in het bruin.
5.3.
Doorvoer
Als een zending uit een ander land afkomstig is, kan er een FC of een FC van wederuitvoer voor worden afgegeven. In het algemeen kunnen zich drie mogelijkheden voordoen: -
Als de goederen van een zending in doorvoer niet opnieuw worden samengesteld, herverpakt of opgeslagen en op het Belgische grondgebied niet worden blootgesteld aan een fytosanitair risico en de zending vergezeld gaat van een voor het land van bestemming bestemd FC van het land van oorsprong is geen nieuw FC of FC van wederuitvoer vereist. De Belgische bevoegde autoriteit hoeft dan niets te doen;
-
Als de goederen opnieuw worden samengesteld, herverpakt of opgeslagen zonder op het Belgische grondgebied aan een fytosanitair risico te worden blootgesteld, moet een FC van wederuitvoer worden afgegeven door de Belgische bevoegde autoriteit. Voor uit derde landen afkomstige zendingen geldt dat de goederen moeten zijn vermeld in een FC van het derde land van oorsprong dat voldoet aan de volgende voorwaarden. Het FC moet:
-
o
gericht zijn aan het land van bestemming; of
o
gericht zijn aan het land van doorvoer waarbij de eisen voor invoer in de EU ten minste even streng zijn als die van het derde land van bestemming;
Als de goederen van een zending in doorvoer op het Belgische grondgebied worden blootgesteld aan een fytosanitair risico moet een nieuw FC worden afgegeven door de Belgische bevoegde autoriteit. Er mag alleen een FC worden afgegeven als de producten voldoen aan de eisen van het land van bestemming.
Meer details over de problematiek rond doorvoer in de Europese Unie zijn te vinden in het document – “Guidance document on Phytosanitary Transit, re-export and related procedures” – van 27/07/2007, met kenmerk 9757/07 (Bijlage 2).
5.4.
Intra-EU fytosanitair communicatiedocument (IEPCD)
Als planten of plantaardige producten in de EU in het verkeer moeten worden gebracht om te worden uitgevoerd naar een derde land kan de NDPB van de lidstaat van oorsprong van het product door middel van het intracommunautair fytosanitair communicatiedocument bevestigen dat het product FAVV-AFSCA | versie 0402/12/2013
4/5
voldoet aan de specifieke eisen van het derde land (bijvoorbeeld eisen met betrekking tot de productieplaatsen, zoals het aantal veldkeuringen). Zie voor meer informatie omzendbrief PCCB/S4/MHK/673795 - http://www.favv-afsca.be/sp/pv_phyto/asp_phyto_nl.asp
6. Specifieke eisen van het FAVV voor sommige producten Voor de derde land/product-combinaties waarvoor het FAVV een specifieke sectorprocedure heeft goedgekeurd, kunnen alleen FC worden verkregen als de in de betreffende sectorprocedure vermelde voorwaarden vervuld zijn. Meer informatie hierover is te vinden op: http://www.favvafsca.fgov.be/autocontrole-nl/export/
Bijlage 1
Wetgeving
Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden. Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen, zoals gewijzigd. Koninklijk besluit van 10 oktober 2003 houdende het toevertrouwen aan de Gewesten van de uitvoering van bepaalde taken die tot de bevoegdheid van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen behoren, zoals gewijzigd. Koninklijk besluit van 10 augustus 2005 betreffende de bestrijding van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen.
Andere
Samenwerkingsakkoord tussen de federale staat en de gewesten met betrekking tot de uitoefening van de geregionaliseerde bevoegdheden op het gebied van landbouw en visserij van 18 juni 2003. International standards for phytosanitary measures en meer in het bijzonder ISPM 7 en 12 (https://www.ippc.int/index.php?id=13399&L=2);
FAVV-AFSCA | versie 0402/12/2013
5/5