1
NOTA REACTIES EN COMMENTAAR behorende bij DE PARTIËLE HERZIENING 2013 VAN DE OMGEVINGSVERORDENING PROVINCIE GRONINGEN 2009 – UITBREIDING ZOEKGEBIEDEN WINDTURBINEPARKEN EEMSHAVEN EN DELFZIJL
26 november 2013
2
Gebruikte afkortingen en begrippen:
De herziening = is de partiële herziening 2013 van de Provinciale Omgevingsverordening provincie Groningen 2009 - uitbreiding zoekgebieden windturbineparken Eemshaven en Delfzijl.
MW = megawatt, een maat voor het opgesteld vermogen die de windturbine kan leveren.
RCR = Rijkscoördinatieregeling. Een regeling die is opgenomen in de Elektriciteitswet 1998 en bepaalt dat het Rijk bevoegd is voor de coördinatie van vergunningen en het maken van het inpassingsplan voor een windpark van 100 MW of meer.
Wro = Wet ruimtelijke ordening.
POP= Provinciaal Omgevingsplan 2009-2013.
MER = Milieu Effect Rapport. Een openbaar document waarin van een voorgenomen activiteit van redelijkerwijs in beschouwing te nemen alternatieven of varianten de te verwachten gevolgen voor het milieu in hun onderlinge samenhang op systematische en zo objectief mogelijke wijze worden beschreven.
M.e.r.= milieueffectrapportage. De procedure van milieueffectrapportage; een hulpmiddel bij de besluitvorming, dat bestaat uit het maken, beoordelen en gebruiken van een milieueffectrapport en het evalueren achteraf van de gevolgen voor het milieu van de uitvoering van de activiteit waarvoor een milieueffectrapport is opgesteld.
IPO = interprovinciaal overleg, een samenwerkingsverband tussen provincies.
SER-akkoord = een Energie-akkoord voor duurzame groei, ondertekend door overheden, werkgevers, vakbeweging, natuur- en milieuorganisaties, andere maatschappelijke organisaties, financiële instellingen. De Sociaal Economische Raad heeft het proces om te komen tot het akkoord begeleid.
Verkennende studies = De verkennende windstudie Eemshaven en de verkennende windstudie Geefsweer. Beide opgesteld door adviesbureau Pondera.
3
Indiener Onderwerp en inhoud zienswijze reclamant zienswij ze PROCEDURE 10 Ter kennisneming aangenomen Burgemeester en Wethouders van Leek hebben geconstateerd dat de uitbreiding van de zoekgebieden alleen de Eemshaven en Delfzijl betreft. Zij hebben kennis genomen van de uitbreiding. 5
20 , 34
Samenwerking en afstemming Burgemeester en Wethouders van Delfzijl zijn content met de samenwerking ten aanzien van de ontwikkeling van de windparken. Zij willen gezamenlijk blijven optrekken en verzoeken het verdere traject goed met hen af te stemmen. M.e.r. plicht en passende beoordeling Reclamant vindt dat voor de wijzigingen van de herziening terecht geen MER is opgesteld omdat de herziening geen formeel plan is waarvoor een planMER verplicht is. De wijziging van de herziening is gebaseerd op de afspraken tussen IPO en het Rijk over de verruimde taakstelling van de provincies. Reclamant stelt voor om deze afspraken expliciet te noemen als basis voor de wijziging. Door de aanpassing van de zoekgebieden voor windenergie, ontstaat ook een wijziging van kaart 1 van het POP. Een andere reclamant is van mening dat er ten onrechte geen passende beoordeling en MER is uitgevoerd. De herziening wijkt af van het vastgestelde provinciaal beleid en het POP wordt gewijzigd. Het POP is een structuurvisie en volgens het Besluit m.e.r. moet in
Beantwoording provincie
Deze reactie nemen wij voor kennisgeving aan.
Wij zullen Burgemeester en Wethouders van Delfzijl bij het verdere traject betrekken en zorgdragen voor een goede afstemming. In een briefwisseling tussen gemeente en provincie is dit vastgelegd.
De uitbreiding van de gebieden voor windenergie wordt mogelijk gemaakt door middel van een herziening van de verordening. Dit betreft een verordening als bedoeld in artikel 4.1 van de Wro. Het POP is een structuurvisie als bedoeld in artikel 2.2 van de Wro. In de bijlage bij het Besluit m.e.r. staat onder categorie D 22.2 voor welke plannen een MER moet worden opgesteld, indien dat plan voorziet in de oprichting, wijziging of uitbreiding van een windturbinepark met een gezamenlijk vermogen van 15 MW of meer of 10 windturbines of meer. Een plan als bedoeld in artikel 4.1 van de Wro wordt hier niet genoemd en derhalve is het niet noodzakelijk om voor deze herziening een MER op te stellen. Voor een wijziging van het POP is dat op grond van het Besluit m.e.r. wel noodzakelijk. Wij staan op het standpunt dat deze herziening past binnen de uitgangspunten die in het huidige POP 2009-2013 voor windenergie worden gehanteerd. In het POP staat dat de provincie ten minste 750 MW aan
4 Indiener zienswij ze
Onderwerp en inhoud zienswijze reclamant
Beantwoording provincie
dat geval een MER worden opgesteld. In het MER moet worden beoordeeld of er belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu zijn als gevolg van de voorgenomen activiteiten. Een dergelijke beoordeling ontbreekt.
windenergie realiseert, als bijdrage aan de nationale doelstelling voor de korte termijn. De uitbreiding naar 855,5 MW is in overeenstemming met deze doelstelling. Daarnaast staat in het POP dat de provincie, om het landschap te beschermen, de grootschalige productie van windenergie in drie gebieden concentreert. Wij kiezen in deze herziening voor een beperkte uitbreiding van twee van de drie concentratiegebieden en blijven daarmee binnen de kaders van het POP. In de bij de herziening behorende stukken wordt ook aandacht besteed aan de aanleiding voor de herziening, te weten de hernieuwde afspraken die zijn gemaakt tussen de provincies gezamenlijk en met het Rijk. Voor het POP is een Plan MER uitgevoerd. Daarbij is aangegeven dat bij de nadere uitwerking van de plannen voor windenergie binnen de zoekgebieden ook aandacht moet worden besteed aan de wijze waarop onder meer natuurwaarden kunnen worden beschermd en/of compensatie moet worden geboden. Wij zullen dat bij de voorbereiding van de plannen voor windparken ook gaan doen. Kaart 1 van het POP is een overzichtskaart waarop het ruimtelijk beleid van het POP nader wordt toegelicht. De begrenzingen op deze kaart hebben geen juridische status. Kaart 1 geeft informatie over het beleid of licht het beleid toe. Aanpassingen van de begrenzingen van bijvoorbeeld de zoekgebieden voor bedrijventerreinen en begrenzing van het bebouwd gebied kunnen plaatsvinden zonder dat het beleid in het POP wordt aangepast. De uitbreiding van de zoekgebieden voor windenergie past binnen de beleidsuitgangspunten van het POP en voor deze uitbreiding is slechts aanpassing van de herziening noodzakelijk.
De herziening kan significante gevolgen hebben voor Natura 2000gebied Waddenzee. Daarom dient voordat het plan wordt vastgesteld, een passende beoordeling te worden gemaakt. Omdat voor de herziening een passende beoordeling noodzakelijk is, is deze herziening en het POP mer-plichtig
29, 42, 43
Betrokkenheid bewoners/Inspraak Er wordt heden ten dage vooral over en niet met de bewoners gepraat. De stukken die ter inzage zijn gelegd zijn omvangrijk en onbegrijpelijk. Het is niet mogelijk om hier een reactie op te geven.
Wij realiseren ons dat de uitbreidingen van de concentratiegebieden gevolgen hebben. Juist hierom hebben we zowel gedurende de termijn van terinzagelegging, als voorafgaande daaraan informatieavonden georganiseerd voor bewoners in de gemeenten Delfzijl en Eemsmond. Op alle bijeenkomsten zijn flyers uitgedeeld waarop contactgegevens zijn vermeld van provinciale
5 Indiener zienswij ze
37
40
Onderwerp en inhoud zienswijze reclamant
Beantwoording provincie
Inspraak is in de optiek van indiener een gotspe. Er is weinig vertrouwen in de mogelijkheid van inspraak: besluitvorming heeft al plaatsgevonden voordat een inspraak/informatieavond wordt georganiseerd. De avonden worden gehouden om procedurefouten te voorkomen en te peilen of en zo ja uit welke hoek tegenstand kan worden verwacht. Indien een burger bezwaar of beroep indient dan zal de provincie proberen de burger niet ontvankelijk te laten verklaren. De plannen voor uitbreiding van de concentratiegebieden hebben verstrekkende gevolgen (hinder etc.) en worden gemaakt zonder de omwonenden hierin te kennen en te betrekken.
medewerkers die ingeval van vragen kunnen worden gebeld of gemaild. Een aantal bewoners heeft daar gebruik van gemaakt. Wij zijn van mening dat op deze wijze de bewoners naar behoren zijn geïnformeerd en de kans hebben gekregen om te reageren op de plannen.
Procedure tot vaststelling Op grond van de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB) is verzocht om afschriften van de correspondentie en verslagen van besprekingen tussen ECN en Gedeputeerde Staten. Verzocht wordt om nieuwe aspecten die hieruit naar voren komen mee te mogen nemen in de zienswijze.
Uitstel besluitvorming Er staat geen bezwaar of beroep open tegen de vaststelling van de herziening. Om te voorkomen dat in de vervolgprocedures (bestemmingsplan en omgevingsvergunning) bezwaar en beroep
Na vaststelling van de herziening worden de voorbereidingen gestart voor de procedures voor de windparken. In de procedure voor wijzing van de bestemmingsplannen en verlening van de vergunningen, worden omwonenden opnieuw geïnformeerd en kunnen zienswijzen worden ingediend. Indien gewenst kunnen belanghebbenden bezwaar en beroep indienen.
Op grond van artikel 4.1, lid 6 van de Wro dient een ontwerp van een provinciale verordening ten minste vier weken ter inzage worden gelegd. Gedurende deze termijn kunnen door een ieder opmerkingen over het ontwerp worden gemaakt. In verband met de vakantieperiode hebben wij ervoor gekozen de herziening zes weken ter inzage te leggen. De zienswijze van reclamant is binnen deze termijn binnengekomen en wordt beantwoord in deze nota met reacties en commentaar. Om reclamant tegemoet te komen, zullen wij een aanvulling naar aanleiding van de uitkomst van het WOB-verzoek, indien aangeleverd voor de behandeling van de herziening in Provinciale Staten op 8 januari 2014, doorsturen aan Provinciale Staten. Zo kunnen zij de aanvullende informatie alsnog betrekken bij de besluitvorming.
Het is juist dat tegen de herziening van de verordening geen bezwaar en beroep open staat. Dit is wel mogelijk in de procedure voor wijzing van het bestemmingplan en verlening van de vergunningen voor de concrete plannen
6 Indiener zienswij ze
7
34, 37
Onderwerp en inhoud zienswijze reclamant
Beantwoording provincie
wordt ingesteld, wordt voorgesteld de vaststelling van de herziening eerst aan te houden, nader onderzoek te laten doen en op grond daarvan de herziening zodanig aan te passen dat schade voor bestaande windparken (parkeffecten) kan worden voorkomen. Tenslotte wordt verzocht het aangepaste ontwerpbesluit opnieuw ter inzage te leggen voor inspraak.
voor windparken. In de verkennende onderzoeken is rekening gehouden met parkeffecten. Tevens is aangegeven dat vervolgonderzoek gewenst is. Dit onderzoek is pas zinvol als bekend is waar de windturbines exact worden geplaatst en welke afmetingen deze turbines krijgen. Dit is op dit moment nog niet bekend. Wij zien dan ook geen aanleiding om de procedure stop te zetten in afwachting van nader onderzoek naar parkeffecten voor bestaande windparken.
Gemeentelijke herindeling Na samenvoeging met de gemeente de Marne, maakt het dorp Roodeschool geen deel meer uit van dezelfde gemeente als de Eemshaven. De Eemshaven gaat naar de toekomstige gemeente waar Delfzijl ook bij gaat horen. Dreiging RCR De herziening leidt tot de ruimtelijke reservering voor voldoende vermogen aan windenergie, maar niet tot een in 2020 opgesteld actief en productief vermogen. Het Rijk streeft naar actief producerend vermogen. In die zin blijft de dreiging van toepassing van de RCR overeind; de aanvragen liggen immers nog steeds ter afhandeling bij de Minister van Economische Zaken. Op grond van de afspraken met het Rijk en het IPO dient de provincie uiterlijk in december 2013 voldoende gebieden te hebben aangewezen om de taakstelling te realiseren. Op die voorwaarde hebben de provincies de regie over de locatiekeuze van grootschalige windenergie weer in eigen handen gekregen. Als blijkt dat uitbreiding van de windenergie in de Emma- en Eemspolder niet haalbaar is vanwege de nabijheid van het Natura 2000 gebied, dan moeten er alternatieven gezocht worden. Door
Het onderwerp “gemeentelijke herindeling” maakt geen onderdeel uit van de herziening. Overigens zal ook in het geval dat Roodeschool deel gaat uitmaken van de gemeente De Marne, worden gekeken naar de effecten van de bouw van windparken in de gemeente Eemsmond voor de bewoners van Roodeschool.
Het Rijk heeft met de provincies afgesproken dat zij uiterlijk eind december 2013 de ruimte voor realisatie van de taakstelling planologisch hebben gereserveerd. Uit de verkennende onderzoeken blijkt dat binnen de bestaande gebieden voor windenergie, inclusief de voorgenomen uitbreidingen en inclusief het project N33, voldoende ruimte is om 855,5 MW opgesteld vermogen aan windenergie te realiseren. Wij hebben het Rijk gevraagd om de indieners van de projecten die niet passen binnen de provinciale reserveringen een brief te sturen met de mededeling dat de melding niet in behandeling wordt genomen. De taakstelling is vertaald in opgesteld vermogen, te weten aantal MW en niet in actief producerend vermogen. Bij de concrete plannen voor windparken zal het effect van de windparken op andere functies (zoals wonen, bedrijvigheid en natuur) in en rondom het park nader worden onderzocht. Wij verwachten dat de uitbreiding van het concentratiegebied Eemshaven effecten zal hebben op natuur en landschap. In
7 Indiener zienswij ze
1
Onderwerp en inhoud zienswijze reclamant
Beantwoording provincie
vast te houden aan aanwijzing van de Emma- en Eemspolder loopt de provincie het risico de regie weer te verliezen en komt de toepassing van de RCR weer in beeld. Dit zou een slechte ontwikkeling zijn. Voorgesteld wordt daarom om reeds nu andere, minder omstreden locaties aan te wijzen in plaats van de Emma- en Eemspolder.
hoeverre deze effecten significant zijn en gevolgen hebben voor de invulling van de zoekgebieden dan wel maatregelen noodzakelijk zijn, zal het MER en de passende beoordeling moeten uitwijzen. De aanleg van windparken in deze uitbreiding achten wij op voorhand niet onmogelijk. Wij zien ons in deze opvatting gesteund omdat voor de turbines op de dijk in de Eemshaven en in de gemeente Delfzijl die direct grenzen aan Natura 2000 gebied reeds vergunningen zijn afgegeven. Wij zien dan ook geen aanleiding, om nu al op voorhand de aanwijzing van de Emmapolder en Eemspolder te laten vervallen. Mocht blijken dat gebieden (deels) afvallen tijdens de ruimtelijke, planologische procedures, dan zullen wij aanvullende locaties aanwijzen.
Indienen planschade Verzocht wordt aan te geven wanneer in het proces planschade kan worden ingediend.
Planschade kan worden ingediend op het moment dat het bestemmingsplan waardoor planschade wordt geleden definitief is vastgesteld door de gemeenteraad (of provinciale staten als het een provinciaal inpassingsplan betreft of de Minister als het een rijksinpassingsplan betreft)
NUT EN NOODZAAK VAN WINDENERGIE 3, 13,16, 21
Noodzaak voor energievoorziening Windmolens zijn niet nodig voor de energievoorziening. Er is geen studie bekend die aantoont dat windenergie leidt tot vermindering van uitstoot CO2. In de nota 'Zindelijk denken over windenergie' wordt een nadere analyse gegeven over de zin en onzin van windturbines. Aangetoond wordt dat (extra) windturbines niet meer nodig zijn. Windenergie leidt tot hoge kosten voor de belastingbetalers en een hogere energierekening ook doordat windenergie draait op subsidie.
Al langere tijd is duidelijk dat de voorraad fossiel brandstoffen uitgeput raakt en het gebruik ervan grote negatieve effecten voor ons klimaat heeft. Breed is de overtuiging dat maatregelen nodig zijn: zuiniger met energie omgaan en op een schone en duurzame wijze energie produceren. Op internationaal en Europees niveau wordt gewerkt aan de verduurzaming van het energiesysteem. Er zijn doelstellingen geformuleerd en in regelgeving vastgelegd. De hoofddoelstelling is dat wij in 2050 beschikken over een volledig duurzame energievoorziening . Ook voor de korte termijn zijn doelstellingen geformuleerd: 14% duurzame energie in 2020 en 16% in 2023. Op landelijk niveau zijn met alle betrokken partijen en organisaties in de samenleving afspraken gemaakt in het SER-akkoord over de
8 Indiener zienswij ze
Onderwerp en inhoud zienswijze reclamant
Beantwoording provincie
Windenergie is schadelijk voor de economie omdat een product (1 kilowattuur) wat een marktwaarde heeft van 5 cent, vervangen wordt door hetzelfde product met een kostprijs van 20 cent.
wijze waarop deze doelstellingen moeten worden gerealiseerd. Duidelijk is in ieder geval dat op dit moment alle vormen van duurzame energie, nodig zijn om de doelstellingen te halen. Dit wordt ook bevestigd in het Energierapport 2011 van het Ministerie van Economische Zaken. Windenergie op land is een van de belangrijke vormen van duurzame energie en op dit moment een van de goedkoopste. Windenergie zal een belangrijke bijdrage (ongeveer een vijfde deel) leveren aan de doelstelling.
Overcapaciteit van windenergie uit Duitsland gaat de nieuw te bouwen capaciteit ruimschoots te boven. Investeringen zijn hierdoor minimaal (net aanpassingen) en in contractvorm vast te leggen.
De verduurzaming van de energievoorziening zal zeker op de korte termijn geld kosten. Gebruikers zullen dat in de prijzen gaan merken. Daartegenover staat dat wij investeren in een vorm van energieproductie die ook voor de lange termijn kan voorzien in de vraag naar energie. Naast bovenstaande argumenten speelt ook mee dat energiebedrijven verschillende bronnen voor energieopwekking willen gebruiken: de brandstofmix. Zowel fossiele als duurzame bronnen zitten in deze mix. Hierdoor zijn energieproducenten minder afhankelijk van één bron. Bij bronnen die aan de olie(prijs) zijn gekoppeld is daarmee minder afhankelijkheid van mogelijk politiek instabiele landen en dus een betere spreiding van het prijsrisico. Direct gevolg daarvan is dat er minder stijging van de elektriciteitsprijs is bij hoge olieprijzen. Dit leidt tot lagere productiekosten voor de elektriciteitsproductiebedrijven. Zo ontstaat een stabiel prijsniveau voor alle consumenten. Landelijk, maar ook internationaal geldt dat productie en gebruik van elektriciteit in tijd, locatie en omvang van gebruik nog niet op elkaar zijn afgestemd. Dit kan betekenen dat in tijd en locatie over- en/of ondercapaciteit ontstaat, zoals nu in Duitsland. Hiervoor is een goede infrastructuur voor het transport van duurzame energie noodzakelijk. Bepaalde beheersmaatregelen zoals het openstellen van de grenzen voor handel in energie kan helpen om de pieken in productie en/of gebruik op te vangen. Deze maatregel vergroot de flexibiliteit van het net.
9 Indiener zienswij ze
Onderwerp en inhoud zienswijze reclamant
3, 11, 13, 15, 17, 18, 21, 26, 28, 31, 39, 44 en 45.
Andere energiebronnen en alternatieven Elke uitbreiding van windturbines op land is niet rendabel. Dit wordt ook bevestigd door een rapport van het Centraal Plan Bureau (adviesorgaan van het Rijk) waarin staat dat investeringen in windparken op land voor een tijd van 5 jaren dienen te worden bevroren. Windmolens op zee renderen beter en de hogere kosten kunnen worden gedrukt met de bestaande projecttechnieken en innovatie. Dit blijkt ook uit de meegestuurde rapporten over het eerste Duitse offshore windpark alpha ventus en een memo ? over de Duitse wet op de regenereerbare energiebronnen (Erneuerbare-EnergienGesetz). Windenergie als alternatieve vorm van energieopwekking is goed, maar de bouw van windturbineparken moet ver op zee plaatsvinden, buiten het zicht en de invloedssfeer van de uit landschappelijk, cultuurhistorisch en natuurwetenschappelijk oogpunt kwetsbare kustgebieden, inclusief eilanden van (Noord-)Nederland. Het draagvlak bij de politiek, deskundigen, belangenorganisaties en bevolking voor de bouw van windparken op zee stijgt. De technologie voor megaparken windenergie op land is uitontwikkeld en windturbines zijn binnen enkele jaren achterhaald en overbodig. Andere vormen van groene energie, zoals de zonneenergie, hebben veel meer potentie en de provincie zou dat moeten
Beantwoording provincie
De overheid wil duurzame energie stimuleren en innovatie van duurzame energietechnieken bevorderen. Hoofddoel is 14% duurzame energie in 2020 en een volledig duurzame energievoorziening in 2050. Om dit te bereiken moeten alle vormen van hernieuwbare energie in Nederland worden benut. Dat is naast windenergie op land ook windenergie op zee, zonne-energie, bio-energie en aardwarmte. Een kleinere rol speelt waterkracht, omgevingswarmte en zogenaamde "blauwe energie", getijde-energie of winning van energie door menging van zout en zoet water. Windenergie op land is in Nederland één van de goedkoopste vormen van duurzame energie. Windenergie is duurder dan elektriciteit opgewekt door gas en steenkool. De kosten voor windstroom zijn de afgelopen decennia elk jaar met vijf procent gedaald. Deze trend zal naar verwachting doorzetten. Daarentegen zal elektriciteit opgewekt met fossiele brandstoffen of kernenergie naar verwachting duurder worden. Experts zoals ECN zijn van mening dat ergens rond 2020 de kosten van windenergie op land naar verwachting onder of in de buurt van de verwachte marktprijs van elektriciteit komen, de kostprijs van wind op zee zal dan nog steeds iets boven de kostprijs van wind op land uitkomen). Bij die prijs zijn nog niet meegenomen de vermeden maatschappelijke kosten welke gepaard gaan met het verstoken van fossiele brandstoffen. De kosten voor windenergie op zee zijn nu nog te hoog. De Rijksoverheid en de Nederlandse Wind Energie Associatie willen daar verandering in brengen. In 2011 hebben ze afgesproken dat windenergie op zee in 2020 40% goedkoper moet zijn dan in 2011. Faciliteiten zoals een testveld zullen bij dragen aan de noodzakelijke innovatie in de offshore windindustrie. Naast prijs is ook het ruimtebeslag een argument om in ieder geval ook te kiezen voor windenergie..
10 Indiener zienswij ze
Onderwerp en inhoud zienswijze reclamant
Beantwoording provincie
stimuleren. Zonnepanelen worden in de nabije toekomst goedkoper, rendabeler en veel eenvoudiger toepasbaar. Financiering van collectieve zonne-energie kan vanuit de compensatie aardgasschade. Hiermee wordt een nieuwe vorm van werkgelegenheid in het gebied in de vorm van groene maakindustrie gefinancierd.
Hernieuwbare energie is nu nog duurder dan de “gewone” energie. Zonder subsidie hebben bedrijven bij het huidige prijsniveau onvoldoende prikkels om te investeren in alternatieve energiebronnen. De verwachting is wel dat de komende jaren de kosten zullen dalen en tegelijk de prijzen voor olie en gas zullen stijgen. Daarmee zal op termijn hernieuwbare energie concurrerend worden wat investeringen in nieuwe technologieën aantrekkelijker maakt. Op dit moment is windenergie de meest kosten efficiënte manier om duurzame energie op te wekken.
Ook het plaatsen van getijdenturbines in de 'Menkemadam' in de Eems wordt gezien als een goed innovatief alternatief en verantwoorde investering in deze regio. Er zijn vele voordelen op gebied van ecologie, waterbeheersing, werkgelegenheid en technologische spin-off op de Eems-Dollard regio. 2, 13, 21, 22
Back-up vermogen Omdat de wind niet continue waait moet er voor windenergie een back-up vermogen zijn met een gascentrale. De verdienmodus van een gascentrale is gebaseerd op levering en niet op stand-by. Door de functie als back up wordt windenergie als geheel duurder. Hoe meer energie via hernieuwbare bronnen wordt opgewekt, hoe meer back up vermogen er nodig is van “gewone” energiecentrales. Ook het op- en afregelen kost meer energie dan het permanent laten draaien van centrales. Het verbruik van brandstoffen en de uitstoot van NOx en CO2 neemt hierdoor sterk toe en daarmee de belasting op het milieu. Een oplossing is de centrales leidend te maken en het windvermogen regelend.
Ook in een situatie zonder duurzame bronnen is het zo dat vraag en aanbod van elektriciteit niet met elkaar in balans zijn en bijsturing permanent nodig is. Centrales worden daarvoor continue op- en afgeregeld. Op dit moment kunnen binnen het huidige systeem de duurzame bronnen zonder extra aanpassingen worden ingepast. Wanneer het aandeel duurzaam geproduceerde energie toeneemt (niet alleen windenergie maar alle vormen van duurzaam opgewekte energie), zijn extra maatregelen nodig om de netstabiliteit te garanderen. Er is momenteel veel onderzoek gaande om oplossingen voor deze mogelijke opslag van energie te vinden. Op dit moment zitten wij in een overgangsperiode en het zal een tijd duren voordat het systeem is uitgebalanceerd. In deze tussenperiode is het noodzakelijk dat energiecentrales die gebruik maken van fossiele brandstoffen in bedrijf blijven, ook om de niet continue stroom van energie van windparken en zonnepanelen op te vangen. En dat betekent ook bijvoorbeeld dat de energiecentrales die als back up dienen vaker moeten op- en afregelen. Wij gaan ervan uit dat dit een tijdelijke situatie is. Dit systeem omkeren is onmogelijk, omdat de input van windenergie samenhangt met veranderlijke
11 Indiener zienswij ze
Onderwerp en inhoud zienswijze reclamant
Beantwoording provincie
windcondities. Het kenmerk van back-up is juist dat het op afroep beschikbaar is.
AANWIJZING VAN EXTRA GEBIEDEN VOOR WINDENERGIE EN LOCATIEKEUZE 12, 20, 30 en 34. Ondersteuning initiatief De uitbreiding van het windpark in de Eemshaven is een goed voornemen. Vooral op deze plek, waar de bevolkingsdichtheid zeer laag is. RWE en Nuon staan achter het voornemen om de bestaande concentratiegebieden uit te breiden ten behoeve van de doelstelling van 855,5 MW. Nuon waardeert de inzet van de provincie om ruimte te bieden aan kennisinstellingen en innovatieve industrie om o.a. de uitrol van offshore windenergie te ondersteunen. Nuon wil zich voor beide doelen inspannen: zowel streven naar een uitbreiding van windenergieproductie als het bijdragen in kennis en innovatie in de windindustrie. De Natuur en Milieufederatie Groningen (NMF) wil haar bijdrage leveren aan de uitvoering van het SER- akkoord en de realisatie van duurzame energie. Zij zijn tevreden met de overeenkomst tussen het Rijk en het IPO van januari 2013 waardoor de regie over de locatiekeus voor grote windlocaties terug kwam bij de provincies en het Rijk vooralsnog afziet van toepassing van de RCR. Gewaardeerd wordt dat de provincie haar verantwoordelijkheid heeft genomen door haar taakstelling van 750 MW te verhogen naar 855,5 MW. Dit is een belangrijk signaal dat de provincie serieus wil werken aan een
Wij constateren dat er draagvlak is bij ontwikkelaars voor windparken die actief zijn in Groningen. Tevens zien wij een ondersteuning van onze ambitie om de offshore windenergie en innovatieontwikkelingen daarin te stimuleren. Wij zijn tevreden met het aanbod van NUON om zich te willen inspannen voor windenergie en voor kennis en innovatie in de windenergie. Overigens is de keuze voor uitbreiding van de gebieden bij Delfzijl en de Eemshaven niet zozeer ingegeven door het aantal bewoners van dit gebied. De keuze voor deze gebieden (en uitbreiding daarvan) is gelegen in het feit dat windenergie naar onze mening een bedrijfsmatige activiteit is en als zodanig op of aansluitend op een bedrijventerrein hoort en dat grootschalige windenergie om het landschap te beschermen moet wordt geconcentreerd in een beperkt aantal gebieden.
Wij zijn tevreden met de betrokkenheid van de NMF bij het SER-akkoord en ook met het vertrouwen dat de NMF in ons heeft als het gaat om de regievoering bij aanwijzing van de grootschalige windgebieden. Wij nemen deze blijk van waardering over de verhoging van de taakstelling voor windenergie in ontvangst. Wij beseffen goed dat het belangrijk is om deze taakstelling te realiseren en de regie te behouden in de aanwijzing van de windgebieden. Wij zijn het met de NMF eens dat een ongewenste situatie zal ontstaan als het Rijk in de positie komt dat zij alsnog de RCR gaat toepassen voor projecten die niet in ons beleid passen.
12 Indiener zienswij ze
Onderwerp en inhoud zienswijze reclamant
Beantwoording provincie
duurzame toekomst. Het Rijk zal echter de regie weer naar zich toehalen als de afspraken door provincie niet worden nagekomen. Noodzaak nieuwe gebieden niet aangetoond 24,34,40 Niet is onderzocht of de verhoogde taakstelling binnen de huidige zoekgebieden kan worden gerealiseerd. Er ontbreekt een overzicht van de al gerealiseerde en de nog te realiseren capaciteit. Ook is niet onderzocht of de verhoogde taakstelling kan worden gerealiseerd door vervanging van bestaande turbines door nieuwe windturbines met een (veel) hogere capaciteit. Om deze redenen wordt de noodzaak tot uitbreiding van de zoekgebieden betwist en is de herziening onvoldoende gemotiveerd.
Het bestaande zoekgebied ten zuiden van Oudeschip moet worden gehandhaafd en benut voor de realisering van de verhoogde taakstelling van de provincie. Reclamant constateert dat de provincie dit gebied niet geschikt acht voor windturbines vanwege de ligging ten opzichte van de woonkern Oudeschip. Niet duidelijk is welke nieuwe feiten of omstandigheden tot deze beslissing hebben geleid. Ook is niet duidelijk waarom dit voor Oudeschip een probleem is en voor buurtschappen en woningen midden in het windturbinepark langs de N33 en windenergiegebied Delfzijl niet. De herziening is op dit punt niet deugdelijk gemotiveerd.
Er is in de hele provincie (solitaire turbines en concentratiegebieden Eemshaven en Delfzijl) op dit moment circa 380 MW gerealiseerd. Voor de N33 wordt op dit moment onder de RCR een MER uitgevoerd voor de plaatsing van 100 MW of meer. Uit de verkennende studies blijkt dat in de concentratiegebieden voor windenergie N33, Eemshaven en Delfzijl, inclusief de voorgestelde uitbreidingen voldoende fysieke plaatsingsmogelijkheden aanwezig zijn voor de taakstelling van 855,5 MW. De meeste bestaande windturbines zijn de komende jaren niet aan vervanging toe. Dat houdt in dat opschaling van deze turbines geen oplossing biedt voor het behalen van de taakstelling van 855,5 MW in 2020. Opschaling en innovatie kan voor de periode daarna wel een mogelijkheid bieden om nog meer vermogen binnen het bestaande gebied te realiseren en/of een hoger rendement uit de parken te halen. Plaatsing van turbines binnen het zoekgebied ten zuiden van de kern Oudeschip is niet mogelijk omdat de afstand tussen de te realiseren turbines en de bewoning te klein is om aan de normstelling voor geluid te voldoen. De uitkomsten van de verkennende studie hebben hier meer duidelijkheid in verschaft. De uitkomst van de verkennende studie heeft geleid tot de beslissing om dit deel van het zoekgebied te laten vervallen. Daarbij is naar de specifieke omstandigheden van dit deel van het concentratiegebied gekeken. Een vergelijk met andere concentratiegebieden is op dit punt niet aan de orde.
13 Indiener zienswij ze
Onderwerp en inhoud zienswijze reclamant
Beantwoording provincie
De bescherming van natuur- en landschapswaarden van het waddenzeegebied en de realisatie van duurzame energie moeten voorrang krijgen boven onzekere toekomstige economische ontwikkelingen zoals glastuinbouw en een helicopterhaven. Deze ontwikkelingen worden als harde belemmering meegenomen terwijl nut en noodzaak daarvan nog niet zijn aangetoond. Onderzoek naar alternatieve locaties voor deze ontwikkelingen is noodzakelijk. De bestaande zoekgebieden moeten maximaal worden ingevuld, zodat een verdere uitbreiding van het concentratiegebied kan worden beperkt. Door uitbreiding landinwaarts uit te sluiten vanwege de genoemde economische ontwikkelingen komt er een onnodige druk te staan op uitbreiding langs de kust.
Wij vinden dat de opwekking van windenergie een activiteit is met een industrieel karakter. De plaatsing van grootschalige windparken op en nabij bedrijventerreinen is daarom een logische keuze. De concentratie van windenergie in drie gebieden beperkt de effecten voor het landschap van de provincie Groningen zo veel mogelijk. Door het concentratiebeleid en de keuze voor gebieden op en direct nabij bedrijventerreinen ontstaat druk op het gebruik van de ruimte van deze gebieden. Immers voor deze gebieden is windenergie niet de enige belangwekkende ontwikkeling. Wij streven ernaar de verschillende functies gezamenlijk te ontwikkelen. Binnen de concentratiegebieden vindt bedrijvigheid plaats en het gebied ten zuiden van de Eemshaven is in beeld voor glastuinbouw, hoogspanningsverbindingen en een uitbreiding van het bedrijventerrein. Er zijn ook hoge ambities met betrekking tot offshore wind. Deze vorm van bedrijvigheid kan op de Eemshaven goed tot zijn recht komen, levert werkgelegenheid op en zorgt voor innovatie in een tak van duurzame energie waarin wij grote kansen zien voor een verdere verduurzaming van de energievoorziening. In de verkennende studie is glastuinbouw en mogelijke aanleg van een helicopterhaven voor offshore windactiviteiten in dit gebied niet als harde belemmeringen meegenomen maar er is onderzocht welke effecten deze mogelijke ontwikkelingen hebben voor het plaatsingspotentieel voor windenergie. Uit de verkennende studie en uit een vervolgonderzoek naar de combinatie van glastuinbouw en windenergie is gebleken dat een combinatie van windenergie en glastuinbouw mogelijk is. In de onderzoeken die worden uitgevoerd voor de plannen voor de helihaven wordt ook onderzocht op welke wijze windenergie en een helihaven met bijbehorende aanvliegroutes kan worden gecombineerd.
14 Indiener zienswij ze
Onderwerp en inhoud zienswijze reclamant
Beantwoording provincie
De voorgestelde uitbreiding is onvoldoende, locatiekeuze 5, 6, 20, 24, 30, 34, 36, 35, 37, 40, 41 en 47 De ruimtelijke visie voor windenergie op land moet duidelijkheid verschaffen voor de lange termijn voor zowel de omgeving als de initiatiefnemers. De 14% duurzame energie doelstelling is voor de korte termijn. Voor de lange termijn geldt de aangescherpte ambitie om binnen tien jaar 16% duurzame energie te realiseren. Hiervoor is meer ruimte nodig.
Wij vinden dat de provincie Groningen een meer dan evenredige bijdrage levert in de taakstelling voor realisatie van windenergie op land. 855,5 MW is voor ons het maximum, ook voor de langere termijn. Het is mogelijk dat binnen de bestaande gebieden op langere termijn door opschaling nog een hoger geïnstalleerd vermogen of groter rendement kan worden bereikt. Wij vinden een verdere uitbreiding van de taakstelling gecombineerd met een uitbreiding van windgebieden niet acceptabel ook niet voor de langere termijn. Wij zullen ons voor de langere termijn sterk maken voor andere vormen van duurzame energie waaronder de realisatie van windparken op zee. Innovatie van windturbines op zee en kostenverlaging van deze turbines is voor ons een belangrijk issue. Wij maken daarom onder meer ook ruimte binnen de extra gebieden voor windenergie op land voor een testveld voor offshore wind.
Er is in de bestaande gebieden niet voldoende ruimte voor de oorspronkelijke taakstelling van tenminste 750 MW. De haalbaarheid van deze taakstelling wordt verder bemoeilijkt door bij de herziening het concentratiegebied Eemshaven te verkleinen. In de MER voor de ontwerp rijksstructuurvisie Wind op Land wordt gesteld dat de bestaande POP-locaties in Groningen ca. 555 MW kunnen herbergen in plaats van 750 MW. Dit is aanleiding geweest om plannen te ontwikkelen in gebieden buiten de POP-locaties.
Wij zijn van mening dat er voldoende ruimte is binnen de bestaande en nieuwe gebieden voor windenergie. Wij voelen ons daarin gesteund door de uitkomsten van de verkennende studies naar de fysieke plaatsingsmogelijkheden voor windenergie binnen de bestaande en nieuw aan te wijzen windgebieden. Er is daarbij geen rekening gehouden met de invulling van het gebied ten zuiden van de kern Oudeschip. Het laten vervallen van dit deel van het zoekgebied heeft dan ook geen consequenties voor het behalen van de taakstelling.
Uit het Bosch en Van Rijn rapport van 2013 blijkt dat een groot deel van de voorgenomen initiatieven niet kan worden verwezenlijkt. Ook blijkt uit dit rapport dat in 50% van de door provincies aangewezen gebieden andere, concurrerende belangen een rol
In het MER voor de Ontwerp structuurvisie Wind op Land wordt het aantal MW dat in de provincie Groningen kan worden geplaatst, lager ingeschat. In onze zienswijze op de structuurvisie (d.d. 28 mei 2013) hebben wij aangegeven dat niet duidelijk is waar deze conclusie op is gebaseerd. De inschatting uit het MER komt ook niet overeen met het advies van Bosch en Van Rijn (rapport “Toetsen
15 Indiener zienswij ze
Onderwerp en inhoud zienswijze reclamant
Beantwoording provincie
spelen, waardoor minder windenergie dan is aangenomen kan worden gerealiseerd.
plan IPO 6.000 MW ruimte voor wind op land in 2020”). Bosch en Van Rijn hebben in opdracht van het Rijk onderzocht of de taakstelling binnen de door de provincies aangewezen gebieden kan worden uitgevoerd. Het bureau komt tot de conclusie dat Groningen wel voldoende gebieden heeft aangewezen. Dit komt overeen met de uitkomsten van de eerder genoemde verkennende studies.
Verder kan volgens de verkennende studies slechts op basis van meest optimale - theoretische - omstandigheden 855,5 MW worden gerealiseerd in de bestaande en nieuwe windenergiegebieden. Het meest pessimistische scenario komt uit op 653 MW. Om uiteindelijk op 855,5 MW uit te komen, moeten meer gebieden worden aangewezen. De uitbreiding die nu wordt voorgesteld moet niet alleen ruimte bieden aan de extra taakstelling van 105,5 MW, maar ook voor het vermogen dat naar verwachting niet gerealiseerd kan worden in de oorspronkelijke POP-gebieden. Dit sluit ook aan op de eis van het Rijk om gebieden die afvallen te compenseren door alternatieve locaties aan te wijzen.
Het is juist dat in de verkennende studies wordt gekeken naar de theoretische mogelijkheden voor plaatsing van windturbines. In dat stadium van onderzoek zitten wij op dit moment. Wij hebben daarbij al wel rekening gehouden met de harde belemmeringen en zijn van mening dat de inschattingen reëel zijn. Zodra de plannen nader worden geconcretiseerd, wordt zichtbaar wat het feitelijk te plaatsen vermogen is. Het is juist dat bij de ontwikkeling van de windplannen ook rekening wordt gehouden met andere functies in het gebied, bestaand dan wel toekomstig. In de verkennende studies is voor deze aspecten onderzocht welke consequenties deze functies mogelijk hebben voor het plaatsingspotentieel van windturbines. Bij de verdere planvorming wordt dit nader uitgewerkt. Wij blijven streven naar optimale invulling van de gebieden voor windenergie met daarbij oog voor de andere functies die in deze gebieden aanwezig zijn.
Voorgesteld wordt om extra ruimte aan te wijzen waarbij wordt vastgehouden aan het door de provincie gestelde criterium van 'aansluitend op bestaande zoekgebieden’.
Wij verwachten dat wij onze taakstelling van 855,5 MW kunnen realiseren binnen de huidige concentratiegebieden en de voorgestelde uitbreidingen daarvan. Het is niet noodzakelijk om op dit moment extra ruimte te bieden voor alternatieve locaties.
Niet duidelijk is hoe de locatiekeuze voor de uitbreidingsgebieden tot stand is gekomen en door welke belangen de provincie zich hierbij heeft laten leiden. Op voorhand worden andere plannen afgewezen. Alle plannen die voor Groningen zijn ontwikkeld (en aangemeld bij
Wij hebben bij de aanwijzing van de aanvullende gebieden voor de extra taakstelling van 105,5 MW het concentratiebeleid in het POP voortgezet en gekozen voor een uitbreiding van de concentratiegebieden Delfzijl en Eemshaven. De aanwijzing van een vierde concentratiegebied past daar niet in. Dat betekent dat de projecten die niet passen binnen deze uitgangspunten - ook
16 Indiener zienswij ze
Onderwerp en inhoud zienswijze reclamant
Beantwoording provincie
het Rijk) moeten worden meegenomen in de afweging voor de keuze van nieuwe zoekgebieden. Er zijn diverse voorstellen gedaan voor aanvullende zoekgebieden:
de projecten die bij het Rijk zijn gemeld voor toepassing van de RCR - niet in aanmerking komen voor de invulling van de extra taakstelling van 105,5 MW. In overleg met de betrokken gemeenten hebben we vervolgens gekozen voor een uitbreidingsrichting die de kernen Wagenborgen, Borgsweer en Oudeschip zoveel mogelijk ontziet. Bij de Eemshaven is de keuze mede ingegeven door de wens om een testveld voor offshore wind binnen dit concentratiegebied mogelijk te maken. De omvang van de uitbreidingsgebieden is voldoende voor de extra taakstelling van 105,5 MW. Uit oogpunt van efficiënt en zuinig ruimtegebruik en uit oogpunt van bescherming van het landschap willen wij ook niet meer gebieden dan noodzakelijk aanwijzen. Reclamanten doen voorstellen voor windparken op alternatieve locaties en noemen een aantal voordelen op. Zo zouden windparken op de voorgestelde locaties kunnen rekenen op draagvlak, is de verwachting dat er weinig negatieve effecten voor de leefomgeving, natuur en landschap zijn en past de opwekking van windenergie goed bij de bestaande activiteiten op de voorgestelde locaties. Wat daar ook van zij, de keuze voor de locaties, de uitbreidingsrichting, de begrenzing daarvan en de omvang is ingegeven door beleidsmatige overwegingen en niet door de plannen vanuit de markt die bij het Rijk zijn aangemeld voor toepassing van de RCR. Het is op dit moment ook niet noodzakelijk dat aanvullend naar deze gebieden wordt gekeken. De bestaande concentratiegebieden en voorgestelde uitbreidingen daarvan bieden voldoende ruimte voor de taakstelling. Aanvullend merken wij ten aanzien van de genoemde locaties nog het volgende op. Ten aanzien van de Eekerpolder Het POP is vastgesteld in de vergadering van Provinciale Staten van 17 juni 2009. Tijdens deze vergadering is ook gesproken over de Eekerpolder. In de handelingen van deze vergadering (op bladzijde 100) blijkt dat door de gedeputeerde niet is gezegd dat bij de zoektocht naar aanvullende ruimte de
Het plan voor het windpark Woldenwind heeft vele voordelen: -participatie en draagvlak bij de grondeigenaren en omwonenden. De inkomsten van het windpark geven aan het gebied een financiële impuls. Er is open communicatie met de bevolking en er wordt ingezet op participatie. Door draagvlak en samenwerking is een snel planproces mogelijk. -het windpark is goed landschappelijk inpasbaar. Er wordt aangesloten bij een bestaand windpark, er zijn weinig technische belemmeringen, zoals gasleidingen, en op het gebied van flora en fauna worden geen beperkingen verwacht. Er wordt ruim voldoende afstand gehouden tot de woonkernen en omwonenden, laagvliegroutes en radarstations. Uitbreiding van het concentratiegebied N33 is ten onrechte buiten beschouwing gelaten. In eerdere discussies in Provinciale Staten (in 2008/2009) heeft de gedeputeerde aangegeven dat, wanneer de doelstelling van 750 MW niet wordt gehaald, de locatie Eekerpolder zal worden betrokken bij de zoektocht naar aanvullende locaties. Op deze locatie kan aan weerszijden van de spoorlijn circa 60 MW worden geplaatst. Tijdens de vergadering van de Commissie Omgeving en Milieu van 22 mei 2013 heeft een aantal sprekers de Eekerpolder genoemd als een geschikte locatie. De Eekerpolder is een uitbreiding van een bestaande locatie en er is sprake van een 'Technisch Energie Landschap' waar een windpark goed bij past (aanwezigheid van een compressorstation, NAM-locaties, een 380 kV-hoogspanningslijn en een spoorlijn). In het POP heeft deze locatie
17 Indiener zienswij ze
Onderwerp en inhoud zienswijze reclamant
Beantwoording provincie
geen bijzondere landschappelijke kwalificatie. Binnen een afstand van 1 km ligt één woning. Aan de zuidkant van het project wordt een afstand van 1 km tot de woningen van Meeden aangehouden. Ten slotte wordt in het rapport 'Wind in Oost-Groningen' deze locatie als geschikt voor windenergie gekwalificeerd;
Eekerpolder zeker zal worden betrokken. De gedeputeerde heeft gezegd dat er met iets meer dan een lui oog naar de Eekerpolder gekeken zou kunnen worden als het windmolenpark langs de N33 wordt gerealiseerd en als blijkt dat daar te weinig capaciteit is. Pas als blijkt dat er te weinig gerealiseerd kan worden langs de N33 en dit tekort niet geplaatst kan worden binnen de andere twee gebieden is de Eekerpolder mogelijk in beeld.
Het windpark N33 kan bij Veendam in de richting van de rotonde bij Gieten en aan de noordkant langs de provinciale weg richting Delfzijl worden uitgebreid. Deze uitbreidingen zijn ruimtelijk goed inpasbaar, er is geen productieverlies bij andere windturbines en er is nauwelijks sprake van geluidsproblemen bij omwonenden. Het concentratiegebied Eemshaven kan verder ten westen worden uitgebreid in overeenstemming met de RCR-aanvraag die bij het Rijk is ingediend. In dit gebied kan 20 MW extra worden gerealiseerd. Er moet worden afgezien van het testveld omdat dit een optimale invulling van het gebied belemmert en onvoldoende bijdraagt aan de taakstelling. Het vermogen, de productie- en de exploitatieperiode van testturbines is onzeker en niet permanent. De turbines zullen slechts beperkt bijdragen aan de productie van windenergie. Het vermogen van de testturbines kan niet worden meegeteld voor de taakstelling; het is passief en geen actief productievermogen. Er is geen zekerheid over de medewerking van grondeigenaren aan het testveld. De Ulsderpolder is een geschikte locatie voor windenergie. Niet duidelijk is op basis van welke afwegingen de provincie dit gebied niet in beschouwing neemt.
De aanleiding voor deze herziening is nu niet dat er bij de N33 te weinig capaciteit is voor het realiseren van de doelstelling van 855,5 MW, maar dat er afspraken zijn gemaakt tussen het IPO en het Rijk op grond waarvan wij de totale doelstelling met 105,5 MW hebben verhoogd. Bij de keuze voor de aanvullende gebieden is vastgehouden aan het bestaande concentratiebeleid en is gekozen voor een uitbreiding van de bestaande concentratiegebieden. Voor het realiseren van het windpark langs de N33 loopt een procedure onder de RCR. Om dit proces niet te verstoren kiezen wij ervoor om de andere twee concentratiegebieden uit te breiden. Dat betekent dat de Eekerpolder bij deze herziening niet wordt meegenomen. Naar onze mening is dit niet in strijd met hetgeen de gedeputeerde heeft gezegd bij de vaststelling van het POP. Ten aanzien van het voorstel voor uitbreiding en invulling van de locatie ten westen van de Eemshaven. Het is juist dat af- en opbouw van turbines op de vier testlocaties veel vaker zal voorkomen dan bij een regulier windpark. Wij verwachten dat in het begin turbines van 7,5 MW zullen worden geplaatst op de testlocaties. In de nabije toekomst zal dit vermogen toenemen. Dit compenseert de omstandigheid dat op de locaties door werkzaamheden het vermogen niet permanent aanwezig is. Tenslotte merken wij op dat er voldoende vraag is naar testvelden en verwachten dat de testvelden permanent in gebruik zullen zijn. Wij tellen daarom het vermogen dat op deze locaties kan worden gebouwd mee in onze taakstelling.
18 Indiener zienswij ze
Onderwerp en inhoud zienswijze reclamant
Beantwoording provincie
Er zijn mogelijkheden voor een windpark bij de stad Groningen, waarbij ook rekening wordt gehouden met natuur, leefomgeving en landschap. Als hiervoor wordt gekozen is een verdere uitbreiding langs de kust, die een grote impact zal hebben op het waddenlandschap en vogelpopulatie, niet meer nodig.
Op het testveld is ook ruimte voor vijf onderzoeksturbines en deze zullen permanent op het testveld aanwezig zijn. Hier is geen sprake van af- en opbouw. Door het uitvoeren van testen kunnen deze turbines en de testturbines vaker dan in een gewoon windpark stil komen te staan. Dit is echter niet relevant voor de taakstelling. De taakstelling en de afspraken daarover met het Rijk zijn gemaakt over opgesteld vermogen en niet over rendement. Ten aanzien van het windpark bij de stad Groningen. Aanwijzing van een locatie voor grootschalige windenergie waar dan ook en ook nabij de stad Groningen is in strijd met het huidige concentratiebeleid. Overigens betreft het plan van de gemeente Groningen niet één locatie , maar gaat over de ontwikkeling van windturbines versnipperd over verschillende locaties rondom de stad.
Het concentratiebied Delfzijl kan aan de oostzijde worden uitgebreid met een gebied dat in eigendom is van Staatsbosbeheer. Staatsbosbeheer staat daar positief tegenover en met de uitbreiding kunnen twee windturbines extra worden geplaatst.
37
Geïnstalleerd vermogen versus rendement Door bij het invullen van de taakstelling uit te gaan van 2550 vollasturen per jaar wordt scherp aan de wind gezeild. Het windaanbod is een gegeven. Verhoging van het gemiddelde aantal vollast-uren kan slechts worden bereikt door hogere turbines te plaatsen en door die molens die deel uitmaken van de taakstelling, dichter bij de kust te plaatsen dan thans het geval is. Het is nodig zwaarder in te zetten op planning van productief vermogen in het Eemshavengebied dan in de herziening is voorzien. Aanwijzing zeedijk als locatie voor windenergie De zeedijk van de Emmapolder is een primaire zeewaterkering en als zodanig ongeschikt voor de plaatsing van windturbines. De bouw van turbines in de primaire waterkering is in strijd met artikel 2.11.3 van het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening op grond waarvan de bouw van turbines alleen mogelijk is voor zover bij de verwezenlijking daarvan geen belemmeringen kunnen
De afspraken met het Rijk gaan over een totaal aan opgesteld vermogen in onze Provincie van 855,5 MW in 2020. Dit vermogen levert een bijdrage aan de landelijke taakstelling van 6000 MW in 2020. De doelstelling is gedefinieerd als een hoeveelheid geïnstalleerd vermogen en niet gedefinieerd als een hoeveelheid rendement of productie. Vanzelfsprekend zullen bij elk windpark het te behalen rendement en de energieproductie van de turbine belangrijke parameters zijn voor het bereiken van een positieve business case.
Wij zijn het met reclamant eens dat de dijk primair is bedoeld als waterkering. Er is daarnaast steeds meer belangstelling voor het multifunctioneel gebruik van de dijk, waaronder het gebruik van de dijk voor de opwekking van duurzame energie. De Unie van Waterschappen onderzoekt op dit moment onder welke randvoorwaarden de bouw van windturbines in de dijk mogelijk is. De verwachting is dat hierover eind 2013 duidelijkheid komt. Bij de bouw van windturbines is een aantal provinciale belangen betrokken: opwekking duurzame
19 Indiener zienswij ze
Onderwerp en inhoud zienswijze reclamant
Beantwoording provincie
ontstaan voor het onderhoud, de instandhouding of de versterking van de primaire waterkering. Het aanwijzen van de dijk tot windmolenlocatie is niet reëel en er ontbreken provinciale belangen die dat noodzakelijk maken. Deze locatie behoort mede daarom niet mee te tellen bij de invulling van de taakstelling.
energie, leefbaarheid, natuur en landschap, economie en werkgelegenheid. Op grond van deze belangen hebben wij ervoor gekozen om ruimte te reserveren voor de realisatie van windenergie in de aangewezen concentratiegebieden. In deze gebieden zijn de dijken vooralsnog niet uitgesloten.
Het aanwijzen van de zeedijk is voor de taakstelling niet nodig, omdat de naastgelegen Emmapolder voldoende ruimte biedt voor een rij molens parallel aan de zeedijk. Windturbines op de primaire zeewaterkering belemmeren of vertragen de toekomstige dijkverhoging en brengen verhoogde kosten mee, zowel in het technische en bestuursrechtelijke vlak als door te verwachten (plan)schadeclaims. Het plaatsen van turbines in de dijk biedt kansen omdat dit tegelijkertijd met de verhoging van de waterkeringszone kan worden uitgevoerd. Burgemeester en Wethouders van Eemsmond heeft een voorkeur voor plaatsing van turbines in de dijk. Hierdoor zal een deel van de opbrengst via het Waterschap Noorderzijlvest een voordeel voor de inwoners genereren. Het waterschap staat niet direct afwijzend tegenover een dergelijk initiatief. De plaatsing van de turbines op de dijk levert een hoger rendement, vanwege de toename van de windvang.
Het plaatsen van turbines in de dijk is een plan met een innovatief karakter, dat heeft onze interesse. Daarnaast zijn er wellicht mogelijkheden om de plaatsing van turbines in de dijk mee te nemen bij de maatregelen die nodig zijn in het kader van het dijkverzwaringsprogramma. Wij zijn het met reclamanten eens dat dit echter de primaire functie als waterkering niet in gevaar mag brengen. Onder welke voorwaarden de bouw van turbines op deze specifieke locatie mogelijk is, zal uit vervolgonderzoeken voor de concrete windparken moeten blijken. In de verkennende studie voor de Eemshaven wordt aangegeven dat op basis van ervaringen de plaatsing van windturbines in de dijk niet op voorhand hoeft te worden uitgesloten, gezien de lage faalfrequenties van windturbines en de technologische optimalisatiemogelijkheden, is het in potentie niet onmogelijk. Een en ander is afhankelijk van het aantal windturbines, de specificaties van de betreffende waterkering(en) en technische ontwerpkeuzes. Ten aanzien van de opmerking van Burgemeester en Wethouders van Eemsmond merken wij op dat niet vanzelfsprekend is dat de opbrengsten van de windturbines die op gronden van het Waterschap worden geplaatst kunnen terugvloeiennaar de inwoners.Uit informatie van het Waterschap is naar voren gekomen dat zij geen mogelijkheden hebben om in hun tarieven een differentiatie aan te brengen.
20 Indiener zienswij ze
Onderwerp en inhoud zienswijze reclamant
Uitbreiding concentratiegebied Delfzijl Burgemeester en Wethouders van Delfzijl vindt een verdere uitbreiding in oostelijke en zuidelijke richting ongewenst in verband met de ligging dicht bij Borgsweer, Woldendorp en Wagenborgen. Zij stemt in met de uitbreiding van het zoekgebied aan westelijke zijde. Hiermee is echter het maximum voor Delfzijl bereikt. Delfzijl levert een grote bijdrage aan de doelstellingen van de provincie voor windenergie op land en verdere uitbreidingen in de toekomst worden niet geaccepteerd. Door de uitbreiding in oostelijke richting ontstaan ook mogelijkheden voor sanering en opschalen van de zes solitaire turbines in dit gebied. Voorgesteld wordt de noordelijke begrenzing vanwege de nabijheid van Farmsum en de beperkte mogelijkheden voor een goede landschappelijke inpassing zuidelijker te plaatsen.
Beantwoording provincie
Wij zijn van mening dat de gemeenten Delfzijl en Eemsmond een zeer grote bijdrage leveren aan de realisatie van de taakstelling van 855,5 MW. Door de geconcentreerde plaatsing van turbines in deze gemeenten blijft een groot deel van de rest van de provincie gevrijwaard. Wij zijn dan ook van mening dat een verdere uitbreiding van het concentratiegebied Delfzijl in de omvang zoals nu wordt voorgesteld niet acceptabel is. Bij de aanwijzing van het gebied Geefsweer ontstaan inderdaad mogelijkheden om de hier aanwezige solitaire turbines te saneren en binnen het raamwerk van het nieuwe windpark op te schalen. Bij de nadere uitwerking van de plannen zal ook worden bekeken welke afstand ten opzichte van Farmsum moet worden aangehouden.
Testveld 20, 30, 34, 35 37, 41 Er bestaan hoge ambities op het gebied van offshore windenergie en een testveld. Het slagen van het testveld is afhankelijk van de vraag en marktontwikkelingen. De behoefte aan een testveld staat nu onvoldoende vast, een onderbouwing ontbreekt en er zijn geen concrete aanvragen bekend. De omvang van het testveld moet worden gekoppeld aan de feitelijke behoefte, om te voorkomen dat het concentratiegebied Eemshaven onbenut blijft. Verder wordt voorgesteld de tekst op pagina 6 aan te passen. De tekst suggereert dat spin-off door de komst van het testveld zal plaatsvinden, dit is echter geen gegeven maar een mogelijkheid. Dit moet in de tekst tot uitdrukking worden gebracht door “zullen” te vervangen door “kunnen” en “worden” te vervangen door “kan worden”.
Wij zetten de komende jaren zwaar in op de uitvoering van de taakstelling voor windenergie op land en op het realiseren van offshore windenergie, mede omdat dit veel economische – en werkgelegenheidspotentie voor de Eemshaven oplevert. Wij zien mogelijkheden voor het aantrekken van bedrijvigheid in de offshore windsector. Het is mede daarom van belang dat de testlocaties ter beschikking komen aan meerdere concurrerende (internationale) fabrikanten van windturbines zodat de kans op spin-off effecten in de Eemshaven wordt vergroot. Het is daarom ook van belang dat het testen geschiedt door een onafhankelijk wetenschappelijk instituut met een internationaal karakter. Verder is bekend dat bedrijven nu al belangstelling tonen voor testlocaties. Wij willen daarom zo snel mogelijk een testlocatie kunnen aanbieden. Dit is mede naar voren gekomen uit de provinciale stakeholderanalyse Offshore Wind, uitgevoerd in 2011. Dit document was de basis voor het provinciale projectplan Offshore
21 Indiener zienswij ze
Onderwerp en inhoud zienswijze reclamant
Het bevorderen van lokale industriële bedrijvigheid en werkgelegenheid op het haventerrein van de Eemshaven staat los van de aanwezigheid van testturbines en vormt geen ruimtelijk belang in het kader van het bevorderen van ruimtelijke inpassing van opwekking van windenergie op land, waarop de herziening doelt. De lokale werkgelegenheid wordt niet door een testveld bevorderd, aangezien alle te meten waarden op afstand zullen worden geregistreerd in het laboratorium in Noord-Holland.
Beantwoording provincie
Wind 2012-2015, onderdeel van het provinciale Programma Energie en vastgesteld door Provinciale Staten op 8 februari 2012. Wij zullen bevorderen dat het onderzoeksinstituut zoveel mogelijk economische spin-off genereert bij het aangaan van overeenkomsten met windturbineontwikkelaars die hun nog niet gecertificeerde windturbines willen testen. Wij denken bijvoorbeeld aan het aantrekken van assemblage, onderhoud en beheer. Hierbij betrekken we de Midden en Kleinbedrijven van de reeds aanwezige bedrijven op de Eemshaven die actief zijn in de offshore windsector (onder andere het Northern Netherlands offshore Wind Network). Wij willen deze kansen verzilveren. Het betreft hier een zeer belangrijke ambitie en inderdaad geen gegeven. Dat zullen wij in de toelichting op de herziening tot uitdrukking brengen. Ook zijn er mogelijkheden voor combinaties met noordelijke onderwijsinstellingen en opleidingen (de Energy Academy Europe, waaronder de windopleidingen van Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, Maritieme Campus Nederland en Noorderpoort College).Dit dient uit te monden in het aanbieden van stages, het laten uitvoeren van onderzoek door studenten en het verzorgen van (gast)colleges en lesmateriaal. De ondersteuning van offshore windenergie zien wij als een provinciaal belang. De uitbreiding van windparken op zee, kan voorkomen dat na 2020 de vergroting van productie van duurzame energie opnieuw in windenergie op land wordt gezocht. Een testveld voor offshore windturbines ondersteunt dit beleid; innovatie van offshore windturbines wordt mogelijk gemaakt en onder meer het onderzoek naar zogeffecten (vermogensreductie die ontstaat als de onderlinge afstand van de windturbines afneemt) kan zorgen voor een optimale opstelling en rendement van de windparken op zee. Verhoging van het rendement en het verlagen van de kostprijs van offshore windenergie zijn cruciaal voor het vergroten van het areaal aan offshore windparken.
22 Indiener zienswij ze
Onderwerp en inhoud zienswijze reclamant
Beantwoording provincie
Tevens kan op het testveld onderzoek worden gedaan naar de invloed van windturbines op milieu, flora en fauna en het gebruik van andere signaleringsystemen op windturbines voor vogels en/of vliegtuigen. Dat het realiseren van offshore windenergie, een testveld en de stimulering van bedrijvigheid op de Eemshaven een provinciaal en ruimtelijk belang is, komt ook tot uitdrukking in de hoofddoelstelling van het POP: “Duurzame ontwikkeling, voldoende werkgelegenheid en een voor mens en natuur leefbaar Groningen met behoud en versterking van de kwaliteiten van de fysieke omgeving, waarbij toekomstige generaties voldoende mogelijkheden houden om zich te ontplooien”. Wij gaan er vanuit dat een testveld zowel directe als indirecte werkgelegenheid kan opleveren. Het testen en meten van de gegevens zal naar verwachting op of nabij de site plaatsvinden.
Aanpassing toelichting op de herziening:, bladzijde 6 onder punt 5: “wij willen bewerkstelligen dat op deze manier zoveel mogelijk internationale windturbine fabrikanten de Eemshaven zullen aandoen en de kans op spin-off effecten in de Eemshaven op deze wijze wordt vergroot”. Het is niet duidelijk hoe, wanneer en op basis van welke criteria de provincie zelfstandig heeft besloten het gebied ten westen van de Eemshaven aan te wijzen als testlocatie. In de verkennende studies zijn ook Geefsweer en Eemshaven Zuid Oost onderzocht. Geefsweer wordt ook geschikt geacht voor de ontwikkeling va vier testsites. Niet duidelijk is aan welke randvoorwaarden een testveld moet voldoen, en of de gekozen locatie aan deze randvoorwaarden voldoet. Er ontbreekt een onderzoek naar alternatieven.
In de verkennende studies en in de notitie “testturbines Eemshaven” van 22 maart 2013 staat aangegeven welke criteria zijn toegepast bij de locatiekeuze voor het testveld. Zo zijn de aanwezigheid van voldoende fysieke ruimte, afstand van woningen, optimale positie ten opzichte van de heersende windrichting en een vrije windvang belangrijke randvoorwaarden voor de locatie van een testveld. De nu aangewezen locatie voldoet aan deze randvoorwaarden. Op de locatie Geefsweer kan geen optimale opstelling ten opzichte van de heersende windrichting voor alle testsites worden bereikt. Bij de locatiekeuze spelen diverse ruimtelijke belangen een rol. Ook het beleid
23 Indiener zienswij ze
Onderwerp en inhoud zienswijze reclamant
Beantwoording provincie
Het testveld past niet bij de overeenkomst tussen NUON en de grondeigenaren en de plannen van deze partijen voor dit gebied. Partijen hebben bewezen een windpark te kunnen realiseren en exploiteren. Reclamant wijst op de drie turbines die zij exploiteren in de bestaande rij in de Emmapolder. Het testveld is in strijd met de RCR aanvraag van NUON die een jaar geleden is ingediend. Naar andere locaties voor een testinstituut is geen onderzoek gedaan. De provincie en de gemeente Eemsmond zijn sinds 2010 bekend met plannen van reclamant om ten westen van de Eemshaven een windpark te realiseren. Reclamant wil wel beschouwen hoe de combinatie van productiepark met een testveld vorm gegeven kan worden met een kennisinstituut dat het testveld wil realiseren.
en de wensen van de gemeenten op wier grondgebied de windparken worden gerealiseerd, bepalen mede de keuze voor de uitbreidingsrichting van de concentratiegebieden. De geschiktheid van de Eemshaven als haven voor aan- en afvoer van grote onderdelen voor offshore windturbines is een van de argumenten om voor deze locatie te kiezen. De grondposities van projectontwikkelaars hebben geen rol gespeeld in de belangenafweging. Ook de (omvang en begrenzing) van de door marktpartijen ontwikkelde plannen die rechtstreeks zijn ingediend bij het Rijk voor toepassing van de RCR bepalen niet de keuze die wij maken voor de uitbreidingsrichting van de concentratiegebieden. Dit geldt ook niet in het geval dat deze plannen op enig moment aan ons zijn bekendgemaakt. Overigens is op zowel ambtelijk als bestuurlijk niveau bij de presentatie van deze plannen steeds ondubbelzinnig duidelijk gemaakt aan initiatiefnemer NUON dat deze plannen niet passen binnen het vastgesteld provinciaal beleid. Wij zijn tevreden met de toezegging van Nuon om nader te onderzoeken hoe in het door ons aangewezen gebied een testveld voor offshore windenergie kan worden gerealiseerd.
Uit de notitie “Testturbines Eemshaven” van 22 maart 2013 blijkt dat het bedrijf ECN als enige partij haar inzicht heeft gegeven over de dimensionering, invulling en misschien ook locatie van een testveld. Deze inzichten kunnen per instituut en per fabrikant van testturbines verschillen. De criteria zijn nu onvoldoende objectief en moeten worden aangereikt door meerdere partijen. Hiermee kan ook voorkomen worden dat er beperkingen ontstaan voor andere instituten en dat de locatie niet optimaal wordt gebruikt.
Wij zien het testveld als een belangrijke aanjager van activiteiten in de Eemshaven op het gebied van windenergie op zee. Om te bepalen aan welke randvoorwaarden een locatie voor een testveld moet voldoen, hebben wij ECN gevraagd om informatie. ECN is een onafhankelijk wetenschappelijk instituut met internationale faam en is geaccrediteerd voor het uitvoeren van certificatiemetingen (ISO 17025) aan windturbines. Hiermee wordt gegarandeerd dat het onderzoek dat zal worden uitgevoerd van hoogstaande wetenschappelijke kwaliteit is. Wij hebben met de gegevens van ECN en de input van de adviseur van de verkennende studies, een locatie aangewezen die voor een testveld uitvoerbaar en realistisch is. ECN heeft interesse in deze locatie voor het realiseren van en testveld. Dat is
24 Indiener zienswij ze
Onderwerp en inhoud zienswijze reclamant
Beantwoording provincie
bekend. Tot dusverre hebben zich geen andere partijen met interesse gemeld. De plannen voor het testveld zullen na vaststelling van de herziening van de POV verder worden onderzocht en nader worden uitgewerkt, met de grondeigenaren en met de ontwikkelaars die hier afspraken hebben gemaakt met de grondeigenaren. De herziening van de POV legt geen rechten voor ECN vast, maar maakt louter en alleen de realisatie van een testveld mogelijk. Niet duidelijk is waarom onderscheid wordt gemaakt tussen prototype offshore testturbines en onderzoeksturbines en in welke opzichten de randvoorwaarden voor beide gebieden verschillen. Er hoeft geen ruimte te komen voor onderzoeksturbines. Deze turbines zijn gewone gecertificeerde productiemolens die alleen nodig zijn om geldmiddelen te genereren. Dit is geen doel waarop ruimtelijke planning zich richt. Onderzoeksturbines zijn niet nodig om zog-effecten te testen. Dit kan ook op turbines van andere exploitanten worden gemeten of in windtunnels. Betwijfeld wordt of een gebied specifiek aangewezen kan worden voor testlocaties en onderzoeksturbines. Zeker voor wat betreft de onderzoeksturbines is sprake van gelegenheidsplanologie, aangezien daar deze turbines (in principe) worden geplaatst door dezelfde initiatiefnemer als van de testlocaties.
De regeling voor het testveld moet flexibeler. Het gebied maakt deel
Er is onderscheid gemaakt tussen een zone voor de onderzoeksturbines en een zone voor het testen van niet gecertificeerde turbines. Voor het noordelijk deel van het testveld, dat betrekking heeft op de onderzoeksturbines, gelden de algemene voorwaarden dat de turbines deel moeten uitmaken van een park- of lijnopstelling en dat de turbines geen grotere wieklengte mogen hebben dan tweederde van de ashoogte. Deze voorwaarden hebben wij losgelaten voor het zuidelijk deel van het testveld omdat het hier gaat om nieuwe innovatieve windturbines, waarvan de uiterlijke verschijningsvorm onbekend is. Dit zijn ruimtelijk relevante aspecten en het is gerechtvaardigd om hier specifieke bepalingen voor op te nemen. Er is hier geen sprake van gelegenheidsplanologie. Aan de gecertificeerde en commercieel verkrijgbare turbines die in het meest noordelijk deel in lijnopstelling worden geplaatst kan langjarig onderzoek worden uitgevoerd naar zogeffecten en aanvullende onderzoeksdoeleinden. De uitkomsten van deze onderzoeken kunnen bijdragen aan een optimale opstelling en hoger rendement van de toekomstige offshore windparken. Dit onderzoek zal inhouden dat een of meerdere turbines in sommige gevallen in andere posities of stil moeten worden gezet. Voor de eigenaar van een testveld is dit vanzelfsprekend en acceptabel, voor een eigenaar van een regulier windpark betekent dit verlies van inkomsten en is het toestaan van testen geen reguliere activiteit.
Wij willen deze locatie exclusief reserveren voor een testveld. De regeling is juist
25 Indiener zienswij ze
Onderwerp en inhoud zienswijze reclamant
Beantwoording provincie
uit van een van de meest windrijke en ruimtelijk geschikte gebieden in Groningen voor windenergie. Het is onverstandig om dit gebied alleen te reserveren voor testturbines. Vanwege de taakstelling moet het gebied optimaal wordt ingevuld.
op deze wijze opgenomen om te voorkomen dat op deze locatie een regulier park kan worden gerealiseerd. Wij zijn van mening dat de locatiekeuze, de bepalingen voor de testlocaties en de flexibiliteit van de regeling de kans op realisatie van het testveld juist hebben vergroot.
De voorgestelde bepalingen in de herziening verminderen de aantrekkelijkheid, de financiële haalbaarheid en de flexibiliteit van een testlocatie. De kans om een geschikte partij te vinden voor een testlocatie die voor een zo groot mogelijke spin-off van bedrijvigheid in Groningen kan zorgen, wordt kleiner. Er moet meer flexibiliteit komen voor potentieel geïnteresseerde kennisinstituten die een testveld willen realiseren.
Wij zijn het met reclamant eens dat een verdergaande uitbreiding aan de westzijde nauwelijks meer mogelijk is. Niet zozeer vanwege eventuele planschade, maar omdat het testveld dan niet meer kan functioneren omdat er geen vrije windvang meer aanwezig is. Dit is nodig om testen voor de certificering te kunnen doen.
Het testgebied belemmert een verdere uitbreiding in westelijke en zuidelijke richting, die nodig is als de provincie nog meer gebieden moet aanwijzen. Mogelijke nieuwe turbines zullen voor het testveld tot een omvangrijke planschade leiden, dat die door nieuwe initiatiefnemers nauwelijks op te brengen zal zijn. Dit frustreert de invulling van de taakstelling, hetgeen niet strookt met de afspraak tussen IPO en het Rijk. In het testveld zullen meetmasten worden geplaatst. Het staat niet vast dat grondeigenaren hierin zullen toestemmen. De meetmasten en bijbehorende tuidraden nemen een zeer groot ruimtebeslag op de gronden en kunnen de bedrijfsvoering van grondeigenaren hinderen.
Voor zowel de testlocaties als de onderzoeksturbines is een samenhangende meetinfrastructuur nodig die zich ruimtelijk zal manifesteren in de vorm van maximaal zes meetmasten. Bij de concrete planvorming en ontwerp van het testveld zal worden onderzocht hoe voorkomen kan worden dat de meetmasten tot onaanvaardbare problemen voor het gebruik van de gronden zullen leiden. Ons is bekend dat er meetmasten bestaan zonder tuidraden. Bij de nadere uitwerking van de plannen voor het testveld zullen we aandacht besteden aan het type meetmast en daarbij rekening houden met de bedrijfsvoering van de agrariërs in het gebied.
26 Indiener zienswij ze
Onderwerp en inhoud zienswijze reclamant
Beantwoording provincie
De oostelijke grens van het testveld ligt zo dicht bij de bestaande rijen molens in de Emmapolder, dat westelijk daarvan geen productiemolens meer geplaatst kunnen worden, zoals in het verkennende onderzoek Eemshaven wel was voorzien.
In de verkennende studie is onderzocht op welke wijze het testveld kan worden gerealiseerd binnen de uitbreiding van het zoekgebied ten noorden en ten zuiden van de bestaande rijen. In de eerste fase van het verkennend onderzoek was ook rekening gehouden met een beperkte uitbreiding in westelijke richting met één rij turbines van noord naar zuid. Uit het onderzoek bleek dat de realisatie van een testveld dan alleen mogelijk was als bestaande turbines zouden worden afgebroken. Wij hebben daarom besloten een groter gebied ten westen van de Eemshaven in het onderzoek te betrekken. De uitkomsten daarvan zijn neergelegd in de aanvullende “notitie testturbines Eemshaven” van 22-03-2013. Door deze keuze is er inderdaad geen ruimte meer voor productieturbines ten westen van de bestaande turbines, maar is er wel ruimte voor productieturbines ten noorden en zuiden van de bestaande rijen. Deze ruimte is niet meer noodzakelijk voor het testveld.
EFFECTEN VOOR BESTAANDE EN GEPLANDE FUNCTIES 19,20,24, 32, 35 40 Opbrengstverliezen en andere gevolgen voor bestaande windparken en windturbines Er is bij de locatiekeuze van de uitbreiding geen rekening gehouden met de schade die wordt toegebracht aan bestaande windturbines. De uitbreiding van het zoekgebied ten zuiden van de Emmapolder leidt tot productie- en rendementsverlies van de bestaande windturbines. Deze windturbines zijn in bezit van verschillende eigenaren. De turbines in de Emmapolder staan nu nog relatief vrij maar worden straks aan drie zijden omgeven met een 'zoekgebied windturbinepark'. In het verkennend onderzoek wordt aandacht geschonken aan de schade die ontstaat (daling inkomsten en stijging kosten) en wordt een schatting gegeven van het rendementsverlies. De adviseur acht vervolgonderzoek noodzakelijk. Dit is echter ten
De keuze voor concentratie van windenergie en zuinig ruimtegebruik heeft voordelen voor de leefomgeving, natuur en landschap. Het heeft tot gevolg dat er relatief veel turbines bij elkaar worden geplaatst. Dat betekent in sommige gevallen dat windturbines last van elkaar kunnen hebben en dat de energetische en financiële opbrengst van de parken minder optimaal zal zijn. De verwachting is dat dit parkeffect in de Eemshaven zal optreden. Wij zijn echter van mening dat de locaties die wij hebben aangewezen nog steeds aantrekkelijk zijn en dat een haalbare business case voor de bestaande en nieuw te bouwen parken nog steeds mogelijk is. In de verkennende studies is rekening gehouden met het zogenaamde parkeffect en zijn de turbines op een aanvaardbare afstand van elkaar geplaatst. Er is een
27 Indiener zienswij ze
Onderwerp en inhoud zienswijze reclamant
Beantwoording provincie
onrechte nog niet uitgevoerd en er wordt nu genoegen genomen met een schatting. De verwachting is dat de negatieve effecten nog hoger zullen zijn. De kans bestaat ook dat delen van de zoekgebieden moeten worden geschrapt, verplaatst of uitgebreid om verlies aan productierendement van zowel de nieuwe als bestaande windturbines voorkomen dan wel te beperken. In de herziening wordt ten onrechte geen relatie gelegd tussen het verlies aan rendement door parkeffecten en de benodigde oppervlakte van de zoekgebieden voor de taakstelling.
onderlinge afstand van minimaal vier keer de rotordiameter (4D) aangehouden. Dit is een gangbare maat voor het aanhouden van een afstand tussen windturbines onderling. Uit de verkennende studie blijkt dat een onderlinge afstand van 4D tot de bestaande turbines in de Eemshaven niet overal mogelijk is. In sommige gevallen is in de verkennende studie de afstand tot bestaande turbines wat verkleind aangezien de beschikbare ruimte voor windturbines beperkt is op deze locaties. Technisch is dit mogelijk.
Voorgesteld wordt om een vrije zone tussen de bestaande windturbines en de zoekgebieden aan te houden zodat de bestaande windturbines niet of nauwelijks worden gehinderd door nieuwe windturbines. Het is niet bekend of hiernaar onderzoek is gedaan. De eigenaren van bestaande turbines verwachten naast schade door windafvang ook toename van de onderhoudskosten als gevolg van turbulentie. Er treedt vermogensschade op omdat de restwaarde van de windturbines negatief wordt beïnvloed door de windafvang en het extra onderhoud. Eigenaren van drie turbines in de Emmapolder hebben een risicoanalyse laten uitvoeren. De schade wordt begroot op €6.188.000,--. De werkelijke schade zal mogelijk nog hoger uitpakken, bijvoorbeeld als een productieverlies van meer dan 20% wordt geleden. De schade aan alle windturbines in de Emmapolder kan dan tientallen miljoenen euro’s bedragen. De (plan)schade die de nieuwe windturbines veroorzaken bij de
In de verkennende studie is niet gekeken naar een vrije zone tussen de bestaande en nieuwe windturbines. Wij streven juist naar maximale concentratie en willen dat nieuwe windparken aansluitend aan de bestaande windparken worden gerealiseerd. Wel is in het onderzoek beoordeeld wat de consequenties zijn van een afstandsmaat van 6D. Gebleken is dat een grotere afstand tussen de turbines onderling een significant negatief effect heeft op het plaatsingspotentieel. Bij de concrete planvorming van de windparken zal het parkeffect nader moeten worden onderzocht. Dit is ook aangegeven door de adviseur die de verkennende studie heeft uitgevoerd. Daarbij zal moeten worden gezocht naar een goede balans tussen het optimaal gebruik van het beschikbare gebied en een gezonde business case voor de ontwikkelaar van het park. Indien de bestaande en nieuw te bouwen turbines niet in eigendom zijn van dezelfde eigenaar, zullen afspraken moeten worden gemaakt over de wijze waarop rendementsverlies en eventueel toename van onderhoudskosten wordt opgevangen. De afspraken die ontwikkelaars reeds met grondeigenaren hebben gemaakt over schadevergoeding vanwege windvang, spelen geen rol bij de keuze van de uitbreiding van de concentratiegebieden en de aanwijzing van een gebied voor een testveld. Voor alle gebieden, ook het testveld geldt dat er kans is op parkeffect. Hoe groot
28 Indiener zienswij ze
Onderwerp en inhoud zienswijze reclamant
Beantwoording provincie
bestaande windturbines, moet uiteindelijk worden vergoed door de exploitanten van de nieuwe windturbines. Dat betekent dat de nieuwe windturbines op bepaalde plekken zoveel schade veroorzaken dat zij niet meer financierbaar zijn en niet worden gerealiseerd. Wellicht zijn ook mitigerende maatregelen in de vorm van afregelen van turbines nodig. Er zijn grote bezwaren tegen de komst van het testveld. Grondeigenaren hebben nu een contract met Nuon met een ruimhartige schadeloosstelling voor de windafvang . In de aanvullende notitie over het testveld staat dat door verplaatsing van de testveld verder naar het westen turbulentieeffecten op bestaande windturbines met als resultaat dat verminderde elektriciteitsproductie worden voorkomen. Deze stelling is niet onderbouwd.
dit parkeffect is, zal in de vervolgprocedure van de betreffende windparken worden onderzocht. Dan zal elke initiatiefnemer samen met de bestaande windturbine-eigenaar in overleg treden om de eventuele effecten te compenseren.
Het voorgenomen beleid zal leiden tot aanzienlijke schadeclaims. Een verdere invulling van het provinciaal beleid moet gepaard gaan met het vaststellen van een adequate schadevergoedingsregeling. In geval van planschade moeten worden uitgegaan van de maximale invulling van het plangebied. Omdat er geen nadere regels worden opgesteld voor de situering van de onderzoeks- en testturbines, kunnen deze vlak bij de bestaande windturbines worden geplaatst waardoor het risico op windafvang en turbulentie reëel is. Als het zoekgebied ten zuiden van de bestaande lijnen in de Emmapolder wordt ingevuld zal een toekomstige opschaling van de bestaande turbines in de Emmapolder onder druk komen te staan.
Ten slotte merken we op dat in alle concentratiegebieden geldt dat de inpassing van opschaling van bestaande turbines zorgvuldig onderzoek vereist. In dit onderzoek dient te worden gekeken naar de mogelijkheden van opschaling en de effecten op de andere bestaande turbines in het concentratiegebied. De turbines van de Emmapolder vormen daar geen uitzondering op. Gelet op de leeftijd van de bestaande turbines verwachten wij dat een opschaling van deze rijen turbines pas over 15 jaar mogelijk aan de orde is. Het is op dit moment niet bekend of en in welke mate een mogelijke opschaling over 15 jaar beperkingen zal ondervinden van de nu voorgestelde uitbreiding. Er is daarom onvoldoende aanleiding voor een aanpassing van de omvang of begrenzing van de uitbreiding van de concentratiegebieden zoals nu voorgesteld.
29 Indiener zienswij ze 32
Onderwerp en inhoud zienswijze reclamant
Molen Goliath Door de bouw van nieuwe windmolenparken ten zuidwesten/westen van de Poldermolen de Goliath toe te staan, wordt het onmogelijk voor de Goliath om nog naar behoren te kunnen draaien en water te malen. De masten van de turbines die in clustervorm nabij De Goliath staan opgesteld, zorgen voor een versnijding, werveling en verzwakking van de wind. Reclamant geeft aan dat de wind minstens 3 kilometer nodig heeft om zich te kunnen herstellen. Ook op een afstand van 1500 meter verwacht reclamant dat de windtoevoer niet volledig is hersteld. Uit metingen van de molenaar is gebleken dat bij windkracht 6 op een afstand van 1500 meter nog wel net voldoende wind aanwezig is om de molen te kunnen laten draaien. Verder geeft reclamant aan dat er in 2012 met behulp van subsidie uit het Waddenfonds een nieuwe vijzel is geplaatst voor de bemaling. Verder zorgt de molen ervoor dat de kwaliteit van het water hoog is doordat zij zorgdraagt voor de circulatie van het water in de polder. De molen De Goliath ondervindt nu al grote hinder van de bestaande turbines. Als hier nog meer turbines worden geplaatst, is het voorbestaan van De Goliath niet meer zeker.
Beantwoording provincie
De industrie- en poldermolen Goliath (monumentnummer 21311) is aangewezen als Rijksmonument. Voor het voortbestaan van een traditionele molen is het noodzakelijk dat de molen kan blijven draaien. Rondom de molen ligt in het geldende bestemmingsplan een vrijwaringszone van 100 meter die voorkomt dat binnen deze zone obstakels worden gebouwd. Daarbuiten zullen obstakels met een grotere hoogte dan de molen ook tot een beperking van de windvang kunnen leiden. De bestaande turbines staan op een afstand van circa 400 meter. Uit ervaring is gebleken dat op deze afstand De Goliath al hinder ondervindt van de bestaande turbines. De heersende windrichting komt uit zuidwestelijke richting. Vanuit deze richting heeft De Goliath nu nog vrije windvang. De voorgenomen uitbreiding betreft een gebied ten zuiden van de bestaande rijen turbines in de Emmapolder tot aan De Goliath. Indien turbines in dit deel van het zoekgebied worden geplaatst, zal de marge waarbinnen De Goliath nog beschikt over een vrij windvang, verder worden beperkt. Dat vinden wij niet wenselijk en wij vinden dat er voldoende afstand moet worden aangehouden tot De Goliath. Wij houden daarbij rekening met het cumulatieve effect van de bestaande en nieuw te plaatsen turbines en gaan daarom uit van een verdubbeling van de bestaande afstand van de Goliath tot aan de bestaande turbines. Wij verkleinen het zoekgebied ten zuiden van de bestaande rijen turbines in de Emmapolder en houden daarbij een afstand aan van 1000 meter ten zuidwesten van de Goliath. De Stichting vraagt om een minimale afstand van 1500 meter. Er is echter geen onderzoek bekend waaruit blijkt dat deze afstand moet worden aangehouden. Op dit moment is nog niet duidelijk waar de exacte locaties voor de windturbines komen te staan. Bij de voorbereidingen van de concrete plannen, zal, indien blijkt dat op een afstand van minder dan 1500 meter van De Goliath turbines worden geplaatst, uit nader onderzoek moeten blijken dat een voldoende windvang voor de molen De Goliath gewaarborgd blijft.
30 Indiener zienswij ze
Onderwerp en inhoud zienswijze reclamant
Beantwoording provincie
Door de verkleining van het zoekgebied ontstaat overigens ook meer afstand tussen het zoekgebied en een aantal bewoners ten zuiden daarvan (Heuvelderij)
Naar aanleiding van deze zienswijze verkleinen wij het zoekgebied voor windturbines en houden ten opzichte van De Goliath een afstand aan van 1000 meter ten zuidwesten van de Goliath. Effecten voor bedrijvigheid 2, 4, 6, 8 16, 17, 18, 19, 21, 31, 33, 34, 35 6, 16, 17, 18, Door de aanleg van een windpark in het zoekgebied moet de 19, 21 bestaande windmolen van de eigenaar van een akkerbouw- en een pluimveebedrijf worden gesloopt. In “de milieumeetlat pluimveebedrijven” wordt veel waarde gehecht aan eigen energieopwekking. Om aan deze milieumeetlat te kunnen blijven voldoen is eigen energieopwekking nodig die mede wordt opgewekt door de bestaande turbine. Het akkerbouwbedrijf valt onder het Europese gemeenschappelijke landbouwbeleid. De nieuwe normen van dit beleid zijn nog niet volledig uitgewerkt. Wel is zeker dat 5% van het areaal moet bijdragen aan een beter milieu. De kans is reëel dat hier ook milieuvriendelijke energieopwekking onder gaat vallen. Daarnaast is de financiële opbrengst van de windmolen een onmisbare bron van inkomsten. Een deel van de gebieden is in ontwikkeling als bedrijventerrein. Dit kan een beperking zijn voor de plaatsingsmogelijkheden voor windenergie. Windturbines leveren geen duurzame werkgelegenheid op. De
De bestaande turbine van reclamant bevindt zich nabij de uitbreiding van het concentratiegebied Eemshaven. Sloop van deze turbine als gevolg van de komst van windturbines in dit gebied is op dit moment niet aan de orde. Voorstelbaar is dat in de fase van voorbereiding van de concrete plannen nader wordt onderzocht wat de effecten zijn van deze turbine voor het testveld. Los van de vraag wat de consequenties zijn van de uitbreiding van het concentratiegebied, zien wij deze turbine als een solitaire windturbine en in die zin als storend element in het landschap. Bij vaststelling van het POP is in 2009 een motie aangenomen, ondersteund door het amendement van mei 2013, waarin Gedeputeerde Staten zijn gevraagd om de mogelijkheden te onderzoeken voor sanering en opschaling van bestaande solitaire turbines. Wij hebben daar in het “Beleidskader Sanering en opschaling, gebiedsfonds en participatie” voorstellen voor gedaan. Deze voorstellen betekenen dat wij initiatiefnemers voor nieuwe windparken zullen vragen om een bijdrage te leveren aan de sanering van de bestaande solitaire turbines en zullen vragen om ruimte te scheppen voor herplaatsing en opschaling van solitaire turbines van eigenaren die daar belangstelling voor hebben. Indien reclamant aangeeft dat hij geen
31 Indiener zienswij ze
34, 35
Onderwerp en inhoud zienswijze reclamant
Beantwoording provincie
turbines worden inclusief onderhoud door de leverancier verkocht. Leverancier (Enercon uit Aurich) zit net over de grens en service teams wippen zo de grens over. Vanuit Aurich zijn de turbines op afstand te regelen en te monitoren.
belangstelling heeft, dan zal hij vanuit deze beleidsinvalshoek niet voor sanering en opschaling in beeld zijn.
Glastuinbouw Het huidige zoekgebied ten zuiden van de Eemshaven wordt helaas in stand gehouden. Dit belemmert de ontwikkeling van glastuinbouw in het gebied. De bescherming van natuur- en landschapswaarden van het waddenzeegebied en de realisatie van duurzame energie moeten voorrang krijgen boven onzekere toekomstige economische ontwikkelingen zoals glastuinbouw en een helihaven. Deze ontwikkelingen worden als harde belemmering meegenomen terwijl nut en noodzaak daarvan nog niet zijn aangetoond. Onderzoek naar alternatieve locaties voor deze ontwikkelingen is noodzakelijk
Wij hebben in de verkennende studie rekening gehouden met de ontwikkeling van bedrijvigheid op bepaalde terreinen. Gebleken is dat een combinatie van bedrijvigheid en windenergie goed mogelijk is. Bij de verdere planvorming zal waar dat aan de orde is - nadrukkelijk aandacht worden besteed aan een zorgvuldige inpassing van de windenergie in combinatie met bedrijvigheid. De bouw van de windturbines heeft met name tot doel om duurzame energie op te wekken. Een nevendoel is werkgelegenheid. Wij zijn van mening dat de bouw, beheer en onderhoud ook werkgelegenheid oplevert voor de regio en wij zien met name kansen op het gebied van offshore wind en de daarbij behorende bedrijvigheid.
Op basis van de verkennende studie voor de Eemshaven concluderen wij dat er voldoende ruimte is binnen de aangewezen en nieuwe gebieden. Uit oogpunt van efficiënt en zuinig ruimtegebruik hebben wij er ook voor gekozen om niet meer dan noodzakelijk gebied aan te wijzen, Dat houdt in dat alle aangewezen gebieden nodig zijn voor het behalen van de taakstelling, ook het gebied ten zuiden van de Eemshaven dat in het POP sinds 2000 de aanduiding “wind” en “glas” heeft gekregen. Het gebied ten zuiden van de Eemshaven is niet alleen in beeld voor glastuinbouw en windenergie maar ook voor nieuwe hoogspanningsverbindingen, een bedrijventerrein en een helihaven. Er zijn hoge ambities met betrekking tot offshore wind. Deze bedrijvigheid kan op de Eemshaven goed tot zijn recht komen, levert werkgelegenheid op en zorgt voor innovatie in een tak van duurzame energie waar wij in verder willen (niet nog meer wind op land maar verder op zee). In de verkennende studies is gekeken naar de effecten voor plaatsing van
32 Indiener zienswij ze
Onderwerp en inhoud zienswijze reclamant
Beantwoording provincie
windturbines als ook glastuinbouw en een helihaven voor offshore windactiviteiten worden gerealiseerd. Deze ontwikkelingen zijn niet als harde belemmeringen in de studies meegenomen maar er is onderzocht welke effecten deze mogelijke ontwikkelingen hebben voor het plaatsingspotentieel voor windenergie. Ten slotte hebben wij in augustus/september 2013 een aanvullende studie laten doen naar de combinatie van glastuinbouw en windenergie. Uit dit onderzoek blijkt dat een combinatie van de functies windenergie en glastuinbouw zeer wel mogelijk is. 8, 16, 21, 31, 33
toerisme en recreatie De plaatsing van windturbines hebben een ongunstig effect op gewenste toeristische en recreatieve ontwikkelingen zoals op en rond het Hondshalstermeer ('Groene Driehoek'), het realiseren en promoten van wandel- en fietsroutes (b.v. Rondje MiddenGroningen). En het zijn juist deze laatste ontwikkelingen waarop deze economische zwakke regio zijn hoop heeft gevestigd.
4, 34
Helihaven Ter ondersteuning van het beleid voor de offshore windenergie is een helihaven noodzakelijk. Uit de 'Concurrentie analyse Eemshaven
De ontwikkeling van toerisme en recreatie is mede afhankelijk van de kwaliteit van bijzondere landschaps- en natuurwaarden. Het concentratiebeleid leidt op provinciaal niveau tot een beperking van de negatieve effecten van windenergie op natuur en landschap. De afgelopen jaren zijn diverse plannen ingediend bij het Rijk voor windparken langs de Waddenzee, de Dollard en rondom het Oldambtstermeer. De realisatie van al deze plannen zal negatieve effecten hebben voor de landschappelijke kwaliteit van onze provincie en daarmee een negatief effect op functies zoals wonen, toerisme en recreatie. Wij hebben daarom ook de afgelopen jaren onze energie gericht op het tegenhouden van deze plannen en hebben met succes ons concentratiebeleid kunnen bestendigen. Het concentratiebeleid zal wel tot gevolg hebben dat het landschap in de directe nabijheid van de windparken zal veranderen. Wij zullen bij de concrete planvorming aandacht vragen voor een goede landschappelijke inpassing waarbij ook in de gebieden direct nabij de windparken de negatieve effecten voor de daar aanwezige natuur- en landschapswaarden worden geminimaliseerd. Wij hebben hoge ambities met betrekking tot offshore wind. Deze bedrijvigheid kan op de Eemshaven goed tot zijn recht komen, levert werkgelegenheid op en zorgt voor innovatie in een tak van duurzame energie waar wij in verder willen
33 Indiener zienswij ze
Onderwerp en inhoud zienswijze reclamant
Beantwoording provincie
2013', die mede in opdracht van de provincie Groningen is uitgevoerd, blijkt dat een heliport een belangrijke faciliteit is voor de bouw en onderhoud van windparken op zee. GSP is op dit moment bezig met de voorbereidingen voor een plan voor een heliport en is hierover in gesprek met de gemeente Eemsmond en de provincie Groningen. Het zoekgebied voor de helihaven ligt ten zuiden van de Eemshaven. Alternatieve locaties hebben grotere nadelen voor mens, natuur en economie. Om de helihaven mogelijk te maken, moet worden afgezien van een volledige invulling van het glastuinbouwgebied en het stuk ten westen van de N46. Verzocht wordt om uitdrukkelijk rekening te houden met de verenigbaarheid van windturbines en een heliport.
(niet nog meer wind op land maar verder op zee). De aanleg van een helihaven kan daarin ondersteunend zijn en wij zijn daarom in beginsel een voorstander van de helihaven. Wij denken dat deze activiteit een toegevoegde waarde heeft voor de ontwikkeling van de Eemshaven als vestigingslocatie en uitvalsbasis voor de offshore windindustrie. Op dit moment wordt onderzoek uitgevoerd naar verschillende locaties voor de helihaven, waaronder een locatie ten zuiden van de Eemshaven. n het kader van de MER voor de helihaven vindt een afweging van de verschillende locaties plaats. Daarbij zal ook worden bekeken op welke wijze de helihaven en de daarbij behorende aanvliegroutes kunnen worden gecombineerd met de plaatsing van windturbines. Het gebied ten zuiden van de Eemshaven is niet alleen in beeld voor een helihaven en windenergie maar ook voor glastuinbouw, nieuwe hoogspanningsverbindingen en een bedrijventerrein. In de verkennende studies is gekeken naar de effecten voor plaatsing van windturbines als ook een helihaven of glastuinbouw wordt gerealiseerd. Deze ontwikkelingen zijn niet als harde belemmeringen in de studies meegenomen maar er is onderzocht welke effecten deze mogelijke ontwikkelingen hebben voor het plaatsingspotentieel voor windenergie.
Het is van groot belang dat de MER-procedure op korte termijn kan starten, zodat de helihaven vanaf 1 januari 2015 in gebruik kan worden genomen. De provincie wordt verzocht om op korte termijn te komen met een visie op de verenigbaarheid van een heliport en windturbines ten zuiden van de Eemshaven. De bescherming van natuur- en landschapswaarden van het waddenzeegebied en de realisatie van duurzame energie moeten voorrang krijgen boven onzekere toekomstige economische ontwikkelingen zoals glastuinbouw en een helihaven. Deze ontwikkelingen worden als harde belemmering meegenomen terwijl nut en noodzaak daarvan nog niet zijn aangetoond. Onderzoek naar alternatieve locaties voor deze ontwikkelingen is noodzakelijk 22
Hoog- en middenspanningsnetwerk elekriciteit
34 Indiener zienswij ze
Onderwerp en inhoud zienswijze reclamant
Beantwoording provincie
De productie van (niet permanente) windenergie heeft effecten op de infrastructuur van het hoogspanningsnet. De enorme kosten voor aanpassing van het netwerk moeten worden opgebracht door de belastingbetaler. Ook het regelen van spanningshuishouding van het hoogspanningsnet gaat problemen geven en uitval van het elektriciteit is dan in de toekomst ook niet uitgesloten.
In Nederland zijn de netbeheerders wettelijk verplicht energieproducenten op het netwerk aan te sluiten. De kosten daarvan komen voor rekening van de projectontwikkelaar. Bij een windpark tot 10 MW moet de netbeheerder de aansluiting zelf aanleggen. In geval van grotere parken moet de ontwikkelaar de aansluiting aanleggen volgens de eisen van de netbeheerder. Afhankelijk van de capaciteit en flexibiliteit van het elektriciteitsnet kan een beheerder toegang tot het dichtstbijzijnde punt weigeren en de ontwikkelaar verplichten om op een ander punt aan te sluiten. De kosten hiervoor en het netverlies komen voor rekening van de ontwikkelaar. Het is niet ondenkbaar dat het netwerk moet worden aangepast om de inpassing van windparken mogelijk te maken. De kosten hiervan worden inderdaad onder de gemeenschap gebracht (gesocialiseerd). De aansluiting van windparken op het net leidt niet tot uitval van elektriciteit. Leveringszekerheid is een primair doel van de netbeheerders. Het beheer en de architectuur van de netwerken is op een zodanige manier georganiseerd dat de leveringszekerheid van energie niet in gevaar komt door de inpassing van de windparken.
2
Radar vliegbasis Leeuwarden De uitbreiding van het concentratiegebied Eemshaven ligt binnen het radarverstoringsgebied van de vliegbasis Leeuwarden. Ter voorkoming van radarverstoring gelden beperkingen voor windturbines met tiphoogtes hoger dan 95 meter. Wettelijk is vastgelegd dat windturbines slechts worden toegestaan, nadat is aangetoond dat deze objecten het radarbeeld niet ontoelaatbaar verstoren. Het doel van de regelgeving is om zeker te stellen dat de defensieradars een goed beeld van het luchtruim behouden.
Wij zullen bij de concrete planvorming voor windparken in het concentratiegebied Eemshaven in een vroegtijdig stadium aandacht vragen voor het onderzoek dat moet worden uitgevoerd naar de effecten die de bouw van windturbines kan hebben voor de werking van de radar van de vliegbasis Leeuwarden.
Niet alleen voor de effecten op de radar van de vliegbasis Leeuwarden maar ook voor andere aspecten, zoals de effecten
35 Indiener zienswij ze
Onderwerp en inhoud zienswijze reclamant
Beantwoording provincie
In de voorbereiding van een bestemmingsplan moet voor de bouw van windturbines een berekening van de mate van radarverstoring worden uitgevoerd en aan het Ministerie van Defensie ter beoordeling worden voorgelegd. Een omgevingsvergunning voor een windturbine kan pas worden verleend nadat uit een berekening en beoordeling door het Ministerie gebleken is dat geen onaanvaardbare gevolgen voor de radar zullen optreden.
op het natura2000 gebied, effecten voor externe veiligheid zal vooraf onderzoek moeten worden uitgevoerd. Wij zullen hierover een tekst in de toelichting opnemen.
Om te voorkomen dat dit aspect pas in een laat stadium van de planvorming aan de orde komt, is het wenselijk om een tekst over dit aspect toe te voegen. 37
Flexibele regelgeving De gemeente als maker van het bestemmingsplan kan een verdergaande beperking opnemen voor windturbines door een bepaalde afstand tot de grenzen van het zoekgebied op te nemen of door eigenschappen van windturbines, als bijvoorbeeld de ashoogte voor te schrijven of te beperken. De herziening dient dergelijke beperkingen uit te sluiten of te reguleren.
EFFECTEN OP NATUUR EN LANDSCHAP 13, 16, 20, 21, 23, 24, 25,26, 31,34,37, 42 16, 20, Effecten op natuurwaarden Waddenzee 34 Het concentratiebeleid van de provincie past bij het beleid van de gezamenlijke milieufederaties uit 2009. Ten onrechte zijn in de verkennende onderzoeken en bij de locatiekeuze voor uitbreiding van de concentratiegebieden en het testveld de belangen van
Het is juist dat overheden voorwaarden kunnen stellen aan de bouw van een windpark. Deze voorwaarden kunnen – voor zover ruimtelijk relevant – worden gekoppeld aan een bestemmings- of inpassingsplan. Tevens kan in het kader van de omgevingsvergunning blijken dat eisen of maatregelen noodzakelijk zijn om milieueffecten tot een aanvaardbaar niveau terug te brengen. De noodzaak daarvan zal bij de onderzoeken voor de concrete planvorming aan de orde komen. Wij kunnen en zullen dan ook nu geen regels opnemen die het op voorhand onmogelijk maken dat er aanvullende voorwaarden worden gesteld.
Wij voeren sinds 2000 concentratiebeleid voor windenergie en hebben daarvoor drie gebieden aangewezen. In 2012/2013 zijn verkennende studies uitgevoerd naar de plaatsingsmogelijkheden van windturbines in de bestaande concentratiegebieden en de uitbreidingen daarvan. Hierbij is rekening gehouden
36 Indiener zienswij ze
Onderwerp en inhoud zienswijze reclamant
Beantwoording provincie
natuur en landschap niet meegewogen. Windturbines hebben een negatief effect op flora en fauna. Gevreesd wordt dat door de locatiekeuze buitenproportioneel en vooral ook onnodig veel schade gedaan zal worden aan de natuurwaarden van het waddengebied.
met harde belemmeringen zoals eisen op het gebied van geluid en externe veiligheid. Er is nog niet gekeken naar de effecten op de natuurgebieden en het natura2000 Waddengebied. Zoals ook in de Plan MER voor het POP is aangegeven, zal bij de uitwerking van de plannen voor windenergie binnen de zoekgebieden ook aandacht worden besteed aan de wijze waarop natuurwaarden kunnen worden beschermd en/of compensatie moet worden geboden. Pas in die fase zal ook duidelijk zijn waar de turbines daadwerkelijk worden geplaatst, wat de effecten en gevolgen zijn en of en op welke wijze compensatie moet plaatsvinden. Verder achten wij een beperkte uitbreiding nabij en langs de Waddenzee op voorhand niet onmogelijk, aangezien in 2011 vergunningen zijn verleend voor de plaatsing van 15 turbines van 3 MW aan de rand van het natura2000 gebied op de Schermdijk in Delfzijl.
De uitbreiding van de zoekgebieden langs de Waddenzee is in strijd met de afspraak die is gemaakt dat er geen verdere uitbreiding van windenergie langs de Waddenzee zou plaatsvinden. Nu deze afspraken niet worden nagekomen, wordt de betrouwbaarheid van de overheid in twijfel getrokken.
In de procedure voor de vaststelling van het bestemmingsplan voor het windpark in de Emmapolder wordt in brieven van de Natuur en Milieufederatie melding gemaakt van een afspraak dat buiten deze locatie geen windturbines meer worden geplaatst. Deze brieven dateren uit 1994. De nu voorgestelde uitbreidingsrichting is niet in overeenstemming met hetgeen in deze brieven is aangegeven. Wij hebben geen andere documenten kunnen traceren waarin de afspraken zijn opgenomen. Wat daar ook van zij, de omstandigheden zijn sinds 1994 sterk veranderd en er zijn nu redenen om het concentratiegebied verder langs de kust uit te breiden: Sinds die tijd is de taakstelling voor de provincie Groningen verhoogd van 165 MW naar 750 MW en in 2013 naar 855,5 MW. Voor de realisatie van deze taakstelling is het nodig om extra gebieden aan te wijzen. Als we daartoe niet overgaan, bestaat de kans dat via de RCR windparken worden gerealiseerd over een veel groter gebied langs de Waddenzee en de Dollard. Wij hebben ervoor gekozen om zelf de extra benodigde ruimte aan te wijzen, daarbij maximaal vast
37 Indiener zienswij ze
Onderwerp en inhoud zienswijze reclamant
Beantwoording provincie
te houden aan het POP en de bestaande gebieden beperkt uit te breiden. De uitbreidingsrichting is bepaald na overleg met de betrokken gemeenten Eemsmond en Delfzijl en ingegeven door de wens om de nabijgelegen dorpen en buurtschappen zoveel mogelijk ontzien. Voor het concentratiegebied Eemshaven heeft dit geleid tot een uitbreiding aan de westzijde en niet verder zuidwaarts Bij de vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 is In de zienswijze wordt gewezen op een procedure in het verleden voor de geconstateerd dat door de bouw van 17 turbines in de Emmapolder plaatsing van windturbines. Destijds is aangenomen dat plaatsing van landschaps- en natuurwaarden significant zouden worden aangetast. windturbines zou kunnen leiden tot significante aantasting van het Ter compensatie zijn vier windturbines bij het Lauwersmeer Waddenlandschap. Sindsdien is de Natuurbeschermingswet 1998 (recent) gesloopt. Nu opnieuw een aantasting van de natuur- en gewijzigd en is de bescherming van landschapswaarden buiten het landschapswaarden dreigt plaats te vinden, is de vraag hoe deze natuurmonument (externe werking) voortvloeiend uit een aanwijzing tot verdergaande aantasting wordt gecompenseerd. beschermd natuurmonument, komen te vervallen. De PKB Waddenzee (Structuurvisie Waddenzee) doet in een aantal gevallen Het Waddengebied wordt via verschillende verdragen en richtlijnen beleidsuitspraken die de grens van het Structuurvisie-gebied overschrijden. Dit in beschermd, waaronder de PKB derde nota Waddenzee. In de PKB het licht van het belang voor de realisering van de hoofddoelstelling voor de wordt gesteld: 'De hoofddoelstelling voor de Waddenzee is de Waddenzee. duurzame bescherming en ontwikkeling van de Waddenzee als De eventuele afweging over de aanvaardbaarheid van de plaatsing van natuurgebied en het behoud van het unieke open landschap'. De windmolens vanuit de waarden die de Structuurvisie Waddenzee beoogd te kust en binnendijkse polders worden als rust- en foerageergebied beschermen, zal plaatsvinden in het kader van het op te stellen bestemmingsplan gebruikt door vele waardevolle en beschermde vogelsoorten en de of inpassingsplan. bouw van turbines zal deze waarden negatief beïnvloeden. Het Uit de bij het bestemmingsplan/inpassingsplan behorende passende beoordeling gebied is ook van grote waarde voor de Europese vogelstand. moet duidelijk worden welke effecten de uitbreiding van de concentratiegebieden en het testveld op de natuur en landschapswaarden hebben . Op basis van de resultaten van de passende beoordeling wordt bepaald of sprake is van compensatieplicht. Daarnaast is het project economie en ecologie in dit verband van belang; in verband met de ontwikkeling van de windturbinelocaties dient geconcretiseerd te worden welke bijdrage kan worden verlangd ten bate van natuur en landschap. Door deze aanpak is het naar ons oordeel mogelijk de beoogde bouw van windparken te realiseren en tegelijkertijd
38 Indiener zienswij ze
Onderwerp en inhoud zienswijze reclamant
In opdracht van de provincie monitoren de windturbineexploitanten de effecten van windturbines op vogels. Hieruit is gebleken dat het aantal slachtoffers 4 tot 6 keer groter is dan windturbines bij Delfzijl. Ook ten opzichte van andere windparken vallen in de Eemshaven erg veel slachtoffers. Dit komt doordat de kustlijn van Noord-Nederland wordt gevolgd door miljoenen trekvogels (de zogenaamde gestuwde trek) en doordat de turbines bij de Eemshaven en in de Emmapolder aan de rand van vogelrijke natuurgebieden staan.
Beantwoording provincie
schade aan natuur en landschap te mitigeren . Jaarlijks wordt bekeken wat de effecten zijn van de windturbines op de vogelstand. Doel van het onderzoek (door Altenburg&Wymenga) is om gedurende 5 jaar (2009-2014) het aantal slachtoffers als gevolg van de windmolens van Windpark Eemshaven (in totaal 88 turbines) te monitoren en op basis daarvan het totaal aantal slachtoffers te berekenen. Het aantal wordt vergeleken met de verwachtingen. Tevens is het effect op vliegbewegingen bekeken. Elke maand heeft een telling van vogelslachtoffers plaats gevonden onder een aantal representatieve turbines. De aantallen zijn vervolgens via extrapolatie gecorrigeerd voor predatie, vindkans en onderzocht oppervlak om zodoende een schatting te verkrijgen van het aantal vogels dat als gevolg van de turbines en voor het gehele park is doodgegaan. Op dit moment zijn de volgende resultaten bekend: gemiddeld 41 vogels per turbine per jaar vinden de dood. Dit is lager dan de verwachtte aantallen (72 per jaar per turbine) maar wel hoger dan elders en dat ligt aan de ligging op een belangrijke vogeltrekroute (flyway) in Nederland . Onder de soorten die overlijden bevinden zich 24 kwalificerende N2000 soorten. Tijdens voorjaarstrek (april-mei) en najaarstrek (sep-okt) vallen de meeste slachtoffers, vooral bij de twee turbines op de oostelijke grens van de Eemshaven, mogelijk als gevolg van de aanwezigheid van veel vis bij de koelwateruitlaat Electrabel. Inmiddels is de uitlaat aangepast en is het aantal slachtoffers sterk gedaald. Toch is het werkelijk aantal slachtoffers tijdens de trekperiode veel lager dan het verwachtte aantal. Het aantal slachtoffers onder de N2000 soorten is minimaal 146 tot maximaal 699 per jaar . Meer dan verwacht vallen slachtoffers onder steltlopers (bonte strandloper, kievit en kluut), niet verwacht maar wel gevonden zijn kleine mantelmeeuw, aalscholver, visdief en bruine kiekendief. Het aantal slachtoffers door de 88 windturbines in de Eemshaven valt binnen de verwachtingen die tijdens de verlening van de Natuurbeschermingswetgunning
39 Indiener zienswij ze
Onderwerp en inhoud zienswijze reclamant
Beantwoording provincie
zijn uitgesproken en zijn op populatie niveau verwaarloosbaar. Dit betekent dat de instandhoudingsdoelstelling voor de vogels die van belang zijn voor het Waddenzeegebied niet in gevaar is gekomen. RWE heeft, met het oog op de plannen die zij in de Emmapolder wil verwezenlijken, in het najaar van 2011 opdracht gegeven voor vogelonderzoek waarbij met name de vogeltrek routes van trekvogels en het foerageergedrag van de 'lokale' vogels in de nabijheid van de zeedijk zijn onderzocht. 20, 23,34 37
Effecten op natuurgebied Ruidhorn Bij de aanwijzing van de gebieden moet rekening worden gehouden met Ruidhorn en de verplichtingen die voortvloeien uit de natuurbeschermingswetvergunningen. Nadelige gevolgen voor de aanwezige natuur en voor de natuurdoelstellingen die in de resultaatverplichtingen worden genoemd, moeten worden uitgesloten. Dit moet via onderzoek vooraf worden vastgesteld. Het testveld kan extra verstoringen tot gevolg hebben door het experimentele karakter van de turbines en er kunnen extra activiteiten in de vorm van bezoek en vervangingswerkzaamheden plaatsvinden. Voorgesteld wordt om het testveld ten westen van het bedrijventerrein de Eemshaven te leggen en een normaal windturbinepark in het westelijke deel van de zoekgebieden toe te staan. Is dit niet mogelijk dan wordt verzocht het testveld op minimaal 1 km van Ruidhorn aan te leggen.
Wij nemen deze mededeling van RWE voor kennisgeving aan en zijn benieuwd naar de resultaten van deze onderzoeken.
Bij de concrete planvorming en onderzoeken naar effecten op onder meer natuur en landschap zal voor het gebied ten westen van de bestaande windturbines de gevolgen van de plaatsing van turbines voor het compensatiegebied Ruidhorn in kaart moeten worden gebracht. Het experimentele karakter van de turbines en de daaruit voortvloeiende mogelijk grotere of onzekere effecten zullen nadrukkelijk onderdeel van het onderzoek uitmaken. Afhankelijk van de resultaten van dit onderzoek zal worden bezien of er aanleiding is om maatregelen te nemen met betrekking tot de inrichting van het testveld. Daarbij zal ook nagegaan worden welke afstand tussen de turbines op het testveld en Ruidhorn moet worden aangehouden en/of maatregelen noodzakelijk zijn om de negatieve effecten van het testveld op de natuurwaarden te compenseren of te mitigeren. Reclamant stelt voor om het testveld direct ten westen van het bedrijventerrein de Eemshaven te realiseren en een regulier windpark in het westelijk deel toe te staan. Dit zou betekenen dat een bestaand windpark, moet worden afgebroken om plaats te maken voor een testveld. Daarnaast is het voor een testveld van groot belang om vrije windvang uit de heersende windrichting te ontvangen. Dit houdt in dat het testveld alleen maar bruikbaar is als er geen andere windturbines voor worden geplaatst. De suggestie van reclamant is daarom niet
40 Indiener zienswij ze
Onderwerp en inhoud zienswijze reclamant
Beantwoording provincie
Het is niet acceptabel dat natuurwaarden geschaad worden als gevolg van een testlocatie, die nauwelijks zal bijdragen aan het behalen van de doelstelling van 855,5 MW.
haalbaar. De testlocatie gaat wel bijdragen aan de te behalen taakstelling van 855,5 MW. Naar schatting zal op deze locatie 60 MW kunnen worden geïnstalleerd, hetgeen een belangrijke bijdrage is aan de taakstelling waar wij voor staan.
Ruidhorn is met veel gemeenschapsgeld ingericht als natuurgebied ter compensatie van de kolen- en gascentrales. Bij de keuze van dit compensatiegebied is er van uitgegaan dat er – volgens afspraak verder geen windturbines langs de waddenkust zouden worden toegestaan. Door de uitbreiding van het zoekgebied in westelijke richting dreigen alle investeringen voor niets te zijn geweest.
Het is ons niet bekend dat bij aanwijzing van het gebied Ruidhorn afspraken zijn gemaakt over de nabijheid van windturbines. Reclamant doelt hier naar alle waarschijnlijkheid op de afspraken die mogelijk zijn gemaakt in het kader van de vaststelling van het bestemmingsplan voor het windpark in de Emmapolder. Wij zijn hier al op ingegaan bij de beantwoording van het onderdeel “effecten op de natuurwaarden van de Waddenzee”. In de vervolgonderzoeken die nodig zijn voor realisatie van het testveld zal ook naar de effecten van het park op Ruidhorn worden gekeken. Als blijkt dat de negatieve effecten significant zijn, dan zal een oplossing moeten worden gezocht in de vorm van bijvoorbeeld maatregelen voor de bedrijfsvoering van het testveld, vergroting van de afstand en/of salderende, compenserende en/of mitigerende maatregelen.
De uitbreiding kan nog verder westelijk worden doorgetrokken tot het terrein van Noordgastransport. Ruidhorn wordt om onduidelijke redenen ontzien. Dit gebied moet anders worden benaderd dan het Natura 2000-gebied Waddenzee omdat Ruidhorn al permanent geluidbelasting en lichtoverlast ondervindt van Noordgastransport. Verder is bij de verkoop en levering van Ruidhorn aan Groningen Seaports het recht tot vestigen van opstalrechten voor windexploitatie bij de vorige belanghebbenden gebleven.
Het natuurontwikkelingsgebied Ruidhorn heeft inderdaad niet eenzelfde status als een natura2000 gebied en zal in die zin anders worden benaderd. Wij zullen echter wel degelijk gaan onderzoeken wat de effecten van de plaatsing van de turbines in het testveld zijn op de hier aanwezige natuurwaarden. Ruidhorn behoort niet tot het zoekgebied voor windenergie. Dat in dit gebied mogelijk nog opstalrechten zijn voor windturbines, is ruimtelijk niet relevant.
RWE heeft met het oog op de plannen die zij in de Emmapolder wil verwezenlijken, in het najaar van 2011 opdracht gegeven voor vogelonderzoek waarbij met name de routes van trekvogels en het
Wij nemen deze mededeling voor kennisgeving aan en zijn benieuwd naar de resultaten van deze onderzoeken.
41 Indiener zienswij ze
Onderwerp en inhoud zienswijze reclamant
Beantwoording provincie
foerageergedrag van de 'lokale' vogels in de nabijheid van de zeedijk zijn onderzocht. Ook heeft RWE in juni 2013 door bureau Waardenburg i.s.m. Altenburg & Wymenga een studie laten uitvoeren naar de effecten van windenergie rondom Ruidhorn op vogels. 13, 16, 21, 24, 25, 26, 31, 34, 37, 42
Effecten op landschap Windturbineparken tasten het karakter van het open landschap aan. Alternatieve vormen van energieopwekking zijn goed, maar dit mag niet ten koste gaan van bestaande landschappelijke, cultuurhistorische en natuurwaarden. Het concentratiebeleid wordt door de gezamenlijke milieufederaties gesteund (visie 2009) omdat de ruimtelijke kwaliteit in de rest van de provincie op deze wijze zo goed mogelijk wordt beschermd. Bij de locatiekeuze voor de uitbreiding van de extra windgebieden zijn de belangen van natuur en landschap ten onrechte niet meegewogen. Hierdoor zal buitenproportioneel en vooral ook onnodig veel schade gedaan worden aan de landschapswaarden van het waddengebied.
Windparken zijn duidelijk zichtbaar en wij hebben, om het landschap te beschermen, besloten de grootschalige productie van windenergie te concentreren in drie windturbineparken. Vanwege de industriële uitstraling van de windparken, hebben wij gekozen voor locaties op of aansluitend aan grote bedrijventerreinen. Op deze wijze voorkomen wij dat de windparken te grote negatieve effecten hebben op bestaande landschappelijke, cultuurhistorische en natuurwaarden. Wij constateren met tevredenheid dat dit beleid wordt ondersteund door gezamenlijke milieufederaties. Bij de locatiekeuze van de gebieden die nodig zijn om de verhoging van de taakstelling naar 855,5 te realiseren, hebben wij dit beleid opnieuw als uitgangspunt genomen: maximale concentratie in de drie aangewezen gebieden. Belangen van natuur en landschap hebben in die zin juist een hele belangrijke rol gespeeld. Door aanwijzing van een vierde of vijfde gebied, zouden de effecten op het landschap op provinciaal schaalniveau veel groter zijn geweest. Dat neemt niet weg dat door te kiezen voor een uitbreiding van de reeds aangewezen gebieden, ter plekke de landschappelijke waarden onder druk komen te staan. De keuze voor de richting van de uitbreiding is bepaald in overleg met beide gemeenten en mede bepaald door de wens op de bewoners in de nabijgelegen van dorpen en buurtschappen zoveel mogelijk te ontzien. De verkennende studies zijn uitgevoerd om te beoordelen of er in de
42 Indiener zienswij ze
Onderwerp en inhoud zienswijze reclamant
Beantwoording provincie
aangewezen gebieden voldoende plaatsingspotentieel is voor onze taakstelling. De effecten op natuur en landschap zullen, evenals andere gevolgen van de windenergie, worden beoordeeld in de vervolgstudies voor de concrete plannen. Uit oogpunt van ruimtelijke kwaliteit streven wij daarbij naar een goede landschappelijke inpassing die tot stand komt door een zorgvuldige ordening en plaatsing van de turbines, rekening houdend met de kernkwaliteiten van het landschap zoals die in het POP zijn geformuleerd, bestaande en gewenste toekomstige functies en de fysieke mogelijkheden en beperkingen in het gebied. Het Oldambt heeft waardevolle landschappelijke kenmerken. De grootschalige openheid is kwetsbaar voor visuele ingrepen zoals de bouw van windturbines. Aan de oost- en noordkant van het Oldambt liggen al grootschalige windturbineparken (Duitsland en DelfzijlZuid) die de ruimtelijke beleving hebben aangetast. Verdere aantasting moet worden voorkomen door het concentratiegebied Delfzijl niet verder uit te breiden in zuidelijke en westelijke richting en geen turbines toe te staan in en rondom het grootschalige open zeepolderlandschap van het Oldambt. De landschappelijke waarden van het Oldambt moeten niet worden verkwanseld voor een economisch belang in de vorm van de bouw van nu achterhaalde giga-turbineparken.
Wij beschermen het waardevolle landschap van onder meer het Oldambt door vast te houden aan ons concentratiebeleid voor grootschalige windenergie. De windturbines in het concentratiegebied Delfzijl zullen aan de noord- en noordwestrand van dit landschap zichtbaar zijn. Een uitbreiding van dit concentratiegebied in westelijke richting zal naar onze mening niet leiden tot een verdergaande aantasting van de openheid van het Oldambt. Aan de zuidzijde zal het bestaande windpark Delfzijl Zuid worden uitgebreid binnen de reservering die daarvoor al in het POP is vastgelegd. Dit gebied maakt geen deel uit van de voorliggende herziening. Wij vinden dat wij op provinciaal schaalniveau de waarden van het landschap maximaal beschermen. Ondanks een zorgvuldige landschappelijke inpassing zullen de turbines zichtbaar zijn. Wij achten het belang van de opwekking van duurzame energie zodanig hoog dat wij dit acceptabel vinden.
De bewoners van Borgsweer zijn eerder in het geweer gekomen tegen de oprukkende bedrijvigheid en krijgen nu te maken met windturbines op het bedrijventerrein Oosterhorn. Deze bedreigen het open landschap van het Oldambt. Dit open karakter wordt al aangetast door de aanplant van bossen in het kader van diverse ruilverkavelingen en de Herinrichting Oost Groningen. De groenzone (rij bomen) is aangelegd in het kader van deze herinrichting. Het
Het bedrijventerrein Oosterhorn is sinds 2000 aangewezen als een gebied waar turbines kunnen worden geplaatst. Dit gebied maakt geen deel uit van de voorliggende herziening. Wij streven naar zuinig gebruik van de ruimte en zullen in dat verband ook streven naar functiemenging van bedrijvigheid en windenergie. Door beide functies op dezelfde locatie en niet op twee verschillende locaties te ontwikkelen, zal het effect op het landschap door de plaatsing van de turbines worden gereduceerd.
43 Indiener zienswij ze
Onderwerp en inhoud zienswijze reclamant
dorp is al jaren in gesprek met de gemeente Delfzijl en het Havenschap om te komen tot een robuuste afscheiding tussen het dorp en het industriegebied. Hier is nog niets van terecht is gekomen.
Beantwoording provincie
Wij zijn op dit moment in gesprek met de gemeente Delfzijl, Groningen Seaports en Vereniging Dorpsbelangen Borgsweer over de wijze waarop op Oosterhorn een windpark kan worden gerealiseerd, waarbij optimalisatie van de invulling van het gebied met windturbines en minimalisatie van de mogelijke overlast daardoor voor bewoners belangrijke uitgangspunten zijn. Ook de aanleg van een robuuste afscheiding tussen het dorp en het industriegebied is onderwerp van gesprek. De verdeling van lusten en lasten van een windpark is voor ons een belangrijk aandachtspunt. In ons “Beleidskader Sanering en opschaling, gebiedsfonds en participatie” gaan wij daar nader op in. Wij vragen voorts Provinciale Staten om een opdracht te geven om voor alle nieuwe windenergieprojecten een Parkfonds op te zetten. De gelden uit het Parkfonds worden ingezet om de lusten en lasten van de omwonenden en initiatiefnemers op een zorgvuldiger manier te verdelen. Samen met betrokkenen partijen zal invulling van dit fonds tot stand komen.
De uitbreiding van de zoekgebieden langs de Waddenzee is in strijd met afspraken die hierover zijn gemaakt. De unieke landschappelijke waarden zijn zwaar beschermd via verschillende verdragen en richtlijnen, waaronder de PKB derde nota Waddenzee. In de PKB wordt gesteld: 'De hoofddoelstelling voor de Waddenzee is de duurzame bescherming en ontwikkeling van de Waddenzee als natuurgebied en het behoud van het unieke open landschap'. Uniek door het continu veranderende decor van wadplaten en geulen met weidse vergezichten. De windturbines zijn van verre vanuit wad en binnenland te zien en tasten de beschermde landschappelijke waarden aan. De uitbreiding is strijdig met de PKB derde nota Waddenzee. Verwezen wordt naar een uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van
In de procedure voor de vaststelling van het bestemmingsplan voor het windpark in de Emmapolder wordt in brieven van de Natuur en Milieufederatie melding gemaakt van een afspraak dat buiten deze locatie geen windturbines meer worden geplaatst. Deze brieven dateren uit 1994. De nu voorgestelde uitbreidingsrichting is niet in overeenstemming met hetgeen in deze brieven is aangegeven. Wij hebben geen andere documenten kunnen traceren waarin de afspraken zijn opgenomen. Wat daar ook van zij, de omstandigheden zijn sinds 1994 sterk veranderd en er zijn nu redenen om het concentratiegebied verder langs de kust uit te breiden: Sinds die tijd is de taakstelling voor de provincie Groningen verhoogd van 165 MW naar 750 MW en in 2013 naar 855,5 MW. Voor de realisatie van deze taakstelling is het nodig om extra gebieden aan te wijzen. Als we daartoe niet
44 Indiener zienswij ze
Onderwerp en inhoud zienswijze reclamant
Beantwoording provincie
State hierover.
overgaan, bestaat de kans dat via de RCR windparken worden gerealiseerd over een veel groter gebied langs de Waddenzee en de Dollard. Wij hebben ervoor gekozen om zelf de extra benodigde ruimte aan te wijzen, daarbij maximaal vast te houden aan het POP en de bestaande gebieden beperkt uit te breiden. De uitbreidingsrichting is bepaald na overleg met de betrokken gemeenten Eemsmond en Delfzijl en ingegeven door de wens om de nabijgelegen dorpen en buurtschappen zoveel mogelijk ontzien. Voor het concentratiegebied Eemshaven heeft dit geleid tot een uitbreiding aan de westzijde.
Niet alleen in Groningen maar ook in Friesland, Noord-Holland en Duitsland is de waddenkust in beeld voor grootschalige windenergie. Alle plannen gezamenlijk dreigen grote impact te gaan hebben op de natuur- en landschapswaarden. Zowel in de Rijksstructuurvisie wind op land als in het provinciaal omgevingsplan wordt geen enkele zekerheid gegeven dat verdere toekomstige uitbreiding langs de kust uitgesloten is. Er wordt geen enkele aandacht besteed aan de wijze waarop rekening wordt gehouden met de natuur- en landschapswaarden van de Wadden en de kust van de Eems-Dollard. Er moeten goede afspraken komen over de bescherming van het waddenlandschap in relatie tot windturbines. De landschappelijke en natuurlijke waarden van het gebied moeten worden geborgd in de provinciale plannen en de Rijksstructuurvisie, bijvoorbeeld door het aanwijzen van vrijwaringsgebieden langs de kust.
Het is juist dat op landelijk niveau gebieden moeten worden aangewezen voor de taakstelling van 6000 MW. Ook de kustgebieden zijn daarbij in beeld. Dat is nadrukkelijk opgenomen in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte. In de ontwerp rijksstructuurvisie Windenergie op Land zijn vervolgens de ruimtelijke reserveringen voor de grootschalige windgebieden van de provincies overgenomen. Het Rijk heeft ook een zogenaamde gevoeligheidsanalyse uitgevoerd waaruit blijkt dat het Rijk de gehele kust van Groningen, Friesland en de kop van Noord Holland ziet als kansrijk gebied voor windenergie. Wij zijn met de Milieufederatie van mening dat het vanwege landschap en natuur niet acceptabel is om de gehele waddenkust vol te zetten met windturbines. Wij hebben daarom samen met de andere provincies de afgelopen twee jaar alle inzet erop gericht dat het provinciaal beleid als uitgangspunt geldt. Dat houdt in dat - voor zover het betreft het Groningse deel – alleen locaties op en direct aansluitend aan de bedrijventerreinen langs de Waddenzee geschikt worden geacht. Het Groningse beleid voor windenergie is vastgelegd in de Omgevingsverordening via een absoluut verbod op de bouw van windturbines (met een ashoogte van 15 m of meer) buiten de aangewezen zoekgebieden. Hiermee is in feite sprake van een vrijwaringszone aan de kust voor de gebieden tussen de bedrijventerreinen. Wij zullen ons beleid ook richting Rijk blijven uitdragen en vragen om de plaatsing van windparken langs de kust te beperken tot de door de provincie aangewezen
45 Indiener zienswij ze
Onderwerp en inhoud zienswijze reclamant
Beantwoording provincie
gebieden. Het testveld is nuttig, maar behoort niet tot de taakstelling die de provincie in IPO-verband op zich heeft genomen. Belangen van natuur en landschap zijn niet meegewogen. Vanwege het experimentele karakter van de testturbines kunnen wieken en masten hoger worden en ongelijk van hoogte zijn. Er kan een afwijkende verhouding tussen ashoogte en wieklengte ontstaan, de turbines kunnen minder dan drie wieken hebben die in verschillende richtingen of met ongelijke snelheid kunnen draaien en verschillend van kleur zijn. Er wordt geen maximum hoogte opgenomen en er worden geen randvoorwaarden gesteld aan de opstelling en het type turbines. Hierdoor kan een windpark ontstaan met een chaotische aanblik die de openheid en weidsheid in een nog groter deel van de Waddenzee aantast. Er wordt afgeweken van het provinciaal beleid waarin lijnopstellingen zoveel mogelijk evenwijdig aan de dijken worden nagestreefd. Het motief waarom wordt afgeweken is niet aangetoond; het testveld zou toekomstige werkgelegenheid en bedrijvigheid opleveren.
Het testveld telt mee bij de taakstelling om 855,5 MW windenergie te realiseren op land. Zoals eerder aangegeven worden de effecten op natuur en landschap bij de concrete planvorming voor de windparken nader onderzocht. Daar zal ook worden bezien op welke afstand de turbines moeten komen te staan, of er andere maatregelen moeten worden getroffen om negatieve effecten te voorkomen en/of compenserende en/of mitigerende maatregelen nodig zijn. Het klopt dat op het testveld afwijkende turbines kunnen worden geplaatst. Dat is inherent aan de functie van het testveld. Dit geldt overigens alleen voor het deel voor de testlocaties en niet voor de zone voor de onderzoeksturbines. Voor deze zone gelden dezelfde uitgangspunten als voor normale windparken. Wij vinden dit acceptabel omdat wij verwachten dat het testveld meer oplevert dan louter geïnstalleerd vermogen. De testsite zal uitnodigend werken op bedrijven die hun turbines laten testen. Afgezien van de werkgelegenheid die het testen met zich mee brengt (er zal vaker dan bij een normaal windpark sprake zijn van af- en opbouw van turbines) zal het testveld een gunstig effect hebben op de werkgelegenheid als bedrijven zich ook voor productie, assemblage, beheer en onderhoud op de Eemshaven vestigen. Ook zal het testveld van betekenis zijn voor opleidingen en kennisvergaring en stageplekken kunnen aanbieden. Ten slotte verwachten wij dat door het testen de kwaliteit en kosten van offshore windturbines omlaag worden gebracht waardoor de realisatie van wind op zee aantrekkelijk wordt en voor een verdere invulling van de taakstelling voor duurzame energie er geen windparken meer op land hoeven te worden gerealiseerd.
EFFECTEN VAN WINDTURBINES VOOR OMWONENDEN 1, 3, 5, 8, 15, 16, 17, 18, 20,
aantasting leefbaarheid De provincie onderkent de problemen voor omwonenden door in presentaties en notities aan te geven dat megawindturbines niet in
Leefbaarheid en leefomgeving zijn brede thema's waar veel verschillende aspecten onder geplaatst kunnen worden. Een groot deel van deze aspecten
46 Indiener zienswij ze
Onderwerp en inhoud zienswijze reclamant
Beantwoording provincie
21, 28, 31, 33, 38, 39, 42, 44, 45 en 46.
de nabijheid van bevolkingskernen geplaatst mogen worden. Echter de bewoners voelen zich niet erkend en geaccepteerd. Er is weinig tot geen draagvlak onder de bevolking voor uitbreiding van grootschalige windmolenparken bij Delfzijl. De uitbreiding van de concentratiegebieden zal de leefomgeving van bewoners in de nabijheid ernstig aantasten; windturbines domineren in het gebied waarin het niet aantrekkelijk is om te wonen. De leefomgeving wordt ook aangetast door geluidsoverlast, verstoring van de nachtelijke duisternis en aantasting van het landschap.
(geluidshinder, visuele hinder, invloed op het landschap, cultuurhistorie) worden in de concrete planvorming onderzocht in een MER. Dit rapport levert informatie op die betrokken wordt bij de procedures voor het bestemmingsplan en de vergunningen die nodig zijn om daadwerkelijk tot realisatie van de windturbines te komen. Binnen de planologische procedure dient er, net als bij andere ruimtelijke ontwikkelingen, een planologische afweging gemaakt te worden ten aanzien van alle relevante aspecten. Binnen het besluitvormingsproces wordt vervolgens afgewogen welke invloed de realisatie van de windturbines heeft op de leefomgeving. Wij zijn van mening dat hiermee de invloed op de leefomgeving afdoende wordt meegewogen in de verdere planvorming.
Naast alle overlast vanuit de haven ondervinden bewoners van Oudeschip nu ook de visuele- en geluidshinder van windturbines in de Oostpolder. Windturbines worden als industriële activiteit aangemerkt. Er staan in deze omgeving al veel turbines en nu de windparken nog dichterbij komen, verandert de woonomgeving in een industriegebied.
De provincie kiest voor concentratie van grootschalige windparken. Dit beleid heeft als gevolg dat een groot deel van de provincie wordt gevrijwaard van windturbines. Echter op en rondom de aangewezen gebieden voor windenergie zal de invloed van de windturbines wel merkbaar zijn en wordt het landschap en de leefomgeving beïnvloed. Wij zijn van mening dat deze effecten op dit schaalniveau door middel van regelgeving en zorgvuldig ontwerp voor de inpassing tot een aanvaardbaar niveau worden beperkt.
De uitbreiding van de windparken zal nog meer leegloop tot gevolg hebben: de jeugd verdwijnt uit dit troosteloze landschap en de ouderen blijven zitten, omdat de woningen onverkoopbaar worden.
De verdeling van lusten en lasten van een windpark is voor ons een belangrijk aandachtspunt. In ons “Beleidskader Sanering en opschaling, gebiedsfonds en participatie” gaan wij daar nader op in. Wij vragen daarin Provinciale Staten om een opdracht te geven om voor alle nieuwe windenergieprojecten een Parkfonds op te zetten. De gelden uit het fonds worden ingezet om de lusten en lasten van de omwonenden en initiatiefnemers op een zorgvuldiger manier te verdelen. Samen met betrokkenen partijen zal invulling van dit fonds tot stand komen.
De uitbreiding van het windpark Geefsweer zal de leefbaarheid van de bewoners in de omliggende dorpen ernstig aantasten en de overlast doen toenemen. Verzocht wordt om de effecten van de torenhoge megamolens op de uitstraling op de zuidelijke dorpen van Delfzijl als geheel nauwgezet te onderzoeken voordat wordt overgegaan tot plaatsing daarvan.
In de voorliggende herziening worden alleen gebieden aangewezen waar mogelijk windturbines kunnen komen. Er worden geen opstellingsvarianten
47 Indiener zienswij ze
Onderwerp en inhoud zienswijze reclamant
Bij de concrete uitwerking van windpark Geefsweer moeten de effecten op de omgeving, met name voor Meedhuizen, goed in beeld worden gebracht. Hieruit moet blijken dat dat dit park niet leidt tot overmatige overlast voor de directe omgeving. Windturbines in het windpark Delfzijl Midden bedreigen de leefomgeving en het leefklimaat van de bewoners van Borgsweer. De provincie schrijft dat Borgsweer zoveel mogelijk wordt ontzien, maar dat is in de plannen niet terug te vinden. Bij realisatie van de molens op de pier van Oterdum en op het bedrijventerrein Oosterhorn is Borgsweer straks aan de westkant volledig ingesloten door windmolens. Deze “vooruitgang” vertaalt zich echter niet in welvaart en welzijn van de plattelandsbewoner. Deze voelt zich steeds meer beperkt worden in zijn welzijn. Er wordt planologie bedreven die vooral gericht is op economisch gewin en zich weinig gelegen laat liggen aan de positie van de bewoners. De leefbaarheid van de regio staat onder druk door o.a. de bevolkingskrimp en leegstand in de stads- en dorpscentra, dit in combinatie met overlast als gevolg van industrie, gaswinning en windenergie. Bewoners vrezen dat door het plaatsen van (extra) windturbines de leefbaarheid verder afneemt.
7, 25, 29, 33, 38 en 43.
uitzicht (horizonvervuiling) Het bestaande park Eemshaven is vanuit de dorpen beperkt zichtbaar. De zichtbaarheid en verstoring zal toenemen, omdat de nieuwe turbines aanzienlijk hoger worden. De horizon wordt
Beantwoording provincie
gegeven voor de verschillende gebieden. Dit is pas aan de orde in het vervolg van de planologische procedure. Dan wordt pas duidelijk waar de windturbines komen te staan en pas op dat moment kunnen de exacte effecten en gevolgen, ook voor het dorp Meedhuizen, worden vastgesteld. De initiatiefnemer van een park moet een uitgebreide MER maken waarin verschillende alternatieven worden onderzocht en hun effect op mens en milieu. Daarbij wordt gekeken naar zaken als ruimtelijke kwaliteit (landschap), veiligheid, natuur, geluid en slagschaduw. De initiatiefnemer moet minimaal voldoen aan de wettelijke normen, maar moet ook aantonen dat de gekozen opstelling van de mogelijke opstellingen de minste hinder en natuur- en milieuschade oplevert. In het MER kan ook naar voren komen dat de initiatiefnemer technische maatregelen moet nemen om overlast te voorkomen. Bijvoorbeeld door de turbines 's nachts langzamer te laten draaien, of stil te zetten als er te veel geluidshinder ontstaat. In het kader van deze MER wordt derhalve in beeld gebracht wat de effecten van de nieuwe turbines zijn en of deze effecten aanvaardbaar zijn. De herziening heeft geen betrekking op het Windpark Delfzijl-Midden (bedrijventerrein Oosterhorn) in Delfzijl. Dit gaat over een gebied dat wij in 2000 al hebben aangewezen als een gebied voor de ontwikkeling van windenergie. Het klopt dat in de regio meerdere zaken spelen die van invloed zijn op de leefbaarheid. De herziening heeft echter alleen betrekking op het onderdeel 'windenergie'. Zoals al aangegeven zullen wij met de betrokken een inspanning doen gericht op compenserende maatregelen via het nog in te stellen Parkfonds.
De provincie hanteert ten aanzien van windturbines een concentratiebeleid. Op grond van dit beleid kunnen windturbines alleen geplaatst worden in drie gebieden (langs de N33, bij de Eemshaven en bij Delfzijl). De achterliggende
48 Indiener zienswij ze
1,7, 8, 15, 17, 18, 20, 22, 27, 28, 29, 31, 33, 35, 38, 39, 43, 44, 45 en 46.
Onderwerp en inhoud zienswijze reclamant
Beantwoording provincie
vervuild. De ruimte en vergezichten verdwijnen.
gedachte bij dit beleid is om de impact van de windturbines te beperken en om het landschap te beschermen. Wij zijn van mening dat de horizonvervuiling en de negatieve invloed op de ruimte en vergezichten via het concentratiebeleid en een zorgvuldige inpassing op concreet planniveau worden beperkt. Het concentratiebeleid biedt het voordeel dat de gebieden in één keer kunnen worden ingericht op basis van een samenhangend ruimtelijk ontwerp. Pas bij de uitwerking van de concrete plannen wordt bekend hoe hoog de nieuwe turbines worden. In het kader van deze planvorming zal in de MER ook worden gekeken naar de invloed die de windturbines hebben op het landschap.
geluidsoverlast De windparken zorgen voor lawaaioverlast gedurende 24 uur per dag. Bij een bepaalde windrichting zal de geluidoverlast toenemen. Vanaf windkracht 2 ontstaat hinder door het steeds terugkerend geluid van de wieken (resonantie), wat op de lange duur zeer storend is (laag frequent geluid). Geluidshinder en resonantie is bij sommige windrichtingen en snelheden soms ondraaglijk en letterlijk in de huiskamers voelbaar (vergelijkbaar met het overvliegen van een helikopter). Als gevolg van het laag frequente geluid ontstaan slaapproblemen e.d. Er is de verkennende windstudie geen onderzoek verricht naar het effect betreffende deze resonantie of laagfrequent geluid. De hinder zal toenemen als er nog meer en nog hogere turbines worden geplaatst. De rust en ruimte in dit gebied verdwijnt terwijl dit juist de reden is
Bij de plaatsing van windturbines wordt rekening gehouden met mogelijke hinder door geluid. Via wetgeving worden omwonenden tegen eventuele overlast beschermd. Bij het vaststellen van de wettelijke normen hebben de gezondheidsrisico's van geluid een belangrijke rol gespeeld. In de verdere planvorming wordt getoetst aan deze wettelijke normen De initiatiefnemer van een park moet een MER maken om aan te tonen wat de optimale opstelling is van een windpark in het gebied en wat de onder meer de geluideffecten zijn. De initiatiefnemer moet hierbij niet alleen voldoen aan de wettelijke normen, maar moet ook aangeven in welke opstelling de minste hinder, natuur- en milieuschade oplevert. Het MER kan ook betekenen dat de initiatiefnemer technische maatregelen moet nemen om overlast te voorkomen. Bijvoorbeeld door de turbines 's nachts langzamer te laten draaien, of stil te zetten als er te veel geluidshinder ontstaat. Er wordt bij de realisering van windturbines dus een afweging gemaakt ten aanzien van onder meer de geluidseffecten van de windturbines.
geweest om hier te komen wonen. In de huidige situatie bevinden de woningen zich op een afstand van
Er wordt bij de beoordeling van de effecten gekeken naar de effecten van het gehele park en niet van een enkele turbine.
49 Indiener zienswij ze
Onderwerp en inhoud zienswijze reclamant
600 meter van het bestaande park. Deze afstand is door de grote concentratie van windturbines al veel te klein en de turbines veroorzaken overlast. De marge van 450 meter die nu gemiddeld gehanteerd wordt, komt overeen met een solitaire turbine. In de windstudie gaat men hoogstwaarschijnlijk uit van de afstand 'enkele turbine-bewoning'. Echter zou men uit moeten gaan van de afstand 'park-bewoning'.
Beantwoording provincie
In de verdere planvorming wordt aldus uitgegaan van de normen die wettelijk zijn vastgesteld. In de verdere planvorming dient op basis van deze normen te worden berekend wat de afstand is die gehanteerd dient te worden tussen windturbines en (woon)bebouwing. Aangezien de omstandigheden in iedere situatie verschillen is het op dit moment nog niet mogelijk om nu al een bepaalde afstand tussen turbines en (woon)bebouwing vast te leggen.
Als de turbines er eenmaal staan worden ze niet meer verplaatst. Daarom zijn metingen van de beoogde turbines gewenst, om te voorkomen dat later blijkt dat de turbines toch meer lawaai maken. Hierbij moeten niet alleen metingen doorslaggevend zijn maar ook het menselijk gehoor. De omgeving mag geen extra geluidoverlast ondervinden door de plaatsing van testturbines ook niet voor een bepaalde periode. Ook voor het testveld moeten van te voren regels hierover worden opgesteld. Als er grenzen worden overschreden dan moet de test worden gestopt.
Voor de testturbines geldt dezelfde regelgeving als voor 'normale' windturbines. Ook de testturbines dienen dus te voldoen aan de geluidsnormen die vanuit de wetgeving gelden voor windturbines. Dat betekent als sprake is van meer geluidproductie, de afstanden ten opzichte van de woningen groter moeten zijn zodat de geluidsnormen worden gehaald.
Verwacht wordt dat dat de geluidsdruk op woningen in de nabijheid van de Emmapolder door - voornamelijk - de zuidelijke uitbreidingen van het windpark (inclusief glastuinbouwgebied) te dicht bij de aanwezige woon- en bedrijfsbebouwing komt en onacceptabel wordt (hoger dan de wettelijke normen Lden van 47 dB). Geluidsmeting (monitoring) door RWE/Essent wijzen uit dat turbines in dit gebied niet reëel zijn.
In de verkennende studie voor de Eemshaven is ook het aspect geluid betrokken en is ook rekening gehouden met het geluid van de bestaande windturbines in het gebied. Uit het onderzoek blijkt dat nog steeds aan de wettelijk normen kan worden voldaan als er ten zuiden van de bestaande windturbines extra windturbines worden geplaatst. Uit de verkennende studie blijkt verder dat bij de plaatsing van een 4de en een 5de rij windturbines ten zuiden van de bestaande rijen turbines in de Emmapolder maatregelen noodzakelijk zijn en/of een deel van de geluidgevoelige bestemmingen bij het windpark moeten worden betrokken.
50 Indiener zienswij ze
Onderwerp en inhoud zienswijze reclamant
Beantwoording provincie
Uiteraard dient in de verdere planologische procedure, als ook bekend is waar de windturbines precies komen, nader onderzocht te worden wat de exacte geluidseffecten van deze windturbines zijn. Overigens is de uitbreiding van het zoekgebied ten zuiden van de bestaande rijen turbines in de Emmapolder verkleind (bij molen De Goliath) en zal het probleem dat hierboven wordt geschetst voor een deel niet meer aan de orde zijn. Door de uitbreiding van het gebied ten zuiden van de bestaande lijnen in de Emmapolder vermindert het draagvlak voor windenergie. Draagvlak wordt als een van de belangrijkste factoren voor succesvolle windparken beschouwd.
15, 16, 17, 18, 21,28, 29, 39, 44, 45
Gezondheidsklachten Gevreesd wordt dat bewoners ziek worden van de geluidsniveaus van windturbines. Geen enkele financiële regeling zal dit kunnen compenseren. Het niveau van het achtergrond geluid zal een ongunstige uitwerking hebben op de lichamelijke gesteldheid. Deze schadelijke gevolgen worden onderkend en geaccepteerd door de overheid, iets wat niet kan kloppen met maatschappelijk verantwoorde investeringen. De kosten hiervan zullen op de maatschappij worden afgerekend, terwijl het profijt slechts voor weinigen is. Windturbines veroorzaken gezondheidsklachten. Gezondheid van de
De provincie vindt draagvlak ook belangrijk voor de ontwikkelingen van windparken. Draagvlak wordt groter als er een betere verdeling van de lusten en de lasten bij de ontwikkeling van een windpark ontstaat. In ons Beleidskader Sanering en opschaling, gebiedsfonds en participatie” gaan wij daar nader op in. Wij vragen daarin Provinciale Staten om een opdracht te geven om voor alle nieuwe windenergieprojecten een Parkfonds op te zetten. De gelden uit het Parkfonds worden ingezet om de lusten en lasten van de omwonenden en initiatiefnemers op een zorgvuldiger manier te verdelen. Samen met betrokkenen partijen zal invulling van dit fonds tot stand komen.
Bij de plaatsing van windturbines wordt rekening gehouden met mogelijke hinder door geluid. Via wetgeving worden omwonenden tegen eventuele overlast beschermd. Bij het vaststellen van de wettelijke normen hebben de gezondheidsrisico's van geluid een belangrijke rol gespeeld. In de verdere planvorming wordt aan deze wettelijke normen getoetst. Initiatiefnemers moeten onderzoek doen hoe ze de risico's op overlast kunnen minimaliseren. Dat kan betekenen dat de turbines bijvoorbeeld op een grotere afstand van woningen worden geplaatst, of dat er technische voorzieningen worden getroffen om turbines tijdelijk stiller te maken of tijdelijk stil te zetten. Wij zijn van mening dat de gezondheid van omwonenden afdoende wordt beschermd door de nationale wetgeving en normeringen die gelden voor
51 Indiener zienswij ze
Onderwerp en inhoud zienswijze reclamant
Beantwoording provincie
inwoners is kennelijk geen prioriteit voor de provincie Groningen, gezien de toestemming die is verleend om bijv. een steenkolencentrale (40 doden per jaar, universiteit Stuttgart) aan de rand van de Waddenzee en op de grens met Oudeschip te bouwen.
windturbines. De steenkolencentrale vormt geen onderdeel van deze herziening van de verordening, daarvoor worden aparte procedures gevolgd.
Er zijn rapporten dat op een afstand van minimaal 2 kilometer de windmolens net geen schade aan de gezondheid van omwonenden toebrengt. De provincie wil de molens tot op 400 m van het dorp plaatsen.
15, 17, 18, 28, 31, 39, 44 en 45.
lichthinder en duisternis De uitbreiding van het windturbinepark en de rode lichtbakens die op de turbines zullen worden geplaatst, verstoren de nachtelijke duisternis en tasten het landschap aan. Dit heeft ook een verregaande invloed op de in het gebied levende mensen en dieren.
6, 9
Risicozonering Ten tijde van de verkennende studies zijn afstanden tot objecten gebruikt uit het Handboek risicozonering 2005. Dit handboek is onlangs geactualiseerd en de afstanden van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten tot windturbines zijn in veel gevallen groter geworden. Dit heeft gevolgen voor het aantal turbines dat kan worden gebouwd in de uitbreidingsgebieden. In deze gebieden ligt een
De initiatiefnemers van een windturbinepark moeten in het MER onderzoeken welke afstand tot (woon)bebouwing noodzakelijk is. Het gaat daarbij niet alleen om wettelijke normen maar ook om het optimaliseren van de opstelling en het treffen van technische voorzieningen zodat hinder geminimaliseerd wordt. Pas bij de uitwerking van de concrete plannen wordt duidelijk welke effecten er zullen plaatsvinden bij een bepaalde opstelling. Pas op dat moment kan worden bepaald welke afstand exact gehanteerd dient te worden tussen de windturbines en (woon)bebouwing.
Lichthinder en de invloed op de duisternis zijn aspecten die bij de herziening nog niet aan de orde zijn geweest. In het vervolg van de planologische procedure, als bekend is waar de windturbines exact komen te staan en verlichting inderdaad aan de orde is, zullen de effecten en eventuele maatregelen om lichthinder te beperken, worden onderzocht. Landelijk is ook een onderzoek gaande naar het beperken van lichtoverlast in de duisternis. Wij zullen de uitkomsten daarvan betrekken in de fase van concrete planvorming.
Bij de plaatsing van windturbines staat veiligheid voor de omgeving voorop. De kans dat een windturbine een veiligheidsrisico oplevert is zeer klein, maar niet uitgesloten. Het Handboek Risicozonering Windturbines (versie 2013) kan worden gebruikt als een praktijkrichtlijn voor het uitvoeren van een risicoanalyse voor windturbines. Het handboek geeft zoneringen waarbinnen nader onderzoek noodzakelijk is. Gebruik maken van het handboek is niet wettelijk geregeld, het betreft een richtlijn. Vereist is wel dat het bevoegd gezag bij ruimtelijke plannen
52 Indiener zienswij ze
Onderwerp en inhoud zienswijze reclamant
aantal (gas)leidingen waar meer afstand tot gehouden moet worden.
Beantwoording provincie
een afweging maakt of voldaan wordt aan de geldende wet- en regelgeving, inclusief beleid en richtlijnen. De verkennende studies voor de Eemshaven en Delfzijl zijn uitgevoerd om inzicht Binnen beide zoekgebieden ligt vitale gasinfrastructuur waarmee te krijgen in het aantal windturbines dat in deze gebieden opgesteld kan worden. grote economische- (denk aan leveringszekerheid) en tevens externe Het plaatsingspotentieel voor windturbines is onder meer afhankelijk van de veiligheidsbelangen zijn gemoeid. De bouw van windturbines nabij afstanden die aangehouden worden tussen windturbines en bebouwing deze gasinfrastructuur wordt afgeraden als dit risico-verhogende (objecten). Bij het opstellen van de verkennende studies is voor het bepalen van effecten voor de gasinfrastructuur met zich meebrengt. deze afstanden gebruik gemaakt van het handboek uit 2005. In mei 2013 is inderdaad een nieuwe uitgave van het handboek verschenen. In dit handboek Mogelijke faaloorzaken die zich kunnen voordoen zijn : het afvallen zijn niet de normen aangepast, maar is de zone verbreed waarbinnen de effecten van de gondel of rotor, het omvallen van de turbine als gevolg van op externe veiligheid moet worden onderzocht. Met deze uitgebreide mastbreuk of funderingsdefect, het afbreken van een rotorblad onderzoekszone is in de verkennende studies nog geen rekening gehouden. tijdens draaien en het wegslingeren van ijsafzetting. Reclamant hanteert de afstand 'werpafstand van een bij nominaal Het realiseren van windturbines binnen de in het nieuwe Handboek vermelde toerental afgebroken blad' als minimaal aan te houden afstand veiligheidsafstanden is echter op voorhand niet uitgesloten. De hierin genoemde tussen ondergrondse aardgasleidingen en windturbines. Voor de veiligheidsafstanden geven zones aan waarbinnen nader onderzoek (een risico bovengrondse infrastructuur wordt de 'werpafstand van een bij analyse) noodzakelijk is. In het handboek staat hierover het volgende: 'Bij een overtoeren afgebroken blad' als minimaal aan te houden afstand risicoanalyse moet allereerst worden bepaald wat het beïnvloedingsgebied van aangehouden. de windturbine is. De maximale afstand waarop een onderdeel van een Als een turbine binnen de genoemde afstanden komt te liggen dan windturbine bij falen terecht kan komen is de maximale werpafstand bij moet worden berekend hoeveel de faalfrequentie voor de energieovertoeren. In het handboek zijn, met conservatieve uitgangspunten, deze infrastructuur toeneemt met behulp van de rekenmethodiek uit het maximale werpafstanden bepaald. Wanneer objecten zich buiten deze afstanden Handboek Risicozonering Windturbines. Volgens het Handboek is bevinden, is een verdere risicoanalyse niet nodig. Wanneer objecten zich wel een verhoging van de faalfrequentie met meer dan 10% niet binnen de maximale werpafstand van de geplande windturbines bevinden, moet toegestaan. een kwantitatieve risicoanalyse worden uitgevoerd.' De nieuwe veiligheidsafstanden uit het handboek kunnen er dus toe leiden dat Maatregelen die eventueel nodig zijn om het risico te reduceren voor een aantal turbines uit de verkennende studies (die buiten de zullen voor rekening van de windturbine-exploitant worden veiligheidsafstanden uit het oude handboek, maar binnen de gebracht. Reclamant acht zich niet verantwoordelijk voor een veiligheidsafstanden uit het nieuwe handboek vallen) in de verdere planologische mogelijke calamiteit die het gevolg is van windturbines nabij haar procedure nader onderzoek noodzakelijk is om na te gaan of het risico
53 Indiener zienswij ze
Onderwerp en inhoud zienswijze reclamant
Beantwoording provincie
gasinfrastructuur.
aanvaardbaar is. Om dit te kunnen onderzoek moet ook eerst de precieze locatie van de turbines bekend zijn en dat is pas bekend als het plan in voldoende mate concreet. Dan kan een risicoanalyse worden uitgevoerd en de resultaten van deze risicoanalyse maken een onderdeel uit van de planvorming in de verdere planologische procedure. De resultaten worden op grond van deze planologische procedure beschikbaar gesteld en tevens bestaat de mogelijkheid om op deze resultaten te reageren. Gezien het bovenstaande achten wij het niet noodzakelijk om ter waarborging van de in het handboek genoemde veiligheidsafstanden voor windturbines regels op te nemen in de herziening.
Er moet met deze afstanden rekening worden gehouden bij de selectie van windturbinelocaties. In de verordening moeten regels worden opgenomen die aansluiten bij de meest recente update van het handboek risicozonering windturbines ter waarborging van de bovengenoemde veiligheidsafstanden. Voor de berekening van de afstanden zou het herziene Handboek Risicozonering Windturbines 2013 moeten worden toegepast
15, 17, 18, 28, 39, 44, 45
Een windmolenfabrikant houdt voor haar eigen onderhoudspersoneel een veiligheidszone aan van 400 meter tot een windmolen. Slechts uit noodzaak is het toegestaan de turbine binnen deze afstand te naderen. Vooral inwoners, agrariërs en recreanten in dit gebied zullen toch veelvuldig binnen deze straal vertoeven of hun werk moeten doen. Hun veiligheid is niet geborgd.
38
Slagschaduw en ijsafzetting De windturbines hebben negatieve effecten in de vorm van slagschaduw en ijsafzetting.
In de verdere planologische procedure om te komen tot de realisatie van een windturbinepark dient er onderzoek te worden gedaan naar het aspect externe veiligheid. Dit onderzoek dient ertoe om na te gaan welke afstanden, op basis van wettelijke normeringen, aangehouden dienen te worden tussen windturbines en (beperkt) kwetsbare objecten. Wij zijn van mening dat de veiligheid is geborgd door middel van deze wetgeving. En wij zien dan ook geen reden om op dit punt strengere normen te hanteren.
Voor het aspect slagschaduw gelden wettelijke regels en normen. Op grond van deze regels is een bepaalde hoeveelheid slagschaduw toegestaan. Als deze norm wordt overschreden dient de turbine te beschikken over een automatische stilstandsvoorziening. De herziening geeft nog geen opstellingsvarianten voor windturbines. De exacte positionering van de windturbines wordt pas duidelijk in de verdere planologische procedure. Derhalve is het momenteel ook nog niet mogelijk om exact te zeggen wat de effecten van de windturbines zijn ten aanzien van slagschaduw. Wel is in de verkennende studie voor de Eemshaven globaal onderzocht of slagschaduw een belemmering kan vormen. Hieruit blijkt dat er
54 Indiener zienswij ze
Onderwerp en inhoud zienswijze reclamant
Beantwoording provincie
sprake kan zijn van een overschrijding van de norm, maar dat dit op te lossen valt door maatregelen te nemen. Ten aanzien van ijsafzetting zijn geen landelijke normen vastgesteld. Hier moet bij de vergunningverlening aandacht aan worden besteed. 15, 17, 18, 28, 37, 39, 44 en 45.
Trillingshinder en aardbevingen In het gebied achter de Emmapolderdijk heeft zich recent een aantal aardbevingen voorgedaan. Deze waren meetbaar door middel van de sensoren die het waterschap Noorderzijlvest heeft aangebracht in de zeedijk. De resonantie die een windturbine kan veroorzaken heeft een autonome uitwerking op de stabiliteit van een dijklichaam. Niet uit te sluiten valt dat de effecten van een aardbeving de effecten van resonantie van een windturbine versterken of dat stormschade of aardbevingsschade aan een windturbine ontstaat, waardoor deze onstabiel wordt, gaat vibreren en haar onderdelen rondslingert, waardoor fatale schade aan de zeedijk kan ontstaan. De omgeving ondervindt schade als gevolg van de aardbevingen door de gaswinning. Hierdoor heeft het gebied een slechtere financiële positie met een hogere werkloosheid.
1,3, 7,12,14, 15, 16, 17, 18, 21, 25, 28, 31, 33, 38, 39, 43, 44, 45 en 46.
waardevermindering woning en onroerend goed De waarde van woningen en ander onroerend goed staat al onder druk door tal van factoren als aardbevingen en slechte economische vooruitzichten en daalt verder door de komst van de windparken. Woningen dreigen onverkoopbaar te worden door de bestaande en nog te bouwen turbines. Onderzocht moet worden wat de gevolgen zijn van de uitbreiding van de concentratiegebieden op de waarde van het onroerend goed in de regio. Als nulmeting zou hiervoor moeten dienen de werkelijke
Wij denken dat windturbines langs of op waterkeringen kunnen bijdragen aan meervoudig ruimtegebruik van deze gebieden. De dijk moet zijn primaire functie voor de waterveiligheid wel behouden. Daarom zal het effect van trillingen op de stabiliteit van de dijk veroorzaakt door turbines een onderwerp zijn dat zeker bij de concrete planvorming nader moet worden onderzocht. Ook op landelijk niveau onderzoekt de Unie van Waterschappen op dit moment de mogelijkheden om turbines op en nabij dijken te bouwen. Wij wachten de uitkomsten van deze onderzoeken af en zullen hier bij de verder planvorming rekening mee houden. De sociale en financieel-economische gevolgen van het onderwerp 'aardgaswinning en aardbevingen' maakt geen onderdeel uit van deze herziening van de verordening.
Indien waardedaling van onroerend goed toe te schrijven is aan de ontwikkeling van een windturbinepark kan bij de planvorming van deze parken inderdaad aanspraak worden gemaakt op de planschaderegeling uit de Wro. Beter is het om vooraf afspraken te maken met betrokken partijen over een betere verdeling van de lusten en de lasten bij de ontwikkeling van een windpark. In ons “Beleidskader Sanering en opschaling, gebiedsfonds en participatie” gaan wij daar nader op in. Wij vragen daarin Provinciale Staten om een opdracht te geven om voor alle nieuwe windenergieprojecten een Parkfonds op te zetten. De
55 Indiener zienswij ze
Onderwerp en inhoud zienswijze reclamant
Beantwoording provincie
waarde op het moment voor de presentatie van de plannen.
gelden uit het fonds worden ingezet om de lusten en lasten van de omwonenden en initiatiefnemers op een zorgvuldiger manier te verdelen. Samen met betrokkenen partijen zal invulling van dit fonds tot stand komen. Het fonds is alleen in beeld voor nieuw op te richting windparken, ook de windparken die nog worden ontwikkeld binnen de reeds in het POP aangewezen gebieden.
De provincie wordt verzocht om schadeloosstelling. Er is voor dit soort problemen planschade in het leven geroepen, maar zoals gedeputeerde Moorlag aangaf op de inloopavonden moet de provincie dat niet willen en zou hij zich volledig inzetten voor schadeloosstelling. Bij eerdere plannen in het verleden is ten onrechte geen schadeloosstelling geweest voor omwonenden. Dit zou nog met terugwerkende kracht gerealiseerd kunnen worden. 1,5,7,12 , 14, 16, 21, 22, 25, 29, 33, 43 en 46.
Compensatie Compensatie is een belangrijke randvoorwaarde voor Burgemeester en Wethouders van Delfzijl om medewerking te verlenen aan de windparken. Deze voorwaarde is in 2011 ook vastgelegd bij de ontwikkeling van Windpark Noord en wordt ook gesteld bij de windparken Zuid (uitbreiding) en Midden (Oosterhorn). Delfzijl wil compensatiegelden van de initiatiefnemers gebruiken voor duurzaamheids- en leefbaarheidsprojecten, vooral in het gebied rondom de toekomstige windparken. Initiatiefnemers zijn bereid tot een bijdrage zolang dat past binnen de business case, en willen zoveel mogelijk in concrete projecten investeren. Delfzijl wil samen met de provincie maatregelen uitwerken die juridische afdwingbaar zijn, opdat er samen met de bijdragen van de ontwikkelaars een fonds komt waaruit duurzaamheids- en leefbaarheidsmaatregelen kunnen worden gefinancierd. De afspraken moeten vastliggen voordat het zoekgebied door Provinciale Staten wordt vastgesteld. De agrariërs in het gebied worden beter van de plannen, maar met de burgers wordt nog geen rekening gehouden. De lasten liggen bij
Gebiedsfonds en participatiemogelijkheden zijn voor ons ook belangrijke thema's die moeten worden uitgewerkt bij de diverse nieuwe projecten. Om die reden hebben Provinciale Staten in mei 2013 bij de behandeling van het voornemen om de concentratiegebieden uit te breiden een amendement aangenomen waarin Gedeputeerde Staten worden opgedragen om op korte termijn en uiterlijk bij de aanbieding van de statenvoordracht voor de herziening een stappenplan voor te leggen aan waarin staat op welke wijze invulling zal worden gegeven aan de opdracht om zowel bij de uitbreiding van genoemde concentratiegebieden als bij de nieuw op te richten windturbineparken te bewerkstelligen dat financiële participatie van omwonenden/particulieren tot de mogelijkheden behoort, dat er afspraken zijn gemaakt over sloop en opwaardering van bestaande turbines en dat er in overleg met betrokken overheden, ontwikkelaars en eventuele andere organisaties een regeling is overeengekomen in de vorm van een gebiedsfonds/ gebiedsgeboden bijdrage waaruit bijvoorbeeld collectieve voorzieningen kunnen worden gefinancierd, als zijnde maatregelen die de leefbaarheid in het betreffende gebied verbeteren. Zoals al eerder gezegd vragen wij Provinciale Staten om een opdracht te geven om een Parkfonds op te zetten die de lusten en lasten van de omwonenden en
56 Indiener zienswij ze
Onderwerp en inhoud zienswijze reclamant
Beantwoording provincie
de burger, het profijt is voor slechts weinigen. Op informatieavonden over de uitbreiding heeft gedeputeerde Moorlag toegezegd dat de burgers in de directe nabijheid van de nieuwe parken worden gecompenseerd. Verzocht wordt om nader overleg tussen bewoners en provincie over de compensatie of schadeloosstelling. Achter de schermen wordt al volop gewerkt aan de plannen met de betrokken landeigenaren en de energiemaatschappijen. Bewoners willen graag betrokken worden in de verdere plan- en besluitvorming. Zij hebben nog geen informatie of bericht ontvangen over de verdeling van de lusten en lasten en eventuele compensatie.
initiatiefnemers op een zorgvuldiger manier verdeelt. Samen met de betrokkenen zal invulling van dit fonds tot stand komen. Betrokken zijn tenminste de initiatiefnemers, de omwonenden en de gemeenten. Door de introductie van een fonds zullen de lusten en lasten zorgvuldiger worden verdeeld. In het Parkfonds zal een zogenaamde Profijtregeling worden uitgewerkt, bestemd voor de direct aanwonenden van een nieuw op te richten windpark. Het is inderdaad waar dat introductie van een fonds een kostenpost is voor de exploitatie van een nieuw windpark. We onderzoeken daarnaast de mogelijkheid om vanuit de Provincie ook binnen de bestaande kaders door middel van cofinanciering bij te dragen aan projecten die worden gefinancierd uit dit Parkfonds. Voorts zullen wij met de betrokken gemeenten in overleg treden over de mogelijkheid om een deel van de WOZ-belasting die windturbines genereren in te zetten voor de financiering van het Parkfonds c.q. projecten die uit het Parkfonds worden gefinancierd. Daarnaast vragen wij ontwikkelaars om aan te geven welke vormen van financiële participatie worden aangeboden aan omwonenden waardoor het mogelijk zal worden om een aandeel/obligatie te mogen kopen van een windpark zodat financieel kan worden geprofiteerd van het windpark. Dit is echter nog niet wettelijk verankerd. In het kader van het onlangs afgesloten Energieakkoord wordt dit wel op de landelijke agenda gezet. Wij benadrukken dat de introductie van een gebiedsfonds en het openstellen van participatiemogelijkheden niet een middel is om alle bezwaren volledig weg te nemen. Wel is het een middel die ervoor moet zorgen dat de lusten en lasten evenwichtiger worden verdeeld. Bij de herziening is er juist voor gekozen om vast te houden aan het concentratiebeleid en dus niet te kiezen voor het verdelen van de lusten en lasten door de windparken over de gehele provincie uit te smeren. We zijn van mening dat het landschap het best is gediend met het concentratiebeleid.
Bewoners vragen om een regeling/compensatie in de vorm van participeren in het windpark zonder dat lasten of eigen inleg noodzakelijk is. Verschillende vormen van compensatie worden voorgesteld: zonnepanelen van A-klasse om energie neutrale woningen te verkrijgen, isolatie van woningen, meedelen in de winst van de windparken, opkopen van woningen, financiële schadeloosstelling vanwege waardevermindering door windparken. Financiële compensatie weegt nooit op tegen gezondheidsklachten en vermindering van woongenot. Financiële compensatie of participatie kan alleen als iedereen in het betrokken gebied daarmee akkoord is. Daarbij is schriftelijke toestemming nodig van iedereen die in het gebied woont. Anders zou een klein groepje mensen welke wat zien in deze financiële compensatie / participatie het woongenot kunnen verpesten van de overige bewoners.
57 Indiener zienswij ze
Onderwerp en inhoud zienswijze reclamant
Door de kosten van compenserende maatregelen zullen windmolenparken op zee hierdoor meer lucratief worden Een directe vergoeding op stroom door windenergie zal de projectinvestering alleen maar gunstiger maken, en de bezwaren niet wegnemen. In het kader van een eerlijke verdeling van lusten en lasten zou de windturbines over alle gemeentes moeten worden verspreid.
Beantwoording provincie