Agenda MA 20/4 : Algemene Vergadering VZW in DE BRUG om 19.30 u + aansluitend Praatcafé om 20.30u ZA 25/4 : lenteschoonmaak bijenpark Fort 5 om 9.00u MA 18/5 : maandvergadering in DE BRUG MA 15/6 : rondleiding in Fort 7 te Wilrijk Cursus op 18 en 29 april, 3 , 9 , 16 en 30 mei
***
.
Communicatiewetenschappen voor niet-imkers : “Vraag nooit de weg aan een honingbij !”
33
39 ste jaargang – nr. 2 : april - mei - juni 2015
Beste Imkers, Ik heb enkele weken geleden een test gedaan : in een gerenommeerde quiz heb ik drie vragen over bijen gesteld. Op zo”n quiz komen in principe mensen die gemakkelijk informatie opnemen, onthouden en later kunnen reproduceren. Van de moeilijkste vraag was het antwoord “Von Frisch”. Er was welgeteld één juist antwoord : toevallig was één van de deelnemers dan ook een imker… (nvdr. het was wel niet de eerste de beste imker). De tweede vraag “Onze bijen worden momenteel geteisterd door een bepaalde mijt ; wat is de naam van deze mijt ?” Slechts drie ploegen konden het goede antwoord geven. En dan de gemakkelijkste vraag “Hoeveel hoeken heeft een cel in een wasraat ?” Vijf ploegen slaagden erin om “acht” als antwoord te geven ! Besluit : wij doen heel veel moeite om reclame te maken voor onze hobby en vele mensen zijn zeer geïnteresseerd in wat we vertellen, maar toch blijft er van al deze informatie maar weinig hangen. Toch mogen we de moed niet verliezen en moeten we informatie over onze mooie hobby blijven verspreiden. Tot onze spijt is de aangekondigde voordracht op de maandvergadering van maart niet kunnen doorgaan. De (jaarlijkse) enquête die op deze vergadering gehouden is, was aanleiding tot een boeiend gesprek. Vooreerst de uitslag van deze enquête. Op een totaal van 226 ingewinterde volken van 27 imkers, zijn er momenteel 101 dood : dit is 45 % ! Er was wel een heel grote spreiding : van geen enkel dood volk op 17 ingewinterde kasten tot slechts 5 overlevende volken op 35.
34
Wat hebben we uit het gesprek geleerd? Ten eerste : meten is weten : voor je de varroamijten bestrijdt, moet je weten hoe groot de besmetting is. Ten tweede : behandel tijdig : zowel tijdens het “seizoen” met biotechnische middelen, als na het slingeren ( eventueel ) met andere producten. Ten derde : behandel liever met biotechnische methoden ( broedstop, darrenbroed snijden, …) dan met chemische middelen. Ten vierde : deze sterfte wordt niet alleen veroorzaakt door varroa, maar is ook veroorzaakt door virussen, pesticiden en herbiciden, te weinig stuifmeelaanbod; kortom zeer verschillende factoren… Ten vijfde : hygiëne boven alles… En wat dit laatste puntje betreft … Bij het toedienen van oxaalzuur juist voor Kerstmis, hebben we een aantal zaken vastgesteld die totaal niet door de beugel kunnen op ons bijenpark. Ik bespaar u de details, maar elke imker die bijen houdt op onze verenigingsstand in Fort 5 moet goed beseffen dat er op een plaats waar 15 mensen samen imkeren niet alleen rechten, maar ook plichten gelden ! Nog een uitsmijter gevonden op de webstek van Weyn’s honing. “Biologische honing is honing met een garantielabel, een keurmerk afgegeven door een onafhankelijke organisatie. Biologische imkers verwijderen schadelijke varroamijten niet met synthetische antibiotica, maar met de hand.” Ziet u het al voor u ? We staan nu voor de drukste periode van het bijenseizoen : de volken gaan zeer snel ontwikkelen, we gaan koninginnen kweken en op het moment dat het volgende boekje verschijnt, zullen we de zomerhoning reeds moeten gaan slingeren. Veel amusement met je bijen gedurende de komende maanden.
je voorzitter, Johan Boeykens +++
35
Activiteiten & mededelingen Algemene vergadering vzw De jaarlijkse Algemene Vergadering van onze VZW heeft plaats op maandag 20 april in de refter van De Brug. We starten met de jaarlijkse vzw-vergadering om 19.30u. Deze vergadering wordt gehouden voor de leden van de VZW, maar ook de toegetreden leden zijn welkom (zij hebben echter geen stemrecht). Er wordt informatie verstrekt over de activiteiten en de kastoestand van het voorbije jaar, en de begroting voor het huidig jaar wordt voorgesteld. Tevens wordt de helft van het bestuur verkozen. Daarna tonen we twee korte filmpjes en houden we praatcafé Als je lid wil worden van onze VZW, moet je je kandidatuur indienen bij de voorzitter Johan Boeykens, samen met je adres, rijksregisternummer en geboorteplaats. +++
Lenteschoonmaak bijenpark Fort 5 Op zaterdag 25 april houden we grote kuis op het bijenpark van Fort 5. We beginnen om 9.00 u. We verwachten zeker alle imkers die bijen op Fort 5 hebben staan. Indien je die dag niet kan komen, graag Johan Boeykens verwittigen en de omgeving van je eigen stand tevoren reeds opkuisen. Natuurlijk is iedereen welkom om een handje toe te steken, ook de mensen die geen bijen houden op Fort 5. +++
Zondagrondleidingen bijenpark Fort V Iedere zondag vanaf begin mei tot eind augustus houden wij het bijenpark op Fort 5 open van 14.30 u tot 17.30 u. Op de volgende vergaderingen zal er een intekenlijst rond gaan. Alle kandidaten zijn zeer welkom. Het bijenpark kan ook heel het jaar door bezocht worden door groepen na afspraak met Pol Eggers (03/4404168). +++
36
Dinsdagavond = Zomeravond op Fort V Zoals de vorige jaren, bent U tijdens de zomer welkom op dinsdagavond in het bijenpark van Fort 5. Wij beginnen op 30 juni en eindigen op 25 augustus. Het bijenpark is in die periode elke dinsdagavond open van 18.30 u tot 20.45 u. Als u in de zomer ook uw collega-imkers imkers wil ontmoeten of als u problemen hebt met uw bijen, kom dan eens naar het bijenpark op dinsdagavond. dinsdagavond Ook bij slecht weer vindt u er steeds een aantal imkers, die komen bijpraten of discussiëren tussen pot en pint. +++
Cursus koninginnenteelt 2015
De lessen gaan door van half april tot einde mei in het bijenpark van Fort 5 te Edegem. Op zaterdag en zondag van 9.30u 9. tot 12.30u en op woensdag van 18.30u u tot 20.30u. 20. zaterdag 18 april : zwermtekens, zwermverhindering, voorbereiden van het teeltvolk woensdag 29 april : verzorgen van zwermen, teeltraam inhangen of teeltmoer in arrest zondag 3 mei : overlarven in startvolk, pleegvolk klaar maken zaterdag 9 mei : doppen inkooien, n, zwermen
controle van de volken volke op
zaterdag 16 mei : koninginnen op volkjes plaatsen, afleggers, bevruchtingskastjes, merken van koninginnen zaterdag 30 mei : maken van afleggers , moeren opzetten +++
37
Wij vergaderen … Elke derde maandag van de maand om 19.45 u in DE BRUG Waesdonckstraat 1 te Mortsel tel. 03/449.39.50
Onder de auspiciën van AVI vzw Gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Europese Unie. Gelieve op tijd te komen zodat de voordrachten stipt om 19.45 u kunnen beginnen. Maandag 20 april : Jaarlijkse Algemene Vergadering om 19.30 u Agenda : jaarverslag en kasverslag 2014, begroting 2015, en bestuursverkiezing. Daarna tonen we twee korte filmpjes en houden we praatcafé. Maandag 18 mei : Nut van een eigen bedrijfmethode door dhr. Paul Beullens Speciaal voor beginnende imkers. Paul behandelt verschillende bedrijfsmethoden en beantwoordt daarna de vragen van de minder ervaren imkers. In deze drukke periode (half mei) kunnen zij met hun imkerproblemen terecht bij Paul. Maandag 15 juni : Rondleiding in Fort 7 te Wilrijk door dhr. Tuur Wuyts Tijdens onze traditionele zomerwandeling bezoeken we Fort 7 te Wilrijk. Sinds dit jaar hebben twee leden van onze vereniging hier hun bijen staan. Afspraak om 19.30 u aan het lokaal van Natuurpunt nabij de ingang van Fort 7 in Wilrijk, Legerstraat (recht over de Fort VII-straat). (Opgelet ! Dit is NIET de parking van de hengelclub.) +++
38
Nieuwjaarsreceptie 10 januari 2015 Onze nieuwjaarsreceptie of pannenkoekenslag : traditie sinds 10-tallen jaren maar dit jaar toch helemaal anders dan anders. Het begon allemaal zeer goed die zaterdagmorgen : veel hulp, de bioklas helemaal klaargezet, op tijd het beslag klaar, en tegen half twaalf konden we de eerste testpannenkoeken beginnen bakken. Maar om kwart voor twaalf kwamen twee werkmannen van de gemeente binnen met het laconieke bericht “iedereen moet zo snel mogelijk het binnenfort verlaten wegens stormgevaar en alle poorten worden gesloten.” Slechts één oplossing mogelijk : zo vlug mogelijk een alternatieve plaats vinden. Het netwerk opbellen, en beginnen zoeken in het fort. Gelukkig was er in het lokaal van de korfbalclub een bestuursvergadering bezig. Na licht aandringen stelde de voorzitter het lokaal ter beschikking voor onze receptie. Met één wagen en één camionette werd heel onze accommodatie verhuisd. De bakplaat geïnstalleerd en de tafels gedekt, aanduidingen aangebracht op alle poorten met de melding dat de receptie in het korfballokaal doorging. En stipt om één uur was alles klaar, en rolden de eerste pannenkoeken van de plaat. Eén bestuurslid was, ondanks de sluiting, toch aan ons eigen lokaal geraakt, en vond daar niemand ! Al bij al : de nieuwjaarsreceptie was een even groot succes als de andere jaren. Alle bezoekers hebben het “nieuwe” lokaal gevonden (behalve de Schepen van Edegem). Het lokaal was veel ruimer dan ons leslokaal en de bioklas samen, en de kinderen hadden er veel meer speelgelegenheid. Een wissel voor de toekomst? Ik wil bij deze de korfbalclub danken voor hun gastvrijheid, en allen die meegeholpen hebben bij het bakken, het klaarzetten, het verhuizen, de opruim op zondagmorgen …. Ik noem bewust geen namen, om zeker niemand te vergeten. Allen bedankt !
Johan B. +++
39
Het bijenoog en de hersenen Vijf ogen zien meer dan twee. Dr. Heike Ruff heeft de huidige kennis en de belangrijkste eigenschappen van het gezichtsvermogen der honingbijen samengevat. Deze informatie komt vooral uit het wetenschappelijk tijdschrift Apidologie.
Een honingbij heeft vijf ogen : twee grote samengestelde facetogen en drie kleine puntogen (ocelli).
2 tot 3 dagen voor het verzegelen zijn de vijf ogen reeds duidelijk zichtbaar : links en rechts de grote facetogen en op het voorhoofd de drie puntogen.
Drie puntogen De puntogen onderscheiden licht en donker. Zij staan centraal op het voorhoofd in de vorm van een driehoek en zijn verbonden met een evenwichtsorgaan. Zij functioneren als een soort lichtkompas dat reageert op gepolariseerd kortegolflicht, en controleren de dagelijkse vliegactiviteit van de bijen (navigeren en stabiliseren van het vliegtraject ten opzichte van de horizon). Duizenden afzonderlijke beelden vormen één geheel De twee facetogen zijn samengesteld uit duizenden kleine, zeshoekige enkelvoudige ogen (ommatidia). Een werkster heeft 4000 tot 5000 lenzen per facetoog, de koningin 3000 tot 4000 en de darren 7000 tot 8000. Elk ommatidium bestaat uit een doorzichtige lens en een kristalkegeltje. Direct hieronder ligt een bundel van acht lichtgevoelige cellen. In het centrum van deze cellen ligt het lichtgevoelige gedeelte (rhabdome). De individuele ogen zijn omgeven met pigmentcellen. De bouw van het facetoog levert een extreme groothoek met een gezichtsveld van 280° en
40
een zeer precieze hoekbepaling. Het menselijke zicht met beide ogen bestrijkt maximaal een hoek van 180°. Elk afzonderlijk facet neemt één enkel gezichtspunt waar en stuurt de waargenomen informatie door naar de hersenen. De rijkdom van de informatie uit deze kegelvormig aangrenzende ommatidia wordt in een fractie van een seconde omgevormd tot een mozaïek totaalbeeld. Met een oplossend vermogen van 265 lichtprikkels per seconde kunnen de bijen heel goed snelle bewegingen waarnemen (bij de mens bedraagt dit slechts 45). Puntogen en facetogen werken perfect samen en compenseren zo de lage bewegelijkheid van het bijenhoofd.
De vijf ogen van de werksterbij zijn op deze foto waarschijnlijk beter te zien dan bij een levende bij.
Dat de wereld van de bijen zeer kleurrijk is, heeft Karl von Frisch reeds in 1914 aangetoond. Net zoals de mensen nemen de bijen drie kleuren waar. In het netvlies van het bijenoog zijn er drie fotoreceptoren, die elk gevoelig zijn voor een bepaald golflengtegebied in de korte, middellange en lange golflengten. De gevoeligheid bestrijkt zo het UV-gebied, de middellange in het blauwe gebied en de lange golflengtes in het groene spectrale gebied. Hierdoor ziet de bij het drie-kleuren-spectrum met golflengten van 300 tot 650 nm (UV tot oranje-rood). Zo ziet een honingbij rode bloemen als grijszwart, maar vaak hebben die bloemen ultraviolette markeringen die de bij wel kan onderscheiden. Bij de mens is het zicht verschoven naar het infrarood (400 tot 700 nm - paars tot infrarood). Al in de vroege jaren 1970 werden de specifieke neuronen geïdentificeerd die deze kleurinformatie omzetten.
41
Verbazingwekkende vaardigheden ontdekt De bijen herkennen niet alleen kleuren, maar ook patronen en vormen. Recent gedragsonderzoek bij honigbijen heeft aangetoond hoe de bijen hun omgeving daadwerkelijk waarnemen : ze voelen, zien, ruiken en leren. Ze kunnen kleuren en patronen herkennen en hebben daarbij een buitengewoon geheugen. Door de voortdurende ontwikkeling van de moderne technologie kunnen we steeds beter begrijpen hoe visuele stimuli verwerkt worden. De cognitieve vaardigheden (1) van de bijen blijken veel beter ontwikkeld te zijn dan tot nu toe werd aangenomen. De bijen kunnen tellen, vergelijkbare items op kleur en patroon in bepaalde categorieën klasseren, en zelfs een onderscheid maken tussen radiale en bilaterale symmetrie en concentrische en ringvormige structuur van een patroon. Ze associëren verschillende eigenschappen (bijv. hoeveelheid voedsel en tijdstip van nectarproductie) met het betreffende patroon. Daarbij is elk van de drie receptoren bekwaam voor specifieke patroonherkenning. Als een bij bloemen ontdekt die nectar of stuifmeel van goede kwaliteit leveren, dan herinnert ze hun kleur, vorm, geur en de manier waarop ze de felbegeerde nectar zo effectief mogelijk kan bereiken in de verschillende bloemkelken. Ze herinnert zich hoe betrouwbaar en op welk tijdstip de bloem het meest en de beste nectar produceert. Op basis van deze ervaringen besluit de bij uiteindelijk of en wanneer een bezoek aan die bepaalde plant de moeite waard is. Eenmaal een bij deze kennis heeft verworven, kan ze deze flexibel aanpassen en optimaliseren aan veranderende omstandigheden.
42
Als een haalbij in haar nest te lang moet zoeken naar lege cellen waarin ze het verzamelde stuifmeel kan weg stapelen, dan verandert ze haar gedrag. Ze merkt op dat de voordelen van haar activiteit voor het volk gedaald zijn zodat ze liever een nieuwe veelbelovende nectarbron gaat zoeken. De visuele waarneming van de bijen wordt perfect aangevuld door hun geur- en smaakervaringen. (1)
cognitief = de vaardigheid om signalen uit de omgeving waar te nemen en te verwerken, zoals leervaardigheid, abstractievermogen en geheugenprestaties.
Uit “Aktuelle Forschungen zur Neurophysiologie” Die Biene 10-2012 Apidologie Volume 43, Number 3 (2012), 244-268, Vertaling Etienne Pacco
+++
Ik heb altijd wel gedacht dat er nogal wat ezels zitten tussen de imkers. Bij deze zijn die ook weeral voort geholpen …
43
Nooit geziene bijensterfte bij Limburgse imkers 60 % van Limburgse bijen overleeft winter niet Nooit eerder hebben de Limburgse imkers zo’n massale bijensterfte gekend als afgelopen winter. “Uit een bevraging van ongeveer zevenhonderd Limburgse imkers blijkt dat tot nu toe 50 à 60% van de honingbijen de wintermaanden niet hebben overleefd”, zegt bioloog dr. Michel Asperges. “Dat is dubbel zoveel als normaal.”
Voorbije winter zijn dubbel zoveel bijen gestorven als normaal, zegt dr. Michel Asperges. (foto hbvl)
“De Vlaamse imkers zien hun bijenbestand al jaren achteruit gaan”, bevestigt Hendrik Trappeniers van de Koninklijke Vlaamse Imkersbond. Naast het massale gebruik van pesticiden en minder biodiversiteit blijkt de varroamijt - een parasiet die virussen overbrengt - één van de voornaamste bijenkillers. De voorbije jaren overleefde daardoor zo’n 25% van de bijen de winter niet. “Een hoog percentage, dat echter redelijk stabiel bleef”, zegt doctor Michel Asperges, die als medewerker moleculaire en fysische plantenfysiologie verbonden is aan de Universiteit
44
van Hasselt. “Afgelopen winter was echter ronduit dramatisch. Uit een bevraging van zo’n 700 Limburgse imkers blijkt dat we met een sterftegraad van 50 à 60 procent zitten. Meer dan de helft van de kolonies heeft de winter niet overleefd.” Oorzaken Omdat bijen uitvliegen voor ze sterven, weten imkers niet waaraan de insecten precies overlijden. Maar de voornaamste doodsoorzaak blijft zonder twijfel de varroamijt, een parasiet die uit Azië komt en hele kolonies aantast. Daarnaast waren er de uitzonderlijk zachte herfst en winter. Door het gebrek aan echte vorstdagen zijn de bijen blijven vliegen op groenbemesters, waardoor ze onvoldoende hebben gerust en zijn verzwakt. Een laatste belangrijke factor is de teloorgang van de biodiversiteit. Op velden zie je steeds minder wilde bloemen. De bijen kunnen daardoor minder reserves opbouwen. Een normale kolonie van 50.000 honingbijen heeft al snel 30 tot 40 kilo stuifmeel nodig.” Bijentekort De vermindering van de bijenpopulatie betekent slecht nieuws voor de landbouw en fruitteelt, die voor de bestuiving van hun gewassen afhankelijk zijn van de insecten. “Boeren zullen dit voorjaar massaal op zoek moeten naar bijen.” Op Paasmaandag vindt in Houthalen Helchteren een internationale bijenmarkt plaats. Imkers verhuren er hun kolonies aan landbouwers om zo zeker te zijn van bestuiving.” Voorlopig zijn enkel de cijfers voor Limburg bekend. “De Vlaamse gegevens zijn we nog volop aan het verzamelen”, zegt Hendrik Trappeniers. “Maar ik heb al van verschillende collega’s vernomen dat de bijensterfte deze winter zwaar heeft toegeslagen.”
Ruben Steegen in het Belang van Limburg http://www.hbvl.be/cnt/dmf20150320_01591103/nooit-geziene-bijensterfte-bij-limburgse-imkers
+++
45
Imker is een onderschatte en verschrikkelijk zware stiel Of hij nu al dan niet een landbouwer is, laat imker Herman Torfs in het midden. Feit is dat de overheid het ook niet goed weet want ooit belandde er een mestbankaangifte in de brievenbus van de enige imker die in Vlaanderen zijn boterham verdient met honing g en bestuiving door bijen. Dankzij dit interview weten we wel zeker dat een professionele imker qua werkijver niet onderdoet voor een veehouder. “Het is een groot misverstand dat de bijen al het werk doen en een imker er maar wat op staat te kijken”, aldus s Torfs. We zien nog meer gelijkenissen tussen een imker en een landbouwer: vakmanschap is voor allebei de eerste vereiste om iets te verdienen, het inkomen van zowel boer als imker is sterk afhankelijk van de grillen van de natuur en de groothandel lijkt voor geen van beiden een garantie op loon naar werken.
Waarom zijn er zo weinig imkers in hoofdberoep? Herman Torfs : We zijn inderdaad met niet veel, zelf heb ik weet van een collega in Wallonië met 200 kasten en enkele beroepsimkers in Duitsland en Luxemburg. Misschien ligt het eraan dat bijenteelt een onderschatte en verschrikkelijk zware stiel is. Bij mooi weer sta ik te zweten in mijn imkerpak. Is het slecht weer, dan ben ik bezorgd over de honingproductie en het overleven van mijn bijen. De lente en de zomer zijn het drukst, dan ben ik niet weg te slaan bij mijn bijen. Zodra de diertjes in winterrust gaan, bestaan mijn taken hoofdzakelijk nog uit het ontzegelen van de
46
honingramen (de waslaag eraf halen), de honing slingeren, de potjes vullen en de etiketten kleven. Dat gebeurt allemaal manueel want betaalbare machines die me veel tijd uitsparen, zijn niet voor handen. Imkerij is een passie : als 15-jarige begon ik met één bijenkast en ondertussen verzorg ik 800 bijenkolonies. Het plezante aan de stiel is dat je zo dichtbij de natuur staat. Vergissen we ons in de zelfredzaamheid van bijen als imker werkelijk een zware stiel is? Sinds februari heb ik elke dag van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat werk gehad aan mijn bijen. Er kruipt bijvoorbeeld veel tijd in het vervoer van de bijenkasten want wanneer de fruitbomen in Limburg gaan bloeien, moeten 600 kasten gespreid opgesteld staan in de plantages. Waar de jeep niet meer door kan, moet ik met de bijenkast op een kruiwagen
verder. Ook in aardbeientunnels moet ik dikwijls een lange wandeling afleggen om één kast te kunnen plaatsen. Daardoor lukt het me niet om meer dan 60 bijenkasten op een dag te vervoeren. De kunst is om overal op tijd te zijn want de fruittelers en tuinders betalen me voor de bestuiving van hun gewassen. Overal op tijd zijn, was door het vroege voorjaar van 2014 een nog groter probleem bij het controleren van de bijenkasten op zwermen. Een bijenkolonie streeft van nature naar vermeerdering zodat je in het voorjaar wekelijks elk raam van de bijenkasten gezien moet hebben. De larven snij ik weg vooraleer ze uitgroeien tot nieuwe koninginnen. Kom je als imker te laat, dan vliegt de oude koningin uit en neemt ze al gauw 15.000 bijen mee. Het bijenvolk is dan ernstig verzwakt. Door het mooie weer dit voorjaar moest ik uitzonderlijk al in april starten met de controles. De bijenkasten staan dan nog verspreid opgesteld in het fruit zodat het me veel meer werk kostte dan in het koolzaad. Een imker heeft nog een tweede goede reden om zijn kasten te controleren. Bij mooi weer kunnen ze op een week tijd barstensvol honing zitten.
47
Neemt de interesse voor bijenteelt toe? Door alle (media-)aandacht voor bijen en vooral bijensterfte voelen veel mensen zich geroepen om de natuur en de bijen te redden. De cursussen van plaatselijke imkerbonden genieten een verhoogde belangstelling. Dat is goed want ook al draait het voor sommige mensen uit op een teleurstelling, een aantal nieuwe gedreven imkers hou je er altijd aan over. Heb je de voorbije winters last gehad van een hoge wintersterfte onder de bijen? Enkele jaren geleden hield ik na de winter van 800 bijenvolkeren er nog nauwelijks 200 over. De slechte winters volgden zich op zodat ik stilaan rekening begon te houden met een wintersterfte van 30 tot 40 procent. Dat geeft zo veel financiële onzekerheid dat ik een deeltijdse job in de zoo van Planckendael niet durf opgeven. Afgelopen winter bleven problemen uit en sneuvelde maar zes à zeven procent van mijn populatie. Wat kan de oorzaak zijn? De gewasbeschermingsmiddelen die in de landbouw gebruikt worden, zijn volgens mij niet de grote boosdoeners waarvoor sommigen ze houden. Als dat wel zo was, dan zou elke imker een even grote wintersterfte moeten ervaren. In realiteit zijn er imkers die ongewoon veel volkeren verliezen
terwijl een collega vlakbij geen problemen kan ervaren. Als de zogenaamde neonicotinoïden de oorzaak zouden zijn, waarom is bijensterfte dan ook een probleem in Oostenrijk? Daar worden geen bieten of maïs geteeld die behandeld worden met deze insecticiden. De soms verwenste monoculturen maïs zijn er al langer dan dat er sprake is van bijensterfte. Bovendien produceert maïs tenminste nog stuifmeel, graan niet. Nu toch niet meer, vroeger trof je in een graanveld nog korenbloem aan.
48
Als het de landbouw niet is, wat dan wel? De imkerij zou ik geen gebrek aan vakkennis durven aanwrijven. Hoe verklaar je dan dat er imkers zijn die al 30 jaar bijen houden en maar de laatste 10 jaar moeten vaststellen dat het niet meer lukt? Volgens mij is de varroamijt de hoofdoorzaak, in de wetenschap dat virussen en bacteriën sneller schade kunnen aanrichten bij bijen die verzwakt zijn door varroa. De ervaring leert me dat de wintersterfte toeslaat bij een volledige bijenstand – 30 tot 100 bijenkasten die in elkaars buurt staan – ofwel in niet één kast. Het risico voor de imker is navenant zodat veel collega’s er de voorbije jaren de brui aan gaven. Onze grootste ergernis is dat we nog altijd moeten gissen naar de exacte oorzaak. Waar vinden uw bijen stuifmeel? Bij voorkeur in koolzaadvelden in Wallonië omdat koolzaad mij de garantie geeft dat ik (veel) honing kan slingeren. Het gewas bloeit maar liefst vijf weken. De akkerbouwer op wiens perceel ik de kasten plaats, vergoedt mij niet voor de bestuiving van zijn gewas. Een grote honingproductie en het gemak van enkele tientallen bijenkasten bij elkaar te kunnen plaatsen, maken dat goed. Voor de eerste controles op zwermen zich aandienen, zouden alle individueel in de Limburgse fruitboomgaarden en aardbeienpercelen opgestelde bijenkasten verhuisd moeten zijn naar koolzaadpercelen. Door het vroege voorjaar ben ik daar dit jaar niet in geslaagd, met buitengewoon veel heen en weer gerij voor de kastcontroles tot gevolg. In het najaar komen de kolonies tot rust en hebben de bijen minder stuifmeel nodig. Overal gele mosterd als groenbedekker zaaien met het oog op een groter voedselaanbod voor bijen is in mijn ogen niet zo’n zinvolle maatregel. Als het over het stuifmeelaanbod gaat, is het vooral jammer dat er te veel goede voedselbronnen voor bijen sneuvelen onder het mom dat ze uitheems zijn. Tamme kastanje, acacia en balsemien zijn enorm waardevol voor bijen, maar zijn als exoot gedoemd om gekapt te worden. Reageren mensen positief op de aanwezigheid van bijenkasten? Lang niet altijd. Ik probeer de bijenkasten verborgen op te stellen, anders is er altijd wel een buurtbewoner die protesteert. En als het de buren niet zijn, dan Natuurpunt wel. In de jaren ‘80 had ik wel 150 bijenkasten staan op de heide in Zonhoven, gekend als de Teut, maar de ‘groenen’ hebben me daar weggejaagd. Een ‘gekweekt product’ hoort volgens hen niet thuis in natuurgebied. Ze lopen ook niet hoog op met mijn honingbijen en vinden solitaire bijen waardevoller. Wat me nog meer frustreert, is het vandalisme dat ieder jaar opduikt. Als imker sta je machteloos tegenover onbekenden
49
die je bijenkasten stelen of omver duwen. Enkele jaren geleden werden in Brustem (Sint-Truiden) zelfs bijenkasten in brand gestoken. Wie doet zoiets, vraag ik me dan af. Emotioneel is dat erg zwaar en financieel ook: als de dieven vier kasten met honing stelen dan is mijn winst op de 30 bijenkasten die er staan weg. Via welke kanalen verkoop je de honing? Ieder jaar verkoop ik enkele duizenden kilo’s honing aan consumenten die hier in Aarschot honing komen kopen rechtstreeks bij de producent. Alle winkeliers in de wijde omtrek verkopen mijn honing en tot slot zijn er ook collega-imkers die bij mij aankopen wanneer de eigen honingproductie een jaar tegen slaat. In een grootwarenhuis ga je mijn honing niet vinden, hoewel ik de kans ooit had. Maar ik promoot mijn honing als streekproduct en dan hoort het in mijn ogen niet thuis in supermarkten in heel Vlaanderen. Bovendien stoort het me wanneer een tussenschakel 30 procent marge claimt voor het ‘voorrecht’ dat mijn honing in hun rekken ligt. Krijg je via thuisverkoop en kleinhandel een faire prijs voor de honing? Een bijenkolonie produceert tussen de 20 en 80 kilo honing. Gemiddeld kom ik uit op 50 kilo per kast. Ter vergelijking, mijn grootvader was tevreden wanneer hij 10 kilo honing uit een kast kon oogsten. Voor de honing die ik aan de deur verkoop, krijg ik een eerlijke prijs (4 euro voor een potje van 500 gram, nvdr.). Mijn verkoopprijs aan winkeltjes met streekproducten is lager maar erg nipt becijferd. Als 30 tot 40 procent van de bijen tijdens de winter het loodje legt, dan is dat voor mij een forse financiële aderlating. Door de hoge wintersterfte zou ik eigenlijk een nieuwe prijsberekening moeten uitvoeren, maar ik durf het prijsverschil met importhoning niet te hoog laten oplopen. De concurrentie uit het buitenland is groot. Spanje en Frankrijk zijn twee grote producenten, maar er is ook goedkope import uit Roemenië, Bulgarije en zelfs China. Toch lig ik daar niet wakker van. Wat me wel stoort, is de oneerlijke concurrentie door buitenlandse honing die als Belgische verkocht wordt. In elke sector heb je mensen die het niet serieus menen. In de imkerij zijn dat degenen die goedkoop honing importeren, of zelfs kopen in de Aldi, om er vervolgens hun eigen label op te kleven en de potjes met winst door te verkopen. Dat is oneerlijk tegenover de consument en tegenover collegaimkers. Kortom, het schaadt onze sector.
50
We vernamen al dat ook de bestuiving van landbouwgewassen inkomsten oplevert. Hoe gaat dat in zijn werk? De vergoeding die een tuinder mij verschuldigd is, varieert naargelang de honingproductie die een gewas oplevert en de gezondheidstoestand van de bijen wanneer ze voor hun voedsel enkele weken op één gewas aangewezen waren. Voor de bestuiving van een fruitboomgaard vraag ik enkele tientallen euro’s per kast. Na een viertal weken in een aardbeientunnel zijn mijn bijen op sterven na dood door de slechte leefomgeving, het monotone voedselaanbod en de bespuitingen die onder de kap uitgevoerd worden. Daarom staat daar een hogere vergoeding van 80 tot 90 euro tegenover. Tuinders (moeten) begrijpen dat ik mijn bijen niet voor een habbekrats kan laten verzwakken. Bestuiving door hommels die verkocht worden door een firma als Biobest beschouw ik overigens niet als concurrentie voor mijn bijen. Neem nu framboos, op een plantage zijn duizenden bijen nodig voor de bestuiving, niet enkele tientallen hommels. Een combinatie van beide is nog het mooist want bijen vliegen massaal uit bij mooi weer, terwijl hommels het werk kunnen doen als het weer tegenzit. Bron: eigen verslaggeving VILT http://www.vilt.be/herman-torfs-imker---imker-is-een-onderschatte-want-verschrikkelijk-zware-stiel
+++
Speciaal voor de bijenliefhebbers die tevens hondenliefhebber zijn (Bob … ?)
51
Gehaat gif niet de hoofdoorzaak van bijensterfte Het omstreden landbouwgif imidacloprid - een neonicotinoïde - heeft bij normaal gebruik een “verwaarloosbaar effect” op bijen. Het is dan ook “onwaarschijnlijk” dat het gif de enige oorzaak is voor de bijensterfte die in veel landen wordt waargenomen..
Dat is de uitkomst van een experiment met bijenkolonies dat de afgelopen drie jaar plaatsvond aan de Universiteit van Maryland. Entomoloog Galen Dively en zijn collega's voerden bijenkolonies bij met pollen dat was besmet met 5, 20 en 100 microgram imidacloprid per kilogram. In de landbouw is 2 tot 4 microgram gebruikelijk, schrijven de onderzoekers. Pas vanaf 20 microgram begonnen de kolonies meetbaar te verzwakken; bij 100 microgram was de wintersterfte verdubbeld, tot zo'n 40 procent van de besmette kolonies. “Iedereen wijst beschuldigend naar deze insecticiden”, aldus Dively. “Ons onderzoek zegt : het is niet de enige oorzaak. Het draagt bij, maar er is meer aan de hand.” Dat sluit aan bij de steeds sterkere consensus onder wetenschappers dat bijen last hebben van meer dan neonicotinoïden, zegt hoofddocent nieuwe risico's Jeroen van der Sluijs van de Universiteit Utrecht. “Ik zie bijensterfte als combinatie van drie elkaar versterkende oorzaken de 3 P's : pollengebrek, pesticiden en pathogenen als virussen en de varroamijt.”. Verbod Europa besloot in 2013 onder druk van de milieubeweging, het gebruik van imidacloprid in voor bijen gevoelige toepassingen te verbieden. “Maar deze studie onderstreept andermaal dat de toelating tot de Europese markt in orde was”, zegt de Wageningse bijenexpert Tjeerd Blacquière. “De twijfel kwam dan ook niet zozeer van wetenschappelijke als wel van publieke zijde.” Blacquière vreest dat de landbouw terug grijpt op oudere insecticiden, zoals pyrethroïden en carbamaten. “Daar hadden imkers vroeger veel meer problemen mee dan tegenwoordig met de huidige middelen.”
52
Van der Sluijs vindt het te vroeg om de neonicotinoïden helemaal vrij te pleiten. Zo is niet precies duidelijk aan hoeveel gif de bijen bloot stonden : behalve de giftige bijvoeding aten ze immers ook 'schone' pollen en nectar. “Buitengewoon interessant” noemt Van der Sluijs dat de experimenten lijken te bevestigen dat imidacloprid de bijen gevoeliger maakt voor besmetting met de varroamijt. “Franse bijenhouders meldden dit al eind jaren negentig op basis van hun eigen waarnemingen.'” Vliegjes en muggen Blacquière denkt bovendien dat het lange warme seizoen van vorig jaar een rol speelt. Parasieten als de varroamijt kunnen bij zachtere temperaturen meer broedcyclussen voltooien, zegt hij. “Ik durf de gok wel aan dat we dit jaar ook weer veel bijensterfte zullen zien, gezien de hoge varroabesmetting in de zomer en het zachte najaar.” Een half jaar geleden kwamen de neonicotinoïden om een andere reden in opspraak : ze zouden dood en verderf zaaien onder vliegjes en muggen die, anders dan bijen, niet goed in de gaten worden gehouden. Onderzoekers uit onder meer Nijmegen ontdekten destijds een afname van het aantal insectenetende vogels in gebieden waar veel neonicotinoïden worden gebruikt.
door Maarten Keulemans 19 maart 2015 http://www.volkskrant.nl/wetenschap/gehaat-gif-niet-de-hoofdoorzaak-vanbijensterfte~a3914148/
+++
53
54
H E T I V. C A P I T T E L. Welke Korven met Byen men koopen en verkiesen moet daer men profijt begeert af te trecken Wanneer men eenige stocken wil koopen / soo sal men sulks doen na de Winter /en besichtigen of sy veel Byen in hebben / of 't werk van 't Was wel in goede ordre staet / en ook beset is van de Byen / ende dat de Korf aen 't laegste gat / vol / zwaer / en wichtig zy. Ende soodanige sal men ten minsten ses uytkiesen / aengesien een Korf / ten zy men die om vermaek aenhout / weynig profyt aanbrengt / en so veel moeyten byna heeft om die waer te nemen / als twaalf Korven ; en dese ses Korven souden sich na de schoone jaren / en door goede en naerstige regeeringe / genoegsaem voortsetten. Boven al sal men toesien dat de Byen in de selven goet / wacker en naerstig zijn ; 't welk men door de volgende kenteekenen ondersoeken sal : Ter plaetsen daer gy eenige korven koopen wilt / sult gy waernemen of de Byen dicht op 't gat sitten / ende gestadig uyt en in komen / geladen met geele of ander gekoleurde materie op haer achterste beenkens ; en of 't gebeurde dat het quaet weder waer /en datse niet uyt en vlogen/ soo soude men die met de Hant konnen wikken ofte wegen / en ook besichtigen / als mede stijf in den bovensten ingank blasen / en hooren aen het rumoer of rasen / 1
waer in dat de meeste Byen waren / welk blasen ook wel kan geschieden in den avontstont / als de Byen altemael t'huys zijn. Als men nu de Byen in 'tlaetste van Maart of April gekocht heeft / sal men die ter plaetsen / daer veel Boomen groeyen / gelijk Appelen / Peeren / Kerssen /Krieken / Hagedoorn / en andere Hoven / daer welriekende Bloemen wassen / brengen / ofte omtrent de Boomgaerden en Hoven op 't Lant nedersetten. Ofte indien dat men die in May eerst kochte / soo sal men die brengen omtrent daer de Ackers vol Koolzaet / en andere bloeyende gewassen zijn ; want als dan halen sy veel in van Honing en Byen-broot / ook tot 't maken van jonge Byen. Als men nu siet dat de Korven beginnen vol te worden / ende de tijt gemaekt dat sy willen zwermen / 't welk dikwils geschiet in May , omtrent Pinkster / en in Junio , omtrent St. Jan , en ook daer na / soo sal men naerstig de tijt in acht nemen om profijten van de Byen te trecken. En op dat men weet welke Swermen de beste zijn / soo moet men hier op letten / dat de vroege Swermen / als daer weynig Honing valt / voor de beste gehouden werden / maer als 'er veel Honing valt / de middelste.
één of 2 millimeter van elkaar
55
H E T V. C A P I T T E L. Hoe men de Swermen vergaderen en regeeren sal. Indien men siet dat 'er eenige Koningen op 't swermen staen / so sal men vooreerst twee / drie / of meer Korven schoon maeken / en deselve met Venkel of Confilie de Greyn 2 wrijven / op dat alle spinnegeweb en vuyle stank weg genomen mochte werden : ook mach men een weynig Honing boven in de top van de Korf strijken / ende als men nu een Swerm ergens aen siet zwermen / soo sal men den Byekap met de Hantschoenen aentrecken / en soetelijk op een becken of yets anders klinken : want door dat middel sullen sy neder blijven / neem als dan een schoone Korf in de arm / en een houte breede Ponjaert of Vleugel in de hand / hout den Korf omtrent de Boom / Pael / of Muur / daer sy aen mochte gezwermt wesen / en strijkt de Byen alsoo soetelijk in de Korf / tot dat men siet datse niet meer op de plaetse vliegen daer men die geschept heeft / en dat is een teyken dat den Koning in de Korf is. Indien door het klinken op het becken de Swerm niet neder wilde blijven / als dan sal men een Besem in 't water steken / en het water om hoog in de Lucht werpen ; andere nemen alleen drooge Aerde of Zant / en hier door doet men de Swermen neder komen / en sitten blijven. Om de geschepten Zwerm die meer dan 2
een Koning heeft / te scheppen / moet men na de Koningen soeken/ en als men die heeft / soo verdeelt men de Byen / en sulks geschiet des avonts na der Sonnen ondergank / de Byen te gelijk op der aerde nederstortende. Of het geschiede / dat een Swerm in een hoek of gat van een muur gevloogen waer / daer men met geen Vleugel of yets anders mochte by komen / soo soude men die met een Korf moeten besetten / ofte die Swerm met eenige rook daer van daen drijven / dat hy dan buyten bloot aen de muur quam / op dat men die bequamelijk in de Korf strijken of scheppen mochte. Ende indien 't geviel / dat hy ergens aen een tak van een Boom zwermde / daer men niet wel by komen konde / als dan sal men met een lange haek den tak nederwaerts trecken / en de selve schudden / dat de Byen regt in de Korf / die men daer daer dichte by houden moet / vallen mogen / ofte men sal / indien het mogelijk is / de tak sonder schudden behendiglijk afsnijden / en alsoo met de Byen inde Korf leggen. Als men nu den Koning met sijn Heyrkracht aldus gevangen heeft / moet men die ten eersten niet regt over eynde setten / maer legt de Korf op een zijde met de top tegens de Sonne / en dan neemt men wat afgebrooken rijs / bladeren / en andere groente van gras / dat legt men op de Korf / om het steeken van de Son te beletten.
citroenkruid
56
H E T VI. C A P I T T E L. Hoe men de Korven daer de Byen uytgeswermt zijn, en met de Broet-Byen om gaen moet. Wanneer men bevint dat de eerste Swerm van de Korf gevlogen is / soo sal men de afgevlogen Korf met het open opwaerts keeren / en sien na groote Honingraten / om de Broet-Byen / die aldaer noch niet uytgekipt en zijn / met een scherp Mes het hooft af te snijden / ende eer men sulks begint / soo sal men de Byen / die in de Korf zijn / met rook van brandende Lont of Lijnwaet /
boven in de top van de Korf doen vertrecken / ende als men nu dese groote graden met BroetByen de hoofden afgesneden heeft sal men die wederom op sijn plaetse setten en wachten daer na seven of acht dagen / ofte langer / tot dat hy wederom zwermt / en sulks geschied / om dat de Broet-Byen anders geen profijten / als alleen broeyen / by en brengen.
Etienne Pacco heeft - zonder technische truukjes of software tools op geheel ambachtelijke wijze met ganzenveer en Oost-Indische inkt - het moeilijk leesbare gotische schrift van de Den naerstigen byenhouder omgezet naar hedendaagse “Franklin Gothic Book”-karakters. Waarvoor wij hem voor eeuwig dankbaarheid zijn verschuldigd. Op de volgende pagina vind je de volledige inhoudstafel ofte het “Register” van dit werk uit de 17de eeuw. Indien je ook geïnteresseerd bent in de overige hoofdstukken mag je de ambachtelijke vertaler persoonlijk contacteren.
57
wordt vervolgd (als er plaats genoeg is in het volgende boekje) Etienne Pacco
+++
58
Bijenwerk 2015 : maart - april Maart roert zijn staart Alhoewel maartse buien mogelijk zijn, is er toch al veel te doen rondom en in de bijen. Begin maart (ook al is het koud) kun je de bodems verschonen, door de broedkamer(s) even ter zijde te plaatsen op het omgekeerde dak. Een klaar staande reserve bodem werkt het snelste, maar even schoon krabben van de gebruikte bodem werkt ook goed. Laat de dekplank met rust! De bijen zullen de ingreep nauwelijks merken, als de dekplank gesloten blijft. Mocht je de volken ingewinterd hebben op twee broedkamers, dan is de kans groot (6 op de 10) dat de onderste broedkamer begin maart nagenoeg verlaten is. Door de 2 broedkamers van achteren enkele centimeters van elkaar te halen (te kiepen), is de bezetting van de onderste bak eenvoudig te horen en te zien. Indien deze niet bezet is, neem de onderste lege broedkamer dan in zijn geheel weg en plaats de bovenste kamer op de schone bodemplank. Bloeiende hazelaar
Wacht niet tot het midden van maart met deze klus, want het bijenvolk kan in de loop van maart de onderste bak bij een opkomende wilgendracht al in gebruik nemen voor de opslag van verse nectar en stuifmeel. Tegen de tijd dat de wilg begint te bloeien, is het zaak om de volken, die de bovenste broedkamer redelijk bezetten (bijvoorbeeld 8 ramen of meer) zo nodig een tweede broedkamer met kunstraat terug te geven. De bak wordt sneller in gebruik genomen als je 2 of 3 reeds uitgebouwde, niet bebroede, schone ramen in het midden plaatst. Broedkamer boven of onder het broednest toevoegen? Om het volk niet te veel te stressen, kan de tweede broedkamer onder de eerste geplaatst worden. De warmte in de bovenste broedkamer blijft
59
behouden en de bijen nemen de tweede en onderste broedkamer pas in gebruik, zodra de volksgroei dit nodig maakt. Er zijn ook vele imkers, die bij voorkeur de tweede broedkamer op de eerste broedkamer plaatsen. De bijen zullen dan de nieuwe bak eerder innemen en eerder de kunstraten uit bouwen. Op de site http://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php/Ruimte_geven#cite_note-2 (Imkerpedia) worden de voor- en nadelen van beide opties nog eens toegelicht onder het item “ruimte geven” ).
De eerste voorjaarscontrole: voorzichtigheid geboden! Soms laat een mooie dag laat in maart of begin april bij temperaturen van boven de 16° het toe een vluchtige inspectie van de volken uit te voeren. Laat het vooral bij een vluchtige inspectie, afkoeling is schadelijk voor het broed. Gebruik twee theedoeken om de toplatten mee af te dekken. Neem van één kant de buitenste ramen uit tot het eerste raam met vlak gesloten werksterbroed vanaf de zijkant zichtbaar is in de kast. Dan weet je genoeg: de moer is goed aan de leg, ze is dus moergoed. De controle is klaar, want met het uitnemen van de buitenste ramen is ook gelijk de voedselvoorraad vastgesteld. Op het tinternet vind je op http://youtu.be/yod6FEEJty8 een filmpje van een korte voorjaarsinspectie. Als er geen broed te vinden is of enkel bultbroed wordt aangetroffen (darrenbroed in werkstercellen), moet het volkje nadat de darrenbroedige moer verwijderd is, verenigd worden met een ander (buur)volk. De volken kunnen op elkaar geplaatst worden of bij zwakkere volken samen in één broedkamer geplaatst worden. De bekende krant kan in maart en april achterwege gelaten worden. Het bultbroed in de werkstercellen verdwijnt vanzelf weer.
April doet wat het wil In april barst de groei van de natuur en daardoor ook de groei van de volken echt los. Iedere beginnende imker wordt overvallen door de plotselinge bouw- en haaldrift van zijn volken. Per ongeluk open gelaten ruimten in kasten of leeg onder geplaatste bakken worden kunstzinnig door de bijen voorzien van natuurbouw. Meestal niet in de richting die wenselijk is voor een ordentelijke imker. Zorg er dus voor dat de maartse werkzaamheden tijdig zijn uitgevoerd.
60
Mannelijke wilgenkatjes
Wilde kersenbloesem
Vervang begin april, zodra het volk tenminste 7 à 8 ramen bezet, de sluitblokken door kunstraat en plaats op positie 2 of 9 in de bovenste broedkamer het bouwraam, dat moet dienen als varroamijten val. Het bouwraam is niets anders dan een leeg broedkamerraam met aan de onderkant van de toplat een zeer smal (0,5 cm is voldoende) strookje kunstraat of een driehoekig latje. Bij het ontluiken van de eerste kersenbloesem dient ook de eerste honingkamer geplaatst worden. Het liefst met uitgebouwde raten boven het moerrooster op de bovenste broedkamer. Plaats deze bak tijdig, te vroeg kan niet, te laat wel! Mocht er te weinig uitgebouwde raat voorhanden zijn, plaats deze dan in het midden met aan weerskanten de ramen met kunstraat. Mocht je helemaal geen uitgebouwde ramen hebben, plaats dan de honingbak met kunstraat, echter de eerste week nog zonder moerrooster. Zodra de bijen zichtbaar in de honingbak aan het werk zijn (bij een sterk volk en bij mooi weer al na enige dagen) kan het moerrooster alsnog geplaatst worden. Mocht een volk zwak de winter uitkomen, dan kunt u dit volk verenigen met een buurvolk. De krant kan achterwege blijven. De sterkste moer blijft over. Je kunt ook de broedkamer met het zwakke volk boven op de broedkamer van een buurvolk (voorzien van een moerrooster) plaatsen. Na 4 weken is het zwakke volk hersteld en kunnen beide volken weer gescheiden worden. Uit Imkernieuws 23 februari 2015 http://www.bijenhouders.nl/bijenwerk/wat-te-doen-in-welke-periode/bijenwerk-2015februari-maart#maart
+++
61
LEDENLIJST 2015 90 TOEGETREDEN LEDEN +++
62