VERSLAG MAANDAG VIERENTWINTIG JUNI TWEEDUIZEND DERTIEN. Aanwezig : Geert Daems: burgemeester-voorzitter; Elien Bergmans, Rist Heylen, Hilde Van Looy, Joost Verhaegen: schepenen; Anja Leflot: OCMW voorzitter / schepen Rigo Huyskens, Jos Voet, Gust Van Den Bruel (bijgestaan door Meurrens Mark, vertrouwenspersoon overeenkomstig art.18 Gemeentedecreet), Gunther Vleugels, Stef Mattheus, Elias De Wever, Saskia Luyten, Kurt Albert, Jean-Paul Thys, Sofie Van Lommel, Geert Vermunicht, Luc Van den Vonder, Bart Ceulemans, Kurt Winkelmans, Frank Ponsaert: raadsleden; Rob Goris: secretaris. Verontschuldigd: Nancy Anthone: raadslid. De vergadering wordt geopend om 20.30 uur. OPENBARE ZITTING A 1. KENNISNAME: Financiën: PV thesaurietoestand 31.03.2013. De gemeenteraad, Neemt kennis van de thesaurietoestand van de gemeente Hulshout op datum van 31.03.2013, met volgend resultaat: Rekeninguittreksels Thesaurie Verschil Kas 7.583,72 -7.583,72 Post zichtrekening 8.039,50 8.039,50 0,00 Post spaarrekening 1.272.143,73 1.272.143,73 0,00 Belfius zichtrek. gewoon -26 267.115,45 267.115,45 0,00 Belfius zichtrek. toelagen -28 24.720,25 24.720,25 0,00 Belfius treasuryrek. 500.571,85 500.571,85 0,00 ING - Fortis - KBC 227.262,27 227.262,27 0,00 Argenta (internetrek.) 236.057,00 236.057,00 0,00 Effectendossiers 3.801.813,64 3.801.813,64 0,00 TOTAAL 6.337.723,69 6.345.307,41 -7.583,72 A 2. BESLISSING: Financiën: Wijziging exploitatiebudget nr.1 en investeringsbudget nr. 5 - dienstjaar 2013. De gemeenteraad, Gelet op de procedures, van toepassing op begrotingen en begrotingswijzigingen, vastgelegd in het ARG van 10.02.1945, artikels 30-35 en KB van 02.08.1990, art. 15; Gelet op het Koninklijk Besluit van 02.08.1990, houdende invoering van de nieuw gemeentelijke boekhouding met ingang van 01.01.1995; Gelet op de instructies voor het opstellen van de budgetten en meerjarenplannen voor 2013 ten behoeve van de gemeenten van het Vlaams Gewest, omzendbrief BB-2012/1 d.d. 20 juli 2012; Gelet op het gemeentedecreet van 15.07.2005 en meer bijzonder de artikels 252 – 260 betreffende het bestuurlijk toezicht en het algemeen bestuurlijk toezicht; Overwegende dat het administratief toezichtdecreet van 28 april 1993 van toepassing blijft op de begrotingen, begrotingswijzigingen en het meerjarig financieel beleidsplan van de gemeenten; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en errata; Gelet op het advies van het MAT. BESLUIT: Artikel 1: De wijziging van het exploitatiebudget nr. 1 - dienstjaar 2013, wordt met 13 ja-stemmen (Geert Daems, Elien Bergmans, Rist Heylen, Hilde Van Looy, Joost Verhaegen, Rigo Huyskens, Jos Voet, Gunther Vleugels, Elias De Wever, Saskia Luyten, Geert Vermunicht, Luc Van den Vonder, Frank Ponsaert) tegen 0 neen-stemmen bij 7 onthoudingen (Gust Van Den Bruel , Stef Mattheus, Kurt Albert, Jean-Paul Thys, Sofie Van Lommel, Bart Ceulemans, Kurt Winkelmans) - vastgesteld als volgt:
Alg. resultaat budgetrekening 2011 Resultaat budgetrekening 2012 (geraamd/definitief) Alg.resultaat budgetrekening 2012 (geraamd/definitief) Budgetwijziging 2013 Ontvangsten van het eigen dienstjaar Uitgaven van het eigen dienstjaar Ontvangsten vorige dienstjaren Uitgaven vorige dienstjaren Ontvangsten overboekingen Uitgaven overboekingen Geraamd resultaat van de budget 2013
Volgens het oorspronkelijke budget of de vorige wijziging 2.267.213,41
Verhoging +
Verlaging -
Na de voorgestelde Wijziging 2.267.213,41
2.265.735,97-
1.191.807,53
0,00
1.477,44
0,00
0,00
1.073.928,441.193.284,97
10.645.012,32
11.116,55
7.271,55
10.648.857,32
10.631.075,28
127.203,00
17.813,00
10.740.465,28
0 0,00 0,00 0,00 0,00 13.937,04
0,00 0,00
0,00 0,00
0,00 0,00
0,00 1.000.000,00 1.116.086,45-
0,00 0,00 10.541,45
0,00 1.000.000,00 1.091.607,96-
Geraamd algemeen resultaat van het budget 2013
101.677,01
Artikel 2: De wijziging van het investeringsbudget nr. 5 - dienstjaar 2013 wordt met 13 ja-stemmen (Geert Daems, Elien Bergmans, Rist Heylen, Hilde Van Looy, Joost Verhaegen, Rigo Huyskens, Jos Voet, Gunther Vleugels, Elias De Wever, Saskia Luyten, Geert Vermunicht, Luc Van den Vonder, Frank Ponsaert), tegen 0 neen-stemmen bij 7 onthoudingen (Gust Van Den Bruel , Stef Mattheus, Kurt Albert, Jean-Paul Thys, Sofie Van Lommel, Bart Ceulemans, Kurt Winkelmans) - vastgesteld als volgt : Volgens het Verhoging Verlaging Na de oorspronkelijke + voorgestelde budget of de Wijziging vorige wijziging Alg. resultaat budgetrekening 2011 Resultaat budgetrekening 2012 (geraamd/definitief)
3.105.052,92-
3.105.052,92-
3.294.088,18
0,00
3.366.249,01
72.160,83-
Alg. resultaat budgetrekening 2012(geraamd/definitief)
189.035,26
0,00
0,00
3.177.213,75-
3.992.500,00
2.650.000,00
0,00
6.642.500,00
3.707.595,45
338.635,41
0,00
4.046.230,86
0,00 370.000,00
0,00 20.000,00
0,00 0,00
0,00 390.000,00
0,00 0,00
1.000.000,00 0,00
0,00 0,00
1.000.000,00 0,00
85.095,45-
3.291.364,59
0,00
3.206.269,14
Budgetwijziging 2013 Ontvangsten van het eigen dienstjaar Uitgaven van het eigen dienstjaar Ontvangsten vorige dienstjaren Uitgaven vorige dienstjaren Ontvangsten overboekingen Uitgaven overboekingen Geraamd resultaat budget 2013
van
de
Geraamd algemeen resultaat van het budget 2013
29.055,39
Artikel 3: Deze beslissing zal, met de budgetwijzigingen 1 en 5, overeenkomstig art. 7 van het decreet van 28.04.1993 en errata en het decreet van 22.02.1995 en errata, houdende regeling van het algemeen toezicht op de gemeenten, aan de Vlaamse Regering en de Bestendige Deputatie worden overgemaakt. A 3. BESLISSING: Gemeenteraad: Deontologische code mandatarissen. De gemeenteraad, Gelet op artikel 41 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en errata, Belgisch Staatsblad 31 augustus 2005, bepalend dat de gemeenteraad een deontologische code aanneemt; Overwegende dat de deontologische code voor mandatarissen het geheel omvat van beginselen, gedragsregels, richtlijnen en principes, die de lokale mandatarissen tot leidraad dienen bij de uitoefening van hun mandaat en bij dienstverlenende activiteiten ten behoeve van de bevolking; Overwegende dat onder lokale mandatarissen dient te worden verstaan: • de burgemeester • de schepenen • de gemeenteraadsleden • OCMW voorzitter • de leden van het Vast Bureau • OCMW-raadsleden Overwegende dat de mandatarissen bij de uitoefening van hun mandaat en bij hun dienstverlenende activiteiten de deontologische code in acht zullen nemen ten behoeve van de bevolking; Overwegende dat de richtlijnen geenszins bedoeld zijn om de samenspraak tussen burger en mandataris te bemoeilijken of te bezwaren, maar integendeel ertoe strekken de dialoog te bevorderen door middel van deontologische afspraken en spelregels die duidelijkheid willen scheppen omtrent datgene wat de burger op legitieme wijze kan en mag verwachten van een lokale politieke mandataris; Overwegende dat de "deontologische code voor lokale mandatarissen" een ethisch deontologisch referentiekader vormt voor het optreden van de lokale mandatarissen en bovendien een substantiële bijdrage levert aan de versterking van de burgerzin, en dit door het verbieden van ongeoorloofde tussenkomsten en uiteenlopende vormen van voorspraak en favoritisme; Overwegende dat de code een instrument tot controle en sanctionering vormt voor lokale mandatarissen en tevens een middel is ter versteviging van de onafhankelijkheid van de lokale mandataris; Overwegende dat artikel 56 vermeldt dat het college van burgemeester en schepenen een deontologische code aanneemt, die minstens de deontologische code zoals aangenomen door de gemeenteraad omvat; Overwegende dat onder deontologie kan worden verstaan “het geheel van gedragsregels m.b.t. een bepaald beroep”; Overwegende dat tot stemming kan worden overgegaan. Ter zitting vraagt raadslid Ponsaert om de uitgesproken verduidelijking vanwege de secretaris op te nemen in het verslag in verband met hoofdstuk 3. Algemene plichten, doelstellingen en uitgangspunten, paragraaf 7 Nevenfunctie: “met nevenfuncties worden alle functies bedoeld die naast het ambt als mandataris worden opgenomen, dus ook de hoofdberoepsactiviteit”. De raad stemt hier unaniem mee in. BESLUIT: unaniem Artikel 1: Bovenstaande motivering integraal herhalend en overnemend beslist de gemeenteraad volgende deontologische code mandatarissen goed te keuren: DEONTOLOGISCHE CODE MANDATARISSEN GEMEENTE EN OCMW HULSHOUT Het gemeentedecreet van 15 juli 2007 (artikel 41 en 56) en het OCMW-decreet van 19 december 2008 (artikel 50 en 64), verplichten alle openbare besturen om een deontologische code voor haar mandatarissen op te maken. Inleiding De gemeente- en OCMW-raadsleden zijn zich bewust van hun belangrijke maatschappelijke rol. Luisterbereidheid, aanspreekbaarheid en dienstbaarheid van politici via rechtstreeks contact met de bevolking worden als waardevol en noodzakelijk beschouwd in een moderne democratie, inzonderheid naar zwakkeren toe. Het is essentieel dat de lokale mandataris gemakkelijk bereikbaar en vlot aanspreekbaar is. Hij moet weten welke de vragen en problemen, de noden en behoeften zijn, die leven in de lokale gemeenschap. Het rechtstreekse contact van politici met de plaatselijke bevolking wordt als waardevol en noodzakelijk beschouwd. Het is belangrijk dat politieke mandatarissen voor de bevolking bereikbaar en aanspreekbaar zijn. Misbruiken inzake politieke tussenkomsten dienen evenwel bestreden te worden. De doelstelling van goed bestuur houdt ook in dat geen tussenkomsten worden verricht die de goede werking van de overheidsadministraties in het gedrang brengen. Vandaar het belang van een goede regeling, zoals beoogd door voorliggende ‘deontologische code voor lokale mandatarissen’, hierna de code genoemd.
1. Definities en toepassingsgebied Onderhavige deontologische code verbindt de mandatarissen ertoe de beginselen, gedragsregels en gebruiken van de code in acht te zullen nemen bij de uitoefening van hun mandaat en bij hun dienstverlenende activiteiten. Deze code beoogt in hoofdzaak twee doelstellingen: - Enerzijds moeten gemeente- en OCMW-raadsleden de bevolking correct informeren en juist doorverwijzen naar de geëigende ambtelijke dienst. Dit heeft als doel dat de burger in zijn rol van klant van de overheidsadministratie zelf sterker wordt en dat de ambtelijke diensten hun rol van dienstverlener ten volle kunnen spelen; - Anderzijds moeten gemeente- en OCMW-raadsleden streven naar structurele oplossingen voor de problemen die ze bij hun contacten met de bevolking vaststellen zodat de behoefte aan politieke tussenkomsten stelselmatig wordt teruggedrongen. De correcte naleving van de deontologische code kan ertoe bijdragen dat ook de deontologie bij de bevolking wordt versterkt en dat vragen naar onoorbare tussenkomsten niet langer worden gesteld. Dergelijke dienstverlening of onoorbare vragen mogen zich uiteraard niet verplaatsen naar de personeelsleden of naar de lokale uitvoerende organen. De code vormt een leidraad bij de uitoefening van de functie van mandataris en bij het verlenen van diensten ten behoeve van de bevolking. Onder ‘lokale mandatarissen’ moeten worden begrepen: - de burgemeester; - de OCMW-voorzitter; - de schepenen; - de leden van het vast bureau; - de gemeenteraadsleden; - de OCMW-raadsleden. De toepassing van de code mag echter geen afbreuk doen aan de noodzakelijke administratieve contacten die nodig zijn om hun taak van voorbereiding van beleidsdossiers waar te maken. De in de onderhavige code gehanteerde begrippen ‘burger’ en ‘bevolking’ moeten aldus begrepen worden dat zij ook slaan op groepen, verenigingen, bedrijven en andere organisaties of entiteiten die particuliere belangen nastreven of behartigen. 2. Kernbegrippen - Dienstbaarheid: het handelen van een mandataris is altijd en volledig gericht op het belang van de gemeente en op de organisaties en burgers die daar onderdeel van uit maken. - Functionaliteit: het handelen van een mandataris heeft een herkenbaar verband met de functie die hij vervult in het bestuur. - Onafhankelijkheid: het handelen van een mandataris is transparant, opdat optimale verantwoording mogelijk is en de controlerende organen volledig inzicht hebben in het handelen van de mandataris en zijn beweegredenen daarbij. - Betrouwbaarheid: op een mandataris moet men kunnen rekenen. Hij/zij houdt zich aan de afspraken. Kennis en informatie waarover hij/zij uit hoofde van zijn/haar functie beschikt, went hij/zij aan voor het doel waarvoor die zijn gegeven. - Zorgvuldigheid: het handelen van een bestuurder is zodanig dat alle organisaties en burgers op gelijke wijze en met respect worden bejegend en dat belangen van partijen op correcte wijze worden afgewogen. 3. Algemene plichten, doelstellingen en uitgangspunten 1. Onkreukbaarheid Mandatarissen zijn onkreukbaar. Zij zijn niet uit op enig persoonlijk gewin. Zij weigeren elke materiële of geldelijke tegenprestaties voor hun dienstbetoon en zij vragen er niet om. Fraude en corruptie kunnen grote schade toebrengen aan het bestuur, aan haar financiële belang, aan het imago van de gemeente en/of het OCMW en aan de democratie. Mandatarissen bestrijden fraude en corruptie dan ook met alle mogelijke middelen. Ze zijn alert als er mogelijkheden voor fraude en corruptie ontstaan en ze geven vermoedens of constateringen van fraude en corruptie onmiddellijk door aan de secretaris. Als een mandataris, al dan niet via een tussenpersoon, een persoonlijke betrokkenheid of privé-belang heeft bij een bepaald dossier, stelt hij of zij de burgemeester of de OCMW-voorzitter daarvan op de hoogte en bemoeit zich niet met de behandeling van dat dossier. Mandatarissen onthouden zich bij hun contacten met elkaar, met burgers of ambtenaren, van ongewenst seksueel gedrag. 2. Tussenkomsten Tussenkomsten bij gerechtelijke en politiële instanties om besluitvorming te beïnvloeden, bijvoorbeeld om een proces-verbaal te laten seponeren, zijn verboden. 3. Gebruik van voorzieningen van de gemeente en/of het OCMW Het gebruik van eigendommen of voorzieningen van de gemeente of het OCMW voor privédoeleinden is niet toegestaan. 4. Communicatie Het is raadzaam om te beschikken over een e-mail adres op eigen naam ten einde de nodige discretie te behouden over door te mailen informatie (vb. notulen schepencollege, dagorde OCMW-raad…). 5. Verplaatsingsvergoeding De mandatarissen declareren geen kosten die al op andere wijzen werden vergoed. Mandatarissen die onze gemeente of ons OCMW vertegenwoordigen in andere maatschappijen, kunnen geen aanspraak maken op een verplaatsingsvergoeding van het gemeentebestuur of het OCMW, wanneer zij aanspraak kunnen maken op een verplaatsingvergoeding van de maatschappij waarvoor zij als vertegenwoordiger van de gemeente of het OCMW door de gemeente- of OCMW-raad werden afgevaardigd.
6. Belangenverstrengeling en aanbesteding De mandataris die familiebetrekkingen heeft met een aanbieder van diensten aan de gemeente of het OCMW, onthoudt zich van deelname aan de besluitvorming over de betreffende opdracht. Een mandataris neemt van een aanbieder van werken, leveringen of diensten aan de gemeente of het OCMW geen faciliteiten of diensten aan die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kan beïnvloeden. Bij hun optreden in en buiten het gemeente- en OCMW-bestuur en in hun contacten met individuen, groepen, instellingen en bedrijven geven de gemeente- en OCMW-raadsleden voorrang aan het algemeen belang boven particuliere belangen en zij vermijden elke vorm van belangenvermenging. 7. Nevenfunctie De raadsleden moeten ervoor waken dat zij, buiten hun politieke activiteiten, geen dienstverlenende activiteiten ontplooien die de eer of waardigheid van het mandaat kunnen schaden. Met nevenfuncties worden alle functies bedoeld die naast het ambt als mandataris worden opgenomen, dus ook de hoofdberoepsactiviteit. Melding wordt gemaakt, aan de voorzitter van de gemeenteraad, door de mandataris van al zijn nevenfuncties waarbij hij tevens aangeeft of de functie wel of niet bezoldigd is. Kosten door een mandataris gemaakt in verband met een nevenfunctie uit hoofde van het ambt, worden vergoed door de instantie waar de nevenfunctie wordt uitgeoefend. 8. Aannemen van geschenken Geschenken en giften die een mandataris uit hoofde van zijn functie ontvangt, worden gemeld en geregistreerd en zijn eigendom van de gemeente of het OCMW. Geschenken en giften worden niet op het huisadres ontvangen. Indien dit toch gebeurt, wordt dit gemeld in het college of in het vast bureau waar een besluit over de bestemming van het geschenk wordt genomen. 9. Bedrijfsbezoeken/ Reizen naar het buitenland Volgende richtlijnen gelden bij bedrijfsbezoeken, op uitnodiging van de betrokken bedrijven, dit met het oog op mogelijke overeenkomsten met het gemeente en/of OCMW-bestuur inzake werken, leveringen en diensten: 1. lokale mandatarissen brengen enkel bezoeken aan bedrijven vanuit: de specifieke bevoegdheid van een uitvoerend ambt in een gemeentelijke orgaan of in de OCMW-raad. In dit geval wordt het bezoek voorafgaandelijk ter goedkeuring voorgelegd aan het schepencollege of aan het vast bureau; 2. in perioden voorafgaand aan de gunning van werken, leveringen en diensten zijn bezoeken aan de betrokken belanghebbende bedrijven verboden; 3. het is de lokale mandatarissen in het kader van hun mandaat verboden deel te nemen aan door bedrijven gefinancierde reizen of verblijven, welke ook de doelstelling of oogmerken van de reis of van het verblijf in kwestie zijn. Deze bepalingen zijn niet van toepassing op reizen en bedrijfsbezoeken die lokale mandatarissen doen uit hoofde van hun ambt met het oog op de economische, sociale en/of culturele promotie van de gemeente of het OCMW. De mandataris die het voornemen heeft een buitenlandse reis te maken, heeft toestemming nodig van het college of van het vast bureau. De gemeente- of de OCMW-raad wordt van het besluit op de hoogte gesteld. Hij verschaft informatie over het doel van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap en de geraamde kosten. Uitnodigingen voor reizen, werkbezoeken en dergelijke op kosten van derden worden altijd besproken in het college of in het vast bureau en onder meer getoetst op het risico van belangenverstrengeling. Het gemeentelijk belang van de reis of belang voor het OCMW is doorslaggevend voor de besluitvorming. Het besluit wordt genotuleerd. 10. Dienstverlening Elke vorm van rechtstreekse dienstverlening (informatiebemiddeling, doorverwijzing) gebeurt zonder enige materiële of geldelijke tegenprestatie en mag ook geen vorm van cliëntenwerving inhouden. Alle tussenkomsten (zowel schriftelijke als mondelinge) van mandatarissen bij magistraten, ambtenaren, diensthoofden, moeten in het dossier worden opgenomen. Zogenaamde ‘bespoedigingtussenkomsten’ om een procedure (dossier) te versnellen zijn niet toegestaan (zie punt 17). Alle vormen van schijndienstbetoon, waarbij lokale mandatarissen bewust maar onterecht de indruk wekken dat zij bij de goede afloop van een dossier daadwerkelijk tussenbeide gekomen zijn, (eventueel zonder dat de betrokken burger om een tussenkomst heeft gevraagd) zijn niet toegestaan. Wanneer een burger daar niet om heeft gevraagd, zal het raadslid hem niet aanschrijven om hem, in plaats van of naast de officiële kennisgeving, op de hoogte te brengen van de beslissing die genomen werd in een dossier. Alle vormen van ongevraagd dienstbetoon, waarbij raadsleden wel degelijk, daadwerkelijk optreden om de goede afloop van een dossier te waarborgen, zonder dat de betrokken burger daarom gevraagd heeft, zijn niet toegestaan. 11. Verbod van discriminatie en verplichting tot neutraliteit De mandatarissen moeten op dezelfde gewetensvolle manier ten dienste staan van alle burgers die op hun dienstverlening een beroep doen, zonder onderscheid van leeftijd, geslacht, ras, huidskleur, afstamming, sociale stand, taal, cultuur, seksuele geaardheid, opleiding, burgerlijke staat, inkomen, nationaliteit, filosofische, levensbeschouwelijke en/of religieuze overtuiging, partijvoorkeur of persoonlijke gevoelens jegens hen. 4. Specifieke bepalingen 1. Het gemeente- en OCMW-raadslid als informatiebemiddelaar Het behoort tot de taken van de gemeente en OCMW-raadsleden om informatie te ontvangen en te verstrekken, in het bijzonder over de diensten die instaan voor het verstrekken van inlichtingen en over de manier waarop de burger zelf informatie kan opvragen in het kader van de openbaarheid van bestuur.
De gemeente- en OCMW-raadsleden stellen informatie ter beschikking over de werking van de dienst die instaat voor het behandelen van klachten van de burger over het optreden van de overheid. De mandatarissen gaan zorgvuldig en correct om met informatie waarover zij uit hoofde van hun ambt beschikken. Ze verstrekken geen geheime informatie. Zij houden geen informatie achter tenzij deze geheim of vertrouwelijk is en het niet geven van informatie mogelijk is op grond van de wet op de openbaarheid van bestuur. Bepaalde informatie mag door de lokale mandatarissen niet worden verstrekt. Het betreft o.m.: - informatie waarop diegene die er om verzoekt geen recht heeft; - informatie die de goede werking van de administratie of het gerecht kan doorkruisen; - informatie die de privacy van anderen in het gedrang kan brengen; - andere informatie die overeenkomstig de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake de openbaarheid van bestuur niet mag worden meegedeeld. 2. Het gemeente- en OCMW-raadslid als vertrouwenspersoon Gemeente- en OCMW-raadsleden kunnen de rol vervullen van vertrouwenspersoon in het kader van hun algemene luisterbereidheid. Zij nemen daarbij de nodige discretie in acht. 3. Het gemeente- en OCMW-raadslid als doorverwijzer De gemeente en OCMW-raadsleden proberen, waar mogelijk, de vraagstellers door te verwijzen naar de bevoegde administratieve diensten, naar de communicatieambtenaar of naar particuliere en overheidsdiensten die professioneel gespecialiseerd zijn in het oplossen van de opgeworpen problemen. Waar het gaat om de behandeling van klachten en/of conflicten, worden de belanghebbenden in eerste instantie doorverwezen naar de bevoegde klachtendienst. 4. Het gemeente- en OCMW-raadslid als administratieve begeleider en ondersteuner De gemeente- en OCMW-raadsleden kunnen de burgers ondersteunen en begeleiden in hun relatie met de administratie of met betrokken instanties. Zij kunnen de burgers helpen om, via de daartoe geëigende kanalen en procedures: - een aanvraag te richten tot de overheid; - informatie te verkrijgen over de stand van zaken van een dossier; - verdere uitleg en verantwoording te vragen over een dossier; - voorafgaande vragen te stellen over de administratieve behandeling van dossiers. Bij de begeleiding en ondersteuning van de burgers respecteren de lokale mandatarissen de onafhankelijkheid van de diensten en van de ambtenaren, de objectiviteit van de procedures en de termijnen die als redelijk moeten worden beschouwd voor de afhandeling van soortgelijke dossiers. De briefwisseling met de overheid, gevoerd in het kader van de administratieve begeleiding en ondersteuning, wordt uitsluitend op naam van de burger gevoerd. Er wordt op geen enkele wijze melding gemaakt van de begeleidende en ondersteunende rol van de lokale mandataris. 5. De lokale mandataris als bemiddelaar Als er voor een specifiek probleem geen enkele specifieke dienst bevoegd is, kunnen raadsleden optreden als rechtstreekse en zichtbare bemiddelaar. 6. Tussenkomsten Gemotiveerde tussenkomsten zijn toegelaten binnen het wettelijk kader. Deze kunnen onder meer bestaan in: - het vragen naar concrete toelichting bij de bestaande regelgeving of een genomen beslissing; - het vragen naar de stand van zaken van een dossier; - de verantwoording voor het niet beantwoorden van vragen door de burger gesteld; - het onder de aandacht brengen van specifieke elementen in het dossier (vb. de sociale context van betrokkene). De dossierbehandelende ambtenaren dienen alle tussenkomsten op te nemen in het desbetreffende administratieve dossier. Worden niet beschouwd als tussenkomsten die in het administratief dossier dienen te worden opgenomen: - louter informatieve vragen van algemene of technische aard; - vragen en/of tussenkomsten van uitvoerende mandatarissen in het kader van hun functionele en hiërarchische relaties ten aanzien van de behandelende ambtenaar of diensten. 7. Bespoedigingtussenkomsten Bespoedigingtussenkomsten zijn tussenkomsten, via dewelke lokale mandatarissen een administratieve procedure proberen te bespoedigen in gevallen of in dossiers, die zonder die tussenkomst, een regelmatige afloop of resultaat zouden krijgen, maar dan na verloop van een langere verwerkings- of behandelingstermijn. Dergelijke tussenkomsten, die een ongelijke behandeling van de betrokken burgers inhouden, zijn niet toegestaan. Het bespoedigen van het dossier van de ene houdt immers automatisch het vertragen van de behandeling van andere dossiers in, wat een vorm van favoritisme is. Worden niet beschouwd als bespoedigingtussenkomsten en zijn derhalve toegestaan: - vragen naar de redenen en oorzaken van de langdurige of laattijdige behandeling van een dossier; - het vestigen van de aandacht op of het meedelen, aan de behandelende ambtenaar of dienst, van bijzondere gegevens en relevante informatie die een versnelde behandeling van het dossier - gelet op de hoogdringendheid ervan - objectief rechtvaardigen; - vragen om toelichting bij de toepasselijke regelgeving; - vragen met betrekking tot de aan een genomen beslissing ten grondslag liggende elementen en motieven. 8. Begunstigingstussenkomsten Begunstigingstussenkomsten zijn tussenkomsten waarbij de lokale mandataris zijn voorspraak aanwendt teneinde de afloop of het resultaat van een zaak of van een dossier te beïnvloeden in de door de belanghebbende burger gewenste zin.
Begunstigingstussenkomsten waarbij de burgers een beroep doen op voorspraak van het raadslid zijn verboden. Tussenkomsten bij selectievoerende instanties, die tot doel hebben het verhogen van kansen op benoeming, aanstelling en bevordering bij het personeel, zijn niet toegestaan. Mandatarissen die om steun gevraagd worden door of voor kandidaten die een bepaalde functie of bevordering ambiëren, delen aan de kandidaten mee dat de benoeming of bevordering gebeurt op basis van de vastgelegde criteria en verwijzen de kandidaten naar de bevoegde dienst. De raadsleden mogen werkzoekenden op de hoogte stellen van werkaanbiedingen in de particuliere en de overheidssector. De raadsleden mogen op eigen initiatief personen aanbevelen bij werkgevers in de particuliere sector. Voor de ‘arbeidsbemiddelingsrol’ mogen de raadsleden geen enkele tegenprestatie, van welke aard ook beloven of leveren aan de betrokken werkgevers. Worden niet beschouwd als begunstigingstussenkomsten en zijn derhalve toegestaan: - het inwinnen en verstrekken van informatie en inlichtingen omtrent de modaliteiten, voorwaarden en organisatie van selectieprocedures, examens, geschiktheids- en bekwaamheidstesten en de procedures inzake benoemingen, aanstellingen en bevorderingen; - het informeren van belangstellenden met betrekking tot werkaanbiedingen en vacatures in de particuliere en in de overheidssector. 9. Onrechtmatige en onwettelijke voordelen Iedere bevoordeling of poging tot bevoordeling, waarbij een burger door toedoen, bemiddeling of voorspraak van een lokale mandataris een resultaat poogt te bereiken dat onrechtmatig of onwettig is, is verboden. Tussenkomsten van lokale mandatarissen met de bedoeling de toewijzing of de uitvoering van contractuele verbintenissen met de overheid te beïnvloeden, zijn verboden. 5. Bekendmaking dienstverlening Rechtstreeks of onrechtstreeks publiciteit geven aan de dienstverlenende activiteiten van gemeente- en OCMWraadsleden wordt beperkt tot het bekendmaken van een of meer contactadressen, met naam en mandaat van de gemeente- en OCMW-raadsleden en de spreekuren, het telefoon-, GSM- en faxnummer en het e-mailadres waarop zij het makkelijkst te bereiken zijn. Eventueel kan een foto van bescheiden afmetingen worden gepubliceerd. Deze regels gelden niet voor bladen van politieke partijen of eigen politieke publicaties. Publiciteit voor dienstverlening is niet toegestaan op lokale en regionale radiozenders en op televisiezenders. De gemeente- en OCMW-raadsleden maken in hun verkiezingscampagnes en mailings die gericht zijn op individuen, geen melding van de diensten die zij eventueel voor de betrokkenen hebben verricht. In geen geval mogen zij de indruk wekken dat ze om steun vragen in ruil voor bewezen diensten. 6. Naleving, controle en sanctionering De mandatarissen engageren zich om deze deontologische code na te leven. Voor de naleving van deze code is openbaarheid de enige structurele oplossing om ongeoorloofde tussenkomsten te verhinderen. De dossierbehandelende personeelsleden voegen elke tussenkomst (uitgaande van politieke mandatarissen en partijfunctionarissen op alle niveaus) toe aan het desbetreffende administratieve dossier. Er wordt een deontologisch comité opgericht, samengesteld uit een beperkt aantal leden aangeduid door de gemeente- en OCMW-raad. In dit comité zetelt iedere partij uit de gemeenteraad d.m.v. één persoon. Het comité waakt over de naleving van de deontologische code. Het deontologisch comité vergadert met gesloten deuren tenzij de betrokken lokale mandataris de openbaarheid van de vergadering van het comité vraagt. Wie een vermoedelijke of evidente inbreuk op deze gedragscode vaststelt, maakt hiervan melding bij de secretaris en dit binnen de vijftien dagen volgend op de interventie. Een kopie van de melding wordt onverwijld ter kennis gebracht van de betrokken mandataris. Anonieme klachten of meldingen zijn onontvankelijk. De secretaris legt de in vorig lid bedoelde meldingen voor aan het deontologisch comité binnen de dertig dagen na ontvangst. Het comité onderzoekt de gegrondheid van de melding. Daarbij moet het recht van verdediging van de betrokken mandataris worden gevrijwaard. Het deontologisch comité doet uitspraak binnen de dertig dagen na ontvangst van de melding. Als het comité een inbreuk op de deontologische code vaststelt, dan zal de voorzitter van het comité een blaam leggen op de betrokken mandataris. De uitspraak wordt meegedeeld aan de OCMW-raad en opgenomen in de notulen. Alle in dit artikel bepaalde termijnen worden verdubbeld tijdens de vakantieperiodes. Het comité kan tevens advies uitbrengen met betrekking tot de bepalingen van deze code. 7. Doorstroming naar het eigenlijke regelgevend werk In hun dienstverlening aan de bevolking worden de gemeente- en OCMW-raadsleden geconfronteerd met de individuele en collectieve problemen van de burgers. Om deze doorstroming van probleemoplossing van individuele gevallen naar het controlerend en reglementerend optreden te optimaliseren, is het wenselijk dat de fracties op geregelde tijdstippen een synthese maken van de aard van de meest voorkomende dienstverleningsproblemen waarmee zij worden geconfronteerd. 8. Algemene bepalingen In gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij de toepassing niet éénduidig is, vindt de bespreking plaats in de gemeente- of de OCMW-raad. De code is openbaar en door derden te raadplegen. De mandatarissen ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van de code. Deze code voor de mandatarissen treedt in werking voor de gemeenteraadsleden de dag na goedkeuring in de gemeenteraad en voor de OCMW-raadsleden de dag na goedkeuring in de OCMW-raad.
Indien nodig, zal de gemeente- en de OCMW-raad jaarlijks de code aanpassen met het oog op aanpassing en verbetering. Artikel 2: Deze beslissing zal, via lijst van behandelde punten, overeenkomstig TITEL VIII - Bestuurlijk toezicht en externe audit, Hoofdstuk I - Bestuurlijk toezicht, Afdeling 11 - Algemeen bestuurlijk toezicht, art. 252 par. 1, binnen 20 dagen na het nemen van dit besluit verzonden worden aan de provinciegouverneur. A 4. BESLISSING: Personeel: Aanduiding waarnemend gemeentesecretaris en financieel beheerder + vaststelling van de erkende vervangers van de waarnemende. De gemeenteraad, Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en errata; Gelet op artikel 81 § 1 van het GD bepalende dat de gemeenteraad de vervanging regelt van de decretale graden; Overwegende dat de gemeenteraad volgens artikel 81 §2 van het GD bij afwezigheid van de gemeentesecretaris en financieel beheerder een waarnemend gemeentesecretaris of een financieel beheerder kan aanstellen die onder eigen verantwoordelijkheid werkt; Overwegende dat bij een afwezigheid of verhindering van de gemeentesecretaris of de financieel beheerder die langer duurt dan 120 dagen of bij een vacature, de raad een waarnemer moet aanduiden; Gelet op de artikels 54 en 55 van het wijzigingsdecreet van 23 januari 2009, dat aan de gemeentesecretaris en de financieel beheerder de mogelijkheid biedt om gedurende de eerste drie dagen van een gewettigde afwezigheid eventueel zelf een vervanger aan te duiden voor maximum 60 dagen; Overwegende dat die maatregel voor eenzelfde afwezigheid eenmaal kan worden verlengd; Overwegende dat de gemeenteraad de erkende waarnemer dient aan te stellen; Overwegende dat de waarnemer alle bevoegdheden uitoefent die aan het ambt zijn verbonden; Overwegende dat de waarnemend secretaris en de waarnemend financieel beheerder moeten voldoen aan de voorwaarden voor de uitoefening van het ambt, met uitzondering van het doorlopen van de selectieprocedure; Gelet op deel 2 personeel punt 2.6 en 2.7 van de omzendbrief BB 2009/2 van 5 juni 2009, houdende de bepaling van de vervanging van de gemeentesecretaris en de financieel beheerder alsook van de voorwaarden waaraan de waarnemend gemeentesecretaris of een waarnemend financieel beheerder moeten voldoen; Gelet op bijlage 2 van de rechtspositieregeling, houdende de aanwervingvoorwaarden voor gemeentesecretaris en voor financieel beheerder n.l.: houder zijn van één van de diploma’s dat toegang geeft tot niveau A; 1. voor gemeentesecretaris: De gemeentesecretaris moet expertise hebben in materies als recht, bestuurskunde en overheidsmanagement. Hij/zij dient over 1 of meerdere attesten of getuigschriften beschikken waaruit blijkt dat minimaal 100 uren management werden gevolgd 2. voor financieel beheerder: De functie van ontvanger/financieel beheerder veronderstelt kennis en expertise in overheidsfinanciën en economisch beleid. Overwegende dat de specifieke bevorderingsvoorwaarden voor gemeentesecretaris en financieel beheer de volgende zijn: Algemeen: Titularis zijn van een graad van niveau A of niveau B; ten minste 10 jaar graadanciënniteit hebben in een graad van rang A of B of in beide niveaus samen; Gelet op de raadsbeslissing van 31 januari 2011, houdende de aanduiding van de plaatsvervangers van de gemeentesecretaris en financieel beheer; Gelet op artikel 20 van het besluit van de Vlaamse regering van 19 mei 2000 tot vaststelling van de voorwaarden waaraan de personen moeten voldoen om als ambtenaar van ruimtelijke ordening te kunnen aangesteld worden; Gelet op het feit dat dit artikel bepaalt dat het ambt van gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar onverenigbaar is met het ambt van secretaris of van ontvanger; Overwegende dat volgens artikel 82, van de algemene regel kan afgeweken worden als er bij de gemeente geen personeelslid is dat aan alle voorwaarden voldoet en dit voor de duur vermeld in artikel 83; Gelet op de beslissing van de gemeentesecretaris van 09 februari 2012, houdende de aanpassing van de functiebeschrijving van stafmedewerker en vermeldende dat de stafmedewerker de secretaris vervangt bij diens afwezigheid; Gelet op de functiebeschrijving van deskundige financiën vastgesteld in zitting van de gemeenteraad van 26 maart 2012, waarin vermeld staat dat de deskundige, de gemeenteontvanger (financieel beheerder), dient te vervangen bij diens afwezigheid; Overwegende dat een waarnemer van de gemeentesecretaris of financieel beheerder een toelage uitbetaald krijgt voor het uitoefenen van een hogere functie mits de periode van waarneming ten minste 30 kalenderdagen bedraagt; Gelet op de artikels 197 en 198 van de rechtspositieregeling houdende de toekenning van een toelage voor het waarnemen van een hogere functie; Gelet op het artikel 97 van hoofdstuk II. - De waarneming van een hogere functie en de artikels 143 en 144 van het hoofdstuk IV - Afdeling I -De toelage voor het waarnemen van een hogere functie; Overwegende dat deze hoofdstukken vermelden dat voormelde toelage, in tegenstelling tot de waarneming zelf, beperkt is tot de vast aangestelde statutaire personeelsleden;
Overwegende dat een contractueel personeelslid die een hogere functie waarneemt, aanspraak kan maken op het salaris dat hij zou genieten als betrokkene in de functie aangesteld zou zijn. BESLUIT: unaniem. Artikel 1: Ingevolge de wet van 29 juli 1991, inzake de motiveringsplicht, is het bestuur van oordeel dat volgende motieven aan de basis liggen van onderstaande beslissing: De aanstelling van een waarnemende en vervangers van de waarnemende voor de afwezigheid van de decretale graden is een noodzaak omwille van - de verzekering van de continuïteit van de openbare dienst; - de decretale graden bekleden een sleutelfunctie binnen de gemeente, daarom is het aanstellen van een waarnemend secretaris/financieel beheer en erkende vervangers van de secretaris/financieel beheerder aangewezen; - de waarnemers van secretaris: in de functiebeschrijving van de stafmedewerker staat vermeld dat deze de secretaris bij afwezigheid vervangt; de beleids/secretariaatsmedewerker draagt zorg voor het goede functionering van het secretariaat, het samenstellen en afwerken van de dossiers voor de wekelijkse schepencolleges en de maandelijkse gemeenteraden; - de waarnemers van de financieel beheerder: in de functiebeschrijving van de deskundige financiën werd opgenomen dat de deskundige de financieel beheerder vervangt bij diens afwezigheid, de deskundige fungeert tevens als adjunct van de ontvanger in de ondersteuning van diens taken m.b.t. het financieel management van de gemeente; de administratief medewerker financiën draagt zorg voor het goede beheer van de ontvangsten en uitgaven en staat de deskundige en de financieel beheerder bij in de uitoefening van hun taken; Artikel 2: De raad duidt Liesbeth Mariën, contractueel stafmedewerker bij ons bestuur aan als waarnemer van de gemeentesecretaris bij afwezigheid of verhindering ingaande vanaf heden. Artikel 3: De raad duidt Wendy Peetermans, statutair vast personeelslid aan als waarnemer van de financieel beheerder bij afwezigheid of verhindering van de financieel beheerder vanaf heden. Artikel 4: De raad erkent volgend personeelslid als vervanger van de “waarnemer” van de gemeentesecretaris: Tamara Van Hoof beleidsmedewerker/secretariaatsmedewerker. De raad erkent volgend personeelslid als vervanger van de “waarnemer” van de financieel beheerder: Sonja Devos, administratief medewerker financiën. Artikel 5: Het raadsbesluit van 31 januari 2011 over de aanduiding van de vervangers van de secretaris en financieel beheerder wordt m.i.v. heden opgeheven. Artikel 6: Deze beslissing zal, via de lijst van de behandelde punten, overeenkomstig titel VIII - Bestuurlijk toezicht en externe audit, hoofdstuk I – Bestuurlijk toezicht, afdeling II – algemeen bestuurlijk toezicht, artikel 252 paragraaf 1, binnen de 20 dagen na het nemen van dit besluit verzonden worden aan de provinciegouverneur. Ter zitting wordt door raadsllid Ponsaert voorgesteld om agendapunten “A5. BESLISSING: Personeel: Aanwijzing van een gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar - niveau A in statutair tijdelijk verband.” en “A 6. BESLISSING: Personeel: Delegatie handtekeningbevoegdheid en (mede)ondertekening van de secretaris en de financieel beheerder.” in gesloten zitting te behandelen. De raad stemt hier unaniem mee in. A 5. BESLISSING: Wonen: Wijziging lokaal toewijzingsreglement. De gemeenteraad, Gelet op artikel 57 van het Gemeentedecreet en artikel 135 van de Nieuwe Gemeentewet; Gelet op het Decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, in het bijzonder artikel 95, §1, 3de lid, waarin bepaald wordt dat bij de toewijzing van sociale huurwoningen rekening moet gehouden worden met de bijzondere doelstellingen van het Vlaamse Woonbeleid, zoals opgenomen in artikel 4,§ 2 van de Vlaamse Wooncode, en dat het toewijzingsreglement een lokale invulling kan geven aan de prioriteiten en toewijzingsregels die de Vlaamse regering vaststelt; Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 tot reglementering van het sociale huurstelsel ter uitvoering van titel VII van de Vlaamse Wooncode (kaderbesluit Sociale Huur), in het bijzonder artikel 26 tot en met 29, waarin bepaald wordt dat de gemeente, die rekening wil houden met de lokale binding van de kandidaat-huurders, met de woonbehoeftigheid van specifieke doelgroepen of met de verstoorde of bedreigde leefbaarheid in bepaalde wijken of complexen, daartoe specifieke toewijzingsregels kan opstellen; Gelet op de goedkeuring van de gemeenteraad d.d. 28 november 2011 van het lokaal toewijzingsreglement voor de doelgroep ouderen en lokale binding; Gelet op de goedkeuring van de minister van Wonen d.d. 24 februari 2012 van het lokaal toewijzingsreglement voor de doelgroep ouderen en lokale binding; Overwegende dat Zonnige Kempen een project van 6 bijkomende bejaardenwoningen wil realiseren in Ter Voort (Westmeerbeek); Overwegende dat bij elke wijziging van het lokaal toewijzingsreglement dit opnieuw ter goedkeuring moet worden voorgelegd aan de gemeenteraad en aan de minister van Wonen. BESLUIT: unaniem Artikel 1: Bovenstaande motivering integraal herhalend en overnemend beslist de gemeenteraad haar goedkeuring te verlenen aan het aangepaste lokaal toewijzingsreglement.
Artikel 2: Het aangepaste lokaal toewijzingsreglement wordt ter goedkeuring overgemaakt aan het departement RWO. Artikel 3: Deze beslissing zal, via lijst van behandelde punten, overeenkomstig TITEL VIII - Bestuurlijk toezicht en externe audit, Hoofdstuk I - Bestuurlijk toezicht, Afdeling 11 - Algemeen bestuurlijk toezicht, art. 252 par. 1, binnen 20 dagen na het nemen van dit besluit verzonden worden aan de provinciegouverneur. A 6. BESLISSING: Patrimonium: Aankoop gronden voor verdere uitbouw Zorg- en Dienstencentrum Ter Nethe - Principebeslissing. De gemeenteraad, Gelet op het gemeentedecreet; Gelet op de beleidsnota 2013, beleidsdoelstelling nr. 001 (goed georganiseerde gemeente), operationele doelstelling nr. 001.001 (gebouwen en terreinen), actieplan nr. 001.001.003 (de gemeente investeert in nieuwe gebouwen), actie nr. 001.001.003.002 (de gemeente realiseert een diensten- en zorgcampus); Overwegende dat de gemeente als zorgzame gemeente in samenwerking met het OCMW wil tegemoet komen aan de stijgende zorgvraag van ouderen, gehandicapten en kinderen; Overwegende dat een verdere uitbouw van de campus rondom het woonzorgcentrum Ter Nethe in samenwerking met het OCMW nodig is om te kunnen voldoen aan de steeds stijgende zorgvraag; Overwegende dat de huidige site Ter Nethe te klein is voor een verdere uitbouw met eventueel serviceflats, andersvalidenvoorzieningen,…; Overwegende dat de achterliggende gronden gelegen zijn volgens het gewestplan Herentals-Mol in gebied voor gemeenschapsvoorziening en openbare nutsvoorzieningen; Overwegende dat de percelen, kadastraal gekend onder Hulshout, afdeling I, sectie D, nummers 167/F, 169/C, 169/D, 170 en 182/B dienen aangekocht te worden van de huidige eigenaars om de verdere uitbouw van het Zorg- en Dienstencentrum te kunnen realiseren; Overwegende dat de huidige eigenaars van de gronden in kennis zijn gesteld van de plannen van de gemeente en het OCMW om de huidige site Ter Nethe verder uit te bouwen tot een Zorg- en dienstencentrum; Gelet op het schattingsverslag Sv 16/2013, bij ons bestuur toegekomen op 28 mei 2013 en opgemaakt door Gistelynck Veronique, eerstaanwezend inspecteur a.i. bij het tweede kantoor der registratie te Herentals met een waarde van €12,00/m² voor de hierboven vermelde percelen; Overwegende dat de gemeente tot een onteigening van algemeen nut van de gronden zal overgaan indien de eigenaars niet tot vrijwillige verkoop zouden overgaan; Overwegende dat het hier dus in principe gaat over een verkoop onder dwang waardoor de eigenaars recht hebben op alle vergoedingen die normaliter bij onteigening dienen te worden uitgekeerd; Overwegende dat de eigenaars in principe recht hebben op een vergoeding voor wederbelegging; Overwegende dat de gronden, die de gemeente wenst aan te kopen, deel uitmaken van het landbouwbedrijf met zetel Vaartdijkstraat 26 te 2235 Hulshout; Overwegende dat het in casu gaat over een aaneengesloten blok landbouwgrond dat rechtstreeks paalt aan de exploitatiezetel zonder te worden doorsneden door een derde eigendom; Overwegende dat de gronden in familiale eigendom zijn; Overwegende dat het landbouwbedrijf momenteel over ongeveer 61.766m² beschikt voor het uitoefenen van z’n activiteiten; Overwegende dat het aandeel dat in de onteigening valt ongeveer 29.616m² bedraagt, ofwel 48% van de totale oppervlakte; Overwegende dat het landbouwbedrijf een nieuwe aankoop dient te verrichten om z’n activiteiten ten volle te kunnen verder zetten; Overwegende dat de vergoeding voor wederbelegging alle kosten zou moeten dekken van een eventuele nieuwe aankoop; Overwegende dat de rechtspraak aanvaardt dat de wederbeleggingsvergoeding sowieso moet worden uitgekeerd ongeacht of de onteigende al dan niet overgaat tot effectieve wederaankoop; Overwegende dat de wederbelegging wordt berekend volgens degressieve schaal van de notarissen verhoogd met 21% btw; Overwegende dat de grondwaarde wordt vermeerderd met de wederbeleggingsvergoeding waardoor de aankoopprijs komt op gemiddeld € 14,46/m² voor alle percelen: Perceel 169/C 169/D-170-182/B 167/F Oppervlakte 3.512,15m² 20.077,7m² 4.049,55m² Grondwaarde (€12/m²) € 42.145,80 € 240.932,4 € 48.594,6 Wederbeleggingsvergoeding € 9.485,33 € 42.271,59 € 10.936,7 (18,6%+btw) (14,5%+btw) (18,6%+btw) Prijs/m² 14,7 14 14,7 Gemiddelde prijs/m² 14,46 Gelet op de verkoopbeloftes d.d. 13.05.2013 van: - Vranckx Frans, Grote Baan 187 te 2235 Hulshout voor het perceel kadastraal gekend als Hulshout, afdeling I, sectie D, nummer 169/C met een oppervlakte van 3512,15m² tegen de prijs van € 14,46/m²; - Vranckx Joris en Lambaerts Clementina, Vaartdijkstraat 26 te 2235 Hulshout voor de percelen kadastraal gekend als Hulshout, afdeling I, sectie D, nummers: 169/D met een oppervlakte van 3.726,50m² 170 met een oppervlakte van 8.435,70m² 182/B met een oppervlakte van 7.915,50m²
tegen de prijs van € 14,46/m²; -Vranckx Juliaan, Werchtersesteenweg 170 te 3150 Haacht voor het perceel kadastraal gekend als Hulshout, afdeling I, sectie D, nummer 167/F met een oppervlakte van 4.049,55m² tegen de prijs van € 14,46/m² Gelet op de e-mail d.d. 16.05.2013 van Vranckx Juliaan en Van Reet Anja, Werchtersesteenweg 170 te 3150 Haacht waarbij zij verklaren akkoord te gaan om een gedeelte van het perceel kadastraal gekend als Hulshout, afdeling I, sectie D, nummer 179/A/deel met een oppervlakte van vermoedelijk 1.950m² te verkopen. Het betreft het gedeelte van het perceel dat gelegen is in gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen. De exacte oppervlakte zal worden opgemeten door landmetersbureel Drawing Assistance. Gelet op het metingsplan d.d. 09/01/2012, opgemaakt door landmetersbureel Drawing Assistance, waarop de te onteigenen percelen staan afgebeeld; Overwegende dat de nodige kredieten voorzien zijn in de begroting op artikel 104/711-52; BESLUIT: met 19 ja-stemmen (Geert Daems, Elien Bergmans, Rist Heylen, Hilde Van Looy, Joost Verhaegen, Rigo Huyskens, Jos Voet, Gust Van Den Bruel, Gunther Vleugels, Stef Mattheus, Elias De Wever, Saskia Luyten, Kurt Albert, Jean-Paul Thys, Sofie Van Lommel, Geert Vermunicht, Luc Van den Vonder, Bart Ceulemans, Kurt Winkelmans) tegen 0 neen-stemmen bij 1 onthouding (Frank Ponsaert) Artikel 1: Bovenstaande motivering integraal herhalend en overnemend beslist de gemeenteraad principieel om de gronden kadastraal gekend als Hulshout, afdeling I, sectie D, nummers 169/C, 169/D, 170, 182/B, 167/F en 179/A/deel aan te kopen van de huidige eigenaars tegen de gemiddelde prijs van € 14,46/m² voor elk perceel. Artikel 2: Het schepencollege krijgt opdracht hiervoor verder het nodige te doen. Artikel 3: Deze beslissing zal, via lijst van behandelde punten, overeenkomstig TITEL VIII - Bestuurlijk toezicht en externe audit, Hoofdstuk I - Bestuurlijk toezicht, Afdeling 11 - Algemeen bestuurlijk toezicht, art. 252 par. 1, binnen 20 dagen na het nemen van dit besluit verzonden worden aan de provinciegouverneur. De onthouding van raadslid Ponsaert wordt als volgt gemotiveerd: “wegens de onduidelijkheid betreffende de stedenbouwkunidge voorschriften die van toepassing zijn. A 7. BESLISSING: Patrimonium: Gratis grondverwerving te Hulshout, Grote Baan en Doodsbroekstraat, afdeling I, sectie D, nummers 29/P/deel en 29/Z/deel. Principebeslissing. De gemeenteraad, Gelet op de nieuwe gemeentewet; Gelet op het bouwdossier nr. 5082 van V&V Projects, Seysheistraat 1 te 2235 Hulshout, voor het uitbreiden van een gekoppelde meergezinswoning ter hoogte van Grote Baan 76-78 te Hulshout, afdeling I, sectie D, nummers 29/P, 29/V en 29/Z; Gelet op het bouwplan, opgemaakt door architect Danny Smedts, Seysheistraat 16i te 2235 Hulshout, waarbij op het inplantingsplan een gedeelte van de percelen 29/P en 29/V staat afgebeeld als “af te staan aan de gemeente”; Gelet op de ondertekende beloftes van gratis grondafstand d.d. 21.04.2013 en 22.04.2013 van: 1) Voet Marc en Verlinden Suzanna, Seysheistraat 1 te 2235 Hulshout; 2) Voet Jozef en Van Noten Greta, Maskensstraat 3 te 2235 Hulshout; 3) Voet Willy en Papen Greta, Zakstraat 25 te 2235 Hulshout; 4) Verschueren Eric en Van Dessel Cornelia, Heibaan 122 te 2235 Hulshout; Gelet op het opmetingsplan d.d. 14/03/2013 van landmeterbureel Drawing Assistance waarbij de gronden staan afgebeeld als: - perceel A, deel van 29/P, met een oppervlakte van 3,60m² in het oranje gearceerd; - perceel B, deel van 29/P, met een oppervlakte van 21,75m² in het groen gearceerd; - perceel C, deel van 29/Z, met een oppervlakte van 53,35m² in het paars gearceerd; Overwegende dat de gemeente systematisch alle openbare wegen gratis verwerft, voor openbaar nut, ter inlijving in het openbaar domein. BESLUIT: unaniem Artikel 1: Bovenstaande motivering integraal herhalend en overnemend beslist de gemeenteraad principieel, overeenkomstig het gevoerde beleid waarbij de gemeente systematisch de openbare wegen gratis verwerft, de percelen gelegen in de Grote Baan en Doodsbroekstraat, kadastraal gekend onder afdeling I, sectie D, nummers 29/P/deel en 29/V/deel, met een grootte van 25,35m² en 53,35m², gratis over te nemen van de huidige eigenaars, voor openbaar nut, ter inlijving in het openbaar domein. Artikel 2: Het schepencollege krijgt opdracht het nodige hiervoor verder te doen. Artikel 3: Deze beslissing zal, via lijst van behandelde punten, overeenkomstig TITEL VIII - Bestuurlijk toezicht en externe audit, Hoofdstuk I - Bestuurlijk toezicht, Afdeling 11 - Algemeen bestuurlijk toezicht, art. 252 par. 1, binnen 20 dagen na het nemen van dit besluit verzonden worden aan de provinciegouverneur.
A 8. BESLISSING: Patrimonium: Gratis grondverwerving te Hulshout, Vennekensstraat, afdeling III, sectie A, nummer 85/M/deel. Principebeslissing. De gemeenteraad, Gelet op de principiële gemeenteraadsbeslissing d.d. 07.07.1998 houdende gratis grondverwerving in verkavelingen; Gelet op de nieuwe gemeentewet; Gelet op het gemeentedecreet; Overwegende dat de gemeente systematisch alle openbare wegen gratis verwerft, voor openbaar nut, ter inlijving in het openbaar domein; Gelet op de verkavelingvergunning met gemeentelijk dossiernummer 856, afgeleverd door het schepencollege d.d. 15/04/2013, betreffende een verkaveling van 1 lot gelegen in de Vennekensstraat, gelegen tussen de huisnummers 119 en 121; Gelet op het omgevingsplan d.d. 24.12.2012, opgemaakt door Landmetersbureel Marcel Van den Vonder, waarop het perceel, met een grootte van 8,5m², in het rood staat afgebeeld als gratis af te staan aan de gemeente; Gelet op de belofte van gratis grondafstand d.d. 16/04/2013 van Gysemans Guido, Vennekensstraat 121 te Hulshout waarbij hij verklaart gratis af te staan aan de gemeente, voor openbaar nut, ten inlijving in het openbaar domein, een perceel grond in de wegbedding van de Vennekensstraat, kadastraal gekend als afdeling III, sectie A, nummer 85/M/deel, met een oppervlakte van 8,5m². BESLUIT: unaniem. Artikel 1: Bovenstaande motivering integraal herhalend en overnemend beslist de gemeenteraad om principieel, overeenkomstig het gevoerde beleid waarbij de gemeente systematisch de openbare wegen gratis verwerft, het perceel gelegen in de Vennekensstraat, kadastraal gekend onder Hulshout, afdeling III, sectie A, nummer 85/M/deel, met een grootte van 8,5m², gratis over te nemen van de huidige eigenaars, voor openbaar nut, ter inlijving in het openbaar domein. Het bedoeld perceel staat in het rood afgebeeld op het omgevingsplan d.d. 24.12.2012, opgemaakt door landmetersbureel Marcel Van den Vonder, met een grootte van 8,5m². Artikel 2: Het schepencollege krijgt opdracht hiervoor verder het nodige te doen. Artikel 3: Deze beslissing zal, via lijst van behandelde punten, overeenkomstig TITEL VIII - Bestuurlijk toezicht en externe audit, Hoofdstuk I - Bestuurlijk toezicht, Afdeling 11 - Algemeen bestuurlijk toezicht, art. 252 par. 1, binnen 20 dagen na het nemen van dit besluit verzonden worden aan de provinciegouverneur. A 9. BESLISSING: Openbare Werken: Gemeentelijk reglement tot de aanleg, inrichting en behoud van infiltreerbare wegbermen en opritten. De gemeenteraad, Gelet op de artikelen 119 en 135 §2 van de Nieuwe Gemeentewet; Gelet op de artikelen 2, 42, 64, 186 en 187 van het Gemeentedecreet; Overwegende dat de gemeenteraad in verschillende infrastructuurdossiers zich engageerde tot het onderhoud en de instandhouding van laan- of wijkbeplanting (o.a. V.M.S.W.,…); Overwegende dat meerdere gezinnen beschikken over een tweede voertuig en de stalling hiervan niet altijd aangewezen is op de openbare weg; Overwegende dat het decreet ruimtelijke ordening thans voorziet in de melding van kleine bergplaatsen,…; Overwegende dat een vorm van uniformiteit en kwaliteit in de uitvoering van bermverharding dient voorgeschreven te worden. BESLUIT: unaniem. Artikel 1: Bovenstaande motivering integraal herhalend en overnemend beslist de gemeenteraad het gemeentelijk reglement tot de aanleg, inrichting en behoud van infiltreerbare wegbermen en opritten als volgt vast te stellen en goed te keuren: “HOOFDSTUK 1: NOMENCLATUUR (definities) van de WEG (Standaardbestek 250, hfdst.II, versie2.2.) 1.1. De weg is het geheel van de inrichtingen die het verkeer van voetgangers, voertuigen en dieren mogelijk moeten maken. De weg omvat het platform en mogelijk een steunberm en een talud. 1.2. Het platform is het gedeelte van de wegbaan dat de rijbaan (rijbanen), de verharde zijstroken en de wegbermen omvat. 1.3. Een wegberm is het gedeelte van het platform, dat buiten de rijbanen en de verharde zijstroken ligt. Een wegberm kan sloten, baangrachten, lijnvormige elementen en bijzondere ingerichte onderdelen bevatten. 1.4. Lijnvormige elementen zijn onderdelen van de weg die in lijnvorm worden uitgevoerd, zoals sloten, watergreppels, trottoirbanden, kantstroken,… 1.5. Een trottoirband is een kantopsluiting bestemd om de rand van de verharding te beschermen en te versterken. HOOFDSTUK 2: DOELSTELLING Beheersing van de waterproblematiek. Algemeen wordt aanvaard dat wateroverlast kan vermeden worden door het afkoppelen van regenwaters van de gemengde of DWA-rioleringen, door het aanleggen van groendaken, door het scheiden van hemelwaters en afvalwaters, door het bufferen en/of vertraagd afvoeren van hemelwater, door de aanleg van baangrachten en/of de opwaardering van onze waterlopen , door verharde oppervlakken in te perken of onverharde zones uit
te breiden, door het aanleggen van infiltreerbare bermen,… en dat al deze deelinitiatieven bijdragen tot de beheersing van de waterproblematiek. HOOFDSTUK 3: VERBODSBEPALING Het is verboden om zonder voorafgaandelijke vergunning wijzigingen aan te brengen noch aan de bermen en tussenbermen (=gelegen tussen voet- of fietspaden en de wegverharding of weggoot), noch aan de bestaande openbare beplanting. Het onderhoud van de bermen en tussenbermen met als doel de instandhouding van de bestaande berm, incl. de bestaande beplanting, is steeds toegelaten zonder echter wijzigingen eraan aan te brengen. HOOFDSTUK 4: VOORWAARDEN en BEPERKINGEN De aanleg van een (bijkomende) oprit dient uitgevoerd te worden onder volgende voorwaarden en lasten: De verharding van een oprit wordt beperkt tot maximaal 4 m breedte (evenwijdig met de rijweg), inclusief de insluitende lijnvormige elementen. De verharding kan uitzonderlijk worden uitgebreid: 1. Bij KMO-gebouwen en industriegebouwen en ter hoogte van gebouwen waar een activiteiten van geregistreerde lokale economie plaats vindt, kan de verharding worden uitgebreid over maximum de helft van de perceel breedte. Bij het verdwijnen van de productie- of handelsactiviteit zal de berm opnieuw in een grasberm worden omgevormd overeenkomstig de modaliteiten van dit reglement. 2. De verharding kan enkel bij een perceel breedte van ≥ 15 meter (ter hoogte van de berm grenzend aan de rooilijn), gemotiveerd worden uitgebreid tot twee afzonderlijke verhardingen van elk maximaal 4 m of slechts één uitzonderlijke toegang van maximaal 6 m breedte. In het geval dat de aanvraag de aanleg betreft van een verharding tussen vergunde kopmuren, dan kan de toelating worden uitgebreid tot een verharding over de volledige breedte tussen de vergunde kopmuren. Over de resterende terreinbreedte mag op het openbaar platform geen verharding worden aangebracht en deze strook dient bijgevolg op een aangepaste wijze te worden aangelegd en onderhouden. • Bij bestaande beplanting in de tussenberm dient deze groenvoorziening tussen de vergunde verhardingen integraal te worden behouden. • Bij aanleg van een grasberm zal het onderhoud worden uitgevoerd door of in opdracht van en ten laste van de gemeente Hulshout, overeenkomstig de modaliteiten van het bermdecreet. • Bij aanleg of uitbreiding van een (bijkomende) oprit dient naast de vergunde verharding een infiltreerbare grasberm te worden aangelegd of de bestaande beplanting te worden behouden. In het geval geen beplanting in de berm of tussenberm aanwezig is, dient de bermruimte of tussenruimte tussen de verschillende verhardingen minimaal voorzien te worden van een natuurlijke grasmat(=grasberm, dus geen kunstgras, geen heesters, geen bomen). Deze plicht is niet van toepassing in de wooncentra t.t.z. op volgende gemeentewegen of delen van gemeentewegen: • Vennekensstraat 1 en 3 • J. Verlooyplein • Langestraat vanaf huisnummer 1 tot en met huisnummer 35 en 2 tot en met 48 • Schoolstraat • Prof. Dr. Vital Celenplein • Grote Baan vanaf huisnummer 59 tot en met huisnummer 147 en 76 tot en met 162 (tss. Paalsteenstraat en Schietboompleinstraat) • Grote Baan vanaf huisnummer 293 tot en met 325 en 324 tot en met 356 • Kerkstraat vanaf huisnummer 1 tot en met huisnummer 29 (tot Peerdekerkhofstraat) en 2 tot en met 32 (tot Heibaan) • Booischotseweg vanaf huisnummer 2 tot en met huisnummer 36 en 1 tot en met 47 (tot Beemdenstraat) • J. Michielsstraat vanaf huisnummer 1 tot en met huisnummer 31 en vanaf 2 tot en met 40 • Groenstraat 33 • Ramselsesteenweg vanaf huisnummer 2 tot en met huisnummer 16 en 1 tot en met 17 • Mgr. Raeymaekersstraat vanaf huisnummer 2 tot en met huisnummer 18 en 1 tot en met 17 • Netestraat • Hoogzand 1 en 3 De grasmat kan, slechts nà het bekomen van een voorafgaandelijke vergunning, mogelijk worden gewijzigd in een andere alternatieve grasmat (gazon) of ingezaaide grastegels (=infiltreerbare bermverharding) (zie Hoofdstuk 6 : vergunning), Het aanbrengen van enige voorgevormde verharding (betonkeien, natuursteen, asfalt, steenslag, dolomiet, ….) buiten de opritzone is verboden, eveneens een bermaanplanting van heesters of bomen. De smalle restberm tussen de openbare verharding (rijweg, fietspad, voetpad,…) en de rooilijn met de private eigendommen kan aangeplant worden met bodembedekkers die echter nooit de verharding (ook niet zelfs gedeeltelijk) mogen overgroeien. Indien, bij de uitvoering van gemeentelijke infrastructuurwerken, de oplossing voor een afwateringsproblematiek het vereist, zal het gedeelte van de private oprit door de aanneming worden (her)aangelegd tot op de plaats dat gravitaire watervloeiing richting openbaar domein kan verwezenlijkt worden. Dit kan verder zijn dan de visuele rooilijnscheiding en deels op private eigendom gesitueerd zijn.
Eigen voorzieningen van de vergunninghouder (infrastructuur, gras of grastegels, bodembedekkers,…) blijven steeds onder het toezicht van de aangelande/ vergunninghouder. Het onderhoud van de individueel gekozen berminrichting/groenvoorziening gebeurt door of ten laste van en onder de verantwoordelijkheid van de vergunninghouder. Eventuele schadedossiers worden opgevolgd door de vergunninghouder. Hij is verplicht de verharding vrij te houden van alle obstakels. HOOFDSTUK 5: UITVOERINGSWIJZEN 5.1. Algemeen: Enkel bij gehele vernieuwing van de weginfrastructuur in een (deel van een) straat (al of niet met groenvoorziening) wordt, ten laste van de aanneming (=financiering door gemeente) maximum één oprit van normaliter 4 m breedte per bouwperceel aangelegd tot de visuele rooilijnscheiding (muurtje, paaltjes,….) of bij geen zichtbare scheidingslijn tot de diepte van de aangelande percelen zodat een relatief uniforme parallellijn met de rijweg- en/of fietspadverharding wordt gecreëerd. In geval van integrale vernieuwing van de openbare groenvoorziening in de straat door de gemeente, gebeurt het onderhoud eveneens door of in opdracht van het gemeentebestuur. Indien geen groenvoorziening wordt aangelegd, zal de berm worden aangelegd en onderhouden als grasberm. Indien de eigenaar bij de vernieuwing van de infrastructuur verkiest om zijn/haar oprit van ofwel bestaande betonkeien (klinkers) ofwel van kasseien te behouden, kan hij/zij deze keuze kenbaar maken bij de dienst ‘grondgebiedzaken’. Deze optie is niet mogelijk voor andere verhardingen (asfalt, porfiersteentjes, zand, kift, gebroken keien, steenslag, dolomiet,… ).De eigenaar levert de eventuele ontbrekende verhardingsmaterialen aan. Indien geen ontbrekend materiaal wordt aangeleverd, worden de eventuele tekorten aangevuld met grijze betonkeien (zie verder). De verharding mag de goede afwatering van derden niet negatief wijzigen of in het gedrang brengen. De werken moeten worden uitgevoerd volgens de regels van de kunst en van deugdelijke bouw, in overeenstemming met de bouwplannen. De vergunninghouder krijgt door het verkrijgen van de vergunning de toelating om op het openbaar domein graafwerken uit te voeren. Hij dient steeds te beschikken over de ligging plannen van alle nutsleidingen. Er mag geen schade worden toegebracht aan de bestaande wegverharding, wegaanhorigheden, bestaande beplanting en de nutsleidingen. Het college van Burgemeester en Schepenen kan bijkomende voorwaarden opleggen en naar kleur en vorm afwijken van de voorschriften van dit reglement, in overeenstemming met de uitvoeringsmodaliteiten van de plaatselijke gesteldheid in het betreffende straatdeel. 5.2. Opritten: De opritverharding wordt uitgevoerd door de gemeentediensten of aangestelden op een zandcementfundering met dikte 15 cm en met een cementgehalte van 150 kg/m³. Op de fundering kan een zandcement bed met een dikte van 3 cm worden aangebracht. Zandcement is een homogeen mengsel van zand, cement en aanmaakwater. Bij de verwerking dient het mengsel aardvochtig te zijn, d.w.z. de hoeveelheid water bedraagt 6 tot 11% van de massa van het zand. De gemiddelde druksterkte na 28 dagen is ≥ 3,0MPa, overeenkomstig het standaardbestek 250, hfdst. VI, versie 2.2. art. 3.1.2.1.A De verharding van de tussenberm wordt uitgevoerd in grijze betonkeien van Belgisch formaat (22/11 cm) met een dikte van 10 cm en wordt gelegd in halfsteensverband. De betonkeien in halfsteensverband vormen evenwijdige rijen die loodrecht op de rijrichting staan. De langse voegen tussen de rijen zijn rechtlijnig en evenwijdig. De dwarse voegen verspringen van rij tot rij de helft van de lengte van de betonstraatsteen, overeenkomstig standaardbestek 250, hfdst. VI, versie 2.2., art. 3.1.3.5. De voegen mogen nergens breder zijn dan 3 mm, overeenkomstig het standaardbestek 250 , hoofdstuk 6, versie 2.2. art. 3.4.1.2.H.1. De aangelegde verharding wordt met een daartoe geschikte trilplaat met rubber- of kunststofzool vastgezet. Tijdens het vastzetten worden beschadigde betonstraatstenen vervangen en worden afwijkingen van het profiel, oneffenheden van het oppervlak en hoogteverschillen tussen de aanliggende betonstraatstenen hersteld. Het vastzetten moet beëindigd zijn voordat de binding van de zandcement optreedt en dit ten laatste 3 uren na de bereiding van het mengsel, overeenkomstig het standaardbestek 250 , hoofdstuk 6, versie 2.2. art. 3.4.1.3.B.4. De verharding wordt opgesloten door middel van een trottoirband van 10 cm breedte, 100 cm lengte en 30 cm hoogte, geplaatst op een fundering, en achteraan voorzien van een betonstut, overeenkomstig standaardbestek 250, hfdst. VIII, versie 2.2, art. 1.2.1.2. 5.3. Infiltreerbare bermverharding met grastegels: De infiltreerbare bermverharding wordt uitgevoerd door de gemeentediensten of aangestelden als semiverharding van de grasberm door de aanleg van waterdoorlatende PE-grastegels met honinggraatstructuur (TUV en COPRO – gekeurd). Deze duurzame bodemversteviging kan worden toegepast voor parkings, toegangswegen en taluds. Om reden van infiltratiebeperking kunnen onder de PE-grastegels geen gesloten verhardingen (gebonden steenslag, grondcement of beton,….) worden toegelaten. Een grondkoffer van 25 cm diepte wordt voorbereid voor de aanleg van de PE-grastegels (33 x 33 x 5 cm)druksterkte 10 ton aslast volgens DIN 1072 - uitgevoerd op een gebroken steenslagfundering – dikte 10 cm - met daar bovenop een niet-gesloten onderfundering van lavastenen – dikte 10 cm - kaliber (0/16), getrild en geëgaliseerd. De PE-grastegels worden uitgevuld met grasdalsubstraat tot gelijk met de rand. De grastegels worden tot bovenaan gevuld en ingezaaid met Sahara Sportgras. Na inklinking blijft genoeg ruimte over zodat het gras niet beschadigt.
Het onderhoud gebeurt door of in opdracht van de vergunninghouder. 5.4. Grasberm of alternatieve grasmat: De grasberm bestaat uit bermgras en wordt door en ten laste van de gemeente, overeenkomstig het bermdecreet 2x/jaar gemaaid, een eerste maal niet voor 15 juni en een tweede maaibeurt nà 15 september. Enkel om reden van verkeersveiligheid kunnen plaatselijke uitzonderingen worden opgelegd. Een verhoging van de maaifrequentie is voor particuliere doeleinden toegestaan door of in opdracht van de aangelanden. Bermgras kan, nà het bekomen van de vereiste vergunning door en ten laste van de vergunninghouder, vervangen worden door een alternatieve grasmat ( bv. gazongras van de soort Sahara Sport), zonder evenwel de infiltratiecapaciteit van de berm te mogen wijzigen. Enkel bij gehele vernieuwing van de weginfrastructuur in een (deel van een) straat wordt, bij keuze door de aangelande, de grasmat voorzien door of ten laste van de aanneming (=financiering door gemeente). Het onderhoud gebeurt door of in opdracht van de vergunninghouder. 5.5. Invulling van de restberm met bodembedekkers: De grasberm bestaat normaliter uit bermgras en wordt door en ten laste van de gemeente, overeenkomstig het bermdecreet 2x/jaar gemaaid, een eerste maal niet voor 15 juni en een tweede maaibeurt nà 15 september. Enkel om reden van verkeersveiligheid kunnen plaatselijke uitzonderingen worden opgelegd. Bermgras in de restberm (=smalle overblijvende strook tussen verhardingen en rooilijn) kan vervangen worden door een bodembedekker, zonder evenwel de infiltratiecapaciteit van de berm te mogen wijzigen. Het onderhoud blijft ten allen tijde onder de verantwoordelijkheid van de aanvrager. Overgroeiing over de openbare verhardingen is niet toegelaten. HOOFDSTUK 6: VERGUNNING 6.1. Niemand mag zonder voorafgaande vergunning, noch wijzigingen aan de bermen of tussenbermen uitvoeren en/of noch beplanting verwijderen, noch opritten verbreden of bijleggen. 6.2. Voor de uitvoering van aanpassingen (door de overheid) aan de bermen (o.a. aanleg van een infiltreerbare bermverharding (grastegels) of alternatieve grasmat (gazon) en voorzieningen in de tussenbermen van de gemeentewegen (o.a. aanleg van een bijkomende oprit of het verbreden van een bestaande oprit,…) is een voorafgaandelijke vergunning van de dienst “Openbare Werken” noodzakelijk. De aanvraag dient ingediend te worden bij de dienst “Openbare werken” , Prof. Dr. Vital Celenplein 2, en dient vergezeld te zijn van twee duidelijke tekeningen of plannen: bestaande toestand enerzijds en gewenste toestand anderzijds, twee foto’s van de bestaande toestand, uittreksels betreffende de ligging plannen van alle nutsleidingen (aan te vragen via www.klip.be ). Deze ligging plannen van de nutsleidingen zullen door de dienst “Openbare werken” worden aangevraagd en aan het aanvraagdossier worden toegevoegd. De vergunning tot aanleg van een bijkomende oprit kan enkel verleend worden met het doel om een noodzakelijke toegang te verlenen tot een bouwperceel of een gebouw. HOOFDSTUK 7: FINANCIERING De uitvoering van een oprit gebeurt door of in opdracht van gemeente. Enkel bij algemene vernieuwing van de infrastructuur is een eerste oprit, de grasberm of alternatieve grasmat ten laste van de aanneming (=financiering door gemeente volgens bovenvermelde modaliteiten). De aanleg en onkosten noodzakelijk voor de uitvoering van een bijkomende oprit of een opritverbreding of de aanleg van grastegels gebeuren steeds door de gemeente, ten laste van de vergunninghouder. De uitvoering van een nieuwe alternatieve grasmat (buiten de lastvoorwaarden van algemene gemeentelijke infrastructuurwerken) gebeurt door de vergunninghouder of door derden aangesteld door de vergunninghouder op kosten van de vergunninghouder, overeenkomstig de modaliteiten van dit reglement. Het eventueel verhoogde onderhoud van de alternatieve grasmat (gazon), de grastegels of bodembedekkers worden door de vergunninghouder of zijn aangestelde uitgevoerd en/of gefinancierd. De vergunninghouder of zijn rechtsopvolger is verantwoordelijk voor de goede staat van de nieuwe verharding. HOOFDSTUK 8: ANDERE VERGUNNINGEN EN MACHTIGINGEN Het verkrijgen van een vergunning ontslaat de aanvrager niet van de verplichting alle andere noodzakelijke vergunningen, meldingen en/of machtigingen te bekomen (machtiging waterlopen, stedenbouwkundige vergunning, …). Het inzetten van een aanvraagprocedure doet geen rechten ontstaan tot het bekomen van een vergunning. Elke aanvraag zal aan een onderzoek worden onderworpen. De uitvoering kan pas worden ingepland en uitgevoerd nadat een vergunning is bekomen. HOOFDSTUK 9: SANCTIES Voor zover door wetten, decreten, besluiten, algemene of provinciale verordeningen geen straffen of sancties zijn voorzien, kunnen de inbreuken tegen de bepalingen van dit reglement gestraft worden met een gemeentelijke administratieve sanctie, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 13 mei 1999 betreffende de invoering van de gemeentelijke administratieve sancties en latere wijzigingen of wetten; Wanneer het openbaar belang het vergt, kan het College van Burgemeester en Schepenen tot het herstel in oorspronkelijke staat of tot wijzigingen bevelen. Het College van Burgemeester en Schepenen stelt een redelijke termijn vast waarbinnen de aanpassing of afbraak moet voltooid zijn. Indien de aanpassings- of afbraakwerken niet binnen de gestelde termijn zijn uitgevoerd, kan het College van Burgemeester en Schepenen zelf deze werken uitvoeren ten laste van de vergunninghouder.”
Artikel 2: De dienst ‘Openbare Werken’ wordt gemachtigd om de betreffende vergunningsaanvragen te behandelen en/of vergunningen en/of weigeringen in naam van het gemeentebestuur af te leveren onder toepassing van de modaliteiten van dit reglement. Artikel 3: Het raadsbesluit van 04 juli 2011 betreffende het gemeentelijk reglement tot het behoud en inrichting van de wegberm, inzonderheid de tussenbermen wordt opgeheven. Artikel 4: Deze beslissing zal, via lijst van behandelde punten, overeenkomstig TITEL VIII - Bestuurlijk toezicht en externe audit, Hoofdstuk I - Bestuurlijk toezicht, Afdeling 11 - Algemeen bestuurlijk toezicht, art. 252 par. 1, binnen 20 dagen na het nemen van dit besluit verzonden worden aan de provinciegouverneur. A 10. BESLISSING: Openbare Werken: Goedkeuring van het Plan van Aanpak 2013-2018 betreffende het 'integraal waterbeleid Hulshout', het bijhorend stappenplan en het communicatieplan. De gemeenteraad, Overwegende dat onze gemeente periodiek te maken krijgt met wateroverlast; Overwegende dat op 11 april 2012 een interdisciplinair overleg plaats vond betreffende de periodiek weerkerende waterproblematiek in de vallei van de Goorloop enerzijds en betreffende de andere sites met wateroverlast elders onze gemeente anderzijds; Overwegende dat het overleg d.d. 27 september 2012 stelde dat de aangrenzende gemeenten enerzijds een ‘plan van aanpak’ voor minstens de huidige legislatuur zouden voorleggen en anderzijds een screening van de stedenbouwkundige en milieuvergunningen dienden uit te voeren, inzonderheid betreffende de buffer-, infiltratie- en afkoppelingsvoorzieningen; Gelet op de collegebeslissing d.d. 18 februari 2013 houdende vaststelling van het “Plan van aanpak 2013-2018” voor een ‘integraal waterbeleid in Hulshout’, onder de vorm van 35 actiepunten; Gelet op de collegebeslissing d.d. 18 maart 2013 houdende uitvoering van de actiepunten tijdens de huidige legislatuur en houdende engagement tot inschrijven van de respectievelijke noodzakelijke budgetten voor de realisatie van de actiepunten; Overwegende dat een verdere detaillering onder de vorm van een ‘stappenplan’ werd opgemaakt; Gelet op de collegebeslissing d.d. 18 maart 2013 houdende engagement om de opgenomen punten volgens het stappenplan uit te voeren; Overwegende dat de aanpak van het communicatieluik dient vastgelegd te worden in een communicatieplan’; Gelet op de kennisname in de gemeenteraad d.d. 29 april 2013. BESLUIT: unaniem Artikel 1 : Bovenstaande motivering integraal herhalend en overnemend beslist de gemeenteraad het plan van aanpak 2013-2018 betreffende het ‘integraal waterbeleid Hulshout’, het bijhorend stappenplan en het communicatieplan aangaande het waterbeleid te Hulshout, goed te keuren. Artikel 2 : Deze beslissing zal, via lijst van behandelde punten, overeenkomstig TITEL VIII - Bestuurlijk toezicht en externe audit, Hoofdstuk I - Bestuurlijk toezicht, Afdeling 11 - Algemeen bestuurlijk toezicht, art. 252 par. 1, binnen 20 dagen na het nemen van dit besluit verzonden worden aan de provinciegouverneur. A 11. BESLISSING: Milieu: Deelname campagne 'Klimaat NEUTRALE ORGANISATIE 2020'. De gemeenteraad, Gelet op de vraag van de provincie om deel te nemen aan de campagne ‘Klimaatneutrale Organisatie 2020’. Overwegende dat de gemeente Hulshout verder wil werken aan een actief milieubeleid; Overwegende dat de gemeente de samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente en het Vlaams Gewest heeft ondertekend voor het basisniveau en het onderscheidingsniveau; Overwegende dat het gemeentebestuur wil zorgen voor de nodige continuïteit in het milieubeleid met inbegrip van de principes van duurzame ontwikkeling; Overwegende dat het gemeentebestuur wil inspelen op de komende Europese wetgeving, zoals de verplichting voor Bijna-EnergieNeutrale gebouwen vanaf 2018 (2010/31/EU) en maatregelen die Vlaanderen nog kan bepalen in verband met 3% jaarlijkse energie-efficiënte renovatie van het gemeentelijk gebouwenpark (Richtlijn 2012/27/EU, 25/10/2012); Overwegende dat de provincie zo veel mogelijk gemeenten wil motiveren om mee te streven naar een klimaatneutrale organisatie tegen 2020; Overwegende dat de provincie de kandidaat gemeente wil ondersteunen bij het opstellen van een broeikasgasinventaris, actieplan en overkoepelende acties, en daarnaast ook kant-en-klare documenten voorziet. BESLUIT: met 12 ja-stemmen (Geert Daems, Elien Bergmans, Rist Heylen, Hilde Van Looy, Joost Verhaegen, Rigo Huyskens, Jos Voet, Gunther Vleugels, Elias De Wever, Saskia Luyten, Geert Vermunicht, Luc Van den Vonder) tegen 1 neen-stem (Gust Van den Bruel) bij 7 onthoudingen (Stef Mattheus, Kurt Albert, Jean-Paul Thys, Sofie Van Lommel, Bart Ceulemans, Kurt Winkelmans, Frank Ponsaert)
Artikel 1: Bovenstaande motivering integraal herhalend en overnemend beslist de gemeenteraad om zich te engageren om: - Een Klimaatneutrale Organisatie in 2020 te zijn volgens de methodiek van de provincie. - Via een inventaris de broeikasgasuitstoot van de eigen werking in kaart te brengen. - Op zoek te gaan naar efficiënte acties om de broeikasgasuitstoot te verminderen en deze uit te voeren. - Personeel voor de uitvoering van de campagne te voorzien. - Middelen te voorzien voor uitvoering van de meest efficiënte acties. - Te communiceren over de uitvoering van deze acties via het communicatieplatform ‘vriend van’. - Vanaf 2020 middelen te voorzien om resterende uitstoot te compenseren Artikel 2: Deze beslissing zal, via lijst van behandelde punten, overeenkomstig TITEL VIII - Bestuurlijk toezicht en externe audit, Hoofdstuk I - Bestuurlijk toezicht, Afdeling 11 - Algemeen bestuurlijk toezicht, art. 252 par. 1, binnen 20 dagen na het nemen van dit besluit verzonden worden aan de provinciegouverneur. A 12. BESLISSING: AGB Sport Hulshout: wedersamenstelling Raad van Bestuur. De gemeenteraad, Gelet op de collegebeslissing van 18 augustus 2008 houdende principiële beslissing voor de beheersvorm van het autonoom gemeentebedrijf; Gelet op de bepalingen van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005; Gelet op de statuten van het autonoom gemeentebedrijf AGB Sport Hulshout vastgesteld op de gemeenteraadzitting van 1 september 2008; Overwegende dat de meerderheid van de raad van bestuur moet bestaan uit leden van de gemeenteraad; Overwegende dat ten hoogste twee derde van de leden van de raad van bestuur van hetzelfde geslacht mogen zijn; Overwegende dat elke fractie minimum één vertegenwoordiger in de raad van bestuur heeft; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 29 april 2013 omtrent:'autonoom gemeentebedrijf sport Hulshout: goedkeuring samenstelling Raad van Bestuur'; Overwegende dat ter zitting volgende personen worden voorgesteld om te zetelen in de Raad van Bestuur: -Frank Heylen (Open Vld) -Rist Heylen (Groen) -Sofie Van Lommel (N-VA) -Dorien Van Opstal (N-VA) -Elien Bergmans (CD&V) -Hilde Van Looy (CD&V) -Gunter Vleugels (CD&V) -Elias De Wever (CD&V) -Joost Heylen (externe) -Johnny Helsen (externe) BESLUIT: met 19 ja-stemmen (Geert Daems, Elien Bergmans, Rist Heylen, Hilde Van Looy, Joost Verhaegen, Rigo Huyskens, Jos Voet, Gust Van Den Bruel, Gunther Vleugels, Stef Mattheus, Elias De Wever, Saskia Luyten, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Geert Vermunicht, Luc Van den Vonder, Bart Ceulemans, Kurt Winkelmans, Frank Ponsaert) tegen 0 neen-stemmen bij 1 onthouding (Jean-Paul Thys) Artikel 1: Bovenstaande motivering integraal herhalend en overnemend beslist de gemeenteraad om de Raad van Bestuur op grond van de statuten van het autonoom gemeentebedrijf Sport Hulshout, als volgt samen te stellen: -Frank Heylen (Open Vld) -Rist Heylen (Groen) -Sofie Van Lommel (N-VA) -Dorien Van Opstal (N-VA) -Elien Bergmans (CD&V) -Hilde Van Looy (CD&V) -Gunter Vleugels (CD&V) -Elias De Wever (CD&V) -Joost Heylen (externe) -Johnny Helsen (externe) Artikel 2: Deze beslissing zal, via lijst van behandelde punten, overeenkomstig TITEL VIII - Bestuurlijk toezicht en externe audit, Hoofdstuk I - Bestuurlijk toezicht, Afdeling 11 - Algemeen bestuurlijk toezicht, art. 252 par. 1, binnen 20 dagen na het nemen van dit besluit verzonden worden aan de provinciegouverneur. A 13. BESLISSING: Sport: wedersamenstelling algemene vergadering sportraad. De gemeenteraad, Gelet op het decreet d.d. 28.02.2007 houdende de subsidiëring van gemeente- en provinciebesturen en de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor het voeren van een Sport voor Allen-beleid;
Overwegende dat uiterlijk zes maanden na de installatie van de nieuwe gemeenteraad de gemeentelijke sportraad dient samengesteld te worden en erkend door de gemeenteraad; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing d.d. 21.05.2007 houdende “Oprichting van een gemeentelijke sportraad – Principebeslissing”; Gelet op het decreet d.d. 6.07.2012 houdende het stimuleren en subsidiëren van een lokaal sportbeleid, meerbepaald artikel 15 met de bepalingen over de sportraad; Overwegende dat er een oproep gepleegd is via elke sportvereniging van Hulshout tot kandidaatstelling en via het gemeentelijk infoblad; Gelet op het verslag van de algemene vergadering van de sportraad d.d. 03.06.2013; Gelet op de toepasselijke bepalingen van het Gemeentedecreet; Gelet op de toepasselijke bepalingen van het cultuurpact. BESLUIT: unaniem. Artikel 1: Bovenstaande motivering integraal herhalend en overnemend beslist de gemeenteraad de sportraad als volgt te erkennen en samen te stellen: TTC Hulshout; WTC Pallietertrappers; Tennisclub Sportiva vzw; A.C. Hulshout vzw; altis vzw; Squash Sportiva; Basket Zuiderkempen H&N; KFC Houtvenne; W.C. Hulshout; Chris Helsen – deskundige; Els Vetters – deskundige. Leen Van den Eynde – Gemeentelijke Basisschool Hulshout. Artikel 2: Deze beslissing zal ter kennisgeving worden meegedeeld aan de dienst Toezicht van Binnenlandse Aangelegenheden van de Vlaamse Regering. Artikel3: Deze beslissing zal, via lijst van behandelde punten, overeenkomstig TITEL VIII - Bestuurlijk toezicht en externe audit, Hoofdstuk I - Bestuurlijk toezicht, Afdeling 11 - Algemeen bestuurlijk toezicht, art. 252 par. 1, binnen 20 dagen na het nemen van dit besluit verzonden worden aan de provinciegouverneur. A 14. BESLISSING: Cultuur: Wijziging plan van openbare kermis Houtvenne II. De gemeenteraad, Gelet op de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten; Gelet op het KB van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van kermisactiviteiten; Gelet op het gemeentelijk reglement betreffende de organisatie van openbare kermissen, vastgesteld door de gemeenteraad in de zitting van 30 mei 2011; Gelet op het plan van kermis Houtvenne II, zoals vastgesteld ingevolge voormelde beslissing van 12 november 2007; Gelet op de standplaatslijst van de openbare kermissen, zoals vastgesteld ingevolge de gemeenteraadsbeslissing van 7 mei 2012; Overwegende dat in de voorbije jaren steeds twee lunaparken aan kermis Houtvenne II deelnamen, waarvan één in de Langestraat op een private standplaats gezet werd; Overwegende dat de eigenaar de private standplaats niet langer ter beschikking stelt; Overwegende dat het niet mogelijk is om het betreffende lunapark op een andere private standplaats te zetten; Overwegende dat voor de attractiviteit van de kermis het wenselijk is om beide lunaparken te behouden; Overwegende dat dit slechts mogelijk is indien een nieuwe standplaats voorzien wordt op het openbaar domein; Gelet op de ontwerpen van het aangepaste plan van Kermis Houtvenne II en van de aangepaste standplaatslijst van de openbare kermissen. BESLUIT: met 11 ja-stemmen (Geert Daems, Elien Bergmans, Rist Heylen, Hilde Van Looy, Joost Verhaegen, Rigo Huyskens, Jos Voet, Gunther Vleugels, Elias De Wever, Saskia Luyten, Geert Vermunicht), tegen 1 neen-stem (Frank Ponsaert) bij 8 onthoudingen (Gust Van Den Bruel , Stef Mattheus, Kurt Albert, Jean-Paul Thys, Sofie Van Lommel, Luc Van den Vonder, Bart Ceulemans, Kurt Winkelmans) Artikel 1: Bovenstaande motivatie herhalend en overnemend, wordt het plan van kermis Houtvenne II zoals vastgesteld op 12 november 2007, alsook de standplaatslijst van de openbare kermissen zoals vastgesteld op 7 mei 2012, opgeheven. Artikel 2: Het plan van kermis Houtvenne II alsook de standplaatslijst van de openbare kermissen volgens de ontwerpen in bijlage, waarin een nieuwe standplaats met nummer 24 is opgenomen voor een lunapark op kermis Houtvenne II, worden goedgekeurd.
Artikel 3: Deze beslissing zal, via lijst van behandelde punten, overeenkomstig TITEL VIII – Bestuurlijk toezicht en externe audit, Hoofdstuk I – Bestuurlijk toezicht, Afdeling II – Algemeen bestuurlijk toezicht, art. 252 par. 1, binnen 20 dagen na het nemen van dit besluit verzonden worden aan de provinciegouverneur. A 15. BESLISSING: GBH: Aanpassing Schoolreglement - Goedkeuring. De gemeenteraad, Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikelen 42 en 43; Gelet op de nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988, artikel 104 en119; Gelet op het decreet van 2 april 2004 betreffende participatie op school en de Vlaamse Onderwijsraad, artikel 21; Gelet het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 de artikelen 27, 27bis-27quater en art.37 . Gelet op het Besluit van de Vlaamse regering van 24 november 1998 betreffende de regels voor het uitreiken van het getuigschrift van basisonderwijs en het vastleggen van de vorm ervan, artikel 13, bijlage 1 Gelet op het Besluit van de Vlaamse regering van 12 november 1997 betreffende de controle op de inschrijvingen van leerlingen in het basisonderwijs. Gelet op het overleg in de schoolraad van 12 juni 2013; Overwegende de aanpassingen aan de ministeriële omzendbrief van 22 juni 2007 betreffende kostenbeheersing in het basisonderwijs; Overwegende dat tot nu toe de informatie over de kostenbeheersing verspreid stond in zowel het schoolreglement als de afsprakennota, en het schoolbestuur de ouders een duidelijk overzicht moet geven over de bijdrageregeling; Overwegende dat een schoolbestuur voor elk van zijn basisscholen een schoolreglement moet opstellen dat de betrekkingen tussen het schoolbestuur en de ouders en de leerlingen regelt; Overwegende dat het huidig schoolreglement gewoon basisonderwijs (inclusief de afsprakennota) goedgekeurd op 25 juni 2012 aan actualisatie toe is; Overwegende de besprekingen in de schoolraad op 12.06.2013; Gelet op het model van schoolreglement van het Onderwijssecretariaat van de Steden en Gemeenten van de Vlaamse Gemeenschap. BESLUIT: unaniem. Artikel 1: Het bestaande schoolreglement gewoon basisonderwijs met inbegrip van de afsprakennota, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 25 JUNI 2012 wordt opgeheven. Artikel 2: Het hierbij gevoegde schoolreglement Gemeentelijke Basisschool Hulshout wordt goedgekeurd. De afsprakennota maakt integraal deel uit van het schoolreglement. Artikel 3: Het college van burgemeester en schepenen wordt gemandateerd om in de loop van het schooljaar andere noodzakelijke wijzigingen aan de afsprakennota van elke school goed te keuren na overleg in de schoolraad. Artikel 4: Het schoolreglement gewoon basisonderwijs wordt bij elke inschrijving van een leerling en nadien bij elke wijziging, ter beschikking gesteld (op papier of via een elektronische drager) aan de ouders, die ondertekenen voor akkoord. Artikel 5: Deze beslissing zal, via lijst van behandelde punten, overeenkomstig titel VIII – bestuurlijk toezicht en externe audit, Hoofdstuk I – bestuurlijk toezicht, afdeling II – algemeen bestuurlijk toezicht, art. 252 par. 1, binnen 20 dagen na het nemen van dit besluit verzonden worden aan de provinciegouverneur. A 16. BESLISSING: GBH: Aanpassing Afsprakennota - Goedkeuring. De gemeenteraad, Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikelen 42 en 43; Gelet op de toepasselijke bepalingen van de nieuwe gemeentewet; Gelet op het decreet Basisonderwijs van 25 februari 1997, artikel 37; Gelet op de omzendbrief BaO/02002/1 van 08/02/2002 betreffende “informatie bij eerste inschrijving en schoolreglement”; Overwegende dat een schoolbestuur voor elk van zijn basisscholen een schoolreglement moet opstellen dat de betrekkingen tussen het schoolbestuur en de ouders en de leerlingen regelt; Overwegende dat de afsprakennota integraal deel uitmaakt van het schoolreglement; Overwegende dat de afsprakennota jaarlijks dient aangepast aan de actuele situatie; Gelet op de vergadering van 14 juni 2013 van het Afzonderlijk Bijzonder OnderhandelingsComité van het Gesubsidieerd Officieel Onderwijs, met het tot stand komen van een protocol als gevolg; Gelet op de voorafgaandelijke besprekingen in de schoolraad van 12.06.2013; Overwegende het model van schoolreglement van OVSG; Overwegende dat de huidige afsprakennota, goedgekeurd door de gemeenteraad van Hulshout in zitting van 25.06.2012 niet langer voldoet; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen.
BESLUIT: unaniem. Artikel 1: Bovenstaande motivering integraal herhalend en overnemend beslist de gemeenteraad van Hulshout het volgende: De bestaande AFSPRAKENNOTA Gemeentelijk Basisschool Hulshout –welke gelijktijdig met het schoolreglement aangepast werd door de gemeenteraad van Hulshout in zitting van 25.06.2012, op te heffen. Artikel 2: De in bijlage gevoegde “AFSPRAKENNOTA Gemeentelijke Basisschool Hulshout” wordt goedgekeurd. Deze afsprakennota maakt integraal deel uit van het schoolreglement. Artikel 3: Het college van burgemeester en schepenen wordt gemandateerd om in de loop van het schooljaar andere noodzakelijke wijzigingen aan de afsprakennota van elke school goed te keuren, na overleg in de schoolraad. Artikel 4: Deze beslissing zal, via lijst van behandelde punten, overeenkomstig titel VIII – bestuurlijk toezicht en externe audit, Hoofdstuk I – bestuurlijk toezicht, afdeling II – algemeen bestuurlijk toezicht, art. 252 par. 1, binnen 20 dagen na het nemen van dit besluit verzonden worden aan de provinciegouverneur. A 17. BESLISSING: GBH: Vakantiedagen tijdens schooljaar 2013-2014. De gemeenteraad, Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17 april 1991 “tot organisatie van het schooljaar in het basisonderwijs, in het deeltijds onderwijs en in het onderwijs voor sociale promotie georganiseerd, erkend of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap”; Overwegende dat in art. 6 van dit besluit melding gemaakt wordt van twee facultatieve vakantiedagen waarover de instellingen voor basisonderwijs bijkomend kunnen beschikken; Overwegende dat de vakanties en vrije dagen moeten worden genomen zoals in vermelde omzendbrieven vooropgesteld; Gelet op de besprekingen die werden gevoerd in de Schoolraad van de Gemeentelijke Basisschool Hulshout en gelet op de besprekingen van het Afzonderlijk Bijzonder OnderhandelingsComité van het Gesubsidieerd Officieel Onderwijs d.d. 14 juni 2013, met het tot stand komen van een protocol als gevolg. BESLUIT: unaniem. Artikel 1: Bovenstaande motivering integraal herhalend en overnemend beslist de gemeenteraad het volgende: Voor het schooljaar 2013-2014, wordt in de Gemeentelijke Basisschool Hulshout geopteerd om de vakanties en vrije dagen als volgt aan te wenden: VAKANTIEDAGEN SCHOOLJAAR 2013 – 2014 1ste trimester Hervatten van de lessen: maandag 02 september 2013 Pedagogische studiedag: maandag 07 oktober 2013 Herfstvakantie: maandag 28 oktober 2013 tot en met zondag 03 november 2013 Wapenstilstand: maandag 11 november 2013 Kerstvakantie: maandag 23 december 2013 tot en met zondag 05 januari 2014 2de trimester Lokale verlofdag: maandag 03 februari 2014 Krokusvakantie: maandag 03 maart 2014 tot en met zondag 09 maart 2014 Paasvakantie: maandag 07 april 2014 tot en met maandag 21 april 2014 3de trimester Feest van de arbeid: donderdag 01 mei 2014 Lokale verlofdag: vrijdag 02 mei 2014 Pedagogische studiedag: woensdag 28 mei 2014 O.H. Hemelvaart: donderdag 29 mei 2014 vrijdag 30 mei 2014 Pinkstermaandag: 09 juni 2014 30 juni 2014 Zomervakantie van dinsdag 01 juli 2014 tot en met zondag 31 augustus 2014. Artikel 2: Deze beslissing zal voor kennisgeving aan de bevoegde diensten worden overgemaakt. Artikel 3: Deze beslissing zal, via lijst van behandelde punten, overeenkomstig TITEL VIII – Bestuurlijk toezicht en externe audit, Hoofdstuk I – Bestuurlijk toezicht, Afdeling II – Algemeen bestuurlijk toezicht, art. 252 par. 1, binnen 20 dagen na het nemen van dit besluit verzonden worden aan de provinciegouverneur. A 18. BESLISSING: GBH: Nascholingsplan 2013-2014 - Goedkeuring. De gemeenteraad, Gelet op het participatiedecreet waardoor de ouders, personeel, leerlingen en de lokale gemeenschap inspraak krijgen; Gelet op de besprekingen die gevoerd werden in de schoolraad met betrekking tot het Nascholingsplan 20132014; Gelet op de besprekingen die gevoerd werden in het Afzonderlijk Bijzonder OnderhandelingsComité van het Gesubsidieerd Officieel Onderwijs, d.d. 14 juni 2013, met het tot stand kopen van een protocol als gevolg;
Overwegende dat bij het opmaken van het nascholingsplan werd rekening gehouden met de verschillende noden binnen de verschillende groepen; Overwegende dat alle personeelsleden de kans krijgen om nascholing te volgen; Overwegende dat het nascholingsplan nagenoeg volledig kon worden opgemaakt. BESLUIT: unaniem. Artikel 1: Bovenstaande motivering integraal herhalend en overnemend beslist de gemeenteraad van Hulshout het volgende: De gemeenteraad beslist het voorgelegde nascholingsplan 2013-2014 goed te keuren. Artikel 2: Deze beslissing zal, via lijst van behandelde punten, overeenkomstig TITEL VIII – Bestuurlijk toezicht en externe audit, Hoofdstuk I – Bestuurlijk toezicht, Afdeling II – Algemeen bestuurlijk toezicht, art. 252 par. 1, binnen 20 dagen na het nemen van dit besluit verzonden worden aan de provinciegouverneur. BIJKOMENDE AGENDA A 19. BESLISSING: Werkgelegenheid. De gemeenteraad, Aangezien de werkloosheid in Hulshout de kaap van de 400 werkzoekenden bereikt heeft; Aangezien alle partijen in hun verkiezingsprogramma maatregelen beloofden om de lokale economie te activeren; Aangezien de herbestemming van de Bonduelle Site mogelijkheden biedt; Aangezien het aanpakken van de leegstand op het industriegebied van Heultje-Hulshout mogelijkheden biedt; Aangezien de uitbreiding van de projecten van vzw Lokaal Werk mogelijkheden biedt; Aangezien het heractiveren en dynamischer maken van het forum van de Lokale Tewerkstelling mogelijkheden biedt; Gezien het hoge percentage ongeschoolde werklozen; Aangezien de staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie Maggie De Block beslist heeft om twee miljoen euro te voorzien voor sociale projecten in 2013; Aangezien het 3de prioritaire thema van de projectoproep van de staatssecretaris voor MI gaat over strategisch management, meer bepaald "innovatieve antwoorden die de sociale economie ondernemingen versterken" BESLUIT: met 9 ja-stemmen (Gust Van Den Bruel , Stef Mattheus, Kurt Albert, Jean-Paul Thys, Sofie Van Lommel, Luc Van den Vonder, Bart Ceulemans, Kurt Winkelmans, Frank Ponsaert), tegen 11 neen-stemmen (Geert Daems, Elien Bergmans, Rist Heylen, Hilde Van Looy, Joost Verhaegen, Rigo Huyskens, Jos Voet, Gunther Vleugels, Elias De Wever, Saskia Luyten, Geert Vermunicht) bij 0 onthoudingen Artikel 1: Bovenstaande motivering integraal herhalend en overnemend beslist de gemeenteraad een project in te dienen in de context van de subsidies voor sociale economie projecten 2013 van de staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie. Artikel 2: de gemeenteraad geeft opdracht aan het schepencollege een project uit te werken en tijdig in te dienen. Artikel 3: Deze beslissing zal, via lijst van behandelde punten, overeenkomstig TITEL VIII - Bestuurlijk toezicht en externe audit, Hoofdstuk I - Bestuurlijk toezicht, Afdeling II - Algemeen bestuurlijk toezicht, art. 252 par. 1, binnen 20 dagen na het nemen van dit besluit verzonden worden aan de provinciegouverneur. A 20. VRAAG: Samenwerkingsovereenkomst TicketGang. In de samenwerkingsovereenkomst TicketGang – Gemeente Hulshout wordt in artikel VI.II.d gesteld: "Ticketgang staat ervoor in dat de webapplicatie-gegevens zo goed als redelijkerwijs mogelijk worden beveiligd tegen verlies; diefstal, ongeautoriseerde toegang en wijziging door derden." TicketGang geeft dus geen garantie. Wat als de gegevens toch gehackt worden, is de gemeente dan verantwoordelijk voor het eventueel misbruik dat van deze gegevens gemaakt wordt? Is de gemeente daartegen verzekerd? Er wordt een toelichting gegeven door de bevoegde schepen Elien Bergmans. De redenering klopt. 100% indekking bestaat niet. TicketGang garandeert, DAT HET geen fraudegevoelige informatie met betrekking tot betalingen, zoals rekeningnummers, debet of creditcards nummers, geldigheidsdata of kaart codes en digipass codes verwerkt noch opslaat op haar servers of software. Bijgevolg is het fysiek onmogelijk dat dergelijkE gegevens bij TicketGang kunnen verkregen worden via hacking of een andere fraudetechniek. De betalingstransacties worden verwerkt door Ogone NV en TicketGang ontvangt enkel het akkoord voor de uitgevoerde online betaling. A 21. KENNISNAME : Verslag betreffende de infosessie "Milieu" georganiseerd door de juridische dienst van IOK te Geel op 13 juni 2013. De gemeenteraad neemt kennis van het verslag van de infosessie “Milieu” d.d. 13.06.2013, georganiseerd door het IOK.
A 22. KENNISNAME : Verslag betreffende de infosessie "Overheidsopdrachten" georganiseerd door de juridische dienst van IOK te Geel op 6 juni 2013. De gemeenteraad neemt kennis van het verslag van de infosessie “Overheidsopdrachten” d.d. 06.06.2013, georganiseerd door het IOK. A 23. BESLISSING: Ruimtelijke ordering: Verkaveling nr. 862, Strepestraat 3 - Goedkeuring stratentracé met gratis grondafstand aan de gemeente voor openbaar nut ter inlijving in het openbaar domein. De gemeenteraad, Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening; Gelet op de aanvraag ingediend door de heer Van den Vonder Marcel voor erven Ceuppens-Van de Velde tot het bekomen van de verkavelingvergunning gekend onder intern dossiernummer 862, met een op plan aangeduide gratis grondafstand van 84ca aan de gemeente voor openbaar nut ter inlijving van het openbaar domein, gelegen te Strepestraat 3 afd. 1, sectie D, nr. 139C2 en 139D2; Overwegende dat voor deze aanvraag door het college van burgemeester en schepenen een openbaar onderzoek bevolen werd en dit van 17 april 2013 tot en met 16 mei 2013; Overwegende dat de aanpalenden bij aangetekend schrijven van dit openbaar onderzoek in kennis werden gesteld; Overwegende dat bij de sluiting van het onderzoek werd vastgesteld dat geen bezwaarschrift werd ingediend; Overwegende dat het openbaar onderzoek conform de wet werd uitgevoerd; Overwegende dat aan de huidige verkavelingaanvraag reeds een weg met nutsleidingen ligt maar dat de strook aangeduid op het verkavelingplan af te staan aan de gemeente, met een grootte aangeduid op het verkavelingplan, dient te worden ingelijfd in het openbaar domein; Gelet op het ingediend voorstel van de aanvragers; Overwegende dat de gemeenteraad het stratentracé met nieuwe rooilijn dient vast te stellen; Overwegende dat de gemeenteraad van mening is dat voor een volwaardige inrichting van het openbaar domein ter hoogte van de Strepestraat een toekomstige rooilijn van 12m dient te worden gerealiseerd. BESLUIT: unaniem Artikel 1: Bovenstaande motivering integraal herhalend en overnemend beslist de gemeenteraad het wegentracé met de bestaande weg, uitgebreid zoals op het verkavelingplan aangeduid, na gratis grondafstand van 84ca aan het openbaar domein worden toegevoegd, goed te keuren en dit zoals op het verkavelingplan aangeduid. Artikel 2: De strook zoals op het verkavelingplan aangeduid, dient aan de gemeente Hulshout gratis te worden afgestaan voor openbaar nut ter inlijving in het openbaar domein. Dit dient te gebeuren alvorens één lot te vervreemden of te bebouwen. Artikel 3: Deze beslissing zal, via lijst van behandelde punten, overeenkomstig TITEL VIII - Bestuurlijk toezicht en externe audit, Hoofdstuk I - Bestuurlijk toezicht, Afdeling II - Algemeen bestuurlijk toezicht, art. 252 par. 1, binnen 20 dagen na het nemen van dit besluit verzonden worden aan de provinciegouverneur. A 24. VRAAG: Welke acties heeft het gemeentebestuur genomen in het dossier 'Villa Janssens'? Antwoord: Begin 2013: een onderhoud met enkele personen van het actiecomité “red villa Janssens”. Plaatsbezoek aan het pand met de huidige eigenaar. 24 mei 2013: bezoek van het pand met erfgoed de erfgoedconsulent van de dienst onroerend erfgoed Antwerpen 19 juni 2013: Punt besproken op de RvB KLZ. Er is een aannemer aangesteld voor de afbraak van de loodsen én de verwijdering van de planten die het pand overwoekeren. Start na het bouwverlof. Er wordt een overleg gepland met de KLZ i.v.m. een permanente oplossing. De piste van het pand te laten opnemen als beschermd gebouw is in onderzoek. A 25. VRAAG: Wordt het industrieel erfgoed uit de loodsen bewaard? Antwoord: Het behoud van het erfgoed werd ter sprake gebracht bij het plaatsbezoek van de erfgoedconsulent op 24 mei 2013. De consulent ging zijn collega’s van industrieel archeologisch erfgoed op de hoogte brengen. In de veronderstelling dat dit gebeurd was , werden er verder geen stappen ondernomen. Naar aanleiding van Uw vraag nam ik contact op met de betrokken erfgoedconsulent. Het bleek dat er nog geen actie ondernomen was. Vandaar dat ik een afspraak heb gemaakt met een consulent van de dienst industrieel archeologisch erfgoed. Deze persoon komt langs op dinsdag 16 juli. A 26. VRAAG: Welke rol zal het gemeentebestuur spelen in het behoud van de 'Villa Janssens'? Antwoord: De gemeente Hulshout wil een actieve rol spelen in dit dossier. Wel moeten we het volgende kader in het achterhoofd houden: Het is geen eigendom van de gemeente Hulshout. Het pand is (nog) niet beschermd De gemeente is wel eigenaar van andere panden dat dringende behoudende maatregelen nodig heeft. We moeten een oplossing vinden met de huidige eigenaar voor dat we iets zoeken voor de verdere oekomst.
GEHEIME ZITTING A 27. BESLISSING: Personeel: Aanwijzing van een gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar - niveau A in statutair tijdelijk verband. De gemeenteraad, Gelet op artikel 1.4.6 §2 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 15 mei 2009, bepalende dat iedere gemeente moet beschikken over minimum één gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar; Gelet op artikel 57 §3, 2° van het gemeentedecreet dat bepaalt dat het schepencollege bevoegd is voor het aanstellen van het personeel, uitgezonderd de secretaris, de financieel beheerder/ontvanger en de leden van het MAT; Gelet op artikel 106 van het gemeentedecreet dat bepaalt dat het college van burgemeester en schepenen bevoegd is voor de aanstelling en het ontslag van de personeelsleden, behoudens in de gevallen waarin door of krachtens de wet of het decreet die bevoegdheid aan de gemeenteraad is opgedragen; Gelet op artikel 1.4.6 §1 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 15 mei 2009, bepalende dat de gemeenteraad het aantal gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaren vaststelt en aanwijst; Overwegende dat de gemeente om een vergunningsautonomie te bekomen, ontvoogd dient te worden; Overwegende dat hiervoor dient voldaan te worden aan volgende vijf voorwaarden: 1. een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk structuurplan; 2. een gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar; 3. een conform verklaard plannenregister; 4. een vastgesteld vergunningenregister; 5. een register van de onbebouwde percelen; Overwegende dat de gemeente voldoet aan voormelde voorwaarden, uitgezonderd dat de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar nog door de gemeenteraad dient aangewezen te worden; Gelet op het schrijven van 26 februari 2013 van het departement van de Vlaamse Overheid Ruimte Vlaanderen, houdende ontvoogding van de gemeente Hulshout vanaf 1 september 2013; Overwegende dat de aanwijzing van het specifieke personeelslid dat functioneert als stedenbouwkundig ambtenaar volgens artikel 1.4.6§1 van de VCRO nog door de gemeenteraad dient te gebeuren; Gelet op artikel 16 van het besluit van de Vlaamse regering van 19 mei 2000, vermeldend dat om te kunnen worden aangesteld als gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar in gemeenten met minder dan 20.000 inwoners de persoon houder dient te zijn van een diploma dat toegang geeft tot niveau A of B en van een diploma van een opleiding ruimtelijke ordening; Gelet op artikel 3, 1° van het decreet van 16 juli 2010, houdende wijziging van artikel 1.4.6 van de Vlaamse codex RO waarbij bepaald wordt dat enkel statutaire of op proef benoemde statutaire personeelsleden kunnen aangewezen worden als gemeentelijke stedenbouwkundig ambtenaar; Overwegende dat in zitting van het college van 8 december 2008 tot de aanstelling van een stedenbouwkundige ambtenaar werd overgegaan; Gelet op het diploma van Kurt Van de Vonder welke toegang verleent tot het niveau A; Gelet op de opleiding master in de stedenbouw en de ruimtelijke planning welke de stedenbouwkundig ambtenaar heeft gevolgd aan de Artesis Hogeschool te Antwerpen; Overwegende dat betrokkene zijn thesis nog dient in te leveren; Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 04 juni 2012, houdende de aanduiding van de stedenbouwkundig ambtenaar als deel uitmakend van het managementteam. BESLUIT: unaniem Artikel 1: Ingevolge de wet van 29 juli 1991, inzake de motiveringsplicht, is het bestuur van oordeel dat volgende motieven aan de basis liggen van onderstaande beslissing: - om aan de voorwaarden van ontvoogde gemeente inzake Ruimtelijke Ordening te voldoen, dient de gemeenteraad de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar nog aan te wijzen (artikel 1.4.6.§1 VCRO), de aanstelling is reeds gebeurd door het schepencollege in zitting van 8 december 2008; - de ontvoogding van de gemeente Hulshout treedt in werking op 1 september 2013 (schrijven van 26 februari 2013 Departement van de Vlaamse Overheid Ruimte Vlaanderen); - de aanwijzing door de gemeenteraad van de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar dient voor 1 september 2013 te gebeuren om te voldoen aan alle voorwaarden van ontvoogde gemeente. Artikel 2: Op basis van de hierboven aangehaalde elementen wordt overgegaan tot de aanwijzing van de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar. Met eenparigheid van stemmen wordt Kurt Van den Vonder, geboren op 07 juli 1969, wonende te 2235 Hulshout, Grote Baan 134, aangesteld als stedenbouwkundig ambtenaar in zitting van het college van 8 december 2008, door de gemeenteraad aangewezen als voltijds gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar bij ons bestuur. Artikel 3: Vanaf 1 september 2013 zal het bestuur, als ontvoogde gemeente, alle vergunningsaanvragen ingediend in de reguliere procedure autonoom kunnen behandelen, zonder voorafgaand advies van de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar. Artikel 4: Deze beslissing zal, via lijst van behandelde punten, overeenkomstig TITEL VIII - Bestuurlijk toezicht en externe audit, Hoofdstuk I - Bestuurlijk toezicht, Afdeling II - Algemeen bestuurlijk toezicht, art. 252 par. 1, binnen 20 dagen na het nemen van dit besluit verzonden worden aan de provinciegouverneur.
A 28. BESLISSING: Personeel: Delegatie handtekeningbevoegdheid en (mede)ondertekening van de secretaris en de financieel beheerder. De gemeenteraad, Gelet op artikel 182 §1 en §2 van het gemeentedecreet waarin bepaald wordt, dat de reglementen, verordening, beslissingen, akten van de gemeenteraad, akten van de burgemeester en van het college van burgemeester en schepenen en alle andere stukken of briefwisseling worden ondertekend door de burgemeester en mede ondertekend door de gemeentesecretaris; Gelet op artikel 182 §3 eerste lid dat vermeld dat de beslissingen, de akten, de verslagen en de brieven van de financieel beheerder door hem worden ondertekend als ze specifiek betrekking hebben op de aan hem toevertrouwde taken; Gelet op artikel 182 §3 tweede lid, houdende de mogelijkheid om delegatie te verlenen aan personeelsleden tot ondertekening van beslissingen, akten en briefwisseling; Overwegende dat artikel 184 van het gemeentedecreet bepaalt dat de gemeentesecretaris zijn bevoegdheid tot ondertekening of medeondertekening kan opdragen aan een of meer personeelsleden van de gemeente, tenzij de bevoegdheid betrekking heeft op de ondertekening van de notulen, vermeld in artikel 180; Overwegende dat deze opdracht schriftelijk dient te gebeuren en te allen tijde herroepbaar is; Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 31 januari 2011, houdende de aanduiding van plaatsvervangers bij afwezigheid van de gemeentesecretaris de financieels beheerder; Gelet op de beslissing van de gemeentesecretaris van 17 mei 2013, houdende de beslissing tot het verlenen van de opdracht van de bevoegdheid tot (mede)ondertekening namens de gemeentesecretaris; Overwegende dat de gemeenteraad van deze beslissing op de hoogte moet worden gebracht in zijn eerstvolgende vergadering; Overwegende dat voor de goede werking van de organisatie, het vlot verloop en de noodzakelijke opvolging van de dossiers en de briefwisseling, de secretaris het opportuun acht delegatie van handtekening te geven aan een aantal personeelsleden; Overwegende dat het delegeren van de handtekeningbevoegdheid bijdraagt tot de efficiënte werking van de diensten; Gelet op de beslissing van de secretaris van 24 januari en 3 februari 2011, houdende delegatie van de bevoegdheid tot ondertekening door de secretaris aan de stedenbouwkundig ambtenaar; Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 28 februari 2011, houdende de bekrachtiging van de beslissingen van de secretaris van 24 januari en 3 februari 2011. BESLUIT: unaniem Artikel 1: Ingevolge de wet van 29 juli 1991, inzake de motiveringsplicht, is het bestuur van oordeel dat volgende motieven aan de basis liggen van onderstaande beslissing: - de delegatie van de ondertekeningbevoegdheid van de secretaris zorgt voor een goede werking van de organisatie, het vlot verloop, de afhandeling en de noodzakelijke opvolging van de dossiers en de briefwisseling; - de delegatie draagt bij tot een efficiënte werking van de diensten; Op basis van deze overwegingen neemt de raad kennis van het besluit van 17 mei 2013 van de gemeentesecretaris waarbij hij delegatie van handtekening verleent voor specifieke stukken aan Kurt Van den Vonder en Josée Peeters. Artikel 2: De raad beslist, op voorstel van de secretaris en de financieel beheerder om de handtekeningbevoegdheid van de secretaris, Rob Goris te delegeren aan de hiernavermelde personen voor volgende stukken: 1. DELEGATIE AAN PEETERS JOSEE, verantwoordelijke personeelszaken Inzake personeelsaangelegenheden: 1. a) Sociale documenten, die geen verbintenis voor de gemeente inhouden: - Aangifte arbeidsongevallen en beroepsziekten; - Formulier C4- werkloosheid; - Inlichtingenformulier voor de ziekenfondsen; - Formulier C61A, loopbaanonderbreking; - Formulier C61B, gedeeltelijke loopbaanonderbreking; - Formulier C63RV, attest van vervanging in het kader van loopbaanonderbreking; - Aanvraag tot het bekomen van een aanmoedigingspremie voor loopbaanonderbreking in de Vlaamse sector; - Formulier C131A, werkloosheidsbewijs voor de inactiviteituren; - Verklaring van de onmogelijkheid om de zwangere werkneemster of de werkneemster die haar kind voedt een arbeid te laten verrichten, die met haar toestand verenigbaar is; - Verklaring van de periode(n) van ziekte (bestemd voor het werkloosheidsdossier); - Verklaring van schorsing van de arbeidsovereenkomst (bestemd voor het ziekenfonds); - Verklaringen en attesten in verband met de tewerkstelling en bezoldiging van alle personeelsleden, op grond van de gegevens die binnen de dienst personeelszaken worden bijgehouden en opgevolgd, ten behoeve de betrokkenen en van alle instellingen die gerechtigd zijn deze gegevens op te vragen (o.m. tewerkstellingsattesten, inkomensverklaringen, verklaringen i.v.m. bezoldigingen ten behoeve van subsidiërende instanties, vakantieattesten, …); - Verklaringen ten behoeve van de kassen voor kinderbijslag, voor bijscholingen, voor pensioenkassen met betrekking tot gegevens die binnen de dienst personeelszaken worden bijgehouden en opgevolgd;
- Aangiften en verklaringen met betrekking tot de RSZ van contractuelen en gesco’s op grond van de gegevens die door de dienst personeelszaken worden bijgehouden en opgevolgd; 1. b)Plaatsen van de eerste handtekening in het systeem van de dubbele handtekening voor betaalopdrachten. 2. DELEGATIE AAN KURT VAN DEN VONDER, clusterverantwoordelijke wonen en werken 2. a) Inzake ruimtelijke ordening en stedenbouw: - De voorbereidende stukken met het oog op de samenstelling van de dossiers; - De adviezen van het College van Burgemeester en Schepenen; - De toegekende stedenbouwkundige vergunningen en de bekendmakingen en briefwisseling ter uitvoering ervan; - Alle correspondentie en beslissingen in verband met huisvestingspremies; - De bewijzen van aanplakking volgens artikel 4.7.19§2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening; - Het opstellen van de proces-verbalen van de openbare onderzoeken zoals bepaald in artikel 4.7.15§1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening; 2. b) Inzake milieuvergunningen: - De voorbereidende stukken met het oog op de samenstelling van de dossiers; - De adviezen van het College van Burgemeester en Schepenen; - De door het College van Burgemeester en Schepenen verleende vergunningen voor inrichtingen van 2de klasse, de aktenemingen van de meldingsplichtige inrichtingen van 3de klasse en de bekendmakingen en briefwisseling ter uitvoering ervan. De raad beslist om de handtekeningbevoegdheid van de financieel beheerder Herman Peetermans te delegeren aan de hiernavermelde persoon voor volgende stukken: 3. DELEGATIE AAN WENDY PEETERMANS, deskundige financiën 3. a) De beslissingen, de akten, de verslagen en de brieven van de financieel beheerder als ze specifiek betrekking hebben op de aan de financieel beheerder toevertrouwde taken; - De ondertekening van het dwangbevel, uitgevaardigd voor de invordering van schulden, met behoud van de ondertekeningbevoegdheid inzake de uitvoerbaarverklaring ervan; 3. b) Plaatsen van de tweede handtekening in het systeem van de dubbele handtekening voor betaalopdrachten; Deze opdrachten zijn schriftelijk en te allen tijde herroepbaar. Artikel 3: De bevoegdheid tot ondertekening of medeondertekening wordt opgedragen aan volgende gemeentepersoneelsleden in alfabetische volgorde , uitgezonderd de ondertekening van de originelen van de notulen van de gemeenteraad en het college van burgemeester en schepenen: 1. Jan Kindermans coördinator buitenschoolse kinderopvangdienst 2. Josée Peeters verantwoordelijke personeelszaken; 3. Luc Van Roie clusterverantwoordelijke grondgebonden diensten. Artikel 4: De beslissingen van de gemeenteraad van 28 februari 2011 en 26 maart 2012 houdende de kennisgeving van de bevoegdheid tot ondertekening namens de gemeentesecretaris worden met ingang van heden opgeheven. Artikel 5: De personeelsleden aan wie de opdracht tot medeondertekening is gegeven, worden van deze beslissing in kennis gesteld. Zij moeten bij ondertekening boven hun handtekening, naam en functie tevens melding maken van die opdracht. Artikel 6: Deze beslissing zal, via de lijst van de behandelde punten, overeenkomstig titel VIII - Bestuurlijk toezicht en externe audit, hoofdstuk I – Bestuurlijk toezicht, afdeling II – algemeen bestuurlijk toezicht, artikel 252 paragraaf 1, binnen de 20 dagen na het nemen van dit besluit verzonden worden aan de provinciegouverneur. Het verslag van de vorige zitting wordt zonder opmerkingen goedgekeurd. De vergadering wordt gesloten om 22.40 uur. Namens de gemeenteraad, Bij verordening de secretaris
Rob Goris
de burgemeester
Geert Daems