e
3 Provinciale Expertmeeting Polarisatie en Radicalisering Maandag 12 december 2011
Maandag 12 december 2011 van 13.00 tot 17.00 uur (registratie vanaf 12.30 uur) Provinciehuis Groningen, Statenzaal, ingang Martinikerkhof 12 Voor beleidsmakers, bestuurders, managers en beroepskrachten van gemeenten en maatschappelijke organisaties in de provincie Groningen en elders
VERSLAG
Aan de slag!
Verslag maart 2012 Paula Bisschop Boele projectleider Provinciale aanpak polarisatie en radicalisering CMO Groningen Postbus 2266 9704 CG Groningen Telefoon (050) 577 01 01 Fax (050) 577 64 93 www.cmogroningen.nl
[email protected]
INHOUD
Programma Deelnemerslijst Plenair A Welkom door Marianne Besselink, gedeputeerde provincie Groningen B Inleiding op de expertmeeting door dagvoorzitter Frans van der Haar C Tot de kern: rechtsextremisme begrijpen en bestrijden door Willem Wagenaar D Handelingskader Programma Polarisatie en radicalisering door Wanda Elzenga Workshops en presentaties 1 Preview Provinciale basistraining signalering polarisatie en rechtsradicalisering 2 Presentatie Jeugd in Stad 3 Workshop Ontmoeting als preventie: ja of nee? 4 Paneldiscussie Hoe ga je als jongerenwerker met polarisatie en radicaliserende jongeren om? 5 Workshop Radicaal jong: een preventieve peer‐to‐peer aanpak 6 Workshop CJG en polarisatie en radicalisering
pg. 5 6
9 11 12 15
19 20 22 23 24 25
Verslag 3e Provinciale Expertmeeting Polarisatie en Radicalisering 'Aan de slag!’ 12‐12‐2011
3
Verslag 3e Provinciale Expertmeeting Polarisatie en Radicalisering 'Aan de slag!’ 12‐12‐2011
4
Programma 12:30 13:00 13:10 13:20 13:50 14:00 15:00 15:15 16:15 16:30 16:50 17:00
Ontvangst en registratie Welkom gedeputeerde Marianne Besselink Inleiding door dagvoorzitter Frans van der Haar Plenaire presentatie Tot de kern door Willem Wagenaar Pauze eerste Ronde workshops & presentaties Nr.1 Preview training (statenzaal) Nr.3 Workshop ontmoeting (k.43) Nr.4 Paneldiscussie (k.7) Nr.5 Workshop radicaal jong (k.20) Pauze 2e Ronde workshops & presentaties Nr.2 Presentatie jeugd (statenzaal) Nr.3 Workshop ontmoeting (k.43) Nr.4 Paneldiscussie (k.7) Nr.5 Workshop radicaal jong (k.20) Nr.6 Workshop CJG (k.21) Pauze Plenaire presentatie Handelingskader door Wanda Elzenga Reflectie op de expertmeeting door Willem Wagenaar Sluiting en aansluitend hapje en drankje
Organisatie Projectleiding: CMO Groningen. In samenwerking met het provinciale expertisenetwerk Polarisatie en Radicalisering Groningen. Met ondersteuning van de Provincie Groningen. Dagvoorzitter is Frans van der Haar, ketenmanager van het Veiligheidshuis Groningen. Het Veiligheidshuis is lid van het provinciale Expertisenetwerk Polarisatie en Radicalisering Groningen.
Verslag 3e Provinciale Expertmeeting Polarisatie en Radicalisering 'Aan de slag!’ 12‐12‐2011
5
Deelnemerslijst Janny Alexander Marcel Renee Kasper Harm Harald Ernst Monique Tsjalling Ina Benjamin Harriët Kim Anne‐Tjerk Jan Gaby Agnes Kyra Inge Arnold Yolanda Matthijs Reina Bas Roel R. Bart Trees Hanneke Stephanie Ronald Ger Sieta Ida Gerda Marten Tineke Joram Dennis Jakob Eva Nirosh Hans
Aartsma van den Berg van Biessum Blaauw Bodde Bos Bouman Brederveld de Bruin Buwalda Dijkema Dokter van Ellen Ensing Fokkens Geenhuizen Gopie Groenhagen de Haan Haverkamp Helmantel Hoekstra Jansen Janssen Kampyon Koning Kuipers Lamers van Leeuwen Leeuwenhoek van der Lende Meier Meijer van der Meulen Nieboer Nienhuis Plantinga Poelstra Pool Ram Roffel Samson Sharanshi Sulmann
GGD Ministerie van Veiligheid & Justitie COA afdeling AMV CMO Groningen Regiopolitie Groningen Regiopolitie Groningen Gemeente Eemsmond Het Poortje Jeugdinrichtingen Reclassering Nederland VluchtelingenWerk Noord Nederland (Zuidhorn) SWD SWGZ BJZ Groningen MJD Jeugd en Jongerenwerk MJD Regiopolitie Groningen Ministerie van Veiligheid & Justitie Regiopolitie Groningen Discriminatie Meldpunt Groningen Tumba Gemeente Slochteren Provincie Groningen Regiopolitie Groningen Stichting Rzijn Gemeente Vlagtwedde Noorderpoort BJZ Groningen De Badde COA Provincie Groningen MJD VluchtelingenWerk Noord Nederland Regiopolitie Groningen provincie Groningen Nuance‐consult Radar Elker Stichting Folkingestraatsynagoge Provincie Groningen Ororon Gemeente Stadskanaal Platform Zelforganisatie Groningen / Koerdische Vereniging MJD
Verslag 3e Provinciale Expertmeeting Polarisatie en Radicalisering 'Aan de slag!’ 12‐12‐2011
6
Jos Mervin Dieneke Grijke Manon Anna Anneke Romkje
Toebak Tuni Verwey Visser Vos Wessels Wortelboer Zwart
Regiopolitie Groningen Elker BJZ Groningen GGD Gemeente Slochteren Elker Stichting Inburgering en Integratie (Si!) COA afdeling AMV
Organisatie & sprekers Rik Teije Marianne Paula Daniëlle Mellouki Tim Sander Wanda Iris Marchie Frans Niels Trieneke Elmer Anuschka Klaartje Sanne Geert Georg Willem Adrie
Baas Barkema Besselink Bisschop Boele Boekholt Cadat Dijkhuis Doorn Elzenga Engelsman Ensing van der Haar Harbrink Hijma Pietersen de Schmidt Slofstra Smid Spieker Vellinger Wagenaar de Wit
Radicaal Jong Jongerenwerk Barkema & De Haan Provincie Groningen CMO Groningen CMO Groningen MOVISIE Radicaal Jong Radicaal Jong Ministerie van Veiligheid & Justitie MJD Plattelandsjongeren.nl Veiligheidshuis Groningen MJD VluchtelingenWerk Noord Nederland Plattelandsjongeren.nl Provincie Groningen MDO Discriminatie Meldpunt Groningen Radar Uitvoering De Badde Anne Frank Stichting Gemeente Oldambt
Verslag 3e Provinciale Expertmeeting Polarisatie en Radicalisering 'Aan de slag!’ 12‐12‐2011
7
jongeren
Beschikbaarheid kennis
expertise interventie Extreem rechts polarisatie preventie signalering Bestrijding overlast uitingen
Beschikbare kennis
advisering
deskundigheidsbevordering
Verslag 3e Provinciale Expertmeeting Polarisatie en Radicalisering 'Aan de slag!’ 12‐12‐2011
8
Welkom door Marianne Besselink, gedeputeerde provincie A. Gedeputeerde Marianne Besselink heet de aanwezigen van harte welkom in de statenzaal van het provinciehuis en geeft haar visie op het thema polarisatie en radicalisering. De gedeputeerde stelt vast dat de aanpak van polarisatie en radicalisering een onderwerp is dat discussie oproept, zowel in het publieke als in het politieke debat. Is het puberaal provocatief gedrag van een kleine groep waar je geen aandacht aan moet geven? Of moet je de signalen juist uiterst serieus nemen en gezamenlijk aanpakken? Zij is voorstander van het laatste. Radicalisering is een moeilijk grijpbaar thema, processen spelen zich vaak ondergronds af. Excessen worden veelal onterecht afgedaan als incident en de impact van de harde kern van rechtsradicalen wordt gebagatelliseerd. Gelukkig voorziet de provinciale aanpak in een training, waar eerstelijnswerkers beter leren het proces van radicalisering te begrijpen en de signalen te herkennen. Ook laten projecten in Winschoten en Stadskanaal zien dat radicalisering en overlast teruggedrongen kunnen worden. Polarisatie is een zorgelijke tendens: Er zijn scherpere tegenstellingen tussen groepen in de samenleving en er is meer verharding en onverdraagzaamheid. Internet blijkt een invloedrijk podium voor het ventileren van ongenuanceerde meningen. Soms is dit slechts een eerste stap in de ontwikkeling van radicale netwerken. Polarisatie en radicalisering vormen een ernstige bedreiging van de sociale veiligheid en de sociale samenhang in onze samenleving. Een intensieve afstemming en samenwerking tussen verschillende organisaties zoals in de provinciale aanpak is nodig om vroegtijdig te signaleren en snel te kunnen interveniëren bij eventuele calamiteiten. Een goede preventieve aanpak voorkomt dat risicovol gedrag escaleert. De gedeputeerde is verheugd dat zoveel vertegenwoordigers van verschillende organisaties aanwezig zijn op deze expertmeeting: een prima basis om samen aan de slag te gaan. Zij wenst de deelnemers een heel goede bijeenkomst toe.
Verslag 3e Provinciale Expertmeeting Polarisatie en Radicalisering 'Aan de slag!’ 12‐12‐2011
9
Provinciale Sociale Agenda 2009 – 2012: Polarisatie en Radicalisering In programmalijn 1 van de Provinciale Sociale Agenda 2009 – 2012, Jeugd, maakt de aanpak van polarisatie en radicalisering onderdeel uit van het thema ‘Versterken voorliggende voorzieningen: vroegsignalering en aanpak risicofactoren’ en wordt de uitvoering ondergebracht in de gebiedsgerichte aanpak. Tevens wordt in programmalijn 2: ‘Participatie en volksgezondheid’ gesignaleerd dat onze samenleving steeds meer multicultureel van samenstelling wordt. Nadrukkelijk wordt hierbij benoemd dat voorkomen moet worden dat bevolkingsgroepen tegenover elkaar komen te staan of geen begrip meer voor elkaar kunnen opbrengen.
Project ‘Aanpak polarisatie en radicalisering onder jongeren in de provincie Groningen’ In de periode 2009 – 2012 wordt het project ‘Aanpak polarisatie en radicalisering onder jongeren in de provincie Groningen’ onder regie van de provincie en met coördinatie van CMO Groningen uitgevoerd. Financieel wordt het project door de provincie Groningen en door gemeenten via het gebiedsgericht werken gefinancierd. Daarnaast werd het project tot en met maart 2011 gefinancierd door het ministerie van Binnenlandse Zaken (eind 2010 werd dit ondergebracht bij het ministerie van Veiligheid en Justitie). Het project heeft de volgende doelen: 1. Samenwerking van gemeenten en instellingen op provinciaal niveau: uitwisseling van kennis en ervaring als basis voor een integrale aanpak; 2. Beschikbaar stellen van kennis en informatie: gezamenlijk expertise opbouwen binnen de provincie en doorgeven aan lokale en provinciale organisaties; gebruik maken van landelijke expertise (bijvoorbeeld Anne Frank Stichting, Forum, Nuansa); 3. Deskundigheidsbevordering, training in het kunnen signaleren en reageren voor eerstelijnswerkers bij politie, welzijnsinstellingen, jeugdzorg, onderwijs en verenigingen en ambtenaren. Gemeenten krijgen inzicht in de ontwikkelingen in hun eigen gemeenten zodat zij kunnen bepalen wat hun regiefunctie hierin kan zijn. In december 2009 werd een eerste provinciale expertmeeting gehouden waar landelijke experts, gemeenten en instellingen bijeenkwamen: een eerste stap in samenwerking, uitwisseling van informatie/ervaring en training. In februari 2011 werd de tweede provinciale expertmeeting georganiseerd. In 2011 en 2012 wordt verder ingezet op bijeenkomsten (uitwisseling en training) voor eerstelijnswerkers en ambtenaren. Daarnaast worden in diverse gemeenten op maat trajecten opgesteld en activiteiten georganiseerd. Om het provinciale project te adviseren en te begeleiden heeft de provincie een expertisenetwerk ingesteld. Onder voorzitterschap van de provincie en coördinatie van CMO Groningen heeft de werkgroep de volgende leden: Regiopolitie Groningen, VluchtelingenWerk Noord Nederland, Veiligheidshuis Groningen, Discriminatie Meldpunt Groningen, Bureau Jeugdzorg Groningen, MJD Groningen, Jongerenwerk Barkema & de Haan, RadarUitvoering en een vertegenwoordiging van de Groninger gemeenten. Bestuurlijk is het project ondergebracht bij het Platform Jeugd waarin alle
Verslag 3e Provinciale Expertmeeting Polarisatie en Radicalisering 'Aan de slag!’ 12‐12‐2011
10
B.
Inleiding op de expertmeeting door dagvoorzitter Frans van der Haar
Dagvoorzitter Frans van der Haar is ketenmanager van het Veiligheidshuis Groningen. Het Veiligheidshuis is lid van het provinciale Expertisenetwerk Polarisatie en Radicalisering Groningen. Dagvoorzitter Frans van der Haar geeft een korte toelichting op de Aanpak polarisatie en radicalisering onder jongeren in de provincie Groningen. Deze aanpak wordt nader beschreven in de Doorkijk van het project van december 2011 die alle deelnemers in hun congresmap vinden. Vervolgens licht hij het programma toe en de workshopindeling. Nadere informatie over de workshops en betrokken instellingen is ook in de congresmap opgenomen. Alle deelnemers zullen het verslag van deze expertmeeting ontvangen. Tenslotte roept de dagvoorzitter om meningen en reacties op de presentaties en workshops tijdens de expertmeeting te twitteren:
Tweet uw mening via #polrad11 Over de presentaties, workshops en discussies.... Aan het eind van de middag worden de tweets gepresenteerd
Verslag 3e Provinciale Expertmeeting Polarisatie en Radicalisering 'Aan de slag!’ 12‐12‐2011
11
C.
Plenaire presentatie van Willem Wagenaar Tot de kern: rechtsextremisme begrijpen en bestrijden
Willem Wagenaar is als onderzoeker werkzaam bij de Anne Frank Stichting. Hij is gespecialiseerd in rechtsextremisme, racistisch geweld en de strafrechtelijke bestrijding daarvan. Daarnaast heeft hij onderzoek gedaan naar processen van radicalisering en deradicalisering en de rol van jeugdstijlen in die processen. Hij was nauw betrokken bij de pilot in Winschoten in 2007 – 2008. In zijn presentatie behandelt hij het profiel van ‘de rechtsextremist’ en de mogelijke aanpakken van het rechtsextremisme. Hij zal de actuele situatie van de provincie Groningen vergelijken met die van andere regio's in Nederland en adviseren over onze provinciale aanpak: “Wat doen we goed en waarop kunnen we nog inzetten?” Dames en Heren, zeer geachte aanwezigen, Ik wil u vandaag meenemen naar de kern. De kern van het radicalisme, de kern van het radicaliseringsproces, maar ook, maar vooral, naar de kern van het beleid dat probeert radicalisme te bestrijden of te voorkomen. Mijn doel met de wandeling langs deze onderwerpen is om aan te tonen dat radicalen bijzonder voorspelbaar zijn, maar de overheid niet. En dat die onvoorspelbaarheid de komende tijd een bedreiging gaat vormen voor een succesvol beleid ten aanzien van radicalen. Ik stel dus dat radicalen voorspelbaar zijn. Maar dat is natuurlijk om te beginnen een kwestie van definitie. Want, hoe zie ik die radicalen dan? Vaak wordt er vanuit gegaan dat radicaal gedachtengoed op het ene moment in de geschiedenis fundamenteel anders in elkaar zit dan op het andere moment. Dat radicale groepen komen en gaan en dat redenen waarom jongeren betrokken raken bij radicale activiteiten ook sterk afhankelijk zijn van de tijd en van de maatschappelijke en politieke context. Ik wil niet ontkennen dat dat zo is. Maar in de kern van de zaak blijken radicalen op cruciale punten vaak bijzonder veel op elkaar te lijken. Onafhankelijk van tijd en plaats. Deze meneer [toont foto] is natuurlijk een sprekend voorbeeld van een radicaal, een rechts‐radicaal in dit geval. Hij is niet alleen in woord en gedachte een grote bewonderaar van Adolf Hitler, maar gaat nu alweer ruim 10 jaar als Hitler door het leven. Met zijn verschijning geeft hij onder andere aan een afkeer te hebben van onze parlementaire democratie. Radicalen zijn mensen die, net als hij, fundamentele veranderingen van de maatschappelijke orde voorstaan. Radicalen zijn er natuurlijk in soorten en maten. Wie precies het stempel ‘radicaal’ krijgt, is afhankelijk van de ideeën van de radicaal zelf, maar meer nog van de maatschappij om de radicaal heen. Een voorbeeld uit 1996, nog maar 15 jaar geleden. Toen vond er een omstreden demonstratie plaats in Zwolle. Na lang wikken en wegen had de burgemeester besloten om twee extreemrechtse partijen toestemming te geven voor een demonstratie. Zijn argumentatie was dat het demonstratierecht in de wet openstond voor iedereen. Daarom had hij geen bevoegdheid om de demonstratie tegen te gaan. Dat lijkt logisch, maar was in die tijd een zeer omstreden besluit. Hans Janmaat, Kamerlid en partijleider van de Centrumdemocraten sprak bij de die demonstratie de verzamelde demonstranten toe en zei: “Wanneer wij de mogelijkheden en de macht hebben, schaffen wij de multiculturele samenleving af.” Wanneer wij de mogelijkheden en de macht hebben, wanneer de CD de macht heeft. Dat wilde feitelijk zeggen: nooit. Dan schaffen wij de multiculturele samenleving af. Maar wat was dat, die multiculturele samenleving en hoe wilde Janmaat die in ‘s hemelsnaam “afschaffen”?
Verslag 3e Provinciale Expertmeeting Polarisatie en Radicalisering 'Aan de slag!’ 12‐12‐2011
12
Dat er in deze uitspraak feitelijk helemaal niets schokkends wordt gezegd, doet er niet aan af dat Janmaat tot 7500 gulden boete en een voorwaardelijke celstraf werd veroordeeld. Janmaat’s gedachtegoed werd in 1996 gezien als een bedreiging voor onze samenleving. Janmaat was een radicaal. En in deze uitspraken was een stok gevonden om de hond mee te slaan: Janmaat was een radicaal die bestreden moest worden. Dat nu, zal in dit tijdsbestek niet zo snel meer gebeuren. Deze uitspraak, maar nog veel meer ideeën van Janmaat en zijn partij, de CD, zijn onderdeel van de politieke mainstream geworden. Janmaat zou, anno 2011, geen radicaal meer zijn. Maar er zijn ondertussen diverse andere groepen, die nu wel als radicaal worden gezien. Vaak moslims, maar ook anderen: rechtsextremisten, linksextremisten en dierenrechtenactivisten worden vaak als categorieën genoemd. Gemeenschappelijk, nogmaals, hebben zij dat zij de maatschappelijke orde van dat moment fundamenteel willen veranderen. Dat is de kern van deze radicalen. Dan het radicaliseringsproces. Radicalen worden vanzelfsprekend niet geboren. Jongeren, het gaat bijna altijd om jongeren, ontwikkelingen zich tot radicaal. Dat is een ingewikkeld proces, waarop allerlei verschillende aspecten van invloed zijn. Vriendschappen, identiteitsvragen, onzekerheid, slachtofferschap om er enkele te noemen. Die aspecten zijn voor veel jongeren verschillend, maar het proces om radicaal te worden, het radicaliseren, is een proces dat wij allemaal goed kennen. Radicaliseren is leren. Dat is de kern. Radicaliserende jongeren doorlopen een geleidelijk leerproces. Dat proces verschilt niet wezenlijk van andere sociale leerprocessen. Jongeren krijgen uit hun omgeving vele verschillende keuzemogelijkheden voorgeschoteld. Die keuzemogelijkheden worden afgewogen op basis van kennis, argumenten en ervaringen. Wanneer die jongeren vervolgens alles afwegen maken zij verschillende keuzes uit die mogelijkheden. Een reeks van dergelijke keuzes kan uiteindelijk leiden tot een radicale identiteit. Het verschil tussen gewone jongeren en radicale jongeren zit hem dan ook niet in het leerproces zelf. Dat is in essentie voor hen allemaal gelijk. Het verschil zit hem in de ongewenste uitkomst. Hier [toont foto] zien we een groep jongeren tijdens een extreemrechtse demonstratie, ongeveer 5 jaar geleden. Opvallend is dat het om jongeren gaat die zich voor het grootste uitgedost hebben in kleren, die op dat moment gangbaar waren in de zogenaamde gabberscene, ook wel Lonsdalejongeren. In dat wereldje kon je dat radicaliseringsproces prachtig volgen. Jongeren raakten betrokken op zoek naar vrienden of een identiteit en voelden zich aangetrokken tot de uitstraling, de muziek. In dat wereldje waren allerhande subcategorieën, waarvan diverse met een min of meer extremistisch karakter. Dat trok een aantal jongeren op een zelfde manier aan. Vaak omdat ze ruwweg de sentimenten tegen ‘buitenlanders’ wel deelden. Eenmaal binnen het blikveld van zo’n extremistische groep aangeland werd er veel verwacht van deze jongeren. Zij moesten zich conformeren aan allerlei zaken wat hun gedrag, hun ideeën, hun kleding en hun opofferingsbereidheid voor de groep betrof. Steeds moest een nieuwe stap gezet worden, waarbij nieuwe ideeën of nieuw gedrag werd aangeleerd. Steeds bestond de keuze om niet verder mee te gaan of een stap verder te doen. Dat leren de kern is van processen van radicalisering, is cruciaal om te beseffen wanneer je beleid wilt maken ten aanzien van radicalisering. Want wanneer radicalisering een vorm van sociaal leren is, en leren in de kern bestaat uit keuzes maken, dan kunnen die keuzes natuurlijk ook worden beïnvloed. Dat is een duidelijke les geweest van het deradicaliseringsproject dat in Winschoten heeft plaatsgevonden. Wanneer je radicalisme wilt bestrijden is een preventieve aanpak op lokaal niveau een belangrijk aspect. En bij de preventieve aanpak in Winschoten is gebleken dat de beïnvloeding van de keuzes van jongeren relatief eenvoudig was en veel succes had. Van de jongeren die dreigden bij de lokale extreemrechtse groep terecht te komen, bleek een fors aantal eenvoudig te beïnvloeden tot een alternatieve keuze. In veel gevallen bleken een of enkele gesprekken voldoende. In die gesprekken
Verslag 3e Provinciale Expertmeeting Polarisatie en Radicalisering 'Aan de slag!’ 12‐12‐2011
13
werd vooral veel nadruk gelegd op de negatieve gevolgen van een leven als radicaal: strafblad, geen werk, isolement. Dat werkte vaak zo afschrikwekkend, dat vervolgens andere keuzes werden gemaakt. Twee zaken zijn daarbij natuurlijk van belang: 1. Dicht bij de jongeren in de buurt zitten, op het lokale niveau 2. Op het goede moment het gesprek aan gaan. Niet te vroeg, en niet te laat. Als het gesprek te vroeg wordt gevoerd voelt een jongere zich onheus behandeld, verdacht gemaakt of onterecht gecontroleerd. De plank wordt in ieder geval mis geslagen en een volgende poging zal daardoor vanzelfsprekend veel minder effect hebben.Te laat zijn is evident te laat. Een jongere is op dat moment al teveel geïsoleerd en zal nog moeilijk vatbaar zijn voor geluiden van dé vijand. Met deze kennis van zaken is het dan ook terecht dat de Groningse aanpak veel nadruk legt op lokale en regionale aanpak. Dat biedt de grootste kans op adequaat optreden. En daarmee zijn we bij het landelijk beleid ten aanzien van radicalen gekomen, mijn derde punt. Zo makkelijk als ik tot de kern van radicalen en het aanleren van radicalisme kon komen, zo moeilijk is het om de kern van het landelijke overheidsbeleid te ontdekken, zoals die zich op dit moment ontrolt. Veel minder dan men zou verwachten wordt dat beleid gestoeld op bewezen succes, op opgedane ervaringen of op wetenschappelijke expertise. De kern van de zaak is dat deradicaliseringsbeleid vooral een kwestie aan het worden is van politiek wensdenken, dat meewaait met landelijke politieke winden. Om te beginnen is het goed om te bedenken dat beleid ten aanzien van radicalen relatief nieuw is. Radicale ideeën zijn lange tijd niet gezien als een groot maatschappelijk probleem, maar veel meer als iets wat er nu eenmaal bij hoort in onze samenleving. Of als een onderdeel van het volwassen worden. We zijn tenslotte allemaal jong geweest. Zes jaar geleden veranderde dat beeld radicaal: Door de moord op Theo van Gogh. En niet onbelangrijk, ook door de gepolariseerde reactie op die moord, de tientallen gewelddaden tegen moslims en islamitische gebouwen. De schok die dit teweeg bracht, de woede over die brute moord, maar zeker ook de verbazing dat een Amsterdamse jongen van Marokkaanse afkomst zover kon radicaliseren zorgde dat er nieuwe vragen werden gesteld. Hoe radicaliseren jongeren, wat zijn de veiligheidsrisico’s daarvan en wat is er aan te doen? Antwoorden werden gevonden in onderzoek naar deze verschijnselen. En vanaf 2007 werd er zeer veel beleid ontwikkeld om polarisatie en radicalisering tegen te gaan, waarbij de nadruk lag op lokaal en regionaal beleid. In dat kader zitten wij hier vandaag ook. Maar een belangrijke vraag is: Hoe lang wordt dit beleid nog voortgezet? Want zo snel als de zorgen over de gevaren van radicalisering opkwamen, zo snel lijken ze nu weer te verdwijnen. Naar mijn mening komt dat door twee recente ontwikkelingen, die sterk samenhangen: ten eerste onze omgang met radicale ideeën en ten tweede onze opvattingen over wat veiligheid zou moeten zijn. Om te beginnen de omgang met radicale ideeën. Uit het voorbeeld dat ik eerder gaf, over Janmaat die veroordeeld werd vanwege zijn toespraak in Zwolle, komt een beeld naar voren over de omgang met radicale ideeën in de jaren negentig. Er werd destijds vanuit gegaan dat extreemrechtse ideeën een bedreiging vormden voor onze maatschappij, voor onze manier van samenleven, voor onze democratische rechtstaat. Dat werd als bijzonder ongewenst bestempeld. Daarom werd extreemrechts onder andere aangepakt door mensen en organisaties die deze radicale ideeën huldigden voor de rechter te brengen. Ook na de dood van Van Gogh is daar de nadruk op blijven liggen en is er veel, zeer veel gediscussieerd over ‘gevaarlijke’ ideeën. Om te beginnen natuurlijk over het radicaal islamitische gedachtegoed. Veel vragen werden gesteld over de rol van orthodox islamitische organisaties, die gelijkheid van man en vrouw bestrijden, afkerig zijn van homoseksualiteit en streven naar een theocratie. Organisaties met een dergelijke achtergrond zijn de afgelopen jaren geconfronteerd met grote interesse van politie en AIVD en bijvoorbeeld met het weigeren van subsidies en inreisvisa. Maar ook
Verslag 3e Provinciale Expertmeeting Polarisatie en Radicalisering 'Aan de slag!’ 12‐12‐2011
14
ten aanzien van rechts‐radicalisme is veel werk gemaakt van het bestrijden van ongewenste radicale uitingen. Maar op dat vlak lijkt nu een verandering zichtbaar. Radicale ideeën lijken steeds minder omstreden. In ieder geval waar het gaat om extreemrechtse ideeën. Dat is vooral merkbaar in de rechtspraak. De strafzaak tegen Wilders is wat dat betreft een cruciaal moment geweest. Door de vrijspraak van Wilders is er veel meer ruimte ontstaan voor het uiten van extreemrechts gedachtegoed. Niet per se omdat Wilders zelf een rechtsextremist zou zijn, daar kan lang over worden gediscussieerd, maar dat wil ik hier iet doen. Maar die rechtszaak heeft wel ruimte gecreëerd voor extreemrechts, omdat de mogelijkheden om discriminatie te veroordelen daarin beperkt zijn. Bij een voorzichtige rondgang langs andere recente discriminatiezaken, zie je dat die vaak worden aangepakt als gewone beledigingen. Het racistische element wordt achterwege gelaten. Dat is wat mij betreft veelzeggend. Maar ook op beleidsniveau lijkt wat te veranderen op het gebied van radicale opinies. Onlangs bleek mij dat in Amsterdam‐West, een wijk die lang gezien is als proeftuin voor veel deradicaliseringsbeleid, een kleine beleidswijziging heeft plaatsgevonden. Klein, maar in mijn ogen ook weer veelzeggend. Bij de aanpak van racisme in dat deel van de stad wordt steeds meer de nadruk gelegd op openheid van het debat. Er moet over alle onderwerpen in alle openheid gepraat kunnen worden, alles mag gezegd worden, wanneer dat maar op een fatsoenlijke manier gebeurt. Hoever dat “alles” gaat, moet in de praktijk blijken. De kern van die rechtszaken en de beleidsaanpassing in Amsterdam‐West is in mijn ogen, dat de overheid zich langzaam terugtrekt uit het gebied van de meningsvorming. Een vergelijking met de Verenigde Staten dringt zich daarbij op: Een verregaande vrijheid van meningsuiting, waar de overheid pas in mag grijpen wanneer het echt mis gaat. Wanneer er geweldpleging dreigt of er al geweld wordt gepleegd. Daarmee kan de bescherming tegen de gevaren van extremistische ideeën verdwijnen. Dat lijkt in theorie misschien een mooi uitgangspunt. Maar dat staat echter haaks op de preventieve aanpak van radicalisering, waar jongeren juist in een vroeg stadium onderwerp van overheidsoptreden kunnen worden, op basis van hun interesse voor bepaalde radicale ideeën. En met dat preventieve beleid wordt volgens mij veel schade beperkt. Niet in de laatste plaats voor die jongeren zelf, die veel ellende bespaard blijft door ze te behoeden voor dergelijke foute keuzes. Er is, zoals ik heb aangekondigd, nog een ander aspect van het veranderende deradicaliseringsbeleid dat aan de orde moet worden gesteld. Dat is ons beeld van veiligheid. Want radicalisme en radicalen worden sinds de moord op Van Gogh gezien als een bedreiging van onze veiligheid. Maar juist over veiligheid zijn wij de afgelopen jaren heel anders gaan denken. Veiligheid is lange tijd gezien als een abstracte wens. Veiligheid was iets wat je maar deels in de hand had. Er werd daarnaast vanuit gegaan dat de macht van de overheid om veiligheid te waarborgen slechts beperkt was. De overheid kon ons lang niet altijd behoeden voor alle gevaren. Wanneer er iets goed mis ging, was dat vaak te wijten aan een andere burger, aan domme pech, aan iets onverklaarbaars of aan God. De rol van de overheid was beperkt tot de bescherming van grote maatschappelijke belangen. En de overheid moest onze samenleving beveiligen tegen grote, bekende bedreigingen van die belangen: De Russen, Het Water. Inmiddels is onze behoefte aan veiligheid veranderd. Van de overheid wordt vooral verwacht dat ze verantwoordelijk is voor de veiligheid in ons dagelijks leven. Wanneer een dak instort, er bedorven voedsel wordt verkocht of er vervelende hangjongeren in de buurt zijn kijken we naar de overheid om deze problemen op te lossen. De overheid had dat probleem immers moeten voorkomen. Wanneer dat beveiligen tegen concrete problemen eventueel ten koste gaat van grotere waarborgen in onze samenleving, wordt dat niet direct als nadeel gezien. Die waarborgen zijn immers abstract, niet direct waarneembaar. Grondrechten lopen niet door de straat, hangjongeren wel. Wat heeft dat nu met radicalisering te maken? In het verleden was de rol van de overheid tweeledig. Enerzijds om bij concrete uitwassen van radicalisme, zoals bij rellen en bij aanslagen op te treden. Verslag 3e Provinciale Expertmeeting Polarisatie en Radicalisering 'Aan de slag!’ 12‐12‐2011
15
Daders moesten worden opgespoord en gearresteerd, de orde moest worden hersteld. Maar er werd niet verwacht dat deze uitwassen in alle gevallen konden worden voorkomen. Anderzijds werd er wel verwacht dat het preventieve optreden tegen radicalen zich concentreerde op groepen waarvan verwacht werd dat zij onze samenleving grote schade konden gaan toebrengen. Zie Janmaat en zijn Centrumdemocraten. Janmaat was, zoals ik al stelde, een bedreiging en moest om die reden aangepakt worden. De weerbare democratie moest zich verdedigen tegen mogelijke bedreigingen. Inmiddels is er dus een verschuiving geweest van de focus op veiligheid. Van de overheid wordt nu vooral verwacht dat zij concreet persoonlijk nadeel voor individuele burgers weet te voorkomen. En dat leidt tot een overheid die zich steeds minder bemoeit met de gevaren van radicalisering, in ieder geval rechtsradicalisering, voor de hele maatschappij. Van die overheid wordt vooral verwacht dat zij zich concentreert op het voorkomen van concrete uitwassen ervan. Maar niet op het voorkomen van radicalisme, omdat ideeën mogelijk een bedreiging zullen vormen voor onze samenleving, onze democratie en onze rechtsstaat. Wat we dus zien is, samengevat, dat er de afgelopen jaren enorm veel kennis is opgedaan over het radicalisme en de manier waarop jongeren radicaal worden. Die kennis is gebruikt om, met succes, en op relatief eenvoudige wijze, te voorkomen dat jongeren geradicaliseerd zijn. Nu zijn er duidelijke signalen dat het landelijk beleid op twee terreinen aan het veranderen is: de overheid trekt zich steeds meer terug uit het terrein van de meningsvorming. Verder richt diezelfde overheid zich steeds meer op het garanderen van concrete veiligheid van individuele burgers en minder op het waarborgen van kernwaarden van onze samenleving. Wanneer die lijnen zich doorzetten zal het succesvol preventief deradicaliseren veel lastiger worden. Gelukkig lijkt het beleid zoals dat in Groningen is uitgezet vooralsnog voorbij te gaan aan deze ontwikkelingen. En dat lijkt mij verstandig. Verstandig voor Groningen, de Groningers en de Groningse jongeren die dreigen te radicaliseren. En daarmee, dames en heren, zijn we bij de kern beland.
Verslag 3e Provinciale Expertmeeting Polarisatie en Radicalisering 'Aan de slag!’ 12‐12‐2011
16
D.
Plenaire presentatie van Wanda Elzenga Handelingskader Programma Polarisatie en radicalisering
Wanda Elzenga is werkzaam als senior beleidsmedewerker bij het Ministerie van Veiligheid en Justitie voor het Programma Polarisatie en Radicalisering. Zij geeft een toelichting op het Handelingskader, dat het ministerie recent heeft ontwikkeld. Dit handelingskader is een digitale website die alle kennis en ervaringen van de afgelopen jaren bundelt in de vorm van een stappenplan.
De site is per 1 maart 2012 online
http://www.polarisatie‐radicalisering.nl/ Ook te raadplegen via de site van de Nationaal coördinator terrorismebestrijding en veiligheid http://www.nederlandtegenterrorisme.nl/home.html
Op deze website vindt u kennis en ervaring van vijf jaar beleid op het terrein van polarisatie en radicalisering (P&R). Om deze ervaring te ontsluiten, ontwikkelde het ministerie van Veiligheid en Justitie met een aantal gemeenten en professionals een database en een "handelingskader". Hierin staat stapsgewijs wat u kunt doen als u te maken krijgt met polarisatie of radicalisering. Aan elke stap zijn praktijkvoorbeelden, tips en interessante links gekoppeld. In de database staan praktijkvoorbeelden van projecten die de afgelopen jaren zijn uitgevoerd door gemeenten, professionals en maatschappelijke organisaties. Dit handelingskader beschrijft langs verschillende hoofdlijnen wat u kunt doen als u te maken krijgt met polarisatie en radicalisering (P&R). Binnen elk onderdeel vindt u praktijkvoorbeelden, ervaringen, tips, downloads en interessante links, gebaseerd op vijf jaar lokale en nationale ervaring op dit terrein. Deze informatie biedt professionals en beleidsmakers een concreet perspectief om aan de slag te gaan.
Verslag 3e Provinciale Expertmeeting Polarisatie en Radicalisering 'Aan de slag!’ 12‐12‐2011
17
Zoek in de database naar praktijkvoorbeelden In de database staan praktijkvoorbeelden van projecten die de afgelopen jaren zijn uitgevoerd door gemeenten, professionals en maatschappelijke organisaties. U kunt afzonderlijk en op criteria zoeken naar praktijkvoorbeelden in de database. De database bevat korte kernachtige samenvattingen en relevante stukken van projecten, aanpakken en activiteiten die de afgelopen jaren zijn uitgevoerd. Vul in het zoekvenster een trefwoord, doelgroep, projectnaam en/of plaats in om op te zoeken. Of selecteer een zoekterm om op te zoeken.
Verslag 3e Provinciale Expertmeeting Polarisatie en Radicalisering 'Aan de slag!’ 12‐12‐2011
18
1.
Preview Provinciale basistraining signalering polarisatie en rechtsradicalisering
Met ondersteuning van Nuansa heeft het Provinciale expertisenetwerk polarisatie en radicalisering Groningen de Provinciale basistraining signalering polarisatie en rechtsradicalisering voor eerstelijnswerkers en ambtenaren ontwikkeld. De training gaat in op de specifieke situatie in de provincie Groningen en werd sinds mei 2011 al aan 40 deelnemers gegeven. Geert Spieker van Radar Uitvoering is lid van het provinciale expertisenetwerk en geeft een preview van de training.
Provinciale basistraining Signalering polarisatie en rechtsradicalisering
Soms is herkennen van radicalisering makkelijk
Als jeugdagent, wijkagent, maatschappelijk werker, jongerenwerker, leerkracht of zorgcoördinator kunt u in aanraking komen met jongeren die zich discriminerend of zelfs rechtextremistisch uiten. Bijvoorbeeld gebouwen worden beklad met hakenkruizen; er zijn conflicten tussen groepen van verschillende afkomst; jongeren vinden het stoer om op Hyves of MSN whitepower en racistische symbolen te gebruiken; of discriminerend gedrag is onderdeel van groepsgedrag van jongeren. Soms wordt dit gedrag vanuit ideologische motieven geuit, soms wordt dit gedrag puur als provocatie ingezet. De vraag is of we als professionals dit gedrag goed kunnen inschatten ‐ oftewel herkennen we de signalen op tijd ‐ en kunnen we gezamenlijk verdere escalatie voorkomen?
Soms niet, helaas
3
Wie heeft grootste kans om te zien (signalen te herkennen) dat radicalisering dreigt of zelfs al speelt? Professionals en andere volwassenen (onderwijs, jeugdhulp, moskee) De wijkagent
12 12
Het Provinciale expertisenetwerk polarisatie en radicalisering Groningen de Provinciale heeft samen met Nuansa en Regiopolitie Groningen, Divisie Informatie de basistraining signalering polarisatie en rechtsradicalisering voor eerstelijnswerkers en ambtenaren ontwikkeld. De training gaat in op de specifieke situatie in de provincie Groningen en werd sinds mei 2011 al aan 70 deelnemers gegeven. De training beslaat 1 dagdeel. Het expertisenetwerk heeft de beschikking over eigen trainers met expertise over de lokale en regionale situatie en ontwikkelingen. Het doel van de training is:
Een goede signalering als basis voor een efficiënte aanpak en het voorkomen van escalatie van de uitingen van polarisatie en rechtsradicalisering.
De deelonderwerpen die aan bod komen zijn: Hoe signaleer ik uitingen van polarisatie en rechtsradicalisering?; Wat kan ik met deze signalen doen?; Bij wie kan ik met mijn signalen terecht?; Hoe kan ik op tijd uitingen signaleren en aanpakken zodat verdere escalatie voorkomen kan worden?
Voor vragen en informatie over de training en de planning voor 2012 kunt u terecht bij
Paula Bisschop Boele projectleider Provinciale aanpak polarisatie en radicalisering CMO Groningen
[email protected] 050 5770101
Verslag 3e Provinciale Expertmeeting Polarisatie en Radicalisering 'Aan de slag!’ 12‐12‐2011
19
2. Presentatie Jeugd in Stad Het jeugdaanbod van de MJD bestaat uit een breed palet. Het is een keten van sociaal‐culturele en educatieve jongerenactiviteiten tot aan geïndiceerde intensieve ambulante hulp aan jongeren of gezin. We kijken daarbij eerst naar wat de jongere zelf kan met ondersteuning van zijn directe omgeving. Is er meer nodig, dan schakelen we ook professionele disciplines in. In deze presentatie licht Niels Harbrink (jeugdhulpverlener) enerzijds toe hoe de situatie in de stad Groningen wordt ervaren vanuit onze medewerkers op het gebied van polarisatie en radicalisering, en anderzijds geeft hij een inkijk in de werkwijze en de praktijk, aan de hand van de volgende thema’s: polarisatie en radicalisering in stad Groningen, een situatieschets; wijken en culturen; stad en land; met welke signalen gaan we aan de slag?; radicalisering vs. individualisering: waar is de grens?; en voorbeelden uit de praktijk van jeugd‐ en jongerenwerkers MJD. Een gemêleerde groep van bijna 20 deelnemers (o.a studenten, jeugdjongerenwerkers, politie, overheid) volgende deze presentatie. Er was veel interactie en er veel vragen gesteld over de herkenningspunten in het traject van escalatie (Wanneer herken je iemand die extreme acties gaat ondernemen?) Ook was er veel interesse naar de methodieken en benaderingswijzen van de aanpak van polarisatie/ radicalisering: Hoe ga je als werker met signalen om? Ook de mogelijke interventies en aanpak van de problematiek bij deze jongerendoelgroep kwam aan bod.
Stad en Land Platteland; meer zichtbare polarisatie en radicalisatie
Stad hunnie en sullie .Polarisatie wijken Groningen. Vinkhuizen / Paddepoel Jongeren tot 17- 18 jaar Oudere jongere stedelijk ingesteld.
Stad herkenbaar
?
‘Witte woede’ Autochtone burger is ontevreden, boos en heeft wantrouwen tegenover: Buurt , verloedering, vervuiling en verkleuring. Politiek , afstand van de overheid ,meten met 2 maten, passief. Buitenlanders', niet aanpassen.
Verslag 3e Provinciale Expertmeeting Polarisatie en Radicalisering 'Aan de slag!’ 12‐12‐2011
20
Het herkennen van gevaar…..
– Gericht op symbolen van een systeem
– Boosheid/angst: verlies in leiders
– Vijandbeeld: om eigen identiteit te vormen
– Internet
– Geweld gefocust
– Zoeken isolement
– Persoonlijk crisis/trauma
Radicalisatie •
Gebrek aan contact en onwetendheid over andere bevolkingsgroepen, negatieve beeldvorming
•
Onderlinge verwijdering
•
Afkeurende uitspraken, versterking wij/zij gevoel en toename discriminatie en racisme
•
Profilering en accentuering van eigen identiteit
•
Geweld, confrontaties, bedreigingen en vandalisme
Jongeren en radicalisatie
Voorkomen radicalisering • •
•
Jongeren zijn vaak bevlogen, en hormoongedreven extreem in hun keuzen. Sommige jongeren hebben daarnaast hele goede redenen zich aan te sluiten: • Je hoort ergens bij, je hebt vrienden (ook bescherming) • Je krijgt waardering en doel: van zero tot hero • De kick Je hebt een vehikel of uitlaatklep voor gevoelens van onrecht of idealen • Keuzes goed en fout worden eenvoudig
•
Weerbaarheid stimuleren:
Weerbaarheid: vanuit huis, door vrienden, gezond verstand, leefregels, normen en waarden Wie? Ouders, vrienden, jongerenwerkers, docenten, sporttrainers/begeleiders, wijkagenten etc.
●
Alternatief bieden:
Aanbieden van alternatief: sport, studie, werk, vriend/vriendin, thuis.. Wie?
Wat kunnen wij als werkers ? • • • • •
• • •
Contact houden met de jongeren Stimuleer de jeugdige om zijn/haar problemen onder woorden te brengen Luisteren zonder te oordelen Bevorder zelfreflectie Denk aan diegene die geconfronteerd zijn met extremistische uitingen (aandacht voor slachtoffer) Informatie aanreiken om jongere kritisch te laten nadenken Stel grenzen Betrek andere professionals en ouders erbij
Verslag 3e Provinciale Expertmeeting Polarisatie en Radicalisering 'Aan de slag!’ 12‐12‐2011
21
Workshop Ontmoeting als preventie: ja of nee? 3. In deze workshop ervaart u of ontmoetingen van verschillende achtergronden polarisatie kunnen voorkomen. Het onderwijsproject Onze Wereld is een voorbeeld van ontmoetingen tussen leerlingen en vluchtelingen. Maar ook in uw eigen werkterrein kunt u ontmoetingen stimuleren. U gaat zelf aan de slag bij deze praktische workshop die gegeven wordt door Trieneke Hijma projectleider VluchtelingenWerk Noord Nederland en Sanne Smid coördinator Discriminatiemeldpunt Groningen. De workshop is gemaakt voor 12 tot 16 personen. Helaas was de opkomst niet optimaal. Uiteindelijk hebben we de eerste ronde met 11 en de tweede ronde met 8 deelnemers uitgevoerd. De deelnemers waren redelijk divers. Wel viel op dat er weinig mensen uit het werkveld aanwezig waren. Met een expertmeetingtitel 'aan de slag' en als gekozen werkvorm workshop kan het niet anders dan dat er door de deelnemers zelf gewerkt moet worden. De insteek bij de workshop 'Ontmoeting als preventie Ja of Nee' was dan ook dat de deelnemers zelf ervaren hoe het is om elkaar te ontmoeten. De workshop was voornamelijk gericht op de bewustwording rondom polarisatie. In totaal hebben achttien personen met verschillende achtergronden mogen ervaren hoe hun eerste indruk soms toch een vertekend beeld geeft. Aanleiding van de workshop is het project Onze Wereld. Met dit project wordt op scholen voorlichting gegeven en wordt de ontmoeting tot stand gebracht. Als VluchtelingenWerk Noord Nederland en Discrminatie Meldpunt Groningen zijn wij van mening dat ontmoeting een goede manier is ter preventie van polarisatie. Bij binnenkomst werd verzocht de badge af te doen en ook niet aan elkaar voor te stellen. Hokjes vielen op deze manier weg en een ieder kon open de kennismaking aangaan. Tijdens de workshop werd op praktische wijze ontmoeting gestimuleerd. Zo moest men onder andere op basis van een eerste indruk groepen samenstellen en werd er gediscussieerd over stellingen. Echter, men vormde niet de eigen mening maar de mening van een ander. Binnen de groepjes werd veel gediscussieerd. Men was nieuwsgierig naar elkaar toe en kon ook verwoorden waar eventuele eerste indrukken vandaan komen. Vaak werden uiterlijke kenmerken genoemd om bijvoorbeeld te denken dat iemand gelovig was. Tot slot werd de workshop nabesproken en kwamen we terug op de stelling of ontmoeting een goede manier is ter preventie van polarisatie. Deze stelling werd positief beantwoord met hier en daar een kanttekening. Zo werd gezegd dat het wel van belang is dat de ontmoeting niet eenmalig is, maar gestructureerd en dat het erg lastig kan zijn om de jongeren in eerste instantie in beweging te krijgen om de ontmoeting aan te gaan. Voor ons een geslaagde workshop. Onze doelstelling: laten ervaren hoe eerste indrukken werken en waar ontmoeting toe kan leiden is behaald. Daarnaast was het een welkome bevestiging dat de deelnemers positief waren over de werkwijze en het project Onze Wereld. Trieneke Hijma Sanne Smid Projectleider/ontwikkelaar coördinator DMG 050 5757290 / 06 81625668 050‐5498702 Friesestraatweg 191‐3 Hereweg 120 9743 AC Groningen 9725 AK Groningen Verslag 3e Provinciale Expertmeeting Polarisatie en Radicalisering 'Aan de slag!’ 12‐12‐2011
22
Paneldiscussie Hoe ga je als jongerenwerker met polarisatie en 4. radicaliserende jongeren om? Het panel bestaat o.a. uit de jongerenwerkers: Georg Vellinger (Pekela) en Teye Barkema (Eemsmond e.o.). Zij hebben beide veel ervaring met jongeren die zich discriminerend uiten of zich aangetrokken voelen tot het rechtsextremisme. De panelleden presenteren hun eigen aanpakken en gaan de discussie aan met elkaar en het publiek. In opeenvolgende sessies werd in twee groepen met gemêleerde samenstelling (politie, welzijnswerk, zorg, vluchtelingenwerk, overheid) stevig gediscussieerd over ontwikkelingen op het platteland en de rol van het jongerenwerk. Er werd geconstateerd dat er bij de jongerencultuur op het platteland een verrechtsing in de vorm van intolerantie op kleine schaal plaatsvindt. Daarnaast zijn er rechtsextreme groepen die op het platteland onder jongeren werven: ze zoeken vaak de "losers". Ze maken gebruik van minders extreme teksten en boodschappen dan een paar jaar geleden, waardoor de drempel lager wordt voor de jongeren om mee te doen. Echter deze rechtsextreme groepen hebben contact met rechtsextremisten in Duitsland. De functie van de jeugdsoos is belangrijk. Als jongerenwerker moet je de jongeren echt leren kennen, ook al is het contact met ze krijgen moeilijk. Je moet de jongeren met radicale kenmerken niet apart houden: als je de jongeren alleen laat hiermee, betekent dit een groot risico op werkelijke radicalisering en ander antisociaal gedrag. Wees alert op de signalen, herken ze, bepaal hoe ver het gaat. Ga het gesprek met de jongere aan en weet waar die mee bezig is. Besef dat jongeren anonieme groepen vormen, die kunnen radicaliseren in zowel de gedachtewereld en ideologie als in het gebruik van drank en drugs. Laat deze jongeren niet 'kankeren aan de zijlijn', pak ook de kleine terreur aan. Wees juist ook alert op de jongeren die buiten de groep vallen. Zij kunnen een risico vormen als eenling en zich ontwikkelen tot radicale 'lone wolfs'. Werk samen als politie, jongerenwerk en vluchtelingenwerk. Maak afspraken over een integrale aanpak indien dit nodig is. Geef samen de jongeren kans te participeren en onderschat de rol van hun ouders niet, betrek hen erbij als dit kan. Maak voor de politiek/overheid inzichtelijk wat de maatschappelijke opbrengst is, door de maatschappelijke kosten te bereken als er niet ingegrepen wordt.
Verslag 3e Provinciale Expertmeeting Polarisatie en Radicalisering 'Aan de slag!’ 12‐12‐2011
23
5. Workshop Radicaal jong: een preventieve peer‐to‐peer aanpak Plattelandsjongeren.nl heeft in samenwerking met Movisie het project Radicaal Jong ontwikkeld, waarin polarisatie en radicalisering preventief wordt aangepakt door middel van jongerenparticipatie. Jongeren hebben volgens de peerraad‐ pleging methodiek eerst zelf onderzoek gedaan naar radicalisering in hun directe leefomgeving en bedachten hier vervolgens oplossingen voor aan de hand van de Verbetergroep methodiek. De beste oplossing werd daarna door deze jongeren zelf uitgevoerd. In deze workshop laten wij u de resultaten zien van het project Radicaal Jong met als voorbeeld het traject in Noord‐Groningen, gemeente Loppersum. Daarna ervaart u zelf de Verbetergroep methodiek die wij met een aantal jongeren en u in praktijk zullen brengen. Polarisatie en radicalisering bedreigen de sociale samenhang en komen binnen alle bevolkingsgroepen en ‐lagen voor. Jongeren op het platteland zijn daarin geen uitzondering: Op het platteland zijn er zelfs enkele risicofactoren die deze radicale denkbeelden versterken. Denk hierbij aan verveling, lager opleidingsniveau, hogere jeugdwerkloosheid en weinig positieve contacten met andere bevolkingsgroepen. Dit zijn de conclusies uit het project Radicaal Jong. In twee rondes volgende ruim 20 welzijnswerkers, hulpverleners, politici en beleidsmakers een presentatie over de methodiek, die werd gegeven door de projectleiders van Movisie en Plattelandsjongeren.nl. Ook was een vertegenwoordiging van de betrokken jongeren uit het project in de gemeente Loppersum aanwezig om vragen te beantwoorden en de lokale praktijk toe te lichten. Er werden vooral veel vragen gesteld over de methode verbetergroep. (De brochure 'Radicaal Jong Verbetergroep, was in de congresmap opgenomen). De deelnemers stelden veel vragen over de voorbereiding en afronding van deze methode. Ook waren zij zeer geïnteresseerd in de ervaringen, beweegredenen en mening van de jongeren die aanwezig waren. Waarom deden ze mee met het project, wat is het effect van Radicaal Jong op lange termijn? Dit leverde een leuk gesprek op tussen de jongeren en de professionals. Er was tijdens de workshop veel interactie. Het was opvallend dat de deelnemers tijdens het interactieve gedeelte erg enthousiast mee werkten, waaruit de kracht van de methode verbetergroep sprak.
Verslag 3e Provinciale Expertmeeting Polarisatie en Radicalisering 'Aan de slag!’ 12‐12‐2011
24
6. Workshop CJG en polarisatie en radicalisering
Ontwikkelingen, signaleringen en specifieke gevallen van polarisatie en radicaliserende jongeren kunnen door gemeente en instellingen worden besproken in het lokale CJG‐netwerk. CJG‐coördinator Adrie de Wit van de gemeente Oldambt en CJG‐lid Klaartje Slofstra jeugdmaatschappelijk werkster Maatschappelijke Dienstverlening Oldambt zullen samen met de workshopdeelnemers een casus bespreken. Hoe zet je het thema op de agenda en wat betekent dit voor de inzet van de netwerkleden?
Deze workshop werd één keer gegeven voor een groep van 12 deelnemers uit de diverse werkterreinen van zorg, welzijn, jongerenwerk en politie. Aan de hand van de gefingeerde maar realistische casus 'Donovan' (zie kader) werden er veel vragen gesteld aan Adrie de Wit en Klaartje Slofstra over de Winschoter Aanpak. Voor de Winschoter aanpak werd aanvankelijk een apart netwerk van professionals opgericht. Inmiddels is dit netwerk ingebed in de reguliere CJG structuur. Binnen het netwerk worden de risicojongeren in beeld gebracht, wordt de individuele aanpak ingevuld en de taken bussen de netwerkleden verdeeld. De jongeren wordt onder de hoede geplaatst bij het netwerklid, die samen met andere netwerkleden de integrale aanpak uitvoert. Het netwerk bepaalt dus samen wat belangrijk is in de aanpak. Hierbij is het advies om zo min mogelijk partijen aan tafel te hebben om de individuele aanpak uit te voeren. Het is efficiënt om met een kleine groep grip te hebben op de jongeren. Ga op een informele wijze te werk, ga bijvoorbeeld als politieagent niet in uniform, maar in burger op huisbezoek. Uit je zorg aan de jongeren en ga in gesprek, veroordeel niet. Hierbij is het ook goed de belangrijke contactpersonen in het leven van de jongere te betrekken, die als 'buddy' kan fungeren. Werk met de jongeren aan goede startkwalificaties van werk en opleiding. Benadruk hierbij het uitdragen van rechtsxextreme ideeën het krijgen van opleiding en werk belemmeren. Maak hier afspraken over. Zorg dat de jongeren uit het isolement van de rechtsextreme groep komt.
Casus 'Donovan'
Verslag 3e Provinciale Expertmeeting Polarisatie en Radicalisering 'Aan de slag!’ 12‐12‐2011
25
Casus 'Donovan'
Donovan zit in de bovenbouw van het vmbo. Donovan is vorig jaar blijven zitten en het gaat nog steeds niet echt lekker op school, hij spijbelt veel en is vaak ziek. Het is nog de vraag of het niveau toch net wat te hoog gegrepen is of dat zijn gedrag maakt dat hij het niet haalt. Moeder maakt zich hier zorgen om en heeft regelmatig contact met de mentor. De mentor heeft meerdere gesprekken met Donovan gevoerd en houdt hem wat extra in de gaten. Donovan heeft met name bij twee docenten problemen; hij wordt bij hen regelmatig de les uit gestuurd. De mentor kent het gezin goed, hij heeft eerder de oudere zus van Donovan in de klas gehad. Het gezin bestaat uit moeder, stiefvader, zus, Donovan en nog een halfbroertje. Donovans vader verliet het huis na veel ruzies en problemen. Donovan was toen net 12 jaar. Hij heeft zijn vader sindsdien niet meer gezien en hij hoeft hem ook niet meer te zien! Donovan is dol op zijn halfbroertje. Met zijn zus kan hij aardig opschieten, maar zij is al het huis uit en ze hebben niet heel veel contact. Vlak nadat zijn vader vertrokken is, kreeg moeder een nieuwe vriend. Donovan en zijn stiefvader hebben vanaf het begin een klik en de relatie is nog steeds goed. Het gezin woont een mooi dorp in Groningen. Op het vmbo in Stad wordt Donovan voor het eerst geconfronteerd met grote groepen buitenlanders. Donovan vindt dit niks; hij heeft een hekel aan buitenlanders. Thuis heeft eigenlijk iedereen eigenlijk een hekel aan buitenlanders; met name de nieuwe vriend van zijn moeder laat dit regelmatig horen. Ook als Donovan op school problemen met andere leerlingen heeft, vinden moeder en vriend vaak dat het aan anderen, de buitenlanders, ligt en niet aan Donovan. Ze snappen het wel als hij bij een knokpartijtje betrokken raakt. Donovan heeft op school weinig vrienden, buiten school hangt hij veel rond met een groepje jongens. Hij blowt problematisch veel. Af en toe gaat Donovan ook naar het buurthuis om daar vrienden te ‘vinden’. Donovan mist een beetje de aansluiting met leeftijdsgenoten. Donovan heeft sinds kort zijn hoofd kaalgeschoren en een tatoeage op zijn rug gezet met de tekst: ‘Dutch and Proud’. Vol trots heeft hij de foto op ‘Holland Hardcore’ gezet en dit laten zien tijdens een van de lessen. De mentor maakt zich zorgen en vraagt een bespreking aan met het mentorenteam. Wat is er met Donovan aan de hand? is Donovan aan het radicaliseren? En wat kan de school doen? Op school en bij het uitgaan is er vaak 'gedoe' met buitenlandse jongens. Er zijn regelmatig vechtpartijen tussen groepen jongeren en Donovan is er bijna altijd bij. In de schoolbibliotheek heeft Donovan een internetverbod gekregen omdat hij op 'Holland Hardcore' en de site van het 'Stormfront' berichten had geschreven over wat er allemaal mis is met Nederland. Nu gaat hij naar het buurthuis om daar internet te gebruiken. Via de site ontmoet hij anderen die er net zo over denken als hij. Donovan wordt door zijn internetvrienden uitgenodigd voor een avondje in de kroeg met 'kameraden'. Hij vertelt hierover aan de jongens in het buurthuis, want hij vindt het stoer. Hij neemt stickers mee naar school voor een 'demonstratie tegen pedofilie' en andere demonstraties. Om zijn daden kracht bij te zetten, draagt hij tegenwoordig ook een bomberjack. Het valt de mentor op dat Donovan op school steeds meer de aandacht naar zich toetrekt. Waar hij vroeger er wat bij hing, doet hij nu regelmatig racistische uitspraken die leiden tot ruzies en vechtpartijen. Als hij hierop wordt aangesproken, blijft hij overtuigd van zijn gelijk. 'Die buitenlanders' verzieken ons land. Tijdens gesprekken met moeder en haar vriend over dit gedrag op school, vertellen zij dat ze zich zorgen maken. Donovan is steeds vaker weg van huis. Vroeger hing hij dan in de buurt, dat vonden ze prima, maar nu gaat hij met de trein op pad om mensen te ontmoeten. Zijn ouders weten niet wie dit zijn. Ook kwam hij laatst thuis met een boksbeugel en een tatoeage. Hij vertelde hun dat hij er nu 'echt bij hoort'. Die kinderen op school zijn niet meer zo belangrijk, hij zal met zijn kameraden echt dingen gaan veranderen in Nederland.
Verslag 3e Provinciale Expertmeeting Polarisatie en Radicalisering 'Aan de slag!’ 12‐12‐2011
26