23ste Jaargang .1 -JP Danskunst Verhalende u w u«nder
groot«aan»
e
de i«nkorr«Ug vertrouwen I
.^
'Vi\
«>
_
R
t^WWT^AA
|-'
Wat een geluk al» heenl
u^RD"
/
O
LtC VOORSTELLING is Al ECN
.WAT l$ PAT VOO* EEN MANICR ?.' IK HEB GEZEGT> OM HAUF NC6EM GBKIEED OP MÉT TOONCEL ƒ *
toort" #ZET y AM*. ÜWH06PAF, IH HE» Nwl , v AtSTooue^r »AcHTies.* VOOKNtETS S'OUCSSN 0rTAALt>." „ MAAR IK NltT VOOR NIETS 5b VbOR jrSLAP.CN ZE AL?*
"HAIP OOR AAM DO/QANS,
M<JN HOEO.'»
(Teekening W. de Moov)
GEPROLONGEERD:
7e WEEK'
De vrouw der zonde
Hleuwste rem m SHIP en SNIP „Tok Tok Tok alweer een ei' MX&Ê&XMÏÊXÉ
Alle leeftijden
VHStEMXX^
Frau Luna
Een zomeravonluur Toegang 18 jaar »MMZmiWXMs
met VIVECA LINDHORS Sonora-film Toegang 18 jaar
III
mMmsEÊmm
mei THEO LINGEN LIZZY WALDMÜLLER Toegang 14 jaar
BOBNlwu
R
VerantwoordeHjk redacteur: Louis ThIJssen, Voorburg (Z.H.)
des VrUdags. — Druk der N.V. Rotogravure MIJ., Lelden. - P1083/4 CINEMA & THEATER — »3ste Jaargang No. 37 — to September 1943
Rfel
V. I. n. r.: „De moe „De
GoedBurger
van Calais" — „Hongaarsche Dam". (Foto't 1. van Rhijn)
jfjc dartscr
BOR IIJHIIS Bob Nyhuis danst, omdat hij een geboren danser is. Dat is iets, wat men per slot van rekening van niet velen, die zich in ons land geroepen voelen, de wispelturige en vele grillige hartstochten koesterende godin van de danskunst te volgen, kan zeggen. Er mag zich dan misschien in Amsterdam thans langzamerhand de grondslag voor wat eens een ballettraditié zou kunnen worden, ontwikkelen ; Den Haag kan een naar extremen neigende belangstelling voor den solodans ten toon spreiden en er mag vaak goed werk zijn te zien, dat neemt allemaal niet weg, dat er ook bij de jongeren maar weinigen zijn, van wie men, Goethe's woord parafraseerende, zou kunnen zeggen: ziet daar, een danser! Bob Nijhuis verdient die qualificatie — ondanks tekortkomingen in techniek en in geestelijke realisatie, welke nog in zijn dansen zijn te bespeuren. Over zijn antecedenten heeft men het vorige jaar in dit blad een ën ander kunnen lezen: lessen van Corry Hartong. lid van het ballet van Yvonne Georgi, waar hij groots rollen heeft gedanst als Hermes in „Prometheus",
Coppelius in „Coppelia", Drosselmeyer in „De Notekraker" ; daarna met Marie-Jeanne van der Veen en Jo Barends als trio in variété-programma's e.d., hoofdzakelijk, om — zooals hij zelf zei — ervaring in creatief werk te krijgen en omdat hij meende, zijn gaven toch alleen te kunnen ontwikkelen, wanneer hij ze zelf ook practisch kon toepassen. Marie-Jeanne van der Veen is weer terug bij het Amsterdamsche ballet, Jo Barends danst ver van huis en Nijhuis heeft dezer dagen het Rotterdamsche dansseizoen geopend. Zijn programma omvatte oud en nieuw werk: dansen, welke, wanneer ik me niet vergis, toch zeker al van eenige jaren her dateeren en andere, welke ik nog niet eerder van hem heb gezien. Zijn basis, het technische kunnen, is betrekkelijk groot, al stoort nogal eens het vaak corrigeerend iets veranderen in de posities van de voeten. Het mag een bewijs zijn van verantwoordelijkheidsgevoel, maar ik geloof toch. dat het in zulke gevallen beter is, den eenmaal ingenomen stand onveranderd te handhaven, dan den indruk te verzwakken door in het continu-beeld van het geheel „sehetslijntjes" aan te brengen. Vooruitgang valt er overigens te constateeren: Nijhuis kon vroeger nogal eens met een soms heusch wel wat al te vlot gebaar komen, wanneer een werkelijk stijlvol bewegen op zijn plaats was. Maar thans is hij in het algemeen rustig.
beheerscht en werkelijk in de richting komend van de houding, welke de groote Serge Lifar eens zoo treffend heeft gekarakteriseerd als: „zwevend, maar toch in staat een grooten last te dragen". Choreografisch heeft Nijhuis een sterke voorliefde voor het caricarurale en komische, zooals zijn „Heerscherstypen in Karikatuur", de „Liebesträume" en „De Vogelverschrikker en de Wind" getuigen. Goed en knap is, dat in die caricatuur ook het menschelijke is blijven steken: de „goedmoedige" heerscher, een Fallstaf-achtige figuur, neemt voor zich in door gebaar en lobbesachtigheid. De „zure" — een oude jongejuffrouw voor een schoolklas tijdens het bezoek van den schoolopziener (is het al geen verdienste, dat zoo'n heel „verhaaltje" zoo duidelijk wordt gemaakt?) — heeft toch een bepaalde zielige navrance en zelfs in ,;Liebesträume", een poes in tutu, waar Nijhuis zich een fraaien kattekop had opgezet, waardoor het geheel bedenkelijk ver van het huis der danskunst af geraakte, bleef een zekere gevoeligheid bewaard. De „Vogelverschrikker en de Wind" (muziek van Wim de Vries) is ongetwijfeld verwant aan de zoojuist genoemde dansen, maar beter, omdat de pantomime er minder sterk was en de phantasie, de werkelijke natuurlijk inventieve verbeelding er vrij spel heeft gekregen. Zoo is het ook met den „Burger van Calais" (Bartok), niet alleen in het costuum geïnspireerd op Rodin's prachtige groep. Het is eigenlijk de eenige dans van Nijhuis' programma, die werkelijk klassiek-tragisch is. Het gebaar kon misschien üog iets meer verstild zgn, minder levendig-bewegelijk, maar daar staat tegenover, dat nu wel juist het aanvoelen van het onafwendbare noodlot werd gesuggereerd. In zoo'n dans en in die als de „Rattenvanger van Hameln" (muziek: „Die Hochzeit auf Troldhagen" van Grieg) of in „Tanzlied des Pierrots" (Haass) uit. zich het onmiskenbaar talent van Bob Nijhuis wel het meest: een sterke mannelijke en in het algemeen wel sobere danskunst, welke technisch niet J;DO heel" veel meer noodig heeft en die wat inventie betreft zich, zooals duidelijk blijkt, reeds aan het verdiepen is; die daarenbuiten ook het pretentielooze als een „Gavotte" van Gluck of een Biedermeyer-paraphrase kan maken tot een verzorgd en afgerond geheel. A. GLAVIMANS
ccttcfttert toncLonx
Ouujiu
Weinige wendingen in het levenslot van één mensch alleen zullen ons in dezerf tij nog ernstig kunnen schokken. Maar wanneer Zarah Leander te kennen heeft gegeven, dat zij „misschien" zal uitscheiden met haar donkere stem voor de microfoon te laten zingen en haar even donkere oogen op het witte doek op te slaan, dan zoemen de telegraaf lijnen en ratelen de drukpersen. En. . . . dan komen de tongen los van het mülioenenleger van haar bewonderaars en bewonderaarsters, en men schrijft ons wanhopig: „'t Is toch niet waar?" Ofwel haast dreigend: „Wat is de reden? U alleen kunt het weten!" Of het waar is of niet, weten wij om te beginnen al niet. Of om in de termen te blijven, waarin gewoonlijk over belangrijker zaken mededeelingen worden verstrekt: men kon ons ter bevoegder plaatse het bericht noch bevestigen noch tegenspreken. Zarah Leander filmt niet op Duivendrecht en niet in Filmstad. Wjj kunnen haar niet zelf gaan interviewen — daargelaten dat wij wie van ons dat zou durven, zouden bewonderen om zijn heldenmoed. Want den laatsten journalist, die er in slaagde haar te interviewen, den Zweed Frits Forsell, huwde zij. Laat men één ding voor oogen houden: de roodharige Zweedsche actrice is als zoovele harer collega's (en ook juist uit het hooge Noorden 1) niet alleen op het witte doek een vrouw van temperament. Zelfs al zou zij bij hoog en laag zweren, dat zij nooit meer een voet in de studio zet, dan zouden wij zoo vrij zijn om over een paar dagen toch nog eens te informeeren, of zij by haar meening bleef. Toen zij, die van Zweden via Weenen in de Duitsche filmstudio's terecht kwam, op een avond in een Weensche revue weigerde om nóg eens voor den duizendsten keer „Gebundene Hände" in „Axel an der Himraelstür" te zingen, ja, om nóóit meer te zingen, tenzij re erg boos was, toen begon pas haar carrière. En haar eerste film heette „Première" en dat was nog pas in 1937. Naar dien maatstaf gerekend, zou zij nog nauwelijks aan de vijfentwintigste voorstelling toe zijn! Wat niet weg neemt, dat aU zij voet bij stuk zou houden — en welk een voet bij welk een stuk! — de statige reeks van haar dramatische films, die er dan overblijven, nog meer dan thans het geval is, door haar enthousiaste volgelingen tien, ja twintig malen zouden worden bezocht'. En van deze vrouw, zelfs in de filmwereld uniek van uiterlijke verschijning, is het kortstondige levenswerk, dat wij hierbij maar heel fragmentarisch door een aantal foto's in de herinnering terug kunnen brengen, inderdaad niet minder uitzonderlijk. Hoeveel gevoel, hoeveel levensleed, hoeveel rijkdom aan spel en aan zang ligt er niet bijeen in die keten van vrouwenlevens: na „Première" „Verbannen" en de moederrol in „La Habanera", na den „Blauwvos" de beide groote Carl Frölich-films „Heimat" en „Es war eine rauschende Ballnacht", het exotische „Lied der Woestijn" en het volop Weensche „Prima Donna", de actueele ernst van „Die Grosse Liebe" en tenslotte de melodramatische karakterrol in „Het Verleden". Maar nu doen wij alsof ook Zarah Leander al „het verleden" geworden is. Maar zou de volgende film met de diepe orgeltonen van haar stem misschien „Komm' zurück" heeten? H. S.
For t
* ^trttge
z*m
:
^rm ■
■
,
.
■
BIJ DE EERSTE OPVOERING VAN
CASANOVA IN AMSTERDAM Cees Laseur ofent in het Centraal Theater zij» tooneelseizoen met een oorspronkelijk tooneelstuk. Bijna hadden wij geschreven: een oorspronkelijk Nederlandsch tooneelstuk. Want het komt maar heel zelden voor, dat er op onze planken wat de Duitschers noemen een ,,oer-opvoering" plaats vindt van een werk, dat oorspronkelijk in een andere taal geschreven is dan de onze. Dat is met het blijspel „Casanova in Amsterdam" eigenlijk ook nog maar de vraag. De schrijver. Dr. F. M. Huebner, woont als Duitscher reeds twintig jaar in Holland en bij liefhebbers van het tooneel zoowel als bij kenners der schilderkunst staat zijn naam in hoog aanzien om het vele werk, dat Dr. Huebner voor JVederlandsche cultuurbelangen in het buitenland en met name in Duitschland, verricht heeft. Zon was hij destijds reeds met Dirk Coster de samensteller van het veel opgang makende essay-werk . ,,De Nieuwe Europeesche Geest" {1920). Vele verzen van Nederlandsche dichters werden door hem in het Duitsch vertaald. Tallooze opstellen schreef hij in Duitsche zoowel als -Nederlandsche bladen over JVederlandsche schilders uit den vroegere» en lateren tijd. Aan zijn werk en ook aan zijn uitstekende vertaling is het te danken, dat de zuiverste juweelen onzer middel-N ederlandsche „abele spelen" — „Lanceloet en Sanderijn", „Mariken van Niemeghen" — thans met zooveel succes óp de eerste Duitsche tooneelen worden opgevoerd. Huebner' s eerste tooneelwerk was een stuk over Afultatuli, „Niets is geheel waar". Een her-uitgave van zijn drie Nederlandsche romans in één band is in voorbereiding. Zoo juist verschenen is thans een boek van dezen schrijver over „Nederlandsch Rococo". In de sfeer van dit laatste schreef Dr. Huebner ook zijn eerste zelfstandige tooneelstuk „Casanova in Amsterdam": het laatste liefdesavontuur van den beroemden achttiende-eeuwschen Ridder van Seingalt aait de boorden van den Amstcl. Hij schreef het in de Duitsche taal, maar het mag wel een uniek verschijnsel genoemd worden, dat een schrijver zelf in staat was om zijn werk in het Nederlandsch over te zetten. In verband met de première van „Casanova in Amsterdam" op 17 September a.s. brengen wij thans een speciaal voor ons blad geschreven bijdrage van F. M. Huebner over zijn stuk.
•■
■
■■
■
*
■■■
%'
■
Casanova, de beroemde ^avonturier en vrouwenjager, heeft in Amsterdam een van zijn schoonste, maar tegelijk een van zijn smartelijkste liefdesavonturen beleefd. Indien de net zoo gepassionneerde als ervaren vrouwenkenner ooit door een echt gevoel van liefde gegrepen was, dan was het hier in Amsterdam. Nog op hoogen leeftijd herinnerde hij zich de gebeurtenissen met net zooveel détails als verlangen naar degene, die het voorwerp van zijn liefde geweest was. In zijn. beroemde „Mémoires" vindt men in twee lange hoofdstukken de geschiedenis van deze passie opgeteekend, die meer was dan een passie, namelijk een opwelling van oprechte genegenheid. Toen ik deze geschiedenis voor de eerste maal las, en dat is reeds jaren geleden, was het mij terstond duidelijk, dat hierin een volmaakte stof voor een blijspel opgesloten lag. Ik zette mij aan het werk om dat blijspel te schrijven, waarvoor ik veel studie maakte over de levensgewoonten der Nederlanden in de achttiende eeuw. Daarbij stootte ik op de figuur van een tweeden avonturier, die terzelfder tijd als Casanova in de Nederlanden rondspookte. Het was de graaf de Saint Germain. Een tijd lang voelde
Een typisch Nederlandsche familie uit den tijd van Casanova's bezoek aan Amsterdam, naar een schilderij van J. J. Hooremans, pl.m. 1760. (Eigen leekening; foto Archief) ik mij meer nog tot deze figuur aangetrokken, vooral omdat hij meer nog dan Casanova een rol speelde in de groote politiek dier dagen. Hij trad namelijk min of meer op den voorgrond bij de vredesonderhandelingen, die in het jaar 1759 in Den Haag gevoerd werden — mislukte vredesonderhandelingen overigens — waardpor de oorlog tusschen den Pruisischen koning Frederik den Grooten eenerzij ds en den Franschen koning Lodewijk XV met Rusland en Oostenrijk anderzijds beëindigd zou worden. De graaf de Saint Germain was reeds bij zijn leven een rivaal van Casanova; hij is het ook na zijn dood nog jegens: mijn rondom - Casanova spelend stuk. Ik schreef! een drama rondom de figuur van den geheimziqnigen graaf, had echter fta de voltooiing geen vrede met mijn eigen werk, zoodat ik het manuscript in mijn schrijftafel weg-
OP BEZOEK BIJ.. 'M (iETR0mE\ SIIIOOUOMW
Uit-een brief van een Nederlandschen vrijwilliger:
Iedere acteur van eenige beteekenis heeft een glanscreatie : een gedaante, waarmee hij in het geheugen van zijn publiek gegrift staat. Nu is het, waar het cabaret betreft, misschien niet juist om van acteurs en actrices te spreken, maar, hoé de kunstenaars van het cabaret dan ook betiteld mogen worden, dit hebben zij in elk geval met hun zusters en broeders van het „groote tooneel" gemeen, dat ook zij in de meeste gevallen zulk een fictieve gestalte bezitten, die voor het publiek als het ware met hun eigen ik vereenzelvigd wordt.
Ik zou toch wel eens in Papendrecht willen ropdkijken, kameraad — Papendrecht, dat voor negentig procent uit Christelijken bestaat, die trouw naar de kerk gaan. Die zou ik wel eens willen zien, als de Russen net zoo ver in het Westen stonden, als wij in het Oostep. Dan, kameraad, zéu er geen gelegenheid meer zijn naar de kerk te gaan. want dan zou de kerk een verkooplokaal of een theater zij». Zij zouden dan soldaten Nederland zien binnentrekken in een vuile, havelooze plunje, die den naam uniform niet verdient. Soldaten met allergemeenste gezichten, geen menschen, kameraad, neen, nog minder dan beesten. Alles, wat onze cultuur geschapen heeft, zou vernietigd worden. Zij zouden vrouwen en meisjes niet met rust laten, deze zouden het slachtoffer van hun dierlijken wellust worden. Kameraad, dat zijn zoo ongeveer de vrienden van Engeland. Net gezelschap, nietwaar ? Dit is nu. eens geen Duitsche propaganda, neen, dit is de waarheid. Als ik.aan dit gespuis denk. krijg ik overal jeuk, want ze zitten vol ongedierte. Kameraad, wat is het overgroote deel van ons volk toch dom, dat het op de Duitsche weermacht zit te schelden. Hoe zou het zijn, wanneer Duitschland ons niet als een kind beschermde tegen het roode gespuis? Daar mogen wij niet aan denken, kameraad I ALLE INLICHTINGEN OMTEENT DE WAFFEN-SS EN LANDWACHT GEEFT HET SS-E RSATZKDMMANDO, DEN HAAG, KOETE VIJVEEBEEG 8, AMSTERDAM, DAM 4.
sloot. Jaren later kwam ik weer met de cultuur van de achttiende eeuw in aanraking, toen ik mij namelijk met de schilderkunst van het Nederlandsche rococo bezig hield. Dit onderwerp, waarover ik een boek schreef, dat zoojuist verschenen is. bracht mij weer tot het oude Casanova-thema terug. Ik haalde de weggelegde aanteekeningen te voorschijn, raakte wederom in het onderwerp verdiept en ontwierp toen binnen drie dagen het tooneelstuk op papier. Het leek wel, alsof het in den loop der jaren in mijzelf verder gegroeid en intusschen volledig gerijpt was. Dit tooneelstuk, dat thans door het Centraal Tooneel onder leiding van Cees Laseur ten tooneele gebracht wordt, streeft in geen enkel opzicht een wijsgeerig idee na. Ik heb tenminste in het stuk niets anders dan het beeld van een bepaalde periode, namelijk de atmosfeer van het typisch-Nederlandsche rococo, willen vasthouden en weergeven. De figuren van dit stuk vertolken derhalve geenerlei tendenz of leer — zij leven zichzelf en beleven, in het kleed van een precieuzen en galanten tijd, het algemeen menschelijke, zooals het altijd was en ook zal blijven. F. M. HUEBNER
..... alweer een el I We hebben een fiksche, blonde conductrice op het achterbalkon en ik tram naar de redactie. Ze heeft een heldere stem, met sterke. Amsterdamsche klemtonen. En misschien roept ze wel 'n beetje extra luid a'f, omdat ze voelt, dat iedereen luistert. De beeren althans. „Ä^r^wgracht!" — ,.AW/c*?r,tgracht!" — ../V/W^wgracht!". . . . „Snip en Snap!", volgt dan bij de volgende halte, alsof het de doodgewoonste zaak van de wereld was. Zoo hebben acht weken ..Tok-Tok-Tok Revue" het Leidscheplein van naam doen veranderen I
CINEMA & THEATER — (nr. 38)
4
Wanneer de liefhebber van wat wij thans als „irlodern Nederlandsch cabaret" kennen, aan Ko van den Bosch denkt, tien tegen één, dathij hem dan ziet als den schooljongen, den H.B.S.-blaag, die „er uit getrapt" is en op de gang dat feit in een pittige monoloog releveert, of als het ondernemende jongmensch van omstreeks zestien jaren, dat met twee rijksdaalders op zak op de aangebedene zijns harten staat te wachten met het plan er met haar vandoor te gaan. Inderdaad heeft Ko van den Bosch van deze monologen, die Martie Verdenius voor hem schreef, een creatie gemaakt: een kostelijke'persiflage op onze spes patriae in de „Sturm und Drang"-periode en een knap staaltje cabaret. Naast deze gedaante, die hem zoo uitstekend „ligt", herinneren wij ons vele andere — te veel om hier op te noemen — en-daarenboven geldt Ko van'den Bosch als een cabaret-specialist van formaat, een der weinigen, die' het cabaret in ons land begrijpt en trouw blijft. Behalve al deze goede hoedanigheden heeft deze „schooljongen" er nog één, die hij zelf zijn beste acht: hij is namelijk getrouwd met Mela Soesman, die in enthousiasme en ook in verrichtingen voor het cabaret niet voor hem onderdoet. Ko van den Bosch en Mela Soesman vormen een cabaret-echtpaar bij uitnemendheid, dat als zoodanig eenig in zijn soort is, althans in Nederland. Zij wonen met hun twee kinderen ergens in het Gooi in een houten huis, waar de bezoeker de verfijnde sfeer van het cabaret inademt. In die prettige omgeving heb ik gelegenheid hun te vragen, eens wat over henzelf te vertellen, zonder nu direct in het geijkte interview-gedoe te vervallen. Mijn verzoek brengt hen kennelijk in verlegenheid. Zij willen wel wat vertellen, maar dan graag over algemeene dingen, zooals bijvoorbeeld het repertoire, de sfeer en de theatermogelij kheden van het cabaret. Ik kan niet ontkennen, dat dat allemaal erg belangrijk is, maar ik ben nu eenmaal bij Mela Soesman en Ko van den Bosch, en dus wil ik ook wat over Mela Soesman en Ko van den Bosch wéten. Mela trekt haar wanhopigste gezicht, als zat ze in een of andere dwaze scène uit een programma van Benny Vreden. „Hoe ik bij het ^cabaret gekomen ben? Ja, dat is nogal ingewikkeld gegaan. Eerst was ik op de Kweekschool voor Lichamelijke Opvoeding, maar dat werd een mislukking. Toen belandde ik, omdat ik nergens zin in had en er weinig voor voelde in mijn geboortestad Arnhem te blijven, een tijdje in Den Haag. Daar bezocht ik op een avond een neef, die aan het tooneel was in zijn kleedkamer. Toen wist ik plotseling.
(nr. 38)
CINEMA & THEATER
^
dat ik óók aan het tooneel wilde. Nu pleeg je in zulke gevallen niet van „thuis" te mogen, dat is een soort van traditie.... Enfin, ik mocht écht niet van „thuis", maar verwend als ik was, wist ik m'n zin door te zetten en zoo kwam ik terecht op de tooneelschool, die ik niet afgeloopen heb, omdat ik in 193" een rol kreeg in „Meisjeslyceum". Zoo heb ik in verschillende stukken gespeeld en geleidelijk voelde ik mij meer tot het cabaret aangetrokken. Dat is de heele „story in a nutshell"!" „Oh ja?" zegt Ko, „ik heb zoo'n idee, dat je nog wat vergeet, namelijk mij ..." „Da's waar ook," haast Mela zich, „in die kleedkamer in Den Haag zat ook nog een jongmensch, dat Ko van den Bosch heette. Ik ben met hem getrouwd en heb daarvan heelemaal geen spijt. Misschien is hij wel een beetje de schuld van dien cabaret-invloed op mijn artistieke loopbaan. Laat hij de rest maar zelf vertellen."
En daar heeft Mela groot gelijk in, want de vijfjarige Lilian oftewel Pierelietje en de driejarige Freddy zijn alleraardigste kleuters, die mammie en pappie, maar vooral mammie, maar ternauwernood laten gaan, zelfs al blijven zij onder vertrouwde hoede achter. Ko gaat nog even in op het nieuwe Leidschepleincabaret: „'t Is jammer, dat we pas op 1 November beginnen kunnen, maar helaas is het Leidschepleintheater tot dien datum bezet. Enfin, het heeft natuurlijk wèl het voordeel, dat we niet over gebrek aan tijd voor de voorbereiding behoeven te klagen." „Neen," geef ik toe, „maar wat gaan jullie nu eigenlijk precies doen?" Ik weet niet of Ko schrok van het blocnootje, dat ik bij deze vraag toevallig opensloeg, maar hij wilde daarover nog niets loslaten. „Ik kan alleen maar zeggen, dat er hard gewerkt wordt..."
„Nou," begint Ko, en heeft op dat oogenblik erg veel weg van een schooljongen, die zich met moeite een geschiedenisles herinnert. „Nou, ik mocht eigenlijk ook niet van „thuis", omdat ik uit een nogal orthodox milieu stam. Maar de liefde voor het tooneel, of liever voor het uitbeelden van karakters, heeft mijn moeder, die me altijd uitstekend begreep, bij me aangekweekt. Op mijn achttiende kwam ik voor het eerst in den schouwburg — ik was toen werkzaam op een effectenkantoor — en daar ben ik in een ban geraakt, die me niet meer los gelaten heeft. Ik ging stukken leren, nam privaatlessen en sloeg geen opvoering meer over." „En waar is de eigenlijke loopbaan begonnen?" „Bij het gezelschap „De Jonge Spelers", onder leiding van Richard Flink. Later ben ik bij Jan Musch en nog later bij Cor Ruys gekomen, waar ik voornamelijk jonge rollen speelde, tot ik tenslotte een kans kreeg in het cabaretprogramma „Hallo Fientje!", dat Martie Verdenius geschreven had. Sindsdien ben ik het cabaret trouw gebleven." „Hola!" valt zijn echtgenoote hem hier in de rede, „je vergeet, dat wfj samen ook nog in een revue gewerkt hebben, met Lou Bandy."
Op dit psychologisch juiste moment komt de kleine Freddie vader's aandacht vragen voor een vliegmachine, die noodig gerepareerd moet borden en ik maak van de gelegenheid gebruik het schrijf gerei weg te moffelen om verder als gewone gast in den huize Van den Bosch van Meia's onvolprezen kookkunst te genieten. Laat nooit iemand vertellen, dat een artiste geen goede moeder en geen goede huisvrouw kan zijn, want Mela Soesman is de vleeschgeworden tegenspraak van die bewering! L. J. C.
Na deze aanvulling volledigheidshalve ligt de vraag. Wat de plannen voor de toekomst zijn, voor de hand. Dat is echter min of meer vragen naar den bekenden weg, want heeft men niet kort geleden in „Cinema en Theater" kunnen lezen, dat Ko van den Bosch regisseur zal worden bij het pas gestichte Leidscheplein-cabaret, waarvan ook Wim lbo, Benny Vreden en andere prominente cabaretiers deel uitmaken? Maar wat Mela betreft. ... „Oh, ik ral heel graag meewerken aan het nieuwe cabaret," verzekert zij. „Die concentratie van krachten lijkt mij de ideale oplossing voor het cabaretprobleem. Alleen. ... ik ga niet meer op tournee. Dat is me te lastig, 's Avonds wil ik thuis bij de kinderen zijn."
Rechts boven: Zóó kent het publiek Mela Soesman niet I — Rechts: Pappie weet overal raad op. — Geheel rechts: Zouden zij het goed met elkaar kunnen vinden f (Foto's Fellinga)
Nog eens: RADIO-UTOPIA
Zondag 19 September. margarine te eten, [in extase - zullen raken over Frescobaldi's melodische variaties voor fluit en «a.l$—13.45 Brahms-progrramma door het Nederlandscb hobo op dit uur. Kamerkoor onder leiding van Felix de Nobel met orgelbegeleiding- door Willy Francois. Uitgevoerd 14-15—15-00 Composities van Peter Kreuder, uitgeworden „Marienlieder" Opus ai en „Geistliches voerd door verschillende orktsten, op gramofoonplaten. Lied", Opus 30. Daarna: pianocomposities van Brahms door Wilhelm Backhaus. . 15.00—15.30 Theo Uden Masman en de Ramblers. ij-oo—13.30 Theo van der Pas draagt voor op piano 16.00—16.45 Het Stedelijk Orkest van Maastricht an4 ballades, resp. van Brahms, Chopin, Lifit en der Hein Jordans, met als solist Harry Wiggelaar, Debussy. viool. 1} Ouverture „La Cleaunza di Tito" van 14.00—15.00 Het Residentieorkest onder Frits SchuurMozart, a) „La Fella", voor viool en orkest van man, met als solisten: Jan Prins, {luit en Jaap Max Reger. 3) „Fantaisi* sur deux airs populaires van Opatal, klarinet. Uitgevoerd worden werken engevins", van Guillaume Lekeu. 4) Romance opus van Chabricr (Espana-Khapsodie), Oberstadt, de 48 van Saint Sacns. Falla en Saint S.aëns. 15-00—15.45 Het Wekelijksch Luisterspel, ditmaal ge17-00—17.30 „Het is September", cabaret-revue viB Nico Splinter met muziek en bewerkingen van Jaap heeten: „Onrust op Artistenkolonie , „Heidepalet", door Ben Heuer. Meyer. Medewerkenden: Ans Heidendaal, Hetty Blok, Thea Tulleken. Ben Steggerda, Henk For19.30—aooo Een programma van cabantliedjes, satuin en de Melodisten. mengesteld door Anton Beuving en met als medewerkenden: Cora May, Wim lbo, Tom Erich en 18.05—18.45 „Ma Vlast" (Mijn vaderland), een symJohan Jong. phonische cyclus van Bedrich Smetana, uitgevoerd »o.oo—11-35 „D«r Vetter aus Dingsda", de operette door het Philharmonisch orkest van Praag. van Eduard Künneke, uitgevoerd door het Amu19-15—"-oo „Bonte Verscheidenheid", een uit allersementsorkest onder Louis Schmidt. hande samengesteld avondprogramma, waaraan Maandag 20 September. medewerken het opera-orkest, Henk Viskil, tenor, Frandne Bijloos, sopraan, Betty Smit, sopraan, 11.00—11.30 De Omrocp-Kleuterklas met het proSandor Sipos, xylofoon. Tummers, de flegmatieke gramma: „Het verdwenen Beertje". humorist an Fred Kroon, piano, ia. 15—12-45 Theo Uden Masman en de Ramblers. so. 15 - „Ra-Ra-Ra", ! de radio-raadsclrubriek met 15.15—16.45 „Elck Wat Wils", een afwisselend Maanden wekclijkschen prijs. dagmiddagprogramma met medewerking van Coosjc 31-30—aa-oo Een «érzockprogramma van gramoGuilleron, zang bij de gitaar, Johan Jong, orgel, foonplaten, büeengerijmd door Anton Beuving. het Spaansch orkest van Juan Tejada en Gerard van Krevelen. Woensdag aa September. 19.15—20.00 Het Omroep Strijkkwartet (Rqnbergcn13.15—13-45 Gerard van' Krevelen. Wiggelaar-Mieremet-Loerkens) voert uit het kwar... let ia D. groot van Haydn en dat in Es groot van 13.10—13.45 Gerard vab Krevelen en het koor: Schubert. „Aethercharmc", 15.15—16.45 „Halfweg",' een gevarieerd WocnsdagDinsdag ai September. / . middag-programma, met als medewerkenden: Erica 11.15—i'-o« Willy Kok en zyn orkest. Rosch, zang, Jonny Holshuyzen, accordeon, Johan ia.15—11-4S Hubert Barwahser fluit, Haakon Stotijn, Jong, orgel. Los Magelos en Otto Hendriks. hobo en Janny van Wering, clavecimbel voeren uit 18.05—1845 „De Ramblers" onder Theo Uden Maswerken voor dese besetting van Frescobaldi, Stöltel, Scarlatti en Bodinus. man, afgewisseld met Estrelllta Castro op gramofoonplaten. Ik heb een groote bewondering voor de meesterlijke sonate in A groot voor clavecimbel van Dömiuco so.15—aa.oo Klassieke muziek. Scarlatti. Een wonderlijke sfeer hangt ook in de trio-sonate in F klein voor fluit, hobo en clavecimDonderdag 23 September. bel van Gottfried Heinrich Stöltel. Maar evenzoo 13.05—14.00 Werkpauze-concert, te geven door Les vraag ik mij af hoeveel menschen in dit Holland, Deux Pico's en „De Ramblers", onder Theo Uden die om is.ts van kantoor of van werk komen Masman trammen of fietsen om hun afgepaste sneedjes met 16.00—1645 Solistenconoert met als medewerkenden Henk Viskil, tenor, Gerard Meyer, viool en Johan Jong, orgel. De lieftallige Gretl Perelli, die in het Bonte 18.05—18.45 Italiaansche opera-fragmenten op graZaterdagmiddag-programma van 11 Septemmofoonplatcn. ber met haar liedjeê een enorm succes 19-15—30-00 Het Concertgebouw-orkest. OOgêtte. (foto C.S.F,IVtrnu*le*) Wat uitgevoerd wordt is helaas niet aangegeven. Vrgdag «4 September. 10.30—11.00 Liefhebbers van Cinema-orgel? Henk Bredon bespeelt het orgel van het Passage-theater in Schiedam. 11.00—11.30 „De Omroep-Kleuterktas", in wier boezero-Jetty Corbelli, die met verdiende vacantie is geweest, tot aller kleuter's vreugde wel weer zal , zijn teruggekeerd. Dit programma heeft als thema: „De Ondeugende kabouter". 13.05—15.00 „Tusschen de bedrijven", een gevarieerd programma voor de vrouw, gebaseerd op het thema „Zon en Regen". Medewerkenden: de Melodisten onder Piet Lustenhouwer, Henk Fortuin, zang en Pierre Palla, orgel. > 1700—18.00 Fragmenten uit bekende opera's en operettes, gespeeld door het Berlijnsch opera-orkest met solisten en koor. 18.05—18.45 De Arnhemsche Orkestvereeniging. 19.15—33.00 Een gevarieerd avondprogramma, waarvan alleen bekend is, dat het heet: „Van 't een op 't ander". Zaterdag as September. 11.00—13.00 Het Omroeporkest onder leiding van Louis Schmidt, met als afwisseling platen van het Duo Ja en Fransche platen' van. Pills et Tabet. 14.00—15.00 Het Rotterdamsch Philharmonisch orkest onder Eduard - Flipse. met als solist Coos van Overbeek, piano. Uitgevoerd worden de „Peer Gynt"-suife van Grieg en het concert voor piano en orkest no. 1 van Beethoven in C groot. 15.00—16.00 Bont uur door Henk Stuurop met liedjes aan den vleugel, Pierre Palla orgel, Gerard van Krevelen en orkest en „De Ramblers" onder Theo Uden Masman. ' 30.00—33.00 Gevarieerd Zaterdagavondprogramma met als medewerkenden: Gretl Perelli, zang, Johan Jong orgel. Septet Jonny Ombach en de Melodisten.
Ik liep ongeveer drie weken geleden met Willem W. Waterman, de schrijver van „Rond de Microfoon" over straat. Dat is iets, wat meer voorkomt. We waren beiden volkomen nuchter. Dat is iets, wat — althans voorioover niö betreft — steeds voorkomt. Wtf spraken over „radio" naar aanleiding van het feit, dat de „Luistergids" op het oogenblik niet meer kan verschijnen. Al loopend probeerden we een'^»teem te ontwerpen, waardoor de luisteraars toch wegwijs zouden kunnen worden uit de talloote uiteendingen. Met een verbluffende snelheid vond W. W. W. een oplossing, een „ideaal-basisschema", zooals hij het noemde en waarover hij — «eer tot m^n verbazing — in „Cinema en Theater" van 3 September- 1.1. een artikel schreef.
* ' MBH
Nu is alles goed en wel, maar het ia beslist in strijd met de waarheid om mij de conclusie van het betreffende artikel in den mond te leggen. Had ik het vooraf geweten, dan zou ik W. W. W. verteld hebben, dat het uitzendschema van den Nederlandachen Omroep niet zoo zeer van zjjn „plan" afwijkt. Iedereen, die regelmatig naar onze programma's kan luisteren, zal toegeven, dat bijvoorbeeld de uitzendingen van den B.N.O. op geregelde tijden plaats vinden en niet, zooals W. W. W. meettV om 1 uur »3 of om zes voor acht of iets dergelijks, maar om 7.00, 8.00, ia.45, t<S.4S. I9i00 uur en om sa.00 uur. ledere aandachtige luisteraar — en is W. W. W. dit niet? >— weet, dat sinds i Juni j.1. de avondprogramma's van 18.00 af tot 44.00 uur een bepaald karakter hebben, zoodat men kan weten, welk genre uitzendingen men op een bepaalden avond kan beluisteren. Bijvoorbeeld Maandags en Donderdags steeds ernstige muziek niet cultuurhistorische of litteraire beschouwingen. Dinsdags een bont programma. Woensdags populaire goede muziek, Vrijdags een volksavond, enz. Het morgenprogramma van den Nederlandachen Radio-Omroep verschilt ook al niet veel van het plan van W. W. W. Verder vraagt hfl : „Waarom 's Zondags andere t^den?" Ik zou willen vragen: „Waarom 's Zondags geen postbestelling, geen kantoorarbeid, andere treinenloop, enz.?" Het antwoord luidt: „Wel, omdat het Zondag is." Och, wij omroep-medewerkers weten, dat een uitzendschema nooit ideaal is, maar wij' weten eveneens, dat ons schema, mét inachtneming van de huidige mogelijkheden, aan de praktijk werd getoetst, terwijl een openbare discussie over dit schema, gezien de factoren van oorlog en bezetting, niet mogelijk is. .* Ondanks talrijke technische en andere moeilijkheden worden door den Nederlandschen Omroep ook thans nog uitzendingen voorbereid en uitgevoerd, die met kop en schouders boven het middelmatige uitsteken. En daarmee 'is de luisteraar op de eerste plaats gediend. Wij, omroepmedewerkers, zullen — binnen het raam door de omroepleiding aangegeven — de best mogelijke-;' programma's blijven verzorgen. Dat is onze taak!, Wij zullen daarbij zooveel mogelijk met . de wenschen van de luisteraars, rekening blijven houden. Dat is voor ons de beste maatstaf, in ieder geval oneindig veel beter dan de uitzendingen van de B.B.C. v:
. •
atnusee
rv Vanve-
.E^rv.^'X.^.ct-
Vne ^*f Jtd ^ .?t0Ser Se«^^ •' Reenen ^ „Sc^^^ste ^ oU «oV
h»»lde "Vheater * deV ^ ^f ca Aet". V* B • Het •• * , M va« K'TT xx0\.e\ =ac , :n «jt»
TocVv«1 T
crhoonpal?3- verder
' geleden ^ "f,,
van
tT a
*
•' Ann» •
den » ^sterdam*
tD*Ttot ook t00;riUS^eeV0
, v<.'
1 meentel^
fedM
En hiermede doe ik afstand van het mij aangewreven mede-auteurschap van het „ideaalbasis-uitzendschema", hetgeen W. W. W. ontwierp en publiceerde. HENRI VAN HOOF
^ C/NEMA <&• THEATER — (nr. 88)
6
:
• -; "■■■
J-i
\
,
, '
a*
schoon hij door de wandelgangen wandelt, zelfs eea, blflc werpt in de COUE|, waar Madeleine de innering aan blijd^M Mapliet, ontwaart hij aar niet, en ook raf^WHTnAk zich op het station. Zij reizen —(B'mbolisch ^Realistisch —
FILMKUNST IN MAJEUR
muziek- èn levenskunstenaar Michael, een sfeeren verhaalbepalend leven — en gaat het leven onafwendbaar dood. Daaraan werkt ook het geluid mee, van krakende schoenen en regen af tot het door Michael gedirigeerde concert toe, waarop de door Madeleine geïnspireerde romance tot uitvoering komt. Hét had een romance in majeur zullen worden om het liefdesgeluk, dat Madeleine en Michaël stelen uit het leven van haar echtgenoot, die onmachtig was het te vatten. Maar zij werd door Madeleine tot een romance in mol omgebogen, juist omdat haar man en zij dit geluk niet kennen, ofschoon er geen oneenigheid bestaat, alleen maar een eerst nu bij haar (en pas na haar dood bij hèm) bewust wordend niet-begrijpen.
Hoewel de film „Romanze in Moll" — in ons land helaas kortweg „Romance" geheeten — reed« in nummer ai werd besproken, ijeven wjj nogmaals een uitvoerige bescnouwinB. .Wi dele «er bijzondere rolprent bij den aanvang 'Van het nieuwe seizoen op de bioscoopprogramma'f gekomen is. Als een geheimzinnig glimlachendïr Mona Lisa ligt Madeleine, onder het «actót schijnsel der petroleumlamp tp het nachtÈkstje, roerloos in bed, de vingertoppen op het pakrlcbllier, dat zy, vergeten moet hebben af te leggen. Haar echtgenoot — *yn schoenen kraken wn het voorzichtige loopen — komt laat thuis, verrukt over zjjn winst op het kaartavondje, waardoor hg zijn geadoreerde kntppe jonge vrouw iets nieuws zal kunnen schenken. H^-kleedt zich uit, legt één voor één de voorwerpen, die in, «Ijn vele zakken huizen, op »y» nachtkastje, en vertelt onderwql van zijn spelersgeluk. Doe maar niet, of je slaapt, Madeleine ... .ik merk wel, dat je een grapje maakt. .. . Maar dan duurt hem het'*grapje toch te lang, hjj kijkt n&der toe, «jjix blik dwaalt over het paarlr, over Aaorjpachtkastje,
waar onder de lamp hetg|li fleschjl er naast.... MiÓeleine ia dood... n Waarom ? Waarom deed f* dat, Madeleine, waaróm. . . . ? Versuft en verslagen is hg, die nooit gekomen schijnt binnen de contactsfeer rond Madeleine. Zelfs nu, nu zij een zachten dood zocht met een glimlach om haar lippen, scheidt hen nog het misverstand, voor "den laatsten keer. In mol eindigde dé*e huwelij kssymfonie, in mol verliep zjj van begin tot einde voor Madeleine; in majeur leek zij té klinken in de ooren van haar echtgenoot, din bankemployé, wiens voornaam ons zelfs onbekend blijft. Zijn ongeoefend oor bedroog heft echter, zooals zjjn vrouw hem moet hebben bedrogen. Want boe-anders kwam zij in het bezit van het paarlcollier, dat hij de laatste dagen haar hals zag sieren en dat, naar zij zeide, een goedkoop namajaksnoertje was uit een warenhuis? De pandhuisman wil er een kapitaal voor geven.. . .. Hoe kan dat? De camera is den weduwnaar, onhandig en levensvreemd, bij het r|jzen van dit probleem gevolgd en wij, toeschouwers, weten dus, dat de nog onbekende voorgeschiedenis eindigde met Madeleine's zelfmoord. Wjj hebben de laatste pagina's van den roman gelezen; nu beginnen wij voorin en willen weten, hoe de romance — er ligt dieperen zin in deze woordgelijkenisI — verliep. Tenminste...', als het boek niet alleen geschreven is om die intrigue! Slechts wanneer het de historie op bijzondere wijze vertelt, lezen wij geboeid verder. ; En daarom geven wij ons gewonnen aan den regisseur Käutner, die de sfeer zoo sublimeerde onder het wäas van den reeds bekend geworden zelfmoord, welke onontkoombaar, naderen moest.
Marianne Hoppe ah het jong-getrouwde vroutetje Madeleine en Ferdinand Marian alt haar minnaar met het piürlemnoer. (Poio't Toiis) Als yi Ibsen's „Spoken"—.een stuk, dat ge-j schreven'werd en speelt in den tijd, die ook in „Romance" herleeft — het doek opgaat, is het leven van Mevrouw Alving al kapot, zonder dat haar omgeving het weet. Terwijl de klok langzaam voorttikt en dit leven onafwendbaar het laatste stukje verder glijdt tot aan den wrpeden schok van haar zoons krankzinnigheid, wordt de sluier over het verleden weggetrokken, wötdt de geheele voorgeschiedenis verhaald, waarom het eigenlijk gaat, In gesprekken. De film echter spreekt in de eerste plaäto in deelden, gemonteerd in een rhythme van scènewisseling, waaraan het tot navolging geneigde tooneel te gronde zou gaan. Het filmbeeld kan plotseling jaren en maanden terugspringen en de voorgeschiedenis naar het reeds volledig bekende einde toe zich doen afspelen. Dan behoeft niet iegelvkertiji dat einde óók nog gespeeld te worden, zooals op de planken ■ —^ een dramaturgische moeilijkheid, die den filmauteur bespaard blijft. Pas in de tweede plaats spreekt de film met woorden. Helaas spreekt rij daarmede vaak te veel. De woordkarigheid in „Romance" wekt, in tegenstelling tot den gebruikelijken woordovervloed, een sfeer van aarzelend tasten en blijkt een prachtig attribuut te meer te zijn voor de hier hun kans grijpende filmkunstenaars. Zij
CINEMA &• THEATER — (nï. 38)
.
8
maakt ons bovendien weer eens', bewust, wat de volstrekt eigen filmmiddelen vermogen. Die liggen in' het oog van de' oneindig beweeglijke camera, dat nu. eens het geheel ziet, en dan weer een détail; dat ook van een geheel een détail even buiten het ge^tchtsvrid kan laten, om het daarna met des te' meer klem naar voren te brengen — een middel, waarom het tooneel de film kan benijden. Die camera kan hoogmoedig boven de spelers uitrijzen en op hen neerzien; maar zich ook ootmoedig aan hun voeten werpen en smeekend naar hen opzien. Zij kan de reactie op speler's gelaat registreeren, maar ook afzonderlijk laten zien, wat die reactie veroorzaakte en waarom. Want de doode dingen, die op het tooneel uitdrukkelijk in de handeling moeten worden betrokken door een gebaar of een woord van een speler, kunnen in de film beklemmend-noodzakelijke schakels'in het verhaal blijken, eenvoudig door het feit, dat het camera-oog langs hen glijdt en — maar dat is niet eens noodig — even op hen gericht blijft. In „Romance" krijgen alle doode dingen, die werden samengebracht in het Madeleine bedrukkende burgermansmilieu van den bankemployé of in het haar een gevoel van toch angstige bevrijding gevende rijke milieu van den gevierden
9
(nr. 38) — CINEMA &* THEATER
„Romanze in Moll" is de film van het echtelijke wanbegrip, het onbegrepen verwijderd-zijn. Regisseur li Käutner heeft reeds dadelijk in de eerste scène, wanneer de echtgenoot den dood van zijn vrouw als een voor de grap zich-slapend-houden aanziet, het volkomen naast elkaar verloopende leven der ongelijkwaardige echtelieden aangetoond.' Dit thema beheerscht de film, doch het otwheerscht, wordt tot een — men vergeve de paradox — onmogelijk realisme en doodt de symbolische bedoeling wanneer Madeleine terugreist van haar geheimen tocht haar en met Michael. In' denzelfden trein reis ook haar man terug, een dag vroeger dan waarop was gerekend. En of
Hier wilde KautnU^teajcéélWymboliseeren; hier kon daarom del in den gtond realistisch ingestelde film zich nfcjLmeer handhaven op het plan der symboliek, Jmjelde de ^symboliek weer neer op den hanJ^^Bper_van lj|fey£alisme, en viel in scl] lertijd maakt veel beÄct werd in pracbtigPgevarieerd uidelijjc J^opgeb ;i^a inder^apabel hap kunnen EeiMandere opmerktnd betreft visueeHlmisch |pddel: Wanneer Madeleine met haar man — die liever naar het circus was gegaan — op Michael's concert zit, ga» in gedachten de uren met Michaël aan haar voorbij. Door incopieering en overblending in de close-up van Madeleine's gelaat zien wij die voorbije scènes nogmaals, zooals wij ze reeds eerder zagen. Hier hadden wij ze evenwel behooren te zien uit een ónderen gezichtshoek, namelijk dien tn Madeleinel Zeker, hieraan zijn moeilijkheden verbonden —I wat ziet Madeleine, wanneer Michaël haar it kussen.. . ? — doch nu worden wij niet de plaats van Madeleine verplaatst. Het pleit voor de film als geheel, wanneer een détail als dit, dat in een rolprent van gemiddeld peil niet zou storen, althans geenszins als niet volkomen filmisch zou opvallen, een kleinen dissonant veroorzaakt. Ook de grootste klaviervirtuoos slaat echter wel eens een foutieven toets aan, en daarom zullen wij hem niet veroordeelen. Integendeel, het absoluut volmaakte is niet menschelijk meer, en deze film van Helmut Käutner is menschelijk, zooals met weinig films het geval was. Menschelijk zelfs tot over den dood, die niet beklemt, omdat hij niet beklemmender kon zijn dan het naar het uiterlijk zoo rustig-gelukkige leven, dat echter een leven-in-wanbegrip is. Het werd' met zooveel meegevoel en bevrijdende deernis van zijn onontkoombaar einde uit op het celluloid vastgelegd, dat de film een levensles voor velen inhoudt. Daarom zou ik dit filmdrama niet pessimistisch willen noemen. En zelfs, wanneer men deze zedelijke les niet verstaat, zal „Romance" de bevrijding schenken, welke alle levensware kunst te schenken vermag — hoe tragisch dat leven 'ook is. JOH, T, HULSEKAMP
^'www*m>m in September tevens de Zondagochtend-filmvoorstellingen weer begonnen. Bovendien worden talrijke gewone filmvoorstellingen gegeven in die plaatsen, die niet over een eigen -bioscooptheater beschikken. Er is contact gezocht met het Gemeentelijk Theaterbedrijf van Amsterdam en de Ook voor de gemeenschap „Vreugde en Arvan het Noord-HollaBdsch Tooneel, een „KleinKameropera zal een aantal speciale voorstellingen beid" is ptT i September het nieuwe winterkunst-Kaleidoscoop" eh het radio-orkest van Jac. geven van „Cosi fan Tutte". Daar tusschendoor seizoen begonnen en daar er reeds in die eerste der Kinderen. Het Noord-Hollandsch Tooneel worden nog vele bijzondere voorstellingen vermaand niet minder dan 175 voorstellingen gebrengt in de provincie een nieuw stuk uit onder zorgd. organiseerd worden, is het begin zeker niet regie van Willem van der Veer, namelijk Ludwig Eén nieuwigheid voor „Vreugde en Arbeid" is slecht te noemen! Benden's blijspel ,,'n Publiek Geheim". in dit seizoen het geven van dilettanten-tooneelHet is daar in het gebouw aan den Amstel De hoofdpersoon in dit vlotte tooneelspel wordt voorstellingen. Men heeft in Rotterdam samente Amsterdam op de afdeeling „Cultureele Ontervan beschuldigd een som gelds gestolen te werking verkregen met een aantal goede diletspanning" een drukte van belang. Berichten hebben en dit gerucht neemt zulk een entstellentantenvereenigingen,« die men voorstellingen laat komen binnen, berichten gaan uit, de telefoon den omvang aan, dat de meest gecompliceerde geven in een soort wedstrgdvorm. Veel valt hierstaat niet stil en het is onder die omstandigverwikkelingen het gevolg zijn. Alles komt echter over nog niet te publiceeren, slechte de titel van heden niet gemakkelijk een indruk te krijgen van in het reine. een der eerste op te voeren stukken: „Hoe het hetgeen „Vreugde en Arbeid" haar publiek in De „Kleinkunst-Kaleidoscoop" biedt een proweeuwtje uit het Hof van Holland gevrijd werd", de komende maanden aan ontspanning cal gaan gramma van zang, dans, muziek en tooneelspel, naar de novelle van Potgieter. Natuurlijk gaat bieden. Er hangt evenwel een groot bord aan den waarmee men een cabaret-voorstelling van beter een en ander niet tenkostfc van het werk der wand en dat bord biedt eenige uitkomst. Op of gehalte hoopt te brengen. Bij het orkest van beroepsmenschen «n dient men het uitsluiten als aan dat bord hangen talrijke kaartjes, die Jac. der Kinderen, dat zich eventueel in twee iets extra's te zien. correspondeeren met de dagen der maand, en kleinere orkesten kan splitsen, treden bovendien Van den hiervoor reeds genoemden „Grooten daarop kan men lezen, waar voorstellingen genog cabaret- en variété-artiesten op. Zoo men Specialiteitenschouw 1943" ging op a September geven worden en welke voorstellingen. Dank ijj ziet, is „de provincie" in niets achtergesteld hij de eerste voorstelling. Hoewel wg deze première dat bord en de mondelinge toelichting van den de groote steden! slechts ten deele konden bijwonen, was, dit volleider van „Cultureele Ontspanning", den heer Zooals ook in de vorige jaren geschiedde, zyn doende om te kunnen constateeren, dat de tournee Rus. hebben wij een overeen succes beloofd te worzicht kunnen samenstellen den. Er treden op: de van het werk van „Vreugde muzikale „act" Diana en en Arbeid". Partner, de parterre- en Er zijn op den isten plastische acrobaten de GraSeptember vijf troepen op faeseno's, de accordeonisten reis gegaan, waarvan er de Berwy's, de jongleurs twee in het bijzonder voor en antipodisten de Corelli's, de grootere plaatsen bestemd zijn. Dat is dan in de de gedachtenlezeres Trilby, eerste plaats het Noorden de hoogrek-acrobaten de Hollandsch Tooneel onder Wilbury's. André Carrell leiding van Jan C. de Vos, confereert en Bert Klazedat Paul Helwig's „Wittema en zijn orkest verzorgt broodsweken" zal opvoeren de muziek. Extra vermeld (in het vorige seizoen werd dient nog te worden het in Cinema en Theater reeds „Majolita-Ballet", onder een bespreking van dit leiding van Jacq. Baux, blijspel gegeven). Daar-' naast begon op a Sepdat door het 'programma tember de tournee met vlindert en het geheel een groote „Specialiteiteneen fleurig aanzien geeft. schouw", waarop wij hierEen programma, waarmede na npg terug komen. „Vreugde en Arbeid" het Bovendien wordt met drie winterseizoen succesvol ingezelschappen de provincie ff et speciaal voor de „Vreugde en Arbeid"-tournee gevormde „MajoUta-Sallet" in zette ! bereisd: een tweede troep een temparamentvollen Hongaarschen dans. (Foto Dokter) COR DOKTER
Een nieuw seizoen bij Vreugde en Meid
VAN VROUW TOT VROUW Nee. nu nog mooier! Daar krijg ik een brief van een Amsterdamschen lezer met „Mevrouw" er 'boven, en dan begint hij te informeeren, of ik eigenlijk wel een „vrouw" ben. ,;Ik vraag dit, omdat het mij bekend is, dat het voorkomt, dat „tante Truus" of „tante Cor"', die op tallooze vragen zoo heerlijk kuAnen antwoorden, geen vrouw, maar manmenschen zijn," voegt hij er aan toe. Heb je ooit! Alsof mijn stijl ook maar eenigszins mannelijk is. Hoe komt de lezer bij die dwaze veronderstelling? Enfin, na die koude douche, zegt hij aan te nemen, dat ik inderdaad tot het vrouwelijk geslacht behoor, waarop hij mij het vuur aan de schenen legt en een soort examenafneemt. De redacteur, die mg het epistel liet doorzenden en die weet, welk een doodgewone vrouw ik ben, een vrouw, die eigenlijk niets van het theater-leven afweet en er alleen maar plezier in heeft, af en toe met haar „portable" ontboezemingen op het papier te werpen, zooals een andere vrouw pianoklanken de lucht in slingert als zij haar hart wil uitstorten, nu, die redacteur moet hebben gegnuifd en gedacht: Hoe redt zij zich daaruit? „Doel dezes is u, als Moeder van kinderen,
te vragen: wat is uw oordeel over de filmkeuring; hoe gaat dat in zijn werk, is daar-critiek op uit te oefenen en zijn er instanties, tot wie men zich wenden kan?'' Daar zat ik als vooir een moeilijke examenopgave. Want van de hjpele filmkeuring weet ik net zooveel als de echfgenoote van mgn briefschrijver: geen sikkepit! Vóór ik mijn eerste |)aby wachtte, heb ik een Moedercursus gevolgd en daar veel geleerd over de voeding van baby, 'het badje, de kleeding, enzoovoorts, maar noch Jle dokter, die den cursus leidde, noch zijn assisteiite, hebben ons ooit gesproken over „filmkeuring". Later heb ik boekjes over opvoedkunde gelezen, maar ook deze hebben mij niet ingelicht over het vraagstuk, dat mij nu ineens met voorbeelden geïllustreerd (mijn correspondent schrijft over een paar films, die hij heeft gezien en juist de rolprent, die voor alle leeftijden is goedgekeurd, vindt hij niet geschikt voor kinderoogen en omgekeerd), wordt voorgelegd. Ik heb die films niet gezien, zooals ik al eens zeide: ik ga niet naar alle schouwburgvoorstellineen en maar hoogst felden naar de bioscoop, en ik kan er dus heelemaal niet over oordeelen, of de Keuringscommissie haar werk m.i. goed heeft gedaan of niet, en voor het overige weet ik
I
van haar werkzaamheden niets af. Ik moet bekennen mij daar nog niet druk over te hebben gemaakt: ik vind mgn dochtertjes nog veel te klein voor de bioscoop; af en toe een kindervoorstelling, een circus-vertooning en daarmee basta. Ik wil geen kinderen, die op hun achttiende blasé zgn. Voor de heele kleintjes zyn er andere geneugten. Natuurlijk zal de tyd komen, dat ik er mij wèl mee bezighoud en ik begrijp, dat er moeders — en vaders en blijkbaar ook „ooms", want mijn briefschrijver werd tot zijn brief geprest, door een bioscoopbezoek met kleine nichtjes — zijn, die zich daarvoor wel interesseeren. Ik kan maar één ding doen: den brief wegsturen naar de redactie met het nederig verzoek hem door een ander, een deskundige, te laten beantwoorden.' Alleen, nu heb ik wel erg zwart op wit mgn onkunde moeten erkennen. Dat is heelemaal niet leuk, want je weet nooit, welke gevolgen zoo iets heeft op het tooneel des levens van een huisvrouw, die zich af en toe aan schrijven bezondigt. Maar in elk geval hoop ik hiermede onomstootelijk te hebben bewezen, dat ik werkelijk „een vrouw" ben en dat is toch ook een heeleboel waard. THEATERBEZÓEKSTER
Een wit paard is een lust voor het oog en dat is de reden, dat men zulke dieren in duizend-enwaardin van Het witte Paard één gevallen min of meer symbolisch gebruikt. (Die IVirti» x*m Weitsen Xöisl) Om maar iets te noemen : sedert onheuglijke tijden Regie: KARL ANTON is het beestje in dienst bij Sinterklaas, in welke Draaiboek: Felix v. Eckardt, Karl Anton. — Cahoedanigheid zijn smettelooze tint wellicht in mera: Eduard Hoesch, Walter Rosskopf. — Muziek: overeenstemming wil zijn met de reine kinderFranz Docile. — Geluid: Hermann Storr. — Monzieltjes. Verder wordt de trouwe schimmel voor tagre: Johanna Meisel. heel wat operette-opvoeringen van stal gehaald, Rolverdeelinr: hetgeen weer het gevolg is van zijn peetschap Eri Bel Leny Marenbach Reserl . . Dorit Kreyssler over een ontelbaar aantal nuttige instellingen, Peter Karl Schönböck die, waar het ons land betreft, deel behooren uit Heinz Marius Otto Graf te maken van de Horecaf. Of het witte paard Otto Wilfried Seyferth De waardin Elisabeth Markus daarbij de helderheid wil symboliseeren van de Verder met: Hans Liebelt, Herman Pfeiffer, Norlakens, waartusschen de gast de moede leden ter bert Rohringer. ruste legt, is een open vraag. . . . een TOBIS-Film. Onder al deze hotels, hotelletjes en herbergen, die den blanken viervoeter als embleem voeren, Boven links: Leny Marenbach al* de is er echter één, dat werkelijk zijn naam gaf waardin-in-opleiding. — Boven recht» 1 aan de beroemde operette — het is het beroemde Wolfgangtee biedt een imposant decor, — „Zum weiszen Rössl" in Sankt Wolfgang aan Reehttondert V.l.n.r. Norbert Rohringer, de Wolfgangsee. Omdat hetzelfde witte paard, Dorit Kreytler, Karl Schönböck, Wilfried dat vereeuwigd werd op het uithangbord van dit (Foto't Tobis) Seyferth. vermaarde „Wirtshaus", nu voor de verandering eens door de film van stal is gehaald, hebben wij,thans een ongedachte gelegenheid om middels het celluloidlint een kijkje te nemen op dit idyllische plekje in het Salzkammergut, waar de nieuwe Tobis-film ,,De waardin van Het Witte Paard" werd vervaardigd. De regisseur heeft het operettepaard zélf maar heel even bereden. Hij had het slechts noodig als motief voor de rolprent, die geen andere pretentie heeft dan anderhalf uur licht amusement te verschaffen. Dat amusement kan de toeschouwer vinden in de avonturen, die de beroemde actrice Eri Bel (Leny Marenbach) als „Elevin" oftewel kamerkatje in het hotel beleeft. In dit feit zit iets ongewoons, want beroemde actrices plegen slechts in. de hoedanigheid van vertroetelde gasten in hotels te vertoeven en dan worden zij gehuisvest in luxe-appartementen en niet in een meidenkamertje onder de pannen. Hoe Eri Bel dan in zoo'n meidenkamertje verieild raakte? Wel, Eri is de vrouwelijke helft van het beroemde filmpaar Eri Bel—Heinz Marius, dat ook in werkelijkheid een paar hoopt te worden. Zooals dat echter met echte paren kan gebeuren, hebben Eri en Marius een daverende ruzie gekregen over het vraagstuk, of Eri in de nieuwe operettefilm „In Het Witte Paard" de haar aangeboden rol van waardin zal kunnen vervullen. Zelf beweert ze van niet, omdat het publiek haar slechts kent in elegante toiletten en zij een beetje bang is om in een eenvoudige Dirndljürk te spelen. Haar partner is echter van het tegendeel overtuigd en prikkelt haar, de rol toch te aanvaarden. Door een handig intrige-t je krijgt hij haar zelfs zoo ver, dat Eri naar Sankt Wolfgang vertrekt om zich in haar rol in te leven door als hotelemployée dienst te doen. Natuurlek mag het overige personeel niets van haar ware hoedanigheid weten.... De komst van het charmante pseudo-leermeisje in „Zum Weissen Rössl" heeft tengevolge, dat de Oberkellner, de leider van de huiskapel en de piccolo hals-over-kop verliefd op haar worden, waaruit de vreemdste verwikkelingen voortvloeien, en deze verwikkelingen vormen het hoogtepunt van de film. Het is allemaal erg bljj en „lustig" en er zgn momenten, dat ik die blqheid wel graag had willen ruilen voor een beetje meer inhoud en tempo. Men ont-
CINEMA &■ T ff EAT ER — (nr. 38) 10 11 (nr. 88) — CINEMA &• T ff EATER
^'#'i-t;
lt.,'r»
>.
komt niet aan den indruk, dat de regisseur heeft getwijfeld tusschen een alledaagsch „Lustspiel" en een operettefilm. Het gevolg is dan ook een soms hinderlijke twee-slachtigheid, die zelfs het goede spel van Karl Schönböck (de Oberkellner). Dorit Kreysler (zijn jaloersche geliefde) Elisabeth Markus (de waardin) en de anderen, niet vermag te camoufleeren. Men kan daar tegen aanvoeren, dat de film „De Waardin van Het Witte Paard" geen pretenties op artistiek-filmisch terrein heeft, doch een afgerond geheel, zélfs als „lichte kost", kan men het moeilijk noemen. Vooral de beide actrices Dorit Kreysler en Elisabeth Markus geven overigens waardeerbaar spel te zien. Dorit Kreysler speelt de ontgoochelde geliefde van den door Eri Bel betooverden Oberkellner als een echten kattekop, met de pittige charme, die langzamerhand haar steeds grooter wordende rollen kenmerkt. Ondanks dit goede speelwerk, is de film op sommige momenten zelfs voor super-blije zielen nog een beetje te blij. Gelukkig, dat dan het prachtige decor, dat moeder Natuur op dit gezegende plekje schiep, een attractie apart vormt. ROB ROODENBURGH
PHlütaWW1^-
—^^^« ■
RAADSEL-VARIÉTÉ
PUZZELAARS | DUIZENDEN gebruiken met groot SUCCES ome uitgaven van de serie „HULP BIJ HET PUZZELEN", waarvan er 10 bij ons verschenen zijn. Prijzen vanaf 50 cent. Prijs voor de geheele serie van 10 stuks f 8.50. Ingebonden f 10.-. Vraagt nog heden prospectus aan: IRrma MOOYMAN t. ZN., „'t Puzzelhuis", Overtoom 226, Tel. 8573Ó - Postgiro 230ÓÓ0 - Amsterdam.
Oplossingen der onderstaande opgaven rende men — liefst op een briefkaart — uiterlijk 30 September a.s. aan den „Raadsel-regisseur", Redactie „Cinema & Theater", Paulus Potterstraat 4, Amsterdam-Zuid. Op de adresiijde te vermelden: „Raadselvariété 30 September". Onder de inzenders van ten minste twee der drie opgaven -worden verloot: een hoofdprijs van ƒ a.jo en vijf troostprijzen van ƒ 1.—.
Invulraads«!
1
z 5
•
^1 ■
9
S ■
?
è ■
i
(0
" ■
II
Horizontaal woorden in te vullen van de volg-endei beteekenis: 1. medeklinker a. mensch 3. aanporren tot betalinr 4. een «amenhangrend reheel vormend 5. het schijnsel der maan 6. resuikerd ooftmoes 7. met behulp van een machine ver- . vaardigd 8. het ontginnen van mijnen 9. watervogel 10. meisjesnaam 11. medeklinker. Te gebruiken letters: saaaaaaaa b, c c, d, e e e e e e, h h h, i i, 1 I 1 1 1, mmmmmmmm mt n n n n n n, ot r, s s s, t t, u u, w w, y.
Lettergreepraadsel Uit bijgaande lettergrepen kunnen 13 namen van filmsterren gevormd worden. De beginletters van deze namen vormen nog een naam van een filmster. al all, an, ardt, bach, bel. bert, bru, buch, de, door er, fin, frits, gen, he, hehn, holts, holz, ken, Ie, Ier, li, ün, lö, loos, lui, ly, ma, mann, mar, na, ne, ni, o o o o, ol, ret, rich, rie, ro, ruth ,sa, sack, se, sie, the, the, ty, uil, zak, zeis.
Verbindingsraadsel Tusschen onderstaande woorden moet éin letter worden ingevuld, zoodat één woord gevormd wordt. De nieuw gebruikte letters vormen den naam van een filmactrice. De eerste rij woorden staat in de juiste volgorde. De tweede eenter echter nietl »e moe bel V«
kunst na
ar leep tam naar lijk ar
kam paarden boom koren melk
tal en er oor
Oplossingen Kamrnaisel. Horitontaal: i Rivalen. Verticaal: i routine, a vicomte, 3 lectuur, 4 narcose. Verbinding sraaisel. Koplamp, korenaar, buis, vallen, voorwiel, geeuw, uitgaan, bodem, goedennacht, beleven, koolraap. — Paul Wegener., Woordraadstl. Lawaai, knie, kaneel, tunnel, kuiken, knevel, kamer, graat, garnaal, laken, kluis, passer. — Winnie Markus.
Prijswinnaars Hoofdfrij,: C. v. d. M. te Amstér dam. Troostfrijten: mej. N. B. te Haarlem; mej. J. K. te Steenwijk; A. v. d S. te Zwolle; R. D. te Utrecht; J. A
d. H. te Dordrecht.
im iO oewndêi
Tooneelcostuums en Pruiken
mill gebruikiaanwijting w recepten nauwlmirig worden nagevolgd bij het gebruik dar bekende Ferie-inmeekdnippels. Hel geeft U dan bovendien 70 \ gesbeiperlng.
PIRIA-TAILITTIN (bbrutkt U voor de tn. muk van appelmoes, rtbarbtr tn alfe soorten iim». . Geeft 60% suikerb**pirin|.
n
tekZa CONSERVEERENDE INMAAKDRUPPtLS
Iets nieuws en... goed! De Decca lang-speel-gramofoonnaald welke 2 a 300 maal te gebruiken is, zoowel voor electrische als mechanische weergave.
Toen bestond bi] ons reeds het plan een werkelijk goede tandpoeder te brengen, omdat bieraan groote behoefte bestond. De Ujdsomitandlgheden evenals de ernstige en langdurige laboratoriaproefnemingen, maakten, dat het eerst nu verschijnt. W!) kunnen U dexe garantie geven i Pento li van volkomen vooroorlogsche kwaliteit. Pento tandpoeder maakt Uw gebit hagelwit, verwijdert absoluut tandstecn en Is onschadelijk.
Ohnfa TANDPOEDER Uw tandarts gebruikt óók tandpoeder!
te koop gevraagd
DOOR IQOGERS Beiden vierden in het theater van het kleine stadje triomfen: Lolita, de kleine, Spaansch uitziende danseres, en Bino Gardini, de man met het sonore stemgeluid. Reeds drie weken prijkten hun namen met groote letters op de kleurige affiches. Het was dan ook niet de eerste maal, dat Lolita — als zij, na met bevallige buiginkjes het publiek te hebben gedankt voor het stormachtige applaus, om dan met trippelpasjes naar haar kleedkamer te verdwijnen — op haar kaptafel een bos bloemen had gevonden. Een enorme ruiker, die haar kleedvèrtrek het aanschijn gaf van een bloemenwinkel. Het kaartje, dat steevast aan de bloemen was gehecht, bewees telkens weer, dat Bino Gardini de milde gever was. . . . Na het welhaast beroemd geworden nummer van Bino Gardini speelde zich ook eiken avond hetzelfde tooneel af. Als Bino met zijn goedlachsch gezicht buigende de hulde van het publiek in ontvangst had genomen en zich had teruggerept naar zijn garderobe, ontvouwde hij daar met gretige vingers het kleine' rose briefje, Waarin Lolita hem in haar fijne vrouwenhandschrift bedankte voor de bloemenhulde. Allengs werd de vriendschapsband hechter en hechter en tenslotte kwam Bino tot de conclusie, dat hij meer dan vriendschap alleen voor Senorita Lolita koesterde. Op het verjaardagsfeest van de kleine danseres kwamen deze gevoelens eindelijk tot uiting. Dien avond sierde niet de gebruikelijke bos rozen of anjelieren Lolita's kaptafel, doch slechts een klein, zwart doosje. En toen zij het geheim-
Itadttieeit Bboruitnong ijaaa samen met de jöcscfjiedenlsr uan bft uJereldbekcnde merk
CINEMA & THEATER — (nr. 38) 12 1
zinnige doosje opende, lag daar glinsterend op het doffe fluweel de zilveren armband, dien zij al zoo vaak in de etalage van den voornaamsten juwelier van het stadje had bewonderd. Wekenlang had Bino daarvoor gespaard (al was hij dan een beroemd zanger, zijn verdiensten waren niet van dien aard, dat hij een dergelijke uitgave ineens kon bekostigen). Het bleek, dat het niet alleen een verjaarsgeschenk was geweest, want spoedig daarna werd met de overige artisten de verloving gevierd van het dol-gelukkige paar. Toen kwam er een dag, waarop Lolita in tranen bij haar Bino kwam en hem onder snikken bekende, dat zij in een vlaag van onvoorzichtigheid den mooien armband verloren had. Of Bino nu al verzekerde, dat er wel weer een nieuwe voor in de paats zou kpmen, het kostte nog even moeite vopr de traantjes gedroogd waren. Een jaar vloog voorbij, een jaar vol geluk, maar naarmate de tijd vorderde, kwam ook de verjaardag van Lolita weer in zicht. Evenals het vorige jaar spaarde Bino ijverig om het voor den armband noodige bedrag bijeen te krijgen. Maar helaas, toen de dag zou aanbreken, had hg niet genoeg. Zou hij zijn polshorloge?.... maar neen, de geefster was hem te lief. Na een slapeloozen nacht hakte Bjno manmoedig den knoop door: de armband moest en zou er komen. En Bino stapte den deftigen Juwelierswinkel binnen. „Goedenmiddag v meneer, meneer wenscht ?" „Tja, ik. . . . ik kom u een eigenaardig verzoek doen, zoudt u misschien mijn polshorloge — het is nog bijna nieuw — willen ruilen voor
(Téekenias f- .VeiTet)
COR RUYS
Gezelschap DU MEE brengt vroolijkheid I
in een stuk vol REUSACHTIG pleizier
TWEE FLIEREFLUITERS
't MEISJE met de 9 PUNTEN 'n Kluchtig blijspel in 3 bedrijven Oeg. 230 - 7.30 uur Zondag 2 u. - 4.15 - 7.30 uur
AIHAMBRA Vijfde en beslist LAATSTE week I ZARAH LEANDER in haar boeiende film
HET VERLEDEN (Damals) Toegang 18 Jaar
Ufa-film
D.fl.lljla 2.15 -'6.19 - 8.15 uur Zondeg 1.30 3.30 6.15 ■ 8 15 uur
13 (nr. 38)
CINEMA <&• THEATER
-.,. ■
^^■-"■M
.
Brieven onder No. 476 Adv.-Bur. „Zeevaart". Rotterdam Schiekade 156
'niim ums
den zilveren armband, dien ik in de étalage heb zien liggen?" Het hooge woord was er uit en de winkelbediende verklaarde zich bereid zijn wensch in te willigen, hoewel het natuurlijk niet de gewoonte van de firma was. Nauwelijks had het horloge de plaats van den armband in de uitstalkast ingenomen, of de chef van de firma kwam zich persoonlijk van de bediening zijner cliënten op de hoogte stellen. De juwelier was een ernstige, ietwat plechtige figuur in een onberispelijk zwart pak. Zijn effen gelaat .kwam echter uit den plooi en hij barstte in lachen uit, toen hij hoorde, wat er gaande was. „Nee maar, die is goed!" riep hij uit. „Duurt die grap nog lang? Eerst komt u hier een armband koopen. Dan ruilt een dame dien voor een polshorloge en nu," en de juwelier schaterde nu van het lachen — „nu komt u het horloge weer ruilen voor den armband!"
.** ■<
MM^MÜn.—
MET
i
FRANS DU MÉE . MATTHIEU v. EYSDEN • HARRY B0DA t.v.a. Dag. 2.15 - 7.30 uur
Zondag 2 u. • 4.30 - 7.30 uur
22013 IE
XliH.H.Vi
CAPITAL JOE STÖCKEL
-
ALICE TREFF
In de oerkomische film
Zarah Leander •
Marika Rökk
BERGTOURIST IN ANGST
Es war eine rauschende Ballnacht
(Der Hochtourist) Bavaria-film Toegang 18 jaar Dag. ook Zond. i .15,J3.30,5.45 en 8 u.
Dagelijks (ook Zondag) voorstelling van 1 30 uur af
Ufa-film
Toegang 18 Jaar
.
■Y •
De nieuwe, succesvolle methode der moftenbestrijding is:
JJQIS
in
iQanlü
OOOß eSWIN H.ßAINAUT€ß VéSTAUNfi LOUIS THIJSS€N ;> Korte inhoud van het vooraf traande: Fanny Klssler. de beroemde danseres, is op den vooravmid van haar vertrek naar Berlijn ten afscheid op hel nabij Weenen selegren landhuis Weinhaus van haar — veel ouderen — minnaar, den liofraad Von Genti. (ïenti zegt haar, dat hij op haar verjaardatr in Berlijn een bode zal zenden.
Reeds bij de fabricatie
L
EU LAN-behandeling Blijvend motecht.
„Dat kan ik." Hij zei het met groote beslistheid en men merkte aan zijn woorden, hoe hij gewend was te bevelen en dat de menschen zich aan zijn wil hadden te onderwerpen. „Wanneer ik een koerier naar Berlijn stuur, dan kan hij voor mijn part een paar paarden kreupel rijden, maar op hef uur, dat ik hem gezegd heb, moet hij voor je staan." „Koerier?" zei ze met een lichte rilling, „dat klinkt bijna alsof ik een koning of keizer was aan wien een minister iets mede te deelen heeft. Kn wat voor een boodschap zal de koerier mij brengen ?" Zij waren nu uit de duisternis te voorschijn gekomen en stapten door het maanlicht naar het huis toe, waarvan de vensters hun tegemoet straalden. Zij kwamen aan het grasperk voorbij, waarop Fanny zoojuist,gedanst had, zooals men het volk in Gumpendoff en in de andere voorsteden van Weenen vroolijk en uitgelaten zag flansen. Gentz bleef staan en keek nadenkend voor zich uit. alsof de gracieuze figuur nog stt-eds in dezen kring draaide. „Wat voor een . boodschap?" herhaalde hij. „dat kan ik je vanavond niet zeggen, want dat moet nou juist de verjaardagsverrassing blijven. Maar, als het zoover is. dan houd jij de weegschaal van mijn geluk in je lieve hand. Van jou zal het afhangen,
welke schaal omhoog gaat en welke neer zinkt." Zij waren nu bij de veranda gekomen, waarvan zij de trappen bestegen. De dienaar kwam Iten tegemoet. „De koetsier laat vragen, Excellentie, of hii vannach tnog blijven moet." En voor Gentz antwoorden kon, kwam Fanny tusschen beide: „Ik reis morgen in alle vroegte van Weenen af. Ik moet nog allerlei voorbereiden en daarom geloof ik, Gentz, dat het het beste is, als wij nu opbreken." Gentz liet een nauwelijks merkbare zucht hooren, alsof hij van een verlangen, van een hoop, van een verlokkenden droom afscheid moest nemen. „Je hebt gelijk, Fanny," zei hij eindelijk, „het is soms noodig verstandig te zijn, ook als het zoo mooi was om dwaas te kunnen zijn. Jij moet naar de stad terug en ik rijd met je mee." Zij bleven nog een oogenblik op de veranda 'staan, zagen over den stillen tuin uit, lieten den zw-óelen geur der bloemen in zich stroomen en luisterden naar het gefluister van den wind in de boomen. Toen werd gemeld, dat de wagen voor stond. Terwijl de dienaar voor den spiegel den zilveren kandelaar mijt de drie flakkerende kaarsen hield, boog Fanny den breeden rand van haar hoed wederom om haar hoofd en legde een dunne shawl om haar schouders. „Hoe prachtig was het vanavond." zeide z«, „in Berlijn zal ik mg steeds op den volgenden avond in Weinhaus verheugen." De lakei schreed met den kandelaar voorop, met een resoluut gebaar nam zij Gentz' arm: „Kom, het is laat." Zij schreden door het nachtelijke zomerlandschap terug naar de stad.... II Een Berlijnsche tooneelkleedkamer lijkt zoer veel op een tooneelkleedkamer in Weenen, Zelfs de kleedster heeft hetzelfde gerimpelde, oude,
". .:,, , "
v.-
goedmoedige zicht, ook zij probeert haar beschermelinge een beetje te bemoederen, ofschoon zij dat met woorden doet, waarvan de intonatie voor een Weensch oor niet gewoon is. Men komt van het podium, om zich heen nög steeds het gedruisch van een frenetiek applaus, dat ook na het laatste vallen van het doek niet" schijnt te willen ophouden, herademend laat men zich in den stoel voor de schminktafel vallen, glimlachend voelt men in alle ledematen een weldadige ontspanning, de zenuwen, die zoojuist nog door de muziek, door het rhythme, door het enthousiasme van het publiek opgezweept waren, komen tot rust en terwgl men het laatste uur, dat aan de tallooze triomfen weer een nieuwe toegevoegd heeft, overdenkt, ondergaat men een geluksgevoel, da.t maar niet stil kan zijn en dat zich aan andere menschen kenbaar maken móét. Wacht men eigenlijk niet heimelijk erop, dat er nu aan de deur van de keedkamer geklopt w-ordt en dat een man binnenkomt, met wien men zich geheel vertrouwd voelt, wien men steeds al zijn gevoel geopenbaard heeft? Twee weken in Berlijn, vele avonden, dat men zijn kunst toebehoorde en met deze kunst de harten in vlam zette. ... en, werkelijk, er wordt op Fanny's deur geklopt. Zij sprong bijna van haar stoel op, reeds had zij haar costuura uitgetrokken en daarvoor in de paats een wijden, witten mantel omgehangen, maar altijd nog bevond zich op haar gezicht de dikke schminklaag. Het was zoo dan ook niet te zien, hoe de blos op haar wangen steeds rooder werd, terwijl zij gespannen naar de deur keek. Maar dra doofde de glans in haar. oogen, haar rechterhand, die zij tegen haar borst hield, zonk neer en koele onverschilligheid klonk nog slechts in haar stem, terwijl zij sprak: „Ach, ben jij het, Stuhlmüller — je ziet, ik ben nog niet klaar." „Ik kan wachten, Fanny," was het antwoord; „je weet, ik wacht graag op je." Zij zat weer op den stoel voor den grooten
spiegel en zij zag daarii de gestalte van een knappen, tratschen man, fl&ast wiens beeld zich plotseling een ander opdrong: het gelaat van een grijsaard, met ingevallen, vale wangen, vol rimpels, maar beheerscht door oogen, waaruit de geest vlamde. Aan dezen geest was Fanny's hart ontstoken, gewillig had zij zich aan de heerschappij van een verstand onderworpen, dat zoozeer zijn invloed op het lichaam uitoefende, dat ook dit jong bleef. Deze andere hier, Stuhlmüller, de eerste danser van de Berlijnsche koninklijke Opera en een gevierde lieveling van het publiek, was jong. maar niet in de eerste plaats door de magie an zijn wil. Hij was niet ouder dan Fanny zelf en als zij hem aanzag, moest zij aan haar jeugd denken: zooals zij daar in het kinderballet de eerste schuchtere passen zette, om den dans te leeren, waaraan voortaan haar leven gewijd zou zijn. Hoe er toen een kleine partner, een jongen, naast haar danste, wien hetzelfde doel voor oogen zweefde als haar zelf. Deze jongen had een attractieve manier gehad, waarop hij haar de hand reikte en zich als een heusche cavalier gedroeg: het was dan ook niet verwonderlijk, dat hèm haar eerste kinderliefde gold. (Wordt vervolgd)
JONG SCHRIJVER met ervaring op 't gebied van kleinkunst en revue, zoekt
contact met programmaleiders en artiesten. Br. No. 38-99, bur. v. d. blad.
B.v B W
als U daarvoor direct de bekende AKKERTJES neemt, want dat zijn de ideale pijn-verdrijvers die U van die nare pijn afhelpen. Zorg er daarom voor ze steeds In huis te hebben. Neem er dan vóór 't naar bed gaan nög een en Ge zult rustig slapen zonder pijn. AKKERTJES zijn omgeven door 'n omhulsel van ouwel; Ge proeft niets. Zacht geweekt, glijden ze dan gemakkelijk door de keel. , Ongeëvenaard tegen pijnen, hoofdpijn, kiesen tandpijn, rheumatische pijnen, spit enz.
MeemnAKKERUE De Nedcrlandsche Piinstiller
Neef Johannes hield vroeger kippen, en z'n vrouw gebruikte de eitjes voor het beslag. Maar nü zijn die kippen wég... en laatst was neef kwaad, omdat ie geen flensjes meer kreeg! Tante klaagde mij d'r nood en ik vroeg verbaasd: „Heb jij dan nogi nooit van PANKOt gehoord?"
t/ÈJkUL iu&üJt na de hoofdwassching niet als n handdoek uitwringen, anders zit het gauw in de war. Drukt
MINA BAKGRAAG SPREEKT:
het voorzichtig uit. Gebruikt voor
de
hoofdwasr-i "^ ^J. W*1"1 ^ü
sching de niet-alkalische
ZWARTKOP
.-.'...: n PEJ A-PRODUC T
SHAMPODOR
De Nederlandsche drank. Door zijn bijzondere kwaliteiten kreeg Santé een groote vermaardheid door 't geheele land.
Open de mogelijkheid tot ontspanning na moeilijke jaren
Men magSanté dan ook zonder aarzelen „De Nederlandsche drank" noemen.
DE RIJKSPOST SPAARBANK Daar kunt U staat op maken!
SHAMPODOR-BLOND
Sautó i.s goed, iedereen drinkt hetl CINEMA & THEATER — nlr. 38) 14 15 (nr. 38) — CINEMA <&• THEATER ...
,
.
SEPTEMBER ,3- iaargang ^H ^^.^
ftv/i:^
"CaSandeScHouv.avonden-. ■
S
„het Witte Doek
■• r t met mef eeon Kleinkunst Pa,i
Opera
groote K
,„ Den Haag
Marianne Simse" FUereHuiters op s
Twee
CASANOVA
yirsTasê'
de vrt\8 ge luk a
Wa» eenVoig tländer U -0 heeHl „VM^Ï-W
'M^^iCr4!. #H«.«n( blijf ik weer ««t een Uoruie. (waf bwieken wijn caodcn ZJWW./ ■ (Ti-eketiiug W. de Mooy)
GEPROLONGEERD:
8« «n onherroepelijk laatste week I
De vrouw der zonde
lowste levoe vao SHIP ßfl SIIP(
Sonora-ftlm - Toegang 18 jaar
„Tok Tok Tok alweer een ei" BEaEmHaga
Alle leeftijden
Op 't tooneel Radio-Orkest WillyKok
raraKfra*
Het Tooneelgezelschap Bouber
Het meisje met de drie vaders ■>X4:Bi:KrJL
Toegang 18 jaar
„DE ONBEKENDE VROUW' ■»MM:OrV--«
Toegang 14 jaar
Verantwoordelijk Hoofdredacteur: .Mr H^lk Schölte A'^am^veran^oordeUJk voor ^ver^tles: ^ ^ ^ÄÄ^SeÄa^Sj NV Ned. Uitgeverij5 „Opbouw", Amsterdam - Zuid. — Adres van r^*"-'-,0 . f7g0 oer jaar, f S. 90 per half 3aar',ï,1!'° .Vr iTina«/! SSoon «611^ Ütó«" 98Ï46; postglro 78676. - Abonn^^teprUs voor Nederiand f 7.g0 per^^ ^ ^„^vure Mij.. Lelden. - P 1088/4. vooruitbetaling. Prijs per nummer 15 et. — Verschijnt 1 X per wee« oes vruu 5 -m* CINEMA o" THEATER — *3*t* J**rg**g -"
N
°- 3* f
I7
September 1943
'" l~*'ä&