Jaarplan 2014/2015
Van droom en daad
Prisma College — Meerwegen scholengroep VMBO – Locatie Kaliumweg 2 3812 PT Amersfoort T (033) 460 26 00 F (033) 460 26 64
[email protected] www.prisma-college.nl
Taalcentrum Magnesiumweg 4 3812 PW Amersfoort T (033) 460 00 72 F (033) 460 73 64
[email protected] www.taalcentrum.prisma-college.nl
1
Voorwoord
Begin mei 2014 woonde ik een symposium bij dat in het teken stond van een publicatie “Is alles van waarde meetbaar?”. Het ging over een bezinnende tekst over toetsing, waarbij werd gesteld dat toetsing alleen zinvol kan zijn als je het betrekt op de doelstelling van het beroepsonderwijs: beroepsvorming. Hieronder wordt een uniek proces verstaan waarin jongeren hun talenten verkennen en ontwikkelen. Het gaat volgens de schrijvers niet alleen over toetsing, maar ook over vorming. Het symposium sloot aan bij mijn zoektocht naar de balans tussen het vormgeven van onze onderwijsvisie en het evalueren hiervan. De constante focus op opbrengsten veronachtzaamt een net zo belangrijk aspect in het onderwijs: vorming. Als je de leerlingen van onze school vraagt waarom ze naar school komen, krijg je verrassende antwoorden als “ik wil leren voor later” of “ik heb het nodig voor mijn doelen later”. Maar ook hoor je vaak dat de leerlingen het contact met leeftijdgenoten (vrienden en vriendinnen) waarderen. Soms merk je dat leerlingen de lessen van bepaalde leraren leuk vinden. Al met al blijkt dat de drie functies die het onderwijs vervult, te weten kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming, ook in onze school herkenbaar aanwezig zijn. In de afgelopen maanden is er een nieuwe ontwikkeling zichtbaar met betrekking tot het omgaan met opbrengsten. De focus is zich aan het verleggen. Zie ook het rapport van de Onderwijsraad: “De smalle kijk op onderwijskwaliteit”. De gedachte dat leerlingen zich lineair ontwikkelen, staat ter discussie, evenals het tempo van het ontwikkelingsproces. Vorming is een aspect dat weer aan aandacht wint. Bij vorming staat de vrijheid in het leerproces voorop. Het gaat niet om controle of doelen gehaald worden. Dit element zou meer in de lessen zichtbaar moeten worden, waarbij de doelstelling gericht is op het realiseren van een ontdekkend leerklimaat voor leerlingen. Dit is ook wat we als Uitdagend beschouwen binnen het Prisma AUB-concept. Onderzoek heeft aangetoond dat docenten die denken vanuit vorming, een sterk vertrouwen hebben in de uitkomsten van de vorming, ook zonder dat zij grip willen hebben op deze uitkomsten. Hier komt dus de rol van de docent nadrukkelijk aan de orde. John Hattie beschrijft in zijn boek “Visible Learning” de principes voor docenten die bij het zichtbare leren horen: zij zijn kritisch op zichzelf, maken zich zorgen over leerlingen die niet de gewenste vooruitgang boeken, zoeken tekenen van successen of tekortkomingen en vragen hulp als ze dat voor hun werk nodig hebben. Het is vanuit deze uitgangspunten dat wij op het Prisma College willen werken. Het is een vervolg op onze pedagogische/didactische transitie van de afgelopen vijf jaar. Het zou mooi zijn als we met deze aanpak de samenwerking met het Vakcollege vorm kunnen geven. Wim van Deijk.
Jaarplan Prisma College 2014/2015
2
2
Inhoudsopgave
1
Voorwoord ........................................................................................................................... 2
2
Inhoudsopgave ..................................................................................................................... 3
3
Missie en visie Prisma College ............................................................................................... 4
4
Opbrengsten en leerlingenaantallen ...................................................................................... 6
5
6
7
8
9
4.1
Opbrengsten ............................................................................................................................ 6
4.2
Prognose leerlingaantallen ...................................................................................................... 6
Identiteit .............................................................................................................................. 8 5.1
Inleiding Meerwegen scholengroep ........................................................................................ 8
5.2
Prisma College ......................................................................................................................... 8
5.3
Prisma College - Doelen en activiteiten 2014/2015 ................................................................ 9
Onderwijsbeleid.................................................................................................................. 10 6.1
Inleiding Meerwegen scholengroep ...................................................................................... 10
6.2
Prisma College - Doelen en activiteiten 2014/2015 .............................................................. 10
Samenwerking Prisma College – Vakcollege Amersfoort ...................................................... 16 7.1
Reden en uitgangspunten samenwerking ............................................................................. 16
7.2
De nieuwe structuur van het VMBO ..................................................................................... 16
7.3
Kerndeel, profieldelen en keuzedelen .................................................................................. 17
7.4
Vormgeving en werving nieuwe school ................................................................................ 17
7.5
Werkgroepen......................................................................................................................... 18
Personeelsbeleid................................................................................................................. 19 8.1
Inleiding – Meerwegen scholengroep ................................................................................... 19
8.2
Prisma College - Doelen en activiteiten 2014/2015 .............................................................. 19
Financiën, huisvesting en beheer ......................................................................................... 23 9.1
Financiën - Doelen en activiteiten 2014/2015 ...................................................................... 23
9.2
Huisvesting en beheer - Doelen en activiteiten 2014/2015.................................................. 23
10 Ondersteunende beleidsdomeinen ...................................................................................... 24 10.1
Kwaliteitsbeleid - Doelen en activiteiten 2014/2015 ............................................................ 24
10.2
PR en Communicatie - Doelen en activiteiten voor 2014/2015 ............................................ 25
10.3
Externe contacten ................................................................................................................. 25
11 Literatuur ........................................................................................................................... 26
Jaarplan Prisma College 2014/2015
3
3
Missie en visie Prisma College
Missie Het Prisma College wil een school zijn waar aantrekkelijk en uitdagend beroepsonderwijs wordt aangeboden binnen een stimulerende leeromgeving. In deze school staat de leerling centraal en niet de leerstof. Doel van het onderwijsproces is het motiveren en toerusten van jonge mensen voor hun toekomst in de maatschappij. Als zout in de pap geldt de identiteit van de school. Dat wordt zichtbaar op verschillende manieren. De leerlingen weten zich gekend (vertaling van ´Ik heb u bij uw naam geroepen, gij zijt mijn´). Kennen van elkaar is essentieel voor het aangaan van een relatie. Een relatie die randvoorwaardelijk is om te kunnen leren en te ontwikkelen. Vanuit deze identiteit wil de school zowel de leerling, als de groep/klas centraal stellen. In de christelijke traditie gaan we uit van het individu als lid van de groep. Je moet je in beide gevallen gerespecteerd weten. Het bestaan van een pedagogische relatie is niet exclusief voorbehouden aan scholen met een christelijke identiteit, maar het Prisma College beschouwt de christelijke cultuur als het vertrekpunt van haar onderwijskundige opdracht. Visie Wij zijn er voor het onderwijs aan onze leerlingen. Zeker voor leerlingen in het VMBO is het van groot belang dat er gedreven en gemotiveerde docenten bij het onderwijsproces betrokken zijn. Docenten die op basis van hun deskundigheid en hun oog voor jongeren nu net het verschil maken waardoor het Prisma College een school is waar leerlingen meer leren dan alleen kennis. Leerlingen zijn in de eerste plaats jonge mensen, die na hun onderwijsloopbaan deel zullen uitmaken van de maatschappij als burger en als werknemer. De school heeft zowel invloed op het verteren van kennis en begrip, als op de vorming van het karakter van de leerling. Het gaat het Prisma College erom onze leerlingen zodanig toe te rusten dat deelneming aan de maatschappij soepel verloopt. Dat zij zich als mens weten te gedragen en op die manier van toegevoegde waarde mogen zijn. Vertaald naar doelen wil de school: Leerlingen inzicht geven in hun eigen aanleg, vaardigheden en belangstelling zodat ze een verantwoorde keuze voor hun latere toekomst kunnen maken. Leerlingen stimuleren om te presteren door het scheppen van een veilig leer- en leefklimaat binnen de school, waarin iedereen een bijdrage levert op het gebied van respect voor anderen en medeverantwoordelijkheid in en voor het eigen leerproces. Leerlingen kennis en vaardigheden bijbrengen die hun handelen in de beroepsuitoefening ten goede zullen komen. Leerlingen opvoeden tot burgers die een eigen verantwoordelijkheid kennen en dit laten zien in hun gedrag. Leerlingen beschikken over het vermogen zaken te onderzoeken, erover na te denken en te argumenteren in het licht van de geschiedenis en met respect voor zichzelf en anderen. Leerlingen kennis laten maken met cultuuruitingen die op jongeren gericht zijn ter vergroting van hun culturele bagage. Een helder en gestructureerd voorzieningenniveau bewerkstelligen ter ondersteuning van leerlingen die op leergebied en/of sociaal-emotioneel gebied dreigen uit te vallen. Dat leerlingen op basis van bovenstaande doelen een gevoel van trots ontwikkelen ten aanzien van hun eigen school. Jaarplan Prisma College 2014/2015
4
Bovenstaande doelen kunnen in meer of mindere mate ook van toepassing zijn op de leerlingen van het Taalcentrum. Het Taalcentrum is een stedelijke voorziening voor nieuwkomers uit andere landen en vluchtelingen. In de afgelopen jaren is er door politieke maatregelen de komst van vluchtelingen naar Nederland afgenomen. Toch blijkt elk jaar dat de verwachte daling van leerlingen op het Taalcentrum niet echt inzet. Er zijn meer leerlingen van andere burgers uit de lidstaten van de Europese Unie. De verhouding vluchteling – nieuwkomer uit de EU is ca. 30 tegen 70. Toch heeft het Prisma College gemeend om voor de voormalige COV een andere koers te kiezen, meer gericht op het wegwerken van taalachterstanden bij taalzwakke leerlingen uit het Nederlandse onderwijs. Vanaf het voorjaar 2013 is daarom gekozen voor de naam Taalcentrum. De doelen voor de leergang zijn daarom aangevuld met het volgende doel: Leerlingen begeleiden zodat zij ‘taalklaar’ zijn om naar het vervolgonderwijs te gaan of een diploma te halen. Hiernaast gelden nog steeds de doelen die al vele jaren van groot worden geacht in het leerproces van buitenlandse leerlingen: Leerlingen perspectief bieden door een breed aanbod in de Nederlandse taal en cultuur. Leerlingen zelfvertrouwen laten verwerven door succesbeleving in hun eerste schoolperiode in Nederland. Leerlingen door middel van kennis van de Nederlandse cultuur en samenleving een plaats laten verwerven in de samenleving. In het kader van de ontwikkeling van Passend Onderwijs is het Taalcentrum ook binnen de regio een voorziening met expertise, met name op het gebied van taalverwerving. Hiervan kunnen ook andere scholen gebruik maken. Het betekent dat het Taalcentrum naast het vaste programma een flexibel programma wil ontwikkelen voor leerlingen die op andere VO-scholen in de regio zijn geplaatst, maar desondanks behoefte hebben aan specifieke ondersteuning in het taalproces.
Jaarplan Prisma College 2014/2015
5
4 4.1
Opbrengsten en leerlingenaantallen Opbrengsten
Uiteraard horen opbrengsten thuis in het jaarplan. Desalniettemin gebruiken we onderstaand schema (figuur 1) om aan te geven waar we vanuit het jaarplan naar toe werken en onder welke thema’s dit kan vallen. Binnen de organisatie zijn meerdere stakeholders te benoemen. Naast leerlingen en personeel zijn dat bijvoorbeeld ouders, toeleveranciers en vervolgopleidingen, bedrijven en wellicht nog een paar andere. In het primaire proces draait het om de leerling en de docenten. Excellente leraren hebben oprecht respect voor hun leerlingen. Zij zien hen als mensen met een eigen persoonlijkheid en ideeën (Hattie, Leren zichtbaar maken, 2013). De interactie tussen leerling en docent of klas en docent is het belangrijkst in het realiseren van opbrengsten in de zin van kennisoverdracht. Dit wordt gemeten in cijfers bij examens, overgang, uitval, doorstroom, enzovoort. De inzet van de schoolleiding is vooral gericht om de medewerkers te ondersteunen in dit leerproces. Maar ook in tevredenheidsenquêtes komen opbrengsten aan de orde. Het gaat om meer dan alleen kennis en begrip. Ook karakterontwikkeling, oftewel vorming, maakt deel uit van het onderwijsconcept van het Prisma College. De begeleiding van de leerlingen wordt door de ouders gewaardeerd met een 7,3 (stelling: mijn kind wordt goed begeleid door de mentor). Figuur 1. Opbrengsten Prisma College
4.2
Prognose leerlingaantallen
In tabel 1 (p. 7) is de verwachte leerlingenprognose weergegeven. Een voorzichtige onderbouwing van deze getallen is gelegen in de prognoses van de drie belangrijkste gemeenten voor het Prisma College: Amersfoort, Soest en Leusden. Amersfoort In de gepubliceerde prognose van de gemeente Amersfoort over de periode 2013 – 2030 staat de volgende tekst “in het aantal kinderen in Amersfoort verandert er tot 2030 weinig. Er wordt nog wel een lichte toename verwacht van het aantal peuters tot 4 jaar en van het aantal tieners tussen 12 en 18 jaar: (3% groei tot 2030). Het aantal kinderen in de basisschoolleeftijd zal zelfs iets teruglopen.” (tabel 2, p.7).
Jaarplan Prisma College 2014/2015
6
Soest De gemeente Soest geeft in haar prognose 2010 -2030 aan dat de leeftijdscategorie 4 – 11 jaar zal krimpen (ca. 8% minder in 2030). De categorie 12 -17 jaar blijft nagenoeg gelijk in deze prognose. Leusden Uit de prognoses van de gemeente Leusden blijkt dat hier een daling wordt voorzien in de leeftijdscategorie 10 – 15 jaar. Het lijkt er op dat de gemeente vergrijst naar 2020 toe. Er zijn geen prognoses te vinden tot 2030. Daling deelname in het VMBO Los van de bevolkingsgegevens blijkt uit onderzoek dat er zich een daling voordoet in het VMBO ten faveure van een stijging in het HAVO/VWO. In de bovenbouw van het VMBO is het aantal leerlingen van 2006 t/m 2012 met 14% gedaald. Voor de toekomst is de verwachting dat er niet meer leerlingen zullen komen in het VMBO. HAVO en VWO zullen gelijk blijven.
Tabel 1. Prognose komende schooljaren 2013 – 2014 Feitelijk 111 133 188 200 632
VMBO Klas 1 Klas 2 Klas 3 Klas 4 Subtotaal
1
2014 – 2015 Prognose 150 130 160 190 630
2015 - 2016 Prognose 140 160 160 160 620
2016 - 2017 Prognose 140 155 190 155 640
2017 - 2018 Prognose 140 155 185 185 665
Taalcentrum
135
100
90
90
90
Eindtotaal
767
730
710
730
755
1peildatum 16 juni 2014
Tabel 2. Bevolkingsgegevens gemeente Amersfoort Leeftijd 0-3 4-11 12-17 -
Prognose 2030 8.462 16.164 11.766 -
Leeftijd 0-4 5-9 10-14 15-19
1
2014 10.073 10.306 10.266 8.990
Bron: gemeente Amersfoort (www.amersfoortincijfers.nl) 1 aantal in leeftijdsgroep per 1 januari 2014 van het betreffende jaar.
Jaarplan Prisma College 2014/2015
7
5 5.1
Identiteit Inleiding Meerwegen scholengroep
Uit het strategisch beleidsplan: Speerpunt 1: Identiteit, authenticiteit & burgerschap ontwikkelen De Meerwegen scholengroep biedt protestants-christelijk voortgezet onderwijs aan. Steeds minder mensen gaan echter naar de kerk en geloven op de traditionele manier. Ouders kiezen ook steeds minder op principiële gronden voor een christelijke school. Daartegenover staat een toenemende behoefte aan waardengestuurd onderwijs en authenticiteit. Een school moet ergens voor staan en zoveel mogelijk bij zichzelf blijven. Naast de kwaliteit van het onderwijs vinden leerlingen en hun ouders goede relaties (verbinding) erg belangrijk. Wij zijn dat van harte met hen eens. Hoewel onze directe doelgroep dus kleiner lijkt te worden, denken wij met onze protestantschristelijke identiteit te voorzien in de behoefte aan authenticiteit en ethisch besef. We zien onze levensbeschouwelijke en onderwijskundige identiteit als unique selling point, als ons bestaansrecht. Het ontwikkelen en versterken van deze identiteit is de basis voor de innovatie van ons onderwijs, de samenwerking met anderen en de professionalisering van onze medewerkers. Wij vullen onze christelijke identiteit niet alleen levensbeschouwelijk in. Het is een paraplu waaronder allerlei begrippen vallen: authenticiteit, burgerschap, duurzaamheid, rentmeesterschap, acceptatie van jezelf en van anderen, en ontmoeting/gemeenschap.
5.2
Prisma College
Het Prisma College vertaalt dit naar een integrale benadering van het begrip identiteit. Het moge duidelijk zijn dat deze benadering leidt tot de gedachte dat identiteit als ‘zout in de pap’ geldt. Dit wordt zichtbaar op verschillende manieren. Zo streeft de school ernaar om de nadruk te leggen op waarden die direct samenhangen met de bijbelse uitgangspunten. Begrippen als verantwoordelijkheid, solidariteit en gerechtigheid staan centraal in onze pedagogische doelstellingen. In meer eigentijdse woorden spreken we dan van duurzaamheid, omzien naar de ander en ruimte geven aan andere mensen. We willen de leerling op basis van onze identiteit zodanig toerusten dat ze beschikken over onderzoeksvaardigheden. Maar ook over het vermogen na te denken over hun onderzoek en te kunnen argumenteren. Op deze manier zouden we met elkaar als school, leerlingen en het voltallig personeel, bij kunnen dragen aan de zorg voor het leven, zorg voor het welzijn van anderen en van onszelf. Vertaling hiervan impliceert respect hebben voor elkaar en voor elkaar opkomen. Daarbij is de basisgedachte dat iedereen zich gekend mag weten. Het kennen van elkaar is essentieel voor het realiseren van een relatie en dus ook de pedagogische relatie.
Jaarplan Prisma College 2014/2015
8
5.3
Prisma College - Doelen en activiteiten 2014/2015
Dagopeningen Op basis van enquêtes onder leerlingen en ouders, maar ook uit gesprekken met medewerkers is er behoefte aan bruikbaar materiaal voor de dagopening. Om deze reden zal met ingang van het schooljaar 2014/2015 weer het ‘Oase magazine’ worden verstrekt. De dagopening is bij uitstek geschikt om het vormende gesprek met de klas te voeren. Het gaat om meer dan gebed of bijbellezing. Het gaat om het gesprek en daarmee ook verduidelijken waar we als leraar zelf staan. Dit geldt als een gemeenschappelijke afspraak in de school en daar dient elke lesgevende zich dan ook aan te houden. Uit de evaluaties die aan het eind van schooljaar worden gehouden moet blijken dat leerlingen en ouders herkennen dat de dagopening een essentieel onderdeel is van het onderwijsaanbod. Concreet betekent dit in 2014/2015 dat elke eerste (en tweede) lesuren gestart wordt met een dagopening. Toezicht vindt plaats tijdens de lesbezoeken van de afdelingsleiders. Going Global Going Global is een tweejaarlijkse activiteit. Gedurende twee jaar wordt voor het gekozen project geld ingezameld. Accent ligt op deelname van een derdeklas leerling aan een buitenlandse reis. Deze leerling wordt via een sollicitatieprocedure geselecteerd en geldt gedurende twee jaar als ambassadeur voor het project. Daarbij wordt de leerling ondersteund door twee docenten.
Jaarplan Prisma College 2014/2015
9
6 6.1
Onderwijsbeleid Inleiding Meerwegen scholengroep
Uit het strategisch beleidsplan: Speerpunt 2: onderwijskwaliteit verhogen Onze scholen bieden eigentijds en kwalitatief hoogwaardig onderwijs en dat willen we zo houden. Wij vinden dat onderwijs meer is dan lesgeven alleen. We leiden leerlingen breed op tot kritische en verantwoordelijke burgers en bieden de zorg die ze nodig hebben. De komende jaren willen wij onderzoeken hoe wij binnen de regels van ons onderwijsbestel het ‘leren’ van leerlingen anders en efficiënter kunnen organiseren. We werken toe naar meer efficiency, grotere effectiviteit, meer ‘leerplezier’, maar ook minder kosten. Eerst bepalen we onze eigen kwaliteitseisen. Waaraan vinden wij dat goed onderwijs moet voldoen? We willen ons niet alleen laten leiden door wat de overheid ons oplegt, maar onze eigen normen bepalen. De volgende vraag is hoe wij tot op het niveau van de klas aan deze kwaliteitseisen gaan voldoen. Samenwerking, onderling en met anderen, kan ons hierbij helpen. Ook willen we meer profiteren van het feit dat we een scholengroep zijn. Door samen te werken in vernieuwende projecten en middelen efficiënt te besteden (onder meer door gezamenlijke inkoop) kunnen onze scholen zich richten op hun primaire proces, het onderwijs. Speerpunt 3: samenwerking uitbreiden Ouders kunnen bij Meerwegen kiezen uit een breed aanbod van christelijk onderwijs, van praktijkonderwijs tot en met gymnasium. Dat vinden wij belangrijk, maar het is wel kostbaar. Om dit brede onderwijsaanbod te kunnen blijven aanbieden, werken onze scholen samen, zowel onderling als met andere scholen(groepen). Samenwerken is ook nodig om doorlopende leerlijnen te realiseren en goede zorg te kunnen bieden aan leerlingen die dat nodig hebben. De komende jaren willen we strategischer omgaan met samenwerking. We willen inventariseren welke samenwerkingsverbanden bestaan, waar uitbreiding mogelijk is en welke partners strategisch interessant zijn om onze doelen te bereiken. We maken deze keuzes vanuit onze protestantschristelijke identiteit.
6.2
Prisma College - Doelen en activiteiten 2014/2015
Droom en daad In het najaar van 2013 verscheen het rapport “Een smalle kijk op onderwijskwaliteit” van de Onderwijsraad. Hierin spreekt de Onderwijsraad zijn zorg uit over de eenzijdige focus op meetbare doelen, in het bijzonder taal en rekenen. Deze benaderingswijze heeft een negatieve invloed op de eigenwaarde van leerlingen die niet goed presteren op de basisvaardigheden. Binnen onze school is dit percentage groot te noemen. Willen we bijdragen aan het voorbereiden van jongeren op een zinvolle deelname aan de maatschappij van straks, dan zal de brede kwaliteit van leerlingen inzichtelijk moeten worden gemaakt. De onderwijsraad vraagt aandacht voor burgerschapsvorming en vakoverstijgende vaardigheden. Er moet ook meer persoonlijke differentiatie mogelijk zijn in de programma’s.
Jaarplan Prisma College 2014/2015
10
Voor het onderwijsproces in onze school zal de focus opnieuw gedefinieerd moeten worden. Dit zal per vakgroep of vakgebied dienen te gebeuren. Het gaat om het bepalen van de doelen van je onderwijs (droom) en de evaluatie ervan door middel van metingen (daad). In de afgelopen jaren is er behoorlijk geïnvesteerd in de professionalisering van de leraar. Stapsgewijs zijn verbeteringen zichtbaar, maar nog steeds staan een aantal leerwegen onder druk en worden als zwak beschouwd door de inspectie. Een ongewenste situatie, die niet te lang mag duren. Zowel de inspectie, als de visitatiecommissie, heeft vastgesteld dat het klassenmanagement niet goed is. Leraren wijken te veel af van elkaar in de benadering van de leerlingen. Lesdoelen zijn niet zichtbaar en worden vaak ook niet benoemd. Toch wordt aangegeven dat de vijf rollen van de docent een uitstekend instrument is voor een effectief klassenmanagement. Als Prisma College blijven we ons dan ook richten op deze opzet. Om een goede balans te realiseren tussen onderwijs en resultaten, lijkt het de schoolleiding verstandig om het vertrouwde Model Didactische Analyse (L. van Gelder, e.a. 1973) van onze lerarenopleidingen weer te hanteren. In dit model gaat het niet alleen om resultaten, maar komt allereerst het doel van de les of lessenreeks aan de orde en dan pas de evaluatie. Het model beschrijft het proces van leren als een cyclus. Het model kan als basis dienen voor het voorbereiden, realiseren en evalueren van de les. Het is een denkstructuur die mede gericht is op het stellen van doelen die aansluiten bij de begin- en leersituatie. Om het geleerde over te brengen wordt ernaar gestreefd de juiste didactische werkvorm, leermiddel en leeractiviteit te kiezen. De uiteindelijke leerresultaten worden geëvalueerd. Successen moeten geborgd worden. Het model is breder toepasbaar dan de les, het is ook inzetbaar in andere ontwikkelingen in de school. Het model is inzetbaar voor de leerling, maar net zo goed voor een ieder ander die een leer/ontwikkelproces doormaakt. In 2014/2015 komt de focus te liggen op de doelen en de evaluatie. Welke doelen stellen we en waarom? In hoeverre zijn (les)doelen, maar ook persoonlijke doelen gerealiseerd? Ontwikkeling in de school, als RTTI, ELO, klassenmanagement zijn allemaal in dit model te plaatsen.
Figuur 2. Model didactische analyse
Jaarplan Prisma College 2014/2015
11
Pedagogisch & didactisch Het onderwijskundig beleid van het Prisma College in het schooljaar 2013-2014 richtte zich op het hernieuwen van het AUB-karakter in pedagogisch en didactisch opzicht. Ook in 2014-2015 wordt deze ontwikkeling voorgezet. Thema’s als veiligheid en sfeer scoren goed bij tevredenheidsonderzoeken. Aandachtspunten uit andere jaren, als ‘een goede uitleg door docenten’ en ‘de docenten houden rekening met wat ik wel en niet kan’ zijn nog steeds aandachtspunten, maar positief is dat deze scores in 2014 gestegen zijn. Bij het leren op een school ligt de focus met betrekking tot ontwikkeling op drie terreinen: kwalificeren, socialiseren en vormend. Het AUB karakter van het Prisma College sluit hierbij aan. Leerlingen worden opgeleid tot het behalen van een VMBO-diploma, maar ook het vormen van de leerlingen speelt daarbij een belangrijke rol. Niet alleen een blik op de cijfermatige opbrengsten, maar ook op de sociaal vormende opbrengsten. Klassenmanagement In 2013-2014 heeft het Prisma College meer nadruk gelegd op het klassenmanagement van de docenten. Klassenmanagement is gericht op het creëren van een inspirerende rijke leeromgeving, een omgeving waarin de leerlingen kunnen werken en leren. De inspectie (november 2013) en de visitatiecommissie (maart 2014) merkten op dat klassenmanagement bij een aantal docenten niet sterk was. Dit benadrukte het belang van een gerichte blik op klassenmanagement. In 2014-2015 wordt deze vernieuwde aanpak voortgezet. De intensiteit van de klassenbezoeken is vanaf februari 2014 toegenomen. Elke afdelingsleider legt minimaal een lesbezoek, met aansluitend evaluatiegesprek, per week af. Eén keer in de twee weken worden de observaties besproken in het LOV. Indien gewenst worden acties ondernomen om geobserveerde aspecten te verbeteren. De focus ligt daarbij op ‘doen we wat afgesproken hebben?’ en ‘doen we het goed?’. Het klassenbezoekformulier is aangescherpt. Het formulier is gebaseerd op ‘De vijf rollen van de leraar’ van M. Slooter (2009). De focus ligt op effectief gebruik lestijd, klassenmanagement en differentiëren. De rol van gastheer kan ook worden gebruikt om een klassengesprek aan het begin van de les te voeren. De klassenbezoeken moeten opleveren dat het MT concreet kan analyseren wat nodig is om als school beter te worden. Welke acties zijn gewenst? Er wordt bekeken of deze acties docentgericht of klasgericht moeten zijn. Een focus op klassenmanagement heeft als doel dat in de klassen dezelfde regels consequent worden toegepast door de docenten. Dat moet opleveren dat er meer rust in de klassen is en de focus kan liggen op het leren. Samengevat betekent dit voor 2014/2015: er wordt een standaard ontwikkeld/aanpassen waaraan elke les moet voldoen, de lessen worden daarop beoordeeld (aansluitend op lesbezoekformulier); de vijf rollen moeten zichtbaar in de lessen naar voren komen; lesdoelen moeten geformuleerd worden per les (per blok en per jaar); elke afdelingsleider legt elke week een lesbezoek, met bijbehorend nagesprek, af. Aanvullend op de lesbezoeken van de afdelingsleider zal ook de directeur lesbezoeken afleggen, om daarna met de docenten in gesprek te gaan.
Jaarplan Prisma College 2014/2015
12
RTTI-systeem In 2013/2014 is gestart met het implementeren van het RTTI-systeem, de cognitieve classificatie van toetsen op alle cognitieve niveaus (RTTI= reproductie, toepassingsvragen 1 en 2, inzicht-vragen). Door het RTTI systeem te gebruiken krijgen we concrete en praktische instrumenten in handen om het leerpotentieel van iedere leerling maximaal te benutten. Met als doel de leerling te begeleiden naar het volgende niveau. Deze werkwijze sluit aan bij het opbrengstgericht werken. Het doel voor het schooljaar 2014/2015 is oefenen met het markeren van vragen en oefenen van het verwerken van toetsen in de rekenmodule. Een tweede doel is communicatieve openheid: overleg over het markeren in vakgroepen, het bespreken van resultaten met leerlingen, docenten, ouders en het voorzichtig conclusies trekken in determinatie- en rapportvergaderingen. Concreet betekent dit, dat we drie toetsen (per periode één per klas) markeren in RTTI (in overleg Figuur 3.RTTI met de vakgroep een zelfde toets per leerjaar en niveau). Deze toetsen afnemen en in de rekenmodule zetten. De toetsresultaten vervolgens bespreken in de vakgroep. De resultaten mee laten wegen in alle besprekingen over de leerling. Dit betekent voor docenten en vakgroepen een bepaalde discipline. Deze discipline zal aangewakkerd moeten blijven door de projectgroep RTTI, die dan ook verdeeld over het jaar weer een aantal studiemomenten/overleggen zal beleggen, met als doel controleren of de opdrachten worden uitgevoerd en nagaan waarom wel of niet, de discussie op gang houden. Elektronische leeromgeving Binnen twee jaar wil het Prisma College Magister inzetten als een volledig geïntegreerde Elektronische Leeromgeving [ELO]. Wanneer ELO ingezet wordt, heeft dit direct invloed op het primaire onderwijsproces. ELO fungeert als een digitale leeromgeving die de leerlingen uitdaagt om te leren en aansluit bij hun individuele leerbehoeftes. Docenten kunnen de leerlingen gerichter (en individueel) bedienen. Aan het einde van het schooljaar 2013/2014 moest ELO volledig geïmplementeerd zijn. Eind schooljaar 2014 bleek dit niet haalbaar. Er moet meer aandacht gegeven worden aan ELO en tijd om te ‘oefenen’ in de ELO omgeving. In 2014/2015 wordt gefocust op de volgende doelen: elke vakgroep werkt met ELO; elke vakgroep maakt gebruik van één studiewijzer voor 1 klas/meerdere klassen; elke vakgroep gebruikt actief bronnen en zet deze in bij 1 klas/meerdere klassen; elke docent kan werken met de studiewijzer en daarbij behorende bronnen. Om deze doelen te behalen zal de stuurgroep ELO actief sturen op het gebruik van ELO. Door middel van 1 á 2 studiedagdelen worden docenten gestimuleerd aan het werk te gaan met ELO. Tijdens de studiemomenten zal de focus liggen op het ‘vullen’ van de ELO omgeving. Om zo docenten gelegenheid te geven een goede start te maken met de elektronische omgeving. De stuurgroep zal driemaandelijks controleren of ELO ingezet wordt (digitale controle) en daarnaast in gesprek gaan met de vakgroep over de vorderingen.
Jaarplan Prisma College 2014/2015
13
School aan Zet In 2012 heeft de schoolleiding er voor gekozen zich te laten begeleiden met betrekking tot de uitwerking van het bestuursakkoord en ter ondersteuning in het werken aan een positief oordeel van de onderwijsinspectie. Hiertoe heeft de school zich aangemeld bij School aan Zet. Vanuit dit programma kan de school in de komende jaren worden ondersteund bij het realiseren van de doelstellingen. School aan Zet biedt faciliteiten aan, waar VO-scholen gebruik van kunnen maken om hun kwaliteit te verbeteren. De faciliteiten bestaan uit een aantal gesprekken met experts, gerichte kennisuitwisselingsactiviteiten tussen scholen, tools en good practice. De expertise van School aan Zet wordt in 2014-2015 ingezet op de ondersteuning richting een nieuw schoolplan (critical friend). Akkoorden In mei 2014 is er een cao-akkoord gesloten in het VO. De uitwerking en interpretatie van de tekst vraagt tijd en de eerste definitieve teksten komen medio juli 2014 beschikbaar. Dit geldt ook voor het onderwijsakkoord voor de VO-sector. Omdat de teksten vrijwel zeker onderwerpen bevatten die van belang zijn op de organisatie van een school, dus ook de onze, zullen we na de zomervakantie met een volgende versie van het schooljaarplan komen, waarin de beide akkoorden zijn verwerkt naar de praktijk van het Prisma College. Passend onderwijs Vanaf 1 augustus 2014 zijn scholen verplicht een passende onderwijsplek te bieden aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben1. Opzet is dat scholen gaan samenwerken om leerlingen een passende plek in het onderwijs te bieden. Scholen kunnen zich specialiseren en onderling afspreken wie aan welke kinderen het beste onderwijs kan bieden. Passend onderwijs vraagt om een duidelijke visie op zorg in de school. Vanaf 2013 werken het Prisma College en Vakcollege intensief samen op het gebied van zorg. Beide scholen verschillen dan ook niet veel in hun visie over de leerlingenzorg en -begeleiding. De begeleiding dient zoveel mogelijk in de klas te gebeuren. De mentor is de spil als het gaat om de begeleiding van en de zorg voor de leerling. Indien dat noodzakelijk is kan de leerling buiten de reguliere uren aanbod krijgen om aan zijn achterstanden of sociaal-emotioneel welbevinden te werken. De begeleiding in de school is gestructureerd in vier lijnen/professionele momenten: 1. Mentor (PM1). 2. Leerlingbespreking, docenten (PM2). 3. Zorgteam, IZAT2, deskundigen begeleidingsbureau (PM3). 4. ZAT en externe deskundigen (PM4). Vanuit de wens preventief en vroegtijdig de jeugdzorg in te zetten in het onderwijs, is in het schooljaar 2013/2014 vanuit het Samenwerkingsverband V(S)O Eemland is oktober 2013 gestart met de pilot ‘ZAT NAAR VOREN’. Ook het Prisma College neemt deel aan deze pilot, die in elk geval doorloopt tot januari 2015. In de pilot is de verbinding gelegd op uitvoeringsniveau tussen jeugdzorg en onderwijs om op deze manier een bijdrage te leveren aan snelle, passende gecoördineerde hulp aan jeugdigen en hun gezinnen. Monitoring en evaluatie maken deel uit van het project. Doelstellingen van het project zijn:
1 2
http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/passend-onderwijs/plannen-passend-onderwijs IZAT: intern zorgadviesteam en ZAT: zorgadviesteam met externe leden
Jaarplan Prisma College 2014/2015
14
1. Kennis en kunde van de partners uit het ZAT en vanuit de huidige contacten georganiseerder – en voor de scholen sneller en effectiever – inzetten en daar waar nodig vernieuwingen door te voeren. Belangrijk hierin is duidelijkheid te krijgen over wat de verantwoordelijkheid is van de zorgcoördinator en wat van de professionals in de jeugdzorg. 2. Een werkwijze te ontwikkelen waardoor de meer ingewikkelde ondersteuningsvraag van de leerling/ouders en school eerder wordt geformuleerd en juiste ondersteuning effectief wordt ingezet. Als vanaf het begin duidelijk is dat specialistische zorg nodig is, dan dient die ook te worden ingezet. 3. Het daadwerkelijk vroegtijdig uitvoeren van ondersteuning aan jeugdigen met gedragsproblemen en/of hun gezinnen. Voorkomen moet worden dat hulpvragen van cliënten worden doorgeschoven. Als vanaf het begin duidelijk is dat specialistische zorg nodig is, dan dient die ook te worden ingezet. Het project is opgezet vanuit de gedachte dat het passend onderwijsconcept veel scholen voor problemen kan stellen, waardoor ook de gemeente in verlegenheid kan komen in haar nieuwe rol in de jeugdhulpverlening. Daarom is er subsidie (ZatnaarVoren) beschikbaar gesteld om zo de school, c.q. de zorgcoördinator te kunnen ontlasten door de inzet van extern deskundigen, die ook toegang hebben tot alternatieve vervolgmogelijkheden. De beschikbare expertise in het begeleidingsbureau bestaat uit: orthopedagoog, maatschappelijk werkster, twee begeleidsters (ihkv ZatnaarVoren), ambulant begeleidster, schoolverpleegkundige en drie vertrouwenspersonen. Taalcentrum – DISK In het schooljaar 2014-2015 start het Taalcentrum met de pilot ‘DISK’. Dit is een online methode Nederlands speciaal voor NT2 scholen. De huidige methode Nederlands ‘Zebra’ is sterk verouderd en dient vervangen te worden. Komend schooljaar start er één groep leerlingen met DISK. In de jaren daarna zal de methode school breed worden ingevoerd. De leerlingen van onze ‘pilotgroep’ gaan individueel met een laptop aan de slag met DISK. Het smartboard zal van grote waarde zijn bij deze lessen. Naast de vaste docenten van de pilotgroep zullen ook de andere docenten alvast praktische ervaring gaan opdoen in het gebruik van DISK/laptop/smartboard. Dit ter voorbereiding op de invoering van de methode in de overige groepen. Bij alle activiteiten worden we ondersteund door het NT2 team van uitgeverij Boom.
Jaarplan Prisma College 2014/2015
15
7 7.1
Samenwerking Prisma College – Vakcollege Amersfoort Reden en uitgangspunten samenwerking
De Meerwegen scholengroep en het Meridiaan College zijn vanaf 2010 in een steeds intensiever wordend traject gestapt waarin de mogelijkheden om op VMBO-niveau te gaan samenwerken worden onderzocht. Het licht dalend aantal VMBO-leerlingen in de regio Eemland, maar vooral de grilligheid in het keuzeproces van nieuwe leerlingen en hun ouders is mede impuls geweest voor deze ingezette koers. Het is het streven om de twee scholen in 2017 op een unilocatie onder te brengen. De volgende uitgangspunten zijn leidend in het gesprek: optimalisering keuzemogelijkheden van de leerlingen; doorlopende leerlijnen in het onderwijs en in de beroepskolom, bestrijding van voortijdig schoolverlaten vereisen samenwerking met de natuurlijke partners (basisonderwijs, MBO, het bedrijfsleven, gemeente, e.d); de belangrijkste peilers voor de nieuwe school zijn kwalitatief hoogwaardig onderwijs en een goede structuur van de leerlingbegeleiding. De scholen zijn op beide punten sterk en vullen elkaar ook op onderwijskundig gebied goed aan. Vanaf 2012 zijn werkgroepen aan de slag gegaan om een aantal thema’s uit te werken. Dit heeft geleid tot de volgende visie: ‘Er is op 1 augustus een (uni)locatie waar VMBO onderwijs wordt gegeven aan het overgrote deel van de VMBO-leerlingen uit de regio Eemland. Het onderwijs in de nieuwe school vindt plaats op één locatie, liefst in één gebouw, of in meerdere gebouwen in een campusachtige situatie, die geheel geschikt is (gemaakt) om het vernieuwde vmbo vorm te geven. Alle in de sectoren Techniek, Zorg en Welzijn, Economie en Intersectoraal beschikbare profielen worden aangeboden. Bij het ontwikkelen van de keuzedelen is gebruik gemaakt van de relevante ervaring van beide scholen zodat op drie niveaus (basis, kader en gemengd) zowel smalle als brede trajecten voor leerlingen mogelijk zijn. Deze trajecten zijn optimaal afgestemd op het in de regio aanwezige vervolgonderwijs.’ Er is een visiedocument opgesteld en op basis daarvan hebben de CvB’s en de RVT’s van beide scholen ingestemd met het doorgaan van het project en wordt er daartoe een samenwerkingsovereenkomst getekend in het najaar van 2014. De visienota zal nog voor de zomervakantie 2014 onder alle personeelsleden worden verspreid om duidelijkheid te geven over hoe het proces tot nu toe is verlopen.
7.2
De nieuwe structuur van het VMBO3
Binnen enkele jaren zullen de afdelingen en programma’s zoals we die nu kennen in de beroepsgerichte leerwegen gaan veranderen. De nieuwe programma’s in het VMBO zullen straks aansluiten op actuele ontwikkelingen in de (beroeps)werkelijkheid en de vervolgopleidingen in het MBO. Ze houden rekening met leerroutes van leerlingen en ze dragen bij aan een betere organiseerbaarheid van het onderwijs, ook bij dalende leerlingenaantallen. De bedoeling is dat in 2018 de eerste beroepsgerichte vmbo-examens nieuwe stijl worden afgelegd. In de nieuwe VMBO school krijgen we hier dus volop mee te maken. Wij denken dat de leerlingen in het beroepsgerichte VMBO in het algemeen sterk worden gemotiveerd door te ‘doen’. In de meeste scholen wordt hieraan tegemoet gekomen door middel van Praktische sectororiëntatie (PSO), maar de beroepsgerichte examenprogramma’s starten pas in leerjaar 3. Het Vakcollege Amersfoort heeft
3
Zie ook www.vernieuwingvmbo.nl.Van deze website is ook gebruik gemaakt voor de teksten in dit stuk.
Jaarplan Prisma College 2014/2015
16
inmiddels veel ervaring opgebouwd met het laten starten van die programma’s in het eerste leerjaar. De mogelijkheden zijn bekeken om dit over te nemen voor de nieuwe VMBO school.
7.3
Kerndeel, profieldelen en keuzedelen
Een examenprogramma bestaat uit een kerndeel, profieldelen en keuzedelen. Deze komen in combinatie met elkaar aan de orde. Loopbaanoriëntatie en begeleiding gaan als een rode draad door het programma lopen. Op basis van hun LOB-traject gaan leerlingen een profiel en keuzedelen kiezen. In de huidige voorstellen moet een leerling ten minste vier keuze-eenheden volgen. Profieldelen kunnen een keuzedeel zijn, bijvoorbeeld als een leerling een onderwerp dat voortbouwt op een profieldeel wil volgen. Deze keuzedelen liggen in principe in het verlengde van een van de profielen, maar kunnen ook gekozen worden door leerlingen die voor een ander profiel hebben gekozen, binnen of buiten de sector. Als een profieldeel als keuzedeel wordt gevolgd, wordt het ook als keuzedeel afgesloten en dus met een schoolexamen. Door te kiezen voor één context en daarbinnen alle opdrachten uit te voeren, en dus het kern en keuzeprogramma te doorlopen, kan een leerling zich al snel verdiepen. Op het moment dat een leerling zijn keuze voor een beroepsopleiding heeft gemaakt en zich nog verder wil verdiepen moet hij/zij (als dat kan nog binnen het vmbo) starten met zijn mbo-opleiding. De leerling kan zich ook juist verbreden door keuzedelen te kiezen die een relatie hebben met andere profielen of zelfs met andere sectoren. Gezien de grootte van de school en het huidige aanbod op de oorspronkelijke scholen, zien we het nu als wenselijk dat alle profielen straks kunnen worden aangeboden. Dit betekent zeven profielen: 1. bouwen, wonen, interieur; 2. produceren, installeren, energie; 3. mobiliteit en transport; 4. economie en ondernemen; 5. horeca, bakkerij en recreatie; 6. zorg en welzijn en 7. dienstverlening en Producten (was intersectoraal). Bij elk profiel dat de school zal aanbieden hoort binnen- en buitenschools leren. Binnenschools leren voor het beroepsgerichte programma gebeurt in een centraal gebouw waar elk profiel haar eigen herkenbare praktijklokalen en ruimten heeft. Het buitenschools leren kan plaatsvinden in stages, leerwerkprojecten, bij het MBO of nog anders. Er is een sterke voorkeur leerlingen veel keuzes binnen het programma te bieden, maar hier zouden enkele problemen zich kunnen aandienen. Bijvoorbeeld niet alle combinaties van profielen en keuzedelen zijn logisch. Dit moet verder uitgewerkt worden.
7.4
Vormgeving en werving nieuwe school
De werkgroep vernieuwing VMBO is er vanuit gegaan dat Prisma en Vakcollege straks gehuisvest zijn op één locatie, liefst in één gebouw en één school van ongeveer ruim duizend leerlingen vormen. Vervolgens heeft de werkgroep zich afgevraagd hoe in deze context de nieuwe VMBO school kan worden georganiseerd. Het onderwijs moet immers werkbaar, organiseerbaar en betaalbaar zijn en blijven, ook bij fluctuatie van aantallen leerlingen. De werving voor het schooljaar 2015/2016 zal in gezamenlijkheid gebeuren. Het is daarom absolute noodzaak om voor 1 januari 2015 de beelden te hebben uitgewerkt zodat tijdens de informatieavonden gelijke informatie wordt verstrekt. Jaarplan Prisma College 2014/2015
17
7.5
Werkgroepen
In het schooljaar 2014/2015 zullen verschillende werkgroepen verder werken aan het onderwijsconcept van de nieuwe school. Behalve twee werkgroepen (resp. uitwerking onderwijskundig concept en uitwerking doorlopende leerlijnen en aansluiting met het bedrijfsleven) zal er ook een werkgroep komen voor het inventariseren van de gevolgen voor het personeel. Tenslotte zal de projectgroep zich ook bezig houden met de financiële consequenties van de samenwerking. Beide scholen hebben dinsdagmiddag vastgelegd voor overleg. Er zullen studiemiddagen worden georganiseerd en er wordt gestreefd naar het organiseren van enkele gezamenlijke teambijeenkomsten. Resumerend ligt de focus in 2014/2015 op: het ontwikkelen van de programma’s in leerjaar 1; o aansluitend op uitwerking doorlopende leerlijnen overige leerjaren; o overleg over afstemming, inhoud en structuur praktijkvakken; uitlijnen wervingsprogramma eerstejaars leerlingen; acties gericht op het betrekken van het team om zo draagvlak te creëren.
Jaarplan Prisma College 2014/2015
18
8 8.1
Personeelsbeleid Inleiding – Meerwegen scholengroep
Uit het strategisch beleidsplan: Speerpunt 4: medewerkers professionaliseren De kwaliteit van ons onderwijs hangt in hoge mate af van de kwaliteit van onze medewerkers. De combinatie van toenemende kwaliteitseisen en afnemende financiële middelen, maakt dat van docenten andere competenties worden verwacht. Ze moeten in staat zijn het onderwijs te vernieuwen (onder meer met behulp van ICT) en intensievere zorg te verlenen aan leerlingen die dat nodig hebben. We vinden het belangrijk dat onze medewerkers ondernemerschap tonen, met anderen kennis delen en van hen leren. Professionalisering zien wij in het kader van een leven lang leren. We willen dat mensen zich professionaliseren in lijn met onze identiteit. Trefwoorden daarbij zijn authenticiteit, duurzaamheid, acceptatie van jezelf en van anderen, en ontmoeting/gemeenschap. Professionalisering is een belangrijk middel voor onderwijsinnovatie. Dat geldt ook voor personeelsplanning. We willen medewerkers strategisch en flexibel inzetten om beter te kunnen inspelen op de toenemende kwaliteitseisen, de veranderende schoolorganisatie en innovatie van het onderwijs.
8.2
Prisma College - Doelen en activiteiten 2014/2015
Personeelsbeleid gaat over binden en boeien van medewerkers (en dus uiteindelijk over motiveren). De schoolleiding is zich bewust van haar rol op dit vlak binnen de school. In de opvattingen rond personeelsbeleid werken we daarom vanuit de basismotivationele behoeften die zowel in de klas, maar ook in de school gelden. Om kwaliteiten en talenten van personeel optimaal te ontwikkelen is het zaak om rekening te houden met deze drie basisbehoeften. Het betreft de behoefte aan relatie, competentie en autonomie. Luc Stevens (orthopedagoog) en pleitbezorger van deze theorie verwoordt het treffend: “Allereerst gaat het om een goede relatie tussen alle bewoners van de school: leerlingen én leraren en management. Ze luisteren naar elkaar, ondersteunen en vertrouwen elkaar. Met competentie bedoel ik dat docenten uitgedaagd worden en dat die uitdaging aansluit bij wat ze al kunnen. Tenslotte moet je docenten ook de ruimte geven autonome keuzes te maken, hun eigen leer- en ontwikkelpad uit te stippelen en daar verantwoordelijkheid voor te dragen.” Alle scholing en ontwikkeling moet passen binnen de kaders van de ontwikkeling van het Prisma College. Zie verder ook het vernieuwde scholingsbeleidsplan dat in september 2014 beschikbaar komt. De teksten van de nieuwe cao zijn nog niet beschikbaar en deze cao bepaalt een belangrijk deel van de materie betreffende scholing. Volgens de cao, die op 1 augustus 2014 van kracht wordt, zijn er voor elke medewerker naar rato maximaal 85 klokuren beschikbaar voor persoonlijke ontwikkeling. Hierover dient wel jaarlijks verantwoording te worden afgelegd, maar de details komen later beschikbaar. Het Prisma College wil inzetten op professionalisering over een langere periode dan een jaar. In 2014/2015 wordt tevens de gesprekkencyclus van Keimaat, Keiwijzer en popgesprekken voortgezet.
Jaarplan Prisma College 2014/2015
19
In het sectorakkoord zijn onder meer afspraken gemaakt over toekomstbestendig onderwijs en andere verhoudingen in toezicht en verantwoording, maar ook over professionele scholen. Daarbij gaat het in het bijzonder om scholen: als lerende organisaties: o ruimte voor leraren, versterking van de professionele leercultuur op scholen; meer en beter gekwalificeerde/ masteropgeleide leraren, uitbreiding opleiden in de school; om een sterkere koppeling van onderwijs- en personeelsontwikkeling: o professionalisering leraren, begeleiding startende leraren, professionele ontwikkeling docenten vmbo, lerarenregister/bevoegd; professionalisering van schoolleiders en bestuurders: o waaronder schoolleidersregister, strategisch HR-beleid, lerend bestuur. Meerwegen opleidingsschool (MOS) Het Prisma College wil een goede opleidingsschool zijn binnen een lerende organisatie. Daarom heeft zij zich aangesloten bij de Meerwegen Opleidingsschool (MOS). Het idee daarachter is dat een organisatie pas echt een goede leeromgeving voor studenten kan zijn, als de organisatie ook zelf continue lerende is/in ontwikkeling. De Meerwegen opleidingsschool is een belangrijke impuls om docenten te stimuleren zich te ontwikkelen. Innovatie van het onderwijs vereist flexibele en zich ontwikkelende docenten. Dit betekent voor de scholen dat er over de hele breedte van de organisatie gereflecteerd moet worden op leren. Immers: pas na ‘reflectie op ‘ kun je iets ’overbrengen over’. Er wordt samengewerkt met Hogeschool Windesheim (Zwolle). Er vindt uitwisseling plaats van kennis en er worden gezamenlijk studenten geworven onder andere door een vacaturesite waar studenten kunnen zien welke leerwerkplekken binnen Meerwegen beschikbaar zijn. Lesson Study Figuur 4. Lesson Study Een manier om te profesionaleren is de mehtodiek ‘Lesson Study’. In 2013-2014 is gestart met ‘Lesson Study’. Het is een methodiek waarmee docenten gezamenlijk een les ontwerpen, deze les geven en vervolgens gezamenlijk nabespreken. Doel van deze werkwijze is om steeds in de praktijk te toetsen in hoeverre de lesinhoud en de gebruikte werkvormen het leren van de leerlingen bevordert. Docenten stellen voor één les gezamenlijk de doelen op en ontwerpen de les gezamenlijk. Vervolgens wordt de les uitgevoerd en door verschillende docenten geobserveerd. In groepsverband wordt de les nabesproken en gereviseerd. Vervolgens wordt de aangepaste les uitgevoerd, geobserveerd en besproken. De werkwijze van de les wordt daarbij geëvalueerd. Dit leidt tot ontwikkelingen die geïmplementeerd en geborgd worden. Een belangrijk kenmerk van Lesson Study is het feit dat leraren intensief met elkaar samenwerken. In 2014-2015 wordt deze werkwijze minimaal twee keer uitgevoerd.
Jaarplan Prisma College 2014/2015
20
Met deze werkwijze wordt bereikt dat de docenten op een cyclische manier de eigen instructieleerkrachtvaardigheid versterken en zo een bijdrage leveren aan het verhogen van de leeropbrengsten. Lesson Study is volgens School aan Zet gericht op verbetering van de vaardigheden van de leraar en (als gevolg hiervan) op het vergroten van de kennis van de leerlingen. Aan het begin van het schooljaar zal de methodiek ‘Lesson Study’ in het team worden herhaald, om zo de docenten te activeren deze werkwijze uit te voeren. Team- en individuele scholing In dit jaarplan wordt de individuele- en themascholing beschreven. Met individuele scholing worden de ambities van de individuele medewerkers vertaald in concrete stappen. Dit levert op dat docenten gemotiveerd worden doordat zij een eigen traject hebben mogen samenstellen en volgen. Dit komt de kwaliteit van de docent ten goede en daarmee is ook van belang van de organisatie verduidelijkt. Teamscholing Een aantal scholingsmomenten zijn gericht op het (verder) implementeren en borgen van ontwikkelingen in de school: 1. RTTI: studiedag voor activeren werkwijze RTTI en tijd geven om eerste toets te ontwikkelen (implementatie). Aan het einde van het schooljaar een studiemoment om de werkwijze van het afgelopen jaar in het team te evalueren (borgen). 2. ELO: 1 á 2 studiedagdelen voor de implementatie van ELO, focus ligt op het stimuleren te werken met ELO (denk aan gezamenlijk vullen leeromgeving). 3. Lesson Study: studiemoment om methodiek Lesson Study te herhalen en docenten de tijd te geven een eerste les gezamenlijk te ontwerpen. 4. Studiedag/dagdeel puberbrein: maakt inzichtelijk hoe jongeren zich tussen hun tienerjaren ontwikkelen en toont aan waarom ze juist dan vragen om duidelijke grenzen en goede begeleiding. De docenten krijgen veel praktijkvoorbeelden en praktische adviezen hoe volwassenen beter met jongeren kunnen omgaan. 5. Taalcentrum: training in inzet DISK. Wat levert het op 1. Consequent gebruik RTTI in de school: markeren en oefenen van het verwerken van de toetsen in de rekenmodule. Docenten komen samen tot een eenduidig wijze omtrent toetsing en beoordeling. 2. Inzet ELO in de praktijk, lessen door alle vakgroepen. Er wordt gebruik gemaakt van de studiewijzer en bronnen. 3. Ontwikkelen van een gezamenlijke visie op een les en zodoende worden de instructie- en leerkrachtvaardigheden versterkt. 4. Het team is bijgeschoold op het gebied van puberbrein en weet zo meer over de ontwikkeling van de leerlingen. Ze weten beter waar ze behoefte aan hebben en hoe ze daar op in kunnen spelen. 5. DISK wordt ingezet in de school en de docenten ontwikkelen de vaardigheden die hiervoor nodig zijn.
Jaarplan Prisma College 2014/2015
21
Evaluatie 1. De projectgroep RTTI zal verdeeld over het jaar regelmatig controleren of de rekenmodule ingezet wordt. Tijdens kernteams en zorgteams zal RTTI geëvalueerd worden. 2. De stuurgroep ELO controleert driemaandelijks of ELO ingezet wordt (digitale controle) en gaat met de vakgroepen in gesprek over de vorderingen in ELO. 3. Nagaan of er minimaal twee lessen volgens deze methodiek zijn uitgevoerd. Evalueren: wat heeft het de docenten opgeleverd? 4. Heeft de training/cursus bijgedragen aan de kennis van docenten en zodoende op het handelen in de klas. Dit zou zichtbaar kunnen worden tijdens de lesbezoeken. 5. Wordt DISK inderdaad ingezet in de praktijk? Hebben de docenten geoefend met DISK?
Individuele scholingsplannen A. Gutter Opleiding tot vertrouwenspersoon van de PPSI (vierdaagse). H. Kuipers Scholing gevorderden Medezeggenschap (via GMR). Gebruikersdag methode nieuwe examenprogramma’s. A. Pijper Twee terugkomdagen NOMC. L. Ciebrant Scholing begeleidingsvaardigheden module 2: samen opleiden. J. van den Hoven Cursus digitale media en leren via de Open Universiteit. S. Beute HBO master MLI. Bijscholing Keiwijzer. Vakgroep LO Landelijke studiedag KVLO. S. Onland Cursus Vakcoach (vervolg). M. Pot Cursus Vakcoach (vervolg). Applicatiecursus Technologie. EHBO P. Van Amelsvoort, N. Brandsma, J. Broertjes, L. Groenwold, J. Van de Hoven en S. Beute. BHV H. Bos, W.Bos, N. Brandsma, J. Broertjes, G. Doornekamp, E. De Graaf, J. van de Hoven, K. Van Kolfschoten, B. Van Leijenhorst, N. Olij, A. De Rijk en B. Verbeek.
Jaarplan Prisma College 2014/2015
22
9 9.1
Financiën, huisvesting en beheer Financiën - Doelen en activiteiten 2014/2015
Momenteel wordt gewerkt aan het opstellen van de begroting 2015 en aan het opstellen van een meerjaren begroting 2014 – 2018.
9.2
Huisvesting en beheer - Doelen en activiteiten 2014/2015
Inzet voor huisvesting zal het uitvoeren van het meerjaren onderhoudsplan zijn. Dit is beschikbaar op de administratie.
Jaarplan Prisma College 2014/2015
23
10 Ondersteunende beleidsdomeinen 10.1 Kwaliteitsbeleid - Doelen en activiteiten 2014/2015 Vensters Voor Verantwoording Het Prisma College doet ook in het schooljaar 2014/2015 mee aan Vensters Voor Verantwoording (VVV) en het Schoolkompas. De tevredenheidonderzoeken worden in 2015 gemeten door de standaard vragenlijst van VVV met één toegevoegde vraag vanuit de Meerwegen scholengroep. De vragenlijsten worden verplicht uitgezet onder de derdejaars leerlingen en hun ouders. Daarnaast kiest het Prisma College voor een afname onder eerste- en tweedejaarsleerlingen. Zo ontstaat een breder beeld met betrekking tot de tevredenheid van de leerlingen. Andere decentrale gegevens geven daarnaast een beeld van zaken die samenhang hebben met de kwaliteit van het onderwijs, bijvoorbeeld: kenmerken leerlingen, aantal leerlingen, onderwijstijd en behaalde diploma’s/certificaten. Actualiseren beleidsdocumenten Dit jaar gaan er ook een aantal beleidsdocumenten aangevuld/aangepast worden. Het actualiseren van deze beleidsterreinen heeft zijn uitwerking in de praktijk en daarmee op de kwaliteit van het onderwijs. Opbrengstgericht werken Al een paar jaar is het Prisma College gericht aan het kijken naar de opbrengsten. Hierin zijn steeds stappen gezet om zo deze werkwijze te verbeteren. In 2012 is gestart met het uitwerken van het opbrengstgericht werken in een cyclus. In 2014 zijn de afspraken en ideeën beschreven in het beleid ‘Opbrengstgericht werken’4. In dit beleid is beschreven hoe het Prisma College schoolbreed cyclisch wil kijken naar de opbrengsten. In 2014/2015 gaat de beschreven werkwijze (zoals in het beleid) ingezet worden. Deels is dit een voortzetting van bestaande aanpakken, aangevuld met vernieuwde aanpakken. Concreet betekent dit: toetsen evalueren op docent- en vakgroepniveau, terugkoppeling naar MT, inzetten gewenste acties et cetera. Daarbij wordt gebruik gemaakt van twee evaluatieformulieren. Met deze formulieren worden de docenten en vakgroepen gedwongen kritisch naar de behaalde resultaten te kijken. De gesprekkencyclus gericht op de opbrengsten wordt dit jaar voortgezet. Om de resultaten zo inzichtelijk als mogelijk te presenteren wordt gebruik gemaakt van het instrument CumLaude. Deze aanpak sluit goed aan bij RTTI. Beide zijn gericht evaluatie en daarop aansluitende acties. Eind 2014/2015 worden: de resultaten op schoolniveau geëvalueerd; de resultaten op vakgroep niveau structureel geëvalueerd met behulp van het evaluatieformulier ‘evaluatie opbrengsten – vakgroep onderbouw/bovenbouw’; de resultaten op docentniveau structureel geëvalueerd met behulp van het evaluatieformulier ‘evaluatie opbrengsten – klasniveau onderbouw/bovenbouw’; de uitkomsten van de evaluatie gebruikt om te differentiëren.
4
Beleid is nog in conceptvorm.
Jaarplan Prisma College 2014/2015
24
10.2 PR en Communicatie - Doelen en activiteiten voor 2014/2015 Een aantal acties worden voortgezet in 2014/2015 denk aan voorzitterschap in de BAVO, intensieve contacten met de basisscholen, vergroten ouderbetrokkenheid, profileren van de ouderraad. Komend schooljaar zal ook een leerlingenraad worden opgericht.
10.3 Externe contacten De school blijft actief in de regio om het programma-aanbod te presenteren. Omdat het in feite gaat om het neerzetten van de zogenoemde beroepskolom, dient dit in samenwerking te gaan met de collega scholen voor VMBO in Amersfoort en het ROC te gebeuren. In onze regio is dat voor het Prisma College het Bokkeduinenproject (MBO Amersfoort), het EEM-project en techniektraject (ROC MN). Hiermeeis dan ook een convenant afgesloten met betrekking tot de samenwerking. Alleen door samenwerking kan onze school als fundament van de beroepskolom functioneren. Het Prisma college is betrokken bij de volgende activiteiten: BAVO – overleg: dhr. Prenger, dhr. Prins en dhr. Van De Kuijlen. Contactraad VO Amersfoort: dhr. Van Deijk. VMBO-directeurenoverleg Amersfoort: dhr. Van Deijk. Regionaal plan onderwijsvoorzieningen (RPO): dhr. Van Deijk. Samenwerkingsverband Eemland (SWVE): dhr. Sukkel, dhr. De Jong, dhr. Theben Terville en dhr. Van Deijk. LOWAN (Taalcentrum-relatie): dhr. Prenger en dhr. Sukkel. VO – MBO Amersfoort: dhr. Van Deijk en dhr. Tuithof. Platforms praktijkvakken: praktijkdocenten. MBO Amersfoort: SDV-team, Taalcentrum (AKA-traject), dhr. Tuithof en dhr. Van Deijk. EEM – route: dhr. Tuithof, dhr. Smalbrugge, dhr. Wind, dhr. Hartog, dhr. Van Deijk. Beleidsorgaan Zorginstellingen regio Eemland: dhr. Tuithof. Samenwerking met ROC MN op het gebied van de techniekopleidingen: dhr. Geluk, dhr. Tuithof, dhr. Van Deijk. Schoolkracht (GG&GD): directie VSV-projecten: dhr. Van De Lustgraaf, dhr. Tuithof, dhr. Van Deijk. Technet: dhr. Tuithof en dhr. Geluk. Onderwijs – arbeidsmarkt: dhr. Van Deijk participeert in bedrijvenverenigingen VAB, BEnIsselt, Ondernamen Wijkleerbedrijf: dhr. Lassche, mevr. Van Den Hoven en dhr. Van Deijk.
Jaarplan Prisma College 2014/2015
25
11 Literatuur Bulterman, J., & de Muynck, B. (2014). Is alles van waarde meetbaar? Toetsing en vorming in het onderwijs. Amsterdam: Buijten & Schipperheijn Motief. Hattie, J. (2013). Leren zichtbaar maken. Rotterdam: Bazalt Educatieve Uitgaven Onderwijsraad (2013). Een smalle kijk op onderwijskwali teit. Den Haag: Onderwijsraad.
Jaarplan Prisma College 2014/2015
26