2013 Q4 Samenvattende rapportage actieve dialoog & uitoefening stemrechten
1030-02’14
1. Inhoudsopgave 1. Inhoudsopgave
2
2. In vogelvlucht
3
3. Verantwoord Beleggen
4
4. Hoogtepunten stemmen op aandeelhoudersvergaderingen
5
5. Duurzaam ketenbeheer Elektronica
7
6. Veilige arbeidsomstandigheden in de kledingsector
9
7. Voeding en gezondheid
11
8. Corporate Risk Oversight in de mijnbouwsector
13
9. Thema’s en ondernemingen
15
10. Gedragscodes
17
Vierde kwartaal 2013
Achmea
2
2. In vogelvlucht Dit verslag beschrijft de activiteiten die Robeco in opdracht van Achmea heeft uitgevoerd op het gebied van actieve dialoog en het stemmen op aandeelhoudersvergaderingen in het vierde kwartaal van 2013.
Vergaderingen per regio
De opbouw van het verslag is als volgt. Dit hoofdstuk bevat de belangrijkste statistieken met betrekking tot uitgebrachte stemmen en actieve dialoog met ondernemingen. Het derde hoofdstuk beschrijft de wijze waarop Achmea via het programma voor actieve dialoog en uitoefening van stemrechten gestalte geeft aan verantwoord beleggen. Hoofdstuk 4 geeft een aantal hoogtepunten op het gebied van stemmen op aandeelhoudersvergaderingen weer. In de hoofdstukken vijf tot en met acht worden de belangrijkste activiteiten en resultaten besproken aan de hand van thema’s waarover de dialoog wordt gevoerd met ondernemingen in de beleggingsportefeuille van Achmea. Hoofdstuk negen geeft een samenvattend overzicht van de thema’s waarover Robeco mede namens Achmea een dialoog met ondernemingen voert. Hoofdstuk tien ten slotte bevat een overzicht van de verschillende gedragscodes op basis waarvan Robeco het programma voor actieve dialoog en uitoefening van stemrechten namens Achmea uitvoert. Gelet op het vertrouwelijke karakter richting de betrokken ondernemingen wordt in dit verslag niet gerapporteerd over de lopende dialogen in Achmea’s enhanced engagement programma. Over de resultaten hiervan wordt separaat verantwoording afgelegd.
Europa 51% Noord-Amerika 29% Pacific 19% Opkomende markten 1%
Engagementactiviteiten per regio
Overzicht stemgedrag 1e Kwartaal 2e Kwartaal 3e Kwartaal 4e Kwartaal
2013
Totaal aantal
Noord-Amerika 47%
vergaderingen waar is gestemd
63
727
80
104
Europa 40%
974
% vergaderingen
Pacific 10%
waarop tegen
Opkomende markten 3%
management is gestemd
51%
62%
45%
40%
60%
Overzicht engagement
Engagement per categorie Jaar 2013
Mensenrechten
7
Corporate Governance
Samenleving
3
Gezondheid
6
2
Samenleving
11
Gezondheid Corporate Governance Milieumanagement
12 18
Milieu-impact
9
Global Compact Schendingen
8
Vergaderingen gestemd tegen management volgens ICGN-principes *
Mensenrechten
7
Menselijk kapitaal
10
Global Compact Schendingen
35
Milieu-impact
27
Milieumanagement
45
Engagementactiviteiten per contact
Toezicht op management
29
Bezoldiging
15
Accountants
2
Rechten aandeelhouders
27
13
4
Bezoek van bedrijf bij Robeco E-mail
44
Conference call
21
Analyse (geen contact met bedrijf)
8 2
Bezoek van bedrijf aan Robeco
* Verklaring over wereldwijde beginselen voor goed ondernemingsbestuur.
Vierde kwartaal 2013
Achmea
3
3. Verantwoord Beleggen Achmea hecht veel waarde aan verantwoord beleggen. Hieraan wordt vormgegeven door middel van een programma van actieve dialoog en het stemmen op aandeelhoudersvergaderingen bij die ondernemingen waarin wordt belegd. Bij actieve dialoog worden ondernemingen waarin wij beleggen, aangemoedigd tot goed ondernemingsbestuur en het nemen van hun maatschappelijke verantwoordelijkheid.
Verantwoord beleggen wint aan belang Een groeiend aantal (institutionele) beleggers beoordeelt potentiële beleggingen niet langer alleen op winst op korte termijn, maar in toenemende mate ook op criteria als (ondernemings) bestuur, milieu, mensenrechten en arbeidsomstandigheden. Onderwerpen als de verandering van het klimaat, nieuwe energietechnologieën, uitputting van schaarse bronnen en mensenrechten zijn vaste punten op de internationale agenda geworden. Wij verwachten dat verantwoord beleggen een steeds belangrijker thema in vermogensbeheer zal worden. Wij geloven dat goed ondernemingsbestuur en maatschappelijke verantwoordelijkheid de aandeelhouderswaarde zal vergroten op de langere termijn.
Achmea als actieve aandeelhouder Achmea belegt in aandelen van verschillende ondernemingen. Elk aangehouden aandeel geeft ons stemrecht op aandeelhoudersvergaderingen. Wij hebben de uitvoering van dit stemrecht aan Robeco gedelegeerd. Door actief gebruik te maken van dit stemrecht kan Robeco namens Achmea de betreffende ondernemingen aansporen de kwaliteit van het bestuur van de bedrijven te vergroten en de duurzaamheid te verbeteren. Wij verwachten dat dit op termijn gunstig is voor de ontwikkeling van de aandeelhouderswaarde. Ondernemingen die hun zaken op orde hebben – denk aan een goede ondernemingsstructuur of een sterk beleid op het gebied van milieu en mensenrechten – presteren immers op de langere termijn vaak beter.
Vierde kwartaal 2013
Goed ondernemingsbestuur is, anders gesteld, goed voor Achmea en voor haar belanghebbenden. Daarom kiezen wij voor verantwoord beleggen en stellen wij ons richting ondernemingen op als actieve aandeelhouder. Wereldwijd wordt zoveel als mogelijk het stemrecht uitgeoefend op de direct aangehouden aandelen in onze beleggingsportefeuille. Daarnaast gaat Robeco (mede) namens Achmea actief de dialoog aan met de ondernemingen waarin wordt belegd, over goed ondernemingsbestuur en maatschappelijke verantwoordelijkheid. In dit verslag vindt u het overzicht van de onderwerpen die in het laatste kwartaal met de ondernemingen zijn besproken, alsmede een overzicht van het stemgedrag in deze verslagperiode. Met de dialoog die Robeco mede namens Achmea met ondernemingen voert, wordt geprobeerd de aandeelhouderswaarde te vergroten en tegelijkertijd het duurzame gedrag en de kwaliteit van het bestuur van de ondernemingen te bevorderen. Actief en betrokken aandeelhouderschap kan gaan over sociaal beleid, milieu en ethisch gedrag, maar ook kwesties als veranderingen in ondernemingsstructuur, zeggenschapsrechten of winstuitkering kunnen aan de orde komen. De dialoog richt zich op kwesties die verband houden met kansen en risico’s die van invloed zijn op de waarde van een onderneming. Tenslotte moet het management van een onderneming invloed kunnen uitoefenen op de kwestie.
Voorbeelden hiervan zijn Eumedion, een platform voor institutionele beleggers op het gebied van corporate governance en het Carbon Disclosure Project, een samenwerkingsverband op het gebied van transparantie over CO2-uitstoot van ondernemingen. Een ander belangrijk initiatief waar Achmea en Robeco aan zijn verbonden, is de Principles for Responsible Investment van de Verenigde Naties. Binnen dit verband committeren institutionele beleggers zich aan het, zowel intern als extern, stimuleren van verantwoord beleggen.
Internationale gedragscodes Achmea en Robeco hanteren internationale gedragscodes zoals de United Nations Principles for Responsible Investment voor verantwoord beleggen en het United Nations Global Compact voor verantwoord ondernemen. Achter in deze publicatie zijn deze gedragscodes weergegeven.
Samenwerking Waar mogelijk of noodzakelijk bundelt Robeco krachten met andere beleggers.
Achmea
4
4. Hoogtepunten stemmen op aandeelhoudersvergaderingen Robeco stemt in opdracht van Achmea tijdens de algemene aandeelhoudersvergaderingen van de ondernemingen in wereldwijde portefeuilles. De onderwerpen op de agenda variëren per onderneming, land en sector. Hieronder geven we een aantal voorbeelden waarmee we duidelijk willen maken wat de reden is achter een stem vóór of tegen de voorstellen van de directies van de bedrijven in de portefeuille. Achmea kan op deze manier inzicht geven hoe haar stemrecht, uitgevoerd door Robeco, gebruikt wordt om de aandeelhouderswaarde op de lange termijn te vergroten.
Ontwikkelingen op het gebied van Corporate Governance Robeco houdt mede ten behoeve van Achmea nauwlettend de ontwikkelingen op het gebied van Corporate Governance in de gaten, zo ook de bevindingen van de Nederlandse Monitoring Commissie Corporate Governance Code. Door het slotdocument van de Commissie Streppel 2013 heeft de rol van de commissaris in Nederland de afgelopen jaren steeds meer aandacht gekregen, mede op basis van de nieuwe wet die in januari 2013 van kracht is geworden. Deze wet beperkt het aantal commissariaten die een commissaris mag uitoefenen. Daarnaast is er ook veel aandacht uitgegaan naar de wens dat minimaal 30% van het bestuur wordt bezet door vrouwen en ten minste 30% door mannen. Daarnaast zijn de verantwoordelijkheden van de raad van commissarissen belangrijker geworden zoals bij het vaststellen door commissarissen van het nominatie en remuneratie beleid. Robeco onderstreept mede namens Achmea dit belang en toetst de gedegenheid en transparantie van het beleid en laat haar stem horen wanneer dit niet het geval is. Dit gebeurt veelal in samenspraak met andere institutionele investeerders. Robeco volgt ontwikkelingen als deze en andere ontwikkelingen en wetgeving op het gebied van Corporate Governance op de voet en laat mede namens Achmea haar stemrecht gelden op aandeelhoudersvergaderingen.
Vierde kwartaal 2013
HOPEWELL HOLDINGS LTD. Hopewell Holdings Ltd. is een in Hong Kong gevestigd conglomeraat actief in energie, infrastructuur, vastgoed en in de hospitality markt. Tijdens de aandeelhoudersvergadering gehouden op 21 oktober 2013 heeft Robeco, mede namens Achmea, tegen de aanstelling van een commissaris gestemd, aangezien deze voorgedragen persoon eindverantwoordelijke is voor een gedegen opvolgingsbeleid en hier is tot op heden nog geen sprake van. Daarnaast is deze persoon al meer dan 41 jaar onderdeel van het bestuur en geclassificeerd door onze onderzoeks leverancier als onvoldoende onafhankelijk om de belangen van aandeelhouders te waarborgen. De andere tegenstem ging uit naar nog een bestuurder, aangezien deze zitting neemt in een te groot aantal besturen van beursgenoteerde ondernemingen en bovendien partner is van een advocaten kantoor dat een groot aantal diensten heeft geleverd aan de onderneming. Robeco is, mede namens Achmea, van mening dat deze persoon onvoldoende tijd kan vrijmaken voor de onderneming en dat er vraagtekens kunnen worden gezet bij zijn onafhankelijkheid. Eveneens is er tegen de benoeming van de accountant gestemd, aangezien het merendeel van de geleverde diensten niet aan de audit gerelateerd zijn. Robeco is, mede namens Achmea, van mening dat de objectiviteit van de auditor in het geding komt wanneer het accountantskantoor ook
adviesdiensten verleent aan de onderneming die uiteindelijk moeten zorg dragen voor de verbetering van de cijfers die zij dan zelf weer moeten controleren. De onderneming wil daarnaast ook een nieuw beleid invoeren voor het verstrekken van opties aan personen niet direct gerelateerd aan de onderneming, zoals bijvoorbeeld consultants. Robeco is, mede namens Achmea, van mening dat het verstrekken van aandelen aan belanghebbenden in essentie goed is, echter er zijn in dit geval geen prestatiedoelstellingen gedefinieerd. Het is belangrijk dat er sprake is van een gedegen en transparant optieuitgifte programma en dat deze niet zomaar aan derde moeten kunnen worden gegeven, aangezien hier belangenverstrengeling uit kan voortkomen.
SUN HUNG KAI PROPERTIES LTD. Sun Hung Kai Properties Ltd. opereert in de vastgoed industrie in Hong Kong en China. Tijdens de aandeelhoudersvergadering, gehouden op 14 november 2013, heeft Robeco, mede namens Achmea, tegen een aantal kandidaten voor de Raad van Commissarissen gestemd, omdat er zorgen waren over objectiviteit en de tijd en aandacht die zij beschikbaar hebben voor hun functie bij deze onderneming. Robeco heeft, mede namens Achmea, tegen een kandidaat gestemd vanwege het feit dat deze persoon in een excessief aantal besturen zit. Hierdoor was er aanleiding voor twijfel of deze persoon wel voldoende in staat zou
Achmea
5
zijn om zijn werkzaamheden als lid van de Raad van Commissarissen goed uit te voeren. Daarnaast heeft Robeco, mede namens Achmea, ook een tegenstem uitgebracht op de verkiezing van twee kandidaten omdat beiden het afgelopen jaar minder dan 75% van de vergaderingen hebben bijgewoond. Robeco is, mede namens Achmea, van mening dat het aannemelijk is dat relevante tekortkomingen zich zullen voordoen wanneer deze personen worden verkozen, aangezien zij onvoldoende tijd kunnen committeren aan hun functie en dit komt dan ten nadele van de aandeelhouders.
Vierde kwartaal 2013
Achmea
6
5. Duurzaam ketenbeheer Elektronica Duurzaam beheer van de toeleveringsketen voor elektronische apparatuur wordt wereldwijd steeds belangrijker. Er zijn steeds meer zorgen over de hoeveelheid elektronisch afval, controversiële arbeidsomstandigheden, het gebruik van chemicaliën en de hoeveelheid energie die elektronische producten gebruiken bij de eindconsument. Dit zijn belangrijke kwesties voor ondernemingen die actief zijn in de elektronicasector en ook voor de aandeelhouders van deze ondernemingen.
Het engagementthema over de toeleveringsketen van elektronica is nu een jaar actief. In deze periode hebben we de eerste gesprekken gevoerd met een specifieke groep elektronica ondernemingen, zijn we gestart met benchmarkactiviteiten binnen de sector en zijn we gaan samenwerken met andere beleggers. Tegelijkertijd vragen recente ontwikkelingen erom dat we onze engagementdoelstellingen aanpassen. Na een periode van afstemming zijn we nu klaar om in het eerste kwartaal van 2014 onze engagementactiviteiten uit te breiden.
Toenemend aantal ondernemingen onder engagement In de loop van het jaar zijn we een dialoog aangegaan met vier ondernemingen – Philips, Apple, Toshiba en Dell. De ervaring heeft ons geleerd dat we de gesprekken met iedere onderneming moeten uitsplitsen in arbeidsthema’s en milieutechnische kwesties. Zo krijgen we een beter beeld van de manier waarop ondernemingen met deze onderwerpen omgaan. We breiden onze dialoog nu uit naar andere ondernemingen en in het volgende kwartaal beginnen we gesprekken met een grotere groep waaronder Panasonic, Sharp en Sony. Als gevolg van de overname en de beursexit van Dell eind 2013, hebben we deze onderneming uit onze
doelgroep gehaald. Ook volgen we de ontwikkelingen bij Nokia waar de aankoop van de telefonieafdeling door Microsoft naar verwachting in het eerste kwartaal van 2014 wordt afgesloten.
Engagementdoelstellingen uitgebreid Het winnen van mineralen in conflictgebieden staat op de agenda van de elektronica-industrie sinds de VN en de NGO’s aan het begin van deze eeuw de bewustwording in gang hebben gezet over de herkomst van columbiettantaliet (coltan). De elektronica-industrie onderneemt nu specifieke acties om te bevestigen dat de toeleveringsketens ‘conflictvrij’ zijn, maar dit betreft nog maar enkele materialen en locaties. Het is onze doelstelling om de reikwijdte van deze activiteiten uit te breiden. We zijn van plan dit te verbinden aan een gezamenlijk beleggersplatform, geïnitieerd door Eumedion en gekoppeld aan het Dutch Sustainable Trade Initiative (IDH), om aandacht te besteden aan lokale duurzame ontwikkeling.
Benchmarkactiviteiten Voordat we onze engagementdoelstellingen gaan uitbreiden, hebben we onze eerste onderzoeksstudie voor deze engagement up-to-date gemaakt.
Thema voortgang (op doelstellingsniveau)
Succesvol afgesloten Neutrale voortgang
Vierde kwartaal 2013
Positieve voortgang Negatieve voortgang
x
Niet succesvol afgesloten
Hieruit blijkt dat er binnen de sector een brede overeenstemming bestaat over de arbeidsnormen in de toeleveringsketen. Bovendien hebben alle ondernemingen waarin we beleggen nu beleid op groepsniveau dat verwijst naar de belangrijkste ILO-conventies inzake kinderarbeid en gedwongen arbeid en anti-discriminatie. Ook worden er normen opgesteld over veiligheid en gezondheid. Daarentegen is de acceptatie over de noodzaak voor vrijheid van vereniging en collectieve onderhandeling voor medewerkers en toeleveranciers wat meer gemengd. Er zijn aanzienlijk grotere verschillen tussen ondernemingen in hoe ze dit beleid bepalen en implementeren. Hier zal deze engagementdoelstelling met name op gericht zijn.
Beheer van chemicaliën Veel ondernemingen pakken ook het chemicaliënbeheer in hun producten en productieproces aan. In de praktijk bestaan er echter grote verschillen in de toezeggingen om gevaarlijke stoffen te vermijden. Vooralsnog zijn er nog bijna geen openlijke toezeggingen om gerecycled plastic te gebruiken in het productieproces. De kwestie van de afkomst van materialen heeft de aandacht gekregen naar aanleiding van de bepalingen over coltan in de Dodd-Frank-wetgeving. De meeste ondernemingen zijn duidelijk actief om te voldoen aan deze regelgeving. Desondanks blijven er grote variaties in de deelname aan initiatieven of platforms om deze kwesties in breder perspectief aan te pakken. Een voorbeeld van een dergelijk initiatief is het Electronics Industry Corporate Citizenship (EICC).
Achmea
7
Energie-efficiency De aandacht die elektronicaondernemingen hebben voor energiezuinige producten is de afgelopen jaren gegroeid. Deze ontwikkeling wordt onder andere gedreven door de Life Cycle Analysis (LCA) en klantenkwesties, zoals uitdagingen in het gewicht van producten en de levensduur van batterijen. Slechts weinig ondernemingen hebben specifieke doelen of benaderingen voor productselectie gepubliceerd om deze inspanningen te ondersteunen.
Levensduur van een product verlengen Daarentegen hebben nog maar weinig ondernemingen de levensduur van een product verlengd om de footprint van een product aan te pakken. Tot nu toe is weinig gedaan aan het verlengen van de levensduur van een product via garantie of reserveonderdelen. Recente trends wijzen juist sterk in tegengestelde richting. Een van de grootste uitdagingen binnen dit thema kan de tegenstelling zijn tussen een langere levensduur en de productontwikkelingscycli in de sector. Een alternatieve aanpak door middel van het ondersteunen van terugnameprogramma’s blijft nog steeds beperkt tot het (proberen te) voldoen aan verplichte regelgeving.
Relevante gedragscodes UN Global Compact principes 3-9 Milieumanagement: Milieunormen in de keten Steeds vaker worden ondernemingen aangesproken op slechte milieunormen in (de keten van) de onderneming. Een aantal trends is hier debet aan. Ten eerste is er de verplaatsing van productie naar lagelonenlanden waardoor ondernemingen te maken hebben met niet-Westerse milieunormen en omstandigheden in de keten. Het betreft hier zowel de productie van eindproducten, de productie of het verbouwen van grondstoffen en het recyclen ervan. Er is daarnaast een trend naar een snellere verspreiding en breder bereik van informatie over de externe effecten van de activiteiten van ondernemingen. Ook zien we een toegenomen rol van niet-gouvernementele organisaties (NGO’s) die optreden als maatschappelijke waakhond. Ten slotte zien we dat consumenten zich meer bewust worden van en meer verwachten op het gebied van verantwoord ondernemerschap. Voor ondernemingen, in het bijzonder internationale ondernemingen met een bekende merknaam, is het dus van belang dat algemeen geaccepteerde milieunormen worden gevolgd, ook in de keten.
Concluderend gaan we verder met onze dialoog met de eerste groep ondernemingen en beginnen we in het eerste kwartaal van 2014 onze engagementactiviteiten met Blackberry (voormalig RIM), HP, Panasonic, Sharp, Samsung en Sony.
Vierde kwartaal 2013
Achmea
8
6. Veilige arbeidsomstandigheden in de kledingsector Duurzaamheid is steeds vaker een onderdeel van consumentenbewustzijn. Dit geldt zeker ook in de kleding sector. Social media is in toenemende mate belangrijk voor het beeld dat consumenten van ondernemingen hebben. Daarmee is het voorkomen van risico’s op het gebied van veilige arbeidsomstandigheden in de kledingsector belangrijk voor ondernemingen, omdat dit directe gevolgen kan hebben voor de reputatie van de onderneming. Wanneer de reputatie van ondernemingen in gevaar komt door incidenten zoals bij Rana Plaza in Bangladesh in 2013, kan merkloyaliteit snel verloren gaan. Daarmee dalen verkoopcijfers ook, wat direct negatieve gevolgen heeft voor de aandeelhouderswaarde. Zo draagt het voorkomen van risico’s op het gebied van veilige arbeidsomstandigheden dus bij aan een beter risico-rendement profiel voor beleggingen in deze sector.
Na de ramp bij Rana Plaza in Bangladesh op 24 april 2013 is de aandacht van de media, de overheid en alle andere belanghebbenden, waaronder beleggers, voor veiligheid en gezondheid binnen de kledingsector enorm toegenomen. We hebben een onderzoek laten uitvoeren door onderzoeksbureau Maplecroft naar de huidige status van ‘Veilige arbeidsomstandigheden in de kledingsector’ om zo inzicht te verkrijgen in hoe zeven van onze ondernemingen in portefeuille in deze sector er op dit moment voor staan en om mogelijkheden voor engagement binnen deze ondernemingen te identificeren. Het onderzoek bestudeert risico’s zoals brandveiligheid, veiligheid van gebouwen, het gebruik van chemicaliën, hygiëne en reiniging tijdens de productie van textiel en kleding. De risico’s op het gebied van veiligheid en gezondheid die verband houden met de productie van grondstoffen, zoals bijvoorbeeld het oogsten van katoen, zijn daarentegen niet meegenomen. De ondernemingen waarmee we een dialoog starten zijn: Associated British Foods Plc (Primark), Burberry Group, Hennes & Mauritz, Inditex (Zara), LVMH Moet Hennessy Louis Vuitton, PPR SA (Kering) en VF Corp.
Keten van de kledingindustrie Hoewel er veel spelers zijn die een rol spelen in de waardeketen van de kledingindustrie, treedt slechts een klein aantal retailers en merkeigenaren op als belangrijke beïnvloeders. De waardeketen van de kledingindustrie strekt zich uit van de levering van basismaterialen, de productie van textiel en het ontwerpen van kleding tot de productie, marketing en verkoop van kleding. De waardeketen wordt gedreven door kopers. Activiteiten zoals het ontwerp, de marketing en de verkoop worden geassocieerd met de grootste mogelijkheden voor het maken van winst. De kopers zijn vaak grote multinationals die bepalen hoe en waar de productie plaatsvindt, hoeveel tijd de productie in beslag mag nemen en tegen welke prijs de eindproducten worden verkocht. Het kan voorkomen dat deze kopers alleen directe zakelijke relaties hebben met kledingproducenten in het eerste niveau van hun toeleveringsketen. Kopers hebben dan maar weinig zicht op leveranciers in het tweede niveau en de daaropvolgende niveaus, zoals textielproducenten en leveranciers van grondstoffen. De waardeketen van de kledingindustrie wordt ook beïnvloed
Thema voortgang (op doelstellingsniveau)
Succesvol afgesloten Neutrale voortgang
Vierde kwartaal 2013
Positieve voortgang Negatieve voortgang
x
Niet succesvol afgesloten
door andere belangrijke spelers zoals vakbonden, NGO’s, overheidsinstellingen en brancheverenigingen. De landen die te maken hebben met een snelle groei van de export van kleding, zijn vaak ook de landen met ontoereikende voorschriften voor veiligheid en gezondheid en zwakke mechanismen voor handhaving. Daarom is het zeer belangrijk dat het beleid en de beheersystemen verder gaan dan alleen naleving om de gezondheids- en veiligheidsrisico’s effectief te beperken. Dit geldt vooral voor kopers die kunnen worden beschouwd als medeplichtige aan gezondheids- en veiligheidsongelukken in fabrieken van onbevoegde leveranciers.
Engagementdoelstellingen We gaan de engagement met de ondernemingen aan met de volgende vijf doelstellingen, die volgens ons essentieel zijn om de veiligheid en gezondheid binnen de kledingsector te beoordelen. 1) Beleid en risicobeoordeling Ondernemingen moeten de risico’s op het gebied van veilige arbeidsomstandigheden beoordelen en een strategie hebben om de resultaten van deze risicobeoordelingen te communiceren. Ook moeten ondernemingen een uitgebreid beleid implementeren dat specifiek betrekking heeft op de risico’s van veilige arbeidsomstandigheden in de toeleveringsketen. Bovendien vragen we ondernemingen de nationale regelgeving op het gebied van veilige arbeidsomstandigheden en het
Achmea
9
handhavingsvermogen te analyseren en aanvullende factoren, zoals vrijheid van vereniging en corruptie, in overweging te nemen. 2) Risicobeheer Verificatie door derden, met certificeringsnormen zoals OHSAS 18001 en SA 8000, kan zekerheid bieden zodat de gezondheids- en veiligheidsrisico’s zijn beheerd tijdens de productie van kleding. Daarnaast vragen we ondernemingen eisen voor veilige arbeidsomstandigheden te implementeren in de gedragscode voor leveranciers binnen de toeleveringsketen. Tot slot zijn controlecriteria belangrijk en biedt transparantie over het controleproces en de resultaten extra zekerheid voor externe belanghebbenden. 3) Transparantie en bekendmaking Onder deze doelstelling valt het monitoren van de inspanningen die ondernemingen doen om de transparantie en bekendmaking van de beoordelingen en het risicobeheer op het gebied van veilige arbeidsomstandigheden te verbeteren. Als er beschuldigingen zijn geuit aan het adres van ondernemingen over gezondheidsen veiligheidskwesties binnen hun activiteiten of toeleveringsketen, gaan we op zoek naar een openlijke reactie op deze beschuldigingen en zoeken we uit of er corrigerende maatregelen zijn genomen. 4) Partnerships en samenwerking We verwachten van ondernemingen dat ze samenwerken en partnerships opbouwen met belangrijke spelers uit de kledingindustrie, waaronder branchegenoten, leveranciers, zakelijke partners, klanten, NGO’s, overheidsinstellingen en groepen uit de gemeenschap, om samen de gezondheidsen veiligheidsrisico’s te beheren die komen kijken bij de productie van kleding. Veel partijen hebben zich aangesloten bij diverse samenwerkingsverbanden binnen de branche en wij richten ons voornamelijk op
Vierde kwartaal 2013
een proactieve aanpak van de toezeggingen die zijn gedaan en hoe ze gezamenlijk de gezondheid en veiligheid willen verbeteren. 5) Onderaannemers en het monitoren van relaties in het tweede niveau van de keten We verwachten van ondernemingen dat ze het risico van onbevoegde onderaannemers monitoren en beheren. Het is bijvoorbeeld belangrijk voor de onderneming om er tijdens het plaatsen van een order rekening mee te houden of de productiecapaciteit van leveranciers groot genoeg is om de extra orders te verwerken.
Verlies van merkwaarde voorkomen De komende drie jaar zullen we de dialoog met de ondernemingen gebruiken om op basis van de bovengenoemde doelstellingen inzicht te krijgen in hun aanpak voor gezondheid en veiligheid in de toeleveringsketen. Op deze manier kunnen we beter beoordelen welke risico’s er zijn die verband houden met Veilige arbeidsomstandigheden in de kledingsector. Dit zal ons uiteindelijk in een betere positie plaatsen om te beoordelen wat het risico is op betalingen, zoals die na de ramp bij Rana Plaza, en wat het risico is op het verlies van merkwaarde doordat klanten zich afkeren van merken die hun verantwoordelijkheid niet nemen. Relevante gedragscodes UN Global Compact Mensenrechten: Sociale ketennormen Steeds vaker worden ondernemingen aangesproken op slechte arbeidsomstandigheden in (de keten van) de onderneming. Een aantal trends is hier debet aan. Ten eerste is er de verplaatsing van productie naar lagelonenlanden waardoor ondernemingen te maken hebben met niet-Westerse arbeidsnormen en omstandigheden in de keten. Er is daarnaast een trend naar een snellere verspreiding en breder bereik van informatie over de externe effecten van de activiteiten van ondernemingen. Ook zien we een toegenomen rol van niet-gouvernementele organisaties (NGO’s) die optreden als maatschappelijke waakhond. Ten slotte zien we dat consumenten zich meer bewust worden en meer verwachten op het gebied van verantwoord ondernemerschap. Voor ondernemingen, in het bijzonder internationale ondernemingen met een bekende merknaam, is het dus van belang dat algemeen geaccepteerde arbeidsnormen worden gevolgd, ook in de keten.
Achmea
10
7. Voeding en gezondheid Er wordt steeds meer aandacht besteed aan obesitasproblemen die toenemen wat betreft patiëntenaantallen en ernst. Verschillende soorten stakeholders leggen een verband tussen deze trend en de consumptie van een grote hoeveelheid van bepaalde voedingsmiddelen en dranken. De producenten die er niet in slagen te reageren op het obesitasprobleem, dat onder meer veranderingen in regelgeving, belasting, rechtszaken en weerstand bij consumenten inhoudt, lopen het risico van negatieve invloed op de omzet. Ondernemingen die adequaat met dit probleem omgaan, zullen een duurzamer bedrijfsmodel met een goede reputatie hebben voor de langere termijn.
Er wordt vaak gekeken naar de voedingsindustrie als men spreekt over het probleem van obesitas, ook al wordt obesitas veroorzaakt door een combinatie van factoren – onevenwichtige voeding, gebrek aan lichamelijke beweging en genetische opbouw. Natuurlijk is het consumeren van grote hoeveelheden ongezonde voeding of suikerhoudende drank een van de mogelijke oorzaken van obesitas. Daardoor is de voedingsen drankenindustrie een van de belanghebbenden die een sleutelrol vervullen voor het oplossen van dit maatschappelijke probleem.
The Consumer Goods Forum De spelers in de voedings- en drankenindustrie zijn zich bewust van deze rol en hebben zich middels meerdere industrieverbanden verenigd om een proactieve rol te spelen. Een van de toonaangevende industrieverbanden is The Consumer Goods Forum (TCGF). We spraken dit kwartaal met Ahold, voor wie CEO Dick Boer co-voorzitter is van de Health & Wellness werkgroep van TCFG, naast Nestle topman Paul Buckle. Het hoofd duurzaamheid van Ahold gaf aan dat TCGF een organisatie is die ambities durft uit
te spreken en zich richt op het agenderen van wereldwijde problemen en daar in gezamenlijk verband met de CEO’s van grote multinationals een route voor uitstippelt.
en van de energie balans om hen aan te zetten tot een gezonder dieet en levenstijl.
Relevantie richtlijnen voor Ahold Richtlijnen Zij hebben in 2011 specifieke richtlijnen opgesteld waar de leden van TCGF zich aan zullen houden en waarvoor een rapport wordt opgesteld om te meten waar alle leden staan tov de richtlijnen. Deze richtlijnen bouwen voort op de IFBA en EU pledge toezeggingen. De richtlijnen zijn: 1. Toegang tot en beschikbaarheid van gezonde voeding: Het bieden van toegang tot gezonde voeding voor consumenten die een gezond dieet en lifestyle ondersteunt. 2. Product informatie en verantwoorde marketing: Transparante, feitelijke informatie die de consument in staat stelt om een geïnformeerde keuze te maken. 3. Communicatie en educatie over een gezonde dieet en levenstijl: Ontwikkelen van communicatie en educatie programma’s om consumenten bewust te maken van gezondheid en welzijn
Thema voortgang (op doelstellingsniveau)
Voor Ahold speelt het ontwikkelen van deze resoluties binnen TCGF op twee fronten een belangrijke rol. Het biedt aan de ene kant een goede graadmeter waar de organisatie staat, op welke punten je een voorloper bent en op welke punten er nog verbeteringen doorgevoerd kunnen worden. Aan de andere kant geeft het richting binnen alle individuele bedrijfsonderdelen waar men op kan bouwen om dat men ervaart dat dit een gezamenlijke visie is van alle belanghebbenden.
Dialoog met Ahold over Voeding & Gezondheid Binnen het huidige engagement thema Voeding en Gezondheid hebben we met name naar de eerste en tweede richtlijn gekeken. Op beide punten scoort Ahold goed, men heeft een kwantitatieve doelstelling van 25% voor gezonde producten en verwacht deze doelstelling op korte termijn te kunnen halen. Verder heeft men een stringent marketing beleid dat marketing voor kinderen jonger dan 12 jaar verbied. Op basis van ons onderzoek en het gesprek met Ahold hebben we daarmee de dialoog succesvol afgesloten binnen dit engagement thema.
Dialoog met Coca Cola over Voeding & Gezondheid Succesvol afgesloten Neutrale voortgang
Vierde kwartaal 2013
Positieve voortgang Negatieve voortgang
x
Niet succesvol afgesloten
Een tweede speler binnen het TCGF waarmee we gesproken hebben is Coca
Achmea
11
Cola. Zij hebben binnen de eerste richtlijn, het bieden van toegang tot gezonde alternatieven van hun product, inmiddels een laag-calorie alternatief ontwikkeld voor 18 van hun 20 merken. Daarnaast hebben zij in hun beleid gesteld dat zij ernaar streven dat in elke winkel waar een Coca Cola product wordt verkocht ook dit laagcalorie alternatief aanwezig is.
Visie Ahold voor toekomst TCGF
Relevante gedragscodes UN Global Compact principes 1 en 2 Gezondheid: Gezonde voeding Principes 1 en 2 van het Global Compact van de Verenigde Naties zijn erop gericht dat bedrijven de internationale mensenrechten respecteren en de bescherming ervan ondersteunen en ervoor zorgen dat zij niet medeplichtig zijn aan mensenrechtenschendingen. Mensenrechtenkwesties ontstaan doordat ondernemingen niet nadenken over de potentiële implicaties van hun activiteiten binnen de operationele context. Wij koppelen de manier waarop mensen een gezond leven kunnen leiden aan de basale rechten van de mens.
Als conclusie van ons gesprek met Ahold verwachte het hoofd duurzaamheid dat de grootste uitdaging voor de komende vijf jaar voor het TCGF ligt bij de derde richtlijn, het bieden van communicatie en educatie voor consumenten. Dit is het terrein dat het verst buiten de invloedssfeer van de ondernemingen ligt, namelijk invloed uitoefenen op hoe en in welke mate de consument de producten consumeert. Maar tegelijkertijd zal een goede invulling van deze derde richtlijn ook de grootste bijdrage zijn van de voedings- en drankenindustrie aan het terugdringen van het obesitas probleem.
Vierde kwartaal 2013
Achmea
12
8. Corporate Risk Oversight in de mijnbouwsector Effectief en adequaat risicotoezicht is een belangrijk onderdeel van de corporate governance van een onderneming. Het is verklaarbaar dat ondernemingen actief risico nemen als onderdeel van de strategie om rendement te creëren. Het is echter belangrijk dat ondernemingen op een bewuste manier met verschillende risico’s omgaan. In de mijnbouw kunnen verschillende milieu, maatschappij en goed ondernemingsbestuur gerelateerde risico’s ook cruciale gevolgen hebben op de prestaties van de onderneming.
Toezicht op bedrijfsrisico’s is essentieel in de mijnbouwsector. De situatie verschilt sterk per locatie, en dat geldt ook voor de problemen die in kaart moeten worden gebracht. Er is daarom geen standaardoplossing om ESGrisico’s in deze industrie aan te pakken. Als gevolg moet engagement gericht zijn op de procedures en het beleid ten aanzien van risicotoezicht, en niet zozeer op de specifieke risico’s zelf.
Risicotoezicht is essentieel in de mijnbouwindustrie Risicotoezicht is een belangrijk onderdeel van ondernemingsbestuur. Dit geldt in het bijzonder voor de mijnbouwsector, aangezien mijnbouwactiviteiten een zeer negatieve impact kunnen hebben op werknemers, het milieu en de samenleving als geheel. Vergeleken met andere sectoren ligt het aantal werkgerelateerde sterfgevallen relatief hoog en de activiteiten vinden veelal plaats in relatief instabiele opkomende markten. Daarom worden mijnbouwbedrijven nauwlettend in de gaten gehouden door verschillende belanghebbenden.
Het risicolandschap bestuderen Er kleven allerlei specifieke risico’s aan het
openen, exploiteren en sluiten van een mijn. Bovendien is er een enorme verscheidenheid aan soorten mijnen. Het is dus wel duidelijk dat dit een zeer uiteenlopend onderwerp is. Daarom hebben we een onderzoek laten uitvoeren naar het risicotoezicht van tien toonaangevende ondernemingen in de mijnbouwsector. Ondanks dat de resultaten sterk uiteenlopen, vonden we dat voor mijnbouwondernemingen de meeste ruimte voor verbetering over het algemeen ligt in de koppeling van ESG-risico’s aan beloningen en de onafhankelijkheid van hun directieleden.
Engagement-activiteiten Verbeteren van het beleid ten aanzien van risicotoezicht en ondernemingsbestuur Criteria omvatten de aanwezigheid van een competente directie, die in meerderheid uit onafhankelijke leden bestaat, en een beloningsbeleid dat is gekoppeld aan belangrijke ESG-risico’s.
Verbeteren van het risicotoezicht en -beheer Belangrijke parameters zijn een regelmatige beoordeling van de risico’s door de directie,
Thema voortgang (op doelstellingsniveau)
Succesvol afgesloten Neutrale voortgang
Vierde kwartaal 2013
Positieve voortgang Negatieve voortgang
x
Niet succesvol afgesloten
passende communicatiekanalen tussen de Raad van Commissarissen en de directie en een duidelijke klokkenluidersregeling.
Verbeteren van de prestaties van risicobeheer en het toezicht hierop Als ondernemingen de afgelopen jaren te maken hebben gehad met een grove schending op het gebied van ESG, moeten zij aanpassingen doorvoeren in hun risicobeheersysteem om het risico op herhaling te minimaliseren. In het tweede kwartaal van 2013 hebben we een dialoog gestart met tien ondernemingen. Op dit moment hebben we met bijna al deze ondernemingen conference calls gehad, waaronder Grupo México, de op twee na grootste koperproducent ter wereld, Glencore Xstrata, een Brits-Zwitserse multinationale grondstoffenhandelaar en mijnbouwonderneming, en Anglo American, een Britse multinationale mijnbouwonderneming. We verwachten dat de actieve dialoog twee tot drie jaar zal duren.
Eerste waarnemingen Onze algemene bevinding tot nu toe is dat het bestuur doorgaans in zekere mate verantwoordelijk is voor het beheer van ESG-risico’s, al bestaan er wel verschillen in de risico’s die prioriteit krijgen bij de verschillende bedrijven. Veiligheid op de werkvloer staat vaak hoog op de agenda. Anglo American heeft bijvoorbeeld een officiële bestuurscommissie dat zich bezighoudt met veiligheid en
Achmea
13
duurzaamheid. ‘Veiligheid boven alles’ lijkt het motto te zijn van de meeste mijnbouwondernemingen. Daarnaast hebben de meeste ondernemingen te maken met milieugerelateerde risico’s, zoals het lekken van vervuilende stoffen en gezondheidsrisico’s. Andere risico’s die de meeste ondernemingen lijken te delen hebben betrekking op arbeidsrelaties, de omgang met lokale gemeenschappen en water. Op het eerste gezicht lijkt er een standaardlijst te zijn met ESG-risico’s die doorgaans betrekking hebben op de dagelijkse mijnbouwactiviteiten. De situatie blijkt echter toch wat ingewikkelder te zijn. Dit werd duidelijk toen Robeco vertegenwoordigers onlangs de Lonmin-mijn in Zuid-Afrika bezochten.
Een bezoek aan de Lonmin-mijn: niet alleen operationele risico’s In oktober bezochten we samen met andere beleggers de UN PRI-conferentie in ZuidAfrika. Op uitnodiging van de Zuid-Afrikaanse vermogensbeheerder Stanlib brachten we ook een bezoek aan de mijn van Lonmin, een producent van metalen uit de platinagroep die actief is in het Bushveld-complex in ZuidAfrika. Hier werden tijdens een staking in 2012 ruim 40 mijnwerkers gedood. Hoewel we niet beleggen in deze onderneming en ook geen dialoog met hen voeren, hebben we de mogelijkheid aangegrepen om van hun ervaringen te leren. Onze reis toonde aan dat de risico’s niet alleen operationeel van aard zijn en dat de situatie veel complexer is. Wat ons het meest opviel, is dat de onderneming een hele gemeenschap moet leiden. In de mijn die we bezochten werkte een heel dorp. Deze gemeenschap was volledig gericht op de mijnbouwsector. Aangezien de lokale autoriteiten amper openbare faciliteiten bieden, moet de onderneming zorgen voor onderwijs, huisvesting, medische zorg, veiligheid, etc. Vooral wanneer de onderneming beperkte bronnen beschikbaar heeft, moet deze
Vierde kwartaal 2013
de verwachtingen van de gemeenschap managen. De onderneming staat namelijk voor sociale risico’s die veel breder en complexer zijn dan de operationele risico’s.
Voortdurend leren Een belangrijke les die we hebben geleerd is dat risico’s moeten worden beoordeeld in de specifieke context van een onderneming of een mijn. Een standaardlijst van ESGrisico’s met standaardoplossingen bestaat niet. Om de ESG-risico’s in kaart te kunnen brengen moeten we bekend zijn met de verschillende sociale implicaties en de relevante belanghebbenden. In onze engagement met mijnbouwondernemingen proberen we daarom geen waarde toe te voegen door een uniforme oplossing te zoeken. Vanwege de verscheidenheid aan risico’s is het het effectiefst om te focussen op hoe het risicotoezicht is georganiseerd. Het belangrijkste is dat ondernemingen steeds leren van incidenten, dat ze een zinvol proces hebben om het herkennen en beperken van risico’s voortdurend te verbeteren, en dat ze hun belanghebbenden regelmatig hierbij betrekken.
Relevante gedragscodes ICGN Corporate Risk Oversight guidelines Corporate Governance: Bestuurs functioneren De Raad van Commissarissen heeft de taak toezicht te houden op en richting te geven aan het management van de onderneming in het beste belang van de aandeelhouders. Om die taak goed te vervullen, dient de meerderheid van de Raad van Commissarissen onafhankelijk te zijn en daarnaast over voldoende kennis van de industrie en relevante toezichthoudende vaardigheden te beschikken. De Raad van Commissarissen heeft de taak om toe te zien dat de verschillende onderdelen van het beleid van de onderneming goed ingericht zijn en adequaat functioneren. De ondernemingsstrategie, het audit proces en controle raamwerk, risicomanagement, maar ook overnames en fusies dienen getoetst te worden door de Raad van Commissarissen.
Achmea
14
9. Thema’s en ondernemingen In het onderstaande overzicht zijn alle thema’s weergegeven waarover Robeco namens Achmea een dialoog met ondernemingen voert. Per thema zijn alle ondernemingen weergegeven die voor een thema van belang zijn, waarbij het kan voorkomen dat een dialoog nog gaande is, reeds is afgerond of nog moet worden gestart.
Eco-efficiëntie in de Metaalen Cementindustrie Anglo American ArcelorMittal CRH Plc HeidelbergCement AG Italcementi Fabbriche Riunite Cemento SpA Lafarge SA
ESG-Investeringsrisico’s Onconventionele Energiebronnen Anadarko Petroleum Corp. Apache BG Group BHP Billiton BP Canadian Natural Resources Cenovus Energy Chesapeake Energy Corp. Chevron ConocoPhillips Devon Energy ExxonMobil Hess Corp. Marathon Oil Royal Dutch Shell Statoil Suncor Energy Total
Philips Research in Motion Ltd. SHARP Corp. Sony TOSHIBA Corp.
CO2 management in de onroerend goed sector
Duurzaam ketenbeheer Soja
Biodiversiteit en de farmaceutische industrie
Associated British Foods Plc Bunge Ltd. Carrefour McDonald’s Monsanto Co. Noble Group Ltd. Syngenta AG Yum! Brands
Waterbeheer bij textielgerelateerde ondernemingen Adidas Burberry Group Fast Retailing Gap Hennes & Mauritz LVMH Moet Hennessy Louis Vuitton NIKE Polo Ralph Lauren The TJX Cos. VF
Diepwater Exploratie en Ontwikkeling
Waterbeheer bij voedingsdranken- en tabaksondernemingen
Anadarko Petroleum Corp. Petroleo Brasileiro Repsol Statoil
Danone Diageo General Mills Kerry Group Mondelez International Pernod Ricard Tyson Foods
Duurzaam ketenbeheer Elektronica Apple Dell Hewlett-Packard Panasonic Corp.
Vierde kwartaal 2013
Hammerson Plc Macerich Co. Simon Property Group, Inc.
AstraZeneca Plc Bayer Bristol-Myers Squibb GlaxoSmithKline Johnson & Johnson Novartis Novo-Nordisk Pfizer Roche Sanofi-Aventis
Global Compact schendingen Milieu Barrick Gold Corp. BP Chevron ExxonMobil Freeport-McMoRan Copper & Gold Gazprom OAO GDF SUEZ SA Newmont Mining Corp. Noble Energy Petroleo Brasileiro Rio Tinto Royal Dutch Shell
Tevredenheid en gezondheid van werknemers Cisco Systems Deutsche Telekom Google Liberty Global Microsoft News Corporation
Achmea
15
Nokia Pearson SAP Time Warner Verizon Communications Vodafone Walt Disney WPP
Veilige arbeidsomstandigheden in de kledingsector Associated British Foods Plc Burberry Group Hennes & Mauritz Inditex LVMH Moet Hennessy Louis Vuitton PPR SA VF
De sector Energie en Basismaterialen in controversiële regimes Alcoa Anglo American BG Group BHP Billiton BP Chevron ConocoPhillips Eni ExxonMobil Freeport-McMoRan Copper & Gold Repsol Rio Tinto Royal Dutch Shell Total
Voeding en gezondheid Ahold Carrefour Coca Cola Enterprises, Inc. Danone Kellogg Co. McDonald’s Mondelez International Nestlé PepsiCo, Inc. Unilever Yum! Brands
Vierde kwartaal 2013
Global Compact schendingen Mensenrechten Anglo American Barrick Gold Corp. Bridgestone ExxonMobil Rio Tinto Syngenta AG Total
Global Compact schendingen Arbeidsomstandigheden Adecco SA Ahold Berkshire Hathaway Bridgestone British American Tobacco Plc Coca-Cola FedEx Corp. Kohl’s Corporation LM Ericsson Telefon Merck KGaA Sony Starbucks Corp. Target Corp. Tesco Plc Toyota Motor VF Wal-Mart Stores
Goed ondernemingsbestuur AkzoNobel ASM International NV ASML DE Master Blenders 1753 BV Deutsche Bank DSM Fugro NV Heineken Holding KPN Philips Randstad Reed Elsevier Royal Dutch Shell SBM Offshore TNT Express NV Unilever Wolters Kluwer
Achmea
16
10. Gedragscodes Principles for Responsible Investment van de Verenigde Naties Robeco en Achmea hebben de principes voor verantwoord beleggen van de Verenigde Naties – de Principles for Responsible Investment, ofwel PRI – ondertekend. De PRI bestaan uit zes richtlijnen voor een goede praktijk van verantwoord beleggen. Een Nederlandse vertaling van de principes luidt als volgt. P1. Wij betrekken kwesties op het gebied van milieu, sociale omstandigheden en ondernemingsbestuur (ESG) in onze processen voor beleggingsanalyse en besluitvorming. P2. Wij zijn actieve aandeelhouders en nemen de ESG-principes op in ons beleid en onze praktijken van aandeelhouderschap. P3. Wij vragen van de bedrijven waarin we beleggen openheid over ESG-aspecten P4. Wij bevorderen acceptatie en implementatie van de Principes binnen de beleggingssector. P5. Wij werken samen om onze effectiviteit bij de implementatie van de Principes te vergroten. P6. Wij rapporteren over onze activiteiten en voortgang met betrekking tot de implementatie van de Principes.
Global Compact van de Verenigde Naties De PRI bieden ons een kader voor verantwoord beleggen. De beginselen van het Global Compact van de Verenigde Naties bieden bedrijven (niet noodzakelijk beleggers) een kader voor verantwoord ondernemen. Het Global Compact verlangt van bedrijven dat zij binnen hun eigen invloedssfeer een aantal kernwaarden op het gebied van mensenrechten, arbeidsnormen, milieu en anticorruptie omarmen, ondersteunen en uitoefenen. Het Global Compact bestaat uit tien universele principes:
Vierde kwartaal 2013
Mensenrechten 1. Bedrijven moeten bescherming van internationaal vastgelegde mensenrechten ondersteunen en respecteren 2. en ervoor zorgen dat zij niet medeplichtig zijn aan misstanden op het gebied van mensenrechten.
Arbeidsnormen 3. Bedrijven moeten de vrijheid van vakvereniging en de effectieve erkenning van het recht op collectieve onderhandelingen handhaven, 4. moeten alle vormen van gedwongen en verplichte arbeid elimineren, 5. moeten kinderarbeid effectief afschaffen, en 6. moeten discriminatie in werk en beroep bestrijden.
Milieu 7. Bedrijven dienen het voorzichtigheidsbeginsel te hanteren bij milieukwesties, 8. initiatieven te ondernemen om grotere verantwoordelijkheid op milieugebied te bevorderen, en 9. de ontwikkeling en verspreiding van milieuvriendelijke technologieën te stimuleren.
Anticorruptie. 10. Bedrijven moeten alle vormen van corruptie tegengaan.
International Corporate Governance Network (ICGN) Achmea koopt aandelen van ondernemingen en dat maakt ons mede-eigenaar van die ondernemingen. Elk aandeel geeft stemrecht op aandeelhoudersvergaderingen. Door hier actief gebruik van te maken, kunnen we de controle op het management van de onderneming vergroten en de duurzaamheid verbeteren. Dit kan uiteindelijk leiden tot een hogere aandeelhouderswaarde. Achmea baseert zijn stembeleid op de principes van het International Corporate Governance Network (ICGN). Dit is
een internationaal erkende code voor goed ondernemingsbestuur en de uitgangspunten van ICGN laten ruimte bedrijven naar lokale maatstaven te beoordelen. De nationale wetgeving en gedragscodes voor ondernemingsbestuur, zoals in Nederland de Nederlandse Corporate Governance Code die in december 2009 wettelijk is verankerd, zijn leidend bij de beoordeling van ondernemingen. Ook bedrijfsspecifieke omstandigheden spelen hierbij een rol.
ICGN Verklaring over wereldwijde beginselen voor corporate governance1 1. Doel van de vennootschap – duurzame waardecreatie voor de aandeelhouders: De vennootschap heeft het doel een optimaal duurzaam rendement voor haar aandeelhouders te realiseren op de langere termijn. 2. Het toezichthoudend bestuur van de vennootschap: Tot de verantwoordelijkheden van het toezichthoudend bestuur behoren strategie van de vennootschap, risicobeleid, toezicht op uitvoering en prestaties, belangrijke kapitaaluitgaven, ondernemingsbestuur, belangrijke leidinggevenden selecteren en hun bezoldiging in overeenstemming brengen met de belangen van de onderneming en haar aandeelhouders op langere termijn. Bestuursleden moeten onafhankelijk handelen in het belang van alle aandeelhouders van de vennootschap; zij zijn verantwoording schuldig aan de aandeelhouders. 3. Goed burgerschap, relaties met belanghebbenden en ethisch verantwoord ondernemen: Het bestuur is verantwoordelijk voor het onderhouden van betrekkingen met belanghebbenden. Vennootschappen moeten zich houden aan lokale wetten en hun activiteiten op een economisch, sociaal en ecologisch verantwoorde wijze verrichten. 4. Risicomanagement: Het bestuur is verantwoordelijkheid voor een effectief
Achmea
17
en dynamische risicomanagement van de onderneming. 5. Bezoldigingsbeleid van ondernemingen: Het bezoldigingsbeleid van de onderneming dient overeen te stemmen met de best practices, zoals vastgelegd door ICGN 2. 6. Accountantscontrole: De jaarlijkse accountantscontrole dient te worden uitgevoerd door een onafhankelijke externe accountant die ter benoeming wordt voorgedragen aan de aandeelhoudersvergadering. 7. Openbaarmaking en transparantie: Vennootschappen dienen relevante informatie over de vennootschap tijdig openbaar te maken. 8. Aandelenbezit, verantwoordelijkheden, stemrechten en rechtsmiddelen: Aandeelhouders moeten hun rechten kunnen uitoefenen en over relevante zaken binnen redelijke termijn worden geïnformeerd. 9. Verantwoordelijkheden van aandeelhouders: Het handelen van aandeelhouders dient gericht te zijn op lange termijn waardecreatie en doelstellingen van de onderneming. Aandeelhouders dienen nationale en internationale best practices voor corporate governance na te leven.
Deze tekst is een verkorte weergave van de ICGN-verklaring over wereldwijde beginselen voor corporate governance, als gewijzigd op 18 november 2009 (Washington, DC, USA). De volledige tekst is te vinden op http://www.icgn.org/files/ icgn_main/pdfs/best_practice/global_principles/icgn_global_corporate_governance_principles-_revised_2009.pdf 1
2
Zie http://www.icgn.org/files/icgn_main/pdfs/best_practice/exec_remun/2006_executive_remuneration.pdf
Vierde kwartaal 2013
Achmea
18