2011 Q4 Samenvattende rapportage actieve dialoog & uitoefening stemrechten
1030-08’12
1. Inhoudsopgave 1. Inhoudsopgave
2
2. In vogelvlucht
3
3. Verantwoord Beleggen
4
4. Klimaatconferentie in Durban
5
5. Hoogtepunten stemmen op aandeelhoudersvergaderingen
6
6. UN Global Compact – Verantwoord ondernemen in conflictgebieden
7
7. Effectiviteit van de actieve dialogen van Robeco
8
8. Uitkomsten van het onderzoek naar een nieuw thema ‘Food & Health’
10
9. Carbon Disclosure Project
12
10. CO2-prestaties van nutsbedrijven
13
11. Risicomanagement rapportage
14
12. Thema’s en Ondernemingen
15
13. Gedragscodes
18
Vierde kwartaal 2011
Achmea
2
2. In vogelvlucht Vergaderingen per regio Vergaderingen per regio
Dit verslag beschrijft de activiteiten die Robeco in opdracht van Achmea heeft uitgevoerd op het gebied van actieve dialoog en het stemmen op aandeelhoudersvergaderingen in het vierde kwartaal van 2011.
De opbouw van het verslag is als volgt. Dit hoofdstuk bevat de belangrijkste statistieken met betrekking tot uitgebrachte stemmen en actieve dialoog met ondernemingen. Het derde hoofdstuk beschrijft de wijze waarop Achmea via het programma voor actieve dialoog en uitoefening van stemrechten gestalte geeft aan verantwoord beleggen. In de hoofdstukken 4 tot en met 11 worden de belangrijkste activiteiten en resultaten besproken, onder andere aan de hand van thema’s waarover de dialoog wordt gevoerd met ondernemingen in de beleggingsportefeuille van Achmea. Hoofdstuk 12 geeft een samenvattend overzicht van de thema’s waarover Robeco mede namens Achmea een dialoog met ondernemingen voert. Hoofdstuk 13 ten slotte bevat een overzicht van de verschillende gedragscodes op basis waarvan Robeco het programma voor actieve dialoog en uitoefening van stemrechten namens Achmea uitvoert. Gelet op het vertrouwelijke karakter richting de betrokken ondernemingen wordt in dit verslag niet gerapporteerd over de lopende dialogen in Achmea’s enhanced engagement programma. Over de resultaten hiervan wordt separaat verantwoording afgelegd.
Noord-Amerika 28% Europa 28% Pacific 40% Opkomende markten 4%
Vergaderingen per regio
Overzicht stemgedrag
Engagementactiviteiten per regio 4e Kwartaal 2011
Totaal aantal vergaderingen waar is gestemd Totaal aantal agendapunten waarop is gestemd % vergaderingen waarop tegen management is gestemd
2011
57
663
1.110
21.819
28%
50%
Overzichtengagement engagement Overzicht Corporate Governance
11
Milieu-impact
12
Samenleving
6
Milieumanagement
10
Mensenlijk kapitaal
3
Global Compact Schendingen
Pacific 6% Opkomende markten 3%
Engagementactiviteiten per contact
Rechten aandeelhouders
9
Bezoldiging
5
Toezicht op management
11
Vierde kwartaal 2011
Europa 54%
21
Vergaderingen gestemd tegen management volgens ICGN-principes *
* Verklaring over wereldwijde beginselen voor goed ondernemingsbestuur.
Noord-Amerika 37%
Analyse (geen contact met bedrijf) (Open) brief Bezoek van Robeco aan bedrijf E-mail Conference call
20 4 3 36 4
Bezoek van Robeco bij bedrijf
4
Persbericht
1
Achmea
3
3. Verantwoord Beleggen Achmea hecht veel waarde aan verantwoord beleggen. Hieraan wordt vormgegeven door middel van een programma van actieve dialoog en het stemmen op aandeelhoudersvergaderingen bij die ondernemingen waarin wordt belegd. Bij actieve dialoog worden ondernemingen waarin Achmea belegt, aangemoedigd tot goed ondernemingsbestuur en het nemen van hun maatschappelijke verantwoordelijkheid.
Verantwoord beleggen wint aan belang Een groeiend aantal (institutionele) beleggers beoordeelt potentiële beleggingen niet langer alleen op winst op korte termijn, maar in toenemende mate ook op criteria als (ondernemings) bestuur, milieu, mensenrechten en arbeidsomstandigheden. Onderwerpen als de verandering van het klimaat, nieuwe energietechnologieën, uitputting van schaarse bronnen en mensenrechten zijn vaste punten op de internationale agenda geworden. Achmea verwacht dat verantwoord beleggen een steeds belangrijker thema in vermogensbeheer zal worden. Wij geloven dat goed ondernemingsbestuur en maatschappelijke verantwoordelijkheid de aandeelhouderswaarde zal vergroten op de langere termijn.
Achmea als actieve aandeelhouder Achmea belegt in aandelen van verschillende ondernemingen. Elk aangehouden aandeel geeft Achmea stemrecht op aandeelhoudersvergaderingen. Achmea heeft de uitvoering van dit stemrecht aan Robeco gedelegeerd. Door actief gebruik te maken van dit stemrecht kan Robeco namens Achmea de betreffende ondernemingen aansporen de kwaliteit van het bestuur van de bedrijven te vergroten en de duurzaamheid te verbeteren. Wij verwachten dat dit op termijn gunstig is voor de ontwikkeling van de aandeelhouderswaarde. Ondernemingen die hun zaken op orde hebben – denk aan een goede ondernemingstructuur of een sterk beleid op het gebied van
Vierde kwartaal 2011
milieu en mensenrechten – presteren immers op de langere termijn vaak beter. Goed ondernemingsbestuur is, anders gesteld, goed voor Achmea en voor haar belanghebbenden. Daarom kiest Achmea voor verantwoord beleggen en stelt zij zich richting ondernemingen op als actieve aandeelhouder. Wereldwijd wordt zoveel als mogelijk het stemrecht uitgeoefend op de direct aangehouden aandelen in de beleggingsportefeuille van Achmea. Daarnaast gaat Robeco (mede) namens Achmea actief de dialoog aan met de ondernemingen waarin wordt belegd, over goed ondernemingsbestuur en maatschappelijke verantwoordelijkheid. In dit verslag vindt u het overzicht van de onderwerpen die in het laatste kwartaal met de ondernemingen zijn besproken, alsmede een overzicht van het stemgedrag in deze verslagperiode.
onderneming invloed kunnen uitoefenen op de kwestie.
Samenwerking Waar mogelijk of noodzakelijk bundelt Robeco krachten met andere beleggers. Voorbeelden hiervan zijn Eumedion, een platform voor institutionele beleggers op het gebied van corporate governance en het Carbon Disclosure Project, een samenwerkingsverband op het gebied van transparantie over CO2-uitstoot van ondernemingen. Een ander belangrijk initiatief waar Achmea en Robeco aan zijn verbonden, is de Principles for Responsible Investment van de Verenigde Naties. Binnen dit verband committeren institutionele beleggers zich aan het, zowel intern als extern, stimuleren van verantwoord beleggen.
Internationale gedragscodes Achmea en Robeco hanteren internationale gedragscodes zoals de United Nations Principles for Responsible Investment voor verantwoord beleggen en het United Nations Global Compact voor verantwoord ondernemen. Achter in deze publicatie zijn deze gedragscodes weergegeven.
Met de dialoog die Robeco mede namens Achmea met ondernemingen voert, wordt geprobeerd de aandeelhouderswaarde te vergroten en tegelijkertijd het duurzame gedrag en de kwaliteit van het bestuur van de ondernemingen te bevorderen. Actief en betrokken aandeelhouderschap kan gaan over sociaal beleid, milieu en ethisch gedrag, maar ook kwesties als veranderingen in ondernemingstructuur, zeggenschapsrechten of winstuitkering kunnen aan de orde komen. De dialoog richt zich op kwesties die verband houden met kansen en risico’s die van invloed zijn op de waarde van een onderneming. Tenslotte moet het management van een
Achmea
4
4. Klimaatconferentie in Durban Net als in vorige jaren heeft Robeco de Investor Statement on Climate Change ondertekend in aanloop naar de klimaatconferentie in Durban in novemberdecember 2011. Volgens dit ‘statement’ is klimaatverandering op de lange termijn een groot risico voor de wereldeconomie en voor het vermogen dat in handen is van wereldwijde beleggers. Maar klimaatverandering biedt ook kansen voor beleggers.
Langetermijnbeleid gericht op klimaatverandering en schone energie, mits goed doordacht en effectief geïmplementeerd, biedt interessante beleggingsmogelijkheden. Denk bijvoorbeeld aan mogelijkheden op het gebied van schone en duurzame energie, energie-efficiëntie en het verminderen van afhankelijkheid van koolstof gebaseerde materialen. Daarnaast zullen er ook grote economische voordelen zijn, er zullen nieuwe banen en bedrijven worden gecreëerd, technologische innovatie wordt gestimuleerd, en er wordt een stevige basis gelegd voor economisch herstel en duurzame langetermijngroei. Net als in vorige Investor Statements werd in dit statement benadrukt hoe belangrijk binnenlands en internationaal klimaatbeleid is om de investeringen bij elkaar te krijgen die nodig zijn voor de transitie naar een koolstofarme economie. Daarnaast wordt aangegeven welke elementen nodig zijn om grootschalige investeringen aan te trekken voor het stoppen van de klimaatverandering. De Global Investor Statement on Climate Change 2011 is ondertekend door 285 beleggers uit de hele wereld. Gezamenlijk vertegenwoordigen zij een beheerd vermogen van USD 20 biljoen. Tijdens de klimaattop in Durban is het ondertekende document uitgereikt aan alle regeringsleiders van de G20-landen. De klimaattop in Durban is inmiddels afgerond en de gevolgen voor beleggers worden nu duidelijk. Er zijn een aantal successen geboekt. Zo is de roadmap voor een internationale, bindende overeenkomst inzake klimaatverandering een stap
Vierde kwartaal 2011
onderhandelingen. Samen met andere institutionele beleggers zal Robeco, mede in zijn rol als dienstverlener van Achmea, blijven vragen om een duidelijk kader voor beleid op de lange termijn.
vooruit. Dit wordt het eerste akkoord dat emissiereducties zal bevatten voor zowel de volwassen als de opkomende landen, en voor de grootste vervuilers China en de VS. In 2015 moet het akkoord worden gesloten, zodat het in 2020 van kracht kan worden. Daarnaast is het Kyotoprotocol verlengd met een tweede periode. Het Kyotoprotocol is momenteel het enige internationale verdrag dat landen verplicht hun uitstoot van broeikasgassen te verlagen. Met de verlenging van het Kyotoprotocol wordt voorkomen dat er een lacune in de regelgeving ontstaat tussen de twee verdragsperiodes. Tot slot is besloten om het Green Climate Funds operationeel te maken. Dit fonds zal opkomende landen helpen met de financiering van maatregelen ter vermindering van klimaatverandering (mitigatie) en voor aanpassing aan klimaatverandering (adaptatie). Maar er zijn ook nog veel onzekerheden. Zo is nog niet bekend welke juridische vorm het verdrag zal krijgen. Ook is nog niet bekend wat de doelstellingen zijn voor de verlaging van de uitstoot van broeikasgassen in de jaren tot en na 2020. Daarom is het nog belangrijker geworden dat beleggers in de komende maanden en jaren nog intensiever in dialoog gaan met beleidsmakers. Acties in het eigen land blijven het belangrijkst. Daarnaast moet de beleggingsgemeenschap ervoor zorgen dat de ontwikkelingen op internationaal niveau doorgaan en dat het afgesproken tijdspad ook daadwerkelijk wordt gevolgd. Verder moeten consequent beleid voor de lange termijn en stimuleringsmaatregelen centraal staan bij de volgende
Achmea
5
5. Hoogtepunten stemmen op aandeelhoudersvergaderingen Robeco stemt in opdracht van Achmea tijdens de algemene aandeelhouders vergaderingen van de ondernemingen in wereldwijde portefeuilles. De onderwerpen op de agenda variëren per onderneming, land en sector. Hieronder geeft Robeco een aantal voorbeelden waarmee we duidelijk willen maken wat de reden is achter een stem vóór of tegen de voorstellen van de directies van de bedrijven in de portefeuille. Achmea kan op deze manier inzicht geven hoe haar stemrecht, uitgevoerd door Robeco, gebruikt wordt om de aandeelhouderswaarde op de lange termijn te vergroten.
de Nasdaq Global Sustainability-index in november 2010 een positief signaal is. Dit was voor Robeco een extra bevestiging dat het juist was om dit aandeelhoudersvoorstel niet te steunen. Uiteindelijk kreeg het voorstel slechts steun van 3,55% van de andere aandeelhouders.
Alpha Bank AE – 15 november 2011 Griekenland British Sky Broadcasting Group PLC – 29 november 2011 – Verenigd Koninkrijk Vanwege het recente afluisterschandaal bij News Corp werd de vergadering van British Sky Broadcasting Group (BSkyB) door aandeelhouders over de hele wereld beschouwd als een zeer belangrijke vergadering. De algemene vergadering van aandeelhouders die eind november werd gehouden was op verschillende manieren gelieerd aan News Corp, onder andere doordat James Murdoch (de zoon van Rupert Murdoch) bestuursvoorzitter is bij BskyB. Tijdens de vergadering van News Corp in september heeft Robeco tegen de herverkiezing van James en Rupert Murdoch gestemd vanwege mismanagement. News Corp was bezig om de resterende 61% van de beursgenoteerde aandelen in BskyB in handen te krijgen, maar na het telefoon afluisterschandaal werd dat verhinderd door de Britse regering op basis van wetgeving tegen oneerlijke concurrentie. Vanwege de actuele gebeurtenissen konden wij de kandidatuur van James Murdoch voor de positie van bestuursvoorzitter niet ondersteunen. Wij hebben daarom niet ingestemd met de herverkiezing van James Murdoch op zijn huidige positie. Van de overige aandeelhouders stemde 18,76% ook niet in met een herverkiezing.
Vierde kwartaal 2011
Microsoft Corporation – 11 november 2011 – Verenigde Staten Tijdens de algemene vergadering van aandeelhouders van Microsoft werd een aandeelhoudersvoorstel ingediend voor de oprichting van een bestuurscomité voor ecologische duurzaamheid. Momenteel beschikt Microsoft op directieniveau over een Governance and Nomination Committee. Dit comité houdt toezicht op het beleid en de programma’s voor ecologische duurzaamheid. Rapportages en informatie over het ecologisch beleid en de programma’s voor duurzaamheid zijn te vinden op de website van Microsoft en in het Corporate Citizenship Report over 2011. Op deze plaatsen zijn ook enige kwantitatieve gegevens te vinden. Robeco is van mening dat beslissingen over dergelijke operationele zaken het best kunnen worden overgelaten aan de directie van een onderneming, op voorwaarde dat deze beslissingen in het belang zijn van de aandeelhouders. . Robeco onderzoekt daarom of alle aandeelhoudersvoorstellen ook daadwerkelijk gunstig kunnen zijn voor de aandeelhouderswaarde op de lange termijn. In dit geval zou het voorstel geen grote verbetering opleveren ten opzichte van de huidige situatie waarin de directie toezicht houdt op het ecologisch beleid. Robeco heeft dit aandeelhoudersvoorstel daarom niet gesteund. Tot slot erkent Robeco dat de terugkeer van Microsoft in
Tijdens de algemene vergadering van aandeelhouders is een voorstel gedaan om de twee Griekse banken Alpha Bank AE en EFG Eurobank Ergasias te laten fuseren. De fusie is in december 2011 afgerond middels een aandelenruil. Het aanbod was marktconform en het nieuws van de fusie werd positief ontvangen. Als gevolg van de huidige financiële omstandigheden in Griekenland werden er tijdens deze vergaderingen nog meer voorstellen aan aandeelhouders gedaan om het kapitaal te vergroten. Volgens Robeco zijn voorstellen voor fusies en overnames belangrijke agendapunten die besproken moeten worden met de portefeuillebeheerders. In dit geval steunde Robeco de voorgestelde fusie omdat de huidige politieke crisis in Griekenland vraagt om drastische maatregelen om de financiële instellingen te versterken. De fusie werd goedgekeurd door de aandeelhouders en ligt nu ter goedkeuring bij de Griekse mededingingsautoriteit (Hellenic Competition Commission).
Achmea
6
6. UN Global Compact – Verantwoord ondernemen in conflictgebieden Ondernemingen, vooral grondstofondernemingen, zijn steeds vaker actief in regio’s die politiek instabiel zijn of waar zelfs conflicten heersen. De gebeurtenissen rond de Arabische Lente hebben aangetoond hoe belangrijk het is dat regeringen, bedrijven en hun aandeelhouders werken volgens internationale normen om ervoor te zorgen dat de rechten van de meest kwetsbare groepen in de maatschappij worden gerespecteerd en beschermd. Ondernemingen die actief zijn in risico- en conflictgebieden staan voor operationele uitdagingen en moeten op hun hoede zijn voor reputatieschade. Zo kunnen deze ondernemingen worden beschuldigd van betrokkenheid bij schendingen van de mensenrechten.
Voorbeelden van uitdagingen waar deze ondernemingen mee geconfronteerd worden, zijn de relaties met overheden en de juiste interactie met stakeholders. Het overleg met de lokale gemeenschappen is vooral belangrijk om te garanderen dat het werk altijd door kan gaan. Al deze uitdagingen kunnen een bedreiging vormen voor de activiteiten van ondernemingen in deze regio’s, en dit kan op de lange termijn ook invloed hebben op de aandeelhouderswaarde. In reactie op deze uitdagingen hebben beleggers, ondernemingen en vertegenwoordigers uit de maatschappij de Expert Group on Conflict and Business opgericht om te zoeken naar oplossingen en om internationale ‘best practices’ te promoten in deze gebieden. De Expert Group is een samenwerkingsverband van het UN Global Compact en de UN Principles for Responsible Investment. Op 7 en 8 november 2011 vond op het hoofdkantoor van de Verenigde Naties in New York de tweede vergadering van de Expert Group plaats. Onder leiding van voorzitter Sir Mark Moody-Stuart werd gesproken over uitdagingen, ervaringen en geleerde lessen met betrekking tot bedrijfsvoering in conflict- en risicogebieden. Een ander doel van de bijeenkomst was de bevordering van de implementatie van de richtlijnen voor ondernemen in risico- en
Vierde kwartaal 2011
conflictgebieden: ‘Guidance on Responsible Business and Investment in ConflictAffected and High-Risk Areas: A Resource for Companies and Investors’. Robeco is een actief lid van de Expert Group en heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van deze richtlijnen. In het komende jaar zal de Group een informatiepakket samenstellen. Dit wordt begin 2013 gepubliceerd. Het zal uitdagingen, geleerde lessen en voorbeelden van goede praktijk bevatten, die ontleend zijn aan de inspanningen van ondernemingen en beleggers die het ‘Guidance’-document gebruiken. Als actief lid van de groep zal Robeco, mede namens Achmea, de inzichten delen die zijn opgedaan tijdens de dialoog met bedrijven over het onderwerp controversiële regimes. We zullen onder andere aandacht besteden aan relaties met overheden, mensenrechten en relaties met de gemeenschap. Daarnaast zal Robeco in samenwerking met andere beleggers zoeken naar manieren bedrijven te stimuleren het Guidance-document te gebruiken in hun bedrijfsvoering.
onderzoeksbureau. In veel onderzochte landen zijn inmiddels nieuwe regeringen aan de macht. En er zijn steeds meer bedrijven actief in gebieden met een groot politiek risico. Daarom wilde Robeco het bestaande onderzoek (uit 2008) herzien op basis van nieuwe gegevens en ontwikkelingen op het gebied van conflictbeheersing. Het onderzoek richt zich op de manieren waarop energie- en grondstofbedrijven omgaan met risico’s als zij actief zijn in gebieden met een controversieel regime. In dit onderzoek wordt gedefinieerd wat er wordt bedoeld met een controversieel regime en worden criteria gegeven voor de beoordeling van de activiteiten van een onderneming. Daarnaast wordt als onderdeel van dit onderzoek een algeheel risicoprofiel voor ondernemingen ontwikkeld op basis van een aantal basiskenmerken die typerend zijn voor controversiële regimes, denk hierbij aan relaties tussen regering en de maatschappij, invloed op het milieu en transparantie over inkomsten. Voor de beoordeling van bedrijven op basis van huidige internationale normen zal Maplecroft de richtlijnen gebruiken uit het document ‘Guidance on Responsible Business and Investment in Conflict-Affected and High-Risk Areas: A Resource for Companies and Investors’.
Update van het onderzoek naar controversiële regimes In het eerste kwartaal van 2012 zal Robeco een update geven over het onderzoek naar controversiële regimes. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door Maplecroft, een Brits
Achmea
7
7. Effectiviteit van de actieve dialogen van Robeco Als verantwoord belegger is Robeco mede namens Achmea en haar aandeelhouders actief betrokken bij de bedrijven waarin wordt belegd. Robeco benadrukt dat beleggingen naast een economische winst ook een maatschappelijk voordeel moeten opleveren. Beleggers moeten daarom ook oog hebben voor goed ondernemingsbestuur en voor de ontwikkelingen op de lange termijn, zoals milieugerelateerde en maatschappelijke ontwikkelingen. Dit is onder andere te bereiken door actieve dialogen aan te gaan met ondernemingen (ook wel aangeduid met de Engelse term ‘engagement’.) De afdeling Responsible Investing gaat actief in dialoog met de bedrijven waarin wordt belegd. In deze dialogen komen de meest uiteenlopende thema’s en onderwerpen aan de orde zoals het beloningsbeleid van een bedrijf, dwangarbeid in de toeleveringsketen en rapportage over duurzaamheid. Voor elke onderneming als ook voor de gekozen thema’s, worden engagementdoelen geformuleerd voordat de dialoog van start gaat.
Engagement kan op veel manieren plaatsvinden. Beleggers kunnen bij bedrijven op bezoek gaan, onderzoek doen op basis van openbaar beschikbare gegevens en deelnemen aan conference calls. Robeco is lid van een aantal organisaties die gezamenlijk werk maken van engagement. De UN Principles for Responsible Investing (UNPRI), Eumedion (Nederlands platform voor corporate governance) en het International Corporate Governance Network (ICGN) zijn voorbeelden van belangrijke organisaties voor gezamenlijk engagement. Andere samenwerkingsverbanden richten zich op specifieke thema’s zoals het Carbon Disclosure Project en het CEO Water Mandate van het UN Global Compact. Dit artikel geeft inzicht in de effectiviteit van onze engagementactiviteiten. Verder laten we met cijfers en voorbeelden zien welke successen zijn behaald met de verschillende engagementstrategieën.
De in dit onderzoek gepresenteerde cijfers hebben betrekking op de eerste drie kwartalen van 2011. 62% van alle onderzoeksactiviteiten in deze periode is uitgevoerd door Robeco, 38% is uitgevoerd in samenwerking met een of meer van onze partners, zoals andere institutionele beleggers. Van alle engagementactiviteiten werden gezamenlijk uitgevoerde engagementactiviteiten het meest afgesloten. Het betreft zowel succesvol als niet succesvol afgesloten activiteiten. Van de activiteiten waarbij Robeco het gezamenlijke engagement leidde, is meer dan 55% afgesloten. Van de activiteiten waaraan Robeco deelnam onder leiding van een andere partij is 40% afgesloten. Van de activiteiten die Robeco alleen uitvoerde, is 22% afgesloten. De reden voor dit relatief lagere aantal afgesloten dialogen is de diepgang daarvan. Deze dialogen zijn vaak onderdeel van dialogen die doorlopen over twee of drie jaar.
Afgesloten dialogen per samenwerkingsverband Afgesloten dialogen
Succes van het afgesloten engagement
Geen samenwerking
22%
94%
Samenwerking onder leiding van Robeco
56%
78%
Samenwerking onder leiding van een andere partij
40%
31%
Als we uitsluitend kijken naar de succesvol afgesloten dialogen is een ander beeld te zien. Op het eerste gezicht leiden de gezamenlijke inspanningen tot een groter aantal afgesloten dialogen. Maar het percentage succesvol afgesloten dialogen (94%) is het hoogst bij de dialogen die Robeco alleen uitvoert. Van de dialogen waarbij Robeco de leiding had, was 78% succesvol. Bij de gezamenlijke activiteiten waarbij Robeco geen actieve rol had, was het succespercentage het laagst (31%). Op basis van deze cijfers kunnen we concluderen dat gezamenlijke acties sneller worden afgesloten dan individuele dialogen. Hoewel Robeco’s engagementprojecten minder snel worden afgesloten, worden de meeste wel effectief afgesloten. Deze cijfers kunnen echter sterk variëren per engagementthema. Een engagement thema dat met een relatief laag succes is afgesloten in 2011 was het FTSE4Goodproject. Het doel van dit thema was om bedrijven te stimuleren tot verantwoord ondernemen zodat zij in aanmerking zouden komen voor opname in de FTSE4Goodindex. Robeco nam deel aan dit project maar had niet de leiding. Tijdens het aandeelhoudersvergaderingen seizoen van 2011 is er een aantal zeer succesvolle gezamelijke activiteiten geweest. In het tweede kwartaal van 2011 hebben Robeco en de andere partners in het Nederlandse corporate-governance platform Eumedion verschillende aandeelhoudersvergaderingen bijgewoond. Dit betekent dat soms Robeco de leiding heeft bij een vergadering en soms een andere belegger. Voorafgaand aan de aandeelhoudersvergaderingen worden verschillende onderwerpen besproken met de partners en met de bedrijven die de aandelen uitgeven. Deze engagementactiviteiten worden meestal binnen een jaar succesvol afgesloten, wat bijdraagt aan het succespercentage van
1. Percentage afgesloten dialogen (succesvol en niet succesvol) 2. Succesvol afgesloten engagementacties als percentage van het totaal van afgesloten dialogen
Vierde kwartaal 2011
Achmea
8
een thema als ‘beloningsbeleid’ of andere individuele engagementactiviteiten. Gezamenlijke engagementactiviteiten voor aandeelhoudersvergaderingen lijken zeer effectief vanwege de betrouwbaarheid van de engagementpartners, de vergelijkbare aanpak en doelstellingen en ook vanwege de lokale gerichtheid van de dialoog. De meeste van de bezochte vergaderingen zijn Nederlandse aandeelhoudersvergaderingen. Als we kijken naar de effectiviteit van engagementactiviteiten in verschillende wereldwijde regio’s, leidt dit tot vergelijkbare conclusies. De regio’s waar de meeste engagementactiviteiten worden afgesloten, zijn niet noodzakelijkerwijs de regio’s waar engagement het meest effectief is. Robeco is het meest actief met engagement in Europa en NoordAmerika. In regio’s waar relatief weinig engagementacties worden ondernomen, zoals in Zuid-Amerika en de Pacific-regio, worden de meeste dialogen afgesloten. Het aantal successen in deze regio’s is echter relatief laag. In de eerste drie kwartalen van 2011 zijn in Europa en Noord-Amerika minder engagementacties afgesloten dan in de meeste andere delen van de wereld. Maar de acties in de Westerse wereld werden vaker afgesloten met succes, vooral in Europa. Op basis van deze cijfers zou je kunnen denken dat geografische (of culturele) nabijheid belangrijk is voor het succes
van engagement. Er zijn verschillende verklaringen mogelijk voor deze cijfers, bijvoorbeeld dat bedrijven en beleggers uit dezelfde regio waarschijnlijk meer op een lijn zitten en elkaars standpunten beter zullen begrijpen. Een andere verklaring is de manier waarop bedrijven communiceren. Niet-Westerse bedrijven publiceren niet altijd al hun informatie in het Engels. Dit maakt het moeilijker om een veelomvattende constructieve dialoog te voeren en het engagement met succes af te sluiten. Onze engagementacties in Azië vormen een uitzondering. In deze regio worden redelijk veel engagementacties afgesloten, en het succespercentage is ook hoog. Een van de zakenreizen van Robeco naar Azië heeft geleid tot positieve vooruitgang met betrekking tot het engagementthema ‘duurzaamheidsrapportage’. Een aantal engagementacties binnen dit thema konden succesvol worden afgesloten.
betrekking op diverse thema’s die zijn besproken met de verschillende bedrijven. Bovendien kunnen belangrijke factoren zoals diepgaande communicatie met bedrijven en de benodigde inspanning en ervaring voor een succesvolle afronding van een dialoog niet altijd in cijfers worden gevangen. Externe factoren zoals druk van sectorgenoten en de publieke opinie kunnen ook bijdragen aan het uiteindelijke succes van engagementactiviteiten.
Het succes van de engagementacties is niet gelijkmatig verdeeld over de verschillende regio’s en samenwerkingsverbanden. Je zou dus kunnen zeggen dat variabelen als geografische positie en samenwerking belangrijke indicatoren zijn voor succesvol engagement. De hierboven gegeven cijfers en voorbeelden lijken dit inderdaad te bevestigen. Maar succes is niet alleen afhankelijk van deze factoren. De gegeven cijfers zijn slechts een momentopname van specifieke omstandigheden en hebben
Afgesloten dialogen per regio Afgesloten dialogen
Succes van het afgesloten engagement
Azië
35%
82%
Europa
35%
69%
Europa, Midden-Oosten, Afrika
33%
45%
Pacific-regio
40%
28%
Noord-Amerika
23%
56%
Zuid-Amerika
44%
18%
1. Percentage afgesloten dialogen (succesvol en niet succesvol) 2. Succesvol afgesloten dialogen als percentage van het totaal van afgesloten acties
Vierde kwartaal 2011
Achmea
9
8. Uitkomsten van het onderzoek naar een nieuw thema ‘Food & Health’ In het vierde kwartaal van 2011 heeft Robeco, mede namens Achmea, opdracht gegeven voor een onderzoeksproject naar de effecten van gemaksvoedsel op de gezondheid van mensen en de wijze waarop voedingsondernemingen hiermee omgaan. EIRIS, een Brits bureau voor duurzaamheidsonderzoek, heeft het onderzoek uitgevoerd voor Robeco. Obesitas wordt wereldwijd een steeds groter gezondheidsprobleem. Dat geldt zowel voor het aantal patiënten dat eraan lijdt als voor de ernst ervan. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) heeft obesitas inmiddels epidemische vormen aangenomen. Het aantal gevallen van obesitas is sinds 1980 bijna verdubbeld. Wetgevers, gezondheidsorganisaties en consumenten leggen steeds vaker een verband tussen de consumptie van grote hoeveelheden van bepaalde voedingsmiddelen en dranken, en obesitas. Obesitas is daarmee ook een zorg geworden van bedrijven. De belangrijkste risico’s voor bedrijven die in het onderzoek zijn gevonden, houden verband met veranderende wetgeving, belasting, rechtszaken en consumentenverzet. Producenten en verkopers van voedsel en dranken die niet inspelen op obesitas lopen het risico dat hun verkoop zal dalen op lange termijn. Het onderzoeksrapport wijst op de mogelijke risico’s van obesitas die nu en op de middellange termijn kunnen optreden. Het beleid en de strategieën die vijftien bedrijven gebruiken om met deze risico’s om te gaan zijn beoordeeld op basis van criteria die door EIRIS zijn opgesteld. De betreffende bedrijven zijn actief in de hieronder genoemde sectoren. Robeco heeft deze bedrijven in overleg met EIRIS gekozen omdat de manier waarop juist deze bedrijven omgaan met obesitas grote risico’s kan opleveren. Ook geeft het rapport aan wat de beste manier (‘best practice’) is om de risico’s die
Vierde kwartaal 2011
verband houden met obesitas te mitigeren. De ‘best practice’ is het resultaat van onderzoek bij verschillende bedrijven en theoretische benaderingen van experts op dit gebied. Tot slot benoemt het rapport de belangrijkste onderwerpen voor een dialoog met bedrijven die mogelijk risico lopen in hun waardeketen. Robeco zal zeven doelstellingen hanteren in de actieve dialoog met de ondernemingen:
1) Ondernemingen laten erkennen dat obesitas een ESG-risico is Bedrijven moeten in hun jaarverslag of duurzaamheidsverslag een duidelijke uitspraak doen dat zij obesitas beschouwen als een van de risico’s die het bedrijf loopt op het gebied van milieu, maatschappij en ondernemingsbestuur (‘ESG’).
2) Ondernemingen de ernst laten erkennen van obesitas bij kinderen Bedrijven moeten een duidelijke uitspraak doen waarin zij erkennen dat kinderen een bijzondere risicogroep zijn voor obesitas en dat het bedrijf een rol zal spelen in de bestrijding van kinderobesitas.
3) Ondernemingen gezondere producten laten ontwikkelen Bedrijven die nog geen gezondere producten maken moeten toezeggen dat zij dit alsnog gaan doen, ofwel door de hoeveelheid suiker of vet in bestaande producten aanzienlijk te verminderen of door nieuwe producten te introduceren die gezonder zijn dan de bestaande producten. Het bedrijf moet ook aangeven hoeveel tijd het gaat kosten om de bovengenoemde verbeteringen door te voeren.
4) Ondernemingen specifieke kwantitatieve doelstellingen laten formuleren voor de gezondere producten in hun portefeuille Bedrijven moeten duidelijke kwantitatieve doelen formuleren voor de gezonde producten die zij verkopen. In deze kwantitatieve doelstellingen zou het bedrijf bijvoorbeeld ook kunnen aangeven welk deel van de omzet afkomstig is van gezonde/ gezondere producten of hoe groot het aandeel is van de productseries die bestaan uit gezonde/gezondere producten.
5) Ondernemingen verantwoord om laten gaan met marketing gericht op kinderen Bedrijven moeten een beleid opstellen voor verantwoorde marketing van ongezonde producten gericht op kinderen. Dit beleid moet een aantal specifieke toezeggingen bevatten. Voorbeelden van dit soort toezeggingen zijn: geen reclame maken die gericht is op kinderen onder de twaalf jaar, geen speeltjes bijsluiten bij ongezonde voeding en geen ongezonde producten verkopen aan kinderen in de basisschoolleeftijd.
6) Ondernemingen verantwoord om laten gaan met marketing gericht op alle consumenten Bedrijven moeten toezeggen dat zij alleen gezondheidsclaims doen voor hun producten als deze claims volledig onderbouwd zijn. Bedrijven moeten ook aantonen dat zij hun best doen om consumenten aan te moedigen tot betere eetgewoontes door meer reclame te maken voor gezondere producten of door gezondere producten
Achmea
10
een prominentere plaats te geven op het winkelschap.
7) Ondernemingen jaarlijks hun strategie met betrekking tot obesitas bekend laten maken Bedrijven moeten jaarlijks in hun jaarverslag of duurzaamheidsverslag bekend maken wat hun strategie is met betrekking tot obesitas en wat de ontwikkelingen waren op dit gebied. Robeco gebruikt deze zeven doelstellingen in de dialoog met de onderzochte ondernemingen voor zover ze zijn opgenomen in de portefeuille van Achmea. Robeco zal deze ondernemingen aanmoedigen om hun aanbod van gezondere producten te vergroten en om informatie te geven over eetgewoonten en levensstijl.
Vierde kwartaal 2011
De volgende ondernemingen zijn onderzocht: Bedrijf
Land
sector
Unilever
VK
Voedingsproducenten
Kellogg’s
VS
Voedingsproducenten
Sara Lee
VS
Voedingsproducenten
H J Heinz
VS
Voedingsproducenten
Nestlé
Zwitserland
Voedingsproducenten
Kraft Foods
VS
Voedingsproducenten
Danone
Frankrijk
Voedingsproducenten
McDonald’s
VS
Reizen & ontspanning
Burger King (onderdeel van 3G Capital)
VS
Reizen & ontspanning
Yum! Brands
VS
Reizen & ontspanning
The Coca-Cola Company
VS
Dranken
Dr Pepper Snapple Group
VS
Dranken
PepsiCo
VS
Dranken
Carrefour
Frankrijk
Detailhandel – voeding & medicijnen
Koninklijke Ahold
Nederland
Detailhandel - voeding & medicijnen
Achmea
11
9. Carbon Disclosure Project Het Carbon Disclosure Project is een onafhankelijke non-profit organisatie die, namens institutionele beleggers, streeft naar openheid van ondernemingen op het gebied van CO2-uitstoot en de kansen en bedreigingen die de onderneming ziet in het kader van klimaatverandering. Deze bundeling van krachten levert draagvlak op bij de aangeschreven ondernemingen en zorgt voor relevante, meer eenduidige, informatie voor beleggers.
Recente ontwikkelingen In het kader van het Carbon Disclosure Project (CDP) wordt aan ondernemingen gevraagd of zij informatie willen verstrekken over de risico’s en mogelijkheden die zij zien met betrekking tot hun CO2-uitstoot. Denk hierbij aan regelgeving, bedrijfsstrategie, emissierapporten, de invloed van de handel in emissierechten, en doelstellingen en programma’s om de CO2-uitstoot te reduceren. Begin 2011 heeft het CDP zijn negende jaarlijkse vragenlijst uitgegeven. De informatie die het CDP verzamelt, is van grote waarde voor Robeco. Het kan worden gebruikt in het beleggingsproces, maar ook in de dialogen die wij voeren met de ondernemingen waarin we beleggen. Daarom werkt Robeco, mede namens Achmea, samen met het CDP. Robeco vraagt aan ondernemingen of zij willen deelnemen aan het CDP. Verder vraagt Robeco aan de deelnemende ondernemingen of zij kwalitatief goede antwoorden willen geven op de vragen van het CDP. Samen met een groep van ongeveer 30 andere institutionele beleggers heeft Robeco, mede namens Achmea, in november 2009 brieven geschreven aan 98 ondernemingen die wereldwijd actief zijn in
CO2-intensieve sectoren. De ondernemingen die zijn aangeschreven hadden niet gerapporteerd hoeveel CO2 zij hebben uitgestoten en/of zij hadden in de CDPvragenlijst voor 2009 niet duidelijk gemaakt hoe zij hun CO2-uitstoot willen verlagen. We hebben deze ondernemingen gevraagd of zij in hun reactie op de CDP-vragenlijst voor 2010 willen aangeven hoeveel CO2 zij hebben uitgestoten en hoe zij hun uitstoot willen verlagen. Gedurende 2010 heeft de groep beleggers vervolgacties ondernomen voor 55% van de ondernemingen. In hun reactie op de CDP-vragenlijst gaf 26% van de ondernemingen antwoord op de hierboven genoemde vragen. De eerste fase van deze gezamenlijke dialoog is hiermee afgerond. De tweede fase van het engagement is gestart aan het eind van 2010. Tijdens deze fase hebben we de resterende ondernemingen gestimuleerd in hun reactie op de CDP-vragenlijst voor 2011 ook openheid te geven over hun CO2-uitstoot en/of over hun plannen om hun uitstoot te verlagen. De groep beleggers heeft 25 ondernemingen geselecteerd voor vervolgacties. Negen extra ondernemingen gaven uit zichzelf de gevraagde informatie of gaven in hun reactie op de CDP-
vragenlijst voor 2011 duidelijk aan dat zij werk willen maken van de verlaging van hun CO2-uitstoot en/of de opslag van CO2. Gedurende het engagementtraject hebben 32 van de 98 bedrijven in hun reactie op de CDP-vragenlijst van 2011 meer duidelijkheid gegeven over hun CO2-uitstoot en/of hun plannen voor de verlaging van hun CO2uitstoot. De gezamenlijke dialoog wordt nu afgesloten. Robeco zal, mede namens Achmea, met andere (gezamenlijke) engagementactiviteiten ondernemingen blijven stimuleren om openheid te geven over CO2-zaken die voor beleggers relevant zijn.
Relevante gedragscodes UN Global Compact principes 7-9 Milieumanagement: Milieurapportage Door te rapporteren kunnen ondernemingen stakeholders informeren en het vertrouwen vergroten. Op de lange termijn kunnen publieke rapportages dienen als katalysator voor verbetering van de aanpak door, en prestaties van een onderneming. Aandeelhouders kunnen de milieurapportage van de onderneming op meerdere manieren gebruiken. Allereerst kan de milieurapportage gebruikt worden voor het in kaart brengen en managen van de risico’s en kansen voor de portefeuille. De milieurapportage is daarmee van belang voor het nemen van beleggingsbeslissingen. Daarnaast kunnen aandeelhouders de milieurapportage gebruiken in de dialoog met de onderneming over de prestaties op milieugebied. Dankzij de milieurapportage is het mogelijk een geïnformeerde dialoog te voeren waarin de onderneming en haar aandeelhouders van gedachten kunnen wisselen. Deze dialoog kan uiteindelijk leiden tot verbeterd beleid en prestaties van de onderneming. Milieurapportage is daarmee geen doel op zich, maar een eerste stap in de dialoog met ondernemingen.
Thema voortgang
Succesvol afgesloten Neutrale voortgang
Vierde kwartaal 2011
Positieve voortgang Negatieve voortgang
Achmea
12
10. CO2-prestaties van nutsbedrijven Nutsbedrijven krijgen in toenemende mate te maken met (striktere) limieten op emissierechten. Ondernemingen die CO2-efficiënt zijn, of die goed gepositioneerd zijn om hun emissies te reduceren, zijn minder gevoelig voor oplopende CO2-kosten als het gevolg van CO2-verlagend beleid van overheden. Beleggers hebben inzicht nodig in de CO2-prestaties van nutsbedrijven om de beleggingsrisico’s en -kansen voor de portefeuille te identificeren en te beheersen.
Recente ontwikkelingen Een van de engagementthema’s van Robeco wordt mede namens Achmea wordt uitgevoerd en is gericht op de prestaties van nutsbedrijven met betrekking tot hun CO2uitstoot. In het tweede kwartaal van 2008 heeft Trucost namens Robeco een onderzoek uitgevoerd naar dit thema. In de afgelopen vijf jaar zijn drie bedrijven geselecteerd voor verder engagement. Alle dialogen zijn effectief afgesloten. We rapporteren over de vooruitgang die deze bedrijven hebben geboekt en over de algemene ontwikkelingen in de markt. De vijf ondernemingen in ons engagementprogramma hebben doelstellingen geformuleerd voor de verlaging van hun CO2-uitstoot en ze hebben de rapportage over de invloed van regelgeving op hun activiteiten verbeterd. In de afgelopen jaren zijn er meer regels gekomen voor de verlaging van CO2uitstoot, al verliep dit proces in een lager tempo dan eerder verwacht. Dit was ook het geval bij de recente klimaatconferentie in Durban. Ook hier zijn de nodige stappen gezet, maar er is nog steeds ruimte voor meer actie. De gebrekkige regelgeving in bepaalde regio’s, zoals in de VS, verklaart waarom veel Amerikaanse bedrijven nog steeds geen doelstellingen hebben
voor de verlaging van hun CO2-uitstoot. Regelgeving is een sterke impuls voor bedrijven om doelstellingen te formuleren voor de verlaging van hun CO2-uitstoot. In het Carbon Disclosure Project voor 2011 was regelgeving de meest genoemde methode om bedrijven meer te laten investeren in CO2-reductie. Wereldwijd hebben meer dan 500 bedrijven deelgenomen aan het Carbon Disclosure Project. Toen we met de dialoog van start gingen, waren de meeste bedrijven al transparant over hun CO2-uitstoot. FirstEnergy verbeterde zijn rapportage over dit specifieke engagementdoel tijdens de drie jaar durende engagementperiode. Naast transparantie hebben we ook gesproken over de strategische keuzes die bedrijven maken met betrekking tot klimaatverandering. E.ON heeft bijvoorbeeld een nieuwe klimaatstrategie gepresenteerd in 2011. Als onderdeel van de nieuwe strategie wil het bedrijf zijn activiteiten die verband houden met klimaatverandering versneld uitvoeren. De doelstelling om de CO2-uitstoot ten opzichte van 1990 te halveren is naar voren verschoven van 2030 naar 2020. Door de CO2-uitstoot sneller te verlagen, neemt ook het financiële risico voor het bedrijf af. Het bedrijf houdt rekening met de doelstellingen voor CO2-verlaging van de Europese Unie en de Duitse regering.
Thema voortgang
Succesvol afgesloten Neutrale voortgang
Vierde kwartaal 2011
Positieve voortgang Negatieve voortgang
De houding van het bedrijf ten aanzien van klimaatverandering is in de afgelopen jaren meer proactief en open geworden richting de stakeholders. Het lijkt erop dat de bedrijven binnen dit engagementthema hun invloed op klimaatverandering serieus nemen. De bedrijven hebben werk gemaakt van de meeste doelstellingen, of de bedrijven hebben de doelstellingen in overweging genomen. Bij alle bedrijven is positieve vooruitgang geboekt. Robeco heeft, mede namens Achmea, dit engagementthema succesvol afgesloten. De verlaging van CO2-uitstoot blijft echter van belang voor beleggers, ook in andere CO2-intensieve sectoren. Eerder dit jaar heeft Robeco zich, mede namens Achmea, aangesloten bij het Carbon Action Initiative. Carbon Action is een nieuw initiatief voor beleggers en bedrijven. Carbon Action stimuleert bedrijven om hun uitstoot van broeikasgassen te verlagen door te investeren in emissieverlagende maatregelen (zoals energie-/ procesefficiëntie) die voldoende financieel rendement opleveren. Robeco blijft zich, mede namens Achmea, inzetten voor CO2verlaging via deze en andere (gezamenlijke) engagementactiviteiten.
Relevante gedragscodes UN Global Compact principes 7-9 Verklaring van Rio inzake Milieu & Ontwikkeling Milieu-impact: Klimaatverandering Klimaatverandering is, samen met de beperktere beschikbaarheid van natuurlijke bronnen zoals water, de voornaamste milieukwestie waar ondernemingen mee te maken hebben. Klimaatverandering beïnvloedt op dit moment al overheidsbeleid en consumentengedrag. Ondernemingen en sectoren hebben te maken met significante risico’s, maar ook kansen vanwege klimaatverandering. Deze impact kan indirect zijn door bijvoorbeeld veranderingen in regelgeving, maar kan ook direct zijn door veranderingen in de natuurlijke omgeving. Om deze risico’s van klimaatverandering te adresseren zullen ondernemingen strategieën moeten ontwikkelen om de financiële, operationele en organisatorische impacts te managen. Daarnaast is het van belang dat ondernemingen targets opstellen, prestaties meten en rapporteren over voortgang. Kansen zullen ontstaan in bestaande en nieuwe markten, door procesverbeteringen en technologische innovatie bij ondernemingen met een leiderschapspositie.
Achmea
13
11. Risicomanagement rapportage Een goed functionerend risicomanagementsysteem is in het belang van de onderneming, de aandeelhouders en andere belanghebbenden. Ondernemingen dienen transparant te rapporteren over de werking van het risicomanagementsysteem en de belangrijkste risico’s. Zo kunnen aandeelhouders zich een goed oordeel vormen over de structuur, kwaliteit en effectiviteit van het systeem.
Recente ontwikkelingen In het debat over ondernemingsbestuur is inzicht in risico’s een belangrijk thema geworden, nadat is gebleken dat dit bij verschillende traditionele bedrijven niet in orde was. Een goed functionerend systeem voor risicobeheer is in het belang van het bedrijf, de aandeelhouders en andere stakeholders. Bedrijven zouden transparant moeten rapporteren over hoe het systeem voor risicobeheer werkt en wat de belangrijkste risico’s zijn. Daardoor kunnen aandeelhouders beter oordelen over de structuur, kwaliteit en effectiviteit van het systeem. Robeco voert met verschillende bedrijven actieve dialogen over risicobeheer en inzicht in risico’s. In de nasleep van de financiële crisis van 2008 heeft het International Corporate Governance Network de ICGN Corporate Risk Oversight Guidelines opgesteld. Deze richtlijnen moeten institutionele beleggers helpen te beoordelen of de directies van de bedrijven in de portefeuille een goed inzicht hebben in hun financiële en niet-financiële risico’s. Stephen Davis van de Amerikaanse Yale Universiteit en Erik Breen, hoofd van de afdeling Responsible Investing van Robeco, waren de voorzitters van het ICGN-comité dat verantwoordelijk was voor het opstellen
van deze richtlijnen in de afgelopen twee jaar. De Corporate Risk Oversight Guidelines beschrijven de processen die directies en bedrijven zouden moeten gebruiken voor risicobeheer en inzicht in risico’s en voor het bekendmaken van financiële en nietfinanciële risico’s. De richtlijnen beschrijven ook wat de verantwoordelijkheid van beleggers is met betrekking tot inzicht in risico’s en hun communicatie met bedrijven. Onlangs is er een artikel verschenen over deze richtlijnen. Het artikel is geschreven door Erik Breen van Robeco, Andrew Mark Clearfield van Investment Initiatives LLC en Karol Marek Klimczak van de Universiteit van Kozminski en heeft als titel ICGN Corporate Risk Oversight Guidelines: The Role of the Board and Institutional Shareholders. Het artikel gaat uitgebreid in op de richtlijnen en legt het verband tussen de richtlijnen, het huidige debat en ontwikkelingen in het bedrijfsleven. Het artikel is te vinden via ssrn. com/abstract=1963358 en via een link op de Responsible Investing-website van Robeco www.robeco.com/eng/about_robeco/ responsible_investing/index.jsp.
Relevante gedragscodes De Verklaring inzake wereldwijde beginselen voor Corporate Governance (ICGN, herzien 2009) Lokale corporate governance codes
Corporate Governance: Risico- en Crisismanagement De corporate governance structuur van een onderneming specificeert de rechten en verantwoordelijkheden van de verschillende belanghebbenden, zoals de directie, commissarissen, aandeelhouders en andere belanghebbenden. Een adequaat functionerend corporate governance systeem richt zich op de lange termijn continuïteit van een onderneming en beschermt de belangen van aandeelhouders. Een goed functionerend corporate governance systeem kan bijdragen aan lange termijn aandeelhouderswaarde. Internationale en nationale principes en codes verschaffen richtlijnen voor goede corporate governance. Effectief en adequaat risicomanagement is een belangrijk onderdeel van de corporate governance van een onderneming.
Thema voortgang
Succesvol afgesloten Neutrale voortgang
Vierde kwartaal 2011
Positieve voortgang Negatieve voortgang
Achmea
14
12. Thema’s en Ondernemingen In het onderstaande overzicht zijn alle thema’s weergegeven waarover Robeco namens Achmea een dialoog met ondernemingen voert. Per thema zijn alle ondernemingen weergegeven die voor een thema van belang zijn, waarbij het kan voorkomen dat een dialoog nog gaande is, reeds is afgerond of nog moet worden gestart.
Eco-efficiency in de Metaal- en Cement industrie Anglo American ArcelorMittal Lafarge SA
Investeringsrisico’s in verband met Canadese Teerzanden BP Canadian Natural Resources Cenovus Energy Chevron Devon Energy ExxonMobil Royal Dutch Shell Statoil Suncor Energy Total
Schlumberger Statoil Swire Pacific Teck Resources The Home Depot The Kroger The Williams Cos. Tyco Electronics Union Pacific UnitedHealth Group Verizon Communications Viacom
Vierde kwartaal 2011
Biodiversiteit en de farmaceutische industrie
Waterbeheer bij textielgerelateerde ondernemingen
AstraZeneca Plc Bayer Bristol-Myers Squibb GlaxoSmithKline Johnson & Johnson Novartis Novo-Nordisk Pfizer Roche Sanofi-Aventis
Adidas LVMH Moet Hennessy Louis Vuitton The TJX Cos.
Global Compact schendingen Milieu
Carbon Disclosure Project A2A Adecco SA AEON Co., Ltd. Apache ArcelorMittal ASML Bouygues Caltex Australia Ltd. Constellation Energy Group Danone Deutsche Boerse Finmeccanica Honeywell International Koninklijke Boskalis Westminster NV McDonald’s Noble Energy Norfolk Southern Northrop Grumman Occidental Petroleum Oracle Peabody Energy SBM Offshore
Fiat Ford Motor General Motors Co. Honda Motor Nissan Motor Peugeot Renault Toyota Motor Volkswagen Volvo Group
Waterbeheer bij voeding- drankenen tabaksondernemingen Altria Danone Diageo H.J. Heinz Kerry Group Kraft Foods Pernod Ricard Reynolds American Tyson Foods
CO2-prestaties van nutsbedrijven E.ON Enel FirstEnergy Iberdrola RWE
Klimaatprestaties Autoproducenten Bayerische Motoren Werke Daimler
Barrick Gold Corp. BP Chevron Enel ExxonMobil Freeport-McMoRan Copper & Gold Gazprom OAO GDF SUEZ SA Newmont Mining Corp. Rio Tinto Royal Dutch Shell
Tevredenheid en gezondheid van werknemers Cisco Systems Deutsche Telekom Google Liberty Global Microsoft News Corporation Nokia SAP Time Warner
Achmea
15
Verizon Communications Vodafone Walt Disney WPP
Gedwongen arbeid in de keten AkzoNobel Apple Bristol-Myers Squibb Carrefour Dierproeven Inditex LM Ericsson Telefon L’Oréal LVMH Moet Hennessy Louis Vuitton Merck KGaA Nokia Roche Vodafone
Duurzaamheidsverslaggeving Ahold Compagnie Financiere Richemont Koninklijke Boskalis Westminster NV KPN Nestlé Randstad Unibail-Rodamco
UN Global Compact Aetna American Express Amgen Apple Canon Dell Dexia eBay Fortis Merck KGaA Pfizer Repsol Rolls-Royce Sony Wienerberger
De sector Energie en Basismaterialen in controversiële regimes
Vierde kwartaal 2011
Alcoa Anglo American BG Group BHP Billiton BP Chevron ConocoPhillips Eni ExxonMobil Freeport-McMoRan Copper & Gold Repsol Rio Tinto Royal Dutch Shell Total Xstrata
Samenwerking in de Sudan Engagement Group Petrofac Schlumberger Total
Global Compact schendingen Mensenrechten Barrick Gold Corp. Bridgestone Chevron ExxonMobil Stora Enso Oyj Syngenta AG Total
Global Compact schendingen Arbeidsomstandigheden Adecco SA Alcoa Berkshire Hathaway Bridgestone British American Tobacco Plc Coca-Cola Cummins, Inc. FedEx Corp. Flextronics International Ltd. J. C. Penney KBR, Inc. Kohl’s Corporation Limited Brands, Inc. LM Ericsson Telefon Merck KGaA
Microsoft Sony Target Corp. Tesco Plc Verizon Communications Vodafone Wal-Mart Stores
Beloningsbeleid Enel KPN ASML Wereldhave HSBC Roche Nestlé Unilever Heineken Holding Ahold Vivendi Reed Elsevier Wolters Kluwer TomTom Daimler Siemens Philips ArcelorMittal AkzoNobel DSM SBM Offshore TNT Royal Dutch Shell
Global Compact schendingen Bribery & Corruption Hewlett-Packard Delek Group Ltd. BAE Systems Plc Total
Risicomanagement rapportage KPN Wolters Kluwer TomTom Randstad Koninklijke Boskalis Westminster NV AkzoNobel DSM TNT
Achmea
16
Unibail-Rodamco Individuele engagements Carrefour Cisco Systems Deutsche Bank Microsoft Mitsubishi Nabors Industries Ltd. Nestlé Pfizer Randstad The Hershey Corporation TNT Express NV Total Unilever USG People
Vierde kwartaal 2011
Achmea
17
13. Gedragscodes Principles for Responsible Investment van de Verenigde Naties Robeco heeft de principes voor verantwoord beleggen van de Verenigde Naties – de Principles for Responsible Investment, ofwel PRI – ondertekend in december 2006. De PRI bestaan uit zes richtlijnen voor een goede praktijk van verantwoord beleggen. Een Nederlandse vertaling van de principes luidt als volgt. P1. Wij betrekken kwesties op het gebied van milieu, sociale omstandigheden en ondernemingsbestuur (ESG) in onze processen voor beleggingsanalyse en besluitvorming. P2. Wij zijn actieve aandeelhouders en nemen de ESG-principes op in ons beleid en onze praktijken van aandeelhouderschap. P3. Wij vragen van de bedrijven waarin we beleggen openheid over ESG-aspecten P4. Wij bevorderen acceptatie en implementatie van de Principes binnen de beleggingssector. P5. Wij werken samen om onze effectiviteit bij de implementatie van de Principes te vergroten. P6. Wij rapporteren over onze activiteiten en voortgang met betrekking tot de implementatie van de Principes
Global Compact van de Verenigde Naties De PRI bieden ons een kader voor verantwoord beleggen. De beginselen van het Global Compact van de Verenigde Naties bieden bedrijven (niet noodzakelijk beleggers) een kader voor verantwoord ondernemen. Het Global Compact verlangt van bedrijven dat zij binnen hun eigen invloedssfeer een aantal kernwaarden op het gebied van mensenrechten, arbeidsnormen, milieu en anticorruptie omarmen, ondersteunen en uitoefenen. Het Global Compact bestaat uit tien universele principes:
Vierde kwartaal 2011
Mensenrechten 1. Bedrijven moeten bescherming van internationaal vastgelegde mensenrechten ondersteunen en respecteren 2. en ervoor zorgen dat zij niet medeplichtig zijn aan misstanden op het gebied van mensenrechten.
Arbeidsnormen 3. Bedrijven moeten de vrijheid van vakvereniging en de effectieve erkenning van het recht op collectieve onderhandelingen handhaven, 4. moeten alle vormen van gedwongen en verplichte arbeid elimineren, 5. moeten kinderarbeid effectief afschaffen, en 6. moeten discriminatie in werk en beroep bestrijden.
Milieu 7. Bedrijven dienen het voorzichtigheids beginsel te hanteren bij milieukwesties, 8. initiatieven te ondernemen om grotere verantwoordelijkheid op milieugebied te bevorderen, en 9. de ontwikkeling en verspreiding van milieuvriendelijke technologieën te stimuleren.
Anticorruptie 10. Bedrijven moeten alle vormen van corruptie tegengaan.
International Corporate Governance Network (ICGN) Robeco koopt aandelen van ondernemingen en dat maakt ons, en de deelnemers in onze fondsen medeeigenaar van die ondernemingen. Elk aandeel geeft stemrecht op aandeelhoudersvergaderingen. Door hier actief gebruik van te maken, kunnen we de controle op het management van de onderneming vergroten en de duurzaamheid verbeteren. Dit kan uiteindelijk leiden tot een hogere aandeelhouderswaarde. En dat is gunstig voor onze klanten. Robeco baseert zijn stembeleid op de principes van het International Corporate
Governance Network (ICGN). Dit is een internationaal erkende code voor goed ondernemingsbestuur en de uitgangspunten van ICGN laten ruimte bedrijven naar lokale maatstaven te beoordelen. De nationale wetgeving en gedragscodes voor ondernemingsbestuur, zoals in Nederland de Nederlandse Corporate Governance Code die in december 2009 wettelijk is verankerd, zijn leidend bij de beoordeling van ondernemingen. Ook bedrijfsspecifieke omstandigheden spelen hierbij een rol.
ICGN Verklaring over wereldwijde beginselen voor corporate governance1 1. Doel van de vennootschap – duurzame waardecreatie voor de aandeelhouders: De vennootschap heeft het doel een optimaal duurzaam rendement voor haar aandeelhouders te realiseren op de langere termijn. 2. Het toezichthoudend bestuur van de vennootschap: Tot de verantwoordelijkheden van het toezichthoudend bestuur behoren strategie van de vennootschap, risicobeleid, toezicht op uitvoering en prestaties, belangrijke kapitaaluitgaven, ondernemingsbestuur, belangrijke leidinggevenden selecteren en hun bezoldiging in overeenstemming brengen met de belangen van de onderneming en haar aandeelhouders op langere termijn. Bestuursleden moeten onafhankelijk handelen in het belang van alle aandeelhouders van de vennootschap; zij zijn verantwoording schuldig aan de aandeelhouders. 3. Goed burgerschap, relaties met belanghebbenden en ethisch verantwoord ondernemen: Het bestuur is verantwoordelijk voor het onderhouden van betrekkingen met belanghebbenden. Vennootschappen moeten zich houden aan lokale wetten en hun activiteiten op een economisch, sociaal en ecologisch verantwoorde wijze verrichten.
Achmea
18
4. Risicomanagement: Het bestuur is verantwoordelijk voor een effectief en dynamisch risicomanagement van de onderneming. 5. Bezoldigingsbeleid van ondernemingen: Het bezoldigingsbeleid van de onderneming dient overeen te stemmen met de best practices, zoals vastgelegd door ICGN2. 6. Accountantscontrole: De jaarlijkse accountantscontrole dient te worden uitgevoerd door een onafhankelijke externe accountant die ter benoeming wordt voorgedragen aan de aandeelhoudersvergadering. 7. Openbaarmaking en transparantie: De jaarlijkse accountantscontrole dient te worden uitgevoerd door een onafhankelijke externe accountant die ter
benoeming wordt voorgedragen aan de aandeelhoudersvergadering 8. Aandelenbezit, verantwoordelijkheden, stemrechten en rechtsmiddelen: Aandeelhouders moeten hun rechten kunnen uitoefenen en over relevante zaken binnen redelijke termijn worden geïnformeerd. 9. Verantwoordelijkheden van aandeelhouders: Het handelen van aandeelhouders dient gericht te zijn op lange termijn waardecreatie en doelstellingen van de onderneming. Aandeelhouders dienen nationale en internationale best practices voor corporate governance na te leven.
1 Deze tekst is een verkorte weergave van de ICGN-verklaring over wereldwijde beginselen voor corporate governance, als gewijzigd op 18 november 2009 (Washington, DC, USA). De volledige tekst is te vinden op http://www.icgn.org/ files/icgn_main/pdfs/best_practice/global_principles/icgn_global_corporate_governance_principles-_revised_2009. pdf 2
Zie http://www.icgn.org/files/icgn_main/pdfs/best_practice/exec_remun/2006_executive_remuneration.pdf
Vierde kwartaal 2011
Achmea
19