2013 Q2 Samenvattende rapportage actieve dialoog & uitoefening stemrechten
1030-0813
1. Inhoudsopgave 1. Inhoudsopgave
2
2. In vogelvlucht
3
3. Verantwoord Beleggen
4
4. Hoogtepunten stemmen op aandeelhoudersvergaderingen
5
5. Engagement showcase BP
7
6. Tevredenheid en gezondheid werknemers
8
7. Voeding en gezondheid
10
8. Engagement met Ahold over arbeidsomstandigheden
12
9. Biodiversiteit en de farmaceutische industrie
13
10. Goed ondernemingsbestuur
14
11. Thema’s en ondernemingen
16
12 . Gedragscodes
18
Tweede kwartaal 2013
Achmea
2
2. In vogelvlucht Dit verslag beschrijft de activiteiten die Robeco in opdracht van Achmea heeft uitgevoerd op het gebied van actieve dialoog en het stemmen op aandeelhoudersvergaderingen in het tweede kwartaal van 2013.
De opbouw van het verslag is als volgt. Dit hoofdstuk bevat de belangrijkste statistieken met betrekking tot uitgebrachte stemmen en actieve dialoog met ondernemingen. Het derde hoofdstuk beschrijft de wijze waarop Achmea via het programma voor actieve dialoog en uitoefening van stemrechten gestalte geeft aan verantwoord beleggen. In de hoofdstukken vier tot en met tien worden de belangrijkste activiteiten en resultaten besproken aan de hand van thema’s waarover de dialoog wordt gevoerd met ondernemingen in de beleggingsportefeuille van Achmea. Hoofdstuk 11 geeft een samenvattend overzicht van de thema’s waarover Robeco mede namens Achmea een dialoog met ondernemingen voert. Hoofdstuk 12 ten slotte bevat een overzicht van de verschillende gedragscodes op basis waarvan Robeco het programma voor actieve dialoog en uitoefening van stemrechten namens Achmea uitvoert. Gelet op het vertrouwelijke karakter richting de betrokken ondernemingen wordt in dit verslag niet gerapporteerd over de lopende dialogen in Achmea’s enhanced engagement programma. Over de resultaten hiervan wordt separaat verantwoording afgelegd.
Vergaderingen per regio
Overzicht stemgedrag
Engagementactiviteiten per regio 1e Kwartaal 2e Kwartaal
Totaal aantal vergaderingen waar is gestemd % vergaderingen waarop tegen management is gestemd
Noord-Amerika 41% Europa 33% Pacific 25% Opkomende markten 1%
2013
63
727
790
51%
62%
61%
Overzicht engagement
Overzicht engagement Milieumanagement
36
Europa 52%
Milieu-impact
19
Noord-Amerika 42%
Corporate Governance
18
Global Compact Schendingen
12
Menselijk kapitaal
Opkomende markten 3%
8
Samenleving
7
Gezondheid
4
Vergaderingen gestemd tegen management volgens ICGN-principes * Toezicht op management
Pacific 3%
Engagementactiviteiten per contact 311
Bezoldiging
129
Rechten aandeelhouders
E-mail
58
Analyse (geen contact met bedrijf
38
Spreken op aandeelhoudersvergadering
17
121
Conference call
Accountantscontrole
59
Bezoek van bedrijf bij Robeco
10 9
Transparantie
23
Bezoek van Robeco aan bedrijf
7
Goed burgerschap
18
(Open) Brief
1
* Verklaring over wereldwijde beginselen voor goed ondernemingsbestuur.
Tweede kwartaal 2013
Achmea
3
3. Verantwoord Beleggen Achmea hecht veel waarde aan verantwoord beleggen. Hieraan wordt vormgegeven door middel van een programma van actieve dialoog en het stemmen op aandeelhoudersvergaderingen bij die ondernemingen waarin wordt belegd. Bij actieve dialoog worden ondernemingen waarin wij beleggen, aangemoedigd tot goed ondernemingsbestuur en het nemen van hun maatschappelijke verantwoordelijkheid.
Verantwoord beleggen wint aan belang Een groeiend aantal (institutionele) beleggers beoordeelt potentiële beleggingen niet langer alleen op winst op korte termijn, maar in toenemende mate ook op criteria als (ondernemings) bestuur, milieu, mensenrechten en arbeidsomstandigheden. Onderwerpen als de verandering van het klimaat, nieuwe energietechnologieën, uitputting van schaarse bronnen en mensenrechten zijn vaste punten op de internationale agenda geworden. Wij verwachten dat verantwoord beleggen een steeds belangrijker thema in vermogensbeheer zal worden. Wij geloven dat goed ondernemingsbestuur en maatschappelijke verantwoordelijkheid de aandeelhouderswaarde zal vergroten op de langere termijn.
Achmea als actieve aandeelhouder Achmea belegt in aandelen van verschillende ondernemingen. Elk aangehouden aandeel geeft ons stemrecht op aandeelhoudersvergaderingen. Wij hebben de uitvoering van dit stemrecht aan Robeco gedelegeerd. Door actief gebruik te maken van dit stemrecht kan Robeco namens Achmea de betreffende ondernemingen aansporen de kwaliteit van het bestuur van de bedrijven te vergroten en de duurzaamheid te verbeteren. Wij verwachten dat dit op termijn gunstig is voor de ontwikkeling van de aandeelhouderswaarde. Ondernemingen die hun zaken op orde hebben – denk aan een goede ondernemingsstructuur of een sterk beleid op het gebied van milieu en mensenrechten – presteren immers op de langere termijn vaak beter.
Tweede kwartaal 2013
Goed ondernemingsbestuur is, anders gesteld, goed voor Achmea en voor haar belanghebbenden. Daarom kiezen wij voor verantwoord beleggen en stellen wij ons richting ondernemingen op als actieve aandeelhouder. Wereldwijd wordt zoveel als mogelijk het stemrecht uitgeoefend op de direct aangehouden aandelen in onze beleggingsportefeuille. Daarnaast gaat Robeco (mede) namens Achmea actief de dialoog aan met de ondernemingen waarin wordt belegd, over goed ondernemingsbestuur en maatschappelijke verantwoordelijkheid. In dit verslag vindt u het overzicht van de onderwerpen die in het laatste kwartaal met de ondernemingen zijn besproken, alsmede een overzicht van het stemgedrag in deze verslagperiode. Met de dialoog die Robeco mede namens Achmea met ondernemingen voert, wordt geprobeerd de aandeelhouderswaarde te vergroten en tegelijkertijd het duurzame gedrag en de kwaliteit van het bestuur van de ondernemingen te bevorderen. Actief en betrokken aandeelhouderschap kan gaan over sociaal beleid, milieu en ethisch gedrag, maar ook kwesties als veranderingen in ondernemingsstructuur, zeggenschapsrechten of winstuitkering kunnen aan de orde komen. De dialoog richt zich op kwesties die verband houden met kansen en risico’s die van invloed zijn op de waarde van een onderneming. Tenslotte moet het management van een onderneming invloed kunnen uitoefenen op de kwestie.
Voorbeelden hiervan zijn Eumedion, een platform voor institutionele beleggers op het gebied van corporate governance en het Carbon Disclosure Project, een samenwerkingsverband op het gebied van transparantie over CO2-uitstoot van ondernemingen. Een ander belangrijk initiatief waar Achmea en Robeco aan zijn verbonden, is de Principles for Responsible Investment van de Verenigde Naties. Binnen dit verband committeren institutionele beleggers zich aan het, zowel intern als extern, stimuleren van verantwoord beleggen.
Internationale gedragscodes Achmea en Robeco hanteren internationale gedragscodes zoals de United Nations Principles for Responsible Investment voor verantwoord beleggen en het United Nations Global Compact voor verantwoord ondernemen. Achter in deze publicatie zijn deze gedragscodes weergegeven.
Samenwerking Waar mogelijk of noodzakelijk bundelt Robeco krachten met andere beleggers.
Achmea
4
4. Hoogtepunten stemmen op aandeelhoudersvergaderingen Robeco stemt in opdracht van Achmea tijdens de algemene aandeelhoudersvergaderingen van de ondernemingen in wereldwijde portefeuilles. De onderwerpen op de agenda variëren per onderneming, land en sector. Hieronder geven we een aantal voorbeelden waarmee we duidelijk willen maken wat de reden is achter een stem vóór of tegen de voorstellen van de directies van de bedrijven in de portefeuille. Achmea kan op deze manier inzicht geven hoe haar stemrecht, uitgevoerd door Robeco, gebruikt wordt om de aandeelhouderswaarde op de lange termijn te vergroten.
Koninklijke KPN N.V. – 10 april 2013 – Nederland
de media. Op de agenda van de vergadering stond namelijk een aandeelhoudersvoorstel om de rollen van voorzitter en CEO te scheiden. De CEO James Dimon zette dit voorstel om naar een verklaring van vertrouwen in hem, door aan te kondigen dat hij zijn positie als CEO zou neerleggen als het voorstel zou worden aangenomen. We stemden in met het aandeelhoudersvoorstel dat door 32% van de aandeelhouders werd goedgekeurd.
zijn herverkiezing. De rol van Bond in het fusieproces heeft veel kritiek gekregen vanwege zijn eis dat de overnameplannen alleen werden doorgezet als de buitensporige beloningspakketten werden goedgekeurd. Tijdens opeenvolgende vergaderingen vorig jaar hebben we tegen deze bonusplannen gestemd. Daarom hebben we ook tijdens deze aandeelhoudersvergadering mede namens Achmea tegen de herverkiezing gestemd.
Daarnaast moest de onderneming een claimemissie uitvoeren om de kapitaalstructuur te versterken. Redenen hiervoor waren de terugkoop van eigen aandelen en de hoge dividenduitkeringen. Bovendien moest de onderneming met deze emissie twee niet-onafhankelijke leden benoemen voor de Raad van Commissarissen onder grote druk van haar grootste aandeelhouder America Movil. Dit is niet in lijn met ons beleid dat streeft naar onafhankelijkheid van de leden.
De belangrijkste kwestie die Robeco mede namens Achmea aan de orde heeft gesteld via de stem was echter het gebrek aan goed risicobeheer dat door de London Whale affaire aan het licht kwam. We stemden tegen de leden van het Risk Policy Committee aangezien wij hen verantwoordelijk houden voor het verlies van 2 miljard dollar als gevolg van de grote positie in kredietderivaten door het Chief Investment Office in Londen.
Exxon Mobil Corporation – 29 mei 2013 – Verenigde Staten
De bovengenoemde kwesties zijn ernstige tekortkomingen op het gebied van corporate governance. Daarom zijn wij van mening dat de Raad van Commissarissen niet heeft voldaan aan zijn fiduciaire plichten jegens de beleggers en hebben we de decharge van de Raad van Commissarissen van Koninklijke KPN N.V. niet ondersteund.
Glencore Xstrata is een wereldwijd opererende producent van en handelaar in grondstoffen en is ontstaan uit de fusie van het Britse Glencore International en het Zwitserse Xstrata.
Dit jaar heeft Robeco mede namens Achmea gestemd tegen het voorstel om decharge te verlenen aan de leden van de Raad van Commissarissen van Koninklijke KPN N.V. De reden voor onze beslissing om te stemmen tegen het voorstel is dat de onderneming de afgelopen jaren problemen had tijdig goede kandidaten te vinden voor de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen.
JPMorgan Chase & Co. – 16 mei 2013 – Verenigde Staten Nog voor de aandeelhoudersvergadering plaatsvond, kreeg deze al veel aandacht in
Tweede kwartaal 2013
Glencore Xstrata – 16 mei – Verenigd Koninkrijk
De voorzitter van Xstrata, John Bond, stelde zich opnieuw verkiesbaar hoewel hij heeft aangegeven dat hij niet beschikbaar is voor een volgende termijn. Hij opende de vergadering maar gaf het stokje over aan de onafhankelijke bestuurder Howard toen bleek dat 81% niet instemde met
Vanwege het affakkelen van gas, wat kan leiden tot ernstige schade aan milieu, gezondheid en de leefomgeving, probeert Robeco deze kwestie aan het licht te brengen door middel van stemmen op aandeelhoudersvergaderingen en engagementactiviteiten. Robeco’s actieve dialoog, mede namens Achmea, met de onderneming heeft geleid tot positieve veranderingen op dit gebied. De onderneming heeft meegewerkt aan de actieve dialoog en gaf een reactie op onze bezwaren. Een voorbeeld is dat de gasaffakkeling in 2011 met 50% is afgenomen. Deze voortgang is goed, maar we missen een duidelijk tijdpad voor het beperken van gasaffakkeling in de toekomst. Een andere manier waarop wij onze bezwaren over het affakkelen van gas kenbaar hebben gemaakt, is door voorstellen te ondersteunen op de aandeelhoudersvergadering.
Achmea
5
Tijdens de aandeelhoudersvergadering van Exxon Mobil Corporation van dit jaar hebben we mede namens Achmea gestemd voor een aandeelhoudersvoorstel om een rapport op te stellen over hoe de impact van de schaliegasactiviteiten van de onderneming op het milieu en de gemeenschap kan worden beperkt. Hetzelfde voorstel werd gesteund met 29,6% door de aandeelhouders tijdens de aandeelhoudersvergadering van de onderneming in 2012. Door te stemmen voor dit aandeelhoudersvoorstel willen we de onderneming stimuleren een duidelijk tijdpad op te stellen voor het beperken van gasaffakkeling in de toekomst.
Tweede kwartaal 2013
Achmea
6
5. Engagement showcase BP Drie jaar na de explosie van BP’s deepwater-boorplatform in de Golf van Mexico heeft Robeco het Houston Monitoring Center bezocht om te beoordelen wat BP doet om een herhaling te voorkomen, en hoe beleggers de risico’s van ondernemingen kunnen beoordelen die actief zijn in deepwater-boringen.
Engagement Na de blow-out is Robeco mede namens Achmea een actieve dialoog van drie jaar aangegaan met BP. We hebben recentelijk een bezoek gebracht aan Houston om te zien hoe BP de risico’s in bronnen beheerst. We hebben gekeken naar de herstelwerkzaamheden, training en de reactie in geval van calamiteiten.
Het Houston Monitoring Center is één van BP’s antwoorden Hoe heeft de onderneming gereageerd op de blow-out? Eén van de reacties was het opzetten van een Monitoring Center in Houston (HMC), waar de onderneming alle activiteiten in de Golf van Mexico in de gaten kan houden. Het centrum kan op afstand realtime gegevens controleren, en maakt zowel boven als onder water gebruik van videobewaking van de booractiviteiten. Er zijn enkele NASA-medewerkers aangesteld, omdat voor deepwater-boringen een vergelijkbare technologie wordt toegepast als voor het lanceren van een raket.
BP zijn nu beter afgestemd op de risico’s. Samen met de algemene stroomlijning van de onderneming beperkt dit de risico’s van de deepwater-activiteiten.
Wat is relevant voor beleggers in deepwater-boringen? Op welke manier is dit relevant voor beleggers? Onze belangrijkste overweging is dat door de situatie bij BP als uitgangspunt te nemen, we beter weten welke vragen we andere ondernemingen moeten stellen die actief zijn in deepwater-boringen. Het helpt ons als beleggers bij het identificeren van de ondernemingen die op het gebied van risicobeheersing het verst gevorderd zijn, en bij het vinden van vroege waarschuwingssignalen voor operationele risico’s.
In het slechtste geval van een blow-out heeft BP over de gehele wereld toegang tot eigen afdekkingskappen en gemeenschappelijk materiaal voor de sector, zodat een olielek van BP waar ook ter wereld binnen tien dagen kan worden gedicht.
De voortgang van de engagement met BP is positief De engagement met BP ontwikkelt zich positief en kan binnenkort succesvol worden afgerond. BP boekt goede voortgang met het Bly-rapport – vernoemd naar BP’s voormalige hoofd veiligheid en operationeel risico, Mark Bly. Het rapport bevat 26 aanbevelingen om nieuwe blow-outs te voorkomen. De veiligheidsnormen van
Tweede kwartaal 2013
Achmea
7
6. Tevredenheid en gezondheid van werknemers Ondernemingen waar de werknemers tevreden en gezond zijn, laten sterkere operationele en financiële prestaties zien over de langere termijn. Ondernemingen zouden op basis hiervan moeten investeren in adequaat human resources beleid dat tevredenheid en gezondheid tot gevolg heeft. Uiteindelijk zullen de ondernemingen, de werknemers en andere belanghebbenden zoals beleggers hiervan profiteren.
In juli 2010 is Robeco mede namens Achmea begonnen met het engagementthema rond de tevredenheid en gezondheid van werknemers. Robeco gaf onderzoeksbureau Hewitt de opdracht te onderzoeken welk effect werknemerstevredenheid heeft op de economische resultaten van de onderneming. Het onderzoek is gebaseerd op uitgebreide vragenlijsten aan verschillende ondernemingen. De bevinding was dat er een positieve relatie is tussen factoren zoals de betrokkenheid van werkgevers bij werknemers en de aandacht voor gezondheid en stress aan de ene kant, en het economisch resultaat aan de andere kant.
Hogere gemiddelde arbeidsproductiviteit Deze relatie kan als volgt verklaard worden. Ondernemingen die in staat zijn een omgeving te creëren waarin werknemers gemotiveerd en gezond blijven, kunnen rekenen op een hogere gemiddelde arbeidsproductiviteit en presteren beter dan concurrenten die dat niet doen. Beleid ten aanzien van de ontwikkeling en gezondheid van kwalitatief personeel is van essentieel belang voor innovatieve en concurrerende ondernemingen. Dit geldt vooral voor sectoren waarin menselijk kapitaal van cruciaal belang is, zoals communicatie en ICT. Deze sectoren staan bekend om de hoge
mate van innovatie, maar ook om het relatief hoge stressniveau.
Vier dialoogdoelstellingen We hebben vastgesteld dat het welzijn en de gezondheid van werknemers, de terugkoppeling van werknemers, intern leiderschap en interne procedures de belangrijkste doelstellingen waren die we met ondernemingen wilden bespreken. Een groot voordeel van dit engagementthema is dat vrijwel alle geselecteerde ondernemingen zich ervan bewust zijn dat HR-beleid en het behoud van talent uiterst belangrijk zijn voor hun marktpositie. Zo voeren nagenoeg alle ondernemingen uitgebreide medewerkersonderzoeken uit om de tevredenheid van werknemers in kaart te brengen. Hierbij komen diverse onderwerpen aan bod. Alle ondernemingen gebruiken de resultaten om allerlei verbeteringen door te voeren. De mate waarin doelen worden gesteld of werknemerstevredenheid wordt gekoppeld aan een beloning of stimuleringsprogramma, verschilt echter per onderneming.
Talentenprogramma’s aan de orde van de dag Uit onze dialoog met ondernemingen bleek dat de meeste ondernemingen
Thema voortgang (op doelstellingsniveau)
Succesvol afgesloten Neutrale voortgang
Tweede kwartaal 2013
Positieve voortgang Negatieve voortgang
x
Niet succesvol afgesloten
programma’s in werking hebben om talentontwikkeling te optimaliseren. De aard en omvang van deze programma’s liepen echter sterk uiteen. Een veelvoorkomende vorm is het programma voor zogenoemde “high profiles” waarbij een selectie plaatsvindt van talentvolle werknemers die verder worden opgeleid en daarnaast worden voorbereid op leiderschap. De meer geavanceerde programma’s behelsden bedrijfsbrede “skill profiles” en bedrijfsstrategische leerbehoeften om talent op te sporen en te ontwikkelen dat aansluit bij de behoeften van de onderneming en werknemers.
Gezonde body mass index Als het gaat om de gezondheid van werknemers, blijkt dat het beleid van de ondernemingen waarmee we in dialoog zijn sterk uiteenloopt. Van sportvoorzieningen en uitgebreide gezondheidsprogramma’s tot programma’s voor levens- en carrièreplanning, of veelal een combinatie. Eén van de ondernemingen had zelfs een programma waarbij het behalen van een gezonde body mass index (BMI) wordt gestimuleerd via een financiële bonus.
Betaalt HR-beleid zich uit? Onze conclusie is dat de meerderheid van alle ondernemingen in dit engagementthema een HR-beleid heeft ontwikkeld dat voldoet aan onze standaarden zoals vastgesteld aan het begin van dit driejarige traject. Wat dat betreft is het programma een succes. De vraag is alleen of een dergelijk beleid daadwerkelijk vruchten afwerpt. Om deze vraag te beantwoorden, hebben we de ondernemingen gevraagd naar het verloop van hun personeel en de ratio’s over interne doorstoom. Slechts een paar ondernemingen met een vooruitstrevend HR-beleid waren bereid deze informatie te verstrekken. Deze ondernemingen hadden een lager personeelsverloop dan hun concurrenten
Achmea
8
en waren in staat het merendeel van de vacatures op te vullen via interne werving.
Levert een beter HR-beleid een superieur financieel rendement? Wij ontdekten dat ondernemingen die investeren in een geavanceerd HR-beleid beter in staat zijn talent te behouden en deskundig personeel te vinden in de interne pool van werknemers. Maar kunnen we ook stellen dat een beter HR-beleid een superieure financiële performance oplevert? De ondernemingen met de hoogste groei van het totaal aandelenrendement en van de winst per aandeel zijn niet per definitie de ondernemingen met de best practices qua HR-beleid. Het aantal ondernemingen is wellicht te klein en het tijdsbestek van ons project te kort om dit nauwkeurig te beoordelen. Het feit dat ondernemingen zich ervan bewust zijn dat het belangrijk is beleid te ontwikkelen voor het behouden en ontwikkelen van talent, en bereid zijn hierin te investeren geeft aan dat ondernemingen inzien dat een dergelijk beleid mogelijk een concurrentievoordeel oplevert. Over het algemeen is de benadering van de sectoren ICT en communicatie relatief volwassen als het gaat om de tevredenheid en gezondheid van werknemers. Ook andere sectoren en ondernemingen kunnen leren van de beleidsmaatregelen die zijn beoordeeld.
Geen blauwdruk voor HR-beleid Desondanks is er geen blauwdruk voor HR-beleid. Ondernemingen hebben immers verschillende strategische behoeften voor de ontwikkeling van menselijk kapitaal. Het zal in alle gevallen echter cruciaal zijn om feedback op een constructieve manier te faciliteren en werknemers gezond te houden en te motiveren.
Tweede kwartaal 2013
Relevante gedragscodes UN Global Compact principes 3 - 6 Menselijk kapitaal: Werving en behoud Menselijk kapitaal vormt een noodzakelijke voorwaarde voor het succes van ondernemingen op langere termijn. Zonder kwalitatief goede medewerkers zal de uitvoering van elke ondernemingsstrategie op termijn spaak lopen. Daarom is een sterk beleid en goede systemen op human resources van cruciaal belang voor ondernemingen. Om een hoge kwaliteit van menselijk kapitaal op de langere termijn te waarborgen, is het voor ondernemingen zaak talentvolle medewerkers aan te trekken en te behouden. Ook daar dient een human resources beleid in te voorzien. Instrumenten die ondernemingen kunnen inzetten voor het aantrekken en behouden van medewerkers zijn onder andere het aanbieden van opleidingen, ontwikkelingsmogelijkheden binnen de eigen organisatie en het bijhouden van en sturen op de tevredenheid van werknemers. Daarnaast is het van belang dat bestaande en potentiële medewerkers precies weten wat ze van een werkgever kunnen verwachten en dat aan die verwachting ook wordt voldaan.
Achmea
9
7. Voeding en gezondheid Er wordt steeds meer aandacht besteed aan obesitasproblemen die toenemen wat betreft patiëntenaantallen en ernst. Verschillende soorten stakeholders leggen een verband tussen deze trend en de consumptie van een grote hoeveelheid van bepaalde voedingsmiddelen en dranken. De producenten die er niet in slagen te reageren op het obesitasprobleem, dat onder meer veranderingen in regelgeving, belasting, rechtszaken en weerstand bij consumenten inhoudt, lopen het risico van negatieve invloed op de omzet. Ondernemingen die adequaat met dit probleem omgaan, zullen een duurzamer bedrijfsmodel met een goede reputatie hebben voor de langere termijn.
In het tweede kwartaal hebben we mede namens Achmea contact gehad met YUM! Brands over haar obesitas beleid. YUM! Brands is de overkoepelende organisatie achter Kentucky Fried Chicken, Pizza Hut en Taco Bell. Met deze drie ketens, heeft de onderneming veruit de meeste fast food restaurants ter wereld. Door het type producten (gefrituurde kip, pizza’s, hamburgers, hot dogs en soft drinks) en de schaal waarop YUM! Brands deze producten in de markt zet, heeft het een bijzondere rol in het obesitas probleem. Tot dit kwartaal was het niet gelukt om contact te leggen met deze onderneming, maar in het tweede kwartaal reageerde de onderneming op onze vragen. Voorafgaand aan onze engagement voldeed YUM! Brands al aan sommige van onze doelstellingen. YUM! Brands erkent de rol die de onderneming speelt op het gebied van voeding en gezondheid en identificeert obesitas voornamelijk als een juridisch risico. De onderneming erkent ook het probleem van kinderobesitas. Daarnaast is YUM! Brands bezig om gezondere producten aan te bieden. Aan het merendeel van onze doelstellingen voldeed de onderneming echter nog niet voorafgaand aan onze
engagement. Zo waren er nog geen targets verbonden aan de ontwikkeling van gezondere producten, was er geen beleid te vinden ten opzichte van obesitas en voldeed het marketing beleid in algemene zin (en in specifieke zin richting kinderen) niet aan onze maatstaven. We hebben deze onderneming aangeschreven en onze zorgen op deze punten gedeeld. Inmiddels heeft de onderneming meer uitgelegd over hun obesitasbeleid. De onderneming heeft een beleid voor gezonde voeding dat op drie pijlers rust; 1) meer keus, 2) meer transparantie en 3) meer ontwikkeling van gezonde producten. De onderneming meldt de achterliggende gedachte van dit beleid ook op haar website. We zien dat de onderneming inderdaad stappen maakt op deze pijlers. We kunnen daar verschillende voorbeelden bij terug vinden, maar wat ons betreft zijn de doelstellingen die daarbij gesteld worden niet voldoende uitdagend. De onderneming hanteert één ondernemingsbrede doelstelling. De onderneming probeert voor haar maaltijden maximaal een derde van lokale aanbevolen dagelijkse hoeveelheden aan te bieden. In 2015
Thema voortgang (op doelstellingsniveau)
Succesvol afgesloten Neutrale voortgang
Tweede kwartaal 2013
Positieve voortgang Negatieve voortgang
x
Niet succesvol afgesloten
dienen 15% van alle beschikbare maaltijden hier aan te voldoen en in 2020 20% van alle maaltijden. We hebben de onderneming gevraagd of er nog additionele doelstellingen voor dochterondernemingen vastgesteld zijn. De onderneming meldt dat dochterondernemingen frequent onderzocht worden op de drie pijlers, maar kunnen geen extra doelstellingen melden. Op het gebied van marketing naar kinderen adverteert de onderneming niet rondom programma’s die specifiek bedoeld zijn voor kinderen jonger dan 12 jaar in de Verenigde Staten en vele andere landen. YUM! Brands heeft echter geen van de pledges voor verantwoorde marketing getekend. Op onze vragen over marketing naar kindermenu’s gaf de onderneming aan dat slechts 2% van hun verkochte producten beslaat. Wat ons betreft betekent dat niet automatisch dat slechts 2% van haar omzet bij kinderen vandaan komt. We hebben de ondernemingen op dit gebied verdere verklaring gevraagd en voorgesteld om de EU en US pledges voor verantwoordelijke marketing naar kinderen te onderschrijven. Op basis van dit contact met de onderneming kunnen we één doelstelling sluiten. De onderneming heeft namelijk wel degelijk een obesitasbeleid en meldt dit ook op haar website. Deze doelstelling kan daarmee gesloten worden. Wat betreft het gebruik van targets is er voortgang, maar vinden we dat hier nog ruimte voor verbetering is. Deze doelstellingen zijn wat ons betreft namelijk te weinig uitdagend. Op het gebied
Achmea
10
van marketing naar haar publiek kunnen we geen noemenswaardige voortgang melden. Op deze punten zullen we de onderneming blijven volgen en zullen we vervolgvragen stellen.
Relevante gedragscodes UN Global Compact principes 1 en 2 Gezondheid: Gezonde voeding Principes 1 en 2 van het Global Compact van de Verenigde Naties zijn erop gericht dat bedrijven de internationale mensenrechten respecteren en de bescherming ervan ondersteunen en ervoor zorgen dat zij niet medeplichtig zijn aan mensenrechtenschendingen. Mensenrechtenkwesties ontstaan doordat ondernemingen niet nadenken over de potentiële implicaties van hun activiteiten binnen de operationele context. Wij koppelen de manier waarop mensen een gezond leven kunnen leiden aan de basale rechten van de mens.
Tweede kwartaal 2013
Achmea
11
8. Engagement met Ahold over arbeidsomstandigheden Verantwoord ondernemerschap betekent verantwoorde arbeidsomstandigheden Robeco en Achmea vinden het belangrijk dat ondernemingen zich houden aan internationaal erkende principes over verantwoord ondernemerschap. Voor vele duizenden ondernemingen wereldwijd zijn zulke principes een leidraad en zij rapporteren over de wijze waarop zij invulling hieraan geven. Zulke principes adresseren bijvoorbeeld hoe ondernemingen dienen om te gaan met het milieu, mensenrechten, arbeidsomstandigheden en het bestrijden van corruptie. Robeco is mede namens Achmea in dialoog met ondernemingen die zich niet houden aan internationale principes gerelateerd aan arbeidsomstandigheden. Werknemers hebben het recht zich te verenigen in een vakbond. Er zijn verschillende ondernemingen die dit principe schenden. Recent is met enkele ondernemingen goede progressie geboekt in de dialoog hierover. Een voorbeeld van een onderneming die goede stappen zet is Ahold.
aandeelhoudersvergadering. Begin 2013 heeft Robeco samen met andere institutionele beleggers om tafel gezeten met Ahold over dit onderwerp. Wij hebben besproken hoe Ahold hierover communiceert met Amerikaanse vakbonden. Ahold heeft een duidelijke toelichting gegeven op de huidige situatie en de stappen die zij onderneemt. Wij zien dat Ahold, in lijn met ons verzoek, dit onderwerp met een positieve grondtoon bespreekt met de betrokken vakbonden en duidelijke afspraken maakt. Ook tijdens de Ahold aandeelhoudersvergadering in april 2013 is mede namens Robeco dit onderwerp besproken. Ahold heeft daar een toelichting gegeven op de afspraken, die zij inmiddels met de betrokken vakbonden heeft gemaakt. Niet alleen Robeco en andere institutionele beleggers, maar ook de vakbonden zijn positief over de stappen die Ahold heeft gezet.
Robeco boekt progressie in dialoog met Ahold over aansluiting bij een vakbond Ahold wordt in verband gebracht met het schenden van het werknemersrecht zich aan te sluiten bij een vakbond. Het personeel van de Amerikaanse Ahold-dochter GiantMartin’s zou actief ontmoedigd worden zich aan te sluiten bij een vakbond. Dit is in strijd met internationaal erkende principes over verantwoord ondernemerschap. In de afgelopen jaren is dit onderwerp al meermaals geadresseerd door Robeco richting Ahold, onder meer op de jaarlijkse
Thema voortgang (op doelstellingsniveau)
Succesvol afgesloten Neutrale voortgang
Tweede kwartaal 2013
Positieve voortgang Negatieve voortgang
x
Niet succesvol afgesloten
Achmea
12
9. Biodiversiteit en de farmaceutische industrie 42% van de omzet van de 25 best verkopende medicijnen ter wereld zijn ofwel biologisch, natuurproducten, of afgeleid van natuurproducten. Als planten en dieren in het huidige tempo blijven uitsterven verliest de aarde, volgens een schatting, elke twee jaar een belangrijk ingrediënt voor medicijnen. Het verlies van biodiversiteit en ecosysteemdiensten heeft grote gevolgen voor ondernemingen in de farmaceutische industrie. Het levert reputatierisico’s, operationele risico’s, risico’s met betrekking tot regelgeving, financierings- en marktrisico’s op. Ook heeft het invloed op de mogelijkheden voor nieuw te ontdekken medicijnen.
Toen Robeco mede namens Achmea in 2010 onderzoek heeft laten doen naar de mate waarin de farmaciesector afhankelijk is van biodiversiteit, was het onderwerp nog onderbelicht, vooral binnen de farmaceutische industrie. Uit het onderzoek van het Natural Value Initiative bleek dat de sector farmacie afhankelijk is van water als grondstof, bestuiving, een gezonde bodem voor gecultiveerde ingrediënten (soja, suiker, palmolie) en van biodiversiteit als bron voor nieuwe innoverende producten. Farmacie heeft een impact op water door consumptie/ kwaliteit, en het inkopen van grondstoffen wat kan leiden tot verslechtering van de natuurlijke leefomgeving. Het onderzoek toonde aan dat ondernemingen de gevolgen van ‘ecosysteemdiensten’ in overweging gingen nemen voor hun activiteiten. De toeleveringsketen maakte hier in 2010 echter nog geen deel van uit. Er was weinig transparantie over dit onderwerp en het was dan ook een uitdaging om te bepalen hoe groot het potentiële risico is dat ondernemingen lopen met betrekking tot biodiversiteit. In de afgelopen jaren is gebleken dat de engagement met ondernemingen moeilijk was. Een aantal ondernemingen
vond het onderwerp niet relevant en was dan ook niet geïnteresseerd in een dialoog met Robeco. Met sommige ondernemingen hebben we echter een aantal keren gesproken over het onderwerp. In de afgelopen kwartalen hebben we de publieke informatie van de ondernemingen beoordeeld en vergeleken met de onderzoeksresultaten uit 2010 om zo de volgende vragen te kunnen beantwoorden: is er voortgang geboekt met betrekking tot de engagementdoelstellingen sinds de start van het onderzoek? en is het onderwerp (nog) relevant voor engagement?
Bioprospectie Eén van de belangrijkste onderwerpen die in 2010 is onderzocht, is bioprospectie. Maken ondernemingen gebruik van natuurlijke producten bij de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen? Ondernemingen die in hun onderzoek gebruik maken van bioprospectie hebben een grotere exposure naar de risico’s van biodiversiteit. Al in 2010 was één van de belangrijkste conclusies dat steeds minder ondernemingen gebruikmaken van natuurlijke producten als ingrediënt. Veel ondernemingen synthetiseren waar mogelijk de actieve ingrediënten. Wij zien vooralsnog geen wijziging in deze trend.
Thema voortgang (op doelstellingsniveau) 0%
25%
Succesvol afgesloten Neutrale voortgang
Tweede kwartaal 2013
50%
Positieve voortgang Negatieve voortgang
75%
x
100%
Niet succesvol afgesloten
Er zijn echter nog steeds ingrediënten die niet via synthetisering kunnen worden nagemaakt. In dit geval is duurzame inkoop het antwoord. Steeds meer ondernemingen maken beleid openbaar waarin ze toezeggen duurzaam in te kopen.
Afhankelijkheid en impact biodiversiteit Het feit dat bioprospectie weinig wordt toegepast, betekent niet dat farmaceutische ondernemingen niet afhankelijk zijn van of geen impact hebben op biodiversiteit. De afhankelijkheid en impact van farmaceutische ondernemingen ten aanzien van biodiversiteit behelst ook water als natuurlijke hulpbron en het gebruik van gecultiveerde ingrediënten zoals soja, suiker en palmolie. De meeste ondernemingen hebben beleidsmaatregelen ingevoerd die het gebruik van natuurlijke bronnen (zoals water) beperken of die gericht zijn op duurzame inkoop en/of het reduceren en beheren van afval. In 2010 was er een gebrek aan transparantie over de mate waarin gecultiveerde grondstoffen worden gebruikt. Ondernemingen zijn hierover in de afgelopen jaren transparanter geworden. Desondanks kan de rapportage over de afhankelijkheid van en impact op biodiversiteit worden verbeterd.
Relevante gedragscodes UN Global Compact principes 1-2, 7-9 Verdrag inzake Biologische Diversiteit Milieu-impact: Biodiversiteit Biodiversiteit is “de variëteit onder levende organismen van allerlei bronnen, waaronder landdieren, zeedieren en andere nautische ecosystemen en het ecologische geheel waarvan zij deel uitmaken; dit omvat onder andere de diversiteit binnen soorten, tussen soorten en van ecosystemen.” Ecosysteemdiensten (de voordelen die mensen ontvangen van ecosystemen) worden ondersteund door de biodiversiteit. Voorbeelden hiervan zijn: grondstoffen, zoals hout, vis of diensten zoals bescherming tegen natuurgevaar, waterzuivering of bestuiving. Zestig procent van de ecosysteemdiensten waarop wij als samenleving vertrouwen, worden aangetast of zijn in verval. Ook heeft dit verlies aan biodiversiteit en ecosysteemdiensten belangrijke gevolgen voor bedrijven. Zo kan het zowel risico’s als kansen opleveren met betrekking tot de reputatie en activiteiten van het bedrijf, als mede op het gebied van haar regelgeving, financiering en markt.
Achmea
13
Conclusie De sector heeft voortgang geboekt waar het gaat om biodiversiteit. Ondernemingen werken aan beter afvalbeheer en beschikken over beleidsmaatregelen die als doel hebben de impact die voortvloeit uit het gebruik van natuurlijk hulpbronnen te beperken. Er is echter nog wel ruimte voor verbetering. Hoewel we het onderwerp nog steeds als relevant beschouwen, zijn we van mening dat gezien het (financiële) belang van het onderwerp, ondernemingen al goede vorderingen hebben gemaakt. Om die reden hebben we besloten het thema over de afhankelijkheid van biodiversiteit in de sector farmacie na twee jaar engagement te sluiten. Hierdoor ontstaat meer ruimte om met ondernemingen in dialoog te gaan over onderwerpen die op dit moment belangrijker zijn.
Tweede kwartaal 2013
Achmea
14
10. Goed ondernemingsbestuur Goed ondernemingsbestuur of corporate governance verwijst naar een set regels of principes die de rechten,verantwoordelijkheden en verwachtingen tussen de verschillende belanghebbenden definiëren met betrekking tot het bestuur van ondernemingen. Een goed gedefinieerd corporate governance systeem kan gebruikt worden om evenwicht tussen belanghebbenden te creëren en hun belangen enigszins te verenigen. Bovendien biedt een corporate governance systeem ondersteuning bij het behalen van strategische doelstellingen. Verbeteringen in corporate governance praktijken kunnen cruciaal zijn voor de stabiliteit en de prestaties van een onderneming.
Tussen maart en juni vindt wereldwijd gemiddeld 80% van de aandeelhoudersvergaderingen plaats. Robeco stemt mede namens Achmea actief op deze vergaderingen. Stemmen vindt plaats in lijn met het corporate governance beleid van Achmea. Bij belangrijke vergaderingen worden portefeuillemanagers, analisten en engagementspecialisten betrokken bij het besluitvormingsproces. Gedurende het stemseizoen bezoeken de engagementspecialisten van Robeco diverse aandeelhoudersvergaderingen. Deze bezoeken maken deel uit van een bredere actieve dialoog met deze ondernemingen over ESGonderwerpen. Onderwerpen die tijdens deze vergaderingen worden besproken, hebben vaak betrekking op goed ondernemingsbestuur. In het tweede kwartaal van 2013 hadden we succesvolle engagements bij onder andere de aandeelhoudersvergaderingen van DSM, AkzoNobel en ASM International. Dit artikel verschaft een overzicht van enkele onderwerpen die Robeco mede namens Achmea heeft besproken met deze ondernemingen gerelateerd aan deze aandeelhoudersvergaderingen.
DSM heeft zowel de structuur als de transparantie van het beloningsbeleid verbeterd Robeco bezoekt, mede namens Achmea, al enkele jaren de aandeelhoudersvergadering van DSM. Vanwege de goede relatie nam de voorzitter van de beloningscommissie al in december 2012 contact met ons op om het eerste concept van het nieuwe beloningsbeleid voor bestuurders te bespreken. Dit concept had onder meer geen goede structuur. In lijn met ons verzoek heeft DSM het beleid aanzienlijk verbeterd. DSM heeft onder andere een minimum aantal aandelen ingevoerd dat bestuurders moeten bezitten. Het beloningsbeleid dat in stemming werd gebracht, was in lijn met lokale best practices voor goed ondernemingsbestuur. Robeco stemde, mede namens Achmea, in met het verbeterde voorstel, samen met een 99% meerderheid.
AkzoNobel neemt prestatiedoelstellingen op in het beloningsbeleid voor bestuurders in overeenstemming met het verzoek van Robeco AkzoNobel was ook bereid het beloningsbeleid aan te passen in 2013.
Thema voortgang (op doelstellingsniveau)
Succesvol afgesloten Neutrale voortgang
Tweede kwartaal 2013
Positieve voortgang Negatieve voortgang
x
Niet succesvol afgesloten
In januari bespraken we met een delegatie van AkzoNobel over de ideeën voor vernieuwing van het beleid. We hebben er bij AkzoNobel op aangedrongen vijf financiële indicatoren op te nemen in de prestatiedoelstellingen voor de kortetermijnbonus. AkzoNobel gaf eerst aan dat ze niet vooraf duidelijkheid over de indicatoren wilde verschaffen, maar dat ze de mogelijkheid wilde behouden om de keuze jaarlijks aan te passen. We vinden het belangrijk dat het van te voren bij aandeelhouders bekend is in welke omstandigheden en bij welke prestaties een variabele beloning wordt uitgekeerd. In overeenstemming met ons verzoek heeft de onderneming uiteindelijk de indicatoren wel vooraf opgenomen in het beleid dat werd voorgelegd aan de aandeelhouders.
ASM International werd door Robeco aangespoord verdere stappen te ondernemen om de aanhoudende onderwaardering aan te pakken In mei 2013 bezocht Robeco, mede namens Achmea, voor het tweede achtereenvolgende jaar de aandeelhoudersvergadering van ASM International. De belangrijkste reden voor het bezoek aan deze vergadering was opnieuw het bespreken van de aanhoudende onderwaardering van de onderneming en de mogelijke maatregelen die de onderneming kan nemen om daar een einde aan te maken. In overeenstemming met de verzoeken in Robeco’s brief aan de onderneming en de boodschap van onze belegger in 2012 heeft
Achmea
15
ASM International financiële specialisten gevraagd een studie uit te voeren naar hoe een eind gemaakt kan worden aan de onderwaardering. De eerste stap tot opheffing van de onderwaardering heeft ASM International begin 2013 gezet door een deel van het belang te verkopen dat ASM International heeft in de Aziatische dochteronderneming ASM PT. Op de aandeelhoudersvergadering van 2013 hebben we de onderneming aangespoord in de loop van het jaar verdere stappen te ondernemen om de onderwaardering op te heffen. We verwachten dat de onderneming hier op korte tot middellange termijn inderdaad mee doorgaat.
Tweede kwartaal 2013
Relevante gedragscodes - De internationale beginselen voor Corporate Governance (ICGN, herzien 2009) - Lokale corporate governance codes - ICGN Corporate Risk Oversight Guidelines Corporate Governance: Verantwoording & Transparantie De corporate governance structuur van een onderneming specificeert de rechten en verantwoordelijkheden van de verschillende belanghebbenden, zoals de directie, commissarissen, aandeelhouders en andere belanghebbenden. Een adequaat functionerend corporate governance systeem richt zich op de lange termijn continuïteit van een onderneming en beschermt de belangen van aandeelhouders. Een goed functionerend corporate governance systeem kan bijdragen aan lange termijn aandeelhouderswaarde. Internationale en nationale principes en codes verschaffen richtlijnen voor goede corporate governance. Corporate governance kent vele aspecten die van belang zijn. Relevante onderwerpen zijn: beloningsbeleid, aandeelhoudersrechten, transparantie, effectief toezicht op management, onafhankelijke audit en risk management.
Achmea
16
11. Thema’s en ondernemingen In het onderstaande overzicht zijn alle thema’s weergegeven waarover Robeco namens Achmea een dialoog met ondernemingen voert. Per thema zijn alle ondernemingen weergegeven die voor een thema van belang zijn, waarbij het kan voorkomen dat een dialoog nog gaande is, reeds is afgerond of nog moet worden gestart.
Eco-efficientie in de Metaal- en Cementindustrie Anglo American ArcelorMittal CRH Plc HeidelbergCement AG Italcementi Fabbriche Riunite Cemento SpA Lafarge SA
ESG-Investeringsrisico’s Onconventionele Energiebronnen Anadarko Petroleum Corp. Apache BG Group BHP Billiton BP Canadian Natural Resources Cenovus Energy Chesapeake Energy Corp. Chevron ConocoPhillips Devon Energy ExxonMobil Hess Corp. Marathon Oil Royal Dutch Shell Statoil Suncor Energy Total
Duurzaam ketenbeheer Elektronica Apple Dell Philips TOSHIBA Corp.
Duurzaam ketenbeheer Soja Associated British Foods Plc Bunge Ltd. Carrefour McDonald’s Monsanto Co.
Tweede kwartaal 2013
Noble Energy Syngenta AG Yum! Brands
Waterbeheer bij textielgerelateerde ondernemingen Adidas Burberry Group Fast Retailing Gap Hennes & Mauritz LVMH Moet Hennessy Louis Vuitton NIKE Polo Ralph Lauren The TJX Cos. VF
Waterbeheer bij voeding- drankenen tabaksondernemingen Danone Diageo General Mills H.J. Heinz Kerry Group Mondelez International Pernod Ricard Tyson Foods
Biodiversiteit en de farmaceutische industrie AstraZeneca Plc Bayer Bristol-Myers Squibb GlaxoSmithKline Johnson & Johnson Novartis Novo-Nordisk Pfizer Roche Sanofi-Aventis
Tevredenheid en gezondheid van werknemers Cisco Systems Deutsche Telekom Google Liberty Global Microsoft News Corporation Nokia Pearson SAP Time Warner Verizon Communications Vodafone Walt Disney WPP
De sector Energie en Basismaterialen in controversiële regimes Alcoa Anglo American BG Group BHP Billiton BP Chevron ConocoPhillips Eni ExxonMobil Freeport-McMoRan Copper & Gold Repsol Rio Tinto Royal Dutch Shell Total
Voeding en gezondheid Ahold Carrefour Coca Cola Enterprises, Inc. Danone H.J. Heinz Kellogg Co.
Achmea
17
McDonald’s Mondelez International Nestlé PepsiCo, Inc. Unilever Yum! Brands
Global Compact schendingen Milieu ExxonMobil Royal Dutch Shell Wilmar International BP Chevron Barrick Gold Corp. Newmont Mining Corp. GDF SUEZ SA Gazprom OAO The AES Corporation Rio Tinto Freeport-McMoRan Copper & Gold Enel Noble Energy
Alcoa Archer Daniels Midland British American Tobacco Plc Polo Ralph Lauren Starbucks Corp. Verizon Communications VF Vodafone Microsoft Ahold
Global Compact schendingen Bribery & Corruption Hewlett-Packard Total Delek Group Ltd. BAE Systems Plc Philips
Global Compact schendingen Mensenrechten ExxonMobil Total Bridgestone Barrick Gold Corp. Syngenta AG
Global Compact schendingen Arbeidsomstandigheden Wal-Mart Stores Coca-Cola Kohl’s Corporation Merck KGaA Berkshire Hathaway Bridgestone LM Ericsson Telefon Sony FedEx Corp. Bunge Ltd. Target Corp. Tesco Plc Cintas Corp. Cummins, Inc. Adecco SA
Tweede kwartaal 2013
Achmea
18
12. Gedragscodes Principles for Responsible Investment van de Verenigde Naties Robeco en Achmea hebben de principes voor verantwoord beleggen van de Verenigde Naties – de Principles for Responsible Investment, ofwel PRI – ondertekend. De PRI bestaan uit zes richtlijnen voor een goede praktijk van verantwoord beleggen. Een Nederlandse vertaling van de principes luidt als volgt. P1. Wij betrekken kwesties op het gebied van milieu, sociale omstandigheden en ondernemingsbestuur (ESG) in onze processen voor beleggingsanalyse en besluitvorming. P2. Wij zijn actieve aandeelhouders en nemen de ESG-principes op in ons beleid en onze praktijken van aandeelhouderschap. P3. Wij vragen van de bedrijven waarin we beleggen openheid over ESG-aspecten P4. Wij bevorderen acceptatie en implementatie van de Principes binnen de beleggingssector. P5. Wij werken samen om onze effectiviteit bij de implementatie van de Principes te vergroten. P6. Wij rapporteren over onze activiteiten en voortgang met betrekking tot de implementatie van de Principes.
Global Compact van de Verenigde Naties De PRI bieden ons een kader voor verantwoord beleggen. De beginselen van het Global Compact van de Verenigde Naties bieden bedrijven (niet noodzakelijk beleggers) een kader voor verantwoord ondernemen. Het Global Compact verlangt van bedrijven dat zij binnen hun eigen invloedssfeer een aantal kernwaarden op het gebied van mensenrechten, arbeidsnormen, milieu en anticorruptie omarmen, ondersteunen en uitoefenen. Het Global Compact bestaat uit tien universele principes:
Tweede kwartaal 2013
Mensenrechten 1. Bedrijven moeten bescherming van internationaal vastgelegde mensenrechten ondersteunen en respecteren 2. en ervoor zorgen dat zij niet medeplichtig zijn aan misstanden op het gebied van mensenrechten.
Arbeidsnormen 3. Bedrijven moeten de vrijheid van vakvereniging en de effectieve erkenning van het recht op collectieve onderhandelingen handhaven, 4. moeten alle vormen van gedwongen en verplichte arbeid elimineren, 5. moeten kinderarbeid effectief afschaffen, en 6. moeten discriminatie in werk en beroep bestrijden.
Milieu 7. Bedrijven dienen het voorzichtigheidsbeginsel te hanteren bij milieukwesties, 8. initiatieven te ondernemen om grotere verantwoordelijkheid op milieugebied te bevorderen, en 9. de ontwikkeling en verspreiding van milieuvriendelijke technologieën te stimuleren.
Anticorruptie. 10. Bedrijven moeten alle vormen van corruptie tegengaan.
International Corporate Governance Network (ICGN) Achmea koopt aandelen van ondernemingen en dat maakt ons mede-eigenaar van die ondernemingen. Elk aandeel geeft stemrecht op aandeelhoudersvergaderingen. Door hier actief gebruik van te maken, kunnen we de controle op het management van de onderneming vergroten en de duurzaamheid verbeteren. Dit kan uiteindelijk leiden tot een hogere aandeelhouderswaarde. Achmea baseert zijn stembeleid op de principes van het International Corporate Governance Network (ICGN). Dit is
een internationaal erkende code voor goed ondernemingsbestuur en de uitgangspunten van ICGN laten ruimte bedrijven naar lokale maatstaven te beoordelen. De nationale wetgeving en gedragscodes voor ondernemingsbestuur, zoals in Nederland de Nederlandse Corporate Governance Code die in december 2009 wettelijk is verankerd, zijn leidend bij de beoordeling van ondernemingen. Ook bedrijfsspecifieke omstandigheden spelen hierbij een rol.
ICGN Verklaring over wereldwijde beginselen voor corporate governance1 1. Doel van de vennootschap – duurzame waardecreatie voor de aandeelhouders: De vennootschap heeft het doel een optimaal duurzaam rendement voor haar aandeelhouders te realiseren op de langere termijn. 2. Het toezichthoudend bestuur van de vennootschap: Tot de verantwoordelijkheden van het toezichthoudend bestuur behoren strategie van de vennootschap, risicobeleid, toezicht op uitvoering en prestaties, belangrijke kapitaaluitgaven, ondernemingsbestuur, belangrijke leidinggevenden selecteren en hun bezoldiging in overeenstemming brengen met de belangen van de onderneming en haar aandeelhouders op langere termijn. Bestuursleden moeten onafhankelijk handelen in het belang van alle aandeelhouders van de vennootschap; zij zijn verantwoording schuldig aan de aandeelhouders. 3. Goed burgerschap, relaties met belanghebbenden en ethisch verantwoord ondernemen: Het bestuur is verantwoordelijk voor het onderhouden van betrekkingen met belanghebbenden. Vennootschappen moeten zich houden aan lokale wetten en hun activiteiten op een economisch, sociaal en ecologisch verantwoorde wijze verrichten. 4. Risicomanagement: Het bestuur is
Achmea
19
verantwoordelijkheid voor een effectief en dynamische risicomanagement van de onderneming. 5. Bezoldigingsbeleid van ondernemingen: Het bezoldigingsbeleid van de onderneming dient overeen te stemmen met de best practices, zoals vastgelegd door ICGN 2. 6. Accountantscontrole: De jaarlijkse accountantscontrole dient te worden uitgevoerd door een onafhankelijke externe accountant die ter benoeming wordt voorgedragen aan de aandeelhoudersvergadering. 7. Openbaarmaking en transparantie: Vennootschappen dienen relevante informatie over de vennootschap tijdig openbaar te maken. 8. Aandelenbezit, verantwoordelijkheden, stemrechten en rechtsmiddelen: Aandeelhouders moeten hun rechten kunnen uitoefenen en over relevante zaken binnen redelijke termijn worden geïnformeerd. 9. Verantwoordelijkheden van aandeelhouders: Het handelen van aandeelhouders dient gericht te zijn op lange termijn waardecreatie en doelstellingen van de onderneming. Aandeelhouders dienen nationale en internationale best practices voor corporate governance na te leven.
Deze tekst is een verkorte weergave van de ICGN-verklaring over wereldwijde beginselen voor corporate governance, als gewijzigd op 18 november 2009 (Washington, DC, USA). De volledige tekst is te vinden op http://www.icgn.org/files/ icgn_main/pdfs/best_practice/global_principles/icgn_global_corporate_governance_principles-_revised_2009.pdf
1
2
Zie http://www.icgn.org/files/icgn_main/pdfs/best_practice/exec_remun/2006_executive_remuneration.pdf
Tweede kwartaal 2013
Achmea
20