■■■
I 18 d• Jaargang No. 37-24 Sept. 1938
HET WEEKBLAD INEMAs.
if.. ■■ ■
^>
o
HEATE 5»
U
■^
Jv
^
ik
\ >
1 ■=1 S— ^
11
4
1
\
■X
* .
"^''■■'''^w
-L
^n^B
n
"■^Év
'3 1 ^^
I
HQT WEEKBLAD CIMEMAü THEATER
VMSCHUKT V«MUj'M * MIJ* ftt ltW*«T*At f. I.« - »H». >*] MM. OALOBWATM n. LB««*. TBt. 7»«. TOmiKÉNINO 41*'l
-«u
•
ILILV BOUWMEESTER] IIN DE NEERLANDIA-I FILM „VADERTJE LANGBÊEN"
AFBEELDING IN KLEUR MULTICOLOUR PICTURE
Op 3200 meter hoogte. (Jean Louis Bairault en Maurice Baquet)
///ALI M
N
l'.t'n [ilrn Vctn jean Benoit-Lévy, regissew van ..La Maternelle en ,,La Mort du Cygnc'. Naar hut bekende tooneehtuk van Lncicn Lnclidtce. Muziek van Maurice Jaubert.
In de Mack-k-me Cinema te Parijs worden thans de eerste voorstellingen gegeven \an ..Altitude 3200". Deze film over de jeugd, geheel door de jeugd gespeeld, staat onder regie van Jean Benoit-Lévy. die reeds in ,.La Maternelle" en ..La Mort du Cygne" zijn sporen als regisseur verdiend heeft. Het scenario is verre van algemeen. Zeven jongelui besluiten om de menschen en hun kleingeestig bestaan te verlaten en zich in de bergen terug te trekken. Zij leggen al hun geld bij elkaar en vinden ergens in de sneeuw een verlaten chalet en nog dienzelfdcri avond stichten zy „De Republiek van Jongens", welke gebaseerd is op discipline en gemeenschappelijken arMaar deze „Republiek van. Jongens" wordt al heel gauw aangenaam verrast door een groep meisjes, die verdwaald zijn en waarvan er zes besluiten om daar te blijven. Oogenblikkclijk wordt er een nieuwe republiek gesticht, „De Republiek van de Jongeren": maar tegelijkertijd doet Amor zgn intrede in bet kleine houten huis. Bewonderenswaardig overwinnen zij samen de telkens weerkcerende dagelijksche moeilgk-
„Zullen wij goed« vrienden 2i|n?" (Dolly Mollinger en Jean Louts Barrault)
IDE 3200" M
M
N
heden. maar... er zijn ernstige dingen, wölke de eenheid komen ver storen. Ln op een dag loopt de ruzie zelfs zóó hoog. dal een scheiding onvermijdelijk is. Een gedeelte van hen gaat in een ander chalet wonen en vanaf dit moment bestaat er een groote vijandschap tusschen de twee kampen. Als dan de opgewondenheid haar hoogtepunt bereikt, wordt een aanvoerder door een tegenstander aangevallen en gewond. En dan is het verder ook absoluut onmogelijk, om daar boven in de bergen te blijven. Voor ze echter het dal kunnen bereiken, moeten ze hevige sneeuwstormen trotseeren. en het gezamenlijke werken, om den weg vrij te krijgen, verzoent hen weer met elkaar. Met moed en volhoudingsvermogen worden zij de natuur meester, en terwijl ze .Het Lied van de Jongeren" zingen, gaan zij, niettegenstaande alles, toch innerlijk rijker terug, het werkelijke leven weer tegemoet. Het geheel is. hoewel hier en daar te fragmentarisch, toch wel boeiend. De opnamen in de sneeuw zijn zeer geslaagd, al krijgt men wel wat te veel gestoei te zien. en een overmaat van uitbundigheid te hoeren. Het belangrijkste is. dat hel toch werkelijk een vreugde is. al die jongeren gade te slaan, welke allen op hun beurt met een persoonlijk talent, buitengewoon goed acteeren. En dan moet hier gezegd worden, dat onze landgenoote Dolly Mollinger naast de sprankelende Odette Joyeux en de beheerschte Blanchette Brunoy, een goed figuur slaat. En we mogen gerust zonder overdrijving erkennen, dat zij een bijzonder mooie, fotogénique vrouw is. Als eenige tragische vrouwenrol, n.1. die van een Duitsche emigrante, die niet meer naar haar vader land terug kan keeren, staat zij in deze creatie volkomen apart van de anderen en valt op. De Fransche kranten hebben allen zéér waardeerend over haar geschreven, en het is verheugend, dat Dolly Mollinger, in een wereldstad als Parijs, waar op filmgebicd zoo'il enorme concurrentie bestaat, carrière kan maken. Van de mannen noemen wij vooral bet uitstekende spel van Jean Louis Barrault, die een groote toekotnst voor zkh beeft. Wanne» binnen afzienbaren tijd deze film in Nederland vertoond
wordt, zal men toch. al kan zij den te critischen bioscoopbezoeker niet in alle opzichten tevreden stellen, de inleiding is een prachtvondst. maar gaat te abrupt over naar het werkelijke gegeven, terwijl hieraan de handeling wat lang op zich laat wachten — met veel plezier dit markante spel van de diverse jongeren en hun menschelijke strubbelingen, aanschouwen. Parijs.
JOSEPHA MENDELS.
M MIL im Een jongeman die zijn leven gevonden heeft
e zijn in Neath, een klein dorp in Wales, twee en twintig jaar geleden. Een kleine jongen werkt zich omhoog naar den top van een heuvel, omhoog door woeste, doornige bremstruiken, onder een meedoogenloos brandende zon. Het is een moeilijke klim voor het ventje, dat struikelt en valt over losse rotsblokken, zich kneust en schaaft aan ruwe stecnen, zich verwart in knoestige takken. Hijgend en steunend, af en toe een beetje huilend, maar met den onverzettelijken wil om boven te komen, werkt hij zich voort. Zoo lang hij zich kan herinneren, is hij bezield geweest met het verlangen te weten wat er aan den anderen kant van dien heuvel is. Zou er een wereld zijn, bevolkt met Vreemde wezCns, met elfen en kabouters, met draken misschien? Hij zwaait met zijn trouwe zwaard. Al is het er maar een van hout, het zal hem helpen de draken te bestrijden! Eindelijk is hij boven en kijkt neer in een vallei . . precies zoon vallei als die waarin hij woont, met vriendelijke weilanden, met daken van huizen, die boven het groen uitsteken, met een vreedzame, rustig voortvloeiende rivier . . . Er zijn geen kabouters en geen draken, alleen krekels, die voor hem wegvluchten, en een speelsche eekhoorn in een eikeboom. Boos en teleurgesteld roept het ventje zijn hond, Roderick, en keert naar huis terug. Daarvoor heeft hij een pak slaag geriskeerd, zijn schoenen en zijn kleeren gescheurd, een volhouding getoond, die men niet van een zevenjarig knaapje zou verwachten. En nu hij eindelijk zijn doel bereikt heeft, kan hij zich slechts met een gevoel van onverschilligheid afwenden. Eens op een dag echter zal hij er op uittrekken, naar een plaats, waar niemand ooit van gehoord heeft, vol vreemde gevaren, vol avontuur . . . De kleine jongen heeft de belofte, die hij zichzelf deed, gehouden. Een leven vol vreemde avonturen scheidt hem van zijn kindsheid, een afstand van duizenden mijlen scheidt hem van het kleine dorpje Neath in Wales. Hij heeft nog een heeleboel heuvels beklommen, alleen om te zien wat er aan den anderen kant zou zijn, hij heeft vele gevaren getrotseerd, alleen maar om het pleizier die gevaren het hoofd te bieden. Maar totdat hij in Hollywood kwam, heeft hij nooit een avontuur beleefd, dat hem vroeger of later niet ging vervelen. Dit is het verhaal van Ray Milland. Lang nadat hij dien heuvel beklommen had, bleef de kleine Raymond Mullane, zooals hij eigenlijk heette, tevreden met zijn rustig leventje in Neath, waar hij fietste, cricket speelde en zwom met de andere jongens. Maar toen al was er iets, dat hem een beetje afzonderde van de rest. De andere jongens wisten al spoedig, dat zij vader zouden opvolgen in de boerderij of in den winkel. Maar Ray maakte grooten indruk op zijn kameraden met zijn toekomstplannen. ,,Ik ga naar Afrika, naar Amerika, naar allerlei vreemde landen," vertelde hij hun keer op keer. ,,Als ik groot ben, word ik avonturier!" Toen hij elf jaar was, kreeg hij- zijn eerste kans zijn avonturiersloopbaan te beginnen. Hij was in dien tijd op school in Radyr, niet ver van Neath, en met een schoolvriendje, Donald Hope, broedde hij een snood plan uit. Samen zouden zij, zonder dat hun ouders of onderwijzers er iets van wisten, vijf dagen lang gaan visschen in Lake Talyllyn. Lake Talyllyn was veertig kilometer ver en dus het eind van de wereld. Alles v/as gemakkelijk genoeg. De voorman van de werf, het eigendom van Donalds vader, zou hen meenemen, en zou er niets van zeggen. Zij zouden op school vertellen, dat zij een week thuisbleven en de zaak was voor elkaar. Maar ondanks al die mooie plannen werd het De heer en mevrouw Milland in hun huisbar
avontuur van Lake Talyllyn min of meer een mislukking. Er waren massa's muggen. Het was er 's nachts bitter koud, en het eten dat ze kookten was niet erg lekker. En ze vingen bijna heelemaal geen visch. Ten slotte was Lake Talyllyn een meer als alle andere, en Ray had wel vaker een meer gezien. Toen ze thuis kwamen en een flink pak slaag kregen en buitendien den volgenden dag op school nog een pak slaag, nam Ray een kloek besluit. Hij zou geen tijd meer verspillen met avonturen vlak bij huis. Daar was toch niets opwindends te beleven. Hij zou wachten tot hij oud genoeg was, om de wereld in te trekken. Hij zou misschien wel naar zee gaan! Daar was avontuur te beleven! Wat voor avontuur, dat zou hij gewaar worden, toen hij als jongen van vijftien jaar wegliep van King's College, en een baantje kreeg als scheepsjongen op de Engelsche aardappelenboot „Emily May", die gewoonlijk tusschen de Britsche eilanden rondvoer, maar dien zomer een reis zou ondernemen ..heelemaal naar de Middellandsche zee, tot aan Port Said toe. ' Er was voorloopig nog geen matrozencarrière voor Ray weggelegd. Hij bracht de heele reis door met aardappelschillen. In het begin was dat wel leuk, maar na twee weken van patatten jassen, wist Ray al, dat ook dit avontuur,hem niet zou brengen wat hij er van verwachtte. Toen ze dan ook goed en wel in Port Said lagen, liep hij weg van boord en verstopte zich totdat de ,,Emily May ' weer het ruime sop had gekozen. Nu was hij in Port Said, de „poort van het Oosten "! Nu zou het groote avontuur beginnen! Maar helaas, Port Said bleek al gauw een prozaïsche havenstad als iedere andere, en daar de jonge avonturier toch leven moest, zocht en kreeg hij al gauw een baantje in een Engelsch warenhuis, waar hij zakjes levensmiddelen mocht afwegen voor winkelende Engelsche dames. Moeten we nog zeggen, dat Ray er na vijf vervelende weken schoon genoeg van had? Hij ging dus terug naar Engeland. waar zijn vader de fiolen van zijn toorn over zijn hoofd uitstortte, om hem vervolgens naar de boerderij van zijn oom te sturen. Hier was Ray, althans voor een tijd, tevreden, want op deze boerderij vond hij Luke. Luke was een volbloed paard, dat veel belofte vertoonde als toekomstig steeple-chase materiaal. Helaas weigerde Luke immer een ruiter op zijn rug te dulden, en men wist eigenlijk niet wat men met het dier zou aanvangen, tot Ray op de farm kwam. „Laat mij het maar eens met hem probeeren." verzocht hij. En hij slaagde er binnen eenige maanden in Luke zoodanig te trainen, dat hij er tot zijn groote vreugde een belangrijke steeple-chase mee won. Toen was het doel bereikt en voor Ray was de aardigheid er af. „Ik was toen wel een zeldzaam rusteloos ventje," zegt Ray. „Zoo rusteloos, dat mijn oom een zucht van verlichting slaakte, toen ik het voornemen te kennen gaf, soldaat te willen worden." Zoo gezegd, zoo gedaan, en Ray nam al gauw een eervolle plaats in bij de Cheshire cavalerie. Hij viel hier zoo in den smaak, dat hem de eer te beurt viel geplaatst te worden bij de British Household Cavalry, de persoonlijke lijfwacht van den Engelschen koning. Ray vond het soldatenleven voor een ooosje erg interessant, en misschien zou hij het er wel een tijd lebben uitgehouden, als hij niet een erfenis van dertigduizend gulden had gekregen. U kunt zich begrijpen, wat de jongeman van even twintig /oor een gezicht zette, toen hem dat overkwam! Hij nam op staanden voet ontslag bij het leger, en stortte zich hals over kop n een luxe leventje, dat precies veertien maanden iuurde. Hij ging naar Cannes en Monte Carlo, naar iet Como-meer toen het warm, en naar Biarritz toen iet koud was! Venetië in April; Capri in Mei; Salzburg voor het muziekfeest; Oberammergau voor de passiespelen; beroemde nachtclubs aan de Riviera en op Montmartre . . . „Een heerlijk leven," zegt Ray. „Ik heb er nooit ook maar één dag van betreurd, zelfs niet toen al het geld op was. Ik was zelfs blij, toen er een eind aan mijn financiën kwam, want ik begon . . ." U hebt het geraden ... hij begon zich te vervelen! En dus ging hij terug naar Londen met nog twee pond op zak. Van die twee pond ging hij dineeren met Estelle Brody, de bekende Engelsche actrice, en zij vroeg hem
„Waarom probeer je het niet eens bij de film? }e bent er net een type voor. Ik kan je wel aan de goede lui voorstellen. Op deze gemakkelijke manier kwam Milland bij de film en ten slotte in Hollywood. In het begin leek het acteeren hem een avontuur als al het andere, „te gemakkelijk"! Na eenige kleinere rolletjes kreeg hij goede rollen in films als „Bolero" en „We're not dressing", en dan kreeg hij zijn groote kans naast Claudette Colbert en Fred McMurray in „The gilded Lily". „Ik dacht, dat ik er was," zegt Milland. „Ik dacht, dat ik een geweldig succes zou zijn." Maar in plaats van succes kreeg Milland een klap, waar hij, naar hij eerlijk opbiecht, „nog van staat te trillen". Hoewel hij uitstekende kritieken kreeg, hoewel de brieven van bewonderaars binnen kwamen stroomen, hoewel het maar een kwestie van tijd leek, totdat men zijn naam in lichtende letters aan de bioscoopgevels zou zien, gebeurde er niets. Ray wachtte en wachtte, maar, om het kort te zeggen, hij kon geen werk krijgen. Misschien had hij vrouwe Fortuna te lang getart! Het duurde een paar maanden voor al Ray s geld op was. Hij had toen natuurlijk naar huis kunnen schrijven om geld, maar daar was hij te trotsch voor. Zeer tegen den zin van zijn vader was hij dit nieuwe avontuur begonnen, en hij zou het alleen tot een goed einde brengen. Liever dan om hulp vragen zou hij van honger omkomen. ,--/ Nu, het scheelde niet veel of het was inderdaad zoover met hem gekomen! Doch op het allerlaatste moment kreeg hij een rolletje in „Four hours to kill". Dadelijk daarna, net als den eersten keer. lachte het succes hem weer toe. Hij kreeg rollen in „Next time we love", in „Three smart girls ", in „The Big Broadcast of 1937". Hij kreeg een contract op langen termijn van Paramount. Hij kreeg werk in Jungle-prinses", in „Ebb tide", in „Godin van de jungle", een groote rol in „Men with wings' . Zijn toekomst is in één woord verzekerd. Maar nu is er een verandering gekomen in zijn houding tegenover Hollywood. Nu beschouwt hij de kansen, die hij krijgt, niet meer als vanzelfsprekend. Nu is hij dankbaar voor een goede rol. Hij heeft zijn les geleerd. Nooit meer zal hij zeggen: „het is te gemakkelijk". „Het is moeilijk, ontzettend moeilijk," zegt hij nu. „Je weet nooit wat er gebeuren zal. Je kunt een goede film maken en dan kan er een slechte rol komen, waar je een paar jaar voor noodig hebt om haar te doen vergeten. Je kunt denken, dat je een groote held bent in den studio, en dan komt er een jong broekje, en ontfutselt je je beste rol. Je kunt je uiterste best doen om een succes te zijn, en dan bemerk je misschien, dat je uiterste best doen niet genoeg is. Je kunt je populariteit verliezen, zonder dat er oogenschijnlijk een reden voor is. Met andere woorden, je kunt er nooit je gemak van nemen in deze business. Je kunt nooit je verdediging laten verslappen met het idee, dat je Hollywood er onder hebt. Hollywood kan van achteren op je toesluipen en je knock-out slaan." Hij ziet er uit als een jongeman, die met Hollywood doen kan wat hij wil. . . als hij wil. Groot, donker, slank, knap. Hij ziet er niet uit als een knaap, die zich verveelt, en hij zal zich voorloopig ook wel niet vervelen. Hij zal voorloopig wel geen heuvels beklimmen, om te zien hoe het er buiten Hollywood uitziet. Hij heeft zijn leven gevonden... RAY ^IL^^Q EN
JEAN ARTHUR N
„EASY LIVING"
m%
Toni Tullio Carminati Gclda Lilly Palmei Adolph John Garrick Deaf Lady Davina Graig Oostenrijksche generaal ... Hubert Harben Nova-film.
Regie: Norman Walker
^T^nni. een Italiaansch cavalerie-officier. neemt deel aan de wedrennen, waar ook de society van Weenen vertegenwoordigd is. Hij is zeer gecharmeerd van een knap Oostenrijksch meisje. Gclda genaamd, doch vindt het minder prettig, dat zij veel attenties ontvangt van een Oostenrijksch officier, Adolph. Dan ontdekt hij, dat de man haar broer is en de twee mannen worden de beste vrienden. Na een korte verloving trouwen Toni en Gelda. maar vlak na hun huwelijk breekt de oorlog uit. Hun geluk wordt versomberd door het feit, dat hun landen niet langer bondgenooten zijn, Toni komt bij het luchtwapen, maar Gelda's pogingen om zich verdienstelijk te maken, worden wegens haar nationaliteit met achterdocht beschouwd. Op een dag ontmoet zij Adolph, die vermomd is als Italiaansch soldaat. Hij gaat naar haar huis, om andere klceren Het bruiloftsfeest
te halen, maar wordt ontdekt door Toni. Gelda smeekt hem om Adolph vrij te laten, maar Toni zegt haar, dat het zijn plicht is Adolph te arresteeren. Tijdens een poging om te ontsnappen, wordt Adolph doodgeschoten door Italiaansche soldaten en Gelda, die Toni aansprakelijk stelt voor dezen afloop, loopt weg. Denzelfden nacht stort het vliegtuig van Toni neer en hij wordt ernstig gewond. Na den oorlog kan hij geen spoor meer van zijn vrouw ontdekken en door zijn zwerftochten zinkt hij steeds dieper en dieper — zoo diep zelfs, dat hij in PortSaid in een café moet zingen om zijn brood te verdienen. Daar ontmoet hij eindelijk Gelda weer en hun geluk begint opnieuw. Lilly Palmet als Gelda
«.. *
ït?
k ?Ä ««Jx «t...
^ **\.\
iHlIHIIIIilll
:v.
"7
w**
■"J r. ,x A
i
**
Xê^;^
v f
"m* f. v ■
TWEEMAAL WILLY FRITSCH Een knap staaltje van grimeerkunst toont U bovenstaande foto's. Links, Will/ zooals hij werkelijk is en rechts, zooals hij speelt in de film „Preussische Liebesgeschichte".
NIEUWS UIT DE STUDIO'S Albrecht Schoenhals speelt een der voornaamste rollen in de Euphono-film „Maja zwischen zwei Ehen".
Paul Muni vervult de hoofdrol in de Warner Bros-film „The phantom crown".
Bette Davis
Paramount heeft het productie-tempo dermate opgevoerd, dat er in de afgeloopen week niet minder dan negen films tegelijk in productie waren. Vijf hiervan werden buiten den studio In de open lucht opgenomen, namelijk „Sons of the legion", „Touchdown army", „Arkansas traveller", „Men with wings" en „If I were king". In de studio-hallen werden opnamen gemaakt voor „Artists and models abroad", „Zaza", „Paris honeymoon" en „Campus confessions".
Fred MacMurray en Dorothy Lamour zullen de hoofdrollen spelen in de Technicolor-verfilming van Sinclair Lewis' roman „Mantrap". Het boek werd reeds in 1926 verfilmd met Clara Bow en Ernest Torrence in de belangrijkste rollen.
Aribert Waescher werd door de Cine-Allianz voor de film „In geheimer Mission" geëngageerd.
is voor de hoofdrol in „Dark Victory" geëngageerd.
Walter Winnig is voor de Bavaria-film „Dreizehn Mann und eine Kanone" geëngageerd.
Marika Roekk speelt een belangrijke rol in „Hallo, Janine"; Georg Jacobi ensceneert deze rolprent.
In geheel Frankrijk zijn er 4130 bioscoop-theaters, waarvan 389 in de Fransche kolonies.
Greta Garbo begint den Isten November met de opnamen voor de Metro Goldwyn Mayer-film „Love Is not so simple".
John Garfield, de nieuwe ontdekking van Warner Bros, die door zijn uitbeelding in „Four daughters" de aandacht op zich vestigde, zal in „They made me a criminal" een hoofdrol spelen.
Heinz Helbig en Frank Thiess film-scenario
geschreven, getiteld zum Ich".
hebben
i
■UsVl
een
„Irrfahrten
Pierre Blanchar en Ruth Chatterton zullen de Carl Boese zal de film „War es der im dritten Stock" in scène zetten. Christian Hallig heeft het draaiboek geschreven.
Dagny Servaes is door productieleider Bruno Duday uitgekozen voor de Willy Fritsch-film „Preussische Liebesgeschichte".
Max Grix zet de Bavaria-film „Paradies Grosstädters" in scène. Hij heeft bovendien scenario hiervoor geschreven.
des het
belangrijkste rollen vertolken in de Engelsche film „Napoleon en Josephine", die door Herbert Wilcox in scène zal worden gezet.
Dorothea Wieck heeft de hoofdrol in de Euphono-film „Die barmherzige Lüge". Regisseur is Alois Lippl.
Viktor de Kowa en Gusti Huber vervullen de
Warner Bros hebben de verfilmingsrechten aangekocht van „Life is clear", een origineel verhaal van Maurice Raph en Harold Buchanan.
hoofdrollen in de film „Der Optimist", die door E. W. Emo te Weenen wordt geregisseerd. Nico Dostal componeert de muziek.
Jean Boyer regisseert de film „Noix de Coco' Walter Pindter staat aan de camera.
- . "-.
<x
George Zukor regisseert de film „Zaza", waarin Claudette Colbert He vrouwelijke hoofdrol speelt.
>E OCHTENDRI
V»
VAN LEZER TOT LEZER TE KOOP AANGEBODEN Mooie pekingees te koop. adr. Commelinstr. 65-1 II, A'dam (O.). Te koop : een electr. waschmachine, Pr. ƒ 30, G. E. Jansen, Kinkerstr. 362-1. A'dam. Te koop : een glazen serre m. opensl. ramen. Prijs bill. Hillebrand, Linnaeuskade 22-hs, tusschen 7 en 8 uur. A'dam (O.). Te koop : harmonica, 12 basser, pianoklavier z.g. a.n. ƒ 20.—. 2de v. Swindenstr. 63-111, A'dam (O.). Te koop : opname-apparaat v. gramofoonplaten omv. : 4-Watts versterkerm, lampen, sn ij-apparaat met Dual-opnamemotor, microfoon met transformator, electromagnetische luidspreker. Tezamen ƒ60.—. H. Mühlbauer, Hectorstr. 16-11, A'dam (Z.).
4-lamps N.S.F, toestel compl. tn. accuplaatstroom app., lampen en druppelgelijkrichter, te ruilen voor een accordeon of een huisbioscoop, Adr. Oudorperdijkje 29, Alkmaar. Gratis kunt u gangbare bonnen die u niet spaart ruilen voor wat u wél spaart en tekort komt. Bij zending postzegel insluiten voor terugsturen. Wed. S. v. Zanten, Daniël Willinkplein 41, A'dam. 500 Verkade Or. R.. 2000 Haka, 200 D.-E., 1 10 Ira, 150 Delta, 600 Liga, 150 Bonte wereld tegen Kwatta weegsch. Sickesz-, Meco-, H.-O., Wennexb. en andere. Postz. v. antw. insl. M. Koning. Heilbronstr. 48, Den Haag. Wie ruilt ± 1500 boeken van bibliotheek v. vloerkleed en derg., en een compl. 6^9 klapcamera tn. compürsluiter met tasch voor goede naaimachine ? P. Bieker, Hoogstr. 65, Utrecht, Wie ruilt een z.g.a.n. clarinet of trompet voor jazzband. Wijman, K. v. Gelderstr, 12, Arnhem.
RUILRUBRIEK Te ruilen een groen tweepits gastoestel, m. Dordrecht, voor een wringer, Okkes, Linnaeuskade 33-boven, A'dam.
Wie ruilt 70 b. Verk. (onze gr. riv.) voor 35 Sunl., Rinso, of Vimh. ? Zoeteman, L. Geer 243, R'dam (Z.).
Wie ruilt een paar z.g.a. n. leeren waterlaarzen boven de knie, gr. m., voor een compl. oliepak i.g.st. ? R. Assen, 1ste Oosterparkstr, 60-11, A'dam (O,).
Wie ruilt een compl. Verk. alb. „De BI. en hr vr. voor een Verk. Alb. Aquar. ? B. Joustra. Cantonl. 5, Baarn.
Acrobaattoestel, kan looping the loop maken, in ruil aangeboden voor traplooper met platte roeden, 18 treden. Adr. : Engelenburgstraat 60, Den Haag.
Wie ruilt mijn 2 inmaakpotten voor 3-pits petroleumstel en wie ruilt mijn loden sold, met forten en kanonnen voor radiotoestel (wisselstr.), Ampèrestr. 276, Den Haag.
DIVERSEN Vergevorderde drukker en zetter zoekt betrekking. Leeft. 17 jaar. Hillebrand. Linnaeuskade 22-hs, A'dam (O.). Bezitter van huisbioscoop, zuiver amateur, zoekt idem in Amsterdam om gezamenlijk films te huren. Kosten dan zeer gering. Djambistraat 31-111, A'dam (O.). Laat uw terras-, tuinen slaapkamermeubelen. kinderwagens, ledikanten en speelgoederen, lijsten enz. enz. lakken of vergulden. Speciaal adr. voor laqué-werk, Concurreerende prijzen. Kleur volgens monster. H.H. winkeliers, onverkoopbaar etalage-goed als nieuw terug. Aan huis te ontbieden. Aanbevelend P. C. Bleeker, Cz, Peterstraat 25-1, A'dam (C). Ik heb «50 b. O. gr. riv., 9 pi. Droste, 8 Everl, etik., 29 Paula b., 12 Hille boekenb.. 2 Patriab,, 11 Haustb., 2 pi. Bussink. 10 Wybert p. Hoeveel D.E. p. kan ik hierv. krijgen ? Mej. C. Brouwer, Hippolytusbuurt 33, Delft. Aangeb, : 31 Bijltjes, voor ƒ8.50 en 2 zeg. Zijlstra b. 17 Hille, 6 Paula. 8 Haust, 9Gortb. 9 Weegsch., 12 Bussinks, 20 Niem. Deze zou ik graag ruilen voor Klokz. of D.E. b. M. de Leeuw, Jan. Ant. Veltstr. 45, Den Helder. Wie ruilt mijn Am. tenor banjo m. kist voor defect maar merk wisselstr. radiotoestel? Liefst eerst briefkaart. J. Marinus, Akeleistr. 88, Den Haag.
©iNlZilNI ÄBOmi
ü&aieér;^ IEUWS Voor de kinderen: ONZE CLUB: Hier volgt j Sickesz' raadsel no. T] waarvoor Ouwe Bartje de prijswinnaars zal aanwijzen.
Deze week: 10 WERELDATLASSEN RAADSEL: Bedenk het tegenovergestelde van onderstaande woorden en schrijf van die bedachte woorden alleen de éérste letter op: Oneven - begin - ja - slecht - boven - valsch open - oneffen - komen - krom - laatste - drinken stomp goed - niemand - debiteeren - warm meervoud - vroolijk - licht - vierkant - ingewikkeld - vloed - zwijgen. De opgeschreven letters vormen samen een rijmpje van 2 regels. Oplossingen inzenden vóór 29 Sept. aan „Onze Club", Postbus 673, Amsterdam-C. Bij elke oplossing een reep-etiket inzenden, waarop de naam Sickesz staat. Achterop de enveloppe duidelijk naam en adres vermelden en het DIPLOMA-NUMMER. Prijswinnaars worden bekend gemaakt in een der volgende advertenties. De winnaars van het vorige raadsel worden van de week door Ouwe Bartje aangewezen en zoo spoedig mogelijk daarna bekend gemaakt. DIPLOMA'S. Alleen leden met diploma kunnen aan de raadsels meedoen. Wie nog geen diploma heeft, kan dat nog krijgen, door aan ,,Onze Club", Postbus 673, Amsterdam-C, 5 etiketten van Sickesz' reepen in te zenden met verzoek om daarvoor een diploma te zenden.
DEN HEER D. J. HARTMAN
Sophiastraat 24B, Rotterdam OVERKWAM
EEM ©MQEMäL
waardoor hij den ringvinger van de rechterhand verloor. Ingevolge de bepalingen van onze gratis ongevallenverzekering werd hem door de Nieuwe Havbank N.V. te Schiedam uitgekeerd een bedrag van
Pil^Tfl© (gyiLP Denk er om bij een eventueel ongeval binnen 3x24 uur aan het kantoor der N.V. Nieuwe Havbank te Schiedam daarvan kennis te geven, ook al meent U, dat de directe gevolgen niet ernstig kunnen zijn.
Voor de ouders: I Vorige maal maakten wij U attent op het verschil tusschen chocolade, met VOLLE-melk bereid en metzoogenaamde tapte- of mageremelk. Vooral voor kinderen is het van groot gewicht, dat Moeder daarop let, want melkchocolade is, wanneer ze goed toebereid is, niet alleen een „snoepje", doch tevens een onovertrefbaar voedingsmiddel. Wij herhalen het dus nog eens:
„Als SICKESZ op de verpakking staat, „Zit er VOLLE-melk in de chocolaad.
ANDERS VERVALT HET RECHT OP
DE
U ITBETALING „Marie, ik breng iemand mee voor de thee.' ,,Goed, mijnheer."
INFANTERIE BIJ
RUKT
HET
OP
TSJECHO-SLOWAAKSCHE
LEGER
IN
BOHEMEN
(ZIE OOK DE FOTO'S OP DE VOLGENDE PAGINA'S)
'Ai/m
door APTVAUQ MILLS Denis Moore, een bekend Engelsch beeldhouwer, woonachtig in Parijs, krijgt, kort voor hij naar Indo-China zal vertrekken om daar voor den keizer van Annam een beeldhouwwerk te vervaardigen, bezoek van zijn nichtje Julie, voor wie hij altijd een heel erg zwak heeft gehad. Julie is getrouwd met een der rijkste Engelsche peers. Lord Tamorley. Haar man is met een zending naar Nieuw-Zeeland en Julie vertoefde met haar moeder aan de Riviera, waar zij kennis had gemaakt met baron De Grignon. Op zekeren dag worden de zeer kostbare familiesmaragden, die Julie gedragen had. gestolen, terwijl tegelijkertijd de baron spoorloos verdwijnt. Julie begeeft zich naar Denis om zijn hulp in te roepen. Zij heeft voor de vaste waarheid gehoord, dat de baron met de boot naar Saigon is vertrokken. Ze wil nu tegelijk met Denis naar Indo-China gaan om zelf een onderzoek naar de smaragden in te stellen. Na Julies vertrek krijgt de jonge beeldhouwer bezoek van een in Parijs studecrenden Annamiet, Mr. Nygugen. die hem de vriendschap van een in Annam bestaande tang — een soort vereeniginy. die zeer krachtig voor haar leden opkomt en degeen doodt, die haar wetten overtreedt — komt aanbieden, mits hij Julie belet om naar Annam te gaan. Denis weigert hierop in te gaan. Een arm tooneelspcclstertje, Ninon, maakt in een café kennis met Nygugen. Deze biedt haar een contract aan bij het theater te Saigon, mits zij hem een kleinen dienst bewijst. Zij moet dan aan boord van het schip, dat haar naar Saigon brengt, een heer zooveel mogelijk uit het gezelschap^ houden van de dame, die hem vergezelt. Deze heer is Denis Moore. Ninon accepteert het aanbod en ontvangt dan van Nygugen een juwcelen spin als amulet, die zij onder haar kleeren moet dragen. Aan boord kan zij direct kennis maken met Denis. Vlak voor het vertrek ontvangt hij een dreigbrief, waarin medegedeeld wordt, dat hij zich nu in het web van de spin bevindt. In Port Said zal de spin naar hem komen kijken, in Colombo zal zij hem aanraken en in Singapore voor den eersten keer van zijn bloed proeven. In Port Said toont een Arabische straatgoochelaar Denis plotseling een metalen spin om dan snel en spoorloos te verdwijnen. .In Colombo ziet hij tijdens het dansen de juweelen spin tusschen Ninons kleeren. Hij is eerst pijnlijk verbaasd, doch als zij elkaar alles vertellen, blijkt, dat het meisje geheel te goeder trouw is. Zij wil nu niets meer met Nygugen te maken hebben; ze denkt, dat hij wel meer van de smaragden afweet en ze wil Denis helpen. In Singapore wordt Denis, zonder dat hij begrijpt hoe het gebeuren kon, in het donker in zijn hals door een kris gewond. In Saigon vertelt Denis Julie alles. Zij wil echter toch doorzetten. Denis heeft ontdekt, dat De Grignon bestuursambtenaar is in Hué. waar hij voor den keizer het beeldbouwwerk moet maken. Hij wil er den volgenden dag heen gaan. Julie moet verder reizen naar Tonking. en daarvandaan ongemerkt ook in Hué trachten te komen. 's Avonds wordt Denis door Ninon naar Cholon gebracht om er kennis te maken met het bestuur van de tang. Dit zijn drie mannen, die hem nogmaals onder bedreiging raden Lady Tamorley terug te zenden. In hetzelfde restaurant ontmoet hij baron De Grignon. Hij brengt hem in kennis met Julie, doch hij weet zich bewonderenswaardig te beheerschen en noodigt haar zelfs uit naar Hué te gaan. welk voorstel ze in overleg met Denis aanneemt. Baron De Grignon blijkt een groote macht in Hué te bezitten. Hij stelt Denis aan den keizer voor en brengt hem dan naar den tempel, waar hij uit een klomp goud het bestelde beeld maakt. De Grignon vertelt Julie, dat zij bij de inwijdingsfeestcn van het beeld, volgens de godsdienstige gewoonten der Annamieten. weer uit Hue weg moeten. Ninon komt met haar gezelschap ook in Hué. Denis vertelt haar dadelijk alle gebeurtenissen.
Laat mij even alleen," verzocht Ninon na eenige oogenblikken. „Ik wil rustig nadenken. Ik heb een idee gekregen, maar alvorens ik het aan je kan mededeelen, moet ik een heeleboel dingen overwegen. In ieder geval zie ik je wel tijdens het diner in de zaal zitten en misschien kunnen we daarna nog wel even rustig samen praten." „Je moet by ons aan tafel komen zitten." „Zal Lady Tamorley dat wel goed vinden?" „Natuurlijk; waarom zou ze niet?" „Omdat ik maar een actricetje ben." Ninon beet op haar lip. „Eu zij is een lady...." Denis viel haar in de rede. „Onzin," zei hij. „Ik ga direct zeggen, dat ze voor drie personen moeten dekken." HOOFDSTUK XVI. Ondanks het feit, dat Julie Ninon op waarlijk hartelijke,wijze had begroet en ze beweerd had er niet aan te kunnen denken dat Ninon gedurende den tijd dat zij in Hué vertoefde, aan een andere tafel zou dineeren dan de hunne; ondanks het feit, dat ook Ninon zoo vriendelijk en hartelijk mogelijk deed, heerschte er tijdens den maaltijd toch een gedrukte stemming. Denis kon niet begrijpen, wat er de oorzaak van was, maar wèl voelde hij, dat zij door Julie'werd teweeggebracht. De reden kon echter niet in de aanwezigheid van Ninon liggen. Er moest dus iets anders zijn. Maar wat? Hy vroeg het zich vergeefs af, . . . Op het laatst kon hij de drukkende stemming zóó slecht meer verdragen, dat hij iets deed, wat heel eigenaardig en ongewoon voor hem was. Hy begon over zijn eigen werk te praten. Hij beschreef het beeld zooals hij het had gezien, toen het licht in den tempel begon te wijken. Hij vertelde hun van zyn gevoelens, toen het op een gegeven oogenblik plotseling tot hem was doorgedrongen, dat hij, door het beeld te scheppen, eigenlijk den tang, zijn vijand, een dienst had bewezen. Daarna beschreef hij hun zijn ontmoeting met den priester.
CGEAUTOQISE-EPDF VFPTALINIG)
„Je laat ons toch zeker het beeld wel zien?" vroeg Ninon. „Natuurlijk; ik zal De Grignon vragen pf hij ons zyn boot wil leenen. Dan kunnen we er morgen heengaan." „Morgen moet ik den geheelen dag repeteeren, en bovendien...." Een snelle wenk van Denis maakte dat Ninon de rest van haar woorden vóór zich hield. Het was Julie echter niet ontgaan dat zij dit op een teeken van Denis deed. „Bovendien wat?" vroeg zij. „Ik geloof, dat de tempel morgen dicht zal zyn; men is bezig hem in gereedheid te brengen voor de inwijdingsplechtigheid." Denis had Julie niet gesproken over het jongste dreigement dat de tang tot hem had gericlit. Hij had daarmee willen wachten tot hy den Keizer had gesproken en hij zich nader over de beteekenis er van op de hoogte had kunnen stellen. „Maar jy als de maker van het beeld kunt er toch zeker naar gaan kijken wanneer je wilt?" wierp Julie tegen. „Waarom zouden we niet vanavond naar den tempel gaan? De maan schijnt en het is prachtig weer," zei Ninon. „Jullie kunnen samen gaan als je daar zin in hebt; ik ben moe en ga liever naar bed," zei Julie. ,,üa je niet met ons mee?" Julie schudde het hoofd. „Ik blijf werkelijk liever thuis." „Ik zou alleen niet weten waar we een boot kunnen krijgen," zei Denis. „Ik vraag De Grignon niet graag of hij vanavond zijn mannen weer wil sturen." „Het is ook beter dat niet te doen. Het hotel heeft een boot; de eigenaar zei ons toen wij aankwamen, dat wij er voor uitstapjes gebruik van konden maken," vertelde Ninon. „Ik zal eens zien, of wij ze krygen kunnen." Denis riep een kellner en vroeg hem, of hy den eigenaar van het hotel kon spreken. Deze bleek direct bereid hun de boot af te staan; hy zei, dat zyn gasten er dikwijls gebruik van maakten om des avonds een tochtje te doen; de Rivier der Geuren was werkelijk prachtig by avond. Hadden zij een bepaald doel, waar ze heen wilden gaan? „Neen, we wilden alleen maar een tochtje maken, anders niet," zei Ninon. „We zyn over een paar uur weer terug." „Weet je zeker, dat je niet mee wilt?" vroeg Denis nog eens aan Julie. „O ja, heel zeker." Julie's manier van doen verontrustte hem; er was een eigenaardige trek om haar mond, dien hy er nog nooit eerder had gezien. „Voel je je niet in orde?" vroeg hij haar. „Heb je hoofdpijn?" „Neen; ik voel me uitstekend. Ga jij nu maar gauw met dat kleine Fransché meisje je uitstapje maken en laat my rustig hier! Het is een prachtige avond en genieten jullie er maar van. Ik ga wat op het terras zitten tot jullie weg zyn, en dan ga ik naar bed, denk ik." De toon waarop Julie dit zei, klonk zóó overtuigend, dat Denis begon te gelooven, dat hy zich verbeeld had dat er iets bijzonders met haar was. Ten slotte kon ook zy toch wel eens stil zijn, zonder een bepaalde oorzaak.... Julie zat op het terras en luisterde naar het geluid van den motor der bool, dat geleidelijk wegstierf in den stillen avond. Ze was blij, dat Denis en Ninon vertrokken waren; niets schikte haar beter dan dien avond alleen te zijn, want zij had besloten iets te gaan doen waarvan zij zeker wist dat Denis er allerlei bezwaren tegen zou opperen, wanneer hij er van op de hoogte was. Ze zou naar de woning van De Grignon gaan om hem persoonlijk over haar smaragden te spreken. Het was het eenige wat haar overbleef. Gedurende een heele wbek had de Administrateur-Generaal haar gemeden, en nu was hij van plan om de plechtigheid der inwijding van de graftombe als een voorwendsel te gebruiken om haar en Denis kwijt te raken. Indien hij zich verbeeldde dat zij Hué zonder meer zou verlaten omdat hij het zei, dan vergiste hij zich! Ze staarde over de Rivier der Geuren en zag de motorboot in een bocht verdwijnen. Ze mocht er wel op rekenen, dat zij minstens twee uur voor zichzelf had. Ze stond op, liep het terras af en begaf zich naar den weg. Dé woning van baron De Grignon lag slechts op een paar honderd nieter afstand. Ze begreep natuurlijk wel, dat het buiten iedere conventie was om den baron geheel alleen een bezoek te gaan brengen, vooral nu het reeds avond was geworden, maar daar wilde zy zich overheen zetten; de vrees, haar man onder de oogen te moeten komen terwijl de familiejuweelen nog verdwenen waren, dreef haar er toe, dit risico te nemen. De beide witte toegangsdeuren stonden open, maar Julie ontdekte nergens een bel of een bediende. Ze aarzelde even, terwijl zij op de bovenste der drie treden stond, welke toegang ga,Ven tol de groote, leege hal. Toen werd zij plotseling geheel aan het eind er
van een bediende, een Annamiet, gewaar. Ze wenkte den man en stapte terwijl resoluut naar hem toe. „Kun je me zeggen, of Baron de Grignon thuis is?" vroeg zy den man. De bediende ga'f geen antwoord, maar staarde haar doordringend aan. Toen drong het tot Julie door, dat de man waarschijnlijk geen enkele Europeesche taal verstond! Ze besloot het daarom met gebaren te probeeren, en ze wees naar een deur, waardoor hy tevoorschijn was gekomen. Dit scheen de man te begrijpen, want hy knikte, en beduidde haar hem te volgen. Hij ging haar voor en klopte aan de bewuste deur, haar tegelijkertijd voor haar openend. Een weeë, zoete geur kwam Julie tegemoet, en ofschoon ze nog nooit opium had geroken, begreep zy toch, dat die geur daarvan afkomstig moest zyn. Dus de baron schoof niet alleen opium in Cholon, maar ook zelfs in zijn eigen omgeving! Enfin, daar hy zijn eigen baas was in Hué, was er natuuriijk niemand, die hem dit beletten kon. Maar zy had dit toch nooit achter hem gezocht toen zy hem in Cannes had leeren kennen. Het vervulde haar met een gevoel van afschuw voor hem. De Grignon lag in een der verste hoeken van het ruime vertrek op een sofa, en vlak bij hem stond een tafeltje, waarop zich zijn rookgerei bevond. Zoodra hij Julie ontdekte, kwam hy echter overeind, en hoewel zy een heftigen impuls, zonder meer rechtsomkeert te maken en te vertrekken slechts met moeite kon overwinnen, merkte zy tot haar verbazing, dat hij met een volmaakt vasten stap en uitgestoken hand op haar toekwam. Waarschijnlijk was het dus reeds eenigen tijd geleden dat hij geschoven had! „Maar wat is dat verbazend aardig van u," zei hy, en er was niets aan zijn gedrag wat kon doen vermoeden, dat hij niet meende wat hy zei. Als zyn oogen niet zoo'n vreemde uitdrukking hadden gehad, zou hij haar bijvoorbeeld in het Casino te Cannes niet anders hebben kunnen begroeten! Julie besloot zelf ook te doen alsof er niets bijzonders was aan haar aanwezigheid op dit uur in zyn woning. „De anderen zyn een tochtje gaan maken op de rivier en daarom dacht ik, dat ik u maar eens een bezoek moest gaan brengen." „Dat is inderdaad een zeer goed idee! Ik zou by na aan telepathie gaan denken, want ik vroeg mij juist af, of ik niet naar uw hotel zou gaan in de hoop u daar te treffen. Het is al weer een heele tijd geleden, dat wij elkander hebben gezien, maar ik heb het deze week zoo verschrikkelijk druk gehad met de op handen zijnde ceremonie van de inwijding der Keizerlijke graftombe, dal ik werkelijk geen gelegenheid heb kunnen vinden naar u toe te komen. U moet me dat vooral niet kwalijk nemen. — Maar gaat u zitten! Ik zal thee laten brengen, tenzij u er de voorkeur aan geeft iets anders te gebruiken, maar het is in Annam gewoonte bij iedere mogelijke gelegenheid thee te drinken." Hij nam een stok, die op de tafel lag en sloeg er mee tegen een gong. „Ik hoop, dat u zich niet gegeneerd voelt door hetgeen ik zoojuist gedaan heb," vervolgde hij, wijzend naar het tafeltje met de benoodigdheden voor zijn opium-schuiven. „Er zyn er zooveel van ons, die het hier doen; het is in waarheid bijna niet uit te houden om het zonder te stellen, daar wy byna voortdurend verkeeren in het gezelschap van hooge Annamieten, die allemaal schuiven. Ik weet, dat beschaafde lieden in Europa er een hekel aan hebben en niet ten onrechte, maar het is zoo verschrikkelijk moeilyk er weerstand aan te bieden...." Julie vroeg zich af, waarom hij zich de moeite gaf haar deze verklaring van zyn gedrag te geven, wanneer hij er niet tevens een verontschuldiging tegenover haar aan verbond, hetgeen hij thans in wezen had nagelaten. Voordat zij echter iets kon zeggen, verscheen er een oude, gebogen man in de deuropening, die op De Grignons gongslag kwam vragen wat zyn meester beliefde. „Wilt u thee of wijn?" vroeg De Grignon aan Julie. „Thee, alstublieft." De baron zei den man thee te brengen en nam daarna tegenover Julie aan den anderen kant van een laag tafeltje plaats. Het was alsof er toen opeens een totale verandering in zijn houding kwam! Zonder eenige inleiding sprak hy opeens: „Ik weet natuurlijk wel, waarvoor u gekomen bent. U wilt uw smaragden terug hebben!" Het moet gezegd worden, dat Julie er in slaagde zich tamelijk wel te beheerschen. Ze staarde den man tegenover zich aan, opende haar mond om wat te zeggen, maar sloot hem weer. Dus met één zin had hij een volledige bekentenis afgelegd! Of had zij zich slechts verbééld, dat hy gesproken had? De glinsterende oogen van den baron, die haar recht en bijna doordringend aankeken, brachten haar tot de werkelijkheid terug. Deze man verkeerde onder den invloed van een verdoovingsmiddel, en misschien wist hij daardoor niet wat hij zei! „Myn smaragden," zei ze rustig. „Ja. Hebt u ooit gedacht, dat ik niet wist waarvoor u naar IndoChina was gekomen? Dacht u soms, dat ik dat verhaaltje geloofde dat u hierheen was gekomen om uw man in Singapore te ontmoeten?" Er was een spottende blik in zijn oogen — en Julie voelde, dat zij moeite had haar woede te beheerschen. „U erkent dus, dat u ze gestolen hebt?" „Natuurlijk doe ik dat! Ik zou het u al eerder verteld hebben, als u de moeite hadt genomen er naar te vragen! Maar u wilde eens buitengewoon handig zijn; u wilde mij naar Indo-China volgen om mij te dwingen ze terug te geven!"
DE BEDtENDE GAF GEKN ANTWOOItD, MAAR STAARDE HAAK DOOlfDK1NGENÜ AAN , . . ,
Julie, die nog steeds niet kon begrijpen, waarom De Grignon zijn lage daad zonder meer bekende, slaagde er in kalm te zeggen: „Daar u bekend hebt, de juweelen te hebben gestolen, is er van mijn kant ook niets meer op tegen u te moeten zeggen, dat ik inder daad van plan ben u te dwingen, ze mij terug te geven." De Grignon begon te lachen. „Waarom zegt u dat? Het is zoo dwaas! Indien u de totale politiemacht van de heele wereld achter u hadt, zou het u nog onmogelijk zijn, mij te dwingen ze terug te geven. Dacht u werkelijk, dat ik in het andere geval ooit bekend zou hebben, dat ik ze heb..., eh. . , , weggenomen? U moet wel erg dwaas zijn! Er is niemand, die ons hier kan hooien en er is niemand, die u helpen kan — geen macht ter wereld! — en daarom bekende ik het tegenover u, omdat ik de uitwerking van mijn woorden wel eens wilde zien. ü kunt nu immers niet meer naar de politie gaan — ze zouden u niet ernstig nemen! L' hadt direct naar hen toe moeten gaan. Dat weet u zelf ook wel." De schurk had gelijk! En dat was het ergste van alles! Het had geen zin om nu nog naar de politie te gaan; ze zouden haar uitiachen, tenzij ze een bewijs kon geven, dat hetgeen ze zei, werkelijk waar was, en daarvoor zou het noodig zijn, dat zij zou kunnen aantoonen waar de smaragden zich bevonden. En om dit laatste te kunnen doen, zou het weer noodig zijn, dat zij ze zelf zou opsporen. Met byna bovenmenschelijke inspanning slaagde zij er in haar kalmte te bewaren. Ze keek hem aan en zag de eigenaardige schittering in zijn oogen — een gevolg van de afschuwelijke opium, die hij zoojuist had gerookt. Een idee scheen als het ware als een obsessie bezit van hem te hebben genomen — een gevoel van ongeloofelijke zelfvoldoening, dat hy nu eindelijk iemand gevonden had aan wie hij kon vertellen hoe buitengewoon handig hy was geweest. Een andere reden voor zijn bekentenis kon Julie niet bedenken. Zijn volgende woorden deden vermoeden dat hij begreep wat zij dacht. „Ik denk, dat u me voor krankzinnig houdt omdat ik u verleid heb dat ik uw juweelen heb meegenomen. Maar ik ben niet krankzinnig. Ik heb mijn verstand nog nooit van mijn leven zoo goed bij elkaar gehad. Ik weet zeer goed wat ik doe. De smaragden zijn nu ergens waar noch u, noch iemand ter wereld ze ooit kan vinden. Het komt er dus niet op aan, dat u weet wie ze heeft gestolen. Begrijpt u het nu?" Dus had hij zich reeds van haar smaragden ontdaan? Hoe? Waar? Misschien als zij kalm bleef, hem verder pralen liet, dal hij haar dan nog meer zou vertellen. Werkelijk bleek dit het geval. De uilwerking die zijn woorden op haar hadden, vond hij blijkbaar zóó geweldig, dat hij weer begon te spreken: „De smaragden van de Tamorleys! De familiejuweelen! Door iedere Lady Tamorley gedragen bij haar huwelijk! Ze mochten niet buiten Engeland gebracht worden! Zeventig jaar opgeborgen geweest in een bank! Oef...,! Jullie Engelschen en je familiejuweelen!" Hij schoot in een schaterlach en sloot zijn oogen. Julie moest zich beheerschen om hem geen klap in zijn gezicht te geven. De manier waarop die man haar belcedigde, was werkelijk ongehoord. Ze begreep evenwel, dat ze er niets mee zou bereiken als ze zich eveneens te ver liet gaan, en daarom stond ze plotseling op en verliet zonder hem een groet of blik waardig te keuren, het vertrek. Ze zou naar het hotel teruggaan, waar Denis en Ninon nu ook wel spoedig komen zouden. Zoodra ze er de gelegenheid toe kreeg, zoll ze Denis van haar wedervaren vertellen. (Wordt vervolgd)
— 7 -
Op jacht in de jungle Op | FVFM FN DOOD V^r UCYtM CM \J\J\J\J weer, maar ziende dat dit hem niet hielp, begon het achteruit te loopen. Buck door het hok sleurend. lederen keer dat zijn slachtoffer probeerde overeind te komen, sprong het weer bovenop hem en drukte hem tegen den grond. „Ali! Ali!" riep Buck, zoo hard hij kon, maar deze, zijn vertrouwde helper en metgezel op al zijn jachtpartijen, was bezig vogels te voeren en hoorde hem niet. Terwijl Buck van den eenen kant naar den anderen van het hok gesleept werd, voelde hij hoe zijn krachten begonnen af te nemen. De open muil van de woudkoe kwam steeds dichter bij zijn gezicht; hij begreep, dat 't nog slechts een kwestie van eenige FRANK BUCK seconden was eer hij met een levenden p/thon, een der gevaarlijkste slangcnsoorten die er van uitputting het bebestaan! — Welke avonturen Buck, die alle dieren levend ving, al wustzijn zou verliezen, zoo heeft meegemaakt, kan men op deze pagina lezen. en dat dan die afschuwelijke tanden zich in Wie in een encyclopaedie eenige bijzonderzijn gezicht zouden boren . . . heden opzoekt over den tapir, zal onder Maar juist toen Buck voelde, dat hij geen anderen vermeld vinden: zoogdier, dicht tegenstand meer kon bieden, kwam Ali met nog behaard. Bovenlip en neus vormen een korte, beeen inheemsche toesnellen. Ziende in welk een weeglijke slurf; kiezen met twee dwarsjukken. verschrikkeiijken toestand zijn meester zich beLeeft eenzaam, vooral nachtdier. Ongevaarlijk vond, greep hij een knuppel en begon het dier voor den mensch. . , daarmee op den kop te slaan. Maar de tapir Er valt op dit vluchtig geschetste portret van scheen daar nauwelijks iets van te voelen Toen het in Amerika en Azië levende dier niet veel af kreeg de andere inheemsche de uitstekende gete dingen; alleen de laatste „trek" is in zijn aldachte om een anderen stok tusschen de kaken gemeenheid misschien wat misleidend. Gewoonlijk van het dier te steken. Dit was Bucks redding mag de tapir den mansch dan geen kwaad doen, De tapir liet los en met zijn beiden droegen de ten slotte is toch ieder dier, evenals ieder mensch, mannen hun meester uit de omheining. Hij viel een individu met een eigen karakter, en het zal op den grond en bleef langer dan een half uur van dit karakter afhangen, hoe het in bepaalde liggen, niet in staat zich te bewegen. Later brachomstandigheden op iets reageert ten zijn mannen hem naar bed, en het duurde Franck Buck, de bekende jager op groot wild, drie dagen eer hij weer kon opstaan, en toen die alle dieren, welke hij reeds naar de verschilzag hij nog bont en blauw over zijn gansche lende deelen der wereld heeft getransporteerd, lichaam . . . levend ving, en wiens interessante boek ,,Bring Onder de wilde dieren, die Buck van uit de 'em back alive" duizenden lezers genotvolle- en oerwouden naar de beschaafde werelddeelen spannende uren heeft bezorgd, zou zeker niet heeft verscheept, bevonden zich onder anderen willen beweren, dat de tapir ongevaarlijk voor zestig tijgers, meer dan zestig luipaards, een den mensch is! Daarvoor heeft hij eens een te groot aantal beren, vergiftige slangen, pythons — hachelijk avontuur met zoo'n dier beleefd! waarbij een van meer dan dertig voet lengte — Het betrof hier een Maleischen tapir. Het dier en talrijke andere dieren, die uiterst gevaarlijk was in een val gevangen, en bij zijn pogingen zijn voor den mensch om te ontkcmen, had het een ernstige wonde Eenige jaren geleden was de grootste koningsaan den rug cpgeloopen. cobra in gevangen staat niet langer dan een Buck begaf zich in de kleine omheining waarin goede anderhalve meter. Toen zei dr. Ditmars, de tapir gehouden werd, en wilde de wond met directeur van den dierentuin te New York, tegen zalf behandelen. Terwijl hij er mee bezig was, Buck, dat hij zoo graag een grootere had. draaide de tapir zich plotseling om en sprong op Buck knoopte dit in zijn ooren en op zekeren hem af, terwijl hij Buck op den grond wierp. dag, terwijl hij in Johore, Engelsch-lndië vertoefDaar het dier een lengte van twee meter en de, vernam hij, dat er een oude Sakai was, die een hoogte van ongeveer anderhalven meter had, een groote konings-cobra had gevangen. De was dit lang geen prettige ervaring, maar het Sakai's zijn wilden zonder eenige beschaving of beteekende toch nog niets vergeleken bij hetgeen ontwikkeling. Ze leven in de jungle en zijn er volgde. Terwijl zijn oogen van moordlust schitbuitengewoon handig in het vangen van slangen terden, trok het dier zijn lippen weg zoodat zijn De bedoelde oude man hield de slang in een tanden te ;rien kwamen, en deed een poging kist en zoodra Buck het dier zag, wist hij, dat dit Buck in het gezicht te bijten! het grootste was, dat hem ooit onder de oogen Buck, die totaal onverwachts in den geopenden was gekomen. De slang had een lid van den stam muil ' van het woedende dier keek, deed het gedood, maar de oude Sakai had haar met zijn eenige wat hij in de gegeven omstandigheden bloole handen gevangen! Hij was den koning te doen kon: hij gilde om hulp. Tegelijkertijd echter rijk, toen Buck aanbood hem er de tien dollar duwde hij zijn knie onder den bek van het dier voor te betalen, die hij er voor hebben wilde i?n greep zijn ooren, in iedere hand één. Buck nam de kist met het gevaarlijke reptiel Hij was voor geen kleintje vervaard en ijzerer in mee naar Singapore en liet daar een ansterk, doch' het dier woog zeker drie keer zoodere, steviger kist vervaardigen met een glazen veel als hij. Het bewoog heftig zijn kop heen en deksel. Toen ze werd afgeleverd, bestond het
- 8 -
EEISJ
«EEKS SPANNENDE AVO NTUREN, NAAR WAARHEID VERTEL ERTELD
personeel van Buck uit twee Chineesche en twee Maleische boys. Ali was juist afwezig. De bedoeling was de oude kist boven op de nieuwe te zetten en dan den half verteerden bodem uit de eerste te slaan. De slang zou dan vanzelf in haar nieuwe verblijfplaats vallen, waarna de glazen deksel er snel op gedaan zou worden. Het tooneel der handeling was een schuur met een dak van palmbladeren, gedeeltelijk gevuld met kisten en kooien. De Chineesche boy, die de kist met de cobra moest halen, struikelde toen hij er mee binnenkwam, en ofschoon hij niet viel, was de schok toch zoo groot, dat de bodem uit de kist schoot! De cobra kwam op den grond terecht, precies voor de voeten van Buck. Zijn vier boys namen de vlucht als muizen voor een kat! In een ommezien zaten zij boven op de kisten. Buck bekent, dat hij hetzelfde had moeten doen, maar hij aarzelde één oogenblik, en toen was het reeds te laat. Het dier richtte het voorste deel van zijn lichaam op en wilde zich op Buck werpen. Deze sprong achteruit, waardoor hij tegen den wand van de schuur terechtkwam. De slang had hem echter gemist. Buck begreep evenwel, dat dit slechts een uitstel van executie was, en dat hij in een val zat. De slang bevond zich bijna aan zijn voeten. Hij wierp een snellen blik om zich heen ten einde te zien of hij een of ander wapen kon ontdekken — desnoods een stok, maar hij zag niets. De slang maakte zich andermaal tot den aanval gereed, en dit keer kon het wel haast niet anders, of zij zou haar slachtoffer te pakken krijgen. In een uiterste poging om althans iets lot zijn verdediging te doen trok Buck het witte jasje uit, dat hij droeg. Terwijl hij dit vóór zich uithield, sprong hij er mee op de slang toe en liet zich met zijn volle gewicht op het geweldige reptiel vallen. Hij voelde de kronkelende slang onder zich en drukte haar met al de kracht waarover hij beschikte tegen den grond, tegelijkertijd zijn boys toeroepend, hem te komen helpen. De koningscobra, die zoo sterk bleek als hij groot was, deed intusschen al het mogelijke om zich te bevrijden. Met zijn staart sloeg hij tegen Bucks rug, en daar deze niet wist, dat het niet de kop was, vreesde hij ieder oogenblik een doodelijken beet te zullen krijgen. Eindelijk waagde een der Maleische boys het nader te komen en zei Buck dat het maar de staart en niet de kop van de slang was. Gerustgesteld gaf Buck zijn bevelen. De boy moest zijn hand onder Bucks borst steken en probeeren het jasje om den kop van het dier te draaien. Een niet erg aanlokkelijk baantje, maar omdat Buck met zijn volle gewicht op de slang lag, kon deze toch niet veel kwaad doen. Maar de boy voelde er desondanks niets voor. Gelukkig had een der beide Chineesche boys meer moed en het lukte hem inderdaad, den kop van het dier onder het jasje beet te pakken. Toen draaide hij het kleedingstuk er om heen, tot het dier totaal hulpeloos was. Een paar minuten later lag de cobra veilig en wel in zijn hok. De Chineesche boy, die Bucks leven had gered, kreeg als aandenken een polshorloge, waarmee hij dol in zijn schik was. Geld had hij pertinent geweigerd aan te nemen. Bij een andere gelegenheid spuwde een zwarte cobra twee stralen vergif ip Bucks oogen. Ze brandden als vuur; hij kon niets zien en hij wist, dat hij zeer waarschijnlijk zijn gezicht zou verliezen. En dat zou inderdaad ook het geval geweest zijn, zoo goed als hij ook een verschrikkeiijken dood gestorven zou zijn, wanneer hij zijn oogen had gewreven. Het was alleen dank zij een bovenmenschelijke inspanning, dat hij er in slaagde zijn handen van zijn oogen te houden. Hij dèèd het echter, en dit redde niet alleen zijn gezichtsvermogen, maar zeer waarschijnlijk ook zijn leven. Drie dagen na deze verschrikkelijke gebeurtenis kon hij weer even goed zien ■ als tevoren.
In Praag, waar de bevolking, evenals in heel Tsjecho-Siowakije, zich op het ergste instelt, voorzien mannen, vrouwen en kinderen zich van gasmaskers, waarvan er niet genoeg aangemaakt kunnen worden om aan de aanvraag te voldoen.
In het Sudelen-gebied verlaten duizenden huis en hof. Sommigen vluchten naar Praag, anderen naar Duitschland, al naar hun politieke gezindheid.
De villa van Hitler op den Obersalzherg, bij Berchtesgaden, waar het onderhoud tusschen de beide staatslieden plaats vond. Lord Runciman, die p robeerde bemiddelend op te treden tusschen de Sudeten en de regeer ng van Tsjecho-Siowakije, keerde naar Londen terug, We zien hem hier, links op de foto, in gesprek met president Benesj.
Ook Frankrijk begon den toestand hoe langer hoe dreigender in te rien. Het riep reservisten op ten einde de Oostgrenzen geheel in staat van verdediging te brengen. — Voor een der Parijsche stations: een jonge reservist neemt afscheid van zijn vrouw.
Onmiddellijk na zijn aankomst in Engeland, pleegde Chamberlain overleg met zijn ministers en den Koning. Hierna werden Daladier, minister-president van Frankrijk, en Bonnet, minister van Buitenlandsche Zaken, uitgenoodigd naar Londen te komen. Ze arriveerden per vliegtuig op Croydon. Van links naar rechts: Lord Halifax, Engelsch minister van Buitenlandsche Zaken, Neville Chamberlain, Bonnet en Daladier.
In talrijke districten van Tsjecho-Siowakije werd de noodtoesta nd afgekondigd — De politie, gewapend met geweren met de bajonet er op, patroui lieert in de straten van Eger, waar het hoofdkwartier der Sudetenduitsche partij was gevestigd. De regeering beval de partij te ontbinden en liet het hoofdkw artier met geweld bezetten. In Duitschland worden de vluchtelingen in barakken ondergebracht, terwijl zij die wapens kunnen dragen tot vrijkorpsen worden geformeerd, die langs de Duitsch-Tsjechische grens gelegerd zijn. Aan de Tsjechisch-Duitsche grens heeft Tsjecho-Siowakije ingrijpende militaire maatregelen genomen. Boomen zijn er omgehakt, tankvallen aangebracht, prikkeldraadversperringen aangelegd en mijnen onder den grond verborgen om zoo noodig de wegen onbegaanbaar te maken.
NODR ELKE YE IJZEN DE PRIJSWINNAARS
OPLOSSINGEN ZOEK EN VIND 14 SEPTEMBER
De hoofdprijzen door:
OPLOSSING KRUISWOORDRAADSEl
werden
deze
week
gewonnen
mejuffrouw M. Willemse, Leidschendam; mejuffrouw J. ter Horst, Amsterdam; den heer J. Bozuwa, Rotterdam; den heer B. Terwijn, Hoog Blaricum; den heer D. Plat, Volendam. De troostprijzen konden worden toegekend aan
OPLOSSING HONINGRAATRAADSEL
^AJ ^K* . A
PI
i
? L i
^
P|
Jan komt uil het gymnasium en moeder vraagt
n1
E L >-<
^
m—i
p
^
^
G
w
3 ö V ©M¥ ©yLJ Q ©M 3 p
E
V
@ E >-< L ^^
Horizontaal:
1 a
I. 3. 4. 5.
slik, vuil bijgevolg faam plaats in W.-Zeeuwsch Vlaanderen 7. sterker maken 9. dichterbijkomen 12. gedeelte der niaanharen van een paard
4«
*
OPLOSSING INVULRAADSEL
l.j. eten
17. 18. 19. 20.
plaats in Gelderland wezen heeft een vogel slaapziekte
Verticaal: 1. zijn stem uitbrengen 2. in bloei staan 4. deel van een schip
Ci. eind
7. niet kunnende spreken 8. echtgenoote 10. komt uit den schoorsteen 11. hechting eener wond 13. deel van den dag 14. probeeren hoe iets smaakt 15. tropische ziekte lü. metaal.
HEKWERKRAADSEL
hem voor welke vakken hij huiswerk heeft meege-
1. niet kunnende ken 2. niet recht 3. melkproduct 4. traag 5. drank 6. hemellichaam 7. insect 8. levend wezen •*. tamelijk koud
10. twee bij elkaar hoerende dingen 11. graanproduct 12. vermaak 13. opgegeven werk 14. schijf 15. lekkernij 16. onbekwaam in een vak.
huiswerk moet maken.
In ieder vakje moet een lettergreep ingevuld worden. Tezamen vormen deze lettergrepen woorden de volgende beteekenis: Horizontaal: 1. Een schip op zijde leggen om te herstellen — 3 ^ 2 1 3. voorteeken — 5. achteruitgaan — 7. duivel — 9. volksstam — 10. sterk — 6 11. heelal — 12. zich op het water voortbewegen — _ 14. asch van een lijk — 16. 9 7 lamp die ultra-violette stra8 len uitstraalt — 18. opgewektheid — 19. ranggetal.
mi
O
Ël
El
D
MOED
L
E
^
E
e
F
u n
i
C
T
1
M
c u
ü
T
G
s
1
HOED
0
a
A
D
e
c
I
0
A
0
s
P
T
A
E
P
M
D
n
0
0
e
e
f
M
T
0
C
H
DOLORES DKL, UU >
OPLOSSING VERBORGEN ZEGSWIJZE gen — sla — g-ge — den — ade — ven DEN GENADESLAG GEVEN
W^m Verticaal: Vul in: 1. uiteinde van de nagelHorizontaal: plooi 8. houder eener bank van 2. een instrument op den lecnina. goeden toon brengen
3. 4. 5. 6. 7.
kring plaats in Geldcrlaml ondeugend van de hand doen heeft een deur.
18
O
n
m Bm B 131 14
15
16
0
van de klok, steeds hetzelfde aantal letters overslaand. Dan zult ge de vakken lezen waarvoor Jan
De hoofdprijs van de ,,Filmpuzzle'' werd verworven door: den heer A. van Tuyl, Bergen op Zoom
u
OPLOSSING ONZE FILMPUZZLE KAMRAADSEL . ^^ te. ^
ze te vinden moet U bij een bepaalde letter beginnen, dan verder gaan in de richting van de wijzers
LETTERGREEP-KRUISWOORDRAADSEL
Ml
OPLOSSING VERANDERRAADSEL
kregen. Kunt U lezen welke die vakken zijn? Om
mevrouw H. C. J. Ruhe, Amsterdam; mevrouw J. v. Berkel, 's-Gravenhage; mejuffrouw R, Urlings, Ulestraten; mejuffrouw M. Waterreus, Rotterdam; mejuffrouw A. Koch, Zutphen; den heer H. v, d. Bergh, Rotterdam; den heer A. J. Groen, Rotterdam; den heer C. Weber, Dordrecht; den heer B. J. v. Delft, Haarlem; den heer R. Pomstra, Groningen; den heer S. Booij, Enschede; den heer J. S. Drijver, Den Helder; den heer L. G. Schoonderwald, Eindhoven; den heer W, T. v. Leeuwen, 's-Gravenhagp; den heer G. Zuidervaart, Beverwijk; den heer W. Leurs, 's-Gravenhage; den heer H. Veentjer, Rotterdam; den heer C. Lobach, De Bilt; den heer Joh. D. Hüvers, Rotterdam; den heer J. H. Langenberg, Eibergen.
i?
m 15
Verticaal: 1. Een kade waar de schepen gekield worden — 2. jaargetijde — 3. voor iemand uitgaan — 4, opsluiting — 6. naar de zijde van den rug — 8. in oogenschouW nemen — 9. op de natuur betrekking hebbend — 12. vrije dagen — 13. bekend Italiaansch dichter — 15. lade voor kachelvuil — 16. titel van vorsten — 17. niet in het bezit zijn van.
ONZE FILMPUZZLE -. VERGELIJKINGSRAADSEL (a- -b- _c -f (d-e) + (f-g-h) + (1—m ) = = N. De bc teekenis der letters is als voljjl a = bezwaarschrift b = achting c = schrijfboek d = de Ivrische poëzie. e = landbouwgereedschap 1 = gedeelte van cen molen R ~ voegwoord 1, = vleugel — linnengoed i 1 =: persoonlijk voornaamwoord
(i-i-k)
k -
meisjesnaam = meisjesnaam meisjesnaam, N = de naam van een filmster. 1
Wij stellen cen hoofdprijs van ƒ 2.50 en tien filmfoto's beschikbaar om te verdeden onder de goede oplossers. Antwoorden in te zenden vóór 5 October aan Dr, Puzzelaar, Galfjewater 22, Leiden. Op enveloppe of briefkaart a.u.b. duidelijk vermelden: Filmpnzzle 5 October.
Deze puzzle kan tegelijk met de anderen ingezonden worden, dorh liefst op een apart velletje papier.
De troostprijzen vielen ten deel aan; mejuffrouw T. Massar, Arnhem; mejuffrouw T. Emans, Rotterdam; mejuffrouw Zr. A. van Schie, 's-Gravenhage; den heer F. J. F. Arnoldus, Amsterdam; den heer E. van Kleef, Amsterdam; den heer E. H. de Haan, Zeist; den heer Chr. Wijbrans, 's-Gravenhage; den heer H. Snijders, Waalwijk; den heer A. Kuyte, Rotterdam; den heer C. Span, Hilversum.
ONZE PRIJZEN. Voor goede oplossingen op iedere puzzle, rebus, probleem, enzoovoort, stellen wij een prijs van ƒ 2.50 benevens vier troostprijzen beschikbaar. In totaal dus deze week 5 prijzen van ƒ 2.50 elk en 20 troostprijzen. DE OPLOSSINGEN op de in dit nummer voorkomende puzzles, enzoovoort, gelieve men vóór 5 October in te zenden aan Dr. Puzzelaar, Galgewater 22, Leiden. Op enveloppe of briefkaart vermelde men duidelijk: Oplossingen Zoek en Vind 5 Oct.
HHWi EEN COMPLEET VERHAAL Er was in den kring der wederzijdsche kennissen heel wat te doen geweest toen Gerald Leids met zijn knappe secretaresse ging trouwen. Bijna allemaal hadden ze het hoofd geschud en voorspeld, dat het „natuurlijk" toch niet goed zou gaan. Ze hadden talrijke argumenten aangevoerd voor hun sombere beweringen. In de eerste plaats was de sfeer op een kantoor hèèl anders dan die in een huishouden. En dan: Phyllis mocht een heel goede secretaresse zijn, maar goede secretaressen werden maar zelden goede huisvrouwen, en een meisje dat er aardig genoeg uitzag om haar baas het hoofd op hol te kunnen brengen, zou er zeker maar weinig voor voelen om haar verdere leven aan de zorgen van een huishouden te wijdenl Natuurlijk kwamen deze profetieën ook den beiden jongen menschen ter oore. Gerald moest er hartelijk om lachen, en terwijl hij kwasi-bestraffend zijn wijsvinger tegen Phyllis ophief, zei hij: ,,Je bent een schaamtelooze flirt! Je hebt je positie misbruikt om mij in de val te lokken! Ik zal goed uit mijn oogen moeten kijken. Miss Garders van de boekhoudafdeeling heeft het gezegd, en diè kan het natuurlijk weten. Ze is er vast van overtuigd, dat je van de zeven avonden per week er maar hoogstens één thuis zal zijn. Alle andere avonden ga je dansen of naar partijen . . ." Phyllis' oogen drukten meer verontwaardiging dan lust tot lachen uit. „Zoo'n leelijke kat!" zei ze. ,,lk geloof, dat ze zélf een oogje op je had. Ik herinner me nog haar gezicht, toen onze verloving op kantoor bekend werd. Ze keek me aan met een paar oogen alsof ze me wilde opeten. - Heb jij. . . heb jij haar ooit aardig gevonden, Gerald?" vroeg ze plotseling, blozend. Haar man begon hartelijk te lachen. „Natuurlijk. . . Ik vond haar het aardigste meisje, dat ik ooit heb leeren kennen. Het was alleen haar eigen theorie, die mij voor een noodlottigen stap behoedde. . ." „Haar eigen theorie?" vroeg Phyllis verbaasd, en met iets van achterdocht in haar stem. „Ja zeker. . . Dat je nooit met een aardig meisje moet trouwen, omdat die je minstens zes van de zeven avonden alleen laat zitten, omdat ze gaat dansen en zoo. . ." Phyllis begon te lachen. „Plaag," zei ze. En toen, opeens ernstig: „Vrouwen kunnen soms zoo afschuwelijk zijn. . . Vooral wanneer ze een andere vrouw haar geluk niet gunnen. . ." „Ik zou .me er maar niets van aantrekken, als ik jou was. Zoo slecht hebben we het geen van beiden getroffen, is het wel?" Een innige blik uit haar oogen bevestigde zijn woorden. Gerald keek naar de klok. „Hemel, liefste, het is al halfnegen! Ik moet me haasten! Vandaag komt mijn nieuwe secretaresse, en ik dien dus wel op tijd te zijn. Ze zal natuurlijk wel weer beginnen met een heeleboel fouten en onhandigheden." „Een nieuwe secretaresse? Hoe ziet ze er uit?" „Poeh. . . nou vraag je me nogal iets! Ik heb haar nauwelijks aangekeken. Ze komt vanmorgen voor het eerst. Het leek me wel een handig meisje, en ze had goede getuigschriften. — Kom je vandaag nog naar de stad?" „Ik weet het nog niet," zei Phyllis langzaam. „Ik zal je wel telefoneeren als ik kom." Ze sloeg hem gade terwijl hij snel den weg afliep naar den trein, en voor den eersten keer voelde zij zich onrustig en gejaagd. Natuurlijk — ze was niet jaloersch; ze vertrouwde Gerald volkomen — maar wat voor soort meisje was die nieuwe secretaresse van hem? Peinzend zat Phyllis voor het raam. Natuurlijk was zij van Gerald gaan houden. Welk meisje zou dat niét hebben gedaan? Hij was zoo verschrikkelijk aardig en voorkomend — en misschien had zij wel bijzonder aardige Heeren gedragen en extra hard gewerkt, en zijn bureau altijd keurig in orde gehouden en er
steeds versehe bloejnen op gezet - maar dat alles had zij gedaan omdat zij hem wilde helpen, en niet omdat zij „vues" op hem had, zooals die kat van de boekhoudafdeeling had beweerd! Ze slaakte een zucht. Ze zou die nieuwe secretaresse toch wel graag eens willen zien. Natuurlijk - Gerald moest bloemen op zijn bureau hebben, maar het was toch geen prettige gedachte, dat iemand anders dan zij ze er zou neerzetten. . . Gedurende haar gebruikelijken dagelijkschen gang langs de winkels om inkoopen te doen, kwam er een groot verlangen in haar op om even Geralds stem door de telefoon te hooren. Ze vroeg bij den kruidenier of zij mocht opbellen en draaide het nummer van het kantoor. De telefoniste kwam aan het toestel. „Ik zou graag Mr. Leids willen spreken," zei Phyllis. „Ik zal u even verbinden. . ." Er klonk een kort klikje en toen zei er een andere vrouwelijke stem „Ja. . . ?" „Ik wilde Mr. Leids even spreken," zei Phyllis weer. „Het spijt me, maar mijnheer is op het oogenblik niet aanwezig. Hij is de stad ingegaan. Met wie spreek ik? Kan ik de boodschap misschien aannemen?" Phyllis haalde diep adem. De stem klonk laag, en er was een lichtelijk gevolleerde klank in, die haar hart plotseling sneller deed kloppen. Hel was natuurlijk de nieuwe secretaresse, maar zij wilde zich zekerheid verschaffen. ,,Wie is u?" vroeg zij. „Ik ben de secretaresse van Mr. Leids. Kan ik hem de boodschap overbrengen?" „Neen, dank u," zei Phyllis langzaam, maar beslist, en legde den hoorn op het toestel. De namiddag kroop traag en als op looden voeten voorbij. Waar zij ook heenkeek, overal zag zij het kantoor, dat zij zoo goed kende. Geralds bureau stond bij het raam. Er tegenover bevond zich de deur, die toegang gaf tot het kamertje, waar de secretaresse zat en waardoor alle bezoekers die er voor Gerald kwamen moesten passeeren. Ze had daar hard gewerkt om Geralds zaak groot te helpen maken. — Zou
EEN KOOPVROUWTJE OP MADEIRA. — M. —
de nieuwe secretaresse er ook zoo over denken? vroeg zij zich af. Er was totaal geen verandering aan Gerald op te merken toen hij dien middag op den gebruikelijken tijd, even na zes uur, thuiskwam. Hij omhelsde Phyllis zooals gewoonlijk. „En lieveling, heb je nog nieuws?" vroeg hij. „Neen," zei ze lachend. „Er is hier niets gebeurd." Hij wierp een snellen blik op haar. „Iemand heeft me opgebeld, terwijl ik even de stad in was, en wilde de boodschap niet afgeven. — Ben jij het soms geweest?" „Ja. — Gerald, ik voelde me wat verlaten . . . Ik had je zoo graag even gesproken." Hij sloeg zijn armen om haar heen. „Arm klein meisje! Je woont hier misschien wat te eenzaam. Waarom ben je vanmiddag niet naar de stad gekomen om een nieuwen hoed of zooiets te koopen? Dan hadden we samen thee kunnen drinken en waren die nare gedachten wel op de vlucht gegaan." „Verleider. . . Ik heb juist een nieuwen hoed noodigl Misschien dat ik morgen kom." Het was niet vóór aan het ontbijt den volgenden ochtend, dat Phyllis hem de vraag stelde, die op haar lippen had gebrand sinds hij den vorigen middag thuis was gekomen. ,,En hoe gaat het me je nieuwe secretaresse?" Hij keek op van de courant die hij zat te lezen. ,,Hé? O, de nieuwe secretaresse? Eh . . . goed. Ze heeft haar werk snel en secuur gedaan. Ze lijkt me werkelijk een aanwinst." Phyllis beet op haar lip. Hoe écht iets voor een man, om haar precies alles te vertellen, behalve hetgeen zij juist zoo graag wilde weten. „Maar hoe ziet zij er uit? Hoe heet ze?" Hij legde met een zucht zijn courant neer. „Hoe ze heet? O, Marlene. Ja, Mariene Windsor." Wat een absurde naam voor een secretaresse! Marienel Ze zou natuurlijk allerlei allures aannemen. „Is ze donker?" Er kwam een grijns op Geralds gezicht. „Ja, donker. En ze heeft verbazend mooie oogen. Maar je hoeft je niet ongerust te maken, hoor! Je weet, dat ik aan blondjes de voorkeur geef," zei hij lachend, met een blik op Phyllis' blonde krullen. Maar Phyllis lachte niet. Er kwam plotseling een waas voor haar blauwe oogen. Ze dacht weer aan die lichtelijk gevolleerde, lage stem door de telefoon. Wèèr zag zij het kantoor van haar man, maar dit keer was er een nieuwe gedaante in — een verleidelijk, donker schepsel — Mariene! Ze probeerde iets te zeggen, maar het was alsof er een brok in haar keel zat. Gerald, die zag hoe haar oogen vochtig begonnen te worden, keek haar verbaasd, maar ook eenigszins geamuseerd aan. „Hé, ik geloof werkelijk, dat je jaloersch bent," zei hij. De jampot stond vlak bij Phyllis' hand. Een wild verlangen om hem Gerald in zijn lachend gezicht te gooien kwam in haar op. Maar in plaats daarvan stond zij vlug op en snelde naar haar kamer boven. Daar verborg zij haar brandend gezicht in de zachte kussens van haar bed, en begon hartbrekend te huilen. . . Even' later klonk Geralds stem beneden uit de hal. „Phyl. . . Kom nu beneden! Stel je niet zoo aan! Ik beken, dat ik erg onaardig ben geweest, Phyl. . ." Toen hoorde zij hem op de trap en even later werd de knop van de slaapkamerdeur omgedraaid. Maar zij had de deur op slot gedaan. „Phyllis, kom nou! Doe niet zoo dwaas! Doe de deur openl" Ze drukte haar gezicht alleen maar dieper in de kussens . . .
Weer hoorde ze zijn voetstappen op de trap, maar dit keer gingen ze naar beneden. Toen hoorde ze de voordeur, het knarsen van het tuinhekje. . . Hij was weg. . . naar Marienel Ze was alleen... Er is meer dan een grein waarheid in het aloude gezegde, dat afwezigheid in de liefde haar klaar en stralend houdt. Het duurde dan ook niet lang, of Phyllis was het volkomen eens met de omschrijving, die Gerald van haar gedrag had gegeven. Ze was inderdaad dwaas geweest, en ze hèd zich aangesteld. Ze had werkelijk idioot gedaan door weg te loopen en boven op haar bed te liggen huilen. Alleen omdat Gerald een nieuwe secretaresse had, die zij nog niet had gezien! Alsof Gerald, hear Gerald ook maar naar een ander meisje kijken zou . . . Ze doorliep haar kleine, geriefelijke huisje Alles wat zij er zag, herinnerde haar aan Geralds liefde voor haar. Het kleed in de eetkamer, dat veel duurder was geweest dan zij zich hadden kunnen veroorloven . . . Ze hadden het alleen gekocht omdat zij het zoo mooi had gevonden! De Japansche prenten, die zij had willen hebben! De fraaie hangkast met de practische hangers voor haar jurken en mantels. De albasten schemerlamp, waar zij direct zoo'n zin in had gehad, toen ze haar had gezien. . . Ze gebruikte een haastig ontbijt. Toen trok zij haar mooiste, nieuwe japon en mantel aan, dekte alvast de tafel voor den avondmaaltijd en haastte zich naar het station. Gerald had gezegd, dat zij in de stad een nieuwen hoed moest koopen. Als zij dat deed zou ze hem kunnen toonen, dat zij spijt had van haar dwaze gedrag van dien ochtend . . . Ze ging naar Madame Delrose. In de eerste plaats had die altijd goede modellen, die haar stonden, en in de tweede plaats kende deze haar, zoodat zij den hoed zou kunnen laten opschrijven. Het was slechts een klein zaakje. Madame zelf was de stuwende kracht, die niet alleen de modellen ontwierp, maar de klanten gewoonlijk ook zelf hielp. Toen Phyllis kwam, merkte zij, dat madame er niet was en dat de verkoopster juist bezig was met een klant. „O, ik heb geen bijzondere haast," zei Phyllis, in antwoord op de verontschuldiging van de verkoopster. ,,lk kan wel wachten tot u klaar is." Ze ging op een der kleine, vergulde stoeltjes zitten en nam de omgeving eens op. Het meisje, dat juist geholpen werd, paste een prachtig allercharmantst rose zijden hoedje op. Het was een lang, donker meisje. Het rose hoedje stond heel goed op het donkere, zwarte haar. Voor den grooten spiegel bleef zij talmend staan, het hoedje telkens iets verzettend en het dieper in de oogen trekkend. „Hij is misschien een beetje groot voor u," zei de verkoopster. „Maar we kunnen hem gemakkelijk verkleinen." Het meisje schudde het hoofd. „Dat is niet noodig," zei ze. „Ik zal hem zóó nemen." Phyllis vond het jammer, dat de hoed verkocht werd. Ze was er van overtuigd, dat hij haar buitengewoon goed zou hebben gestaan. Rose was haar kleur — die kwam goed bij haar blauwe oogen. Het donkere meisje zou beter groen of rood kunnen dragen. Maar Phyllis kon haar dat natuurlijk moeilijk zeggen. Ze keek eens rond, ten einde te zien of ze misschien een ander hoedje kon ontdekken, dat haar leek. „Dat is dus twee guineas," hoorde zij de verkoopster zeggen. „Schrijft u het alstublieft op," zei het donkere meisje, in haar taschje zoekend en er een visitekaartje uithalend. „Dit is de naam." De verkoopster nam het kaartje aan en bekeek het. Een oogenblik leek zij te aarzelen. Toen ging zij naar een lessenaar achter in den winkel en sloeg er een boek op. Phyllis glimlachte. Het geval leek haar min of meer amusant. „Madame Delrose is uit," zei de verkoopster. ,,lk zie, dat Mr. Leids een rekening heeft, maar misschien," voegde zij er wat aarzelend aan toe, „wilt u toch even teekenen voor den hoed." Er kwam een wanhopig gevoel over Phyllis. Gedurende een paar afschuwelijke seconden kon zij niet eens ademhalen. IJzige vingers schenen zich om haar hart te leggen.
MANNEN IN DE EERSTE LINIE Wie Kingsley Wood (om hem de eer te
of een advocaat met een uitgebreide praktijk.
we
Als advocaat is hij zijn loopbaan begonnen.
hem voluit Sir Kingsley Wood noemen)
Zijn scherpe geest, actieve aard, prettige ma-
geven, die hem
toekomt
moeten
voor het eerst ziet, verwacht niet, dat hij een
nier van met menschen om te kunnen gaan,
zoo verantwoordelijke taak als minister voor
zijn genoeglijke, doch tegelijkertijd meeslepen-
de militaire luchtvaart van het Ver. Koninkrijk,
de manier van in het
op zijn schouders draagt.
brachten hem op den voorgrond.
Sir Kingsley is klein van gestalte, een genoeglijk gezicht, met
oogen,
die
achter
de
openbaar
te
spreken
Hij werd tot Postmaster general, dus hoofd van
den
omvangrijksten staatsdienst, van de
brilleglazen vriendelijk kunnen schitteren, het
Britsche Posterijen, benoemd.
type van een zakenman, dien het goed gaat
toonde hij zich een vooruitstrevend man, die
In
die
functie
door zijn invloed veel weet te bereiken. Daarnaast werd hij
Minister
van
Gezond-
heid, een functie, welke in ons land niet bestaat, doch in Groot-Brittannië wel. Ook hier deed hij goed werk. Toen
Engeland
het
bewapeningsvraagstuk
als een dringende plicht begon te beschouwen en behoefte had aan vooruitstrevende, krachtig-aanpakkende mannen, droeg men hem het Air-ministerschap op. Ook hier bleek hij op zijn plaats. Zijn levendige belangstelling voor alles wat hij te doen krijgt, zijn gemakkelijke manier om met menschen om te gaan, waren ook hier voor hem en voor zijn land van groote waarde. Sir Kingsley is 57 jaar oud, het inspannend werk is hem blijkbaar niet te zwaar, want hij heeft, zooals een Engelsch blad het onlangs zoo typisch uitdrukte, zijn „Cherub face", zijn gezicht van vroolijk kijkend Cherubijntje, nog niet verloren. Blijkbaar kan hij tegen een stootje! L. E. KOS
Alsof zij een of andere fantastische comedie op het tooneel gadesloeg hoorde zij het- donkere meisje lachend zeggen: „O, natuurlijk wil ik dat. . .", zag, hoe zij haar handteekening op een bestelbriefje plaatste en las dat haar naam . . . Mariene Windsor was. . . Toen de verkoopster den hoed in een van die alleraardigste gebloemde doozen had verpakt, waarin Madame Delrose altijd haar hoeden afleverde, was zij, opkijkend, verbaasd te merken, dat de dame, die gezegd had wel te kunnen wachten, snel den winkel verliet en zelfs niet eens omkeek toen zij haar toeriep, dat ze nu direct geholpen zou worden. „Phyllis, lieve hemel, wat is er aan de hand?" Gerald hield de tragische figuur van Phyllis op een armlengte van zich af en keek één en al verbazing naar het bleeke gezichtje en de roodgehuilde oogen van zijn vrouw. Hij was vroeger thuisgekomen dan gewoonlijk en had Phyllis op haar slaapkamer gevonden — een toonbeeld van wanhoop en ellende. Phyllis eerste voornemen was geweest het huis te verlaten voordat Gebald thuis zou komen. Toen had zij besloten te blijven en hem met de hevigste verwijten te overladen. Maar nu het zoover was, nu voelde zij zich absoluut niet in staat om een twist met hem te beginnen en wenschte vóór alles ter wereld dat zij maar was weggegaan. „Wat er aan de hand is?" hijgde ze. „Alleen maar dat ik . . . dat ik alles wéét." „Alles weet? Wèt weet?" „Er was een meisje daar. . . die een hoed kocht." „Wat zou dat?" Phyllis snakte naar adem. Hij wilde het toch
- 15 -
zeker niet ontkennen of het als iets heel gewoons voorstellen? „Ze. . . ze kocht den hoed op jouw rekening." Gerald begon te lachen. — Hij had nog den betreurenswaardigen moed om te lachen! „Ja, dat is zoo! Het was mijn secretaresse. Ik heb haar gestuurd om dien hoed te koopen." Wat een brutaliteit! Wat een grove brutaliteit! Ze had zoo vurig gehoopt, tegen beter weten in, dat Gerald een of ander excuus zou hebben. En nu bekende hij het, ging er prat op en lachte er zelfs om! „Ik geloof, dat ik maar heter kan weggaan," zei ze langzaam. „Niet voordat je hebt gezien, wat ik voor je heb." Hij snelde de kamer uit. Phyllis hoorde het ritselen van papier in de gang en even later kwam hij weer binnen — met den bewusten hoed! „Ik heb haar gestuurd om hem te koopen," verklaarde hij. „Wij mannen kunnen geen hoed uitzoeken — anders had ik het zelf wel gedaan Het is bedoeld als een klein regenboog cadeautje. . ." Ze wierp zich snikkend in zijn armen. „Arm kindje," zei hij troostend. ,,En jij dacht. " „Ja, ik dacht. . ." Hij lachte andermaal, gelukkig, opgelucht. . . „Zet hem eens op," zei hij toen. „Alles is nu toch weer goed?" Ze knikte en lachte door haar tranen heen. „Vind je je regenboog-cadeau mooi?" Ze was beziq voor den spiegel. „Prachtig!" prees ze. „Maar wat is een regenboog-cadeautje?" „Een cadeautje, dat gegeven wordt na een regenbui," lachte hij, op haar betraande oogon wijzend.
EERLLpUUKT („BEG, BORROW OR STEAL") Ingraham Steward ..... Frank Morgar Joyce Steward Florence Rici Bill Cherau John Bei Mrs. Agatha Steward .... J^net Beechei Von Giersdorff Herman Sing Lelevre Erik Rhodei Izmanov George Givo Lord Braemer E. E. Cliv( Horace Miller Tom Rutherfurc Mn. Miller Cora Witherspoon Clifton Summitt Reginald Denny Saicha Vladimir Sokololl Mr Miller Harlan Brigg: Regie: William Thiele Metro Goldwyn Mayer-film
Bill Cherau (John Bea en Joyce Steward (Flo rence Rice).
<^JHB^. ^^Hj^ ^1
Thuis, dat wil zeggen in Amerika, | is Joyce Steward, een knap ImW pulslef meisje, verloofd met den nogal stijven, conventioneelen Ho race "*~» l-Wk ^/''"er' zoon van den meest l^g prominenten bankier uit de stad. De moeder van Horace voelt zich nog> ^ al, en haar neerbuigende manier van optreden tegenover Agatha Steward, de moeder van Joyce, hindert deze laatste zoo, dat zij de Millers ten einde raad een brief voorleest van haar echtgenoot Ingraham, die aan de Riviera woont en die zijn eigen familie In geen vijftien jaar heeft gezien. In dezen brief schrijft Ingraham Steward, dat het hem spijt, dat hij niet tijdig genoeg van het voorgenomen huwelijk van zijn dochter kennis ge kregen heeft om het in zijn palels aan de Riviera te kunnen doen plaats vinden. Tot groote verwondering van Agatha slaat Mrs. Miller er op, dat men Stewards uitnoodiglng aanneemt en het heele gezin naar zijn kasteel zal gaan voor de bruiloft van Joyce en Horace.
/ ^^ nH ^
Intusschen merken wij echter, dal Steward in Monte Carlo niets anders dan een beminnelijke oplichter is, die zijn geld verdient met het verkoopen van minderwaardige schilderijencopieën als klassieke meesterwerken aan schatrijke Amerikaansche toerisler Zijn compagnons zijn al even charmant en onbetrouwbaar als hl, Omdat nu Steward tegenover zijn familie altijd gedaan heeft cl hij een zeer achtenswaardig beroep uitoefende, is hij zeer ontsteld te hooren, dat zijn vrouw en dochter samen mei de Millers hun Intrek zullen nemen op het kasteel, waar hij hen wel Is waar had uitgenoodigd, maar dat niet van hem is. Om zich uit de moeilijkheden Ie redden, huurt hij dan een kasteel van Lord Brae mer, die zelf op jacht is in Schotland, Men deelt Steward med«, dat dit kasteel aan de zorgen van Bill Cherau is toevertrouwd, een jongen Franschman, die zijn opvoeding in de Vereenigde Staten heeft genoten. Deze Bill stemt er na eenig aarzelen in toe om
Steward zijn plannetje Ie laten uitvoeren. Natuurlijk zijn de Stewards en ook de Millers heel erg onder den indruk van hel prachtige kasteel. En wat niet minder belangrijk is: Bill wordt onmiddellijk tot over de ooren verliefd op Joyce. Steward introduceert zijn compagnons als menschen van hoogen adel, maar achter den rug van zijn bezoekers heeft hij heel wat met hen. te stellen om hun te beletten, de bezittingen van het kasteel te verdonkeremanen en den goedgeloovigen Millers geld af te zetten. Den dag vóór het huwelijk komt Lord Braemer onverwachts uit Schotland terug, en Bill overreedt hem om zijn plannen ten opzichte van Joyce niet in de war te sturen. Braemer besluit op het kasteel'te blijven en te doen of hij Bill een bezoek brengt. Hij maakt daarbij bekend, dat Bill de werkelijke eigenaar van het kasteel is en een geboren graaf. Joyce, die wel begrijpt, dat Bill desondanks niet rijk is, beantwoordt niettemin zijn avances en stemt er in toe om met hem te trouwen. Maar dan komt er een van de rijke toeristen, aan wien Steward een waardeloos werk verkocht heeft, terug om hem er over aan te spreken. Om Steward te redden verwisselt Bill de waardelooze copie voor een der echte schilderijen van het kasteel en kalmeert aldus den verbolgen toerist. Steward is nu natuurlijk bang, dat Bill in moeilijkheden zal komen, wanneer de echte eigenaar van het kasteel terugkeert — hij weet natuurlijk, dat Bill slechts de zprg over hel kasteel heeft — en bekent hem, dat hij een oplichter is. Hij voegt er aan toe, dat hij van plan is zijn practijken op te geven als zijn dochter maar eerst getrouwd is en geen geld meer van haar vader noodig heeft. Joyce hoort toevallig deze conversatie en beschouwt het nu als haar plicht den rijken Horace te trouwen. Joyce weigert Bill te zien en verklaart haar plotseling besluit om Horace te trouwen niet aan hem. Maar de vrienden van Steward hooren Bill zeggen, dat hij dat huwelijk tusschen Joyce en Horace wel zal verhinderen — hetgeen zij thans op hun beurt probeeren hem te beletten, Intusschen arriveert er op het kasteel een detective, op zoek naar een van de oplichters, van wien hij echter niet weet, ho« hij e» uit ziet. En de vrienden van Steward doen den detective gelooven, dat Bill de man is, dien hij moet arresteeren. Aldus zit op hel oogenblik, dat de bruiloft gevierd zal worden. Bill in verzekerde bewaring en probeert vergeefs te betogen, dat hij geen oplichter, maar de graaf de Cherau is. Dan wordt Steward er zich van bewust, dat zijn dochter werkelijk niet van Horace houdt en 1 aakt alles bekend, waarop het geheel een even voolijk als onverwacht emde neemt.
Hn. Agatha Steward (met Beecher), Ingra fcatn Steward (Frank ^ organ) en hun dochter Joyce.
Eindelijk gelukkig, (Jol Beal, Florence Rice en Frank Morgan).
e^H^f^C^
sfsUUUJMM
JLi MJ JLIJLIJLVJLI kJ 101 JJ m m WAT DOEN WE MET OVERGEBLEVEN AARDAPPELEN ? R" egelmatig komen er in de huishouding koude aardappels voor. Wat doen we daarmee? Men kan ze weer opwarmen by de versehe aardappels, maar deze methode heeft weinig aanhangers, daar het niet bijzonder smakelijk is. Verder zijn er de gebakken aardappels en de puree, maar de huisvrouw zoekt toch naar nog meer manieren om van haar overgebleven aardappels een smakelijk hapje te maken. We willen U dan eerst eens vertellen hoe u de puree bijzonder smakelyk kunt krygen. U maakt op de gewone wijze puree met melk, boter en noot, en doet er dan nog een ei door: eerst de dooier en daarna het geklopte eiwit, terwyl u dan het schoteltje nog even in den oven zet. Bovendien zijn er nog andere manieren om puree te maken, zoodat men een heel ander smaakje krygt. In plaats van melk, boter en noot, kan men ook azyn, water en boter nemen. Een verrukkelijk schoteltje krijgt men ook wanneer men or een gefruit uitje en wat kerrie door doet. - U kunt dus op vier verschillende
EEN PAAR IDEETJES OM OUDE JAPONNEN OP TE KNAPPEN 1. Japon van grijsblauw foulard met kersroodc. donkerbla|iwe en ivoorklcurige motiefjes bedrukt. Daar er met het voorpand een ongelukje was gebeurd, heeft men er een reep ivoorkleurig foulard ingezet. Kraag en manchetten van dezelfde stof. Ceintuur van kersrood leer. Benoodigd: 3 m. van 0.90 m. br. 2. Een japonnetje van donkerblauwe wollen stof wordt opgeknapt door de mouwen en een gedeelte van het lijfje te vervangen door bedrukt tussor, rose, donkerblauwe en groene bloempjes op een grijs fond. Benoodigd: effen; 2.30 m. van 1.40 tn. br.: bedrukt: 0.60 m. van 0.90 m. breed. 3. Dit oude japonnetje van roode wollen stof wordt heelcmaal opgefrischt door een ingewerkt voorstuk. dat versierd is met ingerimpelde strecken van wit organdt. De lange mouwen werden verkort en de aldus verkregen stof werd gebruikt voor de breede ceintuur met de doorgestikte randen. Beooodigd- 2.50 m. van \A0 m. breed Van deze modellen zijn bij de administratie van dit blad geknipte patronen verkrijgbaar tegen den prijs van ƒ 0.60 PT stuk.
manieren puree serveeren, wat bij de huisgenooten zeker in den smaak zal vallen! Voorts kan men de aardappels tot croquetten verwerken. U maakt 500 gram gekookte aardappelen fyn, vermengt ze met 30 gram gesmolten boter, de dooiers van twee eieren, wat nootmuskaat en zoo noodig wat zout en ten slotte het styfgeklopte wit van de eieren. Van dit mengsel maakt men balletjes, die men even door bloem en paneermeel haalt en dan in heet frituurvet vlug bruin bakt. Een heerlijk hapje bij de koffietafel verkrijgt men wanneer- men aardappelpuree vermengt met geraspte kaas, gehakte peterselie, fijngesneden ham of iets dergelijks, en dit mengsel in schelpen doet, er wat paneermeel en een klontje boter oplegt en er in den oven vlug een bruin korstje aan geeft. Van ditzelfde mengsel kunt u ook aardappelkoekjes maken. U vormt er dan kleine koekjes van, die u even door paneermeel haalt en vervolgens in de koekepan bakt. Als u uw overgebleven aardappelen op een onmerkbare wyze wilt laten „verdwijnen", dan kunt u ze heel goed in stamppot verwerken, in huzarensla of in jachtschotel en dergelijke. Voor dit laatste gerecht heeft u ongeveer 750 gram koude aardappels noodig en bovendien nog ongeveer 300 gram
vleeschresten. Van de aardappelen maakt u weer met melk, boter of vet van jus en noot puree. U snippert een ui en bakt dien, waarna u er het vleesch aan toevoegt, benevens 1 dl. verdunde jus of bouillon en wat kruiden, zooals laurierblad en kruidnagels. U laat het mengsel dan even stoven tot het goed van smaak is en zacht. Dan legt u de puree en het vleesch laag om laag in een vuurvasten schotel, doet er wat paneermeel en een paar klontjes boter op en geeft er in den oven een bruin korstje aan. Wist u ten slotte, dat de bekende aardappelsla bijzonder lekker wordt, wanneer u haar met mayonnaise klaarmaakt, en dat u er bovendien nog allerlei restjes van groenten, vleesch en visch of gewone rauwe sla door kunt mengen? Probeert u het eens! Zoo, we gelooven dat u nu uw huisgenooten op een eindeloos aantal variaties in aardappelgerechten kunt vergasten, en — dat ze het zeer op prijs zullen stellen! WEEKMENU. Rollade, aardappelen en spinazie; drie-in-de-pan. Dinsdag: Groentesoep; kond vleesch, aardappelen en zoete appeltjes. Woensdag: Saucijsjes, aardappelen, Chineesche kool; gort met pruimen. Donderdag: Gebqkken kalfslever, aardappelen en gestoofde bieten; schuimomelette. Vrijdag:: Gebakken visch en aardappelen; Limburgse he vla. Zaterdag: Stamppot van andijvie met varkenslapjes; koff iepudditig met vanillesaus. Zondag: Bruine ragoütsoep; kalfsfricandeau, aardappelen en prinsesseboonen; abrikozenpudding met room. Maandag-:
RECEPTEN UIT HET WEEKMENU Hoeveelheden voor 4 personen. Chineesche kool. Benoodigd: 2 struiken kool, zout, 1 d.L. melk, bloem, 50 gram boter, nootmuskaat. Bereiding: De kool snipperen (schaven), wasschen en opzetten met zooveel kokend water en zout, dat de kool half onder staat. Kooktyd der kool ongeveer een uur. De kool daarna afgieten en stoven met boter. De melk toevoegen,en binden met aangemengde bloem. Het gerecht op smaak afmaken met nootmuskaat. Bruine ragoütsoep. Benoodigd: 1 L. geurige bouillon (van 300 gram schenkelvleesch en kruiden), ui, wortel, peterselie, tijm, foelie, peperkorrels, 1 stukje Spaansche peper, 40 gram boter, 40 gram bloem, ongeveer J^ eetlepel soja, 50 gram kalfsgehakt. Bereiding: Fruit de kruiden in de 40 gram boter. Doe dan de bloem er bij en fruit deze mee, tot ze bruin van kleur ziet. Voeg dan met kleine hoeveelheden tegelijk den bouillon toe, terwijl men de massa steeds goed roert en even door laat koken. Laat de gebonden soep ongeveer 14 uur zachtjes trekken en zeef haar dan. Maak van het gehakt op de gewone wijze kleine balletjes en kook deze apart gaar. Voeg ze bij de gezeefde soep en maak het gerecht op smaak af met soja.
In tegenstelling met zijn bloedverwant de hazelmuis, brengt de eekhoorn den winter niet slapende door, maar hij voelt er toch niet veel voor om iets uit te voeren wanneer het koud is. En omdat hij geen winterslaap houdt, heeft hij voedsel noodig om het tot de lente in het land komt te kunnen uithouden. Er zijn gevallen bekend van eekhoorns, die zich des winters met kleine vogels en hun eieren gevoed hebben, daar hun voorraad eten niet voldoende was om het er tot het voorjaar op te kunnen uithouden.
HOE VAAK SLAAT UW HART? Het aantal keeren, dat1 ons hart per minuut klopt, hangt af van onzen le-lltijd en van 't feit, of wij van het mannelijk of vrouwelijke geslacht zijn. Bij een pasgeboren kind klopt het hart ongeveer 130 ä 140 keer per minuut; wanneer het circa een jaar oud is, wordt dit aantal teruggebracht tot 120 è 130. Een jaar later is het 105 keer, en wanneer het eenmaal drie jaar is, klopt het hart nog slechts 100 keer per minuut. Bij vier jaar is dit getal 97 geworden, en van vijf tot tien jaar ongeveer 90. Op tienjarigen leeftijd is het aantal slagen tot 78 gereduceerd, en van vijftien tol vijftig jaar klopt het van 70 lot 72 keer per minuut. Op zestigjarigen leeftijd neemt het aantal slagen per minuut weer toe tot 74, maar op tachtigjarigen leeftijd wordt -het weer teruggebracht tot 70, waarna het langzamerhand toeneemt tot ongeveer 80. Ook de grootte van ons hart hangt af van onzen leeftijd — hetgeen vanzelfsprekend begrijpelijk is — en van de' omstandigheid of wij van het mannelijk of vrouwelijk geslacht zijn. Het hart van een volwassen man weegt ongeveer een vijfde meer dan dat van een vrouw. Indien ge een ruw idee wilt hebben van de grootte van uw hart, kijk dan naar uw saamgeknepen hand. EEN DOODE KONINGIN GEKROOND nes de Castro, de vrouw van Pedro I van Portugal, was in het geheim gehuwd en werd door haar schoonvader Koning Alfonso vermoord. Pedro was toen slechts Prins. Na Alfonso's dood liet Pedro het lichaam van zijn vrouw opgraven en in volle staatsie kleeden, om haar daarna te doen kronen. Hijzelf stond naast het lijk, en de edelen werden verplicht de doode koningin hun eerbewijzen te brengen door haar hand te kussen. Toen de plechtigheid voorbij was, werd het lichaam weer In het graf geplaatst. Deze gruwelijke ceremonie vond in het jaar 1357 plaats. EEN WERELD IN WORDING In het sterrenbeeld, dat de astronomen Canes Venatici noemen, bevindt zich een nevelachtige wolk, die gefotografeerd kan worden met behulp van een zeer grooten telescoop. Het duurt elf uur eer de opname voldoende belicht is en wanneer men ze daarna vergroot heeft, kan men er op zien wat men gewoon is een spiraalnevel te noemen. Deze spiraalnevel heeft uiterlijk wel iets van een „draaikolk" weg. Hij schijnt uit snel wentelende gasmassa's te bestaan, die zich verdichten tot bollen of knoopen. Sommige sterrenkundigen f meenen, ■ dat dit een werkelijk universum is, ongeveer als onze Melk-
De bioscoop gaal uit. Goede deleclive-film. Bezoekers zijn opgewonden en warm. Jassen aan, kragen op . . .
DE MEISJES-PADVINDERS e organisatie der Meisjes-Padvinders werd in het jaar 1915 door Lord Baden Powell opgericht. Er zijn thans over de heele wereld één millioen driehonderdduizend meisjes bij aangesloten.
D
HET IS EEN ZONDERLINGE WERELD IET ZEKER VAN ZICHZELF. - Een jongeman, die dienst wilde nemen in het Engelsche territoriale leger, werd aangezegd, dat men hem wel hebben wilde, doch dat hij uit den dienst ontslagen zou worden, indien hij bij een echtscheidingsgeval betrokken zou worden. De sollicitant trok zich toen maar liever terug.
N
Een wereld in wording.
De spiraalnevel in het sterrenbeeld ('aties l'enatni, in het Nederlandseh Jachthonden geheeten. De afstand tot de aarde bedraagt 1.100.000 lichtjaren, hetgeen bcteekent, dat het licht, hetwelk door dezen spiraalnei'el wordt uitgezonden, 1.100.000 Jaren noodig heeft om ons te bereiken. Hoe geweldig dus de afstand is, die ons Tan dit unh'ersuni scheidt, kan men gemakkelijk nagaan, daar het lii hl petseconde 300.000 Km. aflegt. weg, dat zich in staat van wording bevindt. Met andere woorden: ze gelooven, dat het het begin is van een „heelal", dat later uit talrijke groepen sterren zal bestaan. De afstand van onze aarde bedraagt circa 1.100.000 lichtjaren. Voor het bloote oog is deze spiraalnevel onzichtbaar. PROVIAND VOOR DEN WINTER. Ten einde over voldoenden proviand tijdens den winter te beschikken, brengt de eekhoorn een groot aantal noten bijeen, die hij opbergt in de holte van een boom of in iets dergelijks.
De families Boom en Bloemsma gaan samen naar huis. Het zijn naaste buren.
ZIJN SCHOENEN OPGEGETEN. - Door een paar sandalen op te eten, heeft een boer uit Demir Dree, Turkije, een weddenschap gewonnen van ongeveer twee gulden. Hij sneed zijn sandalen in kleine stukjes, bakte die een uur lang in de boter en werkte ze toen naar binnen. Naar zijn gezicht te oordeelen moet het hem nog gesmaakt hebben ook. SCHERP VAN REUK. - Een oude Neger uit Knoxville, Tennessee, wandelt door de straten en snuift de lucht op ten einde gaslekkages te ontdekken. Voor ieder lek, dat hij op die manier aanbrengt, betaalt de gasfabriek hem een kleine vergoeding. WAAR BLIJVEN ZE? - Er zijn talrijke fabrieken op de wereld, die spelden vervaardigen. Alleen in Birmingham worden er iedere week 500.000.000 gefabriceerd en afgeleverd. Daar spelden niet breken of verslijten, lijkt de vraag gewettigd, wat de wereld met al die spelden doet. — Ze verdwijnen eenvoudig tegelijk met allerlei afval! EEN NIEUW RECORD. - Tijdens een der jongste reizen van de Normandie werden er aan boord veertien verstekelingen ontdekt ^it beteekende een nieuw Atlantisch record!
Gelukkig dat m'n vrouw een paraplu bij zich heeft, anders was het morgen weer hoesten ,..
- 19 -
Paraplu is goed, maar een Wybertje is beter. Alsjeblieft! Met hel grootste hondenweer blijf je met Wybertjes nog fit.
PETER ter Harnet stond in het midden van Ie breede trap in zijn tantes huis en -V de keek glimlachend naar boven. De reden van zijn glimlach was een allerliefst jong meisje, dat eveneens op de breede trap stond, een blad met een ontbijt er op — voor Futers tante — in de handen. Dat Peter haar op de trap ontmoette, was geen toeval. „Goeden morgen. Miss Matkin," zei hij. „Goeden morgen, Mr. Harnet," klonk haar antwoord. „Men zegt," vervolgde Peter, voorzichtig probeerend, „dat het ongeluk aanbrengt om iemand op de trap voorbij te gaan." „Ik weet het. Maar ik denk, dat we het wel riskeeren kunnen, nu u.... eh.... nu we eenmaal zoover gegaan zijn? Of," voegde zij er ietwat uit de hoogte aan toe, „of u zou liever moeten teruggaan." „Dat is onmogelijk," antwoordde Peter vastberaden. Miss Sylvia Matkin nam hem belangstellend op. Dat wil zeggen: Peter dacht dat zü het deed, omdat hy er aan gewoon was, dat aardige meisjes hem op die manier opnamen. En Miss Matkin was aardig! „Waarom is het onmogelijk?" vroeg zij. „Een kwestie van gevoel," beweerde Peter. „U begrypt zeker wel wat ik meen?" „Ik ben bang van niet!" ,,De kwestie is," zei Peter hoopvol, „dat ik het nog niet met mezelf heb uitgemaakt of ik u een kus zal geven ja dan neen." Sylvia Matkins eenige antwoord was, dat zij verder de trap begon af te dalen. En Peters eenige antwoord was, dat hij zijn arm uitstak om haar tegen te houden. Daar het meisje in het nadeel was, omdat zij haar handen vol had met het blad, stond zy hem toe haar tegen te houden. Peter vond zichzelf hierdoor plotseling kijken in een paar groote, grijze oogen, hèèl mooie en hèèl ernstige oogen, en het volgende oogenblik zou hü haar zeker gekust hebben.... Maar eer hij dit kon doen, had Sylvia zonder meer het blad laten vallen en keerde met leege handen terug naar boven, naar de kamer van zijn tante, Peter ontdaan achterlatend temidden van een massa scherven, een groote, kleverige plek marmelade, en een paar sneetjes geroosterd brood, terwyl de inhoud van een theepot op iedere trede van de trap een miniatuur waterval vormde. In deze allesbehalve heldhaftige positie werd hij ontdekt door de keukenmeid, die hijgend haar domein uit was komen snellen op het onheilspellend geluid der gebroken bordjes en kopjes. „Ik heb een ongelukje gehad," verklaarde Peter, een sigaret krygend en er peinzend mee op den buitenkant van zijn koker kloppend. „Ik bood zuster Matkin aan het blad voor haar naar beneden te dragen, maar liet het onhandig genoeg vallen." Boven op het portaal, voor de deur van de ziekenkamer, stond Sylvia te luisteren en hoorde wat Peter zei. Hoewel ze Peter haatte, zooals ze lederen jongeman zou haten die probeeren wilde haar te kussen, vond ze toch, dat er iets behoorlijks aan zijn gedrag was. Peter kon intusschen in (hetgeen er gebeurd was onmogelijk een soort terechtwijzing zien, en hij besloot daarom Sylvia nog een kans te geven. Hij stelde belang in haar,
1
V:^^^ ofschoon dit hemzelf wel eenigszins verbaasde. Sylvia was ongeveer van zyn leeftijd. Ze was met prachtige aanbevelingen gekomen om zyn tante Jane te verplegen. Hij had eveneens gehoord, dat zy voor dokteres studeerde, en dat zy gedwongen was om gedurende de vacanties uit verplegen te gaan ten einde haar collegegeld by elkaar krygen. Peter vond haar erg aardig — en inderdaad was ze dat ook. Ze had peinzende, groote oogen, een rechten neus en het mooiste blonde haar, dat hy ooit gezien had. Hy was tot de conclusie gekomen, dat het haar oogen waren die het hem gedaan hadden, want ofschoon de rest van haar gezicht er altyd verstandig en ernstig uitzag, was er in haar oojgen altijd zooiets als een ondeugende schittering. In ieder geval was het die ondeugende schittering, dié hem er toe gebracht had, haar op de trap tegen te' houden. Om de schitterende aanbevelingen, die zy had meegebracht, zou hij het nooit gedaan hebben. Zoo gauw hy er de gelegenheid toe kreeg, maakte Peter zyn excuus voor het incident op de trap, en nadien gedroeg hij zich zoo opvallend voorkomend en op een afstand, dat zy werkelijk min of meer vriendschappelijk met elkaar omgingen wanneer hy op bezoek by zyn tante kwam — hetgeen overigens nogal eens gebeurde sinds Sylvia er gekomen was. Peter was rijk, buitengewoon ryk zelfs voor een jongeman. Daar hij er tevens niet onaardig uitzag, waren er maar heel weinig meisjes, die hem den rug toekeerden. Integendeel juist — ze schenen allemaal even graag in zijn gezelschap te verkeeren en hem al emaaleven interessant te vinden. Dit was zoo'n gewoonte voor hem geworden, dat hij het zich moeilyk meer anders zou hebben kunnen indenken. Hij veronderstelde, (fat ook Sylvia op deze wijze over hem denken moest, en om er de bevestiging van te hooren, kwam hij telkens weer op het incident op de trap terug, tot het meisje ten slotte verklaarde, dat als hij er niet meer over gesproken had, zij noch aan hèm noch aan het incident meer gedacht zou hebben. Nu, dat was een geheel nieuwe ondervinding voor Peter en hy was niet bereid het daarbij te laten. Indien zy zyn bestaan niet wilde erkennen, zou hy er haar wel toe dwingen. Hy deed het, en werd op een ijzige manier afgewimpeld. Het was de eerste keer in zijn leven, dat een meisje hem aldus behandelde, en hy trok het zich heel erg aan. Maar hij hield vol. Peter was niet het soort man, dat zich licht uit het veld laat slaan. Hy wist dat zy arm was, en dat zij hard moest werken om haar studie te kunnen voltooien. Hy was eveneens tot de conclusie gekomen, dat het allemaal wel in orde zou komen, indien hij maar voldoende liet merken, dat hij het ernstig meende. Hetgeen inderdaad waar was. Daarom veranderde hy van tactiek. Hij kraamde geen onzin meer uit, maar werd dood-ernstig. Doch tot zyn verbazing merkte hy, dat dit hem geen stap verder bracht. Toen hy haar vroeg of zij met hem wilde — 20 -
trouwen, zei ze alleen maar „Neen!". Het was weinig, maar het klonk zéér beslist, en ze zei heelemaal niet, dat zy een zuster voor hem zou zyn of zooiets. Alleen maar: „Neen!" Toen hij haar, dwaas genoeg, preste OIB de reden van haar weigering te zeggen, ant woordde ze: „Ik denk niet aan trouwen, Mr. Harnet. K heb myn studie, en een doel dat ik beslfet bereiken wil. Ik wil dokteres worden." „Ik zou je kunnen helpen het te worden," stelde Peter voor. „Heel aardig," zei ze koeltjes, „maar ik heb geen hulp noodig — van niemand. Het spijt me heusch, maar...." „Maar verdraaid," viel Peter haar in de rede, „zul je dan heelemaal nooit trouwen?" „Dat zeg ik niet. Misschien trouw ik wèl, maar dan zal het met iemand zijn, die iets beteekent." „Maar maar beteeken ik dan niets?" „Ik heb gehoord, dat u ryk is," antwoordde ze kalm, „maar dat is niet wat ik bedoel, ziet u. U hebt uw geld geërfd, en dat is geen verdienste. Als u uw geld nu eens op staanden voet verloor — wat zoudt u dan beteekenen?" Peter moest na dit onderhoud wel tot de lang niet aangename overtuiging komen, dat zij niets om hem gaf, en dat zij heelemaal niet onder den indruk was van zijn geld of zyn persoon. Het was het ergste wat Peter ooit had meegemaakt. Het ontnam hem zyn zelfvertrouwen en deed hem zich afvragen, wat er van de wereld terecht moest komen. Hij was er tot dan toe niet heelemaal zeker van geweest of hij wel wérkelijk van haar hield, maar nu wist hij het! En het was hopeloos. Ze voelde niets voor hem.... Doch hetgeen Peter maar niet kon begrijpen was waarom er dan die ondeugende schittering in haar groote grijze oogen was geweest telkens als hy haar ontmoet had. Dat was niet behoorlijk. Een meisje dat geen hart had — althans niet voldoende om er van te spreken — en die een man aankeek alsof hij een of ander museumstuk was wanneer hij haar zyn liefde verklaarde, moest geen ondeugende schittering in haar oogen hebben. Dat was provoceerend zonder eenig doel. Zooiets moest niet mogen. Daarom besloot hy haar te vergeten, met het resultaat dat hy van week tot week meer aan haar begon te denken en op het laatst niets anders meer zag dan een paar groote gryze oogen, die hem ondeugend aankeken. Nadat hy dit eenige weken had uitgehouden, vertrok hy naar het buitenland. Hij trok eenigen tijd van de eene stad naar de andere, maar werd dit spoedig beu en keerde weer even abrupt naar Engeland terug als hij er uit vertrokken was. Hy beweerde tegen zichzelf, dat hy Sylvia vergeten was. Nu hij er op "terugkeek, kon hij zich niet indenken dat hij ooit verliefd geworden was op een meisje, dat niets vóór hem voelde. Dat laatste begreep hij trouwens niét. Hy had nog nooit zoo'n meisje als Sylvia Matkin ontmoet! Nauwelijks was hij evenwel op zyn flat teruggekeerd, of Peter kreeg een ontsteking aan zijn blindedarm. De dokters zeiden dat
een operatie noodzakelijk was, en hoc eerder die plaats vond, hoe beter. Peter zag in, dat er niets anders op zat dan zich aan het gezag der dokters te onderwerpen en om de een of andere geheimzinnige reden verliep alles niet zoo vlot als gewoonlijk bij dergelijke gevallen. In plaats v;in spoedig te hej^cllen, deden er zich verschillende complicaties voor, waardoor er zes weken verliepen eer hij wat aan de beterhand was. Toen hij evenwel den hoek om was, ging het snel genoeg in de goede richting, en geheel volgons de gewoonte van herstellende patiënten begon hij zich onverdraaglijk te maken bij de verpleegsters en de dokters, en voorts bij iedereen, die met hem in aanraking kwam. Vooral de verpleegsters moesten het ontgelden. Misschien kwam dat, omdat Sylvia óók verpleegster was. Zoowel zijn dag- als zijn nachtverpleegstcr hadden schitterende diploma's, maar hun houding tegenover hem was beslist koel. Ze moedigden hem absoluut niet aan wanneer hij overdreven vriendelijk tegen hen was, en schenen er op uit te zijn iedere voorkomendheid zijnerzijds onmiddellijk te doen bevriezen. Zoodra Peter voelde, dat hij wat weerstandsvermogen begon te krijgen, ging hij op allerlei middelen van protest zinnen. Hij begon toen de dagzuster hem pap bracht voor zijn ontbijt. Het zag er uit als dikke stijfsel. „Dank u wel, zuster," zei Peter, zijn hoofd afwendend en zijn oogen sluitend, „maar dat lust ik niet." „Wat?" deed de verpleegster, een van die verstandige vrouwen, die geen „onzin" verstaan. „Lust u dat niet?" „Neen," antwoordde Peter. „En ik hoop, dat ik me duidelijk genoeg uitdruk als ik zeg, dat ik het niet lust." „Zeker... . maar u zult het toch moeten opeten, of u het lust of niet," zei ze beslist. „Ik denk er niet aan," antwoordde Peter even beslist. „Ik heb liever spiegclcieren met ham. Laat die voor me klaar mqken. De ham knappend gebakken, hè?" De verpleegster lachte hatelijk. „Over een weekje zullen we wel eens aan spiegeleicren met ham gaan denken," zei ze. „Maar ik wil er nu niet aan denken," zei Peter. „Ik wil ze éten." . „U moet die pap eten, Mr. Harnet! Het is voorschrift van de directrice." Peter had totaal geen ontzag voor de directrice of haar l voorschriften. Hij had haar niet gezien, maar hij begreep volkomen wat voor soort matrone het zou zijn. En hij had een hekel aan matrones. Hij wist hoe de zusters waren, dus kon hij zich best voorstellen, hoe de directrice zou zyn. „IKTS AAN XR OEVEN? - REVOLVERS, TAUAK, SIGAREN OF SJ'UINOSTOFFEN?"
„Wilt u alstublieft aan de directrice zeggen, dat ik absoluut weiger die pap te eten, en dat ik spiegeleieren met ham wil hebben? Zeg haar ook, hoe ik ze klaar gemaakt wil hebben. Dat is mijn voorschrift." De verpleegster ging weg, en kwam na eenige minuten weer terug. „De directrice zegt, dat u uw pap moet eten," zei ze. „Juist," zei Peter en keerde tegelijkertijd het bord met de pap naast zijn bed om. „Den volgenden keer doe ik het boven het bed," vertelde hij er bij. Dit was maar een begin. Hij ontbeet niet, en vroeg om op te mogen staan. Hij kreeg te hooren dal dit verboden was — op voorschrift van de directrice! En hem werd ook verboden biefstuk met sebakken aardappelen voor zyn diner te gebruiken — eveneens op voorschrift van de directrice! Dit ging drie of vier dagen zoo door. Peter deed de onzinnigste verzoeken voor een herstellende zieke, alleen maar om het iedereen zoo onaangenaam mogelijk te maken. En de directrice verbood hem alles wat hy vroeg met dezelfde vaart. Hij begon haar briefjes te sturen, en ze stuurde hem door middel van de zusters haar antwoord terug. Hij zei dat hij haar wilde spreken, maar ze zei, dat ze het te druk had met ernstige patiënten, die haar tegenwoordigheid meer noodig hadden dan hij. Peter haatte tegen dien tyd iedereen die om hem heen was, maar het meest van allen ha.-rtte hij de directrice. Dat zoo'n mensch het in haar macht had zijn leven ondraaglijk te maken, was niet uit te houden, en Peter besloot er een eind aan te maken. Hij schreef aan zyn advocaten, en deelde hun mede, wat hij verlangde. Hij schreef hun eveneens, en in zeer duidelijke termen, dat hij wenschtc dat er iets gedaan werd, en dat het snel gedaan werd. Hij was bereid er voor te betalen, wat het ook zou kosten. Wanneer er niet op geld hoeft gekeken te worden, dan kan er gemakkelijk iets gedaan worden, en Peters advocaten deden dan ook iets. Binnen vier en twintig uur hadden zij alles gedaan wat noodig was en deelden het Peter mede.
Daarop schreef hij een brief aan de directrice. Deze luidde als volgt: Geachte mevrouw, Ik ben nu de eigenaar van dit privé-ziekenhuis, en daar ik besloten heb verandering in de leiding te brengen, zal het mij zeer aangenaam zijn, indien u uw ontslag bij mij wilt indienen. Ik ga er mee accoord, dat u zes maanden salaris zal worden uitbetaald. Met de meeste hoogachting, PETEB H ABN ET. ..Breng dit briefje even aan de directrice," zei Peter tegen de zuster, waar hij den grootsten hekel aan had. Ze schudde het hoofd. „De directrice heeft gezegd, dat ik haar geen briefjes meer van u mocht brengen. Ze heeft wel iets anders te doen dan uw epistels te lezen." „Goed." zei Peter. Hij wachtte tot de zuster weg was; toen stond hij op, sloeg zijn kamerjas om, trok zijn pantoffels aan en ging op weg om de kamer van de directrice te zoeken, den brief in de hand. Hij vond het vertrek gemakkelijk — een deur met het woord „Directrice" er op. „Ziezoo," zei hij in zichzelf, „nu zullen wc eens zien wat er gebeurt."
{Ingezonden mededeeling)
Spijsverteringsstoornissen plaagden hem Geniet thans een blakende gezondheid Acht jaren geniet deze man nu reeds een blakende gezondheid, nadat hij tevoren gekweld was geweest door indigestie. „Tien jaar geleden werd ik gekweld door spjjsverteringsstoornissen. Na ontelbare middelen te hebben geprobeerd zonder verlichting te kunnen vinden, werd mijn toestand steeds erger. Eindelijk probeerde ik Kruschen en gedurende 8 jaren geniet ik nu al weer een blakende gezondheid. Ik ben opzichter in een bekende motorenfabriek en hoewel ik 65 ben, ga ik door voor 50." E. T. Kruschen Salts is een combinatie van zes zouten, die ieder een eigen werking hebben. Zy verwyderen de opgehoopte afvalstoffen, die de oorzaak zijn van Uw klachten, door aansporende werking op lever, nieren en ingewanden, waardoor niet alleen rheumatische pijnen, maar ook spijsverteringsstoornissen, voorkomen en bestreden worden. Uw bloed wordt gezuiverd en binnen korten tijd zullen Uw pijnen verminderen, om tenslotte geheel te verdwijnen. Kruschen Salts is uitsluitend verkrijgbaar bij alle apothekers en erkende drogisten. Maar hy was lang zoo dapper niet als hij meende! Peter kon heel goed brieven schryven, maar ihy was niet zeker van zichzelf zoodra hij zich tegenover de persoon in kwestie bevond. Hy tikte bescheiden aan de deur, byna verontschuldigend, vurig hopend dat zij er maar niet zou zyn. In dat geval zou hy den brief neerleggen en stilletjes weer weggaan. Er kwam geen antwoord op zijn kloppen
v^'
PINAUD 612. DE IDEALE WIMPERCOSMETiC. acccntuerrl oogopslag op fraair wijze. Door haar sp« ciaie samenslrllmK doel zij de oogharen op naluurlijkt- wij/e krullen. Zij veroorzaakt gfen prikkeling, is den geheelcn dag houdbaar en volkomen hestand legen vocht'. PINAUD 612. is verkrijgbaar in 4 verschillende tinten, /wart - blauw - hrum en groen. [ oor een folmaakle oogen make-up brengt />INAU[) een complete set. hestaande uit: H impert osmetir in tuben of vasten vorm. Creamy Mascara. Cuke Mascara. Eye Shadow etc.
H- mm
kleine tub H (I (i luxe lnbr (jroot model ii
612
Generaal-vertegenwoordiger voor Nederland : S Viering, Huygenspark 1 1 - 's Grav.enhage.
en dus draaide Peter den knop zachtjes om en sloop de kamer in. Hij had zich vergist. De directrice was er wèl. Ze had alleen zyn tikken maar niet gehoord. Misschien omdat zij druk met iets bezig was. Dat wil zeggen: haar hoofd steunde in haar handen en haar ellebogen steunden op het bureau waar ze aan zat. Ze huilde. Maar hetgeen Peter den grootsten schok gaf, was, dat zij er heclemaal niet als een matrone uitzag! Hy kon haar gezicht niet zien, omdat zij met haar rug naar de deur zat, maar ze had een slank, meisjesachtig figuur. Ze had mooi haar, en haar handen waren blank en klein. Hy was er byna zeker van, dat ze jong moest zijn. Peter maakte zich gereed om stilletjes weg te sluipen, toen zy de handen van haar gezicht wegnam en omkeek. Ze staarde hem verbaasd aan. Hy staarde eveneens verbaasd, en hij had er alle reden voor. „Peter," hijgde ze. Het was Sylvia Matkin, en ze zag er liever uit dan ooit. Ze herstelde zich het eerst. Peter was niet in staat een woord te uiten. Hy kon nauwelijks op zijn bcenen blijven staan, en hy probeerde den brief in den zak van zijn kamerjas te stoppen, hetgeen hem zeer onhandig afging. „Mr. Harnet, waarom bent u uit uw bed .gekomen? Weet u niet, dat dit zeer ernstige gevolgen voor u kan hebben?" „Dus je wist wie ik was?" zei Peter. „O, natuurlijk," antwoordde ze vermoeid. „Ben jij de directrice?" „Ja. Ga direct terug naar je bed, of ik zal om den dokter bellen!" Maar toen zij hem daareven Peter had genoemd, had zij hem meer verteld, dan zij van plan was geweest en Peter dacht er niet aan zich te laten afschepen. Hy liep op haar bureau toe, en zette zich kalm in den stoel, die er naast stond. Hy boog zich voorover en nam haar handen in de zyne. Ze probeerde ze weg te nemen, maar hy hield ze vast. „Waarom huil je?" vroeg hij. „Ik huil niet." „Ja, je huilt wèl," zei Peter. „Als je werkelijk wilt weten waarom ik huil.... ik ben ontslagen." „Ontslagen? Wie heeft dat gedaan?" „Het bestuur. Dit is een privé-ziekenhuis, zooals je weet, en ze hebben besloten mij te vervangen. Ik denk, dat ze my te jong vinden. Ze kunnen niet zeggen, dat ik myn werk niet goed doe, en mijn diploma's zijn zeker ook ruimschoots voldoende! Maar er zitten een paar oude katten in het bestuur, die niets anders hebben gedaan dan mij moeilijkheden in den weg te leggen sinds ik hier ben. Ze kunnen niet begrypen, dat een meisje van myn leeftyd directrice kan zyn. Hier is de brief, als je hem lezen wilt." Peter liet haar handen los en las den brief. Hy was op den vorigen dag gedateerd. Hy vroeg om een velletje papier van het ziekenhuis en een pen, en begon te schrijven. „Ik heb ook een brief geschreven," zei hy toen. „Hier is hy. Lees hem." De brief was aan haar geadresseerd en luidde: Geachte Miss Matkin, De brief, waarin u uw ontslag werd aangekondigd, moet u als niet geschreven beschouwen. Wy bevestigen u in uw functie als directrice tegen een salaris, dat het dubbele zal bedragen van hetgeen u thans geniet. Met de meeste hoogachting
PETER HARNET. — 22 —
Ze lachte wat onzeker, en gaf hem den brief terug. „Het is heel aardig van u, Mr. Harnet, en als u hier iets te zeggen hadt, dan zou ik graag van uw aanbod gebruik maken." „Ik heb hier iets te zeggen," zei Peter. Ze lachte nog onzekerder. „Werkelijk!" verklaarde hy. De manier waarop hy dit zei, maakte dat zij hem met groote oogen aankeek. Hij boog zich dichter naar haar over, maar zy week verder terug. Doch ten slotte kon zij niet verder, en Peter bleef steeds nader komen. „Ik heb hef heele ziekenhuis gisteren gekocht, liefste," zei hij. „Het heele ziekenhuis, met alles wat er bij behoort." „W-waarom?" stamelde zy. „Omdat ik het aan jou cadeau wilde geven." Hy WJJS plotseling heel ernstig geworden en lachte niet meer. „O, Peter," fluisterde ze, „wil je my werkelijk als directrice handhaven?" „Ik heb het gezegd," antwoordde hy, „en ik blyf er bij. Ik wil het ziekenhuis niet hebben. Ik weet niet, wat ik er mee zou moeten beginnen! Het is van jou. En je kunt directrice zyn zoo lang je wilt. En als je er tijd voor kunt vinden, dan zou ik graag willen, dat je met me ging trouwen. Ik wil je roeping niet in den weg staan. Trouw alleen maar met me, dan kun je je roeping blijven volgen zooals je zelf graag wilt." Ze borg haar gezicht in haar handen en begon te huilen. Dus nam Peter haar voorzichtig in zijn armen en kuste haar betraande gezichtje. „Ik weet dat je niets om me geeft, liefste," zei hij dan. „Je hebt het me zelf indertijd gezegd. Maar misschien zul je er door den tijd wel aan wennen my om je heen te hebben." „O, ik houd wèl van je. Peter! Ik heb altijd van je gehouden. Maar je stond tusschen my en myn werk, en ik wilde niet trouwen. Ik wilde dokteres worden, en omdat ik toch telkens aan je moest denken, heb ik dingen tegen je gezegd, die ik niet meende...." „Waarom heb je niet verder gestudeerd, Sylvia?" „Ik had niet genoeg geld om myn colleges te betalen. Ik kon niet zooveel verdienen als ik noodig had! Ik moest het opgeven. En omdat ik gestudeerd had, kreeg ik deze betrekking als directrice hier. Maar het blykt dat je minstens vijftig jaar moet zyn eer je als directrice kunt optreden." „Dus je hebt geen hekel aan me?" vroeg Peter dringend. „Peter, ik heb me zoo ongelukkig gevoeld toen je weg was gegaan. Je leek wel honderd jaar weg te blyven. En ik geloof, dat ik heusch geen dokteres, niet eens directrice wil zyn, als jy een beetje aardig tegen me bent." „Daar kun je van opaan," zei Peter beslist, haar andermaal in zijn armen sluitend....
EEN NIEUWE
ASTAIRE-ROGERS FILM KOMT MET
IRVING BERLIN MUZIEK .CAREFREE", een RKO Radio film
HUMOR
yj^too^
Vreemdeling: „Jullie dorp wordt zeker niet electrisch verlicht?" Inwoner: „Neen, alleen als het onweert." Motorrijder (aangehouden wegens te snel rijden): ,,Wat ik van rijden weet zou een boek kunnen vullen!" Agent: „En wat u niét weet het mijne." „Ik wil een rusteloos, zenuwachtig soort hond hebben," zei de klant tot den hondenkoopman. „Wat voor soort?" vroeg deze verbaasd. „Een rusteloos, zenuwachtig soort. Waarvan mijn vrouw zegt: „Hendrik, neem hem alsjeblieft eens een eindje mee uit." Hij: ,,OI trouwen nu verkeerd is ol niet, ik geloof toch, dat de een wel een beetje gelukkiger is dan de ander, in wat hij krijgt. Zij: „Ja, jij hebt bijvoorbeeld mij gekregen en ik kreeg jou maar." „Wel Wimmfe," zei de gastvrouw op een kinderpartijtje, „waar zit je zoo diep over na te denken." „Ja, ziet u, Mammie heeft me gezegd wat ik moest zeggen als u me nog een taartje aanbood, maar nu weet ik het niet meer! „Wat zei Vader toen je hem vertelde, dat je mij van hem weg gaat nemen?" „Nou, hij scheen het verlies eerst nogal hevig te voelen, maar toen ik hem een goede sigaar liet opsteken, was hij gauw getroost!" „Kobus, kun je een definitie geven van bet woord „heer"?' „Een heer is een man, die nooit een vrouw zou slaan met zijn hoed op."
-
Dr. H. NANNING's
KINADRUPPELS Het aangewezen middel bij:
BLOEDARMOEDE - BLEEKZUCHT MALARIA - GEBREK AAN EETLUST, enz. Men lette op den naam „"Dr. H. !Kanning" buiten op de toode doos en op de flacon. — Prijs f 1.30. Annonces betreffende GENEESMIDDELEN
EN GENEESWIJZEN
worden in dit blad tUchtl opgenomen, indien zij vooral voorzien rijn van het .tempel Geen bezwaar" tegen de plaal.ing, .(gegeven door de Commissie »an Centrale op de Aanprijzing van Geneesmiddelen en Geneeswijzen, waarvan het Secretariaat n gevest,gd; Segbroeklaan 33, 's-Gravenhage.
'n FRAAIE BUSTE binnen 2 è 3 weken GEHEEL NIEUWE VERBETERDE METHODE VAN MEVR. KOESMARIU WEDONA
^en goed/Jyui//3 js a/fes waard
De klant in den vischwlnkel wilde een goed versehe haring hebben. „Maar één, mijnheer?" vroeg de handelaar, „Ja, dat is genoeg. De dokter heeft mijn vrouw zeelucht voorgeschreven, en nu wil ik die haring bij haar leggen. Eerste auto-bezitter: „Rijdt je vrouw ook?" Tweede auto-bezitter: „Neen, ik heb hem zoo met deuken en schrammen gekocht." Jonge vrouw: „Hoe vind je de taart? Ik heb er veel moeite mee gehad." Jonge echtgenoot (verstrooid):
„Ik ook." „Liefste, voordat we trouwen, wil ik je een paar fouten bekennen, die ik heb gemaakt." „Maar engel, je hebt me een paar weken geleden al over je begane fouten gesproken." „Ja, maar dat was een paar weken geleden!"
AANBOD De methode i-ï uitiluitcnrl nitwendig. geheel onschadelijk en beslist doeltreffend. U behoeft geen specialcn leefregel te volgen, geen oefeningen te maken. Deze methode wordt la Ned.-Indlë met volledig succes toegepast en is het geheim van de Balineesche danseressen. Indien Uw buste niet voldoende ontwikkeld Is, vraagt dan onmiddellijk gratia InUchtlngeo omtrent BUSTE VERSTEVIGING en BUSTE ONTWIKKELING Gratis aanbieding voor lezeressen van dit blad. Schrijft per omgaande voor volledige inlichtingen en U ontvangt een interessante brochure met foto's, in blanco gesloten enveloppe toegezonden. (Postz. voor antwoord bijvoegen.)
Mevrouw KOESMARILI WEDONA Postbox 47 — Affd. 93/K — Den Haag
XJTET haar aromatisch schuim dringt ■^'^ Colgate, in tegenstelling met gewone tandpasta's, tot in de kleinste hoekjes tusschen de tanden door. Het lost alle ongerechtigheden op, die de oorzaak zijn vin slechte adem, doffe tanden en tandbcderf, en spoelt ze weg. Colgate polijst de tanden zonder het glazuur aan te tasten en maakt ze hagelblank.
FAMILIECOMBINATIES (2tubcs)45.75cn1.25
VERWACHT:
i_IJfV JLI KOP k3 JU m ^.
DOOI)WATER VERLANGT NAAR RUST
m_i Ä_iJfJ JU JCVkJ
EEN COMPLEET VERHAAL
METRO-GOLDWYN-MAYERs
DRIE KAMERADEN
Gedachtenlezen.
SPELLETJES De magische ringen. Een eenvoudige, maar aardige truc. Dit kleine grapje met papieren ringen lijkt zeer moeilijk, maar in werkelijkheid is het zeer eenvoudig. Knip een lange strook papier, plak de beide einden met styfsel of lijm aan elkaar en daag uw vriendje uit den ring zoodanig in tweeën te knippen, dat er één groote ring ontstaat. Indien hij den ring langs de stippellijn
Als ge uw vrienden vertelt, dat ge gedachten kunt lezen, zullen ze u natuurlijk niet willen gelooven. Om te bewijzen, dat ge het wél kunt, geeft ge hun een boek — ze mogen er ook zelf een kiezen als ze dat liever doen — en zegt hun een woord in gedachten te nemen (zonder u te zeggen welk het is!) in de eerste negen regels van iedere willekeurige pagina, maar niet verder dan het negende woord van dien regel. Zeg hun nu het getal van de pagina met tien te vermenigvuldigen, er vijf en twintig bij te tellen, er het getal van den regel bij te voegen, de som met tien te vermenigvuldigen en er ten slotte het getal bij te voegen van de plaats, waarop het woord in den regel stond. Vraag hun dan de uitkomst. Laat hen thans flink aan het gekozen woord denken, en terwijl ze dit doen, trek je in gedachten 250 af van de uitkomst, die men heeft genoemd. Het laatste cijfer van je eigen geheime getal zal je dan de plaats aanduiden, waarop het woord stond in den regel; het laatste cijfer op één na duidt den regel aan, en de overgebleven cijfers de pagina. Op die manier ontdek je het woord!
DE VLIEGER *J an «n Piet hadden een vlieger Met een prachtig langen staart. O, wat zal die vlieger hoog staan! Hij heeft vast een reuzevaart!
doorknipt (zie de eerste leekening bij A) dan zal hij slechts twee ringen maken. Zeg hem dan, dat gij het wél doen kunt. Neem een andere strook papier, breng de beide einden op dezelfde wjjze bij elkaar, maar alvorens ge dit doet, legt ge een slag in den strook (zie B). Wanneer ge dan den ring langs de stippellijn doorknipt, zult ge één grooten ring verkrijgen! Geef uw vriend een poosje om van zijn verbazing te bekomen en laat hem dan getuige zijn van een nóg interessanter feit. Maak een anderen ring, maar geef het papier dit keer twee slagen (zie de derde teekening bij C) alvorens de uileinden aan elkaar te bevestigen. Wanneer ge hem nu doorknipt (weer op dezelfde manier langs de stippellijn) zult ge tuce ringen krijgen, de een in den ander.
Samen gingen zij er mee spelen Op het land bij Piet zijn oom. Want daar was het heerlijk veilig. En er stond geen enk'le booml „Jan, laat jij hel touw nu vieren! Losser! Losser! Verder maar! Kijk, daar gaat hij fijn de lucht in, 'k Geloof, de staart is iets te zwaarl" „Piet, ik geloof dat jij het mis hebt. Juist de stäärt die is zoo goed! Ziet hem zweven! Kijk, daar zwenkt hij. Het gaat precies zooals het moet!" Maar die Jan had goed gekeken: Werkelijk was de staart te zwaar! Duikelend kwam hij naar beneden, O, wat keek ons Pietje raar! Leeuwen in de Diergaarde.
TX /TT r. Doodwater viel direct op toen hij in het 1 v 11 strandhotel van het kleine maar zooals dat heet „exclusieve" Engelsche badplaatsje zijn intrek nam. Hij droeg een reiscostuum met kolossale ruiten en zag er met zijn eenigszins bleeke maar toch goed doorvoede wangen, zijn rond buikje en neus, die wel iets van een augurk had, precies uit alsof hij voorbeschikt was de clown van het seizoen te moeten worden. Toen hij zijn naam in het gastenboek schreef, aarzelde hij een moment. „Thomas Doodwater. Londen", had hij reeds geschreven, toen hij plotseling met een ruk zijn penhouder van het papier optilde. „Ach wat," mompelde hij dan, „ik wil mijn rust hebben," en toen schreef hij in de kolom, waarboven het woordje „beroep" stond: „zonder.' „Zonder beroep" ruikt altijd naar veel geld. Dit zou ook de ongelukkige Doodwater spoedig ervaren. Hij zag zich direct in het middelpunt der belangstelling van allerlei lieden geplaatst, zoowel aan de dinertafel als op het strand en het golfveld. De eerste die bijna niet meer van zijn zijde scheen te willen wijken, was een goed-opgemaakte weduwe, die zich als de erfgename van een Amerikaansch reuze-vermogen aan hem had voorgesteld onder den welluidenden naam Evelyne Mac Morris. Doodwater verdroeg haar tegenwoordigheid met het geduld van een vreedzaam man, die zich beslist niet wil opwinden. Op een dag deed zij hem met een allerliefst glimlachje het voorstel, zich samen met haar te laten fotografeeren. Doodwater keek haar verwijtend aan. „Je schijnt het nog steeds niet te kunnen laten. Emily," zei hij zuchtend. „Hoeveel keer ben je nu eigenlijk al wegens chantage veroordeeld?" Waarop de „erfgename der millioenen" onder haar poeder doodsbleek werd. Nog denzelfden dag vertrok zij. Doodwater lachte tevreden. Nu zou hij eindelijk zijn rust vinden! Maar den volgenden dag slaagden twee beeren er in. zich aan hem voor te stellen. Ze noemden zich lord Tonnbridge en Earl of Edam. Klaarblijkelijk had hij door zijn lachwekkend uiterlijk hun opmerkzaamheid getrokken. Ze sloegen hem voor, een partijtje poker» te spelen. Doodwater had er niets op tegen. Er werd twee uur lang gespeeld, en toen had Doodwater alles gewonnen wat de beide beeren bezaten. Ze zagen doodsbleek en mompelden allerlei verwenschingen. Doodwater schoof hun alles, wat hij gewonnen had, toe. „Zóó goed valsch-spelen. als u, kan ik al lang, gentlemen," zei hij gelaten. „Doe het nooit weer en gebruik nooit meer termen die aan de Londensche haven in zwang zijn, als u zich als aristocraten wilt voordoen." Waarop de beide beeren hun hotelrekening — voor den eersten keer van hun leven — betaalden en vertrokken. „Eindelijk mijn rust," mompelde Doodwater Toen hij zich den volgenden dag in het zand legde. Zachtjes sliep hij onder de brandende zon in. Toen kwam er een heer, die zich eenvoudig Mr. Smith noemde, en probeerde Doodwaters gouden horloge uit zijn zak te trekken. Op hetzelfde oogenblik lag Mr. Smith, door een krakenden knock-out getroffen, een paar meter verder in de duinen.
Glimlachend ging Doodwater naar hem toe. „Doe zooiets nooit meer," zei hij vaderlijk. „Het zou wel eens ernstiger gevolgen kunnen hebben. Nu wil ik het nog door de vingers zien. Als u met was gekomen, zou ik misschien niet wakker zijn geworden en wellicht een zonnesteek hebben opgeloopen." Mr. Smith liet zich na deze episode niet meer Doodwater besloot nu voortaan in den maneschijn uit te gaan. Met een weemoedigen blik op den sterrenhemel liep hij op een nacht langs het eenzame strand. Eindelijk rust, dacht hij, en hij begon een liefdesgedicht in zichzelf op te zeggen, dat hij zich nog uit zijn jeugd herinnerde. „O, hoe heerlijk is het toch, eens zonder beroepszorgen te zijn," mompelde hij na deze zielelafenis. In het volgende oogenblik schoot er van achter een rots een kerel tevoorschijn, die hem een revolver onder den neus hield. „Handen op!" kraakte zijn stem. Toen voelde de bandiet plotseling hoe het wapen uit zijn hand werd gerukt en een sterke gedaante zich op hem wierp. Harde vuisten omklemden zijn polsen en trokken hem in het licht der maan. „Verdraaid nog aan toe, kan een mensch dan nergens rust vinden," bromde de ongelukkige Doodwater. „Jij komt er niet zoo van af, schurk! Vooruit •— naar het politiebureau!" Toen Mr. Doodwater dien dag laat, zéér laat in zijn hotel terugkeerde, sloop hij direct de trap op naat zijn kamer. Een gelukkig glimlachje speelde om zijn lippen. „Als dat bekend wordt, dacht hij, zal ik eindelijk wel mijn rust hebben gevonden!" Het gevolg was echter, dat den volgenden ochtend reeds vroeg een deputatie van de gemeente hem een bezoek kwam brengen. Aan het hoofd er van stond de burgemeester persoonlijk. „Zeer geëerde heer Doodwater," begon deze zijn redevoering, „eerst door de arrestatie van een misdadiger hebben wij vernomen, dat u de beroemde detectiveinspecteur Doodwater van de Londensche politie bent." Waarop er een rede van een half uur vol loftuitingen volgde Doodwater hoorde het zuchtend aan. Toen verscheen er een deputatie van de badgasten. Daarop kwam de directeur van het hotel, gevolgd door de vertegenwoordigers der plaatselijke vereeniging van badmeesters. En toen verscheen de voorzitter van de plaatselijke vereeniging „Onze badplaats vooruit!" in hoogst eigen persoon. „Wanneer u een of anderen wensch hebt. Mr. Doodwater," besloot hij zijn speech, „dan zullen wij alles doen om hem te vervullen!" Waarop de Londensche politiebeambte hem met een weemoedig glimlachje aankeek. „Ik ben bang dat u mijn wensch niet vervullen kunt," zuchtte hij. „Het is nu eenmaal mijn noodlot. Eerst zoeken allerlei schurken mijn gezelschap. dan begraaft u mij onder uw dankbaarheid en maakt mij aan iedereen hier bekend! Ik vrees, dat ik genoodzaakt zal zijn naar het eenige plekje op de wereld te gaan, waar ik gevrijwaard ben voor schurken en lastige dankbaarheidsbetuigingen." „En waar zou dat dan zijn?" vroeg de ander gepikeerd. Inspecteur Doodwater lachte nóg weemoediger.
Om uw LIPPEN mooier te maken..
25-
NAAR DEN GELIJKNAMIGEN ROMAN VAN ERICH MARIA REMARQUEI „Op mijn bureau, op Scotland Yard, ' zei hij peinzend. Nog denzclfden avond reisde hij af. En dit is het verhaal van inspecteur Doodwaters mislukte rustige vacantie
Welk een bekoring gaat er uit van een tris, jeugdig gelaat en een lelieblanke leir.;1 Weet U. dat hel zu eenvoudig is om een mooie temt te behouden? Reeds talloze vrouwen weten, dat Lux Toilet Zeep het speciale middel is om het gelaat te beschermen tegen het dreigende ge\aar van een „vermoeide huid". En bovendien vinden zij het een dagelijks wederkeren: 1 (jenu! om Lux Toilet Zeep te gebruikenl De heerlijke, frisse geur en hel overv .oeoiue. zachte schuim tonen ieder dadelijk, T;. Lux Toilet Zeep een luxe zeep is van de li u.-le kwaliteit. En'loch is zij zo goedkoop, ii.it zij voor geen enkele beurseen bezwaar vormt!
LUX
TOILET ZEEP • •
zoekt U tevergeefs een rouge, die soepel blijft, die niet uitdroogt, die den geheelen dag houdt zonder sporen achter te laten. Probeert rouge ,,GUITARE" — kussen zonder sporen — en U zult met meer zoeken. Deze rouge is overal verkrijgbaar in 8 frissche, transparante kleuren en in 6 nieuwe tinten „Beauté Naturelle 1938". In luxe étui ƒ 1.30 en/3.10. Proefstift toereikend voor het gebruik gedurende één maand /0.30. Importeur J. SCHENKER, Afd. F.A., 4, Amsterdam.
24
MET ROBERT TAYLOR, MARGARET SULLAVAN, ROBERT YOUNG EN FRANCHOT TONE
Tegen vermoeide huid 12/2CT.PER TABLET LTZ »6O-02t6a
UIT
HET VOLLE
1. De nieuwe hefbrug over de Gouwe te Alphen aan den Rijn is oHlcieel in gebruik gesteld. — De brug na de opening. 2. De regeering heeft aan de Indische vorsten, die in ons land vertoeven ter gelegenheid van het regeeringsjubileum, van H.M. de Koningin, een diner aangeboden. Op onze foto geheel links de sultan van Deli; vervolgens Mevrouw Colijn, Baroi de Vos van Steenwijk, Minister Welter. Geheel rechts Minister Colijn. 3. De Delftsche Poort te Rotterdam wordt verplaatst naar het bruggetje, dat men links op den achtergrond van onze foto ziet. Men is thans met de> eerste werkzaamheden voor dit karwei begonnen. 4. Te Schiedam heeft de burgemeester, mr. dr. F. J. L. van Haaren de nieuwe Muziekschool der Maatschappij tot bevordering der Toonkunst geopend. — De burgemeester (rechts) feliciteerd den voorzitter der afdeeling Schiedam van de Maatschappij, mr. J. H. C. Kok. 5. De „Warschau Aero Club" organiseert een rondvlucht boven Europa. — Na de aankomst der Poolsche vliegers op Ypenburg, terwijl oud-minister Deckers hen toespreekt. 6 — 7. In de bovenzaal van Hotel Coomans te Rotterdam wordt een tentoonstelling gehouden ter gelegenheid van het 15-jarig bestaan der aquarium- en terrarium-vereeniging „De Natuur". — 6. Een collectie schuttevisschen, met boven een disrusvisch. 7. Een mooie verzameling koekop-visschen.
LEVEN
UIT DE WERELD VAN
DE SPORT
1-3. Drie momenten uit den voetbalwedstrijd ADO —H.B.S., die door ADO met 4 — 3 werd gewonnen. den
—
middenvoor van ADO,
1. De keeper van H.B.S. Boas, in duel met
Westhoven. 2.
Een
hachelijk
oogenblik
voor
het doel van ADO. Keeper Koek onderschept een aanval van H.B.S. 3. Een ADO-er probeert den H.B.S.-keeper den bal te ontfutselen. 4 — 6.
Drie foto's van
eindigde.
den
strijd
Ajax —'t
Gooi, die
met
1—0
voor Ajax
— 4. Een vreemde pose van den Gooi-keeper. 5. Hij ziet den bal passeeren. 6. De Gooi-doelman in den knel.
7. Op de Kager Plassen werden wedstrijden om het nationaal kampioenschap 12-voetsjollen en Olympiajollen gehouden.
—
De kampioen
der
12-voets-
jollen, de heer Th. ven Helvert, bij
8.
de finish.
Te
voort
Zandhad
de
najaarsreunie van Ned.
de
Kon.
Motor-
rij der svereeniging plaats. — De aankomst der deelnemers op den boulevard.
M^M^MM(^^MinJ^ilMfai»lifjf1-iiCtl!lL
'
-
SP*Ä5
"V :-
■"."-^
•
•"■'
*■■■
"•..
■■
.
'
-: -•- ■■■;Iv/SP?'^M 5T-**:,.ï' '%. ...,.;,£.-igrf. .,; .
26-
07
;
■■,----*''''
"'♦'•■'
•• ■ -
,
■ ■ ^^
1, htfoto van Chicago met rechts het ihn G. Shedd-Aquarium. Bij het 'ichigan-meer en toch dicht bij China's handelscentrum gelegen, trekt "t achtkantig gebouw duizenden beukers per dag. Het is een geschenk n de stad van een harer succesvolle zakenlieden.
KET GROOTSTE AOUARIlfl TER WERELD CHICAGO'S VISCHVIJVER
Zicht '!>aii uit den foyer, links op de rotonde, en rechts op een der zes gaanderijen met expositie-hakken. Zelfs het marmer is zoo geplaatst, dat het den indruk geeft van water en golven. De -oersieri7igsmotleven zijn alle aan het leven van visschen en waterplanten ontleend.
We bedoelen het John G. Shedd Aquarium, te Chicago. Precies hoe en wanneer weten we niet, maar op zekeren dag besloot een rijk zakenman Chicago een aquarium te geven. Wij vermoeden, dat het bij hem ging als bij zooveel vaders, grootvaders, ooms, rijke en arme, die plots besluiten, dat ze een aquarium willen bouwen of koopen voor Pietje. Opdat deze in staat zal zijn de visschen in hun element gade te slaan, en zijn vriendjes te inviteeren om ook eens te komen kijken. Dat kan Chicago ook, en met recht, want deze stad bezit het grootste en modernst ingerichte aquarium ter wereld. Het is dus ook geen wonder, dat John G. Shedd voor het bouwen en inrichten van zijn aquarium eenige tientallen millioenen dollars uitgegeven heeUl Het is een bijzonder mooi gebouw, juist buiten Chicago's handelsdistrict gelegen en dicht bij het groote Michigan-meer. Het is achtkantig en uit wit marmer opgetrokken in eenvoudigen Dorischen stijl. Als Pietje, of hoe de jongen ook heeten mag, die een aquarium cadeau krijgt, dit eenmaal het zijne noemt, is er gewoonlijk één voorwaarde aan verbonden, namelijk, dat hij het zélf moet verzorgen en schoonmaken. Zoo is het ook met Chicagol Maar dit kost deze stad niet een paar vrije uren, maar eenige honderdduizenden dollar per jaar, en er zijn dan ook voortdurend zesenveertig personen in het aquarium werkzaam. Chicago heeft nog nooit hoeven klagen, dat er geen menschen naar haar vischjes komen kijken. In 1931 stapten, niet minder dan 4.689.730 bezoekers door de prachtige met zee-motieven versierde, bronzen deuren naar binnen! Dat jaar werden er op 21 Mei, een nationalen feestdag, van tien uur 's ochtends tot vijf uur 's avonds 78.658 personen toegelaten!
Een der zes, dertig meter lange gaanderijen. .41 het licht komt van ai hielde exposeerglazen. Daar ze koepelvormig gebouwd zijn. krijgt men den indruk dat ze zich onder water bevinden.
Links een aantal exposeertanks en in het midden de correspondeerende reservetanks. Men ziet duidelijk hoe het water van boven verlicht wordt. en dat de verzorgers hooger staan dan het publiek.
AÊÊk
inil
Eenmaal de bronzen deuren door, voelt men in den foyer een frissche atmosfeer. Men ruikt er het versehe water, het licht valt allemaal indirect naar binnen, het marmer is zóó geplaatst, dat het den indruk geeft van golven . . . bijna kan men de zee zien. Door volledige luchtcirculatie is de temperatuur overal dezelfde, koel en frisch. Als men van den foyer verdergaat, komt men in de rotonde, waar een vijver, twaalf meter In doorsnede, gevuld is met water- en moerasplanten, schildpadden, kikkers en dergelijken. Van de rotonde uitstralend zijn er zes gaanderijen, allen even groot te weten ongeveer dertig meter lang en tien meter breed. Koepelvormig gebouwd, zijn deze gaanderijen niet verlicht, maar wel schijnt er van achter de' glazen bakken licht op het water, zoodat het lange staren er naar in het geheel niet vermoeiend is. Zooals men duidelijk kan zien op de foto, zijn die gaanderijen in het midden gescheiden. Naar de visschen kijkend loopt men langs de glazen ramen van de eene gaanderij in de andere, zonder te moeten zoeken waar men wel en waar men nog niet geweest is. Als men zoo de honderdtweeëndertig tanks langs loopt, krijgt men den indruk, dat men zich werkelijk onder water bevindt en vandaar uit de visschen gadeslaat. Boven iedere tank zijn verlichte glazen plaatjes met teekeningen van de verschillende visschensoorten in de tank, met naam, oorspronkelijke verblijfplaats en andere bijzonderheden, aangebracht. De grootste tanks zijn tien meter lang, drie meter breed en twee meter diep, met een inhoud van ongeveer 53.000 liter. De kleinste bevatten circa 1.600 liter water. Behalve deze exposeertanks heeft men ook nog tweeënnegentig reservetanks, waarin men de „dubbelen" bewaart en de visschen plaatst terwijl de tanks worden schoongemaakt. De totale inhoud van de tanks is 1.700.000 liter, terwijl zich beneden in den kelder vier reusachtige reservoirs met een gezamenlijken inhoud van 3.500.000 liter bevinden. De helft er van is zoet-, de rest zoutwater. Het zoetwater wordt direct uit het Michigan-meer naar het aquarium gepompt, het zoutwater werd per spoorwegtank van Florida naar Chicago gebracht. Honderdenzestig tanks vol, over een afstand van meer dan 2.500 K.M.I Beneden in den kelder heeft men het reservoir-water ingedeeld in verwarmd en afgekoeld zoutwater, verwarmd en afgekoeld zoetwater. Het water wordt dan nog eens verdeeld, daar ieder reservoir uit twee deelen bestaat, In water In beweging en water aan het bezinken. Om de twee weken wordt deze behandeling verwisseld, zoo-
Jïe rotonde vanwaar de zes gaanderijen uitgaan. De ~ ijl'er heeft een doorsnede van twaalf meter en is prachtig aangelegd met water- en nwerasplanten. Er bevinden zich een groot aantal schildp. lilden, kikkers. padden, enzoovoort, in.
Kiosk
met
tientallen soorten goudvischjes, Oostcrsche zaal.
iniilite,
Om al deze visschen te transporteeren heeft het aquarium een eigen spoorwagon, gebouwd door de Pullmanmaatschappij. Een deel er van is ingericht als woonplaats voor de bemanning, be staande uit zes personen. Het overige is een groot aquarium op wielen, met verschillende soorten water, tanks, electrische koel- en verwarmingstoestellen, enzoovoort, enzoovoort. Gedurende een normale verzamelperiode legt de „Nautilus", zoo heet de wagon, van den Atlantischen tot den Stillen Oceaan en van de Hudson-baai tot" de Golf van Mexico, meer dan dertigduizend kilometer af! Chicago heeft het grootste aquarium ter wereld. En toch tracht men nog steeds meer en meer exemplaren te vinden om er ten toon te stellen! Ray. W. Teeuwissen.
Links: De grootste der meer dan tienduizend kodgangers in Chicago's Aquarium: een zeekoe afkomstig uit Elorida. J.engte meer dan twee meter, en gewicht meer dan tweehonderdzestig kilogram. Onder: De Oostersche zaal. waar men de kleinere visschen bewaart in staande aquaria. Hun prachtige kleuren komen bijzonder g. rd uit ir. ileze kleurrijke omgi ving. dat men steeds over bijzonder helder water voor de exposeertanks beschikt. Voortdurend worden scheikundige proeven genomen om vast te stellen of het water nog dezelfde chemische samenstelling heeft behouden. Alles, behalve de verwarming van het gebouw, geschiedt electrisch. Om niet het risico te hebben schade te loopen wegens machine-defect, heeft men van alles een dubbele Installatie. Als men de zes gaanderijen heeft doorgeloopen en men zich onmogelijk nog een ander soort visch dan de gezienen zou kunnen voorstellen, komt men in de Oostersche zaal. Hier bevinden zich tweeënzeventig staande aquaria in een prachtige Oostersche omgeving. Deze zijn kleiner en krijgen hun zuurstof uit de planten, die er in groeien. De meeste zijn gevuld met exotische miniatuur-vlschjes, van een sprookjesachtige pracht, die juist door de afwerking der zaal nog meer uitkomt. In het najaar, wanneer de periode, waarin men de visschen verzamelt, is afgeloopen, heeft men ruim tienduizend exemplaren in het John G. Shedd Aquarium, een paar honderd soorten vertegenwoordigend. Daarbij komen nog de visschen in de Oostersche zaal.
Hierbij weer eens, op veler verzoek, een teekening waarin zich een aantal onjuistheden bevinden. Wie van onze speurders ziet kans, ze allemaal te ontdekken?
CORRESPONDENTIE
Wij zullen weer een prijs van f 2.50 benevens twee troostprijzen verdeelen onder hen, die ons een juist antwoord zenden. De verdeeling der prijzen geschiedt op een manier, waarbij alle inzenders van goede oplossingen gelijke kansen hebben op het verkrijgen van een der prijzen. U gelieve uw antwoord in te zenden voor 5 October aan Mr. Detective, Galgewater 22, Leiden. Op briefkaart of enveloppe duidelijk vermelden: Amateur-Detective 5 October. De oplossing mag bij die van de rubriek ,,Zoek en Vind" worden ingesloten, mits ze op een afzonderlijk velletje papier wordt geschreven. HET GEHEIMSCHRIFT-PROBLEEM Dit luidde als volgt:
lu-u-n i-x-i.4 6-io M-ii-i8-ia 9-io-i7-5-io-io-m-S 7-i!>-|-r-8-/o-Z5 |_2.«,-/7-lW ff-l-li 1O-10 10-17 M-18-20 q-Jo-X€-l3 21-1-15-/M-IO
H. J. B. te B. — Zoolang wij den letterlijken tekst van uw borgstelling niet kennen, is het voor ons moeilijk deze kwestie precies te beoordeelen. Indien uw borgstelling alleen loopt voor de bedragen, die uw kennis uit zijn zetzaak aan de firma moest afdragen, dan kan o.i. de firma nu niet deze borgstelling gebruiken om, via u, uw kennis af te houden van het oprichten van een nieuwe zaak. Een en ander houdt natuurlijk ook weer nauw verband met den inhoud van hel contract. Wanneer de zaak hoog loopt, verdient het aanbeveling een advocaat te raadplegen. Ge kunt u beroepen op de artt. 1857 vlg B.W. Het hoofdkantoor van de Staatsloterij is gevestigd te Den Haag, Tavernestraat. P. J. v. d. K. te R. — Ik ben bezig voor u te onderzoeken hoe deze zaak in elkaar zit en ik hoop u spoedig iels naders te kunnen mededeelen. W. W. te H. — Ik kan u niet opgeven hoe u een dergelijk artikel moet maken, daar dit steeds fabrieksgeheimen zijn. Wat uw tweede vraag betreft, u kunt zich wenden lol het Rijksbureau tol Onderzoek van Handelswaren, Bezuidenhout 171, Den- Haag. Wal de prijs van zoo'n onderzoek is, kan ik zoo zonder meer niet zeggen, doch goedkoop is het niet. — Voorts zoudt u eens bij de Kamer van Koophandel in de plaats uwer inwoning kunnen informeeren of er daar soms een scheikundige is gevestigd, die dergelijke onderzoekingen verricht. Dit is dan misschien iels gemakkelijker dan in een andere plaats. B. J. te U. — Moed houden maar, zou ik zeggen, en voortdurend aan het spreekwoord denken „de aanhouder wint". Verder, ja, dal aantal wisselt, nu eens heel veel, dan weer eens wat minder. F. M. J. v. W. te A. - Ik zou u raden zich te wenden lot V.V.V. te Amsterdam, gevestigd Rokin 5. Hier zal men u wel kunnen helpen. Wilt u voor de schulden, die uw schoonmoeder maakt, niet aansprakelijk worden gesteld, dan moet u de nalatenschap aanvaarden onder beneficie van inventaris, dal wil zeggen, dal u niet meer hoeft uit te belalen aan de schuldeischers dan de nalatenschap bedraagt. Over uw zoon hoeft u zich, geloof ik, niet ongerust te maken. Hij komt op een beetje moeilijken leeftijd en mijn ervaring is, dal dan alle jongens, al zijn het verder goede zoons, vreeselijk hel land hebben aan boodschappen doen. Het lijkt wel of ze zich dan zoo'n beetje bewust gaan worden van hun „mannelijke waardigheid" en die niet meer in overeenstemming vinden met het doen van boodschappen. Over een paar jaar zal dat wel weer overgaan. Het is mijns inziens het beste, wanneer u hem maar niet al Ie vaak zulke werkjes opdraagt, maar. . . als u hel doet, dan moet u er ook op staan, dat hij doet wat hem gezegd wordt. Evenzoo de verhouding lot hel zusje. Ik zou maar een beetje tactvol te werk gaan en de kinderen niet al te veel eikaars gezelschap opdringen. Gelooft u me, over een paar jaar, wanneer de jongen den ontwikkelingsleeftijd te boven is, trekt dat alles vanzelf weer bij. Hel lijkt me toch verder een flinke jongen, als hij nu al in de derde klas zit. Op uw andere vragen hoop ik u binnenkort te kunnen antwoorden. M. T. Ie D. — Mag ik u hartelijk dank zeggen voor uw goeden raadl Ik zal hem te zijner lijd gaarne mededeelen.
10-2.-2SJ
Mej. G. L. te E. — Er bestaan instrumentjes waarmee de vorm van den neus veranderd kan worden. U zoudt hieromtrent eens een schoonheidsinsliluut moeten raadplegen.
De oplossing is: Vanavond om elf uur zal de buit verdeeld worden. Zorg dat je er bij bent. Lange Jan. De sleutel is: Z is 1, A is 2, Y is 3, B is 4, X is 5, C is 6, W is 7, D is 8, V is 9, E is 10, U is 11, F is 12, T is 13 G is 14, S is 15, H is 16, enzoovoort. De hoofdprijs van f 2.50 werd deze week gewonnen door den heer Jac. Ansems, Roosendaal. De troostprijzen vielen ten deel aan den heer K. C. den Dikken, Katwijk a/Zee en den heer D. Zweers, Leuvenheim.
1. Even later kwam but .»ok uit den schoorsteen te voorschijn en daar stonden ze nu up het dak, terwijl „De Zilveren Ster" vlak boven hun hoofd viooy. Toen het vliegtuig voorbij was, keek Peterbleek en verschrikt naar zijn zusje. Nu waren ze wet uit het kasteel ontsnapt, maar wal moesten ze zonder machine beginnen?
2. En zouden ze haar noy ooit terugzien? Hun trouwe „Zilveren Ster" die hun al zooveel goede diensten bewezen had bij het zoeken naar hun vader. Ze moesten zoo gauw mogelijk van het dak zien al te komen en de richting van het vliegtuig uitgaan, misschien konden ze dan ontdekken, waar het zou landen.
3. Peter \\ as er vast van overtuigd, dut mijnheer Grimes ïn hun toestel zat. Hij zou echter wel niet van het eilfrnd weggaan zoolang Dot en hij er nog waren, dus zou hij wel spoedig weer dalen. Peter liet zich van het dak glijden en slaagde et in een balcon te bereiken Daarna hielp hij zijn zusje naar beneden.
^
->
■
;
IjÄÄ-iaäJt ^^fttiZie je, nu zijn Jwe toch ontsnapt. J ^Z «9^
.1
A
wW^M
rÜ
y^t
IP' fÊBL
*r
E^
j
-%
9° sd idee. J i
ST
é:
"r^ iy \
- _. ^bWA\ .4n ^9^flH .^VW KjtgJ";
.
ÏH 1 Dal was een T 1
^
• 3**»8M!' SgOdBSiy» «Mfe^
v
^t
HH^Bfvr/
wS?'-
P ri
.S
11 wv &* w
^
In IöJ
- - ^_
ö. In een o o gen blik waren ze beiden hall door het stroo bedekt. Peter beduidde Dot sp'l te zijn, want hij hoorde voetstappen. Het was de voerman, die de deuren opende. Daarna klem hij op de kar, zette zijn paarden aan en even later reden ze langzaam de poort van het kasteel uit. Ziezon, ze waren ontsnapt!
4. Nu was het nog maar het werk van een oogenblik om de binnenplaats te bereiken. Ze liepen naar de poort, maar bemerkten tot hun grooten schrik, det de deuren hiervan gesloten waren „Nu kunnen we niet ontsnappen zonder gezien te worden," mompelde Peter. „Tenzij..." viel hij zichzelf in de rede.
5. Hij greep Dot bij den arm en trok haar mee. „Vlug. ga mee!" zei hij fluisterend. ,,We kunnen toch weg." Dot begreep er niets van, maar ze liet zich gewillig meetrekken. Toen ze aan een groote kar met stroo waren gekomen, waaroverheen een zeil was gespannen, duwde Peter zijn zusje er zoover mogelijk in.
7, Zoodro ze uit het gezicht van het kasteel verdwenen waren en de beide luchtreizigers zich heelemaa) veilig voelden, lieten ze zich van de kar afglijden om te voet verder te gaan. Toen het geluid van het schokkende voertuig verstorven was, hoorden ze iets anders. Het was het gezoem van een vliegtuigmotor.
8. Het was „De Zilveren Ster", die op het punt stond te dalen en de beide kinderen gingen er vlug op af. Het toestel was dicht bij een ouden windmolen neergezet, maar daar letten ze in hun haast heelernaal niet op. Anders zouden ze zeker gezien hebhen, dat mijnheer Grimes hen van dien molen uit gadesloeg.
Mej. R. v. R. te D. H. - Probeert u hel eens met terpentijn. Wanneer hel werkelijk verfvlekken zijn moeten zij op deze wijze verdwijnen. Veel succesl
Mevr. R. M. te A. - Hierbij de gevraagde recepten: Voor rundervinken heeft u noodig vier magere dunne runderlapjes van 75 gram ieder, 50 gram runder- en 50 gram varkensgehakt, 4 lapjes kalfsnet, 100 gram boter, oud brood, zout, peper en nootmuskaat. Het brood weekt u met een weinig water, doel er de kruiden bij en mengt het dan door het gehakt. De lapjes heeft u onderlusschen geschrapt, gezouten en er zoo noodig wal peper op gedaan. Op ieder lapje legt u nu een vierde gedeelte van hel gehakt, rolt hel op, omgeeft het door kalfsnet en bindt ieder rolletje dicht met een draad. U bakt ze dan bruin in de boter en laat ze dan nog een half è één uur sloven. Voor gepaneerde eieren neemt u vier eieren die u gedurende zes minuten kookt en voorzichtig pelt. Daarna bestrijkt u ze met gesmollen boter en zoul, en haalt ze Weest niet langer een prooi van de ondragelijke last en de foltedoor losgeklopl eiwit en paneermeel, waarrende jeuk, wanneer een eenvoudig middel uitkomst kan brengen. na ze in dampend frituurvet vlug gebakken Een paar druppels van de heldere vloeistof D.D.D. op de pijnlijke worden. plek en de jeuk bedaart onmiddellijk, de aandrang tot krabben . De te bakken tomalen snijdt u in dikke verdwijnt. Denkt U eens in, weer rustig te kunnen slapen en 's morgens schijven, na ze desgewenschl geschild Ie verkwikt aan den arbeid te kunnen gaan. Het D.D.D.-Recept van hebben, en bakt ze in wat boter, die lichtDr. D. Dennis wordt sinds vele jaren met sucees aangewend tegen bruin moet zijn, in ongeveer vijf minuten Eczeem, Open Beenen, Zweren, Puistjes en andere huidaandoeningen. gaar. Flacons a 75 cent, f 1.50 en f 2.50 bij Apothekers en Drogisten. M. B. te A. - Lord Nuffield is zoo'n bekende figuur, dat ik denk, dat, wanneer u eenvoudig adresseert aan Lord Nuffield, Londen, dit wel terecht zal komen.
mmmmi - 30
DE VLIEGAVONTUREN VAN PETER EN DOT Vervolgd
De Secretaresse van de Voor U-Club, Galgewater 22, Leiden.
GEWONE ADVERTENTIES: TEKSTADVERTENTIES:
KOLOMHOOGTE
KOLOMHOOGTE
120
120
REGELS
REGELS
KORTINGEN
-
-
Wordt vervolgd
KOLOMBREEDTE 5 cM.
KOLOMBREEDTE
VOLGENS
— 31 —
9. Toen ze bij „De Zilveren Ster" aankwamen was het heel stil. Ze waren al blij, want nu wisten ze, dat er niemand was, die er de wacht hield. Maar toen kwam er opeens een kwaadaardig gegrom uit de cabine en er keek een groote hond-door het ruitje.
6.7
cM.
TARIEF
-
REGELP R ü S 25 ets. REGELPRIJS
50
cis.
BR U TO BRUTO
H
T.d
Painter
Barbara im Blake • Dan Painter Pete Martin Sally Painter Warner Bros-film.
„Juffrouw, ik heb bij vergissing een brief in de bus voor de luchtpost gedaan, en ik zou niet graag willen dat u een vliegtuig nam om hem naar Adorp te brengen. Daarom ' waarschuw ik u maar even . . ."
„En nu zal ik 'n fuga gaan spelen'." „Ja, dat is goed. Dan gaan wij intusschen een eindje wandelen."
„We hebben hem klein gekocht, en omdat we niet wisten hoe groot hij zou worden, hebben we een heeleboei hokken voor hem moeten koopen."
EEN MAN EN EEN ZONSONDERGANG -■
.,, M> ^«Wi-y«, ' y
' «wf $ . i \ ondergang. Laten ,' eens rien of we er
Wayne Morris
Priscilla Lane John Litel Thomas Mitchell Dick Foran Barbara O'Neil Regie: Stanley Logan.
Sally Painter beschouwt het als een eer goed tegen haar verlies te kunnen. Zij wil liever op een fraaie wijze verliezen, dan winnen. 'Zeer tot misnoegen van Dan Painter, haar echtgenoot, voedt zij hun zoon Ted dan ook in deze begrippen op. Zij scheidt van Dan, wanneer zij bemerkt, dat hij, hoe onschuldig ook, Lisa Blake op een feestje kust. Li«a is de vrouw van lim Blake en hun do^htertje Barbara is het speelmakkertie van Ted. Bij het spelen bootsen zij een huwelijksplechtigheid na en Barbara behoudt den hoefijzerring als aandenken. Later trouwt Sally met Dr. MacConaghey, een professor aan de Yale Universiteit, en Lisa scheidt van Jim nm Count Humbert te huwen. Zij bestemmen voor den volgzamen Ted een loopbaan als arts. Ted ontmoet Barbara weer in een club. Zij wordt verliefd op hem, ondanks het feit, dat zij reeds verloofd is met Pete Martin. Zij besluit Ted aan den invloed van zijn moeder te onttrekken. Zij loopen weg en behelpen zich; ze zijn werkelijk verstooten door hun familie's, terwijl Dan kortweg weigert zijn zoon te steunen, totdat hij leert voor zichzelf te zorgen. Ted neemt een verloopen zeepfabriek over, welke hij niet tot bloei kan brengen. Nacht aan nacht werkt hij voor de fabriek, terwijl Barbara dikwijls met Pete uitgaat. Barbara ziet, dat Ted doorgaat, zooals zijn moeder hem opgevoed heeft. Haar pogingen om hem tot een vechter te maken schijnen vruchteloos. Teds moeder lijdt in stilte en probeert hem te overreden naar school terug te keeren, terwijl zij hem ook probeert aan te toonen, dat Barbara zich voor Pete interesseert en Ted niet trouw is. De fabriek gaat niet en Ted, die geen ander werk kan vinden, probeert als grondwerker aan den slag te komen. Hij neemt het echter nog niet aan, voorgevende er eerst met Barbara over te willen spreken. Barbara, woedend over zijn besluiteloosheid, verliest haar geduld en wil met Pete weggaan, als dezehaar opbelt. Ted is nu eindelijk wakker geschud. Hij geeft Pete een pak slaag, gooit hem er uit en valt dan op Barbara aan, zoodat zij beiden een blauw oog Vfit dit kloppartijtje overhouden. Sally heeft eindelijk ingezien, dat zij 't met Ted rtieU bij 't rechte eind had, terwijl andere familieleden nog net op tijd komeni om ' gevecht bij te wonen. Dan, verheugd over de verandering In Ted, biedt Uem een^i^nt)^ weigert, zeggende, dat hij al een baan heeft als — ,gro J
Barbara O'Neil, Wayne Morris, Priscilla Lane en Dick Foran
' 8E
■
„Het geeft niet, jongens, dat er niks in zit. Het was in ieder geval een goeie oefening."
Ted heett Barbara klap gegeven
DE REDNDE Ufa-fi!m.
MGEL
Regie: Karl H,
Hct Grand Hotel ,,Paradijs" draagt met r 2ijn naam. Midden in het hooggebergte legen, is het 't middelpunt van de winterspc De zon schijnt, op de ijsbaan wemelt het van hocki spelers, overal pret en schoonheid, kortom f paradijs. Maar. jammer genoeg, is er in het ,.Pa dijs' ook een slang. Het is de uiterlijk schoone, m innerlijk kattige Ellen, dochter van den wereldse! Lanken. d'Ie het hotel zóó nonchalant beheert, zijn schoonvader, de oude Schorr, er zich vreesc kwaad over maakt. Schorr is echter wel op El gesteld en laat- de leiding van het hotel aan h over. Gérant, kok. kellners, allen krijgen een i brander van haar. Het ergste er aan toe is h vader; hij wordt om zoo te zeggen onder curali gesteld; van nu af aan is Ellen de baas. Op de ijsbaan vermoedt men nog niet wat Cr : in het hotel afspeelt. De jonge graaf Wetterstein als gewoonlijk door vele dames omgeven; de sehr senrijders vliegen over de baan. overal gelach gegil, wanneer de een of ander door een sneeuv wordt getroffen. De telefoon gaat. Graaf Wetterstein wordt op beid door zijn bediende Jan, die hem verzoekt on dellijk naar het hotel te komen. De graaf haast z er naar. toe en staat na weinige oogenblikken in kantoor van het hotel tegenover de nieuwe di trice. ..Knap meisje", denkt hij. ,,Nette man", d zij, maar orde en regelmaat moeten er Sedert twee weken heeft de graaf zijn rekening i betaald en men is nu reeds in de derde week. graaf is eerst verlegen, dan verklaart hij Ellen zaak. Hij zoekt een vrouw, heeft echter nog fl beslissing kunnen nemen. De rijke, ietwat d Miss Vandergould komt hiervoor wel in aan
king. Ellen is werkeli]k verbaasd, dat een krachtige jongeman tegen werken opziet en geeft hem een duidelijk beeld van het nut van den arbeid, Den volgenden morgen ziet Ellen een nieuwen kellner, die niemand ander is dan graaf Wetterstein. Door zijn kellnersbaantje komt hij veel met de dames in aanraking, zeer tot genoegen vap Miss Vandergould; tot ongenoegen echter van Ellen, die den graaf van de dames wil scheiden. Hoe zal zij dit doen? Zij stelt den graaf als secretaris van de directie aan. Nu zit hij den geheelen dag tegenover haar. met het gevolg, dat zij, op elkaar verliefd worden. Op het politiebureau praat men over de zonderlinge gasten in hotel „Paradijs", graaf Wetterstein en zijn bediende Jan, en men besluit in München navraag te doen. Op een avond dringt Jan bij Ellen binnen en vraagt haar honderd mark te leen. Hij geeft voor. dat de graaf voor iemand borg heeft gestaan en nu door zijn crediteuren gemaand wordt. Langzamerhand vertelt Jan haar alles. Ellen wil hem helpen. Zij zal hem de 36.000 R.M. voorschieten, die hij noodig heeft, waarvoor hij dan vijftien jaar moet werken. De schuldeischers van den graaf verschijnen aan het hotel. Ellen overhandigt hun het geld. Juist belt de politie op. Zij heeft bericht uit München: alles is zwendel, graaf Wctteistein en zijn bediende bestaan niet. Een der schuldeischers stelt de politie gerust en verbreekt stilletjes hel contact. Er snelt een auto door den nacht. De graaf en Jan zitten er in. Het is gelukt. Het geld is er. de groote slag is geslagen. Maar Ellen geeft den strijd nog niet op. En. zooals het meestal gaat, komt ook voor dit paar nog het geluk.
Papa is niet tevreden. (Hilde Kiahl. Gustav Waldau en Geoig Alexander)
^1 —>.
ï&m, **• m*£
-
\ i IPJB6S
GESPREKKEN MET MIJN VRIEND PIETERSEN
gefilmd. Hij heeft een contract met de Metro-Goldwyn-Mayer gehad. Hij is den isten Juli te Scarborough geboren.
..Vindt jij telefoneeren moeilijk, Pietersen?" ,.Weineen! Wat een onzinnige vraag. Ieder kind kan tegenwoordig toch met een telefoontoestel overweg!" ..Zoo is'het, Pietersen, maar heb je wel eens opgemerkt, dat het telefoneeren in de film en op het tooneel vaak gebeurd op een manier, die kant noch wal raakt, zooals geen verstandig mensch het ooit zou doen? En toch heeft het publiek daar altijd vrede mee." ..Hoe meen je dat? Vertel me daar eens iets meer van!" ,.Nu Pietersen. je kunt het altijd weer opmerken. Als er opgebeld wordt, is het ..niet echt". Niet alleen, omdat er geen werkelijke leiding is aangelegd en de spelers maar in een dood toestel spreken! Neen. dat is natuurlijk onvermijdelijk en doet ook aan de illusie geen afbreuk. De groote fout ligt echter in het feit, dat spelers, die telefoneeren. meestal veel te vlug spreken en vaak geen oogenblik wachten tot de andere, onzichtbare partij, iets zegt. Het wordt een monoloog, waar geen speld tusschen te krijgen is. Heeft die ander dan nooit eens iets te zeggen ?" ..Inderdaad, je hebt gelijk! Maar is dat nog nooit een regisseur opgevallen?" ..De eerste regisseur, die een einde aan het verkeerd telefoneeren gemaakt heeft, is Edward H. Griffith. Toen Tyrone Power in een zijner fiUns moest opbellen, liet Griffith het toestel echt verbinden met een van de kleedkamers. Tyrone kreeg dus echt antwoord, al hoort het publiek er niets van. De tusschenpauzen krijgen daardoor een normale lengte en Tyrones mimiek tijdens het luisteren heeft er natuurlijk zeer door gewonnen." ..Dat kan ik begrijpen. Ik hoop. dat de andere regisseurs die methode nu ook maar gaan toepassen."
E. v. L. te Amersfoort. Hierbij de gevraagde verjaardagen. Roland Young 11 November. "Crude Hesterberg 2 Mei. Edna Best 3 Maart. Het inzenden van bedoeld scenario heeft absoluut geen doel.
FILM-ENTHOUSIASTEN
R. M. R. te Amsterdam. Iedere abonné heeft recht op twee gratis film-foto's. Wij hebben u een foto van Mariene Dietrich en een van Willy Fritsch gestuurd. Mart a Eggerth is met Jan Kiepura getrouwd. Marta's moeder is gescheiden.
G. H. te Veendam. Een antwoordcoupon is aan ieder postkantoor verkrijgbaar. Het adres van Greta Garbo is Metro-Gold wyn-Mayer-Studio's, Culver City, California. W. v. d. H. te Arnhem. Tyrone Power is nict met Loretta Young gegetrouwd. Sonja Henie is den 8sten April jarig. Zij is te Oslo geboren. Zij debuteerde in de film „One in a Million". U kunt haar gerust in het Duitsch schrijven. I. K. F. W. te 's-Gravenhage. Desmond Zeester is den ijden Februari jarig. Rex Harisson is getrouwd. Ursula Grabley woont Bismarckstrasse 108, Berlijn. Voor een foto moet u drie antwoordcoupons insluiten. A. D. P. te Rotterdam. Cees Laseur is met Mary Drcsselhuys getrouwd. Lily Bouwmeesters echtgenoot is Cor van der Lugt Melsert Mzn. Paula Wessely filmt nog. F. N. te Hilversum. Albert Liei>en woont thans in Engeland. Zijn adres is, 25 Randolph Crescent, Londen W 9. U kunt hem in het Duitsch of Engelsch schrijven. Friedrich Zelnik is getrouwd. S. R. T. te Amsterdam. Charles Laughton heeft inderdaad te Hollywood
W. R. J. te Beverwijk. Het adres van Clark Gable is Metro-Goldwyn-MayerStudio, Culver-City, Californië. Spencer Cracy is getrouwd. Norma Shearer is met dci^ productieleider Irving Thalberg gehuwd geweest. D. F. A. S. te 's-Gravenhage. In het vervolg niet meer dan drie vragen per week s.v.p. Hugh Williams' echtgenoote is Gwynne Whitby, zij hebben twee kinderen. David Niven is den isten Maart jarig. La Jana is getrouwd. Rudolf Forster is den 3osten October jarig. Hij maakt een tournee door Amerika en zal voorloopig niet filmen. Het adres van Deanne Durbin is Universal-Studio's Universal-City, Californië. L. A. te Baarn. Hierbij de gevraagde verjaardagen. Jan Kiepura 16 Mei. Marion Davies 3 Januari en Hal Gordon 18 April N. O. R. V. te Eindhoven. Wij hebben u de twee gevraagde foto's gezonden. Elisabeth Bergner is met regisseur Paul Czinner getrouwd. Bedoelde actrice was Ethel Levy; zij is den 21 sten November jarig. U moet haar in het Engelsch schrijven. W. v. R. te Amstelveen. De ware naam van Stan Laurel is Stanley Jefferson. Camilla Horns adres is Hohenzollerndamm 36, Berlijn.
ONZE WEKELIJKSCHE PRIJSVRAAG Vraag vijfhonderd en drie Wat was het zoogenaamde Kaas- en Broodvolk? Wij stellen een hoofdprijs van ƒ 2.50 en vijf troostprijzen beschikbaar om te verdeelen onder hen, die vóór 10 October (abonné's uit overzeesche gewesten vóór 10 November) goede oplossingen zenden aan ons redactie-adres: Galgewater 22, Leiden. Op enveloppe of briefkaart a.u.b. duidelijk vermelden: Vraag 503.
DE OPLOSSING Vraag vierhonderd negen en negentig De Coloradokever is een zoo gevreesd insect omdat de larven groote schade aanrichten aan de aardappelplanten. Met de juiste oplossing van deze vraag verwierf mejuffrouw C. W. van Straaten te Den Haag den hoofdprijs en mejuffrouw T. Wilke te Deventer, mejuffrouw D. Last te NieuwerAmstel, den heer C. E. de Jongh te Den Haag, den heer A. Roselaar te Amsterdam, mejuffrouw H. Paulez te Den Haag de troostpiijzen.
bereikte juist met zijn auto een smalle brug toen er ook van den anderen kant' een auto aank-.vam. Een van hen moest teruggaan. ,,Ik ga nooit terug voor den een of anderen gek!" schreeuwde de andere bestuurder weinig vriendelijk van uit zijn wagen. „Ik altijd," antwoordde mijn neef rustig en hij reed zijn wagen terug. „Is mijnheer Smit thuis?" vroeg de bezoeker. „Ja zeker," antwoordde de vrouw des huizes. „O, prachtig," was het antwoord. „Dan kan ik meteen het geld innen, dat hij me nog schuldig is." Mevrouw Smit glimlachte medelijdend „U "bent een optimist," zei ze. „Dacht u heusch, dat mijn man thuis zou zijn, als hij geld had?" A.: „Toen je zes en twintig was, hel) je de boerderij verlaten en bent naar de stad gegaan en hebt er gewerkt als een paard. Waarom?" B.: „Om zooveel te verdienen, dat ik buiten kon gaan wonen? Een dame, die een Chinees als huis knecht aannam, vroeg hem naar zijn naam „Ik heet San Tou Lcc," antwoordde hij. „Die naam is me te lang," zei de dame, ik zal je Johan noemen." „Dat is best," antwoordde Johan. „Hot heet u ?" „Mevrouw Hillcgonda van Hemersdorf. ' „Dat is mij ook te lang. Ik zal u dan maar Hiltje noemen." Een oude dame zag in het park eei man, die met een van een punt voorzieuci stok de achtergelaten papiertjes van der grond oppikte. „Vind je dat werk niet vervelend et eentonig ?" vroeg de dame. „Heelemaal niet, mevrouw," antwoorddi de man. „Ik ben er als het ware voor geboren. Mijn vader heeft met den har poen op walvisschen gejaagd." „Daatje," zei Klaas, „heb je wel een aan trouwen gedacht?" „Neen, daar heb ik nog nooit over ge prakkizeerd." „Dan is het jammer, dat ik het wèl heb gedaan," zei Klaas, en hij draaide zich om ten einde de kamer te verlaten. „Wacht even!" riep Daatje hem na. „Je hebt me' aan het denken gebracht!' Hij: „Van woord houden gesprokerToen ik je voor den eersten keer ten huwelijk vroeg, zei je, dat je nog niet met den besten man van de wereld zoi willen trouwen." Zij: „En ik heb het niet gedaan ook!'
DE MAN MET DE „BANJO-OOGEN" Eddy Cantor is een der zeldzame filmhumoristen van grooten stijl, over wien in Nederland tot dusver vrij weinig gepubliceerd is. Zijn roemruchte voorgangers, die in vroeger jaren aan de spits stonden, als Charlie Chaplin, Buster Keaton, Harold Lloyd, zijn steeds en steeds weer met de grootste uitvoerigheid beschreven, maar Cantor heeft nog weinig van zich laten hooren buiten het bestek van zijn films zelf. • De man, van wien de Amerikanen zeggen, dat hij ,,banjo-oogen" heeft (waarmee zij bedoelen, dat ze uitermate sprekend zijn!), heeft een onafgebroken reeks van vijftien jaar succes achter zich, zoowel bij de film als op het tooneel. Sinds hij in 1930 naar Hollywood kwam, heeft hij het systeem gevolgd van niet meer dan één film per jaar en de rest van den tijd heeft hij tooneel gespeeld. Hierin ligt een zekere bescheidenheid, de vrees, dat het publiek genoeg zou krijgen van zijn gezicht, wanneer men het te vaak zou zien in de geweldige vergrooting, welke het projectiedoek' nu eenmaal biedt. Want Eddie Cantor (hij moge in zijn rollen nog zooveel praats hebben) is in werkelijkheid een zeer bescheiden man, die bij zijn vrienden bekend en bemind is om zijn eenvoud. Hij maakt echter zijn superieuren steeds wanhopig, door zoo ontzettend vaak ideeën af te keuren. Toen hij zijn contract teekende met de 20th Century-Fox, kwam productieleider Darryl F. Zanuck aandragen met een kolossale prullenmand. Het was als grap bedoeld, maar het werd ook hier weer werkelijkheid. Eddie Cantor deponeerde daarin de ontelbare manuscripten, waarvan velen hoop hadden gehad, dat ze een succesrol voor hem zouden bevatten. In dit
opzicht lijkt hij op Chaplin. En het is werkelijk geen arrogantie, die hem aldus handelen laat, maar de gebiedende noodzaak zijn succes niet plotseling te doen beëindigen door een minder goede film. Toen kwam het scenario van ,,Ali Baba". Deze Oostersche held werd eensklaps van het oude Bagdad overgeplant in het hedendaagsche Amerika, waarbij zich natuurlijk de meest komische situaties kunnen voordoen. Het scenario had toen nog niet dien vorm, welke het verkregen heeft, doordat Cantor er resoluut het mes in zette. Hij haat namelijk elke dubbelzinnigheid, ieder lachsucces, dat wordt verkregen door te speculeeren op het vulgaire en het banale. En met een reusachtig blauw potlood schrapte Eddie een reeks scènes, die naar zijn smaak te gepeperd waren. Maar hij vulde de hiaten zelf aan met dwaasheden, zooals alleen zijn vruchtbaar brein die kan bedenken! En daarbij beroept hij zich op Will Rogers, die ook immer standvastig weigerde iets te spelen, waarover hij niet zelf van harte zou kunnen lachen! Eddie heeft een door en door eerlijk karakter. Dank zij zijn loyaliteit zijn spelers als Deanna Durbin, Rubinoff, Bobby Breen en nog een heele reeks anderen die buiten de filmpoort stonden en geen aasje kans hadden, tot roem gekomen. Hij is een groot vriend van ieder, wien het slecht gaat. Hij staat steeds op de bres voor kleine, onbekende acteurs, die het moeilijk hebben en vaak heeft hij zijn eigen plannen opzij gezet, om anderen te kunnen helpen. Dit heeft hem een geweldige populariteit bezorgd. Niet de populariteit van fuiven en feesten, maar die van rustige ontmoetingen thuis, waar een arm man zijn hart uitstort en zijn zooveel fortuinlijker medemensch hem zijn hulp en bescherming aanbiedt. En niemand, die zijn ultra-dwaze films ziet, zou het vermoeden...
18de Jaargang No. 38 - 1 Oct. 1938
I FERNAND GRAVET| IN DE |M.G,M.-FILM JHE] GREAT WALTZ^
MET WEEKBLAD CIMEMAs. THEATER 15
.
cts
■
jfrii i :■%■
'
*&* .—•-^
^^^^. Wm^^y^f-'':
HET WEEKBLAD CmEMA& THEATER
■^ItèL
VÏRSCHIJHT WEKELIJKS - P«I|S KK KWARTAAL f. I.tl - MD. EN ADM. OALCEWATEK 11, UJDEN. TEL. TM. POSTRiKiNiMS MM»
._
<
ERR^ttCyNN IN DE WARNER ßHOS-FILM // DE AVONTU^EH. VAN ROBIN HOOD"
AFBEELDING IN KLEUR MULTICOLOUR PICTURE