15
142 De Pensioenwereld in 2015
© 2014 KPMG Advisory N.V
Ontwikkelingen in de pensioenmarkt 143
Het Algemeen Pensioenfonds als ‘postillon d’amour’ onder pensioenfondsen Auteurs: Tjerk Klompmaker en Mark Straube
Het aantal pensioenfondsen in Nederland blijft teruglopen en krimpende en gesloten pensioenfondsen staan voor de keuze tussen een vrijwillige aansluiting bij een bedrijfstakpensioenfonds of een overdracht naar een verzekeringsmaatschappij. Beide mogelijkheden kennen belangrijke nadelen die deels worden opgevangen door het nieuw te vormen Algemeen Pensioenfonds (APF). Een analyse van de mogelijkheden die dit nieuwe concept te bieden heeft.
Steeds meer pensioenfondsen heffen zichzelf op en brengen pensioenen over naar een ander pensioenfonds of een verzekeraar. Verzekeraars lijken daarbij minder dominant te worden.1 Cijfers van De Nederlandsche Bank (DNB) geven aan dat waar verzekeraars in 2011 nog 70% van de liquiderende pensioenfondsen binnenhaalden dit in 2014 nog slechts de helft is. Beide opties – overdracht aan een ander pensioenfonds of aan een verzekeraar – kennen nadelen. Bij een vrijwillige aansluiting bij een bedrijfstakpensioenfonds raakt de werkgever de zeggenschap over de inhoud van de regeling en de premiestelling kwijt. Bovendien ontstaat er verplichte deling van risico’s met andere werkgevers en werknemers in de sector. Bij een overgang naar een verzekeringsmaatschappij kunnen de kosten van de uitvoering sterk toenemen, wat nadelig is voor indexatie. Beide ontwikkelingen zijn volgens de Pensioenfederatie ‘niet in het belang van Nederland, of de werknemers en gepensioneerden’.
1
Bron: FD.NL 18 augustus 2014.
© 2014 KPMG Advisory N.V
144 De Pensioenwereld in 2015
rechtsopvolger pensioenfonds
19
Steeds meer pensioenfondsen vallen niet in handen van verzekeraars, maar worden overgenomen door andere fondsen. Pensioenfondsen waarvan het toezicht is beëindigd en de rechtsopvolger.
2011
10
63
2014
rechtsopvolger verzekeraar
44
20 10
Figuur 1: Overzicht beëindigde pensioenfondsen – Bron: Het Financieele Dagblad 18-08-2014
Het APF moet alle ruimte geven aan pensioenuitvoerders Het nieuw te vormen APF speelt daarop in door het mogelijk te maken diverse pensioenregelingen binnen één fonds gescheiden uit te voeren. ‘Ringfencing’ is dus toegestaan. Ondernemingspensioenfondsen, niet verplicht gestelde bedrijfstakpensioenfondsen en beroepspensioenregelingen kunnen in het APF onderdak vinden. Op deze wijze ontstaat een groter pensioenfonds dat dankzij de schaalvoordelen kan profiteren van lagere beleggings- en uitvoeringskosten en beperking van bestuurlijke lasten. Uit KPMG-onderzoek2 blijkt dat 91% van de ondervraagde pensioenfondsen het deels of volledig eens is met de stelling dat het APF een verrijking is voor de Nederlandse pensioenmarkt. Het blijkt dat 9% ook daadwerkelijk bezig is met het oprichten van een APF. Verder verwacht 57% dat de introductie van het APF zal leiden tot een geleidelijke standaardisatie van de pensioenuitvoering, waardoor de uitvoeringskosten zullen dalen. Verplicht gestelde bedrijfstakpensioenfondsen zijn vooralsnog (op basis van de huidige conceptwettekst) uitgesloten van het APF.
2
KPMG heeft in oktober 2014 een onderzoek uitgevoerd onder 91 pensioenfondsen; de uitkomsten hiervan zijn in de bijlagen van deze Pensioenwereld opgenomen (KPMG-onderzoek 2014).
© 2014 KPMG Advisory N.V
Ontwikkelingen in de pensioenmarkt 145
Het APF wordt één pensioenfonds waarin verschillende regelingen van uiteenlopende werkgevers naast elkaar kunnen worden uitgevoerd. Verzekeringstechnische risico’s die voortkomen uit het beheer van pensioenvermogens, positief of negatief, zijn en blijven voor rekening van de werkgever, pensioendeelnemers en -gerechtigden wier pensioenregeling(en) binnen een compartiment worden uitgevoerd. Buffers ter dekking van pensioenrisico’s maken integraal deel uit van het pensioenvermogen binnen het pensioencompartiment. Risico’s die behoren bij de bedrijfsvoering kunnen alleen maar ten laste of ten gunste komen van het kapitaal dat dient ter dekking van de betreffende pensioenaanspraken.
Niet alles mag, wel veel … De regelingen binnen het APF vallen onder de bepalingen van het Financieel Toetsingskader (FTK). Alle afzonderlijke collectiviteitskringen moeten voldoen aan deze eisen, dus ook aan de eis met betrekking tot de dekkingsgraad. Wanneer de dekkingsgraad onder het wettelijk vereiste niveau komt, is een kortetermijnherstelplan verplicht. In een APF kunnen deelnemers binnen een compartiment dan ook gekort worden, terwijl er in de andere compartimenten een surplus is. Een APF kan hierdoor niet worden verplicht garanties te bieden voor pensioenen ingeval de noodregeling zich voordoet of in het geval van een faillissement. Bij een verzekerde regeling die onder de Wet financieel toezicht (Wft) valt, dient wel een garantie te worden gegeven. Daarnaast is het voor een APF niet toegestaan een aanvullend product, banksparen of lijfrente, in de derde pijler aan te bieden. Op dit moment worden geen bedrijfsmodellen uitgesloten. Een APF kan zowel in de vorm van een stichting als in de vorm van een bv of nv met winstoogmerk worden gevoerd. Het APF vervangt de eerdere voorstellen met betrekking tot de oprichting van een algemene pensioeninstelling (API) en komt in de plaats van het multi-opf. Het vervangt niet de premiepensioenstelling (PPI). De PPI kan slechts premieovereenkomsten uitvoeren in de vorm van een beleggersrekening waarbij het risico op lang leven (na de pensioendatum), overlijden en arbeidsongeschiktheid moet worden ondergebracht bij een verzekeraar. PPI’s kunnen wel een APF oprichten.
© 2014 KPMG Advisory N.V
146 De Pensioenwereld in 2015
Een nieuwe taak voor de uitvoeringsorganisatie: commerciële activiteiten Een APF bestaat bij de gratie van het aantrekken van klanten. Dat vereist dat drie nieuwe activiteiten binnen de uitvoeringsorganisatie goed op orde zijn: het ontwikkelen en beheren van pensioenproposities, het werven van nieuwe klanten en ten slotte contract- en relatiemanagement. Onderstaande figuur geeft dit op hoofdlijnen weer:
Uitvoeren strategisch management Tactisch management
Sturende processen
Pensioenbeheer
Faciliterende processen
Vermogensbeheer
Commerciële Bestuursactiviteiten ondersteuning
Kernprocessen
Vaststellen premie- en toeslagbeleid Vaststellen communicatiebeleid Monitoren van het uitvoeringsbeleid
Bepalen beleid t.a.v. uitvoering pensioenregeling(en)
Administreren Beheren Administreren Incasseren deelnemerspensioen- werkgeverspensioengegevens en regeling gegevens premie rechten
Werven nieuwe klanten
Ontwikkelen en beheren proposities
Verzorgen beleidsinitiëring en voorbereiding
Opstellen Bestuursagenda
Uitvoeren risicomanagement en compliance Verzorgen verantwoording en rapportage
Uitvoeren vermogensbeheer
© 2014 KPMG Advisory N.V
Uitvoeren Communiceren financiële aan werkgevers Rapporteren administratie en deelnemers
Verzorgen jaarverslag
Proactief informeren en adviseren
Contracten relatiemanagement
Verzorgen Verzorgen bestuursbestuursvoorleggers secretariaat
Figuur 2: Value chain APF
Uitbetalen pensioenuitkeringen
Verzorgen notulen
Ontwikkelingen in de pensioenmarkt 147
“Het APF wordt één pensioenfonds waarin verschillende regelingen van uiteenlopende werkgevers naast elkaar uitgevoerd kunnen worden.” Het is denkbaar dat de eisen van de verschillende werkgevers of concurrentie van andere pensioenuitvoerders het APF vragen om met meerdere pensioenregelingen per compartiment te komen om zo meer maatwerk te bieden voor individuele klanten en klantgroepen. Het APF zal als pensioenuitvoerder ook zijn unieke waarden moeten (kunnen) formuleren om zo zijn merkpositie te laden. Juist de uitvoeringskosten kunnen door de gevraagde commerciële activiteiten toenemen. De resultaten van het pensioenfonds zullen deze additionele kosten moeten kunnen dragen. Als het deelnemersbestand ondanks de commerciële inspanning alsnog onvoldoende is, zullen de kosten juist extra zwaar drukken op de deelnemers. Wat zijn voordelen en kansen? De wezenlijke kenmerken van een pensioenfonds (ondernemingspensioenfonds, bedrijfspensioenfonds of beroepspensioenfonds) zijn collectiviteit en solidariteit. Daaruit vloeit tevens voort dat pensioenfondsen geen afgescheiden vermogens mogen inrichten. Voor een APF geldt andere wetgeving3 en daarmee mag en kan een APF zich begeven op de vrije markt. De pensioenproducten van een APF bezitten niet de elementen collectiviteit en solidariteit over het gehele deelnemersbestand, maar wel binnen de compartimenten. Voor een APF geldt dan ook een veel bredere doelgroep dan voor de andere pensioenfondsen. Anders dan bij het multi-opf geldt bij het APF niet de beperking dat de deelnemende werkgevers eerder een eigen ondernemingspensioenfonds moeten hebben gehad dat minimaal 5 jaar heeft bestaan. Met de komst van het APF wordt tevens een belangrijk element uit de taakafbakening tussen pensioenfondsen en verzekeraars verlaten c.q. verloren: de domeinafbakening die op dit moment geldt voor pensioenfondsen. Het APF kan zich richten op
3
http://www.internetconsultatie.nl/wet_algemeen_pensioenfonds.
© 2014 KPMG Advisory N.V
148 De Pensioenwereld in 2015
verschillende groepen van werkgevers en werknemers zonder dat het verplicht is eveneens een rol te spelen in de bedrijfsvoering van de pensioenuitvoerder. Het kabinet zet met de introductie van een APF in op lagere uitvoeringskosten, professionalisering en geleidelijke standaardisatie van de pensioenuitvoering. Concurrentie kan de verschillende APF’en prikkelen tot hoge kwaliteit van dienstverlening en lage uitvoeringskosten en biedt daarmee kansen voor standaardisatie van de pensioenuitvoering. Ook in Europees perspectief zijn er mogelijkheden: buitenlandse partijen kunnen de Nederlandse markt opkomen en bijvoorbeeld regelingen van een grote corporate clusteren in één APF.
“Voor een APF geldt een veel bredere doelgroep dan voor de andere pensioenfondsen.” Een APF kent ook aandachtspunten Het APF kent ook een aantal nadelen, met name als gevolg van aanvullende eisen die zwaar kunnen drukken op een startend APF. De governance is complexer en er is sprake van gelaagdheid van bestuur. Het huidige voorstel behelst dat bij de inrichting van een APF sprake is van of een onafhankelijk bestuur, bestaande uit ten minste twee bestuurders, of een onafhankelijk gemengd bestuur, waarvan ten minste drie bestuurders niet uitvoerende (toezichthoudende) bestuurders zijn. Er zullen naar verwachting strenge eisen worden gesteld aan de geschiktheid en betrouwbaarheid van de bestuursleden. Ruim 59% (uit eerder genoemd KPMG-onderzoek) van de ondervraagden verwacht dat deze ‘gedwongen keuze’ voor een onafhankelijk bestuur het succes van het APF in de weg zal staan. De bestuurders mogen geen directe vertegenwoordigers zijn van de belanghebbenden bij het APF. De werkgevers en werknemers voor wie een compartiment is ingericht, hebben inspraak via de belanghebbendenorganen. Het belanghebbendenorgaan krijgt geen taken en bevoegdheden voor zover het bedrijfsmatige beslissingen betreft, maar wel over beslissingen over het eigen
© 2014 KPMG Advisory N.V
Ontwikkelingen in de pensioenmarkt 149
pensioenvermogen en afspraken over de kwaliteit van dienstverlening en de uitvoeringskosten. Een APF kent een vergunningsplicht. De Nederlandsche Bank (DNB) verleent de vergunning als aan een aantal eisen wordt voldaan door middel van een traject van aanvraag van een Verklaring van Geen Bezwaar. Dit betreft eisen op het gebied van langetermijnstrategie met een levensvatbare businesscase, governance en organisatie, de uitvoeringsovereenkomst en onderwerpen als de balans en de winst-en-verliesrekening. Momenteel geldt de vergunningsplicht alleen voor bedrijfstak- en ondernemingspensioenfondsen die buitenlandse pensioenregelingen willen uitvoeren.
Ten tijde van het ter perse gaan van deze publicatie is het APF er nog niet definitief In november 2013 kondigde staatssecretaris Klijnsma een consultatie document aan dat ingaat op de wijzigingen in wet- en regelgeving die nodig zijn om het APF te introduceren. Eind januari 2014 is het wetsvoorstel APF naar de Tweede Kamer gestuurd en ter openbare consultatie aangeboden. Op 24 februari 2014 liep de consultatieperiode af. Na het verzamelen en verwerken van alle reacties had het wetsvoorstel dan in juni naar de Raad van State verzonden kunnen worden, die na zo’n 12 weken met een reactie zou hebben moeten komen. De ministerraad heeft echter pas op 10 oktober 2014 ermee ingestemd het voorstel van wet tot wijziging van de Pensioenwet en enige andere wetten in verband met de invoering van een algemeen pensioenfonds (Wet algemeen pensioenfonds) voor advies aan de Raad van State te zenden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer en waren bij het ter perse gaan van De Pensioenwereld in 2015 nog niet beschikbaar. Alle betrokken partijen benadrukken dat een snelle invoering van het Algemeen Pensioenfonds cruciaal is.
© 2014 KPMG Advisory N.V
150 De Pensioenwereld in 2015
Ten slotte Het APF kan rekenen op enthousiasme van zowel sociale partners als pensioenfondsen en toezichthouders. Naast sociale partners kunnen ook verzekeraars, pensioenuitvoerders en vermogensbeheerders een APF oprichten, wat het mogelijk maakt om op korte termijn voldoende aanbod en dus keuzevrijheid te creëren. De verwachte voordelen zijn schaalvergroting, consolidatie, lagere uitvoeringskosten, verdere professionalisering en een geleidelijke standaardisatie van de pensioenuitvoering. Tegelijkertijd zorgt ringfencing ervoor dat de eigenheid van de pensioenregelingen blijft gewaarborgd. Met name daarom vormt het APF een belangrijke aanvulling op het huidige aanbod van pensioenfondsen c.q. -uitvoerders. Het kabinet streeft ernaar dat een APF niet alleen mogelijk is voor onder nemingen en/of bedrijfstakken die een pensioenregeling voor hun werknemers willen, maar ook voor commerciële marktpartijen als verzekeraars. Daarmee krijgen liquiderende fondsen voldoende keuzemogelijkheden bij het onder brengen van hun pensioenregeling.
© 2014 KPMG Advisory N.V