17
138 De Pensioenwereld in 2014
© 2013 KPMG Advisory N.V. Alle rechten voorbehouden.
Beleggingen 139
EU-claims: geen grijs gedraaide plaat Auteurs: Susan Groot Koerkamp en Erwin Nijkeuter
In de meeste Europese landen worden of werden buitenlandse pensioen fondsen zwaarder belast dan binnenlandse pensioenfondsen. Dat is in strijd met het streven naar gelijke behandeling en veel Nederlandse fondsen hebben dan ook een claim ingediend bij belastingautoriteiten om gelijke behandeling af te dwingen. Meerdere lidstaten hebben hun wetgeving – al dan niet op verzoek van de Europese Commissie of het Hof van Justitie – inmiddels gewijzigd. De ontwikkelingen op dit gebied zijn echter nog volop in beweging. Belastingheffing binnenlandse en buitenlandse pensioenfondsen Indien een vennootschap dividend uitkeert aan haar aandeelhouder, wordt op die uitkering over het algemeen dividendbelasting ingehouden. Deze dividendbelasting is een voorheffing op de over het dividend verschuldigde winstbelasting en wordt geheven bij de ontvanger van het dividend. De inhouding en afdracht van deze belasting vinden echter plaats door de uitkerende vennootschap. Europese pensioenfondsen, waaronder Nederlandse pensioenfondsen, zijn doorgaans vrijgesteld van winstbelasting. Dit is gebaseerd op de gedachte dat pensioenfondsen naar hun aard geen winst maken, omdat resultaten steeds ten goede komen aan de uitkeringsgerechtigden, hetzij in de vorm van lagere premies, hetzij in de vorm van hogere uitkeringen. Op basis van de nationale wetgeving van de verschillende lidstaten kunnen deze pensioenfondsen in hun lidstaat van vestiging verzoeken om een teruggaaf van de bronbelasting die wordt ingehouden op inkomsten uit beleggingen, waardoor er per saldo geen heffing plaatsvindt. In de meeste lidstaten staat deze mogelijkheid echter niet open voor buitenlandse pensioenfondsen. Schematisch ziet dit er als volgt uit:
© 2013 KPMG Advisory N.V. Alle rechten voorbehouden.
140 De Pensioenwereld in 2014
LAND A
LAND B
Pensioenfonds
Pensioenfonds
Geen verrekening of teruggaaf
Vrijstelling of teruggaaf
1000 Bronheffing
Bronheffing
Vennootschap
Figuur 1: Verrekening/teruggaaf bronbelasting
Doordat de pensioenfondsen in hun land van vestiging zijn vrijgesteld van winstbelasting, bestaat er tevens geen of slechts een beperkte mogelijkheid tot verrekening van de buitenlandse bronbelasting. Dit betekent dat de buitenlandse bronbelasting doorgaans een kostenpost vormt voor het pensioenfonds, welke kostenpost uiteindelijk voor rekening komt van de pensioengerechtigde. Nederland heeft in 2009 voor buitenlandse pensioenfondsen een besluit1 uitgevaardigd op grond waarvan deze pensioenfondsen – mits zij naar aard en strekking overeenkomen met Nederlandse pensioenregelingen – ook in aanmerking kunnen komen voor een vrijstelling van Nederlandse vennootschapsbelasting. Een dergelijke vrijstelling dient per situatie te worden beoordeeld aan de hand van de jaarstukken van het buitenlandse pensioenfonds en de van toepassing zijnde pensioenregeling. Belastingheffing van rente Nederlandse pensioenfondsen zijn vrijgesteld van de heffing van Nederlandse vennootschapsbelasting. Eventuele bronbelasting die in het buitenland wordt ingehouden op rentebetalingen aan het Nederlandse pensioenfonds
1
Besluit van 8 december 2009, CPP2009/1368M.
© 2013 KPMG Advisory N.V. Alle rechten voorbehouden.
Beleggingen 141
kan hierdoor niet worden verrekend. Hierdoor vormt deze buitenlandse bronbelasting een kostenpost voor het Nederlandse pensioenfonds. Nederland kent zelf geen bronheffing over uitgaande rentebetalingen. Belastingheffing over vastgoed Vastgoed is doorgaans belast in de staat waar het vastgoed is gelegen. Aangezien Nederlandse pensioenfondsen in Nederland zijn vrijgesteld, worden zij niet onderworpen aan een heffing over Nederlands vastgoed. Indien Nederlandse pensioenfondsen echter investeren in buitenlands vastgoed, worden zij – zonder nadere regelgeving – doorgaans geconfronteerd met een buitenlandse heffing over dit buitenlandse vastgoed. Strijdigheid met het EU-recht Op grond van het Europese recht zijn alle beperkingen van het kapitaalverkeer tussen lidstaten onderling en tussen lidstaten en derde landen verboden. Uit rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: Hof van Justitie EU) kan worden afgeleid dat lidstaten bij het heffen van belasting hun inwoners niet ongerechtvaardigd mogen bevoordelen boven inwoners van andere lidstaten die zich in een objectief vergelijkbare positie bevinden door regels toe te passen die slechts gelden voor hun eigen inwoners. Indien er een verschil in behandeling bestaat tussen ingezeten pensioenfondsen en niet-ingezeten pensioenfondsen, kan het Europese recht derhalve dwingen tot een gelijke behandeling. Hiervoor is wel vereist dat er sprake is van objectief vergelijkbare gevallen. Eind 2006 heeft het Hof van Justitie EU voor het eerst geoordeeld dat een ongelijke behandeling van grensoverschrijdende dividenden binnen EU-verband niet toelaatbaar is. Het Hof oordeelde dat lidstaten die ervoor kiezen om dividenden die zijn uitgekeerd aan binnenlandse aandeelhouders vrij te stellen, deze maatregel moeten uitbreiden tot dividend uitgekeerd aan buitenlandse aandeelhouders. Sindsdien is de Europese jurisprudentie op dit gebied volop in beweging. Uit de jurisprudentie van het Hof van Justitie EU valt tevens af te leiden dat een lidstaat voor de vergelijkbaarheid tussen binnenlandse en buitenlandse pensioenfondsen aan niet-ingezetenen dezelfde eisen mag stellen als die aan ingezetenen worden gesteld, ook wanneer het niet-ingezeten lichaam in zijn lidstaat van vestiging op basis van de daar geldende regels kan worden aangemerkt als pensioenfonds. De laatste jaren heeft het Hof van Justitie EU zich meerdere malen uitgelaten over de vraag of de heffing van
© 2013 KPMG Advisory N.V. Alle rechten voorbehouden.
142 De Pensioenwereld in 2014
bronbelasting op dividenduitkeringen, zoals deze door veel lidstaten wordt ingehouden op de uitkering aan buitenlandse aandeelhouders, is toegestaan. Deze jurisprudentie is nog volop in ontwikkeling en heeft ertoe geleid dat diverse lidstaten hun wetgeving hebben aangepast.
“Buitenlandse bronbelasting vormt doorgaans een kostenpost voor het pensioenfonds.” Stand van zaken in diverse lidstaten De Europese Commissie is al tegen meerdere lidstaten infractieprocedures gestart, waarbij de lidstaten in kwestie is gevraagd hun nationale wetgeving in overeenstemming te brengen met het Europese recht. Het betreft onder meer Duitsland, Finland, Frankrijk, Nederland, Polen, Portugal, Spanje en Zweden. Daarnaast heeft ook het Hof van Justitie in diverse gevallen geconstateerd dat de inhouding van bronbelastingen op dividenduitkeringen vanuit een EU-lidstaat in strijd is met het Europese recht. Nederland Tot 1 januari 2007 kwamen alleen Nederlandse pensioenfondsen in aanmerking voor een teruggaaf van de ingehouden Nederlandse dividend belasting. De Nederlandse wet is echter met ingang van 1 januari 2007 gewijzigd. Op grond van de huidige wetgeving hebben ook buitenlandse pensioenfondsen recht op een teruggaaf van dividendbelasting, indien i) het buitenlandse pensioenfonds in zijn lidstaat van vestiging niet is onderworpen aan winstbelasting en ii) het buitenlandse pensioenfonds, wanneer het in Nederland zou zijn gevestigd, ook in Nederland niet aan de heffing van vennootschapsbelasting zou zijn onderworpen. Vele buitenlandse pensioenfondsen hebben de afgelopen jaren in Nederland verzoeken ingediend om de in Nederland ingehouden dividendbelasting terug te vragen. Vanaf het jaar 2009 is de Nederlandse fiscus overgegaan tot het uitbetalen van deze verzoeken.
© 2013 KPMG Advisory N.V. Alle rechten voorbehouden.
Beleggingen 143
Duitsland Op basis van het Duitse recht zijn dividenden die worden ontvangen door buitenlandse pensioenfondsen onderworpen aan een bronheffing, terwijl binnenlandse pensioenfondsen bedrijfskosten alsmede dotaties aan technische voorzieningen in aftrek kunnen brengen en derhalve alleen over hun nettoinkomsten worden belast. Veelal is dit inkomen nagenoeg nihil, waardoor er geen belasting verschuldigd is. De Europese Commissie is hier een procedure over gestart. In 2011 heeft het Hof van Justitie EU geoordeeld dat de Duitse bronbelasting op uitgekeerde dividenden in strijd is met het EU-recht. Duitsland moet het verschil in behandeling opheffen, aangezien grensoverschrijdende situaties potentieel zwaarder worden belast dan binnenlandse dividenduitkeringen. In een andere procedure van de Europese Commissie heeft het Hof van Justitie EU geoordeeld dat de Europese Commissie niet heeft bewezen dat ook buitenlandse pensioenfondsen bedrijfskosten zoals bank- en transactiefees maken. De claim van de Europese Commissie is afgewezen. Het Hof gaat in deze zaak niet nader in op het feit dat ook buitenlandse pensioenfondsen verplicht zijn om een technische voorziening te vormen en dat dotaties aan dergelijke voorzieningen alleen aftrekbaar zijn voor Duitse pensioenfondsen. Het Europeesrechtelijke probleem in Duitsland komt daarom in deze procedure niet echt goed uit de verf. De Duitse fiscus is tot op heden niet in beweging te krijgen. Naast het feit dat de Duitse fiscus nog niet is overgegaan tot het terugbetalen van de ingehouden dividendbelasting aan buitenlandse pensioenfondsen, bestaat er (nog) geen duidelijkheid over de vraag welke termijnen van toepassing zijn bij het indienen van de claims alsmede over de vraag op welk niveau de EU-claims moeten worden ingediend (bij de lokale belastingautoriteiten in de verschillende deelstaten, dan wel op centraal niveau). Het is daarom afwachten of de volgende zaak op dit gebied meer duidelijkheid brengt. Frankrijk In 2009 heeft de Franse rechter besloten dat Nederlandse pensioenfondsen in aanmerking komen voor een teruggaaf van Franse dividendbelasting nu Franse pensioenfondsen gebruik konden maken van een vrijstelling van Franse dividendbelasting. Inmiddels heeft de Franse regering haar wetgeving
© 2013 KPMG Advisory N.V. Alle rechten voorbehouden.
144 De Pensioenwereld in 2014
met terugwerkende kracht tot 1 januari 2009 gewijzigd. Onder de nieuwe Franse wetgeving zijn ook Franse pensioenfondsen onderworpen aan een dividendbelasting van 15%. Hierdoor is het verschil in behandeling tussen binnenlandse en buitenlandse pensioenfondsen opgeheven. De Franse fiscus vraagt buitenlandse pensioenfondsen die claims hebben ingediend in Frankrijk om een zogenoemde questionnaire in te vullen, op basis waarvan wordt vastgesteld of het buitenlandse pensioenfonds vergelijkbaar is met een Frans pensioenfonds en derhalve in aanmerking komt voor een teruggaaf van dividendbelasting. Inmiddels hebben diverse buitenlandse pensioenfondsen, waaronder Nederlandse fondsen, een teruggaaf ontvangen van Franse bronbelasting. Recent (juni 2013) heeft de Franse rechter ten aanzien van een Spaans pensioenfonds geoordeeld dat het fonds niet vergelijk baar was met een Frans pensioenfonds op grond van het argument dat i) het Spaanse fonds in concurrentie trad met andere pensioenfondsen en ii) de vergoeding van het management van het Spaanse fonds afhankelijk was van de performance van het fonds. Spanje Ook Spanje heeft zijn wetgeving met ingang van 1 januari 2010 gewijzigd. Met ingang van deze datum kunnen in de EU gevestigde pensioenfondsen de volledige ingehouden Spaanse dividendbelasting terugvragen. Op 31 maart 2010 heeft de Spaanse rechter een teruggaaf verleend aan een drietal Nederlandse pensioenfondsen. De Spaanse rechter concludeerde in deze zaken dat Nederlandse pensioenfondsen zich in een vergelijkbare positie bevinden als Spaanse pensioenfondsen, met name gezien het feit dat Nederlandse pensioenfondsen ten aanzien van de Spaanse dividenden vrijgesteld zijn van winstbelasting in Nederland. Finland In november 2012 heeft het Hof van Justitie EU in de zaak Commissie vs. Finland geoordeeld dat de Finse belastingwetgeving, op grond waarvan ontvangen dividenden in binnenlandse situaties effectief zijn vrijgesteld van belasting, terwijl uitkeringen aan een in het buitenland gevestigd pen sioenfonds onderworpen zijn aan een bronheffing van 19,5% (welke heffing op basis van belastingverdragen kan worden verminderd), in strijd is met het
© 2013 KPMG Advisory N.V. Alle rechten voorbehouden.
Beleggingen 145
Europese recht. De Finse belastingdienst is – in afwachting van jurisprudentie van de Finse Hoge Raad – tot op heden nog niet overgegaan tot uitbetaling van de ten laste van buitenlandse pensioenfondsen ingehouden dividendbelasting. Buitenlandse pensioenfondsen zijn op basis van de Finse wetgeving nog steeds onderworpen aan bronbelasting op ontvangen dividenden. Oostenrijk De Oostenrijkse fiscus heeft bronbelasting terugbetaald aan pensioenfondsen in verschillende jurisdicties. Om in aanmerking te komen voor een teruggaaf, dienen buitenlandse pensioenfondsen onder meer aan te tonen dat de pensioenuitkeringen aan de begunstigden niet meer bedragen dan 80% van het laatstverdiende salaris. Conclusie Nederlandse pensioenfondsen hadden in 2013 bijna EUR 960 miljard aan belegd vermogen. Hiervan is ongeveer 86% belegd in het buitenland. Met een beroep op de non-discriminatiebepalingen hebben veel Nederlandse pensioenfondsen in andere Europese lidstaten op grote schaal claims ingediend bij de lokale belastingautoriteiten om een gelijke behandeling af te dwingen. Een aantal lidstaten is inmiddels al tot het uitbetalen van de EU-claims overgegaan. De Europese jurisprudentie is nog steeds volop in ontwikkeling en brengt meer en meer verandering in de huidige situatie. Uit onderzoek2 blijkt dat 85% van de Nederlandse pensioenfondsen bekend is met de mogelijkheid om op basis van het EU-recht buitenlandse bronbelasting op dividenden en interest terug te vragen. Ongeveer 60% van de pensioenfondsen is inmiddels overgegaan tot het indienen van teruggaafverzoeken. De meeste verzoeken zijn ingediend in Duitsland, Spanje, Frankrijk en Italië. Ongeveer 40% van de pensioenfondsen is nog niet overgegaan tot het indienen van EU-claims. Voor pensioenfondsen die alsnog een teruggaafverzoek willen indienen bij de buitenlandse belastingautoriteiten is het raadzaam om op korte termijn actie te ondernemen en daarmee te voorkomen dat rechten over een bepaalde periode verlopen. Daarnaast is het raadzaam voor pensioenfondsen om na te gaan of er aanvullende claims over latere jaren moeten worden ingediend. Dit om te voorkomen dat claimtermijnen over deze latere jaren verlopen en claimrechten vervallen.
2
KPMG heeft in oktober 2013 een onderzoek uitgevoerd onder 100 pensioenfondsen; de uitkomsten hiervan zijn in de bijlagen van deze Pensioenwereld opgenomen (KPMG-onderzoek 2013).
© 2013 KPMG Advisory N.V. Alle rechten voorbehouden.