13
106 De Pensioenwereld in 2014
© 2013 KPMG Advisory N.V. Alle rechten voorbehouden.
Uitbesteding & uitvoeringskosten 107
Btw-efficiënte bedrijfsvoering bij ondernemingspensioenfondsen: de deur staat op een kier Auteurs: Karim Hommen en Edwin van Kasteren
Recente jurisprudentie duidt erop dat ondernemingen met een ondernemingspensioenfonds mogelijk een aanzienlijk btw-voordeel kunnen behalen doordat zij btw op uitvoeringskosten in aftrek kunnen brengen. Als gevolg van voorwaarden in de Pensioenwet en relevante aanverwante regelgeving is het echter niet eenvoudig om dit voordeel daadwerkelijk te behalen. Met deskundige hulp staat de deur naar aantrekkelijke voordelen wel op een kier. Op 18 juli 2013 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: ‘Hof’) in de zaak PPG Holdings BV, zaaknr. (C-26/12), uitspraak gedaan over de aftrek van btw op kosten die een onderneming maakt met betrekking tot de uitvoering van pensioenregelingen en de bedrijfsvoering van onder nemingspensioenfondsen. Het gerechtshof Leeuwarden vroeg het Hof of de btw die door derden in rekening is gebracht aan PPG Holdings BV (hierna: ‘PPG’) ter zake van het beheer en de uitvoering van de pensioenregeling door het eigen ondernemingspensioenfonds in aftrek kan worden gebracht door PPG. In de onderhavige zaak wordt door PPG aan haar werknemers een defined benefit-pensioenregeling aangeboden. Het vermogen van deze pensioen regeling is echter op basis van de Nederlandse toezichtwetgeving afgezonderd in een eigen ondernemingspensioenfonds (hierna: het Pensioenfonds). Het Pensioenfonds is verantwoordelijk voor de uitvoering van de pensioen regeling. De kosten met betrekking tot het beheer en de uitvoering van de pensioenregeling zijn gemaakt door PPG. De overeenkomsten met derden in verband hiermee zijn direct afgesloten tussen PPG en derden. PPG was van
© 2013 KPMG Advisory N.V. Alle rechten voorbehouden.
108 De Pensioenwereld in 2014
mening dat zij de btw die zij betaalde ter zake van de uitvoering van de pensioenregeling in haar reguliere btw-aangifte in aftrek kon brengen. De Belastingdienst dacht hier echter anders over. De Belastingdienst meende dat de btw op de kosten ter zake van de uitvoering niet voor aftrek in aanmerking kwam. Het oordeel van het Europese Hof Het Hof oordeelde dat een ondernemer volledig ontlast moet worden van de btw die hij betaalt in het kader van zijn activiteiten, mits deze activiteiten zijn onderworpen aan de heffing van btw. In beginsel vereist het recht op aftrek een rechtstreeks en onmiddellijk verband tussen de kosten die de ondernemer maakt en de btw-belaste activiteiten. Is dat het geval, dan bestaat een volledig recht op aftrek van voorbelasting. Echter, ook in het geval er geen sprake is van een rechtstreeks en onmiddellijk verband kan een ondernemer recht op aftrek van voorbelasting hebben, indien de desbetreffende kosten deel uitmaken van de ‘algemene kosten’ van de ondernemer en als zodanig zijn opgenomen in de prijs van de door hem geleverde goederen en/of diensten. Het Hof oordeelde verder dat PPG de betrokken diensten heeft afgenomen ten behoeve van de uitvoering van pensioenen van haar werknemers en het vermogensbeheer van het Pensioenfonds dat door PPG is opgericht om de pensioenen zeker te stellen. Door het Pensioenfonds op te richten is PPG een wettelijke verplichting nagekomen die op haar als werkgever rustte. Voor zover de kosten van de door PPG in dat kader afgenomen diensten deel uitmaken van haar algemene kosten zijn deze diensten als zodanig bestanddelen van de prijs van de producten van PPG. Het Hof komt tot de slotconclusie dat in een dergelijke situatie de belastbare activiteiten van PPG de uitsluitende oorzaak van de afgenomen diensten vormen en dat er een rechtstreeks en onmiddellijk verband en dus recht op aftrek van voorbelasting bestaat.
© 2013 KPMG Advisory N.V. Alle rechten voorbehouden.
Uitbesteding & uitvoeringskosten 109
“Met deskundige hulp staat de deur naar aantrekkelijke voordelen wel op een kier.” Btw-besparing voor ondernemingspensioenfondsen (on)mogelijk? In deze zaak bestaat nog een plicht voor de verwijzende rechter om te onderzoeken of de kosten die door PPG zijn gemaakt deel uitmaken van haar algemene kosten. Niettemin staat met zekerheid vast dat in het geval deze kosten als zodanig dienen te worden aangemerkt, PPG recht heeft op aftrek van voorbelasting voor de btw die op deze kosten drukt. De consequentie van deze zaak is dat een onderneming btw op uitvoe ringskosten, gemaakt voor het ondernemingspensioenfonds in aftrek kan brengen. Omdat een onderneming doorgaans een hoger recht op aftrek heeft dan haar ondernemingspensioenfonds is het, vanuit een btw-oogpunt, dus voordelig om de kosten van uitvoering en beheer te laten drukken op de onderneming. Uit KPMG-onderzoek1 blijkt echter dat bij slechts 30% van de ondervraagde pensioenfondsen de onderneming de kosten van uitvoering en beheer draagt. De vraag dringt zich dus op of er mogelijkheden liggen om de inrichting aan te passen en daarmee fiscale voordelen te behalen. Dat hangt van een aantal zaken af. In ieder geval is het enkel wijzigen van het factuuradres niet voldoende om het recht op aftrek van voorbelasting te krijgen: de betreffende diensten dienen ook voor die onderneming te worden verricht. Dit is doorgaans slechts het geval als de overeenkomsten met de dienstverleners ook zijn gesloten met de onderneming en niet met het ondernemingspensioenfonds. In veel gevallen zullen overeenkomsten met de onderneming gesloten moeten worden om de btw-voordelen op grote kostenposten te genieten. De grote kostenposten zijn doorgaans vermogensbeheerders, custodians, externe uitvoerders/administrateurs, adviseurs en actuarissen.
1
KPMG heeft in oktober 2013 een onderzoek uitgevoerd onder 100 pensioenfondsen; de uitkomsten hiervan zijn in de bijlage van deze Pensioenwereld opgenomen (KPMG-onderzoek 2013).
© 2013 KPMG Advisory N.V. Alle rechten voorbehouden.
110 De Pensioenwereld in 2014
Tevens dient erop te worden toegezien dat de Pensioenwet en aanverwante regelgeving nageleefd wordt. Uitbesteding van de uitvoering en het beheer van een pensioenregeling is op basis van de Pensioenwet toegestaan, maar het bestuur van het (ondernemings)pensioenfonds dient wel in control te zijn. Indien de overeenkomsten met de dienstverleners rechtstreeks worden gesloten met de onderneming, betekent dit dat het bestuur daartoe additionele controls zal moeten invoeren. Het pensioenfondsbestuur moet in die situatie niet alleen grip houden op de dienstverleners waaraan een gedeelte van de werkzaamheden is uitbesteed, maar ook op de onderneming. Bovendien eist artikel 13 van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling (‘Uitvoeringsbesluit’) een schriftelijke uitbestedingsovereenkomst tussen het (ondernemings)pensioenfonds en de dienstverlener. Het is een behoorlijke uitdaging om het omzetten van de verschillende uitbestedingsovereenkomsten van het ondernemingspen sioenfonds naar de onderneming goed vorm te geven en daarmee de btwvoordelen te realiseren. Aangezien de onderneming in zo’n geval een deel van de kosten van het beheer en de uitvoering van de pensioenregeling op zich gaat nemen, zal naar alle waarschijnlijkheid ook de financieringsovereenkomst tussen de onderneming en het ondernemingspensioenfonds moeten worden aangepast. Voorkomen moet worden dat bij aanpassing van de overeenkomsten met de externe dienstverleners niet een btw-belaste doorbelasting gaat plaatsvinden van de onderneming aan het pensioenfonds. Het introduceren van een overeenkomst op grond waarvan de onderneming de extra kosten aan het pensioenfonds mag doorbelasten zou namelijk leiden tot een nieuwe met btwbelaste prestatie tussen de onderneming en het ondernemingspensioenfonds waardoor eventuele btw-voordelen weer tenietgaan.
© 2013 KPMG Advisory N.V. Alle rechten voorbehouden.
Uitbesteding & uitvoeringskosten 111
“Een onderneming kan btw op uitvoeringskosten, gemaakt voor het ondernemingspensioenfonds, in aftrek brengen.”
De deur naar btw-voordeel: open of dicht Op het eerste gezicht lijkt met het oordeel van het Hof in de PPG-zaak een aanzienlijk btw-voordeel door ondernemingspensioenfondsen te kunnen worden behaald. Het realiseren daarvan is echter niet eenvoudig, omdat onder meer de Pensioenwet, het Uitvoeringsbesluit en de Wet op het financieel toezicht voorwaarden stellen ten aanzien van de inrichting. Met deskundige hulp staat de deur echter op een kier en kan het interessant zijn voor ondernemingspensioenfondsen om de mogelijkheden om de kosten van uitvoering en beheer van de pensioenregeling te laten dragen door de onderneming te onderzoeken.
© 2013 KPMG Advisory N.V. Alle rechten voorbehouden.