12
116 De Pensioenwereld in 2015
© 2014 KPMG Advisory N.V
Verslaggeving & communicatie 117
Meer inzicht nodig in evenwichtige belangenbehartiging bij uitvoeringskosten Auteurs: Myrna van Engelen en Tristan Helsloot
Pensioenfondsen hebben te maken met een duidelijke trend naar meer transparantie die ook steeds relevanter wordt ten aanzien van de uitvoeringskosten.1 Uit het oogpunt van evenwichtige belangenbehartiging tussen groepen deelnemers is ook de financiering van deze kosten een essentieel element. Er is nog een verbeterslag nodig ten aanzien van de bewuste toepassing van deze evenwichtige belangenbehartiging alsmede de verantwoording in het jaarverslag hierover. Een pensioenfonds financiert de uitvoeringskosten op twee manieren. Enerzijds worden de kosten in een jaar gefinancierd met opslagen op premies die in voorgaande jaren zijn geïnd, waarbij in het verleden met deze opslagen een voorziening is gevormd voor (toekomstige) uitvoeringskosten. Anderzijds worden de kosten in een jaar gefinancierd door premies die in het betreffende boekjaar zijn geïnd. Pensioenfondsen zijn verplicht een voorziening te vormen voor toekomstige uitvoeringskosten; deze wordt gevormd uit opslagen op premies die in eerdere jaren zijn geïnd. De omvang van deze voorziening is de contante waarde van de verwachte uitgaande kasstromen inzake uitvoeringskosten. Door het vormen van een voorziening zijn de pensioenfondsen in staat om de uitvoeringskosten te financieren zonder afhankelijk te zijn van toekomstige bijdragen. Deze voorziening kan worden bepaald door een inschatting te maken van de jaarlijkse administratieve kosten per gewezen deelnemer, gepensioneerde deelnemers en eenmalige handelingen zoals pensionering, afkoop en overlijden op basis van de huidige kostenstructuur of het contract met de pensioenuitvoeringsorganisatie (PUO).2 Kosten die horen bij opbouw van nieuwe aanspraken van actieve deelnemers worden niet voorzien.
1 2
Niet zijnde vermogensbeheerkosten; deze worden gefinancierd vanuit de beleggingsrendementen. Bron: DNB (2014). Kostenvoorziening pensioenfondsen. www.toezicht.dnb.nl/3/50-230555.jsp.
© 2014 KPMG Advisory N.V
118 De Pensioenwereld in 2015
Deze uitvoeringskosten financiert het pensioenfonds via een opslag in de kostendekkende premie.3 Om te bepalen welk deel van de uitvoeringskosten moet worden gefinancierd uit een vrijval van de voorziening, oftewel premie-inning van voorgaande jaren, en welk deel moet worden gefinancierd uit premie-inning in het betreffende boekjaar dient het fonds inzicht te krijgen in de werkelijke kosten per deelnemersgroep. Evenwichtige belangenbehartiging Onlosmakelijk hiermee verbonden is de plicht van een pensioenfonds tot evenwichtige belangenbehartiging zoals deze voortvloeit uit de Pensioenwet.4 Een pensioenfondsbestuur is verplicht zich te richten naar de belangen van alle bij het pensioenfonds betrokken deelnemers, gewezen deelnemers, andere aanspraakgerechtigden, pensioengerechtigden en de werkgever(s). Op grond van deze wettelijke eis tot evenwichtige belangenbehartiging moet het pensioenfondsbestuur ervoor zorgen dat genoemde groepen zich door het bestuur op evenwichtige wijze vertegenwoordigd kunnen voelen. De evenwichtige belangenbehartiging is essentieel voor het draagvlak en vertrouwen in het pensioenstelsel en het behoud van de collectiviteit en solidariteit waarop pensioenfondsen zijn gebaseerd. Het is primair de verantwoordelijkheid van pensioenfondsbesturen om in concrete situaties een oordeel te vellen over de evenwichtige belangenbehartiging.5 Evenwichtige belangenbehartiging in verdeling uitvoeringskosten Mede als gevolg van lage dekkingsgraden van pensioenfondsen in de afgelopen jaren is de aandacht voor de uitvoeringskosten toegenomen. Ook de Pensioenfederatie heeft meer aandacht gevraagd voor toelichting op de kosten in het jaarverslag. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) roept in een onderzoek betrokken partijen op actief een rol te spelen bij het verhogen van het kosteninzicht en het verlagen van de kosten.6 Er zijn de afgelopen jaren al stappen gezet door het jaarverslag van pensioenfondsen uit te breiden met informatie over de uitvoeringskosten per deelnemer, waardoor een vergelijking van uitvoeringskosten tussen pensioenfondsen mogelijk is.
3 4 5 6
Pensioenwet, art. 128 lid c. Pensioenwet, art. 105. Bron: Antwoorden van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op de kamervragen van het lid Van Weyenberg (D66) d.d. 14 december 2012 met referentie ‘AV/PB/2012/17211’. Bron: AFM (2011). AFM onderzoeksrapport Kosten pensioenfondsen verdienen meer aandacht. http://www.afm.nl/nl/nieuws/2011/april/kosten-pensioenfondsen.aspx.
© 2014 KPMG Advisory N.V
Verslaggeving & communicatie 119
“Mede als gevolg van lage dekkingsgraden van pensioenfondsen in de afgelopen jaren is de aandacht voor de uitvoeringskosten toegenomen.” In lijn met de toenemende aandacht voor uitvoeringskosten zou het ook goed zijn om een toelichting op het principe van evenwichtige belangenbehartiging in uitvoeringskosten op te nemen. Het bestuur van het pensioenfonds zou de transparantie in uitvoeringskosten kunnen bevorderen door inzichtelijk te maken hoe de uitvoeringskosten worden gefinancierd en hoe de verdeelsleutel van deze kosten is bepaald. De vraag is of jaarverslagen dat inzicht nu geven: is duidelijk in hoeverre de kosten zijn toe te delen aan verschillende soorten deelnemers en in hoeverre deze deelnemers bijdragen aan de financiering van deze kosten? Op basis van een KPMG-onderzoek7 is inzicht verkregen in de visie op de financiering van uitvoeringskosten van het bestuur van de fondsen. Hieruit blijkt dat 89% van de respondenten van mening is dat evenwichtige belangenbehartiging een essentieel onderdeel is van de beslissing over financiering van de uitvoeringskosten. Echter, slechts 46% geeft aan dat er rekening wordt gehouden met de verhouding actieve deelnemers versus gepensioneerde deelnemers in de beoordeling van de financiering van kosten uit premies. Er is dus nog ruimte voor verbetering in de toepassing van evenwichtige belangenbehartiging bij pensioenfondsen inzake de financiering van kosten. Financiering van uitvoeringskosten in de praktijk Een studie naar de jaarverslagen over 2013 van enkele van de grootste bedrijfstak- en ondernemingspensioenfondsen laat zien dat de financiering van uitvoeringskosten niet of nauwelijks inzichtelijk wordt gemaakt. De jaarverslagen geven wel inzicht in de werkelijke uitvoeringskosten en het resultaat op kosten, maar de geschatte kosten zijn vaak niet zichtbaar. Deze kunnen zichtbaar worden gemaakt door duidelijk te maken welk deel van de premiebaten van een jaar is gebruikt voor de uitvoeringskosten van dat jaar
7
KPMG heeft in oktober 2014 een onderzoek uitgevoerd onder 91 pensioenfondsen; de uitkomsten hiervan zijn in de bijlagen van deze Pensioenwereld opgenomen (KPMG-onderzoek 2014).
© 2014 KPMG Advisory N.V
120 De Pensioenwereld in 2015
en door de vrijval van de voorziening voor de uitvoeringskosten zichtbaar te maken. Doordat deze gegevens niet zichtbaar zijn in jaarverslagen is niet direct te beoordelen hoeveel actieven versus inactieven (gepensioneerden en slapers) bijdragen aan de financiering. Een aantal pensioenfondsen biedt wel afdoende informatie in het jaarverslag om zelf de verhouding tussen financiering uit premies en voorziening te berekenen, gecorrigeerd voor de omvang van de deelnemersgroepen. Uit deze berekening blijkt dat de mix van financiering van uitvoeringskosten per fonds verschilt. Daarnaast wijzigt bij sommige fondsen de mix per jaar terwijl de ontwikkeling in het deelnemersbestand hier geen directe aanleiding toe geeft. Dit impliceert dat er geen eenduidig beeld is over een ‘eerlijke’ verdeling van de pensioenuitvoeringskosten over de deelnemers van het fonds. Bepaling van een evenwichtige verdeling tussen deelnemers Er speelt een principiële vraag mee ten aanzien van het doorvoeren van evenwichtige belangenbehartiging: wat is een eerlijke verdeling van uitvoeringskosten tussen actieven en gepensioneerden? De Pensioenfederatie biedt hiervoor een handvat in de vorm van een verdeelsleutel ter vergelijking van uitvoeringskosten tussen de verschillende fondsen, de zogenaamde normdeelnemer.8 De Pensioenfederatie beveelt aan om de kosten pensioenbeheer te berekenen op basis van het aantal actieve deelnemers en gepensioneerden en stelt dat een pensioenfonds over het algemeen de meeste kosten heeft aan een actieve deelnemer. De kosten van een gepensioneerde deelnemer zijn lager dan de kosten van een actieve deelnemer en de kosten van een gewezen deelnemer zijn nog lager. Om een vergelijking te maken van uitvoeringskosten per deelnemer tussen fondsen wordt de normdeelnemer gehanteerd, om te corrigeren voor de samenstelling van het deelnemersbestand. De Pensioenfederatie stelt de kosten voor een actieve deelnemer op 1 ten opzichte van 0,5 voor een gepensioneerde en 0,25 voor een gewezen deelnemer.
8
Bron: Pensioenfederatie (2011). Aanbevelingen Uitvoeringskosten http://www.pensioenfederatie.nl/Document/Publicaties/Servicedocumenten/Aanbevelingen_Uitvoeringskosten.pdf.
© 2014 KPMG Advisory N.V
Verslaggeving & communicatie 121
Deze normdeelnemer zou mogelijk ook gehanteerd kunnen worden voor het vaststellen van de verdeelsleutel in de financieringswijze van de uitvoeringskosten. Het nadeel daarvan is dat het gaat om een generieke norm, die niet specifiek op maat voor een pensioenfonds is bepaald. Zo’n norm houdt dan geen rekening met het feit dat sommige fondsen mogelijk een andere kostenstructuur hebben of andere afspraken met de uitvoeringsorganisatie voor de doorbelasting van uitvoeringskosten. Een andere, meer specifieke, manier om de verhouding van de financieringswijze te bepalen is de (verdeling van de) door de uitvoeringsorganisatie in rekening gebrachte tarieven per deelnemersgroep te hanteren. Wanneer op een dergelijke wijze de financiering van kosten ook vergeleken wordt met de werkelijke kosten per deelnemer is het belangrijk om stil te staan bij eventuele verschillen hiertussen. De uiteindelijk gekozen verdeelsleutel in de financiering van uitvoeringskosten kan dan adequaat worden onderbouwd met de link naar evenwichtige belangenbehartiging.
“Een pensioenfondsbestuur is verplicht zich te richten naar de belangen van alle bij het pensioenfonds betrokken deelnemers en werkgevers.” Op basis van het eerder genoemde KPMG-onderzoek is tevens duidelijk dat er geen consensus is over de verhouding in bijdrage tussen actieve en gepensioneerde deelnemers. Van de respondenten is 69% van mening dat actieve deelnemers niet meer moeten bijdragen aan de financiering van de kosten dan de gepensioneerde deelnemers. Dit is duidelijk in tegenstelling tot de visie van de Pensioenfederatie dat actieve deelnemers tweemaal zo veel kosten met zich meebrengen als gepensioneerde deelnemers. Tussen deze visies bestaat dus een duidelijke discrepantie, wat aanleiding kan zijn voor een fonds om specifiek te onderzoeken wat de werkelijke kosten zijn per categorie deelnemers.
© 2014 KPMG Advisory N.V
122 De Pensioenwereld in 2015
Conclusie Op dit moment verschaft het jaarverslag van veel pensioenfondsen maar beperkt inzicht in de uitvoeringskosten, vaak alleen op totaalniveau. Dit verdient verbetering om tegemoet te komen aan de vraag van deelnemers en toezichthouders om verdere transparantie met betrekking tot uitvoeringskosten. Voor de gebruikers van het jaarverslag is het waardevol om inzicht te krijgen in de wijze van financiering van de uitvoeringskosten en de totstandkoming van deze verdeling tussen financieringsbronnen. Een goede toevoeging aan het jaarverslag zou zijn het toelichten van de uitvoeringskosten per deelnemerscategorie gekoppeld aan de wijze van financiering van de uitvoeringskosten. Vanuit het oogpunt van evenwichtige belangenbehartiging adviseren we bestuurders om de wijze van financiering het komende jaar op de agenda te plaatsen. Een belangrijke vraag is dan wat een juiste verdeelsleutel naar deelnemerscategorie zou zijn. Toelichting in het jaarverslag over de onderbouwing van de keuze voor deze verdeling naar deelnemerscategorieën is zeker van belang. Echter, vanuit het oogpunt van transparantie zou het pensioenfonds al een verbeterslag kunnen maken door de overwegingen voor de verdeling tussen financiering uit premies en financiering uit de voorziening toe te lichten in het jaarverslag. Tot slot ontstaat er ook nog een andere vraag voor bestuurders nu steeds meer pensioenfondsen overgaan tot liquidatie: Wordt er voldoende rekening gehouden met toekomstige kosten van het fonds wanneer de kans op een eventuele liquidatie in de toekomst toeneemt? Dergelijke vraagstukken kunnen natuurlijk aanleiding zijn om de verdeling van kosten aan te passen, teneinde voldoende rekening te houden met de financiering van kosten bij het ontbreken van premie-inning.
© 2014 KPMG Advisory N.V