182
114. 'VERGADERING VAN ZATERDAG 20 Mei 1815. - VAN MAANEN. De heer van Ayha rapporteert namens de commissie ter redactie van art. 30, dat ZU van oordeel is, dat d e zwarigheden zouden kunnen
183
worden weggenomen , door te bepalen, dat 's Konings inhuldiging zoude geschieden in Amsterdam of Brussel, als hoofdsteden. Aylva zegt, dat zijne personele opinie daartegen is, elzoo he daarin vindt een denkbeeld van scissie , of afscheiding tusschen de noordefike en zuidelike .provinciën. Merode: de scissie kan geen argument opleveren, alzoo er i n de Grondwet een ander artikel zal moeten komen, volgens 't welk de Staten Generaal beurtelings in eene Hollandsche en Belgische stad zollen moeten resideren. Aerschot: wat hebben wu met die hoofdstad nodig? laat het geheele woord wegblijven. van Maanen: dit kan niet, men kan aan Amsterdam zijn re& niet dit regt is in de constitutie en door den Koning erkend; ontnemen ; het is reeds veel dat men Brussel mede admitteert. Holvoet: dat regt van Amsterdam raakt ons niet; - WU maken een nieuwe Grondwet; - dus komen die oude regten niet in aanmerking. van Maanen: dit zoude te ver gaan, want zoo zoude men uit het oog verliezen, dat wf sedert twee eeuwen een gevestigde Staat @n en de zuidelgke departementen niet. Elout ita; - te meer daar het een pretium affectionis is, dat Amsterdam aan dien titel hecht, en waaraan geene eigenlijke voordeelen gehecht zijn. Raepsaet: Gent moet de hoofdstad zijn, zij is 't alGd geweest; ik protesteer tegen alle andere hoofdstad. Mollerue: zal het noemen van twee hoofdsteden niet absurd zUn? de Coninck: misschien j a ; - maar men vindt ze in Rusland en Hongarije. Raepsaet: maar het is immers niet nodig dat de Koning in de hoofdstad gehuldigd worde ? dit geschiedde niet in Frankrijk. van Maanen: die huldiging geef ik er op toe: - maar ik spreek hier voor het regt van Amsterdam om hoofdstad te zun. Bolvoel: hoofdstad te zun is een feit, geen regt; - in dien zin is Amsterdam hoofdstad, thans nu zU de aanzienlijkste en meest bevolkte stad van 't land is; - maar wie zegt, dat dit na eene eeuw nog zoo zal z i n ? het hangt dus af van omstandigheden, dus niets daarvan in de Grondwet te stellen. Dotrenge: te minder , daar men daaruit zal argumenteren tot mogelijke voorregten, en dit zal ombrage geven. Hogendorp :het algemeen belang brengt mede, dat de hoofdstad ZOO veilig mogelijk z i tegen alle vUandelUke aanvallen; in dien zin is Amsterdam preferabel boven Brussel , dat zoo op het frontier gelegen is, en door een coup de main kan weggeiiomen worden. Holvoet: i k wil Brussel dien titel maar geven, maar niet den zetel van het gouvernement &UT hengen.
-
-
-
Queysen: twee hoofdsteden
184
te admitteren is belagchelck , en zal zelfs
niet alle pretensien voldoen, b.v. Gent, - maar het was misschien best, het geheele denkbeeld weg te laten, en misschien nog beter het geheele artikel. H o g d o r p wil aan den Koning overlaten zich te doen inaugureren in de hoofdstad Amsterdam, of in eene andere stad ter zuner keuze ;- ita et van Zuylen, Mollerus, van Aylva, Lampiw, Ehut, Alberdn, van der Duyn. Rqsaet: de Koning moet kiezen waar hij wil gehuldigd worden, maar omtrent eene hoofdstad moet niets in de Grondwet komen; Gent heeft meer regt dan Brussel, en nog meer dan Amsterdam, maar laat de Koning het beslissen. Gendebh: de inauguratie te Amsterdam of te Brussel; - en de determinatie van de hoofdstad aan den Koning over te laten, uti dixit Raepsaet. Qwyaen: te stellen dat de inauguratie beurtelings zal geschieden in Amsterdam of Brussel. als de twee voornaamste steden, en omtrent de hoofdstad niets in de constitutie te stellen; - dit is een feit, geen regt; en kan na verloop van een eeuw ophouden. - Ita et de !l?&nnes, de Méan, Leclerc, Dotrenge (vooral in aanmerking van art. 3 der 8 artikelen), Merode, Eolvoet, Dubok, de Coninck, van Aerscht. Lynden: het woord capitale uitlaten. van Maanen met het rapport; - het zal de meeste menschen te vreden stellen. De P r d a t concludeert met de meerderheid, dat er in 'tartikel niet van hoofdstad zal gesproken worden. Voorts in deliberatie gebragt zinde, waar de inhuldiging zal geschieden, proponeert de heer van Lynden te bepalen, dat zulks in vrede geschieden zal beurtelings te Amsterdam, of in zoodanige stad der zuidelcke provinciën welke de Koning zal verkiezen. Et ita omnes. Elout rapporteert namens de commissie benoemd tot redactie van art. 32, 33, 34 nopens den Raad van State. Volgens die artikelen zoude ook in de akten of besluiten over zaken, welke de Koning naar goedvinden al of niet in den Raad van State kan brengen, moeten blijken dat de Raad van State gehoord is; - hiertegen observeert van M a a m , dat dit nodeloos en gevaarlik is; - nodeloos omdat er geene verpligting is om den Raad vanstate te horen; - gevaarlijk omdat het stof tot argumenten kan opleveren, wanneer de Koning eens in een geval den Raad van State hoort, en in een ander soortgel~kgeval niet, waarvan dan uit de redactie van 't besluit zou bliken ; dus dit te veranderen ; - ita de Coninck,Hohoet. Elout gelooft dat het beter is, dat het zoo bl$e, dan zal den Raad van ühte meer hooren. C!onclnsum met vm Mamen dit te veranderen,
185
Hogendorp proponeert: om de redactie der commissie te vermeerderen met de bepaling, dat de leden van den Raad van State den eed op de constitutie zullen afleggen: - et ita conclusum. van Nmnt?n: uit de redaetie b lik t niet duidelijk, dat de Eoning niet verpligt is om uit elke provincie een lid te kiezen; dit moet zoo I duidekk mogelijk worden uitgedrukt. De President convenieert daarvan en men besluit daartoe unaniem. wan Maanen: waarom moet de Koning verpligt z i n om denRaad ran State over zaken der Koloniën te horen? - ik geloof wel dat het nuttig kan zijn; - maar die verpligting schijnt te strijden: lo.met den aard der zake; - Zo. met art. 36 der Grondwet, hetwelk aan den Koning b i uitsluiting het opperbestuur der Koloniën toekent; - en 3O. met het bestaan van een bizonderen Raad van Koophandel in art. 35. Elout: de Koning consulteert thans den Raad van State over koloniezaken, en dit is zeer goed, daar bekijken wij de zaken wat naauw ;- de Kolonieraad is daartoe ongeschikt en zijn consiliarius niet, en art. 36 stelt den Koning niet buiten de verpligting om den Raad van State te deze te raadplegen. van Maanen : ik wil alleen maar een contresens wegnemen; - hetzij door art. 36 te veranderen, hetzij de redactie der conmissie; - evenwel zie ik niet waarom men den Koning te deze aan dien band zal leggen, als h i waarlijk het opperbestuur der koloniën heeft; - men zou hem hier aan grooter band leggen, en meer vaststellen, dan bij art. 32. Elout : neen, want dat art. was algemeen en comprehendeerde alles: nu is het gespecificeerd; - mune redactie bepaalt zich ook maar tot de algemeene maatregelen nopens de koloniën. . de Coninck appuieert de observatie van van Maanen, maar niemand anders; - en wordt het rapport geconcludeerd. De P r h t de deliberatiën continuerende over art. 71 proponeert eene meer ontwikkelde en meer duidelijke redactie van dat artikel, bepalende welke de artikelen van de vaste begrooting zin, die vast moeten staan, en waarover de Staten Generaal niet mogen diffieulteren, maar die altid vast moeten stam, omdat de staat van het land er mede staat of valt; - als de kosten der administratie, bezoldiging der justitie, van de dipiomatie, van 't leger en van de vloot in tijd van vrede. M o l h expliceert nader het onderscheid tusschen den ordinairen en buitengewonen staat ; - hij vindt er zwarigheden in om de objecten en détail op te noemen, en proponeert eene redactie, door hem gesteld. Raepsaet vindt in dit alles groote zwarigheid; - de Staten moeten meester bGven, en jaarliks de subsidiën of bcden kunnen weigeren ; de eerste stap zal hier alles doen; - de eerste staat van vrede zal hoog zin, en als yi er eens is, zal zij niet meer kiinnen verminderd worden.
-
186
Hogendorp : waarom niet ? waarom zouden de Staten Generaal daartoe geen voordragt kunnen doen? Rnepsaet: omdat de grondwet hun dit regt niet geeft. Queysen gelooft dat de objecten moeten gespecificeerd worden, zoo als de President hecft geproponeerd; - anders geeft men stof tot willekeur. Aerschot proponeert eene *andere redactie indiquerende, dat de Wet in den ordinaris staat veranderingen kan brengen. Queysen proponeert eene periodieke revisie van 5 tot 5 jaar: - men kan zich zoo licht bedriegen, en zoo weinig vooruitzien. de Coninck gelooft mede dat het beter is een tijd te fixeren. van Lynden idem en wel 10 jaren; - te beginnen met 1820, wanneer de leden der Staten Generaal allen veranderd zullen z i n , en niet door 's Konings keuze, maar door de benoeming der Staten sessie zullen hebben. Gendebkn met de Coiiinck; - en het budjet of ordinaire staat een jaar te voren vast te stellen, voor de termin van invoering, om itlle overhaasting voortekomen. Be President renvoyeert deze materie en art. 72 aan eene commissie bestaande uit de heeren Mollerus, Holvoet, van Lynden en van Aerschot, en adjourneert de vergadering.