Datum vergadering Onderwerp
Verslag sectorraad heo 20 en 21 maart 2014 Agendapunt
Prinsessegracht 21 Postbus 123 2501 CC Den Haag t (070) 312 21 21 f (070) 312 21 00 e-mail
[email protected] Doorkiesnummer (070) 312 21 71 Gegevens herkomst 31 maart 2014 / sst Kenmerk 14.Verg.2524 .ond
Verslag tweedaagse sectorraad 20 en 21 maart Dag 1 1. Opening Tim van Tongeren opent de tweedaagse en neemt het programma door met de aanwezigen. 2. Titulatuur Dit agendapunt wordt geleid door Derk Blijleven. De slides bij dit agendapunt zijn opgenomen in bijlage 1 bij dit verslag a. Titulatuur en standaard Vanaf 2011 zijn in de inhoud van de opleidingen en de titulatuur met elkaar verbonden in de BBA standaard en BBA graad. Dit is besloten vanuit de ambitie te komen tot nationale kwaliteitsborging en internationale herkenbaarheid. De keuze voor de graad werd toen mede bepaald door wat er landelijk voor ons beschikbaar was. De wet Kwaliteit in verscheidenheid heeft vanuit het doel van internationale herkenbaarheid de titels BA en BSc ook beschikbaar gemaakt voor het hbo. Om gebruik te kunnen maken van deze nieuwe internationaal beter herkenbare titels stelt het sac en het dagelijks bestuur voor aan de sectorraad om inhoud en titulatuur voortaan te scheiden. Daarbij blijft de inhoud van de BBA-standaard behouden maar hernoemt tot HEO-standaard. Vanuit de sectorraad zijn er zorgen dat (op termijn) aan de BA en BSc door de overheid eigen inhoudelijke standaarden worden verbonden. De reactie daarop is dat voor de Nederlandse wet de BA en BSc geen inhoudelijke standaard hebben en opleidingen niet op titulatuur maar op de inhoud van hun opleiding worden beoordeeld door de NVAO. Deze redenering stelt niet iedereen in de sectorraad gerust. In de ministeriële regeling staat dat titulatuur wordt toegekend op basis van internationale herkenbaarheid. Een opleiding heeft recht op de titel die gebruikelijk is vergelijkbare opleidingen in het buitenlans. Wanneer je de titel van je opleiding wilt veranderen gaat dat dus op basis van het argument van internationale herkenbaarheid. Opleidingen moeten daar hun bewijslast op baseren. Door aanwezigen wordt er nog op gewezen dat de BBA internationaal een professional degree is en dat in 2011 de sectorraad ook gekozen heeft voor de BBA vanwege de herkenbaarheid als doorstroomopleiding voor MBA. b. Verloop van het beleidsproces
Bladnummer
2
Sandra Storm geeft een korte toelichting op het beleidsproces rondom titulatuur zoals dat de afgelopen periode heeft gespeeld. De wet Kwaliteit als opdracht maakt de BA en BSc beschikbaar voor het hbo. De toekenning van de titulatuur is uitgewerkt in een ministeriële regeling daarin is een referentielijst opgenomen die is samengesteld door de Nuffic in opdracht van OCW. De NVAO heeft de opdracht gekregen de nieuwe titulatuur te implementeren. Een bijzonder onderdeel van de ministeriële regeling is de overgangsregeling. Die regeling zorgt er voor dat opleidingen tegelijkertijd kunnen overstappen op een nieuwe titel en niet de situatie ontstaat dat dezelfde opleiding in Groningen al een nieuwe titel mag hanteren terwijl men in Maastricht nog met de oude moet werken. Omdat het moment waarop een opleiding een nieuwe titel kan aanvragen in de wet is gekoppeld aan de accreditatie is in de implementatie van de titulatuur dit hele proces verknoopt geraakt met een andere ontwikkeling namelijk de clustergewijze accreditatie. Deze ontwikkeling komt voor uit de wet Kwaliteitswaarborgen waarin clustergewijze accreditatie voor wo en hbo verplicht wordt gesteld. Ook de uitvoering van deze wet ligt grotendeels bij de NVAO. Zij moeten zorgen dat er clusters worden gevormd waarin de clustergewijze accreditatie kan plaatsvinden. NVAO koppelt uit praktische overwegingen de clusterindeling aan de overgangsregeling voor de titulatuur. De NVAO heeft de lijst met accreditatieclusters gekoppeld aan de referentielijst voor de titulatuur en per cluster een titel voorgesteld. De NVAO heeft dus een eigen interpretatie gemaakt van de referentielijst en die gelegd op de clusterindeling. Deze lijst staat open voor wijzigingen. Dat betekent dat opleidingen bezwaar kunnen maken tegen de titel die de NVAO hen in eerste instantie heeft toebedeeld op basis van argumentatie over internationale herkenbaarheid. Het is een bewust standpunt van de Vereniging Hogescholen en sac om zich niet te mengen in discussie over welke titulatuur passend is. Dat is een zaak tussen de opleidingen en hun instellingen aan de ene kant en de NVAO aan de andere kant. Vanuit de Vereniging Hogescholen is geen deadline bekend voor het doorgeven van titels. Dit is ook niet gekoppeld aan het vaststellen van visitatiegroepen. Het is wel verstandig om zo snel mogelijk contact op te nemen met de NVAO als opleidingen zich niet kunnen vinden in de titel die de NVAO heeft voorgesteld. Het aantonen van internationale herkenbaarheid kan op basis van deskresearch. Kijk daarbij naar vergelijkbare internationale opleidingen, bijvoorbeeld partnerscholen. Let er op dat er geen absolute waarheid is, dat geeft ook ruimte. Nuffic heeft in een overleg met hogescholen toegezegd in mei een herziene versie referentielijst te maken. c. Conclusies Op basis van de discussie die volgt lijkt de meerderheid er voor te zijn om binnen het heo te komen tot BA of BSc titels voor alle betrokken opleidingen. De heo-standaard als naam voor de inhoudelijke standaard wordt aangenomen door de vergadering.
3. Prestatieafspraken en studiesucces Dit agendapunt wordt geleid door Tim van Tongeren en Leendert Klaassen, portefeuillehouder heo en kwaliteit in het bestuur van de Vereniging Hogescholen is aanwezig. a. Inleiding
Bladnummer
3
De prestatieafspraken over studiesucces kennen drie invalshoeken: - Bachelor-rendement; - Switch; - studieuitval Het heo scoort op al deze elementen niet goed en dat speelt al veel langer. Op tal van hogescholen zijn initiatieven ontwikkeld om het studiesucces binnen acceptabele grenzen te krijgen. De interventies vinden plaats op veel verschillende terreinen zoals, begeleiding, afspraken met toeleverend onderwijs en prestatieafspraken met docenten. Het doel van dit onderdeel van het programma is het uitwisselen van ervaringen: welke interventies zijn er en welke werken? Leendert Klaassen stelt zich voor: hij is sinds twee maanden lid van bestuur van Vereniging Hogescholen en is sinds 3 jaar CvB-voorzitter van Stenden Hogeschool. Daarvoor heeft hij zes jaar in het bestuur van de NVAO gezeten. Voor die tijd heeft hij altijd gewerkt in het openbaar bestuur. In het bestuur van de Vereniging Hogescholen heeft hij de portefeuilles kwaliteitszorg en hoger economisch onderwijs. Over de hele breedte van de hbo-sector wordt studiesucces als een weerbarstig thema ervaren. Iedereen heeft het gevoel dat we de prestatieafspraken wel eens niet kunnen gaan halen. De oorzaken hiervoor zijn deels eigen beleid, maar ook invloeden van buiten. Dit wordt geïllustreerd door wat het trilemma van het hbo wordt genoemd: de verplichting om het rendement omhoog te brengen en de uitval omlaag en tegelijkertijd het niveau van de opleidingen te verhogen. Door de verhoging van het niveau wordt het voor sommige studenten lastiger om af te studeren, verhoging van de eisen zorgt voor vertraging. Daarbij geldt ook nog het uitgangspunt dat de toegankelijkheid van het hbo niet mag verminderen. Op 6 maart organiseerde de HvA een conferentie over dit onderwerp. Daar zijn interessante voorbeelden besproken van WO-opleidingen die interventies hebben gedaan die bachelor-rendement hebben verbeterd. Een conclusie van die conferentie is dat er wel instrumenten zijn te vinden, maar je hebt er niet zoveel controle factoren die van invloed zijn op het rendement dat je het precies kunt sturen. De rendementsdiscussie zou een kwaliteitsdiscussie moeten zijn, maar met de prestatieafspraken krijgt het nu een financiële lading. Daar waren we zelf bij als hogescholen, maar daar moeten we dan wel de lessen uit leren, namelijk nooit meer prestatieafspraken maken met financiële consequenties. De reviewcommissie beoordeelt de prestatieafspraken met name vanuit kwantitatieve criteria. Recent heeft deze commissie een stelselrapportage gemaakt waarop de minister met een brief heeft gereageerd. Zij plaatst daarin een aantal opmerkingen bij de rapportage: instellingen hebben hun verantwoordelijkheden genomen, maar dat vertaalt zich nog niet in verbetering van de rendementsgegevens. De minister heeft ook geen belang bij slechte resultaten omdat die politiek teruggevoerd kunnen worden op haar beleid. Daarmee lijkt er een beweging van kwantitatieve interpretatie van de prestatieafspraken naar meer ruimte voor een kwalitatieve benadering. Hogescholen zien prestatieafspraken als een overeenkomst tussen twee partijen waarbij minister nog niet alle afspraken heeft voldaan. Ook dat geeft de hogescholen iets meer ruimte. b. Kennisuitwisseling Vervolgens worden good practices uit de sector gedeeld Saxion Niet de prestatieafspraken maar vooral interne motivatie om bachelor-rendement aan te pakken. Bachelor-rendement is een verantwoordelijkheid van docenten. De vraag is hoe krijg je dat ook in de mindset van docenten?
Bladnummer
4
Daarnaast was er onduidelijkheid over de definitie van bachelor-rendement en was de informatievoorziening niet op orde. Daarom is gestart met een Saxion-breed project op rendement. Stap 1 van dit project was studenten in contact laten treden met docenten. Een tweede interventie was het beschikbaar maken van extra studiepunten, zodat studenten hun achterstand konden inlopen. Daarnaast is Saxion de studievoortgang van studenten gaan monitoren vanuit de wielerlogica (koplopers, peloton, de buszitters). Let wel op dat interventies in rendement pas op de langere termijn effect sorteren. Het heeft geen zin om al op korte termijn onderzoek te doen naar verbeteringen in het rendement. Dat wel verwachten kan demotiverend werken. Juridische hogeschool Veel studenten beginnen aan hun studie zonder duidelijk beroepsbeeld. Van alle eerstejaarsstudenten haalt 10% 0 studiepunten in het eerste jaar. Daarom zet de hogeschool in op een streng bindend studieadvies. Het streven is om met de studenten die het bsa halen een studierendement van 90% te halen. Dat de kwaliteit van de studenten die het bsa halen goed is, blijkt uit het gegeven dat deze studenten zonder extra eisen mogen doorstromen naar wo-rechten. Overigens telt doorstroom naar het wo als uitval. Dit vertekent dus het studiesucces van de betrokken hbo-opleiding. Hanze De opleiding hbo-rechten heeft bufferweken georganiseerd om studenten die tegen een bsa aan zitten de kans te geven hun achterstanden in te halen. Dit heeft goed gewerkt maar een bijeffect is wel dat deze studenten vaak alsnog doorstroomden naar het wo. Daarnaast zijn ook gesprekken gevoerd met instromers. Dit leidt in een aantal gevallen tot aspirantstudenten die zich alsnog terugtrekken. Haagse Hogeschool De ervaring bij Facility Management is dat een cocktail aan interventies werkt. Er zijn vier soorten interventies ingezet: - Management van verwachtingen van aankomende studenten; - Monitoren van studenten, dit is van belang omdat de overgang van ‘leren’ naar ‘studeren’ groot is. Overigens vraagt dat ook om in het begin van het eerste jaar met meer schoolse aanpak te starten - Awareness onder docenten van de rol die zij spelen - Bekijken van de succesfactoren van de kopgroep en die vertalen naar interventies voor de overige studenten. Zuyd In het verleden waren acties op het bachelor-rendement vooral veel brandjes blussen, nu wordt er een diepgaand onderzoek gedaan naar studie belemmerende factoren. Per factor worden acties uitgezet en de werkzaamheid daarvan gemonitord. Dat gaat met brede betrokkenheid. Een integrale aanpak is nodig. Ook is er aandacht voor studenten met een beperking. Voor hen zijn extra cursussen of extra begeleiding beschikbaar. Het behalen van resultaten zal tijd gaan kosten. Het is lange termijn kwestie. Haagse Hogeschool
Bladnummer
5
De mbo-doorstroom vormt een risicogroep. Gebrek aan warme overdracht is daarbij een probleem. In de ROC’s wordt veel meer, ook sociale, begeleiding gegeven die niet bekend is bij het hbo. Zuyd Nieuwe studenten krijgen bij instroom in het hbo in één keer met veel nieuwe dingen te maken: op kamers gaan of juist ver reizen om op school te kunnen komen, leren studeren, er wordt veel meer zelfstandigheid van ze gevraagd. Stenden Het is interessant om te onderzoeken wat de langstudeerboete heeft opgeleverd aan rendement. Het geeft in ieder geval aan dat soms financiële prikkels ook werken. Haagse Hogeschool De financiële opleidingen kennen een instaptoets wiskunde en Nederlands. Van de studenten die de wiskundetoets halen, haalt 80% de propedeuse. Van de studenten die de wiskundetoets niet halen, haalt 40% de propedeuse. Daarmee is de wiskunde toets een goede voorspeller van studiesucces. Dit geldt ook voor de toets Nederlands. Juridische hogeschool We weten allemaal dat studenten met een Natuur en Techniek profiel het beste presteren, maar daar zou ik niet op willen selecteren. Hogeschool Zeeland De hogeschool heeft een project Warme overdracht met de toeleverende VO-scholen en dit geeft goede resultaten. VO-docenten concentreren zich alleen op het voorbereiden van leerlingen op de eindexamens. Daarbij is er geen of onvoldoende aandacht voor voorbereiding op de overstap naar de vervolgopleiding in het hbo. Zuyd De hogeschool beschikt over een informatiesysteem dat gerelateerd is aan de prestatieafspraken. Het systeem kan prognoses voor bachelor-rendement berekenen en geeft inzicht in welke studenten te ver (9 EC) achterlopen. Met die studenten kan dan bijvoorbeeld een gesprek gevoerd worden. Hogeschool Rotterdam Er is inmiddels veel bekend over en veel bewijsmateriaal voor interventies die het studiesucces daadwerkelijk helpen vergroten. Op de website van het ICLON is hierover informatie beschikbaar (http://www.studiesuccesho.nl/). Voorbeelden van interventies zijn: - Blokonderwijs; - Aanbieden van feedforward en feedbackmomenten. De maatregelen die Henk Schmidt, rector magnificus van de EUR heeft geïntroduceerd en ook bij de TU Delft toegepast, worden ook gebruikt in het economisch domein van de Hogeschool Rotterdam. Hogeschool ? Aankomende studenten voeren studieadviesgesprekken in een groep met hun toekomstige studiebegeleider. De studenten die aan deze gesprekken deelnemen, presteren significant beter tijdens de studie.
Bladnummer
6
Saxion Het profiel van je instroom is een goede voorspeller van je rendement. Wanneer je bijvoorbeeld veel buitenlandse studenten hebt binnen je opleiding weet je dat je ze in het derde jaar van hun studie internationaal perspectief moet bieden om ze binnen de opleiding te houden. Windesheim De hogeschool kent één informatiesysteem dat inzicht geeft tot op het studentniveau en ook struikelvakken helpt opsporen. Windesheim investeert in het bijspijkeren van mbo-studenten vóór de poort in rekenen, Engels en Nederlands. Tijdens deze cursussen blijkt ook het belang van aandacht voor studievaardigheden. Hanze Hogeschool werkt met flitscolleges: docenten die onderwerpen goed kunnen uitleggen, zetten hun uitleg op Youtube. Dit kan ondersteunend zijn bij bekende struikelvakken. Saxion Het afnemen van proeftoetsen na colleges helpt bij het halen van de eindtoets. NHTV Kennisclips (uitleg via video) werken omdat studenten zelf hun tempo kunnen bepalen en bijvoorbeeld dingen kunnen terugkijken. Stenden Hoe bindt je de groep studenten die het wel goed doet? Hoe behoud je de oriëntatie die eigen is aan het eerste jaar? Haagse Hogeschool Uit onderzoek van Hattie blijkt dat de belangrijkste factor van studiesucces de student zelf is. De tweede factor is de docent. Het is daarom belangrijk dat er meer aandacht komt voor de professionalisering van docenten op didactiek. Stenden Hangen NSE resultaten samen met rendement? c. Afronding De aanwezigen spreken de behoefte uit om niet alleen kennis uit te wisselen of kennis te verzamelen, maar ook samen succesvolle aanpakken te ontwikkelen. De voorzitter van het agendapunt vraagt Leendert Klaassen of hij voldoende geïnformeerd is. Deze reageert dat hij veel interessante voorbeelden heeft gehoord, maar zich nog afvraagt wat nu heospecifiek is. De reactie uit de sectorraad is dat de late aanmelders, studenten die een weinig specifiek beroepsbeeld hebben, veel allochtone studenten en een grote mbo-instroom specifiek voor het heo zijn. Dit komt onder meer doordat het heo veel brede opleidingen kent die dit ook deels uitlokken. Daar komt bij dat onderzoek lang geen onderdeel van de opleidingen is geweest. Daardoor worstelen veel studies met het niveau. Dat zie je met name terug in het studiesucces van het 2010 cohort.
Bladnummer
7
De sector kent een gedifferentieerd beeld waarbij je ziet dat hoe meer contextgebonden de opleiding, hoe hoger het rendement. Een dilemma voor deze sector is de beweging naar brede bachelors en de binding van studenten op een beroepsbeeld. Leendert Klaassen bedankt de aanwezigen voor de gastvrijheid en het constructieve en informatieve gesprek.
4. Beleidsagenda 2014 Dit agendapunt wordt geleid door Mirjam Koster Mirjam vraagt de aanwezige leden van de sectorraad de onderwerpen die op de beleidsagenda staan voor 2014 te prioriteren. Hiervoor zijn de 5 onderwerpen van de beleidsagenda op verschillend flappen geschreven. Er is een zesde flap beschikbaar voor thema’s die gemist worden en een zevende flap voor het verzamelen van ideeën voor communicatie over de onderwerpen op de beleidsagenda. De aanwezigen krijgen ieder drie stickers om te plakken bij de onderwerpen die zij prioriteit willen geven. De uitslag is als volgt: A. Sectorale verkenning door commissie Sent B. Titulatuur en clustergewijze accreditatie C. Kwaliteit onderwijs: instroom, examenkwaliteit, deeltijd. Best practices en onderzoek D. praktijkgericht onderzoek en onderzoekend vermogen: valorisatie, zwaartepuntvorming, omgang met zwaartepunten die niet het economisch domein passen, vervlechting onderzoek met onderwijs E. Relatie werkveld: eendaagse met werkveld over toekomstige beroepen, 21st century skills hoe gaan we daar op voorbereiden
22 3 32 19
16
Er worden geen extra thema’s genoemd. Als communicatiemiddel wordt basecamp voorgedragen. Op basis van de uitslag besluiten de aanwezigen dat er vier projectgroepen worden ingericht, waarbij deeltijd een eigen project wordt. Ieder project wordt getrokken door leden van het db en sac, de trekker kent meerdere deelnemers uit de sectorraad. deelproject Kwaliteit onderwijs: instroom
deelnemers Elske Berkhout Jolanda Gomalka
contactgegevens
[email protected] [email protected]
3
praktijkgericht onderzoek Relatie werkveld: eendaagse met werkveld
Jeanette Oostijen Fridy Smits Margriet Langenbergvan der Klauw Willem Spee Hanny van Geffen Frank Rothuis
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
4
Deeltijd
1
2
trekker Paul Ganzeboom Ad Smits Tim van Tongeren Mirjam Koster
Egon van der Veer
Bladnummer
8
Marjo Spee
5. Huishoudelijke mededelingen Dit agendapunt wordt geleid door Egon van de Veer De financiële stukken zijn opgenomen in bijlage 2 a. Financieel jaarverslag 2013 De aanwezigen nemen onder leiding van Egon de begroting en uitgaven van 2013 door. De uitgaven voor onderzoek sectorfoto viel hoger uit doordat er BTW betaald moest worden, wat vooraf niet was verwacht. Voortaan moeten projecten van deze omvang worden aanbesteed. De contributie is 750 euro per deelnemer (niet per hogeschool). De kascontrole is uitgevoerd door Aad Otto en Berry Minkman. Aad doet daarvan verslag aan de sectorraad. Hij begint met het doen van een aantal aanbevelingen voor volgende kascontroles: - Het is van belang continuïteit aan te brengen in de samenstelling van de commissie. Het voorstel is om leden voor twee jaar in de kascommissie te benoemen op zo’n manier dat de commissie altijd bestaat uit iemand die het al een jaar heeft gedaan en iemand die nieuw is. - De kascommissie moet een dagdeel uittrekken om de papieren die ten grondslag liggen aan het financiële verslag in te zien bij de NHL. Dat gezegd hebbende meldt Aad dat de kascommissie constateert dat de cijfers zoals door Egon toegelicht in orde zijn. In de kascommissie voor 2014 worden benoemd: Patrick Bemelmans en Aad Otto. De sectorraad stemt per acclamatie in met het jaarverslag van 2014 (begroting en uitgaven) b. Begroting 2014 Er wordt een positief resultaat verwacht wat ruimte geeft voor activiteiten in 2014. Zo kan de eendaagse met het werkveld, onderdeel van de beleidsagenda, uit de begroting worden betaald. De sectorraad stemt per acclamatie in met de begroting. c. Formele overdracht van voorzitterschap van dagelijks bestuur Voor dit onderdeel geeft Egon het woord aan Paul Ganzeboom die het voorzitterschap van het dagelijks bestuur van de sectorraad overneemt van Tim van Tongeren. Paul bedankt Tim van Tongeren namens de sectorraad en de collega’s uit het dagelijks bestuur voor zijn inspanningen als voorzitter. Daarna verwoordt Paul kort zijn ambitie als nieuwe voorzitter, namelijk zijn trots op de sector uitstralen. Hij wil dat het heo als sector zelf een analyse maakt van de aansluiting tussen werkveld en opleidingen en waar nodig een lobby start. Hij noemt een aantal belangrijke rapporten waar de sector zich toe moet verhouden, zoals het rapport van de WRR ‘Naar een lerende economie’ en ‘De sector Economie in Beeld’ gemaakt in opdracht van de Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs.
Bladnummer
9
Dag 2 6. Opening Paul Ganzeboom opent de dag met een terugblik op hetgeen op donderdag besproken is. Het dagelijks bestuur stelt een advies op over de titulatuur dat komende maandag naar alle voorzitters van landelijke opleidingsoverleggen zal worden verstuurd. Het dagelijks bestuur zal verder onderzoeken wat specifieke kenmerken zijn van het studierendement binnen het heo en waar het heo overeenkomsten heeft met andere sectoren en wat we van die sectoren kunnen leren. De projectgroep Kwaliteit van onderwijs instroom die gisteren is samengesteld (zie punt 4 in het verslag) zal proberen om een beeld te krijgen van waar de sector goed in is en waar we van elkaar kunnen leren. De projectgroep streeft naar een integrale aanpak die uitmondt in een aantal scenario’s. Tijdens de bespreking van de beleidsagenda zijn projectgroepen samengesteld. Daar komen leden van het sac en db bij om de groepen compleet te maken (zie punt 4 in het verslag voor de samenstelling). Als introductie op het programma van de vrijdag geeft Paul een overzicht van de verschillende onderzoeken die naar de sector zijn uitgevoerd, wie de opdrachtgevers zijn en welke producten het heeft opgeleverd. Zie bijlage 3 voor het overzicht. 7. Setorfoto Dit agendapunt wordt geleid door Ad Smits. Anne- Marie Haanstra, projectleider van de sectorfoto sluit voor dit onderwerp aan voor de vergadering. De presentatie van Ad Smits is te vinden in bijlage 4 De presentatie van Anne Marie Haanstra is te vinden in bijlage 5 Doel van dit agendapunt is kennisdeling over de manier waarop verschillende hogescholen zijn omgegaan met de resultaten van de sectorfoto. Ad Smits zal aangeven hoe Zuyd aan de slag is gegaan met de resultaten waarna Anne-Marie Haanstra, projectleider van de sectorfoto, daar op zal reageren en vertellen hoe de HAN de resultaten van de sectorfoto heeft gebruikt. Sectorfoto Zuyd Hogeschool Ad start met wat korte achtergrondinformatie over Zuyd Hogeschool en de sector heo. Zuyd hogeschool kent 14.000 studenten verdeeld over 10 faculteiten. De sector heo bestaat uit vier faculteiten waar ongeveer de helft van alle studenten staat ingeschreven. Zuyd Hogeschool kent relatief veel unieke opleidingen omdat zij een aantal opleidingen heeft samengenomen. De resultaten van de foto laten zien dat de regio goed bediend wordt, maar onduidelijk is of de ambitie van Zuyd om bedrijven te helpen grensoverschrijdend te werken ook gerealiseerd wordt. De aansluiting met de topsector zorg is goed binnen de economische sector, maar minder voor chemie en neber. Er is sprake van veel goede samenwerking met het mkb. Uit de sectorfoto blijkt wel dat studenten voor een afstuderen nog te veel bij éénpitters terecht komen. Sectorfoto HAN Anne-Marie wil met haar presentatie inzicht geven in hoe de faculteit Economie en Management (FEM) is omgegaan met de resultaten van de sectorfoto en waar ze nu staan.
Bladnummer
10
De foto heeft geleid tot een discussie over de onderzoeksprogrammering binnen de faculteit: op welke markten richt je je? Mede op basis van de resultaten van de sectorfoto heeft de faculteit keuzecriteria opgesteld en een aantal markten gekozen waarop zij zich wil richten. Eén van de markten is bouw. FEM kan daar meerwaarde realiseren door bij te dragen aan the verbeteren van het organiserend vermogen van deze sector. FEM heeft een valorisatieagenda gemaakt. Op basis van die agenda worden allianties gevormd met bedrijven waarin vraagarticulatie plaatsvindt. De HAN ontwikkelt nu allianties in de bouw en zorg. De opleidingen sluiten aan bij de programmalijnen die in het onderzoek geformuleerd zijn en kiezen daarbij een bedrijfstak. Probleempunten in dit traject zijn bijvoorbeeld het eigenaarschap naar opleidingen brengen, bepalen wat praktijkgericht onderzoek is, en op welk niveau je meerwaarde kunt en wilt realiseren. In reactie op beide presentaties vraagt Ad of één van de aanwezigen sectorraadleden zijn ervaring met de sectorfoto wil delen. Patrick Bemelmans reageert op deze uitnodiging met de ervaring vanuit Stenden. De sectorfoto geeft een goed beeld van de markt waarvoor we opleiden. Het heeft geleid tot nieuwe inzichten over de reikwijdte van opleidingen in de regio. Als afsluiting van dit agendapunt geeft het dagelijks bestuur Anne-Marie Haanstra met dank decharge als projectleider sectorfoto.
8. Sectorale verkenning heo Dit agendapunt wordt geleid door Esther-Mirjam Sent, voorzitter van de verkenningscommissie heo, die voor dit onderwerp is aangeschoven. Ook Mike Ackermans, lid van de verkenningscommissie heo, is aanwezig, net als Derk Blijleven die lid is van de verkenningscommissie vanuit zijn rol als voorzitter van het sac heo. Bijlage 6 overzicht van de leden van de verkenningscommissie heo a. Inleiding Esther-Mirjam en Mike Ackermans stellen zichzelf kort voor en Esther-Mirjam neemt ook het profiel van de overige leden van de verkenningscommissie door met de aanwezigen. Zij geeft aan dat de commissie breed wil kijken naar ontwikkelingen die van belang zijn voor de opleidingen binnen het heo. De verkenning is gestart met individuele gesprekken met alle leden die leiden tot een eerste notitie over de externe ontwikkelingen die de commissie ziet. In drie bijeenkomsten worden die ontwikkelingen uitgewerkt in een aantal vraagstukken waartoe de sector heo zich in de ogen van de commissie zou moeten verhouden. In juni wil de commissie de sector raadplegen in een stakeholdersbijeenkomst. Na de zomer komt de commissie met een advies aan het bestuur van de Vereniging Hogescholen over welke vraagstukken voor het heo urgent en van belang zijn. Op basis van dit advies volgt een tweede fase waarin een confrontatie plaats vindt met de stand van zaken binnen het heo zelf. Waar werkt de sector al aan, wat moet er nog gebeuren om voldoende op de vraagstukken te kunnen inspelen? Na deze inleiding nodigt Esther- Mirjam de aanwezigen uit om input te leveren voor de verkenning. b. input van de sectorraad voor de verkenning
Bladnummer
11
Hogeschool Utrecht Een oproep aan de commissie om de topsector creatieve industrie meenemen in de verkenning. Derk Blijleven geeft aan dat hij zelf een achtergrond heeft in de creatieve sector en dat dit domein dus vertegenwoordigd is in de commissie. Stenden Wil weten hoever de commissie vooruit wil kijken Esther- Mirjam geeft aan dat input op die vraag welkom is. In principe wordt in een verkenning 6 jaar vooruit gekeken, maar het valt op dat de ontwikkelingen en gedachtenvormingen tegenwoordig erg snel gaan. Hoe wil de commissie omgaan met opleidingen die opleidingen voor de internationale arbeidsmarkt? Als dat de praktijk is moet de internationale arbeidsmarkt worden meegenomen in de verkenning. Zuyd Het is goed als dat de commissie beseft dat de hbo-monitor (onderzoek onder afgestudeerden naar de arbeidsmarktsituatie) niet voor alle opleidingen representatief is. Met name internationale opleidingen, zoals IBMS, en unieke opleidingen kennen een dermate lage respons dat de resultaten van de monitor niet betrouwbaar zijn. De vraag van Esther-Mirjam is of er gegevens over de arbeidsmarktsituatie van afgestudeerden van deze opleidingen beschikbaar zijn die wel betrouwbaar zijn? Vanuit de sectorraad wordt aangegeven dat dat wisselend is. Een alumni-onderzoek van communicatie komt binnenkort wel beschikbaar. Het is overigens de vraag of onderzoek naar de arbeidsmarktsituatie niet meer onderdeel is van fase 2 van het onderzoek. NHL Kijk naar trends over een periode van 10 of 20 jaar zoals de Wetenschappelijke Raad voor de Regeringsbeleid ook gedaan heeft in haar rapport ‘Naar een lerende economie’. Stenden Internationalisering is ook ten behoeve van de versterking van de regionale economie. Veel bedrijven hebben het hoofd boven water kunnen houden door te exporteren. Hanze Nederland is een handelsland waar het heo als opleider een belangrijke speler in is. Stenden Branding, communicatie en profilering is belangrijk voor Nederland als handelsland. Het is daarmee ook een belangrijk onderwerp voor de verkenning. Saxion Willen jullie ook kijken naar toekomstige beroepen. Het heo kan daar een rol in pakken. Esther-Mirjam geeft aan dat hier al de nodige studies over beschikbaar zijn die commissie zeker zal meenemen. Haagse Hogeschool
Bladnummer
12
De Haagse Hogeschool heeft een verkenning laten uitvoeren binnen de regio. Die wil de hogeschool graag beschikbaar stellen aan de commissie. Hogeschool Rotterdam Panteia heeft een interessant rapport gepubliceerd voor sociale innovatie: http://www.scienceguide.nl/media/1665145/volledig_rapport_innovatie_en_concurrentiemonitor_topse ctoren_panteia-rsm.pdf Stenden Wees alert op tegenstellingen in belangen van koepels (brancheorganisaties) en de regionale werkveldvertegenwoordigers. Het heo werkt veelal samen met kleine bedrijven in de regio. Windesheim Kijk naar aan welke professionele profielen er in de toekomst behoefte is en of dat past bij de talenten van de studenten. Een interessant rapport in dat kader is dat van de Teldersstichting ‘Onderwijs, de derde dimensie’, dat gaat over bildung. Hogeschool Utrecht Een ander goed rapport is dat van Jungle Minds over de toekomstige beroepen in de creatieve industrie. Vanuit hbo-Rechten komt de vraag of de commissie wil kijken of de rechtenstudies een eigen sector nodig hebben Hogeschool Utrecht Trek je als commissie niet te veel aan van hoe we het nu georganiseerd hebben. Kijk vooral naar buiten Hanze De sector is heel flexibel met veel brede opleidingen is het mogelijk om veel onderwerpen mee te nemen. NHL Denk eens aan een andere vorm dan een rapport om uw advies in te communiceren. Andere opmerkingen zijn om als commissie ook naar de grand societal challenges van de EU te kijken omdat die breder zijn dan de topsectoren. En het uitdrukkelijke verzoek om de sectorraad mee te nemen als de critical friend van de verkenningscommissie.
9. Bespreking rapport ‘De sector Economie in beeld’ Dit agendapunt wordt geleid door Paul Ganzeboom De presentatie die hoort bij dit onderdeel staat in bijlage 7 In de bijeenkomst van de sectorraad op 15 oktober 2013 zijn de resultaten van het rapport ‘De sector Economie in beeld’ gepresenteerd door onderzoeker Hedwig Vermeulen. Er zijn vragen over de status van de brief van de voorzitter van de Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs aan Thom de Graaf met in de bijlage het advies van de CDHO aan de minister. Sandra Storm legt uit dat de brief aan Thom de Graaf een verzoek van de CDHO is om de aanbevelingen naar de
Bladnummer
13
Verkenningscommissie heo te sturen. Voor zover zij weet is er vanuit OCW niet gereageerd op de aanbevelingen van het CDHO. De aanwezigen krijgen de opdracht om in groepen de volgende vragen te beantwoorden: 1. Zijn de onderzoeksresultaten herkenbaar? 2: Hoe wil de sector HEO dit rapport gebruiken? 3: Wat vinden we van de aanbevelingen van de CDHO? De groepen worden samengesteld aan de hand van de indeling van de sector die in het rapport gehanteerd worden, te weten: finance, commerce, management, communicatie, rechten. De gesprekken die gevoerd zijn, worden plenair teruggekoppeld: Communicatie De groep ziet het als een taak om eigen gegevens over alumni aan te leveren. Het is vervelend dat de onderzoekers hun resultaten niet bij de opleidingen geverifieerd hebben. De verwachting is dat afgestudeerden vooral werkzaam zijn op snijvlakken van verschillende domeinen. De groep vindt het buiten de orde om basis van dit onderzoek conclusies te trekken over individuele opleidingen. Communicatie en journalistiek horen in de sector heo, zie verhaal Anne-Marie Haanstra innoveren communiceren en organiseren. Communicatie heeft overigens ook publieke functie. Management De internationale dimensie ontbreekt. 30% van de afgestudeerden stroomt uit naar het buitenland. De internationale arbeidsmarkt voor bijvoorbeeld toerisme groeit. Management is een heel divers domein en dus differentiatie in resultaten. Let op regionale spreiding is in het rapport visueel slecht weergegeven. Financieel Bij FSM zijn regionale verschillen zichtbaar in de vraag naar hbo-afgestudeerden. Bij Accountancy is het beroep zelf erg in ontwikkeling. Dit leidt onder meer tot meer vraag naar WOopgeleiden. Financiële opleidingen moeten zich beter gaan verhouden tot de zwaartepunten. Dat zijn ook handvatten voor profilering. Accountants worden steeds meer gevraagd voor functies waar ook adviesvaardigheden voor nodig zijn. Rechten De onderzoeksresultaten zijn herkenbaar. De arbeidsmarkt absorbeert de groeiende studentenaantallen. Daarnaast studeren veel studenten door aan de universiteit. Er ontstaan nieuwe functies voor hbo-rechten afgestudeerden in gemeenten, schuldhulpverlening, rechtsbijstand, griffie van de rechtbank. De profilering van hbo-rechten kan meer gericht worden op zakelijke juridische dienstverlening. Daarbij is goed als er naast focus op juridische inhoud meer aandacht komt voor samenwerken, communiceren, meedenken en onderzoekende houding. De inbedding van recht in de sector hoger economisch onderwijs is wenselijk om dat afgestudeerden van hbo-rechten niet in een isolement functioneren, maar werken in de context van bedrijven en overheid.
Bladnummer
14
Commercieel De directeuren zijn het oneens waren met de stellingname dat Commerce opleidingen een slecht arbeidsperspectief zouden hebben omdat ze niet specifiek genoeg toeleiden naar bepaalde functies. Het is juist de breedte van deze opleiding die maakt dat studenten wel dat goede perspectief hebben over wat vaak de volle breedte van het economisch domein is. De percentages bij CE in het rapport staven deze laatste constatering ook. Afgesproken wordt dat het sac nadenkt over een passende reactie op de brief van het CDHO naar het bestuur van de Vereniging Hogescholen.
10. Conclusies en afsluiting Derk Blijleven kondigt aan dat het sac en het dagelijks bestuur van de sectorraad het programma Basecamp gaan gebruiken voor de communicatie met de sectorraad en de projectgroepen die rondom de beleidsagenda 2014 zijn samengesteld.