NOTULEN VAN DE OPENBARE OPENBARE VERGADERING VAN DE DE RAAD VAN DE GEMEENTE SINT-OEDENRODE DATUM AANVANG EINDE AANWEZIG ZIJN
: : : :
21 OKTOBER 2010 20.00 UUR 23.45 UUR 17 RAADSLEDEN
AANWEZIG VOORZITTER: GRIFFIER:
AFWEZIG
WETHOUDER
P.M. MAAS M.H.J. VAN ELS W. SPORKEN P.A.M. VERKUIJLEN M.P.F.M. VERHAGEN E.E. EL BAIDUN-KENSDELL J.A. VERHAGEN MW. J.A.V. HEISTERKAMP MW. J.A.T. VAN DEN HEUVEL T.A.H.M. VAN WANROOIJ F.A.H. GLORIUS M. VAN SEVENTER M. VAN SEVENTER W.H.A.M. MAAS MW. W.P.A.M. WAGENAARS-VAN BEERS J.F.M. WIJN J.A.M. DE GROOT J.F.W. HULSEN F.A. VAN DEN BOOMEN MW. M.M. VAN DEN TILLAAR H.W.M.A. VAN DEN BERK-VAN DE LAAR
WETHOUDER WETHOUDER
J.C.M. HENDRIKS-VAN KEMENADE R.A. DEKKERS
C.D.A.:
HART VOOR ROOI/PVDA:
V.V.D.:
DEMOCRATISCHE GROEPERING SINT- OEDENRODE: (DE DGS) BVT ROOI:
1. Opening De voorzitter opent de vergadering met een overdenking. Alle raadsleden zijn aanwezig. 2. Spreekrecht voor burgers Er zijn geen aanmeldingen voor het spreekrecht ontvangen. 3. Vaststelling van de agenda en trekking stemmingsnummer De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. De DGS-fractie mag als eerste het woord voeren bij de beraadslagingen. 4. Vaststelling van de notulen van de vergadering van 30 september 2010 De notulen van de vergadering van 30 september 2010 worden ongewijzigd vastgesteld. 4a. Vaststelling van de lijst van toezeggingen/actiepunten Actiepunt 180: er is in juli al een tussenrapportage over het Idop uitgebracht. Het punt blijft wel staan voor een volgende tussenrapportage in het vierde kwartaal 2010. De lijst van toezeggingen/actiepunten kan worden vastgesteld. 5. Ingekomen stukken en mededelingen Hart voor Rooi/PvdA verzoekt punt D3 te rubriceren onder categorie B. De raad stemt hiermee in.
De lijst van ingekomen stukken en mededelingen kan, met inachtneming van deze wijziging, worden vastgesteld. 6. Voorstel tot vaststelling nota Grondbeleid 2010 Het voorzitterschap wordt waargenomen door de heer Van den Boomen. De DGS maakt complimenten over de nieuwe nota Grondbeleid 2010. De fractie is van mening dat bouwgrond los moet worden gezien van de verkoop van groen- en reststroken, tenzij deze grond wordt gebruikt als extra bouwgrond. Er wordt een amendement ingediend over de prijs van groen- en reststroken. Het verschil in bouwgrondprijs van 40 euro tussen de prijs voor grond in het centrum en de kleine kernen is te klein. De taxateur heeft de plank volkomen misgeslagen. Er wordt een tweede amendement ingediend over het voorstel Grondbeleid. Er wordt voorgesteld om, wanneer er geen behoefte is onder plaatselijke ondernemers, bij de toewijzing van bedrijventerreinen ook ondernemers van buiten de gemeente in aanmerking te laten komen. Dit punt heeft invloed op dit raadsvoorstel en op het voorstel tot vaststelling van de structuurvisie Bedrijventerreinen. Na de reacties van de overige fracties wordt het eerste amendement ingetrokken. Spreker stemt ermee in het tweede amendement aan de orde komt bij de behandeling van agendapunt 7, op voorwaarde dat het wordt meegenomen bij het grondbeleid. BVT Rooi maakt complimenten over de nota. Spreekster maakt een opmerking over het voorstel met betrekking tot de verkoop van de groenstroken. Voor de prijs wordt aangehaakt bij de bouwgrondprijs van de kavel waar de groenstrook aan grenst. Er is een vaste prijs voor het centrum en voor de kernen. De bouwgrondprijs komt tot stand door diverse variabelen. Er ontstaat een frictie tussen de benaderingswijzen. De vastgoedprijs van de groenstroken is niet meer afhankelijk van de variabelen. De fractie kan dit beleid niet ondersteunen omdat het niet logisch is. Wanneer de opbrengst van de verkoop van de groenstroken tegenvalt wordt er niet of nauwelijks gehandhaafd. Het amendement van de DGS wordt in zoverre onderschreven dat er nog een mondeling amendement aan wordt toegevoegd, namelijk dat de grondprijs voor een stukje groenstrook van minder dan 15 m² gehandhaafd blijft. Spreekster merkt op dat de bijlage 4 kan worden vervangen door de huidige bijlage 5 omdat er anders snel vergissingen en fouten gemaakt kunnen worden. De huidige bijlage 6 zou in het voorstel van de fractie bijlage 5 worden. De oude bijlage 4 kan mogelijk nog als een apart onderdeel worden toegevoegd aan de nota. De fractie kan akkoord gaan met het voorstel nadat de portefeuillehouder heeft toegezegd een notitie te doen verschijnen over gedifferentieerde grondprijzen. Hart voor Rooi/PvdA plaatst twee opmerkingen bij de nota. Het amendement in het kader van de ombuigingen, waarin wordt voorgesteld gronden voortijdig uit te geven aan projectontwikkelaars, staat op de rol voor 2012. Het is daarbij van belang dat er voorwaarden aan de verkoop worden gesteld en dat hierbij regie wordt gehouden. Het beleid met betrekking tot de groen- en reststroken is te kort door de bocht. De grondprijzen die nu gehanteerd worden om stukjes grond te kopen zijn niet altijd in overeenstemming met de taxatiewaarde bij eventuele verkoop omdat er geen mogelijkheid is tot bebouwing. Een aangepaste lagere prijs is volgens de fractie logisch. Voorgesteld wordt deze prijs eenmalig vast te laten stellen door een onafhankelijke taxateur en die prijs vervolgens te gebruiken bij de verkoop van de stroken grond. Er moet een clausule worden opgemaakt dat bouwen op die stroken grond niet is toegestaan. Het amendement DGS wordt van harte ondersteund. Wanneer er op de reststroken kan worden gebouwd, geldt de marktconforme prijs. Na de toezegging van de portefeuillehouder wordt toch een pas op de plaats gemaakt voor wat betreft het amendement van DGS. Het is verstandig eerst de notitie af te wachten. De fractie is van mening dat het tweede amendement kan worden behandeld bij agendapunt 7. De VVD zegt dat de nota een herijking van het bestaande beleid is. De regeling met betrekking tot de groen- en reststroken is eenduidig. De fractie wacht de notitie over gedifferentieerde 2
grondprijzen af. De prijzen moeten zoveel mogelijk eenduidig, gemakkelijk in de uitvoering en simpel zijn. De fractie vindt niet dat bij de taxatie de plank volledig is misgeslagen. Er ligt een goede onderbouwing van het college. Het CDA kan met de toezegging van de portefeuillehouder instemmen. Het eerste amendement van de DGS wordt niet gesteund. De fractie staat wel achter het tweede amendement van de DGS. Burgemeester Maas zegt dat bij de meeste fracties het beleid ten aanzien van de groenstroken aandacht heeft gekregen. In verband met de relatief hoge kosten die gemaakt moeten worden voor taxaties is ervoor gekozen de bouwkavelprijs te hanteren wanneer de groen- en reststroken een wezenlijke toevoeging zijn van de bouwkavel. Vanaf 2009 zijn er diverse transacties op die basis gesloten. Met de invoering van de Wabo is een aantal zaken vergunningvrij geworden. De burgemeester stelt voor te kijken in hoeverre er een nuancering van de prijs mogelijk is. Hij zegt toe in een nota aan te geven waar het omslagpunt ligt om een andere prijs te hanteren als de bouwgrondprijs. Dit houdt in dat vanaf een bepaald aantal vierkante meters de vaste prijs wel wordt gehanteerd. Er zullen geen groen- en reststroken worden verkocht voordat de notitie er ligt. De burgemeester verwacht dat de notitie eerste kwartaal 2011 gereed zal zijn. Er is sprake van een gedifferentieerd beleid op basis waarvan groen- en reststroken worden verkocht. In geval van het onrechtmatige gebruik van gronden kan op dit beleid worden aangesloten. De burgemeester stelt voor het tweede amendement van de DGS te laten aansluiten bij agendapunt 7. Ten aanzien van het voorstel van BVT Rooi om bijlage 4 te vervangen door bijlage 5 merkt hij op dat de prijzen beter zijn afgerond dan in de eerdere bijlagen. Het prijsverschil tussen de hoofdkern en de kernen Olland, Boskant en Nijnsel heeft te maken met het advies van de taxateur over de prijzen. Er is daarbij ook gekeken naar de grondexploitatie en of het ten minste een neutraal resultaat zou opleveren. Wethouder Van den Berk zegt dat er op grond van de Wabo pas een meter achter de voorgevelrooilijn mag worden gebouwd. Het voorstel is unaniem aangenomen, met uitzondering van het gedeelte van de groen- en reststroken. 7. Voorstel tot vaststelling structuurvisie Bedrijventerreinen BVT Rooi zegt dat grond duur blijft. Als de gemeente geen of bijna geen grond in voorraad heeft, schiet men tekort om adequaat in te spelen op ontwikkelingen in de nabije toekomst. Spreker vraagt of de gemeente niet toch enkele hectaren grond kan kopen om die vervolgens te verhuren aan belangstellenden, waardoor de rentekosten behoorlijk getemperd kunnen worden. De fractie is het eens met de kaders en de vaststelling van de structuurvisie. Spreker bespreekt vervolgens de ingediende moties en amendementen. De moties 1, 2 en 3 worden niet gesteund. Motie 4 is als optie sympathiek. Spreker adviseert wel om een stuk grond vrij te laten. Het amendement van de VVD wordt gesteund. Het amendement van de DGS wordt niet gesteund. Het CDA vindt dat het de taak van de gemeente is om alle belanghebbende groepen te faciliteren. Dit heeft met name betrekking op de ontwikkelingsmogelijkheden van bedrijfspanden. Spreker noemt vier categorieën ondernemers: ondernemers die een bedrijfspand in eigendom willen verwerven, exploitanten van onroerend goed, huurders van bedrijfspanden en ondernemers die een bedrijfspand bouwen en vervolgens doorverkopen of verhuren. Bij beleid ten aanzien van het bedrijfsleven moet worden aangesloten bij natuurlijke ontwikkelingen in de markt en het bedrijfsleven. In de structuurvisie is hiervan te weinig terug te zien, vooral bij de ontwikkeling rondom het bedrijventerrein De Kampen. Er moet niet tegen de stroom in geroeid worden. Spreker doelt op het voornemen om op het bedrijventerrein De Kampen te handhaven in de vorm van een soort zuiveringsactie. Er moet niet worden gedacht dat er door belemme3
ringen op te leggen automatisch ergens anders een positieve ontwikkeling wordt gestimuleerd. De fractie is van mening dat aan alle doelgroepen ondernemers gelijke kansen moeten worden geboden. De gemeente moet niet ingrijpen in het concurrentieproces tussen de aanbieders en de gebruikers van bedrijfsruimten. Er moet veel meer ruimte worden gegeven en dit zou voorkomen dat bedrijventerreinen verloederen. Wanneer de ontwikkelingen te strak worden vastgelegd dan kunnen zittende bedrijven niet flexibel zijn en stagneren zij in hun ontwikkeling. Het CDA staat voor een viertal concrete punten, die zijn verwoord in moties: • Motie 1 inzake het parkeerbeleid bij het bedrijventerrein De Kampen. Voor het voorgenomen parkeerverbod is geen verifieerbare cijfermatige onderbouwing overlegd met betrekking tot de parkeeroverlast. Er is geen sprake van een onhoudbare situatie, die handhaving noodzakelijk maakt. Het is mogelijk dat een uitbreiding van het parkeerterrein ook een aanvaardbare oplossing kan bieden. Het college wordt in de motie opgeroepen af te zien van een parkeerverbod. • Motie 2 inzake het verbreden van de gebruiksmogelijkheden op de bedrijventerreinen Nijnsel en De Kampen. Spreker geeft de overwegingen van de motie weer. Het college wordt verzocht op het gehele bedrijventerrein Nijnsel en het gehele bedrijventerrein De Kampen de bestemmingsplanvoorschriften te wijzigen zodat dienstverlenende en kantoorachtige bedrijven zich daar mogen vestigen. Tevens wordt het college verzocht om, vooruitlopend op het nieuwe beleid, niet langer handhavend op te treden. Het is voor de fractie erg belangrijk dat de functieverbreding voor het gehele bedrijventerrein Nijnsel geldt. Dit is ook door de wethouder toegezegd. • Motie 3 inzake handhaving bestemmingsplanvoorschriften en anti-verhuurbeding op bedrijventerrein De Kampen. De overwegingen zijn gelijk aan die van de vorige motie. Het college wordt verzocht om op het bedrijventerrein De Kampen in het geval van gebruik van bedrijfspanden voor dienstverlenende en of kantoorachtige bedrijfsactiviteiten niet over te gaan tot handhaving maar tot legalisatie, door de eigenaren van onroerend goed niet langer te houden aan de anti-verhuurbedingen en verder door de bestemmingsplanvoorschriften te wijzigen. Tevens wordt het college verzocht om met de belanghebbenden in gesprek te gaan over de toerekening van kosten van bestemmingsplanwijzigingen aan de direct belanghebbende eigenaren van onroerend goed. • Motie 4 inzake de invulling van de strook grond oostelijk van de A50 ter hoogte van de bebouwde kom kerkdorp Nijnsel. Voor startende ondernemers is een mooie werkbare ruimte hoogst noodzakelijk. De fractie is van mening dat de gemeente ruimte moet hebben om zelf kavels te kunnen aanbieden. Tot voor kort heeft de gemeente steeds ruimte in voorraad gehad. In de structuurvisie is te lezen dat dit nu niet meer het geval is. Er is geen aanbod. Op de site van het starterscollectief schrijft de gemeente dat het economische beleid er in algemene zin op is gericht om voor inwoners en bedrijven een positief economisch klimaat te scheppen. De doelstelling is handhaving en versterking van de bestaande lokale werkgelegenheid. De fractie vindt dat de daad bij het woord moet worden gevoegd. Daar hoort bij dat er vanuit de gemeente bouwkavels kunnen worden aangeboden. De fractie wil zeker 3 tot 4 ha grond in voorraad hebben. Oostelijk van de A50 ligt een mooie strook grond. Het college wordt verzocht om voorbereidingen te treffen om deze strook in te zetten voor de in de motie genoemde doeleinden. Er wordt gesproken over hoogwaardige architectuur en ruim opgezette plannen. Ondernemers zijn positief over dit voorstel. Spreker vraagt wat de argumenten zijn om te wachten. Er is grond en de gemeente is baas over eigen grond. De reacties van een aantal andere fracties zijn ook positief. Er wordt verwezen naar de tabel in de bijlagen. Er is behoefte aan 1 ha ruimte voor bedrijven. In het onderzoek is een groot aantal categorieën bedrijven niet meegenomen. Spreker vraagt de wethouder hoe tot de conclusie kan worden gekomen dat er geen behoefte is aan ruimte. Op verzoek van raadslid Verkuijlen is van het het hierna volgende onderdeel van de vergadering een woordelijke weergave opgenomen.
4
De heer Verkui Verkuijjlen: len Ik heb nog een aantal vragen voor de wethouder, op het gevaar af dat ze opnieuw niet beantwoord worden, zoals in de commissie, maar ik doe toch een poging. Ik vraag me af, wethouder, of u de nota en de bijlagen hebt gelezen. Waarom vraag ik me dat af? Op bladzijde 41 van het bijlagenrapport staat een klein tabelletje. Daarin staat dat bij bedrijven, die geïnterviewd zijn, 2 ha ruimtebehoefte is. In dat tabelletje staat ook dat bij bedrijven die weggaan, er 1 ha ruimte vrijkomt. Dit betekent naar mijn beste telvermogen 1 ha behoefte. In alle vraagstellingen die er eerder zijn geweest in commissies is mij gewaar geworden dat tweeëntwintig bedrijven geïnterviewd zijn en gevraagd zijn naar hun ruimtebehoefte op een tijdstip waarin we in een zware economische crisis zitten. Mij is eveneens medegedeeld dat de behoefte van deze tweeëntwintig bedrijven niet is opgehoogd met een of andere ratio voor de totale bedrijvenpopulatie, dus een onderschatting zal zijn. De voorzitter voorzitter: Uw vraag was? De heer Verkui Verkuijjlen: len Ik kom zo meteen op mijn vraag. In het onderzoek is een groot aantal categorieën bedrijven niet meegenomen. Het is een zeer beperkte steekproeftrekking geweest. Kunt u mij nog eens uitleggen, want u zegt dat er geen behoefte is, hoe u tot die conclusie komt, wanneer het rapport duidelijk aangeeft dat die behoefte er wel is, in een omstandigheid dat er in de methode van onderzoek een grote onderschatting te veronderstellen is? Wethouder Dekkers Dekkers: Die discussie hebben we al uitgebreider in de commissie gehad. De heer Verkui Verkuijjlen: len Die discussie hebben we niet gehad. Wethouder Dekkers Dekkers: Er is hier een behoefte gepeild bij een aantal ondernemers in interviews, dat klopt. Er is een workshop geweest waar heel veel bedrijven waren. De heer Verkui Verkuijjlen: len Dat hoeft u niet uit te leggen, dat heb ik allemaal gehoord. Ik vraag me af waarom u tot de conclusie komt dat er geen behoefte is als het onderzoek met al zijn lekken en brekken dat er bij is, sorry met alle gebreken die het kent, aangeeft dat er wél behoefte is. U hoeft mij niet uit te leggen hoe dat onderzoek is gevoerd. Dat is me uitgelegd. De voorzitter voorzitter: Nu gaat de wethouder kort antwoorden. Wethouder Dekkers Dekkers: Ik ben het niet eens met wat u stelt dat het een gebrekkig rapport is. U diskwalificeert denk ik ook de ondernemers die eraan mee hebben gewerkt, dus die woorden laat ik voor u. Ik ben het daar helemaal niet mee eens. En de behoefte, wat blijkt vaak? Men geeft aan dat er een bepaalde behoefte is, maar als ik concreet vraag wie er morgen een stuk wil hebben dat echt voor eigen bedrijf nodig is, dan komt hier inderdaad niemand. De burgemeester heeft de ondernemers nog uitgedaagd op de commissieavonden. Ik heb niets meer gehoord en dat geldt ook voor de startersavond. Als men vraagt aan een starter of ze daar behoefte aan hebben zeggen ze dat het ze leuk lijkt, maar als er dadelijk een prijskaartje aanhangt in deze tijd van hier alsjeblieft, hier is het, dan wil ik het nog wel eens zien. De heer Verkui Verkuijjlen: len Ik constateer dat u op mijn concrete vraag, gebaseerd op het optellen en aftrekken, waaruit een behoefte voortvloeit, slechts een vaag, suggestief, onduidelijk en omtrekkend antwoord geeft. De voorzitter voorzitter: Heer Verkuijlen, ik zou u wat kwalificaties betreft willen vragen dat op een andere wijze te doen. U hebt in ieder geval naar uw mening niet voldoende antwoord gekregen. (vervolg samenvattend verslag) De gemeente kan schuifruimte bevorderen, maar niet afdwingen. Wanneer bestemmingsplannen ruimer worden geformuleerd, wordt vanzelf schuifruimte gecreëerd. De gemeente kan winnen door onbebouwde ruimte aan te kopen. De wethouder heeft de moties van het CDA 5
ontraden. Hij praat over actief inspelen op ontwikkelingen, terwijl in de structuurvisie zwart op wit staat dat dit niet het geval is. Door deze structuurvisie wordt een stuk ontwikkeling geblokkeerd. Het bedrijfsleven wordt dan afhankelijk van willekeur en dat wil de CDA-fractie juist voorkomen. De moties van de fractie zullen gehandhaafd worden. Het amendement van de DGS wordt gesteund. Er wordt in tweede termijn een mondelinge motie ingediend. Het college wordt verzocht om, indien de kans zich voordoet, over te gaan tot aankoop van maximaal 5 ha agrarische grond om in te kunnen spelen op de mogelijke toekomstige vraag naar ruimte voor bedrijven die daar behoefte aan hebben. Na beraad heeft de fractie besloten moties 1, 2 en 3 terug te trekken. Hart voor Rooi/PvdA zegt dat 15% van de werkgelegenheid zich bevindt op het bedrijventerrein. Het is niet zo dat bedrijventerreinen onbelangrijk zijn voor Sint-Oedenrode, maar er is wel nog zoveel meer. Op dit moment zijn zelfstandige kantoorvestigingen niet toegestaan op bedrijventerreinen. Ongeveer 40% van de kleinschalige bedrijven is kantoorhoudend. Dit percentage zal in de toekomst verder toenemen. Al jaren is het de wens om het bedrijventerrein Nijnsel te revitaliseren. In de visie is het niet duidelijk of de wens tot verbreding van de mogelijkheden voor het gehele bedrijventerrein Nijnsel zal gelden. Er zal een nieuwe impuls aan het bedrijventerrein moeten worden gegeven. De huidige ondernemers moeten worden ondersteund en er moet aan functieverbreding worden gedaan op het gehele bedrijventerrein, bijvoorbeeld door mogelijkheden te bieden om een kantoor te kunnen beginnen. Het is belangrijk dat er niet alleen geld is voor de nieuw te ontwikkelen percelen, maar voor het gehele bedrijventerrein. Het bedrijventerrein De Kampen moet voor middelgrote bedrijven behouden blijven. De gedoogsituatie met kantoren moet worden aangepakt. Hierdoor wordt de doorstroom naar Nijnsel mogelijk gemaakt. Er zijn voor de kleinschalige kantoorbedrijven voldoende kansen en er is ruimte. Er is een link tussen de kantoorachtige bedrijven en de parkeeroverlast op het bedrijventerrein De Kampen. Parkeren op eigen terrein is altijd de bedoeling geweest en dat moet zo worden gehandhaafd. Het is beter om werkgelegenheid in de regio te stimuleren dan dat bedrijven helemaal uit de regio verdwijnen. Er hoeft nu geen nieuw bedrijventerrein te komen. Er is geen vraag en de kosten en risico’s zijn hoog. Er moet wel worden geanticipeerd. Om snel te kunnen schakelen moet er worden nagedacht waar een bedrijventerrein gewenst is. Het is van belang dat eerst het bedrijventerrein Nijnsel de tijd en de ruimte krijgt om zich volwaardig te ontwikkelen. De fractie kan zich vinden in de beleidskeuzen van het rapport. Bedrijven en bedrijvigheid zijn een voorwaarde voor het bestaansrecht van het dorp. Werkgelegenheid en bedrijvigheid zijn goed voor Sint-Oedenrode. Er moet gekeken worden naar de juiste schaalgrootte. Kleinschalige kantoorvestigingen moeten de ruimte krijgen. Starters moeten alle medewerking en kansen krijgen en er moet ruimte worden gecreëerd voor lokale bedrijvigheid. Een nieuw bedrijventerrein kan overwogen worden indien en zodra bestaande ruimte optimaal benut is. Voordat de volgende stappen worden ondernomen moet het bedrijventerrein Nijnsel worden gerevitaliseerd. Bedrijventerreinen Nijnsel en de Rooise Zoom moeten alle kansen krijgen om te floreren in bedrijvigheid. Het is in het kader van duurzaamheid en efficiency niet wenselijk nu een nieuw bedrijventerrein te ontwikkelen. Eerst moeten bestaande terreinen worden opgeknapt voordat er energie en geld wordt gestoken in iets nieuws. De motie van het CDA over de strook aan de A50 is te kort door de bocht. Spreekster vraagt of er overleg is geweest met de dorpsraad van Nijnsel en hoe het zit met de belangenbehartiging van de Nijnselse bevolking. Er is geen vooronderzoek gedaan en er zijn geen alternatieven onderzocht. Het is goed om de optie mee te nemen en eerst goed te onderzoeken. Het amendement van de VVD wordt ondersteund. Het voorstel van de DGS om grond aan te kopen wordt niet ondersteund. Spreekster vraagt zich af hoe de risico’s zijn voor de gemeente. Het geld voor grondaankoop zal uit de algemene reserve moeten komen. Het amendement van de DGS wordt niet ondersteund. Er is al een ruimteprobleem. De grond die er is moet voor de Rooise ondernemers worden gebruikt.
6
De VVD zegt dat gekeken moet worden naar de kernkwaliteiten en de visie van SintOedenrode. De ambitie is om ontwikkelingsgericht en samen bezig te zijn. Samen met ondernemers is een visie gemaakt, die voor meer dan 95% wordt onderschreven door alle fracties. Er moet vraaggericht ruimte zijn voor Rooise ondernemers om te groeien. Spreker noemt een aantal elementen die voor de fractie van belang zijn: • Ruimte voor wonen en werken. • Revitalisering van bedrijventerrein Nijnsel en handhaven van de visie op de Kampen voor middelgrote bedrijven. • Het gedogen van de situatie dat gedeelten van bedrijfsgebouwen als kantoor worden gebruikt die niet zijn aangemerkt als kantoor, leidt tot wanorde en rechtsongelijkheid. • De opmerking van de BVT Rooi over de Nijnselseweg wordt onderschreven. • Er moet worden gekeken wat voor soort bedrijven er in Sint-Oedenrode passen. Er moet worden gesegmenteerd. In het kader van de revitalisering is er ruimte voor kleine bedrijven. In de toekomst zou een bedrijventerrein nodig kunnen zijn voor de doorgroei van bestaande ondernemers. Als bedrijven te groot worden, passen ze niet meer in Sint-Oedenrode. Het is een grote stap voorwaarts dat de beleidslijn is uitgesproken dat ondernemers in Sint-Oedenrode moeten kunnen groeien. De burgemeester heeft in de commissie toegezegd dat er wordt geanticipeerd op ruimte voor een nieuw bedrijventerrein. Dit moet vraaggestuurd worden aangepakt. De toezegging van de burgemeester heeft voor de VVD-fractie de belangrijkste angel uit de discussie gehaald. Spreker merkt op dat de opmerking dat in de visie van het college in ieder geval in deze bestuursperiode niet zal worden ingestoken op de realisatie van een nieuw bedrijventerrein, niet meer thuishoort in het raadsvoorstel en daaruit moet worden geschrapt. Aan de ondernemers is toegezegd dat er binnen een jaar ruimte kan zijn. De fractie dient hiertoe een amendement in. • Het is van cruciaal belang om in gesprek te blijven met de ondernemers en samen te ondernemen. De aanleg van een nieuw bedrijventerrein zou heel goed moeten worden onderbouwd. Het is van belang dat er een ruimteplanner is en dat er actief geanticipeerd wordt en dat er een actieve grondpolitiek wordt gevoerd. De gemeente Sint-Oedenrode heeft visie. Door de structuurvisie Bedrijventerreinen zullen stappen vooruit worden gezet. Motie 1 van het CDA wordt niet gesteund. Ook moties 2 en 3 worden niet gesteund. Juist door de bestemmingsplannen kan ervoor worden gezorgd dat Nijnsel revitaliseert. Het idee van motie 4 van het CDA is sympathiek, maar de wijze waarop het idee wordt uitgevoerd is vreemd. Er is totaal geen onderzoek gedaan naar de vraag. Het Idop is de pijler voor Nijnsel voor de komende jaren. Het idee dient als serieuze optie meegenomen te worden bij de uitwerking van de integrale structuurvisie. Motie 4 wordt ook niet ondersteund. Het amendement van de DGS is sympathiek. De kans van slagen is echter nihil gelet op de wetgeving. Het amendement wordt niet ondersteund. De DGS maakt complimenten aan de projectgroep die een goed leesbaar verhaal heeft neergelegd. In de structuurvisie wordt een aantal elementaire keuzen gemaakt. De gemeente faciliteert bedrijven om in de gemeente te kunnen blijven en zich te ontwikkelen. Het is een voor de hand liggende keuze om eerst het bedrijventerrein Nijnsel te revitaliseren. Het voorstel van het college is om in de komende bestuursperiode geen nieuw bedrijventerrein op te zetten. De conclusie uit de structuurvisie is dat de omvang van de inbreidingsmogelijkheden van bestaande bedrijventerreinen toereikend is om actuele ruimtebehoefte te kunnen faciliteren, mits hiervoor inbreidingslocaties kunnen worden benut. In de structuurvisie staat dat er op dit moment geen nieuw aanbod beschikbaar is. Er kan dan nauwelijks of geen dynamiek zijn. Sint-Oedenrode is een groene gemeente en kwalitatief wonen, recreatie en toerisme zijn belangrijk. In de komende jaren moet er bezuinigd worden. Om het voorzieningenniveau op peil te kunnen houden moeten de lasten of de inkomsten omhoog. De mogelijkheden tot het verhogen van de inkomsten zijn beperkt. Het is te kortzichtig om alleen naar de actuele situatie te kijken, nu er geen kavels meer te verdelen zijn. Het verwijzen naar Schijndel getuigt niet van de wil om de ondernemers uit de gemeente te faciliteren en hen de mogelijkheid te bieden om 7
zich in Sint-Oedenrode verder te ontwikkelen. De fractie is van mening dat niet de juiste keuzen worden gemaakt. Er moet in deze bestuursperiode wel een nieuw bedrijventerrein worden opgezet. Wonen en werken moeten daarbij wel in balans blijven. Het uitbreiden van het bedrijventerrein mag een groene gemeente niet in de weg staan. Dynamiek komt pas op gang als er voldoende aanbod is. Dan blijven de prijzen ook op een acceptabel niveau. Er moeten vooral grotere kavels beschikbaar komen op het nieuwe terrein. De fractie is het niet eens met de beleidskeuze om alleen ondernemers uit Sint-Oedenrode te faciliteren. Ook ondernemers buiten de gemeente zouden toegelaten moeten worden. Gezien de lange doorlooptijd tot het moment van kunnen bouwen en het feit dat er op dit moment geen nieuwe kavels beschikbaar zijn, is de fractie van mening dat er zo spoedig mogelijk moet worden gestart met het opzetten van een nieuw bedrijventerrein. Wanneer er nu al actief gronden worden geworven is er meer tijd om de gronden aan te kopen waardoor er minder kans is dat de prijzen worden opgedreven. Het is een structurele investering in de toekomst, die uit de reserves kan worden gefinancierd. Het gaat niet om de aankoop van veel grond, maar voldoende om in de behoefte te voorzien voor de komende jaren. De fractie kan niet instemmen met het raadsvoorstel. Er wordt te veel gekeken naar de huidige situatie. De huidige dynamiek wordt heel anders ingeschat dan het college. De argumenten van de fractie zullen worden ingebracht bij de totstandkoming van de integrale structuurvisie. Er zijn vijf argumenten om plaatselijke bedrijven in aanmerking te laten komen voor de uitgifte van bedrijfskavels. De fractie wil hieraan een zesde argument toevoegen. In de optiek van de fractie is er geen sprake van een visie. Er moet een consequent beleid worden gevoerd. Door niet naar de letter van de afspraken te werken wordt rechtsongelijkheid gecreëerd. De fractie wil, door het opzetten van een nieuw bedrijventerrein, dynamiek creëren. Wanneer er wordt gewacht tot er een vraag ontstaat kan het te laat zijn. Het is niet goed om ad hoc te reageren. Motie 1 van het CDA wordt niet ondersteund. Er is geen sprake van een onhoudbare situatie. Moties 2 en 3 van het CDA worden niet ondersteund. Het verhaal van consequent beleid en rechtsgelijkheid worden anders geïnterpreteerd dan het CDA. Motie 4 wordt niet ondersteund. Sint-Oedenrode is een groene gemeente en de aanrijroutes moeten ook groen blijven. Door het creëren van een woonwerksituatie langs de A50 wordt de revitalisering van Nijnsel tegengegaan. Het amendement van de VVD gaat niet ver genoeg en wordt niet gesteund. Bij de motie van de eigen fractie wordt benadrukt dat het in eerste instantie de bedoeling is de eigen ondernemers de kans te geven. Wethouder Dekkers geeft aan dat de ruimteplanner samen met de ondernemers is opgesteld. De ondernemers zijn er tevreden over, met uitzondering van het punt van hoe het verder moet bij het inspelen op behoeften. Op dit moment is er geen vraag. Als een rode draad loopt door de opmerkingen van de fracties de vraag wat eraan wordt gedaan als er in de toekomst behoefte ontstaat. Het college speelt in op behoeften, is proactief en voert een actieve grondpolitiek. Als het college kansen ziet, zal zeker worden geanticipeerd om te kunnen inspelen op de behoeften. Dit betekent niet dat er nu iets wordt aangekocht. Wanneer er op voorhand veel grond wordt gekocht en mensen weten dat dit bedoeld is voor een bedrijventerrein, zal de prijs worden opgedreven. De integrale structuurvisie wordt volgend jaar vastgesteld. Het college heeft duidelijk aangegeven voorstander te zijn van de verbreding van de gebruiksmogelijkheden op bedrijventerrein Nijnsel, maar niet op bedrijventerrein De Kampen. De functieverbreding geldt voor het gehele bedrijventerrein Nijnsel. Op het bedrijventerrein De Kampen zit een beperkt aantal ondernemers dat er volgens het bestemmingsplan niet mag zitten. Het bestemmingsplan geeft het kader aan en is bepalend. Voor de revitalisering van bedrijventerrein Nijnsel is het nodig dat er kantoren komen op het bedrijventerrein. Op het terrein van de Kampen is dat heel anders. Wanneer er wordt gehandhaafd zal dit niet op korte termijn gebeuren. Er is duidelijk gezegd dat mensen een periode van vijf jaar de tijd wordt gegeven. Het college wil de regeling wel oprekken. Wanneer kantoorruimte vergund is, mag er ook een ander kantoor in. Het college denkt wel degelijk dat dynamiek mogelijk is en dat er op behoeften kan worden ingespeeld. Die behoefte is er op dit moment niet. Er is behoefte gepeild bij een aantal ondernemers. Het rapport dat is opgemaakt is niet gebrekkig. De ondernemers hebben aangegeven dat er een bepaalde behoefte is, maar deze behoefte is niet concreet. De ondernemers zijn betrokken bij het rapport en hebben het zelf 8
mee opgesteld. Er zijn vanuit de ondernemers niet veel bezwaren tegen het rapport. Het blijft zo dat iedereen voor eigen parkeerterrein moet zorgen. Deze afspraak staat ook in het grondbeleid en het college wil dit vanwege de uitstraling, beeldkwaliteit en veiligheid zo houden. Het is geen probleem om een parkeerverbod in te stellen. Het college ontraadt de eerste motie van het CDA. Het college gaat niet mee in de tweede motie van het CDA. Het antiverhuurbeding hangt hieraan vast en het college zal ook niet meegaan met de derde motie van het CDA. De suggestie in de vierde motie van het CDA is al eerder aan bod geweest. Het college heeft gezegd de suggestie als een zeer serieuze optie mee te nemen in de verdere uitwerking van de structuurvisie. Dit betekent niet dat er nu wordt toegezegd dit voor 100% uit te voeren. De motie wordt niet overgenomen. Er is heel nadrukkelijk gezegd dat er over de strook nog nader zal worden gesproken. Er moeten afwegingen worden gemaakt tussen woningbouw en het gebruiken van de grond voor bedrijven. De integrale structuurvisie wordt volgend jaar vastgesteld. De strook grond oostelijk van de A50 ter hoogte van de bebouwde kom kerkdorp Nijnsel krijgt hierin een plaats. Het amendement van de VVD wordt overgenomen. In het amendement van de DGS zit een tegenstrijdigheid. Er zijn bedrijventerreinen die niet verder ontwikkeld worden omdat er geen behoefte is. Op het moment is er in Sint-Oedenrode ook geen behoefte. Als er behoefte is zal er iets worden gedaan voor de Rooise bedrijven. Het college wil er geen groot bedrijventerrein meer bij hebben. Er is altijd gezegd dat de gemeente zal faciliteren voor eigen Rooise bedrijven. Het amendement wordt ontraden. Burgemeester Maas merkt op dat de gedoogsituaties tót maximaal vijf jaar kunnen duren. Dit zal per individuele situatie worden bezien. De motie van het CDA inzake de aankoop van agrarische grond geeft precies aan wat het college verstaat onder actieve grondpolitiek. Het kwantificeren van het aantal hectaren wordt in verband met de financiële plicht die daarmee gepaard gaat, ten zeerste ontraden. De motie valt onder de actieve grondpolitiek en is in feite overbodig. De motie stipuleert in feite nog een keer de actieve grondpolitiek. Het college heeft de opdracht al tot actieve grondpolitiek. Door de motie wordt de opdracht bevestigd. Het college ontraadt de motie. De amendementen worden in stemming gebracht. Het amendement inzake het vraaggerichte en vraaggestuurde nieuw bedrijventerrein is, met tegenstem van de DGS, aangenomen. Het amendement inzake de verruiming van artikel 6.3.1 wordt ondersteund door de fracties BVT Rooi, Hart voor Rooi/PvdA en VVD. Het CDA en de DGS willen het amendement wel overnemen. Het amendement is verworpen. Motie 4 wordt alleen door het CDA ondersteund. De motie is verworpen. De fracties van BVT Rooi, Hart voor Rooi/PvdA stemmen tegen de motie inzake de aankoop van agrarische grond. De VVD legt een stemverklaring af. Gelet op de actieve grondpolitiek en de gedane toezeggingen zal tegen de motie worden gestemd. De DGS legt een stemverklaring af. De fractie stemt tegen de motie. De motie is verworpen. Het raadsvoorstel wordt, met inachtneming van het amendement van de VVD en met tegenstemmen van de DGS en CDA, aangenomen. Het CDA legt een stemverklaring af. Het is geen voldragen visie en de fractie stemt tegen het voorstel. 8.
Voorstel tot technische aanpassing van de Erfgoedverordening in verband met invoering van de Wabo Conform het voorstel wordt besloten. 9. Voorstel tot benoeming nieuwe accountant De heer Van Seventer geeft namens het auditcomité een toelichting. De raad heeft eerder dit jaar besloten een onderhandse aanbesteding te houden voor de benoeming van de externe accountant. Er hebben twee kantoren ingeschreven. Beide kantoren voldoen volledig aan alle eisen. Er is door beide kantoren scherp ingeschreven en de bedragen liggen dicht bij elkaar. Het auditcomité is unaniem in het advies aan de raad om Ernst & Young de aanbesteding te gunnen. Bij de weging van de criteria kwam Ernst & Young op een schaal van 100 uit op 93 punten en Deloitte op 86 punten. Deloitte en de rechtsvoorgangers van Deloitte hebben de 9
gemeente tientallen jaren goede adviezen gegeven. Spreker stelt voor om Deloitte namens de raad daarvoor schriftelijk te bedanken. De voorzitter constateert dat het voorstel om Ernst & Young vanaf 2011 de boekhouding van de gemeente te laten controleren unaniem is overgenomen. 10. Voorstel over rapport ‘Goed gescoord’ van de rekenkamercommissie Sint-Oedenrode De VVD zegt dat het rapport duidelijk en helder van opzet is. Zowel de gebruikers als de medewerkers van de sportaccommodaties zijn tevreden. Het is vanzelfsprekend dat het college de gedane aanbevelingen overneemt. De fractie wil de nadruk leggen op de jaarlijkse gespreksronde met de verenigingen. Het interactieve aspect is van heel grote waarde. De DGS maakt complimenten voor het rapport. Spreker heeft enkele opmerkingen over de reactie van het college. Het is goed alert te zijn en blijven op verschillende signalen die erop wijzen dat de dienstverlening beter kan. Hierbij wordt met name aan het onderhoud van de sportvelden gedacht. Er is een wezenlijk verschil tussen de inkomsten op landelijk niveau per inwoner en de inkomsten voor de gemeente per inwoner. Spreker vraagt of de gemeente een bepaald percentage winst wil maken. BVT Rooi merkt op dat het terecht is dat er tevredenheid op veel terreinen is. Spreker vraagt of de gemeente wel moet deelnemen aan de SGBO sport-benchmark. Wethouder Dekkers zegt dat het college de deelname aan de SGBO sport-benchmark nog afweegt. Het was de enige aanbeveling die niet is overgenomen. Het is de vraag wat de toevoeging is. Uit het sportonderzoek zijn meetbare cijfers naar voren gekomen. De netto uitgaven van de sportaccommodaties in de gemeente zijn ongeveer gelijk aan de landelijke netto uitgaven. De wethouder zegt toe om bij de komende presentatie van de cijfers opnieuw een vergelijking te maken. De voorzitter constateert dat het rapport voor kennisgeving is aangenomen. 11. Voorstel tot instemming met de tweede bestuursrapportage (BERAP) 2010 Conform het voorstel wordt besloten. 12. Voorstel tot goedkeuring begroting 2011 van het lokale volkshuisvestingsfonds Conform het voorstel wordt besloten. 13. Ingekomen schriftelijke vragen Er zijn geen vragen ingediend. 14. Sluiting De voorzitter dankt de aanwezigen voor hun inbreng en sluit de vergadering om 23.45 uur.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 25 november 2010.
de griffier,
de voorzitter,
10