1
Inhoudsopgave Een woord vooraf
2
1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
De school Het gebouw Schoolgrootte Richting Schoolbestuur De klankbordgroep
3 3 4 4 4 5
2
Waar de school voor staat
6
3 3.1 3.2 3.3
De organisatie van het onderwijs De organisatie van de school De samenstelling van het team De activiteiten voor de kinderen
7 7 7 7
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6
De zorg voor kinderen De opvang van nieuwe leerlingen in de school Het volgen van de ontwikkelingen van de kinderen in de school Speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften Zorg van externe dienstverleners Begeleiding van kinderen naar het voortgezet onderwijs Bijzondere activiteiten voor kinderen
13 13 13 14 16 17 17
5 5.1 5.2 5.3 5.4
Leraren Namen Wijze van vervanging bij ziekte, adv, studieverlof, scholing De begeleiding en inzet van stagiaires Scholing van leerkrachten
19 19 19 19 19
6 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7 6.8
De ouders Het belang van de betrokkenheid van ouders Inspraak Ouderactiviteiten Overblijfmogelijkheden Schorsing en verwijdering Klachtenregeling Schoolverzekering Hoofdluis
20 20 20 21 21 21 21 22 22
7
De ontwikkeling van het onderwijs in de school
23
8
De resultaten van het onderwijs
24
9
Diversen
25
2
Een woord vooraf Voor u ligt de schoolgids van de Canisiusschool. De gids geeft een inzicht in de praktijk van de school, de doelen die worden nagestreefd, de activiteiten die daartoe worden ondernomen en de resultaten. Ook kunt u lezen hoe wij de kwaliteit van ons onderwijs bewaken en wat we willen ontwikkelen en verbeteren. De gids biedt ouders/ verzorgers de mogelijkheid om met de school in gesprek te komen over het schoolbeleid. Wij hopen dat deze schoolgids een goed en reëel beeld van onze school geeft. Mochten er vragen of opmerkingen zijn, dan hopen wij die ook van u te mogen vernemen. Een telefoontje is voldoende om even een afspraak te maken met de betreffende leerkracht of de directie. De schoolgids is tot stand gekomen in samenwerking met de klankbordgroep, de MR en de ouderraad. Deel A van de schoolgids wordt met instemming van de MR na vaststelling aan alle ouders/verzorgers verstrekt. Ouders /verzorgers van nieuwe leerlingen krijgen bij inschrijving en na belangrijke wijzigingen een exemplaar. Aan het begin van elk schooljaar krijgen alle ouders/verzorgers een bijlage met actuele zaken zoals bijvoorbeeld gymtijden en het vakantierooster. Het team van de Canisiusschool.
3
1. De school 1.1. Het gebouw De indeling van het schoolgebouw 1: 2: 3: 4: 5: 6: 7: 8: 9: 10: 11: 12: 13: 14: 15: 16: 17: 18: 19: 20: 21: 22: 23: 24: 25: 26: 27:
hal/trappenhuis gang lokaal lokaal lokaal lokaal lokaal lokaal speelzaal directiekamer IB-kamer leermiddelenberging aula herentoilet jongenstoilet damestoilet meisjestoilet R.T. kamer berging schoonmaak stoelenberging personeelskamer overblijfruimte / materialenberging berging buitenmaterialen kleutertoilet invalidentoilet berging speelzaal/ tuingereedschap entree
Eerste verdieping: 28: 29: 30: 31:
handvaardigheidlokaal lokaal lokaal berging
Buiten: 32:
zandbak
4
1.2. Schoolgrootte Onze school heeft ongeveer 155 leerlingen. Er werken momenteel 14 leerkrachten; 2 fulltimers en 12 parttimers . Daarnaast werken er 2 schoonmaaksters, een administratief medewerkster en een conciërge.
180 160 140 120 100 80 60 40 20 0
2009
2010
2011
2012
1.3. Richting Onze school is een school op r.k. grondslag. Dat wil zeggen dat wij vanuit de r.k. levensovertuiging waarden en normen hanteren en omgaan met elkaar. De katholiciteit komt niet alleen tijdens het godsdienstonderwijs tot haar recht, maar meer nog uit de levensbeschouwelijke opvattingen van de teamleden, de mentaliteit en de sfeer op school; niet alleen leren met je hoofd, maar ook met je hart. We proberen een open, elkaar respecterende gemeenschap te zijn, waarin kind en volwassene zich thuis voelen. Algemene normen als acceptatie, respect voor elkaars uiterlijk, mogelijkheden, afkomst en ideeën staan voorop. Het is vanzelfsprekend dat alle kinderen die onze school bezoeken, aan alle lessen die verband houden met godsdienstige vorming deelnemen en dat alle ouders, ongeacht hun eigen levensbeschouwing, de grondslag van de school respecteren. 1.4. Het schoolbestuur Onze school wordt samen met tien andere katholieke scholen voor (speciaal) en basisonderwijs in de gemeente Lichtenvoorde en Mariënvelde bestuurd door “Stichting Lima voor Katholiek Primair Onderwijs”. In de Wet op het Basisonderwijs wordt het bestuur “het bevoegd gezag” genoemd. Het schoolbestuur is eindverantwoordelijk voor de algehele gang van zaken op de scholen en legt daarover verantwoording af aan de overheid en aan de katholieke gemeenschap. Het bestuur van de Stichting Lima bestuurt op hoofdlijnen en controleert of de in het beleidskader gestelde doelstellingen worden gerealiseerd. Het bestuur gaat niet mee managen maar bepaalt het speelveld. Het bestuur laat het managen van de stichting Lima over aan de deskundigen in de organisatie. Het doet beleidsuitspraken op hoofdlijnen. In voetbaltermen gesproken: het bestuur bepaalt het speelveld en stelt een technische directeur/trainer aan, die eigenlijk over het hele verdere reilen en zeilen van de organisatie gaat. Die directeur/ trainer krijgt een paar ruime opdrachten mee. B.v. Houd je aan de regels, die de voetbalbond opgesteld heeft, speel attractief voetbal, zorg ervoor, dat iedereen aan z’n trekken komt en zich naar eigen maat ontwikkelt. Zorg, dat er sportief gespeeld wordt, dat ieder het gevoel heeft mee te tellen, z’n inbreng kan leveren en met plezier met z’n taak bezig is. Zorg ervoor, dat er goede resultaten worden behaald en dat dat alles gebeurt binnen de financiële mogelijkheden van de organisatie.
5
Wat doet het bestuur dan nog wel? Tot nu toe keek het bestuur vooral rond binnen de organisatie en probeerde als niet deskundige mee te managen. Op de agenda’s van de bestuursvergaderingen stonden ter goedkeuring notities en documenten, die door de deskundigen binnen de organisatie met zorg opgesteld waren. Dat betekende vaak onnodige en niet zinvolle dubbeling van werk. Het bestuur heeft geleerd, dat het veel meer van buitenaf naar de organisatie moet kijken. Rondkijken wat er in de samenleving speelt en zich ontwikkelt en wat dat misschien betekent voor het onderwijs. Een paar voorbeelden: We zien in onze samenleving dat jongeren steeds vroeger probleemgedrag vertonen, dat de betekenis van het gezin en de rol van ouders sterk verandert, mede doordat beide ouders vaak werken en dat er een steeds verdergaande ontkerkelijking plaats vindt. Het bestuur dient zich dientengevolge af te vragen, of die veranderingen iets betekenen voor het onderwijs. Kort en bondig: het bestuur heeft geleerd op een andere manier naar de stichting te kijken kort gevat in “van buiten naar binnen”. Het bestuur gaat de stichting meer loslaten en op een andere manier vastpakken. Loslaten voor wat betreft interne bemoeienis, anders vast pakken door te proberen voor de stichting en het onderwijs belangrijk maatschappelijke ontwikkelingen te zien en vruchtbaar te maken. Het toezicht houden en de resultaten beoordelen aan de hand van rapportages van de voorzitter van het bovenschools managementteam blijft natuurlijk een wezenlijk onderdeel van de bestuurstaak. De school en de klankbordgroep. Vanaf augustus 2006 heeft onze school geen schoolcommissie meer. Wel is er een klankbordgroep die enerzijds de directeur en anderzijds de vertegenwoordiger van onze school in het bestuur ondersteunt. De klankbordgroep heeft als taak te onderzoeken hoe ouders over school denken. Zij doen dit door middel van enquêtes en gesprekken. Daarnaast voert zij in overleg met de directeur een aantal schoolspecifieke taken uit. Het schoolbestuur en de M.R. Iedere school heeft een medezeggenschapsraad. In de M.R. zitten twee leerkrachten en twee ouders. Secretariaat schoolbestuur Ook kunt U zich richten tot het secretariaat van het schoolbestuur. Tijdens kantooruren is daar dagelijks aanwezig: dhr. R. Roerdink. Bestuurssamenstelling stichting LIMA Namen en adressen: zie bijlage 1.5. De klankbordgroep Het schoolbestuur wil dat er schoolnabij bestuurd wordt. De klankbordgroep heeft een belangrijke adviserende taak voor de directeur enerzijds en het schoolbestuur anderzijds over allerlei onderwerpen, de school aangaande. Het is van belang te realiseren dat iedere school zelf de ruimte houdt voor haar eigen schoolprofiel; de ruimte om jezelf te onderscheiden ten opzichte van de andere scholen. Schooloverstijgende zaken, personeelszaken, (lange termijn) beleidszaken, administratie en overige zaken zijn een taak voor het algemeen bestuur. Daarom is een goede, constructieve en open relatie van essentieel belang! Dat maakt dat kinderen, medewerkers, ouders en bestuursleden vinden dat de Canisiusschool een school is om van te houden, een school van samen bouwen, een toekomst met elkaar! (citaat uit het eerste Canisiusschoollied). Namen en adressen: zie bijlage.
6
2. Waar de school voor staat Het team van onze school probeert de leerlingen niet alleen kennis bij te brengen, maar hen ook voor te bereiden op de maatschappij. We hopen dat de leerlingen aan het einde van groep 8 de school als weerbare, mondige jongeren verlaten. Het klimaat op school is heel belangrijk. De sfeer waarbinnen een leerling opgroeit is van groot belang om een volwaardig mens te worden. Een sfeer, waarbinnen een kind gezelligheid, vriendelijkheid, veiligheid, orde en regelmaat ondervindt, is essentieel. Er wordt geprobeerd elk kind op maat onderwijs te geven, rekening houdend met talenten en mogelijkheden en met de creativiteit en inventiviteit, bijv. bij het vinden van eigen oplossingen voor een probleem. Onderwijs en opvoeding moeten zo veel mogelijk op elkaar aansluiten, dus een goed contact tussen ouders en school is erg waardevol.
7
3. De organisatie van het onderwijs 3.1. De organisatie van de school De Canisiusschool verdeelt de groepen in jaargroepen waar veel ruimte is voor de individuele mogelijkheden van het kind. Dit houdt in dat kinderen van ongeveer dezelfde leeftijd bij elkaar in de klas zitten. Door het aantal leerlingen kunnen enkele groepen met elkaar worden gecombineerd. 3.2 Samenstelling van het team Op onze school werken 14 leerkrachten, waarvan 2 fulltime en 12 parttime. Daarnaast zijn er twee schoonmaaksters, een administratief medewerkster en een conciërge in dienst. De directeur heeft geen eigen groep; hij is vrijgesteld voor directietaken en vervangt enkele leerkrachten wanneer deze ADV hebben of andere taken uitvoeren. De Interne Begeleider/ Remedial teacher is op dinsdag, woensdag en donderdag vrijgeroosterd. De Interne Begeleider begeleidt en coördineert allerlei zaken die een verband hebben met extra zorg voor leerlingen. Als Remedial Teacher begeleidt ze leerlingen “met een rugzakje” buiten de klas. Op donderdag is er een vakleerkracht muziek. Namen en adressen: zie bijlage 3.3. De activiteiten voor de kinderen Weekopening We beginnen om de weekop maandagochtend met een gezamenlijke weekopening. Hier kunnen kinderen individueel of met een groep iets presenteren. Ze mogen iets vertellen, zingen, dansen, voorlezen, een instrument bespelen, iets laten zien enz. De data staan op de website. Ook zijn er themaweekopeningen, zoals poëzie, de kinderboekenweek, muziek, dierendag, herfst enz. Ouders en verzorgers, opa’s en oma’s zijn bij deze weekopeningen van harte welkom. Basisontwikkeling Onder basisontwikkeling wordt het beginpunt van het basisonderwijs verstaan, dat de grondslag legt voor alle verdere ontwikkelings- en leerprocessen en dat uitdrukkelijk gericht is op het stimuleren en uitdagen van verdere ontwikkelingen op zowel het emotionele, sociale als cognitieve gebied. Het is niet aan vakken gebonden maar gaat daaraan vooraf. Het gehele onderwijs bouwt voort op de basis die in het begin gelegd is. Bovendien kenmerkt de basisontwikkeling zich door de wijze waarop kinderen ervaringen, kennis en vaardigheden verwerven. Dit kan d.m.v. handelen, spel, experimenten en dialoog. Karakteristiek voor basisontwikkeling is de "omslag" van het spel naar leeractiviteiten. Omdat de basisontwikkeling het beginpunt is van het basisonderwijs is ze in principe gericht op kinderen van ongeveer 4 - 8 jaar, doch zij moet doorlopen in hogere leerjaren. Wil de basisontwikkeling optimaal verlopen, dan zijn er enkele basiskenmerken nodig, die zowel voorwaarden als doelen zijn. Deze basiskenmerken zijn: * * *
vrij zijn van emotionele belemmeringen zelfvertrouwen, een gezond zelfbeeld hebben nieuwsgierig, onderzoekend zijn
8
Wat betekent dit nu eigenlijk voor de school? In de groepen 1 en 2 wordt vanuit thema's gewerkt waarbij de verschillende activiteiten regelmatig aan de orde komen. In de groepen 3 en 4 wordt meer uitgegaan van de methodes. In deze vier groepen wordt met het keuzebord gewerkt, waarbij het kind leert bewust te kiezen, initiatief te nemen, zich een taak te stellen, te plannen, te overleggen, oplossingen te bedenken en zelfstandig te werken. Hierbij zijn de kinderen wel gebonden aan bepaalde regels en afspraken. De leerkracht zorgt ervoor dat de activiteiten van kinderen van zodanige kwaliteit zijn dat ze tot positieve ervaringen, kennis en vaardigheden leiden. Zelfstandig werken/weektaak Wij vinden zelfstandig werken erg belangrijk. In de onderbouw is er een grote mate van zelfstandigheid en zijn kinderen gewend zelfstandig van activiteit te wisselen. Vanaf groep 4 wordt de weektaak ingevoerd. De leerlingen maken daarin zelfstandig de oefen- en verwerkingsstof. Deze manier van werken bevordert niet alleen de zelfstandigheid, maar geeft ook veel mogelijkheden tot differentiatie en extra zorg. In alle groepen is een instructietafel aanwezig, waar individuele of kleine groepjes kinderen extra of aparte instructie krijgen. “Taken voor mij alleen” en het keuzewerk komen tegemoet aan verschillen in tempo, belangstelling en niveau. Werken met ontwikkelingsmateriaal Deze term komt met name in groep 1 en 2 voor. Het omvat het werken met puzzels, lotto’s, bouw- en constructiemateriaal, kralenplanken enz. Maar ook alle creatieve activiteiten als tekenen, verven, knippen en plakken vallen hieronder. Al spelend met deze materialen ontwikkelen de kinderen zich. De verstandelijke, motorische en creatieve ontwikkeling gaan hierbij meestal samen. De leerkracht heeft hier een stimulerende en begeleidende taak. Door observatie en registratie wordt bijgehouden wat de kinderen beheersen, zodat de leerkracht stof kan aanbieden die aansluit bij de ontwikkeling van het kind. Bewegingsonderwijs In groep 1 en 2 wordt dagelijks aan bewegingsonderwijs gedaan. Zowel ‘s ochtends als ‘s middags wordt er bij droog weer buiten of bij slecht weer binnen gespeeld of gegymd. Deze gymles kan een spelles zijn of een les met gymmaterialen of met toestellen. De kinderen gymmen op blote voeten, gymkleding is niet nodig. Vanaf groep 3 hebben de kinderen twee keer per week bewegingsonderwijs in de sportzaal van het dorpshuis. Dit zijn lessen met toestellen en atletiek of spellessen. In de lessen met toestellen en atletiek is het doel de eigen vaardigheid te vergroten. Tevens wordt een beroep gedaan op de hulpvaardigheid van kinderen. In de spelles wordt aandacht besteed aan teamsport. Centraal staat hierbij de samenwerking, sportief gedrag en het aanleren van technieken. Bij deze gymlessen is geschikte gymkleding, zoals korte broek met T-shirt, of turnpakje, noodzakelijk. Na de gymles gaan de kinderen onder de douche: handdoek meenemen dus! Heeft een kind last van voetwratten of eczeem dan is het beter dat het gymt op ballet- of gymschoenen. Zwemles De zwemles wordt aangeboden aan groep 5. Omdat het niet mogelijk is om kinderen in één zwemseizoen op te leiden tot een diploma, gaat men er van uit dat de leerlingen in het bezit zijn van diploma a en b. De zwemles is een “natte gymnastiekles” waarin de oefeningen gericht zijn op spel en praktische vaardigheden als reddend zwemmen.
9
Taal/lezen Taal is erg belangrijk. De hele dag en bij elk vak gebruiken wij taal. Door middel van o.a. kringgesprekken, presentaties en spreekbeurten wordt het mondeling taalgebruik gestimuleerd en bevorderd. Het taalonderwijs in groep 1 en 2 is vaak niet als zodanig te herkennen. Toch zijn we in deze groepen bijzonder veel met taal bezig. Te denken valt aan poppenkast spelen, voorlezen, vertellen, versjes, taalspelletjes, kringgesprekken, luisterspelletjes en het aanleren van en omgaan met taalbegrippen. In groep 1 en 2 wordt gewerkt aan de voorwaarden voor het leren lezen. Daarvoor worden veel auditieve en visuele activiteiten beoefend. Er wordt o.a. gebruik gemaakt van “Schatkist taal,” “Speeltaal en “Bas gaat digitaal”. In groep 3 wordt gewerkt met de taalleesmethode “Leeshuis”. De kinderen leren in de eerste weken van het schooljaar in een snel tempo alle klank-tekenkoppelingen. Daarna oefenen de kinderen langdurig en intensief de elementaire leeshandeling. In de tweede helft van het schooljaar ligt het accent op het vergroten van de leesvaardigheid. De methode-geïntegreerde software Leeshuis Beginnend Lezen speelt bij het leren lezen een belangrijke rol. De software volgt de vorderingen van de kinderen en geeft extra herhaling waar dat nodig is. Met de inzet van de software Leeshuis Beginnend Lezen kan de leerkracht de effectieve leertijd van de zwakke lezers substantieel uitbreiden .De intensieve oefenvorm die de software biedt, is voor de kinderen die meer oefening en meer oefentijd nodig hebben een belangrijke manier om ook deze kinderen een hoog eindniveau te laten bereiken. Leeshuis Beginnend Lezen heeft een doordacht systeem van vroegtijdige signalering, preventie en remediëring. In elke basisles is er naast de instructie ruimte voor ‘een stapje vooraf’(preventie) en ‘een steuntje in de rug’ (remediëring). Het kind wordt op de voet gevolgd; daardoor blijft het aantal uitvallers tot een minimum beperkt. In groep 3 zijn taal en lezen, met name in het eerste trimester, onlosmakelijk met elkaar verbonden. Na deze periode en ook in de andere groepen wordt taal en lezen steeds meer apart aangeboden. Vanaf groep 4 wordt er voor taal met de methode “Taal Actief” gewerkt. Deze methode bestaat uit basislessen en differentiatielessen. Deze differentiatielessen bestaan uit remediering en verrijking. Er is veel ruimte voor zelfstandig werken en samenwerkend leren. Voor voortgezet technisch lezen wordt vanaf groep 4 de methode “Lekker Lezen” gebruikt. We oefenen ook met “tutorlezen”. Dan wordt er op vaste tijden in alle groepen stil gelezen. Een aantal minder goede lezers wordt ondersteund door een medeleerling (tutor). Deze tutor leest samen met de leerling, verbetert op een positieve manier en geeft complimentjes. Het bevordert zo het leesplezier en verhoogt het leesniveau. Daarnaast wordt geoefend met individueel lezen, begrijpend en studerend lezen. Voor begrijpend en studerend lezen wordt “Nieuwsbegrip Primair Onderwijs” gebruikt. Rekenen Al in groep 1 en 2 zijn kinderen spelenderwijs met rekenen bezig. Er wordt hier gebruik gemaakt van de methode “Schatkist Rekenen”. Het gaat o.a. om het aanleren van en omgaan met tellen, cijfers, hoeveelheden en rekenbegrippen. Dit gebeurt in de vorm van ontdekken en spelen en zit verweven in de thema’s waaraan in de kleutergroepen wordt gewerkt. Vanaf groep 3 wordt er gewerkt met de methode “Rekenrijk”. Deze methode heeft een overzichtelijk organisatiemodel. Elk leerjaar is verdeeld in 12 blokken van drie weken. De eerste twee weken wisselen instructie- en zelfstandig werklessen elkaar af. De derde week begint met een toets, gevolgd door remediëring, herhaling of verrijking. De leerkrachtgebonden lessen behandelen vaak maar één onderwerp. Nadat verschillende oplossingsmethoden besproken zijn, gaan de kinderen oefenen, zelfstandig of met hulp. Voor de snelle rekenaars zijn er extra opgaven. De les wordt afgesloten met een opdracht die de kern van de les samenvat. De zelfstandig werklessen beginnen met verwerkingsopdrachten die aansluiten bij de vorige instructieles. Daarna maken de leerlingen oefeningen waarin stof uit eerdere blokken terugkomt. Intussen kan de leerkracht aandacht geven aan zwakkere en/of begaafde rekenaars. Voor remediëring of een eigen leerlijn wordt ook nog gebruik gemaakt van “Maatwerk” en “Met Sprongen Vooruit”.
10
Zaakvakken Onder zaakvakken wordt biologie, aardrijkskunde, natuurkunde en geschiedenis verstaan. In groep 1 en 2 komen deze vakken terug in de thema’s; de onderwerpen liggen dicht bij de belevingswereld van de kinderen. Er wordt o.a. gebruik gemaakt van “Piramide”. Vanaf groep 3 worden deze vakken steeds meer afzonderlijk aangeboden, hoewel er vaak samenhang tussen deze vakken is. Het vak geschiedenis begint pas echt in groep 5. Vanaf augustus 2004 werken we met geschiedenismethode “Bij de tijd”. In deze methode staat het ontwikkelen van historisch besef vanuit historische contexten en gebeurtenissen – en hun onderlinge relaties - centraal. Er zijn zes periodes/thema’s; de prehistorie, de Romeinse tijd, de Middeleeuwen, 16e en 17e eeuw, 18e en 19e eeuw en de 20e eeuw. In elke groep wordt dieper op de stof ingegaan dan in het voorafgaande jaar. Voor het natuurkunde- en biologieonderwijs hebben we de methode “Natuurlijk”. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van projecten van de stichting voor natuur en Milieu Educatie en tv.-lessen van de Nederlandse Onderwijs Televisie. Voor het vak aardrijkskunde wordt vanaf groep 5 de methode “Wijzer in de wereld“ gebruikt. In dit leerjaar wordt dicht bij de directe omgeving van de kinderen gebleven en wordt veel aandacht aan het omgaan met de kaart besteed. In groep 6 wordt hoofdzakelijk naar Nederland gekeken. In groep 7 en 8 worden Europa en rest van de wereld behandeld. De lessen worden ondersteund door programma’s van de school-tv en filmpjes op het digitale schoolbord. Techniek komt aan de orde in de natuurkundelessen en bij projecten .Groep 7 en 8 gaan vier ochtenden naar het technieklokaal in Lichtenvoorde. Daarnaast worden in groep 5 en 6 gastlessen gegeven. Schrijven Een goed handschrift is belangrijk. Dit begint al bij een juiste pengreep. Daar wordt in groep 1 en 2 veel aandacht aan besteed. Het echte schrijven start in groep 3 met de methode “Aan elkaar”. In groep 4 t/m 6 wordt de methode “Schrijftaal” gebruikt. Sociale redzaamheid Onder sociale redzaamheid wordt een bepaalde mate van zelfstandigheid, gerelateerd aan de leeftijd verstaan. Het betekent dat kinderen voor zichzelf op kunnen komen en voor zichzelf kunnen zorgen. Sociale redzaamheid is vooral geïntegreerd in de organisatie van het onderwijs in de klas en in alle vakken. Daarnaast maken we gebruik van het programma “Klets!”, opkomen voor jezelf zonder anderen te kwetsen. Dit programma bestaat uit 12 lessen over effectieve sociale vaardigheden. In groep 1 en 2 wordt sociale redzaamheid ook heel concreet gemaakt door b.v. rollenspelen en het aanleren van technieken als strikken en aankleden, leren samen spelen, leren problemen oplossen, overleggen enz. Verkeer In groep 1 en 2 en 3 wordt middels thema’s aandacht aan het verkeersonderwijs gegeven. Groep 4 gebruikt “Wijzer door het verkeer”. In groep 5 en 6 wordt “Op voeten en fietsen” gebruikt en in groep 7 de “Jeugdverkeerskrant” van 3VO. Ook neemt groep 7 jaarlijks deel aan het theoretisch- en praktisch verkeersexamen. In november worden alle fietsen op school door de politie en vrijwilligers van 3VO gekeurd. Catechese De godsdienstlessen worden gegeven door de groepsleerkrachten. Aan de christelijke feestdagen, zoals Kerstmis, Pasen, Pinksteren, de advent en de veertigdagentijd wordt bijzondere aandacht besteed. Van alle kinderen verwachten wij dat ze meedoen aan de voorbereidingen. Eerste Heilige Communie In groep 4 mogen de kinderen de Eerste Heilige Communie doen. Hoewel de voorbereiding een zaak is voor de ouders, vindt de school het fijn, bij deze voorbereiding de ouders behulpzaam te mogen zijn. Juist omdat deze gebeurtenis een geschikte gelegenheid biedt tot samenspel tussen gezin, school en kerk. Bovendien wil de school graag meer voor de kinderen zijn dan een leerinstituut en betrokken zijn bij één van de feestelijke gebeurtenissen uit het geloofsleven van een kind.
11
Heilig vormsel Het Heilig Vormsel wordt toegediend aan kinderen van groep 8. De voorbereidingen daarop neemt de school voor haar rekening, in samenwerking met pastor en ouders. Het tijdstip wordt telkens vastgelegd in overleg met het bisdom. Engels De kinderen krijgen in groep 7 en 8 Engels. Er wordt gebruik gemaakt van de methode “The Team”. Creatieve vakken Onder creatieve vakken wordt muziek, dramatische expressie, tekenen en handvaardigheid verstaan. Deze vakken worden in de eigen groep gegeven. Voor teken- en handvaardigheidlessen kan gebruik worden gemaakt van het handvaardigheidlokaal Er wordt met verschillende technieken en materialen gewerkt. Muziek wordt o.a. door een vakleerkracht gegeven. Naast het aanleren en zingen van liedjes komen diverse aspecten van muziek aan de orde: kennis van instrumenten, spelen op eenvoudige instrumenten, het luisteren naar populaire en klassieke muziek, bewegen op muziek etc. In diverse groepen wordt ook gezongen o.l.v. de groepsleerkracht. Resultaten van deze creatieve vakken worden vaak in de weekopening gepresenteerd. Computeronderwijs De computer is niet meer weg te denken uit onze samenleving. Leerlingen moeten er goed van op de hoogte zijn als zij in het voortgezet onderwijs en later in de arbeidsmarkt terechtkomen. Daarnaast is de computer een zeer goed hulpmiddel bij het oefenen en verwerken van leerstof. De afkorting die voor dit onderwijs gebruikt wordt, is ICT, hetgeen betekent Informatie- en Communicatietechnologie Dit onderdeel omvat eigenlijk drie aspecten: n.l. “ICT-onderwijs” en “ICT in het onderwijs” en ICT ter ondersteuning van het management. Met “ICT-onderwijs” wordt bedoeld dat de kinderen leren omgaan met de computer: - in de onderbouw leren de kinderen omgaan met de muis, het toetsenbord en kunnen kinderen zelfstandig computerprogramma’s opstarten en afsluiten; - in de bovenbouw komt daar nog bij dat de kinderen zelf de computer kunnen opstarten en afsluiten, tevens leren ze omgaan met een tekstverwerkingsprogramma zoals Word, zelfgemaakte documenten opslaan en raken ze vertrouwd met internet en het verzenden van e-mail. Met “ICT in het onderwijs” wordt bedoeld dat de kinderen met behulp van de computer nog eens extra bepaalde leerstof kunnen oefenen of hun kennis door middel van educatieve software kunnen uitdiepen. Ook wordt de computer gebruikt om informatieve kennis op te doen via bijvoorbeeld internet. De school heeft er voor gekozen om de bereikbaarheid van sites op het internet niet te filteren om het ophalen van ongewenste sites te voorkomen. Als de kinderen op school al niet geconfronteerd worden met ongeschikte sites, dan wellicht op andere plaatsen wel, al dan niet gewild. Als een kind (on)gewild op een verkeerde site terechtkomt, dan willen we dat het bespreekbaar blijft. Er is op school een internetprotocol als leidraad voor veilig internetgebruik in de groepen. De computers zijn ook zodanig in de klassen opgesteld dat alles wat ieder kind doet door leerkracht en andere kinderen bekeken kan worden, er is dus altijd sociale controle. Momenteel heeft elke groep de beschikking over twee, drie of vier computers. Een derde poot van ICT is de computer als hulpmiddel voor het management van de school. Daar valt onder andere het leerlingvolgsysteem en de leerlingenadministratie onder. Het bovenstaande is uitgebreid beschreven in een beleidsplan. Ook in Lima-verband is een bovenschools beleidsplan gemaakt, dat er op gericht is om alle scholen die onder het LIMA –bestuur vallen zoveel mogelijk gelijkwaardig de doelstellingen van ICT, zoals door het ministerie van onderwijs opgesteld zijn, uit te kunnen voeren.
12
Voor een goede uitvoering van het ICT-beleid is op school de ICT-coördinator verantwoordelijk. Gezien het grote aantal computers dat er momenteel op school staat en gezien de snelle technische ontwikkelingen op computergebied wordt het systeembeheer door “de klasnu.nl” uitgevoerd.
13
4. De zorg voor kinderen 4.1. De opvang van nieuwe leerlingen in de school De aanmelding Elk jaar, eind januari, is er op school een open dag. Deze dag mogen ook de nieuwe kleuters, die voor 1 augustus van het nieuwe schooljaar 4 jaar worden, met hun ouders de school bekijken en hun kind aanmelden. Ouders die meer informatie willen of hun kind(eren) in de loop van het jaar willen aanmelden (bijv. vanwege een verhuizing) kunnen telefonisch of persoonlijk contact opnemen met de directeur. Overdracht van voorschool naar basisschool Enkele weken voordat uw kind naar onze school komt, vindt er een overdracht plaats van de peuterspeelzaal en/of kinderdagverblijf door middel van het overdrachtsformulier. Als een leerling extra zorg vraagt, vindt er een zogenaamde “warme overdracht” plaats. Dit is een gesprek tussen de leidster van de peuterspeelzaal en/of kinderdagverblijf, de ouders en de leerkracht van groep 0/1 en de IB-er van onze school. Kennismaken met de school Kleuters die 4 jaar worden, krijgen een uitnodiging om een ochtend of middag te komen kijken. De dag nadat de kinderen 4 jaar worden, mogen ze naar school. Dit gaat altijd in overleg met de groepsleerkracht. Wij gaan er uiteraard van uit dat de kinderen overdag zindelijk zijn. 4.2. Het volgen van de ontwikkelingen van de kinderen in de school Geen enkel kind ontwikkelt zich op dezelfde manier en in hetzelfde tempo. Dit betekent dat het nodig is om de ontwikkeling van de kinderen goed te volgen. In de groepen l en 2 wordt veel geobserveerd, waarbij de aandacht gevestigd wordt op de taalontwikkeling, motorische ontwikkeling, sociaal emotionele ontwikkeling, concentratie, luister- en werkhouding. In de hogere groepen gebeurt dit volgen ook door beoordeling van schriftelijk werk en methodegebonden toetsen. De resultaten worden door de groepsleerkracht in de groepsmap verzameld. Daarnaast worden de vorderingen van alle leerlingen (groep l t/m 8) gedurende hun hele schoolloopbaan o.a. via het Cito leerlingvolgsysteem nauwkeurig in de gaten gehouden. Dit Cito leerlingvolgsysteem geeft aanvullende gegevens over de ontwikkelingen van ieder kind. De score van Cito, getoetst aan het landelijk gemiddelde, wordt aangegeven in niveaus van A t/m E. Niveau A, B en C geven een voldoende niveau aan. Niveau D en E geven aan dat een leerling onvoldoende respectievelijk slecht presteert. Na elke toets worden de resultaten in de computer opgeslagen. In een speciale groepsbespreking tussen de groepsleerkracht en de Interne Begeleider (IB.-er) worden de toetsresultaten besproken. Gezamenlijk wordt bepaald welke kinderen in aanmerking komen voor extra hulp. Dit zijn in eerste instantie de kinderen die onvoldoende of slecht scoren, (D of E niveau).Kinderen die extra zorg nodig hebben krijgen dat in eerste instantie binnen de eigen groep van de groepsleerkracht. De leerkracht probeert met extra uitleg, hulp en oefening de kinderen zolang mogelijk binnen het groepsprogramma te houden. Is de hulp structureel (b.v. R.T.) dan krijgen de ouders bericht. Vooral kinderen uit de onderbouw (groep 1 t/m 4) krijgen R.T. buiten de groep van de R.T.-er. Ook daarvan krijgen de ouders bericht.
14
De Cito-toetsen, die wij op onze school afnemen, zijn: • • • • • • • • • • • •
Ordenen Taal voor kleuters Lezen met begrip Woordenschattoets Drie-minutentoets lezen Spellingvaardig Rekenen en Wiskunde Taalschaal Begrijpend Lezen Leestempo Leeswoordenschat Wereldoriëntatie
groep 1 en 2 groep 1 en 2 groep 3 en 4 groep 3 en 4 groep 3 t/m 8 groep 3 t/m 8 groep 3 t/m 8 groep 4 t/m 8 groep 5 t/m 8 groep 5 t/m 8 groep 5 t/m 8 groep 6 en 7
Daarnaast nemen we voor technisch lezen in groep 3 en 4 AVI toetsen af om het leesniveau te kunnen bepalen. Bij leerlingen uit groep 5 t/m 8, die laag scoren (D of E) op de 3 minutentoets, worden deze AVI toetsen ook afgenomen. Vooral in groep 1 t/m 4 vinden er regelmatig meetmomenten plaats, volgens het dyslexieprotocol, om zo vroegtijdig leesproblemen te kunnen signaleren en adequate hulp te bieden. Om de sociaal emotionele ontwikkeling te volgen vullen de leerkrachten twee keer per jaar een observatielijst in. We maken hierbij gebruik van het ObservatiePakket voor de Sociaal-Emotionele Ontwikkeling (OPSEO). Ook maken we twee keer per jaar een sociogram. Deze geeft relaties binnen de groep aan. Op de algemene informatieavond kunt u meer informatie krijgen over toetsen, normen en criteria. De leerlingen van groep van groep 8 maken in februari de Cito-eindtoets. De school houdt twee keer per schooljaar 10-minutengesprekken voor de ouders van alle leerlingen. Deze avonden zijn in december en in juni. Op deze avonden worden de vorderingen van de leerlingen besproken. Soms vinden er in het belang van het kind vaker gesprekken plaats. De kinderen krijgen het rapport van tevoren mee naar huis. Het rapport kan dan in alle rust bekeken worden. De kinderen brengen met het eerste rapport een briefje mee naar huis, waarop ouders kunnen invullen of ze de ouderavond willen bezoeken en in welke groep. Daarna wordt de exacte bezoektijd bekend gemaakt. Bij het rapport van maart worden ouders waarmee wij iets willen bespreken uitgenodigd voor een gesprek. De ouders van de kinderen die tijdens het schooljaar instromen, krijgen na ongeveer 3 à 4 maanden het eerste gesprek. 4.3. Speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften Er wordt op school naar gestreefd om onderwijs op maat te leveren. Wanneer een groepsleerkracht merkt, dat een kind specifieke zorg nodig heeft, probeert hij het onderwijs zo in te richten (daarbij gebruik makend van passende observatie- en toetsinstrumenten) dat het past bij de specifieke mogelijkheden en behoeften van het kind. Het kan daarbij zowel gaan om kinderen die in hun ontwikkeling achterblijven, als om kinderen die bepaalde vaardigheden eerder dan hun groepsgenoten beheersen. Zijn er kinderen, die ondanks deze geleverde inspanningen van de groepsleerkracht zich onvoldoende blijven ontwikkelen of de gestelde doelen niet halen, dan wordt de leerling besproken met de IB.-er. Uit dit overleg kunnen directe pedagogische en/of didactische handelingsadviezen voortvloeien, verwoord in een "zorgdocument” en/of “handelingsplan". De ouders worden hierover geïnformeerd. Daarnaast wordt er elke maand een "zorgvergadering" gehouden waarin leerlingen, die extra zorg nodig hebben, besproken worden. De leerkracht vult voorafgaande aan de bespreking een formulier in en legt dat voor aan het team. Er wordt dan gezamenlijk naar mogelijkheden en oplossingen gezocht. Ouders worden ook hierover geïnformeerd. Indien nodig is er ook de mogelijkheid het kind te bespreken in het overleg van de IB.-er en de externe begeleider van het speciaal onderwijs.Ook kan de I.B.-er adviezen vragen aan de leerlingbegeleider van Onderwijs Begeleidingsdienst (O.B.D.) IJsselgroep/Iselinge. Ouders worden ook hierover geïnformeerd. Als er bij uw kind sprake is van ontwikkelingsproblemen dan is het aan te bevelen daar thuis niet op uw eigen houtje wat aan te doen. Het is voor uw kind belangrijk dat de hulp op school en thuis op elkaar aansluit. Soms vraagt de begeleiding op school en het schoolleven al zoveel van uw kind dat we u zullen adviseren er thuis juist niets aan te doen.
15
Hebben al deze stappen geen of onvoldoende resultaat, dan kan worden besloten de leerling een extra leerjaar te geven. Een dergelijke beslissing wordt niet zomaar genomen. Dit betekent dat we de overgangsbeslissing zeer overwogen nemen. Daarom is het van groot belang alle aspecten helder in beeld te brengen, deze aspecten te wegen en vervolgens tot een besluit te komen. Een extra leerjaar komt in principe alleen voor in de onderbouw. We gaan er op onze school vanuit dat het besluit van de leerkrachten over het schoolloopbaanvervolg bindend is voor ouders. Voor dit besluit hebben we twee redenen. In de eerste plaats gaan wij er vanuit dat we een verantwoorde beslissing nemen op grond van onze kennis van kind en onderwijs. Dat is geen beslissing op grond van een indruk of een mening, maar op grond van onderzoek van het kind (observaties, ontwikkelingsgegevens en Cito gegevens). Ten tweede zou een kind, dat eigenlijk had moeten doubleren, onevenredig veel tijd vragen van de leerkracht. Daarbij wordt tijd onttrokken aan andere kinderen in de groep die recht hebben op extra begeleiding. Dat betekent dat wij er vanuit gaan dat de ouders een verantwoordelijkheid hebben, n.l. de verantwoordelijkheid t.a.v. het wel en wee van hun kind. De school heeft echter twee verantwoordelijkheden, n.l. de verantwoordelijkheid t.a.v. het desbetreffende kind, maar ook t.a.v. de andere kinderen in de groep. Huisbezoeken vinden plaats in bijzondere gevallen of op verzoek van leerkracht of ouders. Als we twijfels hebben over de ontwikkeling van een kind, dan delen we dit zo vroeg mogelijk, maar uiterlijk in maart mee. Eind mei geven we de ouders de definitieve beslissing. We doen dat zo laat mogelijk om de kans op een goede beslissing te kunnen verhogen. Soms kiezen we er voor een leerling voor één vak verlengde leertijd te geven. Zo’n leerling kan dan twee jaar in dezelfde groep blijven voor alleen dat vak. Zo kan een leerling van groep 7 bijvoorbeeld alleen voor rekenen naar groep 6 gaan. Hebben al deze stappen geen of onvoldoende resultaat, dan kan het kind na aanmelding bovenschools besproken worden in de P.C.L. (Permanente Commissie Leerlingenzorg van het Samenwerkingsverband). Deze aanmelding bij de PCL gebeurt altijd in overleg met de ouders, die volledig op de hoogte zijn gehouden van de extra zorg, die hun kind krijgt. Goed overleg met de ouders is van essentieel belang voor het goed laten verlopen van de zorgactiviteiten voor hun kind. Als ouders toestemming geven tot aanmelding, hebben zij recht op inzage van de verstrekte informatie. Gelijktijdig met de aanmelding stuurt de school een onderwijskundig rapport in. Daarin wordt een overzicht gegeven van wat er aan de gerezen problematiek is voorafgegaan, wat er al is ondernomen en wat van die maatregelen het effect is geweest. De leden van de PCL bespreken dan wat er nog gedaan kan worden om het kind passend onderwijs te geven. Leerlinggebonden financiering (het rugzakje) Vanaf 01-08-2003 geldt de wet op de leerlinggebonden Financiering. De rugzak, of leerlinggebonden financiering is bedoeld voor kinderen met een handicap, die extra voorzieningen nodig hebben om (gewoon) basis- of speciaal onderwijs te volgen. Een onafhankelijke Commissie voor Indicatiestelling (CvI) bekijkt het kind en stelt vast of het kind recht heeft op extra middelen om goed onderwijs voor dit kind mogelijk te maken. Als een leerling in aanmerking komt voor LGF, dan krijgt de school extra tijd en geld voor speciale ondersteuning van die leerling. Op school is een uitgebreid beleidsplan LGF. Interne Begeleider (IB.-er) en Remedial Teacher (RT.-er) De Interne Begeleider volgt alle kinderen gedurende hun hele schoolloopbaan. De IB-er houdt, op afspraak, spreekuur op dinsdagmiddag en donderdag. Tot de taken van de Interne Begeleider behoren: • • • • • • • •
• het coördineren van zorgvergaderingen • regelmatig groepsbesprekingen houden met de groepsleerkracht • het coördineren van de extra zorg voor kinderen • het adviseren en begeleiden van leerkrachten bij kinderen met problemen • overleg met de remedial teacher • indien gewenst en/of noodzakelijk aanwezig bij gesprekken met ouders • contacten onderhouden met externe begeleiders • het coördineren van de leerlingendossiers. Deze zijn voor ouders op aanvraag in te zien.
16
De Remedial Teacher (dit kan ook de groepsleerkracht zijn) biedt extra hulp aan een leerling of aan kleine groepjes leerlingen. Samen bespreken de IB.-er en de RT.-er of en in welke vorm extra zorg noodzakelijk is. Hierbij kan advies worden gevraagd aan de leerlingbegeleider van Iselinge of aan de ambulante begeleider van de school voor speciaal onderwijs. Iedere leerling heeft een eigen dossier, waarin alle extra's vermeld worden. Dit alles passend in het totale leerlingvolgsysteem. Ouders mogen het dossier altijd inzien. Neem dan contact op met de IB.-er. Op school is een zorgplan aanwezig waarin bovenstaande verder uitgewerkt is. 4.4. Zorg van externe dienstverleners Externe begeleiders Vanuit de onderwijsbegeleidingsdienst Iselinge in Doetinchem is er een leerlingbegeleider. Met hem worden leerlingen met problemen besproken en hij kan op verzoek nader onderzoek en / of observaties doen. Ook zijn er schoolbegeleiders. Zij begeleiden het team bij veranderingsprocessen; b.v. de invoering van adaptief onderwijs. De ambulante begeleiders van de school voor speciaal basisonderwijs St. Ludgerus uit Lichtenvoorde kunnen onderzoek doen en hulp bieden op het gebied van taal, lezen, rekenen en gedrag. Jeugdgezondheidszorg Binnen de afdeling jeugdgezondheidszorg van de gemeenschappelijke gezondheidsdienst (GGD ) werken artsen, verpleegkundigen, assistentes, logopedisten en een voorlichtster van de jeugdtandverzorging. Allen stellen zich als doel het vroegtijdig opsporen van zaken die de gezondheid of de normale ontwikkeling van kinderen belemmeren. Door middel van het geven van adviezen proberen zij problemen in de ontwikkeling, groei en gezondheid te voorkomen. De onderzoeken in het basisonderwijs zijn als volgt ingedeeld: Groep 1:
onderzoek van ogen en oren door jeugdartsassistente.
Groep 2: geneeskundig onderzoek door de jeugdarts samen met jeugdartsassistente, in het bijzijn van ouder(s) of verzorger(s). Tevens worden deze leerlingen door de logopedist gescreend op spraak- en taalproblemen Groep 4:
meting van lengte en gewicht door de jeugdartsassistente
Groep 7:
hetzelfde als groep 2.
Naar aanleiding van deze onderzoeken blijven sommige leerlingen onder controle. Op verzoek van ouder(s), leerkrachten of leerlingen zelf, is een tussentijds onderzoek mogelijk. Gegevens, van belang voor een voorspoedige ontwikkeling van het kind, zullen met de leerkracht(en) worden besproken, uiteraard na instemming van de ouders. Aan de groepen in de onderbouw geeft de voorlichtster van de jeugdtandverzorging lessen over voeding en tandverzorging. Namen en adressen: zie bijlage. Jeugdzorg Advies Teams (JAT) Soms hebben kinderen problemen waardoor het niet goed met ze gaat. Als leerkrachten merken dat leerlingen meer (psychologische) zorg nodig hebben dan de school kan bieden, kan er contact opgenomen worden met het JAT. Dit team analyseert het probleem en zoekt naar oplossingen. Meer informatie:
[email protected]
17
Logopedie Het is belangrijk eventuele problemen bij de ontwikkeling van spraak, stem, taal en gehoor in een zo vroeg mogelijk stadium te ontdekken. Kinderen uit groep 2 krijgen een zgn. “screening” die in korte tijd een goede en betrouwbare indruk geeft van het functioneren van het kind op het gebied van stem, spraak, taal en gehoor. Op verzoek van de leerkracht, ouder(s), of medewerker van de jeugdgezondheidsdienst wordt dat kind onderzocht, waarvan verondersteld wordt dat er problemen zijn of kunnen optreden. Dit geldt voor alle groepen. Al deze genoemde werkzaamheden vinden plaats binnen de school, evenals kortdurende begeleiding van een kind en/of ouder(s). Wanneer het noodzakelijk blijkt dat een leerling wekelijks behandeld wordt, dan vinden die behandelingen plaats door een andere logopedist, na verwijzing door een arts. Jeugdtandverzorging Ouders dienen zelf het gebit van hun kind te laten controleren door hun eigen tandarts. Daarnaast komt de voorlichtster op school om lessen te geven over voeding en tandverzorging. 4.5. Begeleiding van kinderen naar het voortgezet onderwijs In de hoogste groepen begeleiden we de leerlingen vooral met het leren studeren, het leren plannen van huiswerk en het leren maken van verslagen en samenvattingen. In groep 8 geven de leerkrachten informatie over het voortgezet onderwijs en geven een advies over het onderwijstype. Dat advies wordt opgesteld n.a.v. de resultaten van de gehele schoolloopbaan van het kind en de ervaringen in het laatste schooljaar. Ook de uitslag van de Cito-toets kan hierbij gebruikt worden, al is die niet van doorslaggevende betekenis. De ouders/verzorgers maken samen met hun kind de uiteindelijke keuze. Zij houden hierbij natuurlijk rekening met het advies van de leerkracht. Na aanmelding wordt voor de school van het voortgezet onderwijs een onderwijskundig rapport ingevuld en worden de gegevens van de Cito-toets doorgegeven. Daarnaast worden alle leerlingen doorgesproken met de brugklascoördinator. Informatie over het voortgezet onderwijs ontvangt men middels de schoolgids voortgezet onderwijs informatieavonden van het AOC, het Marianum en Schaersvoorde, Ulenhof, Pronova het bezoeken van de open dagen van bovenstaande scholen Informatie over andere scholen voor voortgezet onderwijs op aanvraag 4.6. Bijzondere activiteiten voor kinderen Naast het gebruikelijke schoolprogramma vinden er regelmatig andere activiteiten plaats. Geldinzamelactie In de vastentijd wordt er een activiteit georganiseerd om geld te verdienen voor goede doelen. De ene helft van de opbrengst is voor de landelijke Vastenactie, de andere helft voor een aanpassing of speeltoestel op de speelplaats. Schoolverlatersdagen Groep 8 kent aan het eind van het jaar drie vormings- en ontspanningsdagen. Parochiebestuur, ouderraad en school dragen elk een deel van de kosten, terwijl de ouderbijdrage zo rond de € 30,00 ligt. Sportdag Voor de groepen 7 en 8 wordt er in Lichtenvoorde ieder jaar een sportdag gehouden.
18
Sporttoernooien Leerlingen van de bovenbouw kunnen deelnemen aan diverse sporttoernooien, waaronder voetbal, handbal, tafeltennis, hardlopen en waterpolo. Zij krijgen hiervoor een uitnodiging. Bij de begeleiding worden altijd ouders ingeschakeld. Typeles Omdat er op school en ook in het voortgezet onderwijs veel op de computer gewerkt wordt, is er de mogelijkheid om in groep 8 opgeleid te worden voor een officieel erkend diploma computertypen van de VSLM. Deze cursus wordt (bij voldoende deelname) na schooltijd op school gegeven door een bevoegde leraar. Spelletjesdag Tegen het einde van het schooljaar wordt er in samenwerking met de ouderraad voor de groepen 1 t/m 8 een spelletjesdag georganiseerd. Sinterklaas Natuurlijk bezoekt Sinterklaas de school elk jaar. Er is dan in school een feestelijk programma met liedjes, versjes, toneelstukjes en nog meer. Adventsvieringen en Kerstviering De vier weken voor Kerstmis zijn er op school adventsvieringen. In de week voor Kerstmis is er op school een Kerstviering. Carnaval Op vrijdag voor Carnaval is er ’s morgens een programma voor groep 1 t/m 4 en ’s middags voor groep 5 t/ m 8. Deze dag wordt georganiseerd in samenwerking met carnavalsvereniging ‘De Zandbieters’. Excursies Door het jaar heen nemen verschillende groepen deel aan excursies. We denken hierbij aan een bezoek aan een museum, een kasteel, een bank, de bibliotheek, natuur en milieuexcursies en culturele uitstapjes. Daarnaast organiseert de werkgroep “Kind en Cultuur” activiteiten zoals een voorstelling bekijken in een schouwburg.
19
5. Leraren 5.1. Namen Namen en adressen leerkrachten: zie bijlage. 5.2. Wijze van vervanging bij ziekte, adv, studieverlof, scholing Als een van de leerkrachten niet aanwezig kan zijn vanwege ziekte, het volgen van een cursus of een verlofdag, dan wordt deze persoon indien mogelijk, vervangen door een van de teamleden. Als alle teamleden die dag(en) bezet zijn, wordt iemand van buitenaf gevraagd. Ook dan betreft het vaak een invaller(ster) die bekend is op school. Beleid rondom het naar huis sturen van leerlingen Indien er bij ziekte of afwezigheid van de groepsleerkracht geen invaller beschikbaar is, wordt de groep de eerste dag opgevangen door het toepassen van een interne oplossing, waarbij mogelijk een beroep wordt gedaan op de interne begeleider, remedial teacher, directeur of het verdelen van de groep over andere groepen. De tweede en daaropvolgende dagen zijn de kinderen vrij. Er wordt geprobeerd te voorkomen dat de kinderen meer dan twee dagen gedwongen vrijaf hebben. Uiteraard worden de ouders zo spoedig mogelijk geïnformeerd. 5.3. De begeleiding en inzet van stagiaires Ieder jaar bieden wij aan studenten van de Pabo en van het Graafschapcollege de mogelijkheid om zich op onze school te bekwamen in hun toekomstige beroep. De studenten werken, al naar gelang hun opdrachten, binnen en buiten de groep. Als zij les geven aan de groep, is de groepsleerkracht daar altijd bij aanwezig. Naast de gewone stage is er de LIO stage. LIO staat voor Leerkracht In Opleiding. Deze stage wordt gedaan door een vierde jaars student. De LIO stagiaires staan volledige dagen geheel zelfstandig voor de groep. De groepsleerkracht begeleidt en coacht de stagiaire en blijft eindverantwoordelijk. 5.4. Scholing van leerkrachten Omdat er in het onderwijs veel verandert en omdat we onze deskundigheid willen vergroten, worden we geregeld bijgeschoold. Zo kunnen leerkrachten individueel een cursus kiezen (b.v. R.T. of management) en worden gezamenlijk cursussen (b.v. I.C.T. of rekenen) gevolgd. Deze scholing gebeurt meestal na schooltijd of in de avonduren. Af en toe wordt er een studiedag onder schooltijd georganiseerd. Ouders krijgen hierover tijdig bericht.
20
6. De ouders 6.1. Het belang van de betrokkenheid van ouders Het is van groot belang om samen met de ouders zorg te dragen voor de totale opvoeding van de kinderen. Kinderen zijn per slot van rekening het grootste gedeelte van de dag op school. Daarom worden de contacten met ouders zeer op prijs gesteld en worden eventuele op- of aanmerkingen liefst rechtstreeks van hen vernomen. Bij de planning van onze thema-avonden wordt rekening gehouden met de wensen die bij ouders leven. 6.2. Inspraak De ouderraad De ouderraad bestaat uit ouders van kinderen die de school bezoeken. De ouderraad stelt zich ten doel contact tussen ouders en school te onderhouden en te verstevigen. Zij organiseert samen met het team, in commissies, diverse activiteiten, zoals een thema-avond, de Sinterklaas- en Kerstviering, de geldinzamelactie en de spelletjesdag. Ook regelt de ouderraad de oversteekbrigade, de schoolfotograaf en de overblijfregeling. Verder is zij tussenstation voor ouders, die hun ideeën en/of suggesties naar school toe kenbaar willen maken. Op de site van school vindt u meer informatie betreffende de ouderraad en de diverse werkgroepen.
Namen en adressen: zie bijlage. Ouderbijdrage De ouderraad vraagt voor bovenstaande activiteiten een vrijwillige contributie van € 13,00 per jaar per kind. De ouderraad stuurt de ouders bij de aanmelding een machtiging om de contributie automatisch te incasseren. Als een kind weer van de basisschool afgaat, vervalt de machtiging. Ook ontvangt men in oktober een overzicht van de financiële positie van de ouderraad over het afgelopen jaar. Medezeggenschapsraad (MR) De Wet op de Medezeggenschap in het Onderwijs (W.M.O.) regelt de medezeggenschap van ouders en personeel, hetgeen een grote vaste basis heeft gelegd voor democratisering van het onderwijs. (Vergelijk de Ondernemingsraad in het bedrijfsleven) De MR is verplicht aan school verbonden ten einde overleg van bevoegd gezag, personeel en ouders te bevorderen. De MR behartigt de belangen van ouders en personeel d.m.v. vertegenwoordigers uit deze geledingen. Wat de Canisiusschool betreft zijn dat uit elke geleding twee personen. De MR is de formele overlegpartner met het bevoegd gezag. Om een goede samenwerking tussen deze twee te bevorderen is er een MR-reglement, opgesteld volgens wettelijke normen. In dit reglement zijn de bevoegdheden van de raad vastgesteld ten aanzien van beleidszaken van het bevoegd gezag. Dit reglement ligt voor een ieder ter inzage op school. De leden van de MR worden gekozen voor een periode van 4 jaar. Men mag zich daarna nog een keer herkiesbaar stellen. Namen en adressen : zie bijlage.
Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) Binnen het Lima bestaat ook een GMR. Hier worden zaken besproken, die alle scholen aangaan. Vanuit de Canisiusschool hebben een ouderlid en een teamlid zitting in deze GMR. Namen en adressen: zie bijlage.
21
6.3. Ouderactiviteiten Er zijn op school veel ouders actief; zo zijn er ouders die helpen bij technisch lezen, spelletjes, handvaardigheid, festiviteiten en andere schoolse activiteiten. Ook zijn er creatieve en handige ouders die in werkgroepjes de school versieren, materialen plastificeren en repareren en allerlei andere klusjes doen. Daarnaast begeleiden ouders kinderen naar buitenschoolse activiteiten als excursies en toneelvoorstellingen. Bij elke activiteit wordt concreet aangegeven wat er van de ouders verwacht wordt. De school gaat er van uit dat u alles wat u ziet of hoort over kinderen voor u zelf houdt en niet naar buiten brengt. 6.4. Overblijfmogelijkheden Tussenschoolse opvang Op school bestaat de mogelijkheid om gebruik te maken van de overblijfregeling. Kinderen kunnen tegen betaling de middagpauze op school doorbrengen. Dit wordt geregeld door de ouderraad. De leerlingen kunnen vier dagen per week overblijven (ma, di, do en vr).Dit kan structureel of incidenteel. Op school is een reglement aanwezig. Zie ook de website. Buitenschoolse opvang Vanaf 1 augustus 2007 is de school verplicht om de ouders (BSO) aan te bieden. Ons schoolbestuur heeft ervoor gekozen om dit uit te besteden aan Yunio. Dit is een kinderopvangorganisatie die voldoet aan de eisen die de wet Kinderopvang stelt. Yunio biedt de buitenschoolse opvang aan op twee manieren: namelijk in gastgezinnen en in groepsverband in het kindercentrum. De Buitenschoolse Opvang (BSO) wordt aangeboden voor kinderen van 4 t/m 12 jaar voor en na schooltijd of tijdens de schoolvakanties of studiedagen. Er is voorschoolse opvang van 7.30- 8.30 uur en naschoolse opvang van 15.00-18.30 uur De nettokosten voor 1 middag BSO variëren van €1,50 tot € 8,00 . Dit is afhankelijk van de bijdragen van werkgevers en overheid, die is gekoppeld aan de hoogte van uw inkomen. Deze bijdragen moet u zelf aanvragen. De voor- en naschoolse opvang voor onze school is momenteel in Lichtenvoorde. De kinderen worden per taxi van en naar school vervoerd. Het plan is de voorschoolse opvang zo snel mogelijk naar Harreveld te verplaatsen. Er moeten dan voldoende kinderen zijn die daarvan gebruik gaan maken (minimaal 8 per dag). Voor nadere informatie, vragen en inschrijving kunt u zich wenden tot Yunio Tel. 0314-357875 of u kunt terecht op de website www. yunioactief.nl. 6.5. Schorsing en verwijdering Ernstig wangedrag van een kind wordt niet aanvaard. In overleg met ouders en bestuur kan worden overgegaan tot schorsing van een kind. Als meerdere pogingen om het gedrag te verbeteren geen resultaat hebben, kan tot verwijdering worden overgegaan. 6.6. Klachtenregeling De meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken in de school worden in onderling overleg tussen ouders, leerlingen, leerkrachten of directie op een juiste wijze afgehandeld. Indien dat echter, gelet op de aard van de klacht niet mogelijk is, of indien de afhandeling niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden, kunt u een beroep doen op de klachtenregeling. Klachten kunnen gaan over b.v. begeleiding van leerlingen, toepassing van strafmaatregelen, beoordeling van leerlingen, de inrichting van de schoolorganisatie, seksuele intimidatie, discriminerend gedrag, agressie, geweld en pesten. De klachtenregeling voorziet in contactpersonen. De contactpersonen zijn toegankelijk voor alle betrokkenen bij de school. Voor de Canisiusschool zijn dat dhr. Jacques Janssen en mevr. Marjan Hengst. Zij verwijzen de klager naar de vertrouwenspersoon. Deze begeleidt de klager bij het indienen van de klacht bij een klachtencommissie of bij het bestuur. De Stichting Lima beschikt over een onafhankelijke vertrouwenspersoon, die functioneert als aanspreekpunt bij klachten voor al haar scholen.
22
Een klacht kan worden ingediend bij het bestuur van de Stichting LIMA of bij de klachtencommissie. Deze klachtencommissie onderzoekt de klacht en adviseert het bestuur hierover. De volledige tekst van de klachtenregeling is op school ter inzage aanwezig. Namen en adressen: zie bijlage. 6.7. Schoolverzekering Bestuursleden, leerkrachten en alle anderen die assisteren bij het schoolgebeuren zijn op school verzekerd tegen ongevallen waarvoor zij aansprakelijk gesteld kunnen worden. Kinderen niet. Aansprakelijk gestelde ouders kunnen de schade vaak verhalen op hun W.A.–verzekering. Sommige verzekeringen dekken de schade echter niet. Het is wellicht raadzaam om de polis eens te bestuderen of de verzekeringsadviseur te raadplegen. Het schoolbestuur heeft tevens de aansprakelijkheids-verzekering uitgebreid. Als personen b.v. ouders, in opdracht van de school, activiteiten uitvoeren als begeleiden, auto rijden, overblijven e.d., aansprakelijk worden gesteld, zijn ook zij gedekt. Belangrijk is wel om te vermelden dat het bestuur voor ouders geen eigendomsverzekering heeft afgesloten. Als u bijvoorbeeld kinderen wegbrengt naar een uitvoering in de Swite en u rijdt tegen een paaltje, dan is de schade aan uw auto niet verzekerd. 6.8. Hoofdluis Hoofdluis is een regelmatig terugkerend probleem. Om dit probleem onder controle te houden, is op school, in samenwerking met de ouderraad, gekozen voor een systematische aanpak. Dit houdt in dat de school op het moment dat er weer hoofdluis gesignaleerd wordt een aantal voorzorgsmaatregelen neemt die verdere verspreiding beperkt. Daarnaast bestaat er een ouderwerkgroep, die alle leerlingen op school op een aantal vaste tijdstippen ( de woensdag na elke vakantie) controleert op hoofdluis. Deze dag geen ingewikkelde staarten of gel in de haren s.v.p.. Wanneer er hoofdluis bij een kind geconstateerd wordt, zal dit niet aan het kind zelf meegedeeld worden, maar zal de directeur telefonisch contact met de ouders van het kind opnemen.
23
7. De ontwikkeling van het onderwijs in de school •
In vergelijking met vroegere jaren is het huidige onderwijs totaal veranderd. Het team van de Canisiusschool probeert op alle gebieden goed bij te blijven en waar nodig verbeteringen aan te brengen. De plannen ter verbetering van de kwaliteit van het onderwijs voor het komende jaar zijn de volgende.
•
Het afgelopen jaar hebben we een nieuwe methode voor voortgezet technisch lezen aangeschaft. Deze methode zal gedegen ingevoerd worden.
•
De computer is niet meer weg te denken uit onze samenleving. Op onze school is computeronderwijs erg belangrijk. Afgelopen jaar zijn zes digitale schoolborden aangeschaft. Ook komend jaar bekwamen we ons verder in het werken met deze borden. Ook willen we de website actueel houden. Zie hiervoor ook het ICT-beleidsplan.
•
“Omgaan met verschillen” is een onderwerp dat nadrukkelijk aandacht krijgt.
•
We scoren de volgende kwaliteitskaarten: 5. didactisch handelen, 19. levensbeschouwing, 3. tijd, 10. opbrengsten, en de vragenlijst sociale veiligheid
•
We krijgen de komende jaren weer combinatieklassen. Hier willen we goed en effectief mee werken.
•
We bekijken onze rapporten en passen deze aan.
•
We oriënteren ons op nieuwe (digitale) toetsen.
•
Daarnaast volgen diverse cursussen en bezoeken we enkele congressen en conferenties.
24
8. De resultaten van het onderwijs In hoofdstuk 4.2. werd aangegeven dat er gedurende de jaren dat een kind op de Canisiusschool zit, diverse toetsen worden afgenomen. Alle gegevens worden geregistreerd in het leerlingvolgsysteem, zodat er een duidelijk beeld ontstaat van de vorderingen van elk kind. In groep 8 nemen de leerlingen in februari deel aan de Cito eindtoets. Deze toets geeft een beeld van de mogelijkheden en capaciteiten van het kind. De ouders krijgen hiervan een verslag. Daarnaast geeft de toets een beeld van het onderwijs op school. Indien nodig wordt geprobeerd een en ander te verbeteren. De uitslagen geven natuurlijk geen volledig beeld van de resultaten van de school. Zo worden zaken als expressie, weerbaarheid, zelfstandigheid, doorzettingsvermogen, motivatie niet gemeten, terwijl dit essentiële delen van de ontwikkeling van het kind zijn.
25
9. Diversen Verzuim en verlof . Als een kind, omdat het ziek is of naar de dokter moet, niet op school komt, dient men dit telefonisch of schriftelijk aan de groepsleerkracht te melden. Telefoneer liever niet tijdens de lessen naar school, maar voor of na schooltijd, of tijdens de pauze. Het kan voorkomen dat er omstandigheden zijn waardoor ouders buiten de weekends, vakanties en vrije dagen toch extra verlof wensen. De directeur heeft in beperkte mate de bevoegdheid om bovenstaand verlof te geven. Dit kan uitsluitend bij hoge uitzondering! Ouders dienen daartoe een verlofaanvraag in te dienen. Bij twijfel moet overlegd worden met de leerplichtambtenaar. Abonnementen op tijdschriften cd-rom’s en leesboekjes Via school kunnen de kinderen een abonnement nemen op een tijdschrift. Bij aanvang van het nieuwe schooljaar ontvangen ouders de bestelformulieren. Daarnaast kunnen allerlei leesboeken en cd-rom’s aangeschaft worden tegen gereduceerde prijzen. Schoolfotograaf De schoolfotograaf komt elk jaar foto’s maken op school. Het ene jaar alleen groepsfoto’s, het andere jaar groepsfoto’s én portretfoto’s. De organisatie hiervan is in handen van de ouderraad. Bibliobus De bibliobus is een rijdende openbare bibliotheek en staat iedere maandagmiddag van 13.00 uur tot 14.15 uur op de parkeerplaats achter de school. Kinderen kunnen er gratis boeken lenen. Indien ouders samen met hun kind boeken willen uitzoeken, kan dat. De tijden: zie bijlage Verkeersbrigadiers De oversteekplaats bij de kerk wordt extra beveiligd door ouders en leerlingen van groep 8, die daar fungeren als verkeersbrigadiers. Zij helpen de kinderen voor en na schooltijd veilig de Kerkstraat oversteken. In verband daarmee nog een dringend verzoek: stuur kinderen niet eerder dan een kwartier voor aanvang naar school. De organisatie is in handen van de ouderraad.
Veiligheidshesjes Om beter in het verkeer gezien te worden, zijn er op school fel oranje gekleurde hesjes te koop voor €2,50 per stuk. Ouders die interesse hebben voor zo’n hesje, kunnen contact opnemen met de eigen groepsleerkracht. Trakteren op school Hoewel dit een moeilijk onderwerp is, toch het volgende: trakteren is voor de jarigen heel leuk, maar houdt u het klein! Er zijn ook kinderen die niet tegen kleurstoffen kunnen. Dus: “trakteer verstandig”. Algemeen Voor in de pauze mogen alle kinderen een tussendoortje meebrengen, zoals: fruit, brood of melkproducten. Geef uw kinderen geen pakjes drinken en ingepakte koekjes mee. Wilt u, vooral bij de jongste kinderen, de bekers en alle andere spullen zoals laarzen, pantoffels, losse kledingstukken, gymspullen voorzien van naam of merkteken?
26
Kinderen die in groep 1 en 2 zitten, nemen iedere donderdagmiddag een plastic tas mee, graag voorzien van een naam, voor de werkjes die ze mee naar huis mogen nemen. Als ze willen, mogen de kinderen onder schooltijd een wensje maken voor verjaardagen van papa en mama, opa’s en oma’s of voor bruiloften. Op de informatieavond in september vertelt de groepsleerkracht hoe dit per groep georganiseerd is. De school kan altijd dekens, gordijnen, kussens, gezelschapsspelletjes of goede boeken gebruiken. Wat betreft de boeken: wat uw kind niet meer leest, lezen de kinderen op school nog met veel plezier. Gooi deze dingen nooit zomaar weg. Alvast bedankt! Als er in het dorp of in de omgeving door verenigingen niet-commerciële activiteiten georganiseerd worden, kunnen er op school folders of andere zaken opgehangen en / of uitgedeeld worden. De school is hier niet verantwoordelijk voor, maar verleent hier graag haar medewerking aan. De Canisiusschool is een rookvrije school. Dit betekent dat er in school niet gerookt mag worden. Dit geldt voor leerkrachten, leerlingen, ouders en andere bezoekers. Tijdens bijeenkomsten, vergaderingen en andere activiteiten kunnen er “rookpauzes” ingelast worden. Belangrijke informatie kunt u aantreffen op het mededelingenbord bij de achteringang van onze school.
Email: Website:
[email protected] www.canisiusharreveld.nl