Inhoudsopgave. 1. De school 1.1 schoolbestuur 1.2 situering van de school 1.3 schoolgrootte

Inhoudsopgave 1. De school 1.1 schoolbestuur 1.2 situering van de school 1.3 schoolgrootte 2. De school in haar context 2.1 grondslag 2.2 missie en visie 2.3 klimaat en werkwijze 2.3.1 onderwijsconcept 2.3.2 pedagogisch klimaat 3. De organisatie van het onderwijs 3.1 organisatie van de school 3.2 samenstelling van het team 3.3 lesactiviteiten in de groepen 3.4 regelingen in de school 4. De zorg voor de kinderen 4.1 opvang van nieuwe leerlingen in de school 4.2 volgen van de ontwikkelingen van de leerlingen in de school 4.3 begeleiding van de overgang van leerlingen naar het voortgezet onderwijs 4.4 speciale zorg voor leerlingen met specifieke behoeften 4.5 GGD Amstelland- de Meerlanden 4.6 buitenschoolse activiteiten voor kinderen

5. De leraren 5.1 groepsleerkracht 5.2 wijze van vervanging bij ziekte, CV, studieverlof en scholing 5.3 begeleiding en inzet van stagiaires 5.4 scholing van leraren 6. De ouders 6.1 belang van de betrokkenheid van ouders 6.2 informatievoorziening aan ouders over het onderwijs en de school 6.3 inspraak 6.4 ouderactiviteiten 6.5 tussenschoolse opvang 6.6 voor- en naschoolse opvang 6.7 klachtenprocedure 6.8 schoolverzekering voor leerlingen 7. De ontwikkeling van het onderwijs in de school 7.1 kwaliteitsbeleid: activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school 7.2 kwaliteitskringloop 7.3 betrokkenheid van ouders 8. De resultaten van het onderwijs 8.1 gegevens over specifieke zorg voor leerlingen 8.2 uitstroom van leerlingen naar het voortgezet onderwijs

Openbare Basisschool Michiel de Ruyter

1

9. Regeling school – en vakantietijden 9.1 schooltijden 9.2 regels voor aanvang en einde schooltijd 9.3 regels in geval van schoolverzuim bij ziekte 9.4 vakantietijden 9.5 verlofregeling 9.6 spreken met de directie 9.7 namen en adressen

2


Colofon dhr. R. Oord

Voorwoord “Samen werken aan persoonlijke ontwikkeling” Voor u ligt de schoolgids van openbare basisschool Michiel de Ruyter. Deze gids, die wij elke 4 jaar vernieuwen, kan u helpen bij het kiezen van een basisschool. De basisschool is een stukje van je leven, voor de kinderen en voor u. Een basisschool kies je daarom met zorg. Scholen verschillen in manier van werken, in sfeer en resultaten. Ze verschillen in kwaliteit en dat maakt het kiezen niet eenvoudig. In deze schoolgids beschrijven wij waarvoor we staan, welke uitgangspunten wij hanteren en hoe wij de kwaliteit op onze school handhaven en daar waar nodig verbeteren. Deze schoolgids heeft de instemming van de medezeggenschapsraad en is doorgesproken met de ouders die in het bestuur van de ouderraad vertegenwoordigd zijn. Natuurlijk verandert er in de loop van een aantal schooljaren van alles. Daarom is onze website ook een belangrijke bron van informatie: www.obs-michielderuyter.nl. Hierop vindt u alle informatie over het nieuwe schooljaar en alle bijstellingen en aanvullingen op de schoolgids. Als u tijdens het lezen vragen, opmerkingen of suggesties heeft, vertel het ons! Gedurende het schooljaarverschijnt 2-wekelijks onze nieuwsbrief zodat u altijd op de hoogte blijft.

3 Met vriendelijke groet, mede namens het team van de Michiel de Ruyter, Ben Wilshaus Directeur


1. De school 1.1 Schoolbestuur Onze school maakt deel uit van de Stichting Amstelwijs, schoolbestuur voor openbaar primair onderwijs. De Stichting omvat 11 scholen uit Amstelveen, waaronder twee scholen voor speciaal basisonderwijs en sinds 1 januari 2007 een school uit Ouderkerk aan de Amstel. Het bestuur van de stichting ligt in handen van de heer F.N. Cornet, directeur-bestuurder. Hij is het bevoegd gezag van de scholen. De directeur-bestuurder wordt ondersteund door het bestuurskantoor en is er sinds 1 juli 2012 een Raad van Toezicht. Het openbaar basisonderwijs wordt bezocht door ongeveer 3100 leerlingen in de leeftijd tussen 4 en 12 jaar.

4

De Stichting Amstelwijs bestuurt de volgende scholen: • 1e Amstelveense Montessori • 2e Amstelveense Montessori • Schakel • Westwijzer • Zwaluw • Martin Luther King • Michiel de Ruyter • Piet Hein • Pionier • Wending • Jan Hekman

Amstelwijs kenmerkt zich door een grote diversiteit aan pedagogisch-didactische uitgangspunten. Daarnaast verschillen scholen ook in omvang. Het is aan ouders om een school te kiezen voor hun kind. In veel gevallen is dat de school in de buurt. Het openbaar onderwijs is in beginsel voor ieder kind bereikbaar en beschikbaar. Recht op toegankelijkheid, respectvol omgaan met pluriformiteit, openheid, ontplooiingskansen voor een ieder en communicatie gericht op kwaliteitsverbetering worden gezien als onvervreemdbare aspecten van ons openbaar onderwijs. Amstelwijs wil op een toegankelijke, inzichtelijke en toetsbare wijze komen tot kwalitatief goed onderwijs voor alle kinderen. De kinderen kunnen zich, binnen hun eigen mogelijkheden, in onze scholen op een veilige en pedagogisch verantwoorde wijze optimaal ontwikkelen. De meetbare kwaliteit van personeel, huisvesting en leermiddelen is hiermee onverbrekelijk verbonden. Wij werken aan wat kwalitatief deugdelijk is voor de leerkracht en het kind. Amstelwijs wil hiermee bereiken dat de kinderen die onze scholen verlaten een goede basis hebben voor verdere ontplooiingskansen, die mogelijkheden bieden om in de samenleving gemotiveerd oplossingsgericht te leren, te werken en te leven.


Niet alle schoolloopbanen verlopen probleemloos. Zo kunnen er schooloverstijgende situaties ontstaan waar in overleg tussen ouders en school wordt vastgesteld dat plaatsing op een van de twee scholen voor speciaal basisonderwijs gewenst is. Een plaatsing op het speciaal basisonderwijs kan worden verkregen wanneer de VIA zich hierover gebogen heeft (zie pag. 35). 1.1 Situering van de school De school staat in Amstelveen en ligt in Randwijk grenzend aan Amsterdam en kent veel eengezinswoningen. Vanaf 1 - 8 - 2011 vormen wij een bredeschool in een fonkelnieuw gebouw aan de Laan Rozenburg 6. 1.2 Schoolgrootte De school is de afgelopen jaren gegroeid en is nu in een fase gekomen, dat we met 17 groepen ook niet groter willen groeien om iedereen in het nieuwe gebouw te huisvesten. Op onze site kunt u lezen hoeveel kinderen de Michiel de Ruyter bezoeken, hoe groot de verschillende groepen zijn en wie de groepsleerkrachten zijn. Daarbij streven we ernaar de groepen niet groter te laten zijn dan 30 leerlingen.

5


2. De school in haar context

6

2.1 Grondslag De Michiel de Ruyterschool is een openbare school. Dit houdt in dat de school toegankelijk is voor iedereen, ongeacht geslacht, ras, nationaliteit of levensovertuiging. In ons land zijn veel verschillende levensovertuigingen. Binnen het openbaar onderwijs is er ruimte voor deze verschillende visies. Respect en samenwerking zijn voor ons de sleutelwoorden en de basis voor een goede samenleving. Positieve benadering is ons uitgangspunt. De samenleving vraagt van ons dat wij kinderen zo goed mogelijk voorbereiden op hun functioneren in de maatschappij, nu en in de toekomst. Dat betekent dat onze leerlingen aan het eind van de basisschool niet alleen over veel cognitieve vaardigheden moeten beschikken, maar ook over een grote hoeveelheid sociale vaardigheden. We willen kinderen leren dat ze op zichzelf kunnen vertrouwen en zichzelf mogen accepteren. Als team willen we laten zien dat we vertrouwen hebben in elkaar. Een veilig klimaat vinden we van groot belang, een klimaat waarin leerlingen hun mening durven te uiten. Respectvol gedrag en respect kunnen tonen zijn waardevolle attitudes voor de (school)gemeenschap. Het schoolteam is zich ervan bewust dat zij een voorbeeldfunctie heeft naar ouders en leerlingen voorzover het gedrag in de school betreft.

2.2 Missie en Visie Onze missie en visie staan verwoord in het schoolplan, evenals het beleid voor schoolontwikkeling en de wettelijke verantwoording aan de overheid. U vindt ons schoolplan versie 2012-2016 op onze website onder het kopje info. Missie De missie van de Michiel de Ruyterschool beoogt te omschrijven waar de school voor staat, met andere woorden wat de min of meer onveranderlijke kern van de school is. De kern is dat de Michiel de Ruyterschool staat voor primair onderwijs van hoge kwaliteit. Het onderwijs is openbaar, klassikaal georganiseerd en besteedt veel aandacht aan differentiatie (passend onderwijs).


Visie De visie van de Michiel de Ruyterschool beoogt om vanuit bovenstaande missie een beeld te formuleren van wat de school wil zijn. Deze visie is niet gebonden aan de periode van vier jaar die het schoolplan bestrijkt, al streven we er de komende vier jaar wel naar om zoveel mogelijk van deze visie te realiseren. Het is een richting, een beeld dat er hopelijk toe bij kan dragen dat alle betrokkenen bij de Michiel de Ruyterschool dezelfde taal spreken. De visie van de Michiel de Ruyterschool is dat primair onderwijs van hoge kwaliteit zich uit in een school waar

kinderen zoveel mogelijk uit hun individuele mogelijkheden halen en zich daardoor goed voorbereiden op het voortgezet onderwijs en hun eigen plaats in de samenleving. Daar hoort ook bij dat kinderen met plezier naar school gaan en dat ze vanuit een gezond zelfvertrouwen anderen met respect bejegenen. Naast aandacht voor cognitieve ontwikkeling is er ruime aandacht voor sociaal-emotionele, creatieve en motorische ontwikkeling. Waar mogelijk is het objectief toetsbaar of deze visie in de praktijk gerealiseerd wordt.

7


Strategie De strategie van de Michiel de Ruyterschool beoogt weer te geven hoe de school bovenstaande visie wil realiseren. In dit kader is het goed om kort stil te staan bij de uitgangssituatie van de school en veranderingen in de wereld om de school heen. De uitgangssituatie van de school is goed te noemen. Er is de afgelopen drie jaar al veel werk verricht waarop we voort kunnen bouwen, dat mag zeker niet onvermeld blijven. We hebben betrokken, getalenteerde leraren en dito ouders. Een en ander uit zich in, over het algemeen genomen, positieve rapporten van de schoolinspectie, de ouders en het team. Anderzijds laten deze rapporten ook een aantal punten zien waarin we ons kunnen verbeteren. Zowel sterke als zwakke punten zijn opgenomen in de navolgende hoofdstukken.

8

Ons motto: “Samen werken aan persoonlijke ontwikkeling” Lerend Waarderend Inspirerend Communicerend Vertrouwend Respecterend

Wat betreft de wereld om ons heen is het duidelijk dat er veel verandert. Zonder bij alle veranderingen en mogelijke veranderingen in detail stil te willen staan, kan gesteld worden dat ook de behoefte van ouders, kinderen en leerkrachten verandert. De school wil hierop actief inspelen door zelf doelgericht te vernieuwen en verbeteren. Een revolutie is niet nodig, maar afwachten met als argument “ het is al jaren goed gegaan” is niet gerechtvaardigd...


A. Onderwijskundig beleid Leren moet prikkelen en uitdagen, moet iedere leerling uitnodigen om zijn/haar beste beentje voor te zetten. Deze opvatting betekent dat wij ons verplichten het onderwijsaanbod voor iedere leerling zo aantrekkelijk mogelijk te maken en leerlingen daardoor te motiveren. Het streven is voor alle kinderen in ieder geval de basisstof aan te bieden en daarnaast zorg te geven voor ieder kind dat het nodig heeft. Het onderwijs is klassikaal georganiseerd. Klassikaal betekent bij ons de eerste instructie gezamenlijk en daarna voldoende ‘extra ruimte’ maken voor individuele begeleiding van zwakkere en sterkere leerlingen. Leerlingen die extra zorg nodig hebben worden zo veel mogelijk in de klas opgevangen. Op een klassikale school wordt zelfstandig werken ingezet om leerlingen met opdrachten (herhaling/verdieping) zelfstandig door te laten werken terwijl de leerkracht tijd heeft om individueel of in groepjes hulp te bieden. Zelfstandige werkmomenten leveren dan uiteindelijk zowel voor de leerkracht als voor leerlingen winst op. ICT onderwijs zien we als een belangrijk hulpmiddel. Het computeronderwijs krijgt een steeds prominentere rol. Uitgangspunt is wel dat er voldoende toezicht (leerkracht/ouder) gehouden kan worden op het gebruik van de computers.

B. Personeelsbeleid Wij zijn van mening dat alleen een (h)echt team dat zich gezamenlijk verantwoordelijk voelt voor de school, in staat is om zijn doelstellingen te bereiken en naar buiten uit te dragen. Een werksfeer waarin men elkaar waardeert, vertrouwt en interesse heeft voor elkaar, elkaar steunt en adviezen geeft, maakt dat een schoolteam het beste tot zijn recht komt. Kernbegrippen die voorwaardelijk zijn voor een professionele samenwerking in het schoolteam zijn: openheid, respect, gedeelde verantwoordelijkheid en gelijkwaardigheid. Er is een duidelijk functiebouwwerk en competenties worden gericht verbeterd mede aan de hand van regelmatige pop-, functionerings- en beoordelingsgesprekken.


9

C. Ouders en communicatie We hechten veel waarde aan goede contacten met ouders. Overeenstemming tussen gezin en school is wenselijk, tenslotte speelt de school mede een rol in de opvoeding van kinderen. Waarden en normen zoals die thuis en op school gehanteerd worden vragen afstemming. De school zal duidelijk zijn naar ouders welke waarden en normen voor de Michiel de Ruyterschool van belang zijn. Het schoolteam dient rekening te houden met de meningen van ouders en op een zorgvuldige wijze te communiceren over zijn aanpak. Daarbij hoort dat we onze opvattingen duidelijk toelichten en motiveren zodat ouders goed begrijpen waarom we het doen zoals we het doen. Heldere, respectvolle “tweerichting” communicatie is daarbij van groot belang. De medezeggenschapsraad alsmede de ouderraad zijn 2 belangrijke organen om het contact tussen school(team) en ouders te verstevigen. Tot slot kunnen we u melden dat we sinds 2012 het communicatiemiddel Digiduif hebben ingezet om u steeds snel en goed te informeren.

10

D. Kwaliteitszorg Een goed leerlingvolgsysteem is een belangrijk instrument in de sturing en bewaking van de leerlingresultaten. We werken onder andere met landelijke normeringen en zetten daar de school- en leerlingresultaten tegen af. Dit betekent dat we procedures hebben om gericht te werken aan geconstateerde achterstanden, hierin begeleid door deskundigen: interne begeleiding, directie, schoolbegeleidingsdienst. Het zorgteam vervult een

sleutelrol in de ondersteuning en begeleiding van leerkrachten en leerlingen. Het kan ook ouders adviseren. De kwaliteit van het onderwijs wordt mede gewaarborgd door professionele samenwerking in het schoolteam. Kwaliteit van de samenwerking uit zich in een open opstelling tussen de leerkrachten. Dat betekent o.a. veiligheid om werkproblemen te bespreken, gelegenheden scheppen om reflectie op eigen handelen te krijgen, zich laten inspireren door collega’s, betrokkenheid tonen voor elkaars werk, specifieke vaardigheden van teamleden benutten. De gedachte is dat men van elkaar kan leren o.a. door bijvoorbeeld teamteaching. Leerkrachten moeten openstaan voor constructieve kritiek en daar ook lering uit willen trekken. Door op deze wijze samen te werken worden talenten van individuele teamleden gezien en benut en profiteert de school van de talenten die zij in huis heeft. Als team verwachten we van elkaar een actieve opstelling waarin interesse in vooruitgang en nieuwe ontwikkelingen tot uitdrukking komt. Dat betekent: meegaan met de tijd en niet per definitie blijven hangen in het “oude vertrouwde”. Actief de blik blijven verruimen. De school werkt daarbij volgens de principes van kwaliteitszorg, te weten door planmatig werken en evalueren. E. Financiën, huisvesting en organisatie Een goede organisatie in stand houden, waar relevant ook in bedrijfsmatige zin. Hieronder verstaan we niet alleen de financiële huishouding van de school, maar ook een goed onderhouden gebouw en goed functionerend onderwijsondersteunend personeel.


2.3 Klimaat en werkwijze Wij streven naar een goed klimaat op school. Het gaat ons erom, dat het klimaat op school zo is, dat alle leerlingen, leerkrachten en ouders zich op de Michiel de Ruyter prettig en veilig voelen en samen zo veel mogelijk kunnen bereiken.

(zie www.kanjertraining.nl) In het schooljaar 2008-2009 zijn we gestart met de methode “Kanjertraining”. Deze methode biedt een programma dat tot doel heeft om het sociale en het emotionele klimaat in de groep en de school te

verbeteren. De Kanjerlessen zijn effectief, duidelijk, verhelderend en helpen kinderen een keuze te maken in hun gedrag. De lessen gaan uit van een positieve levensvisie en zijn toekomst- en oplossingsgericht voor zowel kinderen, leerkrachten als ouders. Uitgangspunten zijn de regels en afspraken die wij als norm stellen en waaraan zowel de kinderen, ouders en de leerkrachten zich dienen te houden. De Michiel de Ruyter wil een klimaat bieden, waarin zowel het groepsgebeuren, als de individuele ontwikkeling van het kind tot hun recht komen. De aanzet tot bepaalde activiteiten binnen de vakgebieden zal vaak in de totale groep gebeuren, waarna vervolgens de leerlingen soms in kleine groepjes, soms individueel, tot verwerking van de leerstof zullen overgaan. Bij de keuze van onze methoden is met de werkwijze rekening gehouden. Wij willen ervoor zorgdragen dat elke leerling een zo hoog mogelijk eindresultaat op zijn of haar niveau bereikt, om in het voortgezet onderwijs verder te kunnen. Leerlingen die een probleem hebben met een vakgebied of onderdeel daarvan, kunnen via methoden en / of extra oefenmateriaal geholpen worden. Deze hulp wordt door de leerkracht in de groepen aangeboden. Mocht er behoefte zijn aan extra hulp voor uw kind, dan kunnen we een beroep doen op de interne begeleider, remedial teacher of later eventueel externe begeleiding. Ook voor kinderen die meer dan gemiddeld presteren is extra leerstof beschikbaar.


11

12

2.3.1 Onderwijsconcept In ons onderwijsconcept stellen we een aantal uitgangspunten centraal: • Inspelen op de ontwikkeling van kinderen: we spelen bij de ontwikkeling van kinderen in op zowel sociaalemotionele- als cognitieve aspecten. Het accent ligt op de cognitieve ontwikkeling, maar sociaal-emotionele en kunstzinnige vorming komen zeker ook aan bod. • Bij groep 1/2 staat het spelend leren centraal. • Binnen ons onderwijs vertegenwoordigen begrippen als samenwerken, zelfstandigheid en zelfverantwoordelijkheid belangrijke waarden voor onze pedagogischdidactische aanpak. • Er wordt zo snel mogelijk gestart met het zelfstandig werken. Zodra de kinderen dit aankunnen, werken zij een deel van de leerstof zelf door. Dit kan gebeuren in de vorm van dagtaken, die later overgaan in weektaken. Materialen moeten dus overzichtelijk en uitnodigend worden opgesteld. • Onze verwachtingen van leerlingen zijn hoog. We beschouwen het als onze taak met elke leerling het beste resultaat te bereiken. Dat is echter zeker niet het enige. We richten ons ook op de inzet en de motivatie van het kind en het proces waardoor het resultaat wordt bereikt.

• • • •

In ons onderwijs houden we rekening met verschillen. Wij vinden dat zowel kinderen met leerachterstanden, als kinderen die op en boven het gemiddelde functioneren, op onze zorg en aandacht moeten kunnen rekenen. De leerkracht moet zich kunnen inleven in de leef- en belevingswereld van het zich ontwikkelende kind. Voldoende ruimte voor leerhoeken waarbij de materialen overzichtelijk en uitnodigend opgesteld kunnen worden. Computers wel in de klas i.v.m. toezicht.

2.3.2. Pedagogisch klimaat Een stevig, consistent pedagogisch klimaat vormt de basis om tot goede resultaten met leerlingen te komen. Veiligheid, vertrouwen en respect zijn voor ons de kernbegrippen waarop we ons pedagogisch handelen baseren. Met veiligheid en vertrouwen bedoelen wij dat elke leerling zich op zijn gemak moet kunnen voelen en dat we er voor moeten zorgen dat hij/zij zich vrij kan voelen om zich te uiten. Vanuit dat veilige gevoel komt leren pas goed tot zijn recht. We bieden leerlingen die veilige omgeving, hebben hoge verwachtingen en menen op deze wijze recht te kunnen doen aan ieders mogelijkheden en talenten.


Een positieve sfeer tussen leerkrachten, ouders en kinderen, is essentieel voor dat veilige schoolklimaat. We hechten veel waarde aan eerlijkheid en oprechtheid. Dat zijn begrippen die voor ons passen bij respectvol gedrag. Wederzijds respect geldt voor kinderen onderling en in de relatie leerling-leerkracht. Ons pedagogisch handelen drukt zich uit in een aantal kenmerkende opstellingen: • We proberen naar de leerlingen duidelijk en consequent te zijn in ons handelen en in de regels die we stellen. Dat vraagt van het team regelmatige, onderlinge afstemming: doen we nog steeds zoals we het eerder samen bedacht hadden. • We vinden het van belang om kinderen een heldere structuur te bieden. Een rustige werkomgeving en een schoolklimaat, waar orde en regelmaat kinderen houvast bieden, vinden we belangrijke condities. • De groepen 1/2 zijn altijd samengesteld uit jongste en oudste kleuters. • Verticaal groepsgewijs werken bijv. tussen gr.3 en 4 • We laten allerlei activiteiten plaatsvinden waarbij leerlingen leren op een sociale manier met elkaar om te gaan. Daarmee ontwikkelen zij ook een verantwoordelijkheidsgevoel ten opzichte van elkaar. Dat betekent naast de klassikale instructiemomenten eveneens ruimte maken voor verticaal groepsgewijs werken.


13

3. De Organisatie van het onderwijs 3.1 Organisatie van de school Een groot team en veel parttimers vergt veel overdracht en overleg. Om dit optimaal te laten verlopen hebben we een vergaderstructuur met diverse overleggen, terug te vinden in ons schoolplan. De data zijn vooraf gepland en de teamleden ontvangen tijdig een agenda met de status van agendapunten. We streven naar een breed draagvlak voor teambesluiten, aangaande onze organisatie en onderwijsinhoudelijke beslissingen.

Groepering Op de Michiel de Ruyterschool streven we ernaar les te geven in jaargroepen. Dit houdt in dat kinderen die even oud zijn bij elkaar in een groep worden geplaatst. Alleen in de groepen 1 en 2 kiezen we er nadrukkelijk voor om de leerlingen van 4, 5 en 6 jaar bij elkaar te plaatsen. De leerlingen van groep 1 krijgen de kans om ook mee te doen en te denken bij activiteiten voor groep 2. Dat vinden wij belangrijk, want zo worden kinderen die al wat verder zijn in hun ontwikkeling ook geprikkeld. De kinderen van groep 2 die nog niet zo ver zijn sluiten juist aan bij de wat makkelijkere activiteiten. Zo spreken we elk kind aan op zijn eigen niveau. Kinderen die net vier zijn geworden en pas op school zijn worden vaak geholpen door kinderen uit groep 2

Raad van Toezicht

Directeur bestuurder

OR

Directie

GMR

MR

MT

14 Onderbouw Coördinator

Middenbouw Coördinator

Bovenbouw Coördinator

Leerkracht groep 1/2

Leerkracht groep 3 t/m 5

Leerkracht groep 6 t/m 8


Zorgteam

Organisatie van zorg voor leerlingen met specifieke behoeften Op de Michiel de Ruyterschool besteden we veel aandacht aan de leerlingen. De intern-begeleiders zorgen voor de coördinatie hiervan. Er zijn twee intern begeleiders werkzaam. Er is een intern begeleider voor de groep 1 t/m 3 en voor de groep 4 t/m 8. In overleg met de intern begeleider biedt in eerste instantie de leerkracht de extra zorg aan kinderen die dit nodig hebben. Mocht dit onvoldoende resultaten opleveren, dan kan specifieke hulp geboden worden door de remedial teacher. Remedial teaching wordt maximaal twee periodes van 6 tot 8 weken ingezet. De resultaten hiervan worden met de leerkracht en ouders besproken. Indien nodig wordt er een begeleidingstraject voor langere termijn besproken. Dyslexiebeleid Ongeveer 3,5 procent van alle leerlingen in het basis- en voortgezet onderwijs heeft problemen met lezen en spellen als gevolg van dyslexie. Kinderen met dyslexie worden vaak onzeker en hebben minder zelfvertrouwen. Het is belangrijk dat hun probleem al vroeg wordt herkend en erkend. Ze kunnen dan tijdig goede begeleiding krijgen. Het landelijk Protocol Leesproblemen en Dyslexie is ontwikkeld om leerkrachten te helpen vroegtijdig dyslexie te signaleren en hulp te bieden. Het dyslexiebeleid van de Michiel de Ruyter, is gebaseerd op de richtlijnen van dit protocol en ligt ter inzage op school. Ook zijn er informatiefolders voor ouders die meer willen weten over dyslexie.

3.2 Samenstelling van het team Wie werken er in de school • De directie draagt zorg voor de algemene organisatie van het onderwijs en voor de ontwikkeling van het onderwijskundig beleid op de Michiel de Ruyter en is hiervoor eindverantwoordelijk. • De bouwcoördinatoren zijn aanspreekpunt voor de algemene gang van zaken binnen de desbetreffende bouw. Er is een bouwcoördinator in de onderbouw (groep 1 en 2), in de middenbouw (groep 3 t/m 5) en in de bovenbouw (groep 6 t/m 8) • De intern begeleiders begeleiden en ondersteunen de leerkrachten in zijn/haar zorg voor leerlingen • De remedial teacher begeleidt kleine groepjes leerlingen, die extra zorg nodig hebben en ondersteunt de leerkracht hierbij. De leerkracht informeert ouders in overleg met de remedial teacher over de inhoud van de begeleiding. • De groepsleerkrachten zijn verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken in hun groep. Zij dragen een jaar lang samen met de ouders de zorg voor een kind. Ouders kunnen met vragen over hun kind altijd terecht bij de leerkracht. • Er zijn ook groepsleerkrachten met coördinerende taken. Zo hebben we een ICT-coördinator, kunst- en cultuurcoördinator en een taalspecialist. • De overblijfcoördinator draagt zorg voor de algemene organisatie rondom de tussenschoolse opvang.


15

• We hebben op school een vakleerkracht bewegingsonderwijs. Hij draagt zorg voor de gymlessen in de midden –en bovenbouw. • De directie krijgt bij administratieve taken ondersteuning van een administratief medewerkster. • Onze school heeft twee facilitaire medewerkers. Hun taken variëren van koffie zetten, kopiëren tot het verrichten van kleine onderhoudswerkzaamheden aan de school. 3.3 Lesactiviteiten in de groepen Lesactiviteiten in de groepen 1/2 De groepen 1/2 zijn heterogeen samengesteld met kinderen van vier, vijf en zes jaar. In de groep worden de kinderen begeleid in hun ontwikkeling naar de derde groep. Zij krijgen de verschillende ontwikkelingsgebieden met behulp van materialen, projecten en andere

activiteiten aangeboden. Tijdens de periode in groep 1 ligt de nadruk vooral op het wennen aan het schoolritme, met veel aandacht voor gewoontevorming en regelmaat. Leren gebeurt vooral door spelen Voor de werksfeer trachten we een vriendelijke, veilige en vertrouwde omgang tussen leerlingen, ouders en leerkrachten te bevorderen, waarin ieder kind en iedere volwassene weet waar hij of zij aan toe is. Omdat de manier van leren in deze groepen specifiek is, zullen we het lesprogramma voor de groepen 1/2 uitgebreid omschrijven: • De taalontwikkeling De individuele taalvaardigheid ontwikkelt zich met grote onderlinge verschillen, van het gebruik van een enkel woord naar hele zinnen en van een kleine naar een steeds grotere woordenschat. Deze ontwikkeling wordt bevorderd door de

16


vele taalmomenten in de groepen (kringgesprek, voorlezen en mondelinge taalspelletjes). In de groepen komt ook de letterkennis aan de orde. Spelenderwijs maken de kinderen kennis met letters en klanken. Dit gebeurt vooral door visueel te maken en tegelijkertijd auditief te benoemen. Veel activiteiten zijn gericht op visuele en auditieve discriminatie (klank-en beeldonderscheiding), hetgeen nodig is om aan de voorwaarden van het aanvankelijk lezen te voldoen. Voor de taalactiviteiten hebben we gekozen voor “Schatkist”, dit is een leerstofpakket voor groep 1 en 2. Het combineert de ontwikkelingsgebieden taal, rekenen en sociaalemotionele ontwikkeling. Het is opgezet rond 16 thema’s. Met schatkist ontdekken en ervaren kinderen de wereld om hen heen. Het gaat uit van de individuele ontwikkeling en de beleving van de kleuter. Met schatkist wordt doelgericht aan alle tussendoelen van de groepen 1 en 2 gewerkt. Het biedt een goede doorgaande lijn naar de vakken en methoden in groep 3. • De rekenontwikkeling De meeste kinderen in groep 1 en 2 kunnen al een beetje tellen. Op deze kennis borduren we voort met de rekenen sorteerspelletjes. De kinderen worden aangemoedigd deze spelletjes te spelen. Daarnaast is de bouwhoek van groot belang voor de rekenontwikkeling. Bouwen met blokken stimuleert het gevoel voor

verhoudingen. Voor de rekenontwikkeling gebruiken we de tussendoelen uit de methode Wereld In Getallen. Natuurlijk komen de aspecten van voorbereidend rekenonderwijs ook steeds terug in gesprekken die we met de kinderen voeren en vooral ook bij de spelletjes. De cijferkennis komt eveneens aan de orde. Aan het eind van de kleuterperiode kennen de meeste kinderen de cijfers. Ze hebben dan een behoorlijk getalbegrip. Ook kunnen zij kleine hoeveelheden overzien. • De sociaal-emotionele ontwikkeling In een groep is het noodzakelijk vaardigheden te ontwikkelen om volwaardig te functioneren. Dit geldt voor volwassenen en zeker ook voor jonge kinderen. De kleuters moeten nog veel van deze sociale vaardigheden leren. Het is belangrijk hen te leren respect te hebben voor hun medeleerlingen en hen te laten begrijpen dat de ander gelijke rechten heeft. Het egocentrisch karakter van het jonge kind ontwikkelt zich naar een houding van samen doen en samen beleven, geven en nemen en overleg en vriendelijkheid. Aan deze sociaal-emotionele vaardigheden werken we structureel met onze Kanjertraining-methode. Vooral op het gebied van de sociaalemotionele ontwikkeling kan er gekozen worden voor een “kleuterverlenging”. Aan het einde van groep 2 wordt dan op basis van observaties en vastgestelde criteria met ouders besproken of het kind toe is aan het leerproces in groep 3.


17

Diverse prenten- en voorleesboeken helpen de kinderen bij het emotioneel beleven van deze problematiek. Veel spelletjes zijn gericht op samenwerken en overleggen. Natuurlijk is dit moeilijk en gaat het gepaard met kleine en grotere conflicten. Hieraan koppelen we vaak een gesprek met de leerkracht. Deze tracht aan te geven hoe voortaan samen een onenigheid op te lossen. Kinderen moeten ook leren “ruziemaken” Daarom zal de leerkracht niet elk conflict direct beëindigen.

18

Het sinterklaasfeest is nog een dergelijk hoogtepunt voor het jonge kind. We wijden hier een thema aan en voeren de (gezonde) spanning op naar de grote dag, waarop de Sint een bezoek brengt aan onze school en de groepen. Al snel daarna bereiden we ons voor op de kerstdagen. Dan werken we in de sfeer van kerst. Voor de kerstvakantie is er een sfeervol kerstdiner met de groep in de eigen klas.

• De creativiteitsontwikkeling De groepen 1 en 2 worden gekenmerkt door het vele knip-, plak- en knutselwerk. Door over hun werk te praten en te overleggen wat het kind mooi vindt, ontwikkelt het kind zijn creativiteit, vormen kleur gevoel. • Vieringen Natuurlijk vieren we ook de viering van de verschillende hoogtijdagen in het kinderleven. Van de verjaardag maken we altijd een gezamenlijk feestje: de jarige wordt toegezongen, we branden kaarsjes, laten het kind vertellen over de cadeautjes of verjaardag en dan volgt het trakteren. De ouders zijn hierbij van harte welkom.


Lesactiviteiten in de middenbouw en bovenbouw De ene leerling werkt snel, de andere heeft meer uitleg nodig en de volgende moet juist weer veel meer oefenen om iets te leren. Op de Michiel de Ruyter proberen we zoveel mogelijk rekening te houden met deze verschillen. Daarom hebben we gekozen voor methoden waarmee dit kan. Onze methoden bieden een basispakket aan leerstof, met daarbij herhalingsstof voor leerlingen die wat meer tijd nodig hebben. De meeste van onze methoden bieden extra stof die wat dieper op de zaak ingaat voor kinderen die juist wat meer uitdaging nodig hebben. Om alle leerlingen daarbij op de juiste manier te kunnen begeleiden, leren we de kinderen zo zelfstandig mogelijk te werken. Ze doen dit op bepaalde momenten van de dag m.b.v. een dag – en weektaak. We leren ze om, als ze op een probleem stuiten, eerst zelf naar een oplossing te zoeken en daarna aan de slag te gaan met het deel van de taak, dat ze wel begrijpen. Op die manier heeft de leerkracht de tijd om een kind of een groepje kinderen extra uitleg te geven of te begeleiden.

bijvoorbeeld: het kind ziet: muis, het leest /m/ /ui/ /s/ en voegt deze klanken samen: /muis/ Als alle letters aan de beurt zijn geweest, leren de kinderen steeds vlugger te ontcijferen wat er staat. Ook komen er steeds moeilijkere woorden en zinnen aan bod. Dit heet technisch lezen. In groep 4 beginnen de kinderen met de leesmethode Estafette lezen. De nadruk ligt op het technisch lezen. In groep 5 wordt dit gecontinueerd. In de bovenbouw verschuift de nadruk steeds meer naar begrijpend en studerend lezen; dit gebeurt m.b.v. de methode Goed Gelezen In zowel de midden - als bovenbouw is er ook tijd ingeruimd voor vrij lezen, leesbevordering en kritisch leren lezen. We vinden het belangrijk dat de kinderen plezier

• Lezen In groep 3 wordt officieel de start gemaakt met leren lezen. Dit noemen we het aanvankelijk lezen. Hierbij gebruiken wij de methode de Leessleutel. Aan de hand van kernwoorden leren de kinderen de letters en de daarbijbehorende klanken. Eerst leren ze eenvoudige woorden in klanken te verdelen en deze losse klanken weer tot een woord samen te voegen, Openbare Basisschool Michiel de Ruyter

19

in lezen krijgen. Daarom wordt er in alle groepen veel voorgelezen. Iedere groep heeft een eigen bibliotheek, die jaarlijks aangevuld wordt. • Schrijven Voorbereidend schrijven (groep 1/2) is gericht op het: - onderscheiden van vorm, grootte en richting; -imiteren van bewegingsvormen; -gecoördineerd uitvoeren van fijne bewegingen met ogen, hoofd, handen en vingers; - oefenen met schrijfpatronen. Aanvankelijk schrijven (groep 3,4 en 5) is gericht op het aanleren van: -de juiste schrijfhouding en schrijfbeweging; -letters en cijfers; -schrijven op kleinere liniatuur; -en het ontwikkelen van een eigen schrijftempo. In groep 3 zijn wij in het schooljaar 2012-2013 een pilot gestart met Blokschrift.

20

Voortgezet schrijven (groep 6,7 en 8) is gericht op: -het ontwikkelen van een persoonlijk handschrift; -het schrijven op de basislijn; -het kennismaken met andere vormen van schrift; -het kritisch leren beoordelen van het eigen handschrift.

De methode die wij gebruiken om de kinderen te leren schrijven heet Schrijfsleutel en Schrijftaal. Bij het verschijnen van deze schoolgids zijn we bezig met het invoeren van de nieuwe methode: Schrijfsleutel. Om een goed lopend handschrift te kunnen ontwikkelen is goed schrijfmateriaal van essentieel belang. Daarom schrijven alle leerlingen op de Michiel de Ruyterschool met vulpen. Ze krijgen in groep 4 een vulpen om mee te leren schrijven. In groep 6 na de kerst krijgen de leerlingen wederom een nieuwe vulpen. Wij gaan er van uit dat deze pen tot en met groep 8 wordt gebruikt. De kinderen dragen zelf de verantwoording voor deze pen. Bij vernielen of zoekraken kunnen ouders bij de leerkracht een nieuwe bestellen tegen een gereduceerde prijs van € 10,-


• Taal De Michiel de Ruyter werkt met de methode Taalactief. Veel aspecten komen aan de orde, zoals het uitbreiden van de woordenschat, het leren verwoorden van ideeën, spelling en luisteren naar anderen. De leerlingen maken niet alleen taallesjes, ze leren ook verhalen te schrijven en spreekbeurten te houden. In de bovenbouw houden de leerlingen een boekbespreking en maken over verschillende onderwerpen werkstukken. Bij het verschijnen van deze schoolgids zijn we bezig met de keuze van een nieuwe taalmethode. In de groepen 7 en 8 krijgen de leerlingen ook onderwijs in de Engelse taal. Hierbij gebruiken wij de methode Real English. Deze methode heeft een aantrekkelijk uiterlijk. De boeken staan vol met teksten, liedjes, tekeningen, puzzels, strips en foto’s. Er horen ook cd’s met geluidsfragmenten bij. Met de methode Real English willen we de kerndoelen voor Engels bereiken: -De leerlingen kunnen eenvoudige gesproken teksten over alledaagse situaties begrijpen (luistervaardigheid) -De leerlingen kunnen spreken met een begrijpelijke uitspraak (mondelinge vaardigheid); -De leerlingen kunnen de hoofdzaken van een eenvoudige geschreven tekst begrijpen (leesvaardigheid). -Communicatievaardigheden komen op de eerste plaats.

• Rekenen Op de Michiel de Ruyter leren wij de kinderen rekenen met de methode Wereld in Getallen. Dit is een moderne, zgn. realistische rekenmethode. Dat betekent dat de methode uitgaat van allerlei rekensituaties uit de dagelijkse praktijk. De methode stimuleert de leerlingen om op hun eigen creatieve manier tot de juiste oplossing te komen. • Wereldoriënterende vakken Er zijn heel veel gelegenheden om de wereld om ons heen en alles wat zich daar afspeelt of heeft afgespeeld onder de aandacht van de leerlingen te brengen. Dit kan bijvoorbeeld naar aanleiding van een krantenbericht, kringgesprekken, een uitzending van schooltelevisie of een spreekbeurt. In de bovenbouw maken de leerlingen een aantal werkstukken per jaar. De lesmethoden die we bij de wereldoriënterende vakken gebruiken zijn: - Geschiedenis: Bij de tijd - Aardrijkskunde: Geobas - Verkeer: Op voeten en fietsen en de Jeugdverkeerskrant -Techniek en natuur Natuniek

21 • Sociaal - emotionele ontwikkeling De zorg voor het pedagogisch klimaat en in het bijzonder de zorg voor de sociaalemotionele ontwikkeling van kinderen is een speerpunt op onze


school. Het team is getraind in het geven van Kanjertraining. De training is gericht op het creëren en behouden van een positief pedagogisch klimaat in de klas en op de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen. Het groepsgebeuren staat hierbij centraal en natuurlijk de rol die iedereen daarin heeft. Doel van de kanjertraining op school is de sfeer in de klas goed te houden of te verbeteren. De kinderen krijgen een betere band met elkaar/met de leerkracht en ze voelen zich prettiger in de klas. Subdoelen zijn: -Bevordering van vertrouwen en veiligheid in de klas; - Versterking van sociale vaardigheden bij leerlingen; -Beheersing door leerlingen van verschillende oplossingsstrategieën in conflicten; -Bewustwording van eigenheid bij leerlingen: Ik doe mij niet anders voor dan ik in werkelijkheid ben.

• Thematisch werken en zelfstandig werken In de groepen 1 en 2 wordt er met thema’s gewerkt, waarin het spel centraal staat. Ook wordt in deze groepen veel aan de zelfstandigheidbevordering van kinderen gewerkt. In de groepen 3 en 4 wordt er naar toegewerkt dat de kinderen zelfstandig werk kunnen plannen. Ook komen er een aantal thema’s aan de orde, waarin lees -, schrijf -, reken -en expressieactiviteiten worden ingepast. In de groepen 5 t/m 8 leren kinderen hun werk plannen met een standaard weekplan, waarin duidelijk onderscheid is gemaakt tussen verplicht werk en keuzewerk. In deze tijd is de leerkracht aan het werk met individuele leerlingen of met een klein groepje. In de groepen 5 t/m 8 komen een aantal thema’s aan de orde, waarin elementen uit verschillende leergebieden worden toegepast. Deze krijgen vorm in presentaties, werkstukken en

22


spreekbeurten. Een inloopavond (of middag) als afsluiting van de thema’s behoort tot de mogelijkheden. Kinderen presenteren dan wat zij gedaan hebben en iedereen die geïnteresseerd is, kan komen. • Computeronderwijs We willen dat leerlingen van de groepen 1 en 2 de mogelijkheid hebben om met de computers te werken. In iedere kleutergroep staan twee computers. Deze maken deel uit van de hoekenstructuur. Alleen het gebruik van de muis is een basisvaardigheid. De leerkracht draagt nog steeds de verantwoordelijkheid voor het klaarzetten. De leerlingen maken kennis met de computer en leren werken met “leer”programma’s. In de groepen 3 en 4 moeten kinderen leren omgaan met het toetsenbord. Ze moeten zelf de computer (4 per groep) kunnen aanzetten en de voor hen bestemde programma’s kunnen starten. De leerlingen kunnen zelfstandig een programma opstarten en afsluiten. De leerlingen kunnen werken met programma’s van de verschillende leergebieden. De kinderen kunnen omgaan met een eenvoudig tekstverwerkingsprogramma In groep 5 tot en met 8 moet de vaardigheid in toetsenbordgebruik worden verbeterd en kunnen leerlingen werken met programma’s van de verschillende leergebieden. Er staan 8 computers per groep voor hen klaar.

De mogelijkheden van specifieke Windows eigenschappen, zoals dubbel klikken, rolmenu’s etc. leren de kinderen kennen en zelfstandig uitvoeren. Daarnaast wordt vanaf groep 5 ook gestart met het aanleren van het gebruik van programmatuur voor bijv. tekstverwerking. Met een tekstverwerkingsprogramma kunnen de kinderen zelfstandig een werkstuk maken. De leerlingen kunnen een tekst opmaken(lettertype, grootte, vet maken, knippen en plakken). De leerlingen kunnen zelfstandig omgaan met internet. De leerlingen leren informatie op te vragen en te selecteren. In groep 7 en 8 kunnen presentaties met PowerPoint worden gegeven. • Computerprotocol Vanaf groep 3 t/m 8 is een computerprotocol ingevoerd. De regels van dit protocol worden besproken in de klas. De inhoud van dit protocol gaat over downloaden, bezoek ongewenste websites, omgaan met apparatuur e.d. Houden de kinderen zich niet aan het protocol dan is er een duidelijke lijn van optreden. In eerste instantie volgt een mondelinge waarschuwing, bij de tweede keer worden de ouders middels een brief ingelicht en de laatste stap is dat de betreffende leerling voor een maand van de computer wordt uitgesloten. Dit wordt aan de ouders kenbaar gemaakt middels een brief. Tijdens de computertijd krijgt het kind ander passend werk aangeboden.


23

• Cultuureducatie Hieronder verstaan we alle vakken die met culturele en kunstzinnige vorming te maken hebben. Voor sommige vakken gebruiken we methoden, voor andere vakken de expertise van de leerkrachten zelf. Er is een cultuurcoördinator die samen met de kunst - en cultuurwerkgroep een plan heeft gemaakt om het cultuuronderwijs op de Michiel de Ruyter op een hoger plan te zetten.

Groep 4: Na de kerstvakantie 1 keer per 2 weken een tafel mee naar huis om te oefenen. (op donderdag inleveren/overhoren). Groep 5: Voor de kerstvakantie 1 keer per 2 weken een tafel mee naar huis, na de kerstvakantie 1 keer per twee weken leerwerk of maakwerk (op donderdag inleveren/ overhoren)1 x per 4 weken aardrijkskunde en topografie leren.

• Bewegingsonderwijs In de onderbouw staat bewegen elke dag op het rooster. De kinderen spelen buiten of gymmen in de speelzaal. Bij de gymlessen gebruiken we de methode Gymkids. De leerlingen van de midden - en bovenbouw gymmen in een gymzaal in de school. In de infokalender vindt u terug welke gymzaal dit is. Bij de gymlessen gebruiken we de methode Basislessen bewegingsonderwijs.

24

• Huiswerk In de onderbouw en middenbouw vragen we vaak aan de leerlingen om voor een project spullen van thuis mee te nemen. Het kan gaan om kosteloos materiaal voor knutselactiviteiten, maar ook om speelgoed of gebruiksvoorwerpen voor in een speelhoek of een tentoonstelling. In de midden- en bovenbouw krijgen de leerlingen werk mee naar huis.

Groep 6: 1 keer per 4 weken aardrijkskunde en topografie leren. 1 keer per twee weken maak of leerwerk mee. (inleveren op donderdag) Groep 7: elke week huiswerk. Om de 4 weken aardrijkskunde en topografie leren en Engels. Groep 8: Zie groep 7. Ook moeten de kinderen een boekbespreking en een spreekbeurt thuis


voorbereiden. Huiswerk is niet noodzakelijk vanwege de hoeveelheid leerstof. Het gaat ons er vooral om dat de leerlingen eraan gewend raken om huiswerk te maken of iets te leren of te bestuderen. Kinderen die gewend zijn om dit regelmatig te doen, vinden gemakkelijker hun draai in het voortgezet onderwijs. U zult begrijpen dat het effect van huiswerk het grootst is als het goed gedaan wordt. In het begin is het gewenst dat de ouders hun kind hierbij begeleiden. Uiteindelijk gaat het erom, dat leerlingen ook zelf leren verantwoordelijk te zijn voor het maken en het meenemen van het huiswerk.

3.4 Regelingen in de school A. Schoolafspraken Een belangrijke punt is dat de schoolomgeving een veilige omgeving is voor het kind, voor de leerkrachten en voor de ouders . We trachten op school een duidelijke structuur aan te brengen, waarin iedereen zich thuis en veilig voelt. Wij bereiken dit; - doordat er omgangs- en gedragsregels op ‘De Michiel de Ruyter’ met elkaar zijn opgesteld, besproken en afgesproken. Deze regels worden elk jaar gevalueerd en zonodig bijgesteld. - door zo respectvol mogelijk met en over elkaar te spreken - door het aanleren van sociale vaardigheden m.b.v. de methode kanjertraining

25


- door het bevorderen van zelfstandigheid - door aandacht te besteden aan problemen van leerlingen - door samen te voorkomen dat er gepest wordt. Bij aanvang van het schooljaar spreken de leerkrachten, samen met de kinderen, de groepsregels af. Daarnaast hanteren we de gouden regels van Amstelwijs en de volgende omgangs – en gedragsregels op schoolniveau. Hieronder vindt u een opsomming van de voor u en uw kind relevante schoolregels. Op weg van en naar school en op het schoolplein 1. Zet je fiets op de daarvoor afgesproken plekken. Je komt alleen op de fiets als het mag. 2. Als kinderen in de klas komen, blijven ze in het lokaal. 3. De klassendienst blijft uiterlijk een kwartier na schooltijd in de klas.

26

In het schoolgebouw 1. De buitendeuren gaan op tijd open. ’s Morgens om 8.20u. Na de zoemer om (respectievelijk) 8.30u. gaan de buitendeuren dicht. 2. De ouders moeten om 8.30 uur de klassen en de gangen verlaten. Als kinderen drie keer in één maand tijd te laat zijn, krijgen zij een briefje mee naar huis. 3. Roken is niet toegestaan in het schoolgebouw.

4. Honden zijn niet toegestaan in het schoolgebouw. 5. Indien noodzakelijk mogen kinderen een mobieltje meenemen naar school. Op school gaat hun mobiel uit en wordt ter bewaring afgegeven. 6. Ieder kind heeft een eigen kapstok met een luizencape, voorzien van naam of sticker. 7. De kinderen mogen geen petten op in de klas, buiten is het wel toegestaan. 8. De kinderen gebruiken internet volgens het internet protocol. Dit hangt zichtbaar bij de computers. Kleuterzwemmen: Kleuterzwemmen is uitsluitend voor kinderen van 4 en 5 jaar, onder schooltijd. Ouders dienen zelf het vervoer naar het zwembad/school te regelen. Het kleuterzwemmen leidt uitsluitend op voor het A-diploma. Het is niet mogelijk om het B-diploma te behalen. Als uw kind tijdens het seizoen het A-diploma haalt, eindigt het zwemmen. Gym: 1. Gymkleding en gymschoenen zijn verplicht in groep 1 t/m 8. Bij het meerdere keren niet nakomen hiervan spreekt de leerkracht de ouders aan. De gymkleding dient wekelijks gewassen te worden. 2. Wanneer een kind niet gymt, dienen de ouders dit te melden bij de leerkracht.


Zorg voor materialen: 1. Wij brengen de leerlingen zorg bij voor de materialen, gereedschappen, boeken en kleding. 2. De magazijnen en het schoonmaakhok zijn alleen toegankelijk voor het schoolpersoneel. 3. Bij huiswerk van en naar school is een tas verplicht. 4. Gevonden voorwerpen worden verzameld en na verloop van tijd verwijderd. In de klas: Verjaardag: 1. Trakteren in de eigen groep. De traktatie klein houden en voor iedereen geschikt of een alternatief. We geven de voorkeur aan een gezonde traktatie. 2. Het trakteren gebeurt op een vast tijdstip, vlak voor of na het speelkwartier. Er mogen twee kinderen helpen. 3. Dezelfde afspraken gelden bij geboorte van een broertje of zusje. 4. In groep 1 en 2 mogen de leerlingen ook met hun zwemdiploma langsgaan. 5. Afspraak rondgaan klassen. De ouders/verzorgers: 1. Ouders/verzorgers hebben net als leerkrachten een voorbeeldfunctie. 2. Wij verzoeken de ouders bij het halen en brengen van de kinderen zo min mogelijk gebruik te maken van de auto. Het aantal parkeerplaatsen is namelijk gering. Parkeert u dan – indien aanwezig - in de vakken en zo veilig mogelijk.

3. Telefonische boodschappen voor schooltijd. Het liefst voor 8:15u. 4. Voor de assisterende ouders geldt dat tijdens de activiteiten de leerkracht de verantwoordelijke persoon blijft. 5. Extra verlofregeling via geldende gemeentelijke regels. Extra verlof kan schriftelijk worden aangevraagd bij de directie. 6. De ouders verlaten de school, liefst voor de bel gaat, om 08.30 uur. 7. TSO (tussenschoolse opvang): ouders maken gebruik van onze overblijfvoorziening. Bij het intakegesprek met de directie ontvangen de ouders de huisregels TSO. 8. NSO (naschoolse opvang): Ouders zijn verantwoordelijk voor het doorgeven van afwijkende schooltijden en dagen aan de NSO. B. Vervoer van kinderen Soms vragen we ouderhulp om onder schooltijd kinderen per auto te vervoeren, bijvoorbeeld voor excursies. Daarbij geldt het volgende: - In de auto moeten zowel voor- als achterin gordels aanwezig zijn. Deze gordels moeten altijd gedragen worden. - Als een kind kleiner is dan 1 meter 35 en jonger dan twaalf jaar, moet de gordel voorin gebruikt worden in combinatie met een zittingverhoger (kinderzitje)


27

- Een kind ouder dan 12 jaar en/of langer dan 1 meter 35 moet de driepuntsgordel op de voorgeschreven manier dragen. - Er mogen nooit meer kinderen worden vervoerd dan er gordels aanwezig zijn. - Het vervoeren van kinderen in een open of gesloten bagageruimte is absoluut niet toegestaan. - Voor de automobilist is een speciale verzekering niet verplicht (de normale WA-verzekering wel). C. Parkeergedrag Voor de ouders die met de auto komen willen we graag de volgende regels opfrissen: - Zachter dan stapvoets rijden. - Nooit dubbel parkeren, ook niet voor even.

Loopt u liever honderd meter in plaats van een ongeluk veroorzaken. - Kom ruim op tijd. Dan hebt u ook alle tijd om rustig verderop te parkeren. - Geeft u deze afspraken ook door aan de andere wegbrengers en ophalers. - Ga fatsoenlijk om met mensen die u attenderen op een overtreding. Ze denken ook aan uw kind. D. Schoolspullen Vanaf groep 3 ontvangen de kinderen spullen van school. Te weten: een etui, liniaal,kladblok en multomap. Voor het huiswerk dienen de kinderen over een deugdelijke tas te beschikken.

28


E. Vernieling schooleigendommen Wanneer een kind opzettelijk schoolmateriaal vernielt moet hij/zij het materiaal vervangen. De school berekent de kosten op kostprijsbasis. F. Op tijd komen De schooldeur gaat om 8.20 uur open. Indien u te laat bent, wordt u vriendelijk verzocht op de gang afscheid te nemen van uw kind om verstoring van de les zoveel mogelijk te voorkomen. De kinderen van groep 1/2 worden na de schooldag naar buiten gebracht door de leerkracht. Wacht dus buiten op uw kind. De groepsleerkracht blijft wachten totdat alle kinderen zijn opgehaald. G. Wegbrengen van leerlingen in 1 t/m 3 groep Om een rustige start van de dag te bevorderen verzoeken wij u uw kind naar zijn/haar lokaal te begeleiden en zelf dan zo vlot mogelijk uit de klas te gaan. Voor de kinderen en de leerkrachten betekent dit meer rust en overzicht. Als u mededelingen voor de leerkracht hebt, kunt deze voor school het liefst schriftelijk doen of na schooltijd mondeling. Om er voor te zorgen dat we op tijd beginnen met de lessen maken wij gebruik van een zoemer.

kunt ook terecht op www. campina.nl. Na aanmelding duurt het enige weken voordat uw aanmelding verwerkt is. I. Brand- en ontruimingsprocedures Enkele malen per jaar oefenen we de ontruiming van het schoolgebouw. Onze BHV-ers dragen zorg voor de veiligheid op school en volgen, indien nodig, herhalingscursussen “bedrijfshulpverlening”. In alle ruimtes hangen vluchtroutes. Wilt u, indien u als hulpouder op school aanwezig bent, zich aan de onderstaande instructies houden: - blijf kalm, paniek is erger dan brand. - het ontruimingssignaal wordt via de ontruimingsinstallatie bekend gemaakt. - volg de instructies van het personeel precies op. - laat persoonlijke eigendommen achter. - bij rookontwikkeling het hoofd zo dicht mogelijk bij de vloer houden en de ruimte zo snel mogelijk verlaten. - zorg dat u bij elkaar blijft. - verlaat nooit de verzamelplaats zonder toestemming van de ontruimingsleider.

H. Schoolmelk Tijdens de ochtend- en middagpauze kunt u gebruik maken van het schoolmelkaanbod via Campina. Formulieren zijn verkrijgbaar bij de administratie, maar u Openbare Basisschool Michiel de Ruyter

29

4. De zorg voor de kinderen Het uitgangspunt bij het zorgbeleid is de onderwijsvisie. Wij vinden dat het ontwikkelen en uitdragen van de visie en het ontwikkelen en uitvoeren van de zorgverbreding een gezamenlijke verantwoordelijkheid is van directie, leerkrachten, remedial teacher en interne begeleiders. De leerkracht is verantwoordelijk voor het onderwijs en de

daadwerkelijke zorgverbreding in zijn/haar groep. Het is dan ook de leerkracht, die de interne begeleider inschakelt als de gegeven hulp in de groep onvoldoende resultaten geeft. Leerkrachten moeten preventieve zorg geven en planmatig werken. Leerlingenzorg is een teamverantwoordelijkheid.

30


4.1 Opvang van nieuwe leerlingen in de school Aanmelding en inschrijving Wanneer een kind 4 jaar wordt, mag het naar de basisschool. Ouders bezoeken van tevoren verschillende scholen en maken tenslotte een keuze. Om ouders te informeren houden wij informatiebijeenkomst en waarvoor u zich kunt opgeven via de administratie. Deze bijeenkomsten worden gehouden van 9.30u. – 11.00u. Hierbij worden geen kinderen verwacht. De data voor de informatiebijeenkomsten kunt u terugvinden op de website. U ontvangt de schoolgids en een aanmeldings-formulier. Op het moment dat wij uw formulier ingevuld terug ontvangen, wordt bekeken of wij uw kind kunnen inschrijven. U krijgt hierover zo z.s.m. bericht. Beperkte aanname: max. zestig 4-jarigen per jaar. Gehanteerde criteria zijn: broer/zus; in het woongebied; datum van aanmelding. Ongeveer een maand voordat uw kind 4 jaar wordt, krijgt u van ons een uitnodiging om uw kind vier keer een dagdeel te laten wennen op school. Wanneer uw kind vier weken op school zit, wordt u uitgenodigd voor een kennismakingsgesprek. Wij stellen aan de aangemelde kinderen wel enkele eisen. Zij moeten zindelijk zijn, zichzelf kunnen aan- en uitkleden, op het knopen van veters en dichtmaken van ritsen na en ze moeten zelfstandig naar het toilet kunnen. Tussentijds instromen Wanneer ouders willen wisselen van school gedurende het schooljaar ontraden wij dat ten zeerste. Met de directies

van de R. Venema en de Jozefschool is afgesproken dat tussentijds overstappen binnen deze groep van drie scholen in principe niet gehonoreerd wordt. Uiteraard kunnen zich altijd situaties voordoen waardoor van deze regel kan en moet worden afgeweken. Voor alle aanmeldingen geldt de volgende procedure: U meldt uw kind aan op school door het aanmeldingsformulieren in te vullen. Dit formulier is te vinden op de website van de school. Wanneer de administratie het aanmeldingsformulier heeft ontvangen neemt de school, in de meeste gevallen vertegenwoordigd door de intern begeleider, contact met u op. U en uw kind worden uitgenodigd om kennis te maken. De Ib-er van school neemt contact op met de huidige school van uw kind om te informeren naar haar/zijn sociale en cognitieve ontwikkeling. Uw kind wordt vervolgens op school, door de ib-er getest op lees-, rekenen taalvaardigheden. Uiteindelijk wordt de beslissing om een leerling toe te laten door de schoolleiding in samenspraak met de ib-er genomen. 4.2 Volgen van de ontwikkelingen van de leerlingen in de school De onderbouw De leerlingen in de onderbouw worden dagelijks door de leerkracht geobserveerd tijdens de diverse spelen leeractiviteiten. Niet alleen het cognitieve functioneren wordt in kaart gebracht, ook de sociale en emotionele


31

ontwikkeling van uw kind wordt gevolgd. De leerkracht doet dit o.a. door tweemaal per jaar een zgn. sociogram in te vullen.

32

De midden- en bovenbouw In de groepen 3 t/m 8 wordt het gemaakte werk dagelijks door de leerkracht met de leerlingen besproken. Aan het eind van de leerstofkern maken de leerlingen een methode gebonden toets. Deze toetsen laten zien in hoeverre de leerlingen de behandelde lesstof beheersen. De resultaten van deze toetsen worden genoteerd in de resultatenmap. Twee keer per jaar maken de leerlingen Citotoetsen voor rekenen, spelling en lezen. Voor begrijpend lezen en taal één maal per jaar. De resultaten komen in het lovs ( leerlingonderwijsvolgsysteem ) dat ons inzicht verschaft over de resultaten van de individuele leerling, de groep en de school ten opzichte van andere leerlingen, groepen en scholen in Nederland. De gegevens van deze toetsen worden digitaal verwerkt en bewaard. De leerlingen krijgen twee keer per jaar een rapport. De waarderingen op het rapport (onvoldoende, zwak, voldoende, ruim voldoende, goed, zeer goed of een cijfer) worden bepaald aan de hand van de methodegebonden toetsen, samen met de manier waarop de kinderen werken en waarop ze zich gedragen. Ook de toetsen van het leerlingvolgsysteem worden hierin verwerkt. Gedurende de gehele schoolperiode houden wij een

leerlingdossier van uw kind bij. U kunt op verzoek dit leerlingdossier op school inzien. Rapporten en gesprekken Onderbouw Ieder schooljaar kunt u twee of drie keer een uitnodiging voor een tienminutengesprek ontvangen. Het eerste gesprek (groep 2) vindt plaats in november. Het tweede gesprek (groep 1/2 ) vindt plaats in februari. Het derde gesprek (groep 1/2) vindt plaats in juni en staat voor de leerling uit groep 2 in het teken van de overgang naar groep 3. Midden - en bovenbouw De leerlingen van de midden- en bovenbouw krijgen twee keer per schooljaar een rapport. Dit wordt aan de k inderen meegegeven in februari en juni. Voor de exacte data verwijzen wij u naar de naar de activiteitenkalender op onze website. Drie keer per jaar worden de ouders/ verzorgers van de leerlingen van groep 3 t/m 7 uitgenodigd voor een tien minuten gesprek. Het eerste gesprek vindt plaats in september. Het tweede gesprek in november en het derde gesprek in februari. Indien nodig worden er ook aan het eind van het schooljaar gesprekken gehouden. Alle ouders van de leerlingen van groep 3 t/m 7 worden voor de gesprekken in november en februari uitgenodigd. Bij het vierde gesprek in juni kan de leerkracht ervoor kiezen de ouders


van een leerling uit te nodigen voor een gesprek. Ouders kunnen ook aangeven of zij een gesprek willen. Buiten deze gesprekken om kan het zijn dat de leerkracht ouders uitnodigt voor een gesprek. Ook voor ouders bestaat de mogelijkheid om met de leerkracht te spreken. Het is prettig wanneer u hiervoor van tevoren een afspraak maakt. Dit kan middels een email naar de leerkracht: [email protected] 4.3 Begeleiding van de overgang van leerlingen naar het voortgezet onderwijs De rapportgesprekken van leerlingen uit groep 8 zijn gericht op de verwijzing naar het voortgezet onderwijs. Als de leerlingen van groep 8 de school verlaten en naar het voortgezet onderwijs gaan, is er een zorgvuldige procedure van gesprekken, onderzoek en overleg doorlopen. Schoolbesturen vinden een goede overstap van de basisschool naar het voortgezet onderwijs van groot belang voor een succesvolle vervolgcarrière. Daarom hebben zij afspraken gemaakt over het proces van aanmelding en inschrijving op een school voor voortgezet onderwijs. Deze afspraken zijn vastgelegd in de zogenaamde “kernprocedure”. Alle scholen hebben toegezegd zich te houden aan deze kernprocedure.

In november wordt er op school een informatieavond georganiseerd voor de ouders van leerlingen uit groep 8. Tijdens deze bijeenkomst wordt verteld hoe het schooladvies tot stand komt en hoe de verdere procedure verloopt m.b.t. aanmelding en inschrijving op een school voor voortgezet onderwijs. Er wordt ook een vertegenwoordiger vanuit het VO uitgenodigd om


33

informatie te verstrekken en vragen te beantwoorden. In januari maken de leerlingen uit groep 8 een proef Cito-eindtoets en worden de ouders voor een individueel gesprek op school uitgenodigd. Tijdens dit gesprek zal het definitieve schooladvies gegeven worden. Eind januari en in februari organiseren de scholen voor voortgezet onderwijs open dagen, informatieavonden en kunnen er proeflessen gevolgd worden. Groep 8 brengt ook als klas twee bezoeken aan het Voortgezet Onderwijs. In februari en maart kunnen ouders hun kind aanmelden bij één school voor voortgezet onderwijs d.m.v. een aanmeldingsformulier. In februari vindt de Cito-eindtoets plaats. Begin maart is de uitkomst hiervan bekend. In de tussentijd schrijft de school de onderwijskundige rapporten voor een goede overdracht naar de scholen voor voortgezet onderwijs. Medio april maken de scholen voor voortgezet onderwijs bekend welke kinderen geplaatst zijn. Leerlingen, die uitgeloot zijn, moeten zich aanmelden bij een andere school.

34

4.4 Speciale zorg voor leerlingen met specifieke behoeften Leerlingbespreking Gedurende het schooljaar houdt de intern begeleider regelmatig leerlingen groepsbesprekingen met de leerkracht. Tijdens deze besprekingen worden de leerlingen doorgenomen en worden er afspraken gemaakt over de begeleiding van leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Aan de hand van de toets

uitslagen van CITO wordt bepaald welke leerlingen in aanmerking komen voor een handelingsplan. In het handelingsplan staat omschreven welke ondersteuning de leerling in kwestie krijgt en door wie de ondersteuning wordt geboden; in de klas door de groepsleerkracht of buiten de klas door een gespecialiseerde RT leerkracht. Het handelingsplan wordt door de leerkracht geschreven en met de ouders besproken. De ouders ondertekenen vervolgens het handelingsplan. Begeleiding Het kan voorkomen dat ondanks alle extra inspanningen van leerkrachten, intern begeleiders en ouders een leerling toch onvoldoende progressie maakt. In dit geval vraagt de school aan de ouders toestemming voor onderzoek door schoolbegeleidingsdienst O en A. O en A doet onderzoek naar leer- en gedragsstoornissen bij kinderen. Meer informatie over O en A en de samenwerking tussen hen en school kunt u vinden in het zorgplan. Behalve leer- en gedragsproblemen kan de ontwikkeling van een kind ook door andere redenen in het geding komen. Wij werken dan, naast O en A, ook nauw samen met de volgende instanties: - GGD (schoolverpleegkundige en schoolarts) - Fysiotherapiepraktijken - Logopediepraktijken en schoollogopedie - Schoolmaatschappelijk werk - CJG- Centrum voor Jeugd en gezin - AMK- Advies en Meldpunt Kindermishandeling - VIA- Verwijzing, Indicatie en Advies


VIA Ieder kind heeft recht op goed onderwijs en op de zorg die het nodig heeft. Amstelveen en Ouder-Amstel werken hiervoor samen met deskundige mensen en goede organisaties. Om snel en efficiënt de juiste aanpak te vinden is VIA Amstelzijde opgericht; Verwijzing, Indicatie en Advies. VIA Amstelzijde is het centrale loket voor scholen en ouders en vormt de start van elk zorgen verwijzingstraject. Als blijkt dat het de school niet lukt om, ook in samenwerking met de hierboven genoemde instanties, de zorg te bieden die de leerling nodig heeft dan zullen wij samen met de ouders gaan zoeken naar een andere, geschikte vorm van onderwijs. Plaatsing op een school voor speciaal basis onderwijs (SBO) of speciaal onderwijs(SO) kan alleen wanneer er voldoende gegevens over de leerling in kwestie bekend zijn zoals: psychologisch onderzoek, didactisch onderzoek en/of medisch onderzoek.

Als uit onderzoek blijkt dat de leerling speciale zorg nodig heeft, wordt zorgvuldig afgewogen of wij die zorg als school kunnen bieden. Als dit niet het geval is wordt in overleg met de ouders gezocht naar passend onderwijs. SbAO - speciaal basisonderwijs Voor plaatsing binnen het speciaal basisonderwijs is aanmelding bij de VIA noodzakelijk. Deze commissie besluit of de leerling geplaatst kan worden binnen het speciaal basisonderwijs. Dit besluit is gebaseerd op de resultaten van: - psychologisch onderzoek - pedagogisch/didactisch onderzoek - medisch onderzoek

35


4.5 GGD Amstelland-de Meerlanden Jeugdgezondheidszorg basisonderwijs De Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van de GGD houdt zich bezig met een gezonde ontwikkeling en opvoeding van alle kinderen van 0-19 jaar in de regio Amstelland-de Meerlanden. De JGZ heeft vooral een signalerende en verwijzende functie. Op basis van de ernst van de zorgen en/of problemen en de noodzakelijke hulpverlening biedt de JGZ zelf kortdurende hulpverlening of verwijst door naar de geschikte hulpverleningsinstantie. Onderzoek kinderen groep 2 De assistent onderzoekt bij alle kinderen in groep 2 het gehoor, het gezichtsvermogen en het gedrag. Bij signaleren van bijzonderheden volgt een nader onderzoek door de arts JGZ op de GGD-vestiging. Voor het onderzoek ontvangen de leerkrachten het leerkrachtenformulier. Het is van belang dat ouders op de hoogte zijn, anders kunnen zij niet door de JGZ benaderd worden.

36

Onderzoek kinderen groep 7 De verpleegkundige JGZ voert dit onderzoek op school uit, ouders ontvangen twee vragenlijsten via school. Ouders geven de twee ingevulde vragenlijsten binnen twee weken retour aan de leerkracht De ouders worden hierna met hun kind uitgenodigd. Bij het signaleren van bijzonderheden volgt een nader onderzoek door de arts JGZ op de GGD-vestiging. Ook voor dit onderzoek krijgen de leerkrachten een leerkrachtenformulier en is het van

belang dat ouders ervan op de hoogte zijn dat deze informatie wordt gegeven, zodat deze kan worden besproken tijdens het onderzoek. Overleg met de interne begeleiders Over het algemeen vindt drie á vier keer per jaar overleg plaats tussen de verpleegkundige JGZ, de onderwijshulpverlener van Bureau Jeugdzorg en de interne begeleider om de zorgleerlingen te bespreken. Van belang is dat ouders ervan op de hoogte zijn dat hun kind in dit overleg besproken wordt. De GGD kan begeleiding bieden om de hulpvraag te verduidelijken en adviezen geven over hoe de zorgen met ouders kunnen worden besproken. Vaccinatie 9-jarigen Alle 9-jarigen krijgen in het kader van het rijksvaccinatie programma een uitnodiging voor twee inentingen; BMR (bof, mazelen, rode hond) en DTP (difterie, tetanus, polio). De kinderen worden naar postcodegebied opgeroepen. Dit kan betekenen dat kinderen uit een klas niet op dezelfde dag gevaccineerd worden. De school wordt erover geinformeerd in welke periode de inentingen plaats vinden. Ouders kunnen ook zelf contact opnemen met de GGD als zij zorgen hebben over hun kind. 4.6 Buitenschoolse activiteiten voor kinderen Schoolreisje en excursies Aan het begin van het schooljaar gaan alle leerlingen van groep 1 t/m 7 op schoolreisje. Verder organiseren de


leerkrachten in het kader van projecten jaarlijks een of meerdere excursies. Ook wordt in de klas gebruik gemaakt van leskisten met educatieve onderwerpen. In groep 5 en 6 gaan de kinderen naar de schooltuinen. Schoolkamp Groep 8 gaat als afscheid van de basisschool een aantal dagen erop uit. Wanneer, waar en hoe dit alles eruit gaat zien, horen de betreffende ouders in de loop van het schooljaar. Sportdag Jaarlijks organiseren wij voor alle leerlingen van 3 t/m 8 een sport - en speldag. Dit evenement vindt meestal plaats aan het begin van het schooljaar. Voor groep 1 / 2 doen wij dit op de Nationale Straatspeeldag.

Toernooien De gemeente Amstelveen organiseert voor de m idden- en bovenbouw een aantal toernooien. Alle leerlingen worden in de gelegenheid gesteld om aan deze s portactiviteiten mee te doen. Bijvoorbeeld schoolhockey, zaalvoetbal en schoolvoetbal. De school regelt de deelname en inschrijving. Wij vragen wel ouders voor de begeleiding. Avondvierdaagse Jaarlijks wordt in de maand mei in Amsterdam de Avondvierdaagse gelopen. De Michiel de Ruyterschool wandelt ook mee. Kinderen kunnen zich voor dit evenement via school inschrijven. De kinderen doen mee onder verantwoording van de eigen ouders.

37


5. De leraren 5.1 Groepsleerkracht Elke groep heeft een (of meer) eigen groepsleerkracht(en). Deze is/zijn verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken in de groep van uw kind. U kunt voor alle vragen over uw kind bij hem of haar terecht. Graag na schooltijd een afspraak maken. 5.2 Wijze van vervanging bij ziekte, compensatieverlof, studieverlof, scholing Leerkrachten kunnen een aantal dagen per jaar compensatieverlof (voorheen ADV) hebben. Er komt dan een andere leerkracht in de groep. Een enkele keer volgen leerkrachten cursussen onder schooltijd, of hebben zij een dag buitengewoon verlof. In dergelijke gevallen wordt de groep ook door een andere leerkracht overgenomen. Bij ziekte van een van de leerkrachten komt er in principe een invalkracht. Wanneer geen invalkracht beschikbaar is, wordt er intern naar een oplossing gezocht, bijvoorbeeld door groepen te combineren, leerlingen van de zieke leerkracht over andere klassen te verdelen of door een ambulante leerkracht de vervanging te laten doen.

Er worden in principe geen leerlingen naar huis gestuurd bij ziekte van één van de leerkrachten. Mocht het toch een keer nodig zijn, dan is dit pure overmacht. Leerlingen bij wie niemand thuis is worden op school opgevangen. 5.3 Begeleiding en inzet van stagiaires Het team van de Michiel de Ruyterschool geeft de studenten van de PABO -opleidingen de kans om op onze school stage te lopen. Het is belangrijk om toekomstige leerkrachten mogelijkheden te bieden om in de dagelijkse praktijk met kinderen in een groep te werken. Praktijkervaring is het centrale gedeelte van de opleiding. Bij de aanname van een stagiaire wordt door de stagecoördinator gekeken of plaatsing op dat moment binnen die groep past. De gewone studenten van de PABO komen één dag in de week en af en toe een hele week. Een student die bijna klaar is met de opleiding loopt een LIO-stage. LIO staat voor leerkracht in opleiding. De LIO-stage duurt een heel of een deel van een schooljaar, waarin de stagiaire meedraait als lid van het team. De LIO-stagiaire geeft drie dagen van de week les in een groep. De groepsleerkracht blijft eindverantwoordelijk.

38


Wij participeren in het project “Opleiden in school”. Lag in het verleden de eindverantwoordelijkheid voor de praktische kant van de opleiding van stagiaires nog bij de PABO, nu is het de bedoeling dat deze steeds meer komt te liggen bij de basisschool. Om deze omslag te kunnen maken heeft een groot aantal teamleden van de Michiel de Ruyter inmiddels een opleiding tot coach gevolgd. Diverse middelbare scholen organiseren een stage, die bedoeld is als oriëntatie voor de beroepskeuze. Op de Michiel de Ruyterschool zijn deze stagiaires ook welkom.

5.4 Scholing van leraren Het onderwijs verandert voortdurend. Natuurlijk is het belangrijk dat scholen hierop inspelen. Daarom volgen de leerkrachten van de Michiel de Ruyter ieder jaar cursussen en opleidingen, bijv. tijdens studiedagen.

39


6. De ouders 6.1 Belang van de betrokkenheid van ouders Contact Wij vinden het contact tussen school en ouders erg belangrijk. Samen zijn we verantwoordelijk voor de opvoeding van hetzelfde kind. Wij proberen u dan ook zo goed mogelijk te informeren over wat er gaande is op school, over algemene schoolzaken, maar ook over het wel en wee van uw kind. Andersom willen wij op school òòk graag op de hoogte gehouden worden over bijzonderheden thuis. Als er thuis iets aan de hand is beïnvloedt dat namelijk het (leer)gedrag van uw kind. Het kan duidelijk “met zijn hoofd ergens anders zijn”, dwars, gespannen, onrustig enzovoort. Om daar goed op te kunnen reageren is het belangrijk dat de leerkracht weet wat de oorzaak is. Zeg het ons, als er bijvoorbeeld sprake is van verandering van gezinssamenstelling, als een lievelingsdier is overleden, als uw kind zich thuis opeens heel anders gedraagt, enzovoort. Wij kunnen uw kind dan beter opvangen.

40

Betrokkenheid We vinden het belangrijk dat ouders actief bij de school betrokken zijn. We doen dan ook vaak een beroep op ouders om te komen helpen, niet alleen omdat ouderhulp voor een aantal activiteiten onmisbaar is, maar ook om ouders de kans te geven daadwerkelijk betrokken te zijn bij van alles wat we in school met en voor de kinderen doen.

6.2 I nformatievoorziening aan ouders over het onderwijs en de school Beleid m.b.t. informatieplicht ouders Iedere ouder heeft in principe recht op informatie van de school over zijn of haar kind. Dat is ook het uitgangspunt bij ons op school. In sommige gevallen heeft de ene ouder recht op meer informatie dan de andere. Een enkeling heeft er soms zelfs helemaal geen recht op. Dat heeft te maken met de wettelijke hoedanigheid waarin de ouders verkeren. Voor ouders die met elkaar getrouwd zijn of samenwonen en die het gezag over hun kinderen hebben, is de situatie duidelijk. Zij krijgen steeds gezamenlijk alle informatie over hun kind. Voor ouders die gescheiden zijn, die niet meer bij elkaar wonen en die wel het gezag hebben, ligt het precies hetzelfde. Zij hebben allebei recht op alle informatie over hun kind, waarbij we er in eerste instantie vanuit gaan dat beide ouders dit zelf onderling regelen. In die gevallen waarin dat niet mogelijk is, kunnen ouders dit schriftelijk kenbaar maken aan de school.

Voor een ouderavond ontvangen ouders een uitnodiging voor een gezamenlijk gesprek. Alleen in bijzondere gevallen kan hiervan worden afgeweken.


Ouders die geen gezag (meer) hebben over hun kind, hebben ook recht op informatie. De ouder zal daar echter wel uitdrukkelijk zelf om moeten vragen. De school hoeft uit zichzelf geen informatie te geven aan deze ouder(s). Als het gaat om de vader, moet deze bovendien het kind hebben erkend, anders heeft hij helemaal geen recht op informatie, ook niet als hij erom vraagt. Deze ouders hebben een beperkt recht op informatie over hun kind. Het betreft alleen belangrijke feiten en omstandigheden, dus informatie over schoolvorderingen en sociaalpedagogische ontwikkelingen. Als het belang van het kind zich tegen deze informatieverstrekking verzet, dan hebben ouders geen recht op informatie. Dit kan het geval zijn als een rechter of psycholoog heeft geoordeeld dat het geven van informatie aan een ouder het kind zal schaden. Wij hopen u hiermee voldoende duidelijkheid te hebben gegeven over hoe wij op school hiermee omgaan. Wet bescherming persoonsgegevens De school heeft te maken met vele informatiestromen: van school naar de ouders, van school naar het ministerie en van de ene naar de andere school. Alle persoonsinformatie die de school verwerkt valt onder de regels van de Wet bescherming persoonsgegevens. De school verzamelt alle informatie over uw kind (zoals rapporten, onderzoeken en verslagen van gesprekken) in een leerlingdossier. U ontvangt natuurlijk de meeste informatie daarvan via de school in de vorm van o.a.

rapporten en 10 m inutengesprekken. In de Wet bescherming persoonsgegevens is vastgelegd dat u recht heeft op inzage van dit dossier. Onderdeel van dat recht op inzage is ook het recht op een kopie. Schriftelijke informatie In de schoolgids vindt u alle informatie die een heel schooljaar lang van pas kan komen. Een keer per twee weken verschijnt de nieuwsbrief. Dit informatiebulletin verstrekt u relevante informatie. Ook staan er vaak oproepen voor hulpouders in. Soms geven de leerkrachten een losse brief met informatie mee. Sinds 2012 maken wij gebruik van het digitale communicatiemiddel Digiduif. Website De website neemt een steeds belangrijkere plaats in ten behoeve van de informatievoorziening. Wij verwijzen hier naar onze site: www.obs-michielderuyter.nl Ouderavonden (3e week) Aan het begin van het schooljaar nodigen de leerkrachten de ouders uit voor een informatiemoment op school. De bedoeling is om met elkaar kennis te maken en informatie te geven over de activiteiten die in de groepen plaatsvinden. Tevens zal er uitleg worden gegeven over de methoden die worden gebruikt en zal de leerlinglijst per klas worden uitgereikt.


41

6.3 Inspraak De medezeggenschapsraad De ouders, de directeur en de leerkrachten ontmoeten elkaar in de medezeggenschapsraad (MR). Ouders adviseren, gesteund door wettelijke bevoegdheden en denken mee hoe de kwaliteit van het onderwijs goed blijft en soms verbeterd kan worden. De medezeggenschapsraad bestaat uit 8 leden: 4 leerkrachten en 4 ouders. De directeur heeft een adviserende rol. Ouders en leerkrachten zijn uit en door hun eigen geleding voor een periode van twee jaar gekozen. De MR heeft in een aantal zaken instemmingsbevoegdheid. Met name als het gaat om het schoolplan, en veiligheids-en gezondheidsregels binnen de school. Daarnaast heeft de MR adviesbevoegdheid over diverse door het schoolbestuur voorgenomen besluiten, zoals het vaststellen van het beleid m.b.t. de organisatie van de school, toelating van leerlingen, onderhoud van de school en fusies. De MR bevordert de openheid en het overleg op de school. De bevoegdheden van de raad zijn vermeld in de Wet Medezeggenschap Onderwijs 1992. Deze zijn voorts verwerkt in een reglement.

42

Dit reglement Medezeggenschap Openbaar Onderwijs kunt u inzien of verkrijgen bij de leden van de MR. De vergaderingen zijn openbaar en worden in de nieuwsbrief aangekondigd. Een ouderlid en of een personeelslid vertegenwoordigen onze MR in de gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) van alle openbare scholen van Amstelveen.

Wat is de ouderraad? De ouderraad wordt gevormd door schoolouders en is samengesteld uit een bestuur en vertegenwoordigers van commissies. Het driehoofdige bestuur bestaat uit een voorzitter, een secretaris en een penningmeester. De ouders en leerkrachten van de Michiel de Ruyterschool willen dat de schooltijd van de kinderen zo goed en zo leuk mogelijk verloopt. Alle betrokkenen dragen hieraan bij en zorgen dat de communicatie optimaal wordt afgestemd. De Ouderraad van de Michiel de Ruyterschool speelt in dit proces een belangrijke rol en wil een klankbord voor de ouders zijn. De leden van de ouderraad zijn behulpzaam bij en verantwoordelijk voor tal van activiteiten in en rond de school. De ouderraad komt elke zes weken bijeen om de actuele zaken in en rond de school te bespreken, evaluaties te plegen en om toekomstige activiteiten in te plannen. Bij de vergaderingen is altijd een lid van de schooldirectie + een groepsleerkracht aanwezig. Bekendmaking van de OR- leden vindt plaats tijdens de OR jaarvergadering in september of oktober van elk jaar. Wat doet de ouderraad? De ouderraad heeft de volgende verantwoordelijkheden en taken: 1. (ondersteuning bij) Het organiseren van activiteiten binnen en buiten school. Leden van de verschillende commissies bereiden jaarlijks terugkerende activiteiten voor en voeren deze uit, vaak met ondersteuning van ouders die zich hiervoor hebben aangemeld.


Voorbeelden hiervan zijn Sinterklaas-, Kerst- en zomerfeest, schoolreisjes en de sportdagen. Daarnaast wordt een bijdrage geleverd aan incidentele gebeurtenissen en vindt afstemming plaats met activiteiten die de school zelf organiseert. 2. Klankbord en communicatiekanaal zijn voor de ouders. Het doel is om eventuele ideeën, vragen en problemen van ouders te signaleren, te bespreken en deze zonodig met de schooldirectie te bespreken. We denken dan aan onderwerpen die niet met het onderwijs of beleid te maken hebben, zoals ondersteuning aan klassenouders, de verkeersveiligheid rondom de school, de schoolfotograaf, inrichting van het schoolplein, de aanpak van luizen bij de kinderen, etc. Ook wil de OR de communicatie van de directie en het docententeam richting de ouders bevorderen. Verder horen wij graag uw mening over de activiteiten die wij organiseren en staan open voor nieuwe ideeën. 3. Innen en beheren van de vrijwillige jaarlijkse ouderbijdrage. Van deze bijdrage worden de vele activiteiten betaald die de OR organiseert of ondersteunt, zoals het jaarlijkse schoolreisje, culturele activiteiten en natuurlijk de vele activiteiten van de verschillende commissies. 4. Organiseren van een jaarvergadering en verantwoording afleggen naar ouders door een jaarverslag te maken en te verspreiden. De OR houdt zich niet bezig met beleidsmatige en onderwijs-

kundige zaken van de school. Dit zijn onderwerpen voor de Medezeggenschapsraad (MR.) Ouderbijdrage De ouders leveren een ouderbijdrage die door de ouderraad wordt beheerd. De besteding van de ouderbijdrage wordt verantwoord middels een financiële administratie en financieel jaarverslag. De hoogte van de ouderbijdrage wordt op basis van de begroting voor het betreffende schooljaar door de ouderraad bepaald en wordt voor akkoord voorgelegd aan de kascontrolecommissie. Voor kinderen die in de loop van het jaar instromen zal een ouderbijdrage worden gevraagd die gebaseerd is op het resterende schooljaar. De ouderbijdrage wordt middels automatische incasso geïnd. Mocht het voor u bezwaarlijk zijn het bedrag ineens te voldoen, neemt u dan contact op met de penningmeester of de directie. Een regeling is altijd te treffen. Indien u informatie wilt over de besteding van de ouderbijdrage kunt u contact opnemen met de penningmeester. U krijgt dan een exemplaar van het financieel jaarverslag of indien gewenst een mondelinge toelichting. De hoogte van de ouderbijdrage vindt u op onze webisite. Sponsorbeleid De Michiel de Ruyterschool staat niet afwijzend tegenover sponsoring, mits hierdoor additionele mogelijkheden ontstaan om de doelstellingen van de school te


43

verwezenlijken. Hetzelfde geldt voor schenkingen, waaronder wordt verstaan een materiële of geldelijke bijdrage waarvoor (in tegenstelling tot sponsoring) geen tegenprestatie wordt geleverd. In het convenant Sponsoring zijn gedragsregels voor sponsering in het primair en voortgezet onderwijs vastgelegd.

44

De Michiel de Ruyterschool onderschrijft deze gedragsregels en dientengevolge dient sponsoring aan de volgende voorwaarden te voldoen: • sponsoring moet in overeenstemming zijn met de goede smaak en het fatsoen; • sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige taak en doelstelling van de school; • sponsoring mag niet in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de kwalitatieve eisen die de school aan het onderwijs stelt; • sponsoring mag de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs niet beïnvloeden; • sponsoring mag geen aantasting betekenen van de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs, de scholen en de daarbij betrokkenen; • sponsoring mag geen schade berokkenen aan de geestelijke en/of lichamelijke gesteldheid van leerlingen.

De eindverantwoordelijkheid voor sponsoring ligt bij de directie. De MR heeft een adviesrecht over het sponsoringbeleid en over de wijze van aanwending van eventuele sponsoring middelen. Als ouders het niet eens zijn met de beslissingen, dan kunnen zij daarover een klacht indienen bij de klachtencommissie van de school. Stichting Vrienden van de Michiel De stichting Vrienden van de Michiel de Ruyterschool is op 5 juli 2001 bij notariële akte opgericht. De inschrijving bij de Kamer van Koophandel heeft plaats gevonden onder nummer 34159270. Het bestuur van de stichting bestaat op dit moment uit vijf leden, waaronder de directeur van de basisschool, een lid van het onderwijsteam en drie ouders. Het bestuur draagt zorg voor verbinding met de medezeggenschapsraad. Wat wil de Stichting Vrienden van de Michiel de Ruyterschool? De stichting Vrienden van de Michiel de Ruyterschool heeft als doel het bevorderen van de belangen van haar leerlingen, bijdragen aan door de school te maken kosten voor voorzieningen waarvoor van overheidswege geen dan wel een te geringe vergoeding wordt gegeven. De stichting heeft in dit kader tot taak het verwerven en beheren van fondsen. Zij doet hierbij een beroep op vrijwillige bijdrage van ouders. Ook staat de stichting open voor giften van anderen die zich met de school verbonden voelen.


6.4 Ouderactiviteiten De klassenouders Elke klas heeft één of twee klassenouders. Ze helpen de leerkracht bij het organiseren van de ouderhulp en assisteren de leerkracht in de klas tijdens feesten en vieringen. Aan het begin van het schooljaar benadert de leerkracht zelf één of twee ouders om klassenouder te worden. Hulpouders Gedurende het schooljaar hebben we uw hulp nodig voor tal van zaken. Soms gaat het om het begeleiden van een activiteit die wekelijks terug komt, zoals: helpen met lezen of helpen met het computeronderwijs. Het kan ook gaan om incidentele hulp, zoals: het kaften van nieuwe boeken, begeleiden van groepjes kinderen bij excursies, de sportdag, enzovoort. Kunt u ook helpen? Laat het ons even weten. Alle hulp is welkom. Tijdens het informatiemoment aan het aan het begin van het schooljaar kunt u zich opgeven. Natuurlijk hebben we ook hulp nodig bij het begeleiden van het jaarlijkse schoolreisje in september. De leerkrachten vragen ouders die zich in het voorgaande schooljaar veel voor de school hebben ingezet. Luizenbrigade Door de z.g. luizenbrigade wordt na elke vakantie een luizencontrole uitgevoerd. Hiervoor is een luizenprotocol opgesteld.

1e Controle Indien er luizen in een groep zijn geconstateerd zal er aan de leerlingen uit die groep de hoofdluisalarmbrief worden uitgedeeld. De leerling bij wie hoofdluis is geconstateerd krijgt ook een brief mee. De school neemt direct contact op met de ouders/ verzorgers om hen te informeren en hen in de gelegenheid te stellen hun kind zo snel mogelijk te kunnen behandelen. Tevens worden de eventuele broers of zusjes van de betreffende leerling(en) die ook op de Michiel de Ruyterschool zitten, gecontroleerd. 2e Controle Na twee weken zal er een hercontrole plaatsvinden in de desbetreffende groep. Indien er bij de eerder geconstateerde leerling(en) nog steeds luizen en levende neten worden aangetroffen zal een tweede brief voor de ouders worden meegegeven. 3e Controle (na twee weken) Indien er bij de betreffende leerling(en) nog steeds luizen en levende neten worden aangetroffen, zal een derde brief aan de ouders worden meegegeven.

45 De schoolverpleegkundige van de GGD zal worden geïnformeerd en zal contact opnemen met de betreffende ouders om met behulp van adviezen een adequate en efficiënte aanpak te realiseren.


In praktische zin worden de volgende afspraken vastgelegd: • De controle bij alle leerlingen vindt één maal per 6 weken plaats ( in principe de 1e maandag na de vakantie), de data worden opgenomen in de nieuwsbrief en jaarkalender. • Groep 8 wordt voorafgaande en na het schoolkamp extra gecontroleerd. • De gemaakte afspraken worden jaarlijks geëvalueerd. • In voorkomende gevallen, bijv. bij hardnekkige kwesties, zal de directie handelend optreden.

De kleuters eten met hun leerkracht in het klaslokaal; de andere groepen onder begeleiding van een overblijfkracht. De kinderen moeten zelf een lunchpakket en drinken meenemen. Een enkel snoepje na de lunch is toegestaan, zakjes chips, koek en frisdrank niet. Na de lunch hebben de kinderen van groep 1 en 2 een pauze van drie kwartier. De overige leerlingen hebben een pauze van een half uur. In deze periode wordt op de leerlingen toezicht gehouden door de overblijfkrachten. Bij regen blijven de kinderen binnen spelen onder leiding van de overblijfkrachten.

Mocht u vragen hebben ten aanzien van de luizencontrole dan kunt u uw vragen stellen aan de coördinatoren. Namen van deze coördinatoren staan op onze webiste.

Meer informatie over het overblijven vindt u op de website van Amstelwijs www.amstelwijs.nl of u kunt terecht bij de coördinator overblijf@ obs-michielderuyter.nl. De huisregels worden op de website vermeld.

6.5 Tussenschoolse opvang De overblijfregeling van de O.B.S. Michiel de Ruyterschool biedt gelegenheid tot opvang en begeleiding van de leerlingen op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag tijdens de lunch en middagpauze. Op school hebben we een overblijfcoördinator. Zij verzorgt de roosters en de begeleiding van de vrijwillige overblijfkrachten.

6.6 Voor-en naschoolse opvang M.i.v. 1 augustus 2007 zijn alle (besturen van) basisscholen verplicht een voorziening voor voor - en naschoolse opvang te realiseren. Die mogen de scholen zelf gestalte geven en/of laten uitvoeren door een externe organisatie.

Een goede overblijfvoorziening, met voldoende begeleiders, een goede sfeer, duidelijke regels en ruimte voor ontspanning, vinden wij een gezamenlijke verantwoordelijkheid van het overblijfteam en de leerkrachten. Op onze school blijven alle kinderen tussen de middag over.

Als uw kind op de Michiel de Ruyterschool zit, kunt u arbeid en zorgtaken combineren door gebruik te maken van de naschoolse opvang. Deze opvang wordt voor de meeste kinderen geregeld door KinderRijk Amstelveen die ook in ons gebouw is gehuisvest. U kunt uw kind natuurlijk

46


ook bij een andere naschoolse opvang laten inschrijven. Meer informatie over naschoolse opvang kunt u vinden op de website. 6.7 Klachtenprocedure Waar gewerkt wordt, worden fouten gemaakt, zo ook op school. Bij klachten en het oplossen daarvan, is communicatie het sleutelwoord. Waar kunt u heen met uw klacht? Voor het bespreken van een klacht zijn op school afspraken gemaakt. Als u een klacht heeft die betrekking heeft op uw kind, dan bespreekt u die eerst met de groepsleerkracht. Voor klachten van algemene aard kunt u een afspraak maken met de directie. In praktijk betekent dit, dat men zo veelal tot een goede oplossing komt. Hieronder ziet u schematisch de route die u kunt bewandelen.

6.8 Schoolverzekering voor leerlingen Het schoolbestuur heeft voor haar scholen een aansprakelijkheidsverzekering afgesloten die dekking geeft zodra schade te wijten valt, aan het handelen of nalaten, die men de school (of haar personeel die namens de school handelt, lees overblijfkrachten of hulpouders) kan verwijten. Deze verzekering is bij maatschappij Marsh ondergebracht en geldt dus ook tijdens schoolreisje, schoolkamp of andere buitenschoolse activiteiten die vanuit school georganiseerd worden. Een kind dat per ongeluk een bril van een ander kind kapot maakt valt hier niet onder. Het lijkt ons dan ook verstandig niet te veel op deze verzekering te rekenen en zelf te zorgen voor een goede WA verzekering voor uw kinderen.

47


Klachtenprocedure OBS “Michiel de Ruyter” Als er een klacht ontstaat op school, zal in de meeste gevallen eerst de informele weg gevolgd worden. Op verzoek kan een contactpersoon de klager adviseren over de vervolg stappen. 1. De informele klachtenroute: 2. De formele klachtenroute: De klager gaat een gesprek aan met een of meer van de De klager neemt contact op met: volgende personen met de bedoeling het probleem op te - contactpersoon; is er geen oplossing dan verwijzen naar lossen - vertrouwenspersoon; is er geen oplossing dan verwijzen - de leerling (via leerkracht of directie) naar - de leerkracht - d e klachtencommissie; wordt de klacht in behandeling - de directie genomen dan volgt een “ advies” aan bevoegd gezag. - de contactpersoon Amstelwijs doet altijd een melding bij de Officier van - gesprek met bovenschoolse directie Justitie bij een zedendelict Contactpersonen: leerkracht: Mevr. S. Krook ouder: Mevr. Marjena Moll telefoon: 020-6431596 telefoon: 06-24515368 Vertrouwenspersoon Amstelwijs:

Vertrouwens inspecteur tel: 0900 - 3111

José Welten [email protected] tel: 020-4190240 of 06-47430001

48

Stichting voor Openbaar Primair Onderwijs Amstelwijs t.a.v. bovenschoolse directeur dhr. F. Cornet Postbus 9159 1180 MD Amstelveen tel: 020-4262460 fax: 020-6450296

Landelijke Klachtencommissie Onderwijs t.a.v. secretaris onderwijsgeschillen Postbus 85191 3508 AD Utrecht Tel: 030-2809590 fax: 030-2809591


7. D e ontwikkeling van het onderwijs in de school 7.1 Kwaliteitsbeleid: activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school De scholen, die deel uitmaken van Amstelwijs, zijn voortdurend bezig hun onderwijs zodanig in te richten dat optimaal tegemoet gekomen kan worden aan een ononderbroken ontwikkeling van kinderen. Om aan deze opdracht te blijven voldoen is een planmatige en methodische aanpak van kwaliteitszorg vereist. Inrichting en vormgeving van de kwaliteitszorg dienen tastbaar en meetbaar te zijn. Er wordt gewerkt met een instrument voor kwaliteitszorg “Kwaliteits Meter Primair Onderwijs”, hierna te noemen KMPO. Onze belangrijkste motivatie voor het vormgeven van onze kwaliteitszorg is de wil om het werk goed en samen te doen. Het is motiverend en plezierig om op een “goede” school te werken, d.w.z. een school waar leerlingen graag naar toe gaan, waar effectief onderwijs wordt gegeven, waar ze veel leren (kennis, houding en vaardigheden) en waar “klanten” (kinderen en ouders) tevreden over zijn. Kwaliteitszorg betreft activiteiten die erop gericht zijn de kwaliteit van het onderwijs te bepalen, te verbeteren, te bewaken en te borgen. Het betekent dat we systematisch en cyclisch de goede dingen goed doen. Hierbij wordt zowel binnen het team als ook buiten het team nagegaan welke aspecten van belang zijn voor goed onderwijs.

7.2 Kwaliteitskringloop In de uitvoering van kwaliteitsbevorderende activiteiten passen we waar mogelijk de kwaliteitskringloop toe. Meerdere kringlopen kunnen zorgen voor een opwaartse verbeteringsspiraal. Een kringloop bestaat uit vier componenten: 1. Kwaliteit bepalen Na de sterkte - en zwakteanalyse worden de lange termijn doelen vastgesteld voor de komende schoolplanperiode. In ons schoolontwikkelingsplan geven we bij deze doelen aan, welke onderdelen verbeterd of vernieuwd moeten worden. 2. Kwaliteit verbeteren Deze doelen worden jaarlijks vertaald in actieplannen in ons teamplan, die zo veel mogelijk voldoen aan de s.m.a.r.t.-criteria. Hieronder verstaan we alle acties die we ondernemen om op een doeltreffende en doelmatige manier de gewenste kwaliteit te realiseren. 3. Kwaliteit bewaken Kwaliteitsbewakende activiteiten zijn toezien, controleren of de school daadwerkelijk op koers is. Bijstellingen kunnen plaatsvinden als tussentijds blijkt, dat het streefniveau te hoog lijkt. 4. Kwaliteit borgen Borgen staat voor alle acties die we als school ondernemen om er voor te zorgen, dat een eenmaal bereikt hoger kwaliteitsniveau niet ‘wegzakt’, maar ‘beklijft’.


49

Kwaliteitsbepaling In het kader van de kwaliteitsbepaling maakt de school gebruik van : - Meest recente inspectierapport - Lerarenenquëte - Evaluatie gesprekkencyclus team - Ouderenquête - Leerlingenquête - Schoolzelfevaluatie - Strategisch beleidsplan Vanuit deze onderzoeken worden keuzes gemaakt voor de beleidsvorming op de Michiel de Ruyterschool. Deze zijn benoemd in het schoolplan.

50

Kwaliteitsverbetering We werken aan kwaliteitsverbetering door: • Jaarlijks maken van een teamplan, met daarin actieplannen. • Het inschakelen van expertise van buitenaf bij vernieuwingsactiviteiten. • Het evalueren en borgen van gemaakte afspraken. • Het geven van zorg op maat, volgens de protocollen en afspraken in het zorgplan. • Leerling-besprekingen m.b.v. incident methode. Zicht krijgen op instructie - en ondersteuningsbehoefte van de kinderen. • Bij te volgen vernieuwingstrajecten voldoende tijd, structureel overleg en begeleiding in te plannen. • Het creëren en stimuleren van bij- en

nascholingsactiviteiten. • Het begeleiden van nieuwe leerkrachten. • Het inschakelen van de interne begeleiding bij het ondersteunen en coachen van leerkrachten. • Het werken met persoonlijke ontwikkelplannen (POP’s) • Jaarlijks worden in de directie de kengetallen met betrekking tot in -, uit - en doorstroom besproken. • Ieder kwartaal wordt de kwartaalrapportage ingevuld en besproken met het centraal management. • Jaarlijks worden de gegevens van de Cito toetsen besproken d.m.v. een schoolzelfevaluatie • Elk schooljaar wordt geëvalueerd in hoeverre de beoogde doelen van onze beleidsvoornemens zijn gerealiseerd. Kwaliteitsbewaking en borging Om de kwaliteit van ons onderwijs te bewaken, maken we gebruik van de volgende middelen: • Methodegebonden toetsen • Systematische afname van methode onafhankelijke toetsen, vastgelegd in het schoolplan. • Het invullen van het leerlingvolgsysteem CITO LOVS • Een heldere taakomschrijving voor leerkrachten met extra taken. • Het evalueren en actualiseren van de klassenmap en naslagmap, waarin alle belangrijke informatie voor het werken in de klas wordt vastgelegd. • Het gebruik maken van de op school aanwezige expertise bij IB en RT.


• H et inschakelen van expertise van buitenaf, wanneer de zorg op schoolniveau dreigt vast te lopen. (Samenwerkingsverband Primair Onderwijs WSNS) • Het schriftelijk vastleggen van afspraken die in vergaderingen worden gemaakt. • Het houden van klassenbezoeken, al dan niet in het kader van coachen of functioneringsgesprekken en/of beoordelingsgesprekken. • Het houden van klassenconsultaties in het kader van schoolontwikkeling m.b.v. kijkwijzers. • Het volgen van schoolontwikkelingscursussen. • Volgen van individuele cursussen in kader van school- en/of persoonlijke ontwikkeling. • Gebruiken van het programma KMPO • Het werken met maatjes en het houden van parallelgroep- en bouwoverleg. • Collegiale ondersteuning. • Deelname van directie aan intervisiegroepen. • Deelname van IB-ers aan netwerk samenwerkingsverband Amstelzijde.

Ouder- en medezeggenschapsraad zijn actief in hun taakuitvoering en informeren de ouders regelmatig over hun activiteiten. Daarnaast zijn er nog tal van andere geplande en ongeplande manieren en momenten waarop ouders hun mening over de kwaliteitszorg kenbaar kunnen maken. Voorbeelden daarvan zijn: de ouderavonden, gesprekken met directie, groepsleraren, coördinatoren leerlingenzorg en bestuurder. We hebben in onze beleidsvoornemens opgenomen dat we eens in de twee jaar een ouderenquête willen uitvoeren. Ook op de website vindt u meer informatie over onze kwaliteitszorg. Ieder jaar nemen wij ons onderwijs onder de loep en stellen wij onze doelen voor het nieuwe schooljaar bij.

7.3 Betrokkenheid van ouders Binnen een integrale benadering van kwaliteitszorg dichten we ook onze ouders een belangrijke rol toe. Als ‘klant’ bepalen zij op een aantal aspecten of onze school in hun ogen kwaliteit levert. In onze schoolgids en in de nieuwsbrief informeren wij ouders over allerlei aspecten die samenhangen met ons kwaliteitsbeleid. Ook is de klachtenregeling opgenomen in de schoolgids. Openbare Basisschool Michiel de Ruyter

51

8. De resultaten van het onderwijs 8.1 Gegevens over specifieke zorg voor leerlingen De gegevens over de specifieke zorg voor leerlingen en over de vorderingen in de basisvaardigheden kunt u vinden in ons zorgplan. 8.2 Uitstroom van leerlingen naar het voortgezet onderwijs Het aantal leerlingen dat naar de diverse vormen van voortgezet onderwijs gaat wisselt van jaar tot jaar. Het is afhankelijk van de samenstelling van groep 8. De schoolkeuze voor voortgezet onderwijs is afhankelijk van drie elementen: de capaciteiten van een kind, de thuissituatie en de resultaten van het kind op de basisschool. Wij stellen ons ten doel het maximale uit elke leerling te halen. We proberen er zo voor te zorgen dat elk kind in de voor hem / haar meest geschikte vorm van voortgezet onderwijs terechtkomt en op die school goed mee kan komen. Al jarenlang laten de resultaten zien dat wij bovengemiddeld scoren.Rapportages zijn in te zien op de website van de inspectie van het onderwijs. www.onderwijsinspectie.nl

52


9. Regeling school – en vakantietijden 9.1 Schooltijden Groep 1-4: ma-di-do van 8.30-14.45 uur wo-vr van 8.30-12.15 uur Groep 5-8: ma-di-do-vr van 8.30-14.45 uur wo van 8.30-12.15 uur De deur gaat open om 8.20 uur en wij verzoeken ouders van kinderen in groep 4 t/m 8 zo veel mogelijk bij de deur afscheid te nemen i.v.m. de grote drukte in school. Om 8.30 uur gaat er een signaal en willen we echt starten met de lessen! 9.2 Regels voor aanvang en einde schooltijd De leerkrachten zijn ’s ochtends een half uur voor schooltijd en ’s middags anderhalf uur na schooltijd aanwezig. Voor schooltijd is er geen toezicht op het plein. Wilt u er op toezien dat alle leerlingen op tijd in de klas aanwezig zijn? De groepen beginnen met een dagopening of met stillezen. Het werkt heel storend als de kinderen binnen druppelen. 9.3 Regels in geval van schoolverzuim bij ziekte Wilt u bij ziekte, doktersbezoek of ander verzuim van uw kind ons tijdig telefonisch of schriftelijk berichten? Als uw kind later op school komt of eerder weg moet, verzoeken wij u eveneens om ons dit schriftelijk te laten weten. Verzuimen onder schooltijd is storend voor het schoolgebeuren en nadelig voor de betreffende leerling. Daarom vragen wij u om, wanneer u voor uw kind(eren)

een afspraak maakt voor een bezoek aan de tandarts, huisarts, orthodontist, etc. een tijd af te spreken die zo veel mogelijk buiten de schooluren valt. Mocht het toch nodig zijn, dan verwachten we dat u uw kind haalt en brengt. Besmettingen (als hoofdluis) of besmettelijke ziekten (bijv. rode hond) moeten worden gemeld bij de leerkracht. Wilt u de kinderen thuis houden tot het besmettingsgevaar over is! Wilt u de school altijd – het liefst voor 08.15 uur - informeren bij ziekte van uw kind? 020-6431596 9.4 Vakanties Het vakantierooster kunt u vinden in en op de website.


53

9.5 Verlofregeling In de leerplichtwet staat dat uw kind de school moet bezoeken als er onderwijs wordt gegeven. Leerlingen mogen dus nooit zomaar van school wegblijven. In een aantal gevallen is echter een uitzondering op deze regeling mogelijk. Hieraan zijn regels verbonden. Als uw kind niet naar school kan, moet u zich aan deze regels houden. Regelmatig wordt bij de schoolleiding een verzoek ingediend voor één of meerdere vrije dagen voor de leerlingen. Verlof buiten de schoolvakanties om is niet wenselijk. Het leer- en groepsproces wordt door het extra verlof verstoord. Bovendien worden de leerkrachten extra belast; het kind moet tenslotte weer “bijgespijkerd” worden bij terugkomst. In uitzonderlijke omstandigheden wordt extra verlof toegestaan. Deze omstandigheden staan beschreven in de onderstaande regeling. Extra verlof voor leerlingen kan in een aantal gevallen bij uitzondering worden gegeven. Daarbij worden twee vormen onderscheiden:

54

• verlof vanwege gewichtige omstandigheden • vakantieverlof Een verzoek om extra verlof in geval van gewichtige omstandigheden voor tien schooldagen per schooljaar of minder dient vooraf of binnen twee dagen na ontstaan van de verhindering aan de directie van de Michiel de Ruyterschool te worden voorgelegd. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden: • voor het voldoen aan een wettelijke verplichting voor zover dit niet buiten de lesuren kan geschieden; • voor verhuizing ten hoogste 1 dag; • voor het bijwonen van het huwelijk van bloed- of aanverwanten t/m de derde graad voor één of ten hoogste twee dagen, afhankelijk of dit huwelijk gesloten wordt binnen of buiten de regio; • bij ernstige ziekte van ouders of bloed-of aanverwanten t/m de derde graad; duur in overleg met de directeur; • bij overlijden van bloed- of aanverwanten in de 1e graad voor ten hoogste vier dagen; van bloed- of aanverwanten in de tweede graad voor ten hoogste twee dagen; van bloed- of aanverwanten in de derde of vierde graad ten hoogste 1 dag; • bij 25-, 40- en 50-jarige ambtsjubileum en het 12½-, 25-, 40-, 50- en 60-jarig huwelijksjubileum van ouders of grootouders voor 1 dag; • voor andere naar het oordeel van de directeur belangrijke redenen, maar geen vakantieverlof.


Een verzoek om extra verlof in geval van gewichtige omstandigheden voor meer dan tien schooldagen per schooljaar dient, minimaal 1 maand van te voren, via de directie van de school, bij de leerplichtambtenaar van de gemeente Amstelveen te worden voorgelegd. Verlof indienen: de ouders een verklaring van een arts of een maatschappelijk werker kunnen overleggen waaruit blijkt dat een verlof noodzakelijk is op grond van medische of sociale indicatie betreffende één van de gezinsleden. Voor verlofperioden, langer dan tien dagen, moet naast de toestemming van de directeur ook de goedkeuring van de leerplichtambtenaar worden verkregen. Vakantieverlof wordt alleen toegestaan: • als door de specifieke aard van het beroep van één van de ouders het slechts mogelijk is buiten alle schoolvakanties met vakantie te gaan; • een werkgelegenheidverklaring wordt overlegd waaruit blijkt dat geen verlof binnen de officiële schoolvakanties mogelijk is. • als het verzoek om vakantieverlof minimaal 6 weken van tevoren aan de directie van de Michiel de Ruyterschool is voorgelegd:

Vakantieverlof mag: • indien aangetoond kan worden dat het gezin niet 2 aaneengesloten weken, in bestaande vakanties, op verlof kan • twee maal per basisschoolperiode • niet langer duren dan 10 schooldagen • niet plaatsvinden in de eerste twee weken van het schooljaar De volgende situaties zijn geen andere gewichtige omstandigheden: • Familiebezoek in het buitenland • Vakantie in een goedkope periode of i.v.m. een speciale aanbieding • Vakantie onder schooltijd bij gebrek aan andere boekingsmogelijkheden • Een uitnodiging van familie of vrienden om buiten de normale schoolvakanties op vakantie te gaan • Eerder vertrek of latere terugkeer in verband met grote (verkeers)drukte • Verlof voor een kind, omdat andere kinderen uit het gezin al of nog vrij zijn. Deze regeling geldt voor alle leerlingen die onder de leerplichtwet vallen. Leerlingen zijn vanaf één maand na de vijfde verjaardag volledig leerplichtig.


55

Hoe dient u een aanvraag in? Aanvraagformulieren voor verlof buiten de schoolvakanties zijn verkrijgbaar bij de administratie, de conciërge, de directie of via de website. De directeur neemt zelf een besluit over een verlofaanvraag voor een periode van maximaal tien schooldagen. Als een aanvraag voor verlof vanwege “andere gewichtige omstandigheden” meer dan tien dagen beslaat, wordt de aanvraag doorgestuurd naar de leerplichtambtenaar. Bezwaar Wanneer uw verzoek om extra verlof wordt afgewezen en u het niet eens bent met dat besluit, kunt u schriftelijk bezwaar maken. U dient dit bezwaar in bij de directeur van de school, die het eventueel zal voorleggen aan de leerplichtambtenaar van de gemeente Amstelveen.

Ongeoorloofd verzuim Verlof dat wordt opgenomen zonder toestemming van de directeur of de leerplichtambtenaar wordt gezien als ongeoorloofd verzuim. De directeur is verplicht dit aan de leerplichtambtenaar te melden. Deze beslist of er proces-verbaal wordt opgemaakt. 9.6 Spreken met de directie Als u de directie wilt spreken, kunt u een afspraak maken. Mail hiervoor naar: [email protected] 9.7 Namen en adressen Alle namen en adressen van de school, het team, de medezeggenschapsraad en de ouderraad kunt u vinden op onze website. U vindt daar ook de adressen van instellingen buiten de school waarmee u te maken kunt krijgen, zoals de inspectie en de GGD.

56


Inhoudsopgave. 1. De school 1.1 schoolbestuur 1.2 situering van de school 1.3 schoolgrootte

Recommend Documents