1 april 2005 - 56e jaargang no. 13
Het Amazon Conservation Team Suriname (ACT Suriname) mocht zich de afgelopen week verheugen in hoog bezoek uit de Verenigde Staten van Amerika. De ACT-USA delegatie bestond uit de dames Tamar Datan, ACT Board member en Gwendolyn Emanuels – Smith, Program Director ACT Suriname en de heren Mark Plotkin, President, Bruce Babbit en Ken Cook, Board members. De heer Babbit is een heel bekende Amerikaanse milieu deskundige. Hij bekleedde tijdens het presidentschap van Bill Clinton de functie van Minister of the Interior.
Het ACT-Suriname heeft bijvoorbeeld ervoor zorggedragen, dat traditionele woon- en leefgebieden der Trio-indianen in kaart werden gebracht. Het droeg bij in zowel de sponsoring als de technische en logistieke ondersteuning. Thans is men bezig ook de woon- en leefgebieden der Wajana’s in kaart te brengen.
Kennismaking Op verzoek van Het ACT-Suriname brachten voornoemde dames en heren op 23 maart jl. een kennismakingsbezoek aan Warren M. Pedersen, Suralco’s Managing Director. Ze werden door laatstgenoemde uitvoerig geïnformeerd over de lopende ontwikkelingen in West – Suriname, met name t.a.v. hydropower en de bauxietvoorkomens in het Bakhuysgebied. Bij het gesprek was tevens aanwezig Rudi Liems, board member van het ACT-Suriname. Mark Plotkin was in het bijzonder geïnteresseerd in de mogelijke effecten van het West- Suriname plan op de traditionele woon- en leefgebieden der Trioindianen, hun cultuur en hun traditionele medicinale plantenkennis. De sponsoring van ACT-Suriname door o.a. het World Wildlife Fund (WWF) is voornamelijk gericht op deze aspecten van de werkzaamheden van ACT-Suriname. Suralco heeft in het verleden ook weleens gedoneerd aan het werk van ACT-Suriname. Het “Braziliaanse noten” project te Kwamalasemutu in 2003 is hiervan het meest recente.
Van links naar rechts: Gwendoline Emanuels-Smith, Rudi Liems, Warren Pedersen, Bruce Babbit, Mark Plotkin, Ken Cook en Tamar Darlan
Lessen uit het verleden Het is van groot belang de opgedane kennis en ervaringen alsmede de lessen, die in het verleden zijn geleerd in soortgelijke gebieden in o.a. Brazilië en Peru, niet te veronachtzamen. “Alle stakeholders moeten worden betrokken bij de uitvoering van het West-Suriname project zodat we niet vervallen in dezelfde fouten, die in het verleden gemaakt zijn”,
1 Bauxco Nieuws no. 13 - 1 april 2005
zei Bruce Babbit, van huis uit geoloog en geofysicus. Hij heeft aan de wieg gestaan van de Californian Desert Protection Act, en is een grote voorvechter van belangrijke milieubeschermingswetten in de Verenigde staten van Amerika. Ook staat hij bekend als de man achter het Interagency Plan in Florida tot herstel van het ecosysteem van Zuid Florida, de Everglades en de Florida Bay. Hij verwierf tevens bekendheid door zijn ‘consensus building approach’, bekend onder de naam “Habitat Conservation Plans”, waarbij open natuurgebieden en bedreigde species beschermd worden.
Onder de indruk Ken Cook, het ACT- USA board member met een mijnbouwachtergrond, was zeer onder de indruk van de voorzichtige benaderingswijze van Alcoa en BHP Billiton ten aanzien van het West – Suriname project. Hierdoor kunnen alle consequenties, met inbegrip van de niet-technische, worden overzien om zodoende de juiste beslissingen te nemen in het belang van alle betrokken partijen. De ACT- USA delegatie vond het kennismakingsbezoek nuttig en zeer informatief.
Julia W. Brunson en Jesse Lutabingwa, respectievelijk Coördinator Recruiting and Scholarships en Vice – President van de Florida A&M University, brachten van 16 to 20 maart 2005 een werkbezoek aan ons land. Hun bezoek stond direct in verband met de toekenning van drie volledige Alcoa studiebeurzen aan Surinaamse studenten. Hun hoofddoel was het recruteren van drie daarvoor in aanmerking komende studenten, alsmede het promoten van voormelde Amerikaanse universiteit onder de Surinaamse VWO-gemeenschap. Ze brachten daartoe bezoeken aan enkele VWO-scholen, waaronder het AMS, Lyceum I en II en het Vrije Atheneum, begeleid door Suralco’s Training Supervisor Harold Kromopawiro.
huisvesting, voeding, verzekering, en boekengeld (dit laatste tot een bedrag van $300 per semester). Geselecteerde studenten hebben de mogelijkheid in te schrijven voor drie studierichtingen, tw.: Engineering, Computer Information Systems en Business Administration. Eenmaal tot de universiteit toegelaten, wordt de student voorzien van de nodige documenten, die bij de Amerikaanse Ambassade moeten worden ingediend ter verkrijging van een Amerikaans studievisum voor een bepaalde tijd.
Hoge eisen De te recruteren studenten moesten alle een SAT (Scholistic Abtitute Test)- en een Toefeltest (taaltest) ondergaan. Voor de SAT-test moesten ze boven 1300 scoren, terwijl hun ‘overall GPA (Grade Point Average) boven 3,5 moest liggen, hetgeen naar Surinaamse begrippen neerkomt op gemiddeld het cijfer 8 of meer. Dit betekent dat enkel sublieme studenten zich konden kwalificeren. Jammergenoeg haalden geen der zes Atheneum studenten, die aan de test deelnamen, de vereiste score. Michael Yang van de AMS kwam wel glansrijk door de test en heeft inmiddels het aanbod geaccepteerd. De Lyceum studenten zullen alsnog in de gelegenheid worden gesteld de testen af te leggen. De eventueel overblijvende studiebeurzen gaan niet verloren, doch blijven beschikbaar voor het studiejaar 2006 -2007. Volledige beurzen Alcoa bursalen ontvangen een volledige studiebeurs. Daarin zijn inbegrepen inschrijf- en collegegeld,
Van links naar Rechts: Ms. L.Doelwijt, Ms. Julia Brunson, Ms. Juliëtte Landbrug, Dr. Jesse Lutabingwa en Mr. Allan Arga
Burgerschapszin Met dit geïnitieerde scholarship program via de Florida A&M University demonstreert Alcoa haar burgerschapszin in de vele landen waarin zij bedrijfsactiviteiten ontplooit. Behalve studenten in Suriname werden ook aan studenten in Jamaica en Trinidad en Tobago drie volledige studiebeurzen beschikbaar gesteld voor studie aan voormelde Amerikaanse universiteit.
2 Bauxco Nieuws no. 13 - 1 april 2005
Enterprise Business Solution, EBS, is in aantocht in AWA Atlantic. Er wordt veel werk verzet om het geïntegreerde, end-to-end business systeem met zijn standaardcoderingen operationeel te maken per 5 juli a.s. Dit is de 'go live' datum. eAM voor asset work management (maintenance) en RtP voor buy and supply - activiteiten zijn begrippen die steeds meer ingeburgerd raken. In april is er een EBS Conference Room Pilot, CRP. Dan zullen onze processen en data in het nieuwe systeem worden getest. Deze CRP is eveneens van belang voor medewerkers die zich onder andere bezighouden met het verwerken, administreren en genereren van "labor hours", informatie voor de payroll, en dit doen met de gangbare Quicktime/SmartTime - applicaties. Er komt namelijk een nieuwe versie van deze computerapplicaties: SmartTime wordt afgestemd op EBS en wordt ook in juli operationeel. Tijdens de conference room pilot
zullen aangepaste processen in de nieuwe versie van SmartTime getest worden. Het gaat dan niet alleen om data nodig voor het uitbetalen van lonen, maar ook om gegevens inzake sick leave en safety. Onze HR afdeling heeft onlangs een team ingesteld dat moet onderzoeken op welke wijze de conversie naar het nieuwe systeem moet plaatsvinden. Dat team bestaat uit Sarimin Amatkarijo (HR), Jan van Dijk (HR), Rasiman Warsitoatmodjo (Accounting) en Patrick Tjoe Fat (IT). De sponsor van dit team is Acting HR Manager Meredith Mac Arthur. Het is de bedoeling dat het aanleveren van data voor het payroll - proces wordt vereenvoudigd en versneld. Hierbij worden er kosten bespaard, omdat de SmartTime - activiteiten centraal zullen worden beheerd door 'Pittsburgh' en de lokale maintenance weg komt te vallen. Suralco en Point Comfort worden van de nieuwe versie voorzien door GIS-PIT.
De officiersklas van het Nationaal Leger (NL) bracht op donderdag 24 maart jl. een oriëntatiebezoek aan Suralco’s Paranam plant. Het gezelschap, bestaande uit 27 personen, waaronder twee vrouwelijke cadetten, stond onder leiding van groot Majoor Egmond Letterboom, Sportinstructeur 1ste-Luitenant Antoon UIterloo, de waarnemend Compagnie Sgt.-I, Lucien Vroom en het kaderlid Sgt-I Errol Reingoud. Het oriëntatieprogramma omvatte, behalve een warm welkom van PR en Communications medewerker George Bijnoe, en een korte introductie van Managing Director Warren M. Pedersen, presentaties van vertegenwoordigers der diverse afdelingen en Divisions. De gasten kregen daarna een lunch aangeboden in PCC, gevolgd door een uitgebreide plant tour met als gids Staff Process Engineer Ron Dhauri. Het leger heeft evenals elke grote organisatie een belangrijk punt van overeenkomst met een productiebedrijf als Suralco, te weten goed leiderschap “If your people don’t feel safe and healthy, you ain’t gonna get the result you expect”, zo hield Warren Pedersen de officierscadetten voor. Ze zullen, na de afronding van hun tweejarige officiersopleiding, allen worden belast met leidinggevende taken binnen de diverse onderdelen van het NL. Cadet Gwendolin Babel, sprak aan het eind van de rondleiding namens de gehele groep een dankwoord
uit. Ze benadrukte daarbij dat de groep twee belangrijke zaken zijn opgevallen binnen Suralco, te weten goed management en verantwoord leiderschap. Belangrijke aspecten die dit haars inziens bevorderen, zijn de door de groep gesignaleerde goede onderlinge samenwerking, de efficiency, de doorlopende vernieuwing van productietechnieken en het tijdsaspect, waarbij zaken op tijd gerealiseerd moeten worden. Concluderend was ze het dan ook roerend eens met Suralco’s topman, dat er veel overeenkomsten zijn tussen het NL en een productiebedrijf als Suralco. “We nemen de opgedane ervaringen van dit oriëntatiebezoek zeker mee in onze verdere opleiding”, zei ze. 3
Bauxco Nieuws no. 13 - 1 april 2005
Pensioneringen en andere vormen van personeelsafname gecombineerd met het feit dat er onvoldoende candidaten klaar staan om opengevallen plaatsen in te nemen, vormen een serieuze bedreiging van het evenwicht tussen de verschillende geledingen van het leiderschap. Alcoa lanceerde in 2003 een nieuw ontwerp van leiderschapsontwikkeling dat de kloof moet helpen dichten. Er werden in het jaar daarvoor data- analyses gepleegd, teneinde na te gaan hoeveel jobs in hogere posities in de komende vijf jaren zouden vrijkomen. Deze cijfers werden vergeleken met die van het aantal gereedstaande kandidaten, die deze posities eventueel zouden kunnen invullen. Het werd toen snel duidelijk dat continuering van dezelfde methodiek van leiderschapsontwikkeling geenszins de aantallen leiders zou opleveren, nodig om de opengevallen posities in te nemen. Nieuwe benadering Meer dan 200 hooggerangschikte potentiële kandidaten, aangewezen door hun BU presidents en HR directors, hebben de nieuw ontworpen opleidingsprogramma’s reeds achter de rug. Deze verschillen op drie manieren van de traditionele methode van leiderschapsontwikkeling, tw.: ·
·
Ze zijn als een proces ontworpen: tweewekelijkse trainingen,verspreid over een periode van acht tot negen opeenvolgende maanden, welke onderwerpen omvatten zoals: ontwerpen van een individueel ontwikkelingsplan, webinars, coaching, learning journals, mentoring, workshops, follow-up calls, and learning partners (groepen bestaande uit drie participanten houden maandelijks conference calls ter onderlinge ondersteuning en advisering). De trainingprogramma’s worden aangeleverd per jobgroep, teneinde het curriculum en de ‘networking’ mogelijkheden te kunnen richten op specifieke behoeften. Er zijn op maat
gesneden leiderschapsontwikkelingsprogramma’s voor general managers (GMED), plaatselijke managers (LMED), commerciële leiders (COLED) en senior leaders (SR LED). Gewerkt wordt met de typische klasseindeling van ongeveer 30 participanten per afzonderlijk programma. Dit jaar zullen er COLED en LMED leiderschapstrainingen beschikbaar zijn. ·
Het proces creëert een “partnership for learning” tussen de participant, zijn/ haar manager (sponsor) en Human Resources.
Het typische van trainingsprogramma’s voor leiderschapsontwikkeling is dat je voor een paar dagen weg bent, geïnjecteerd wordt met de laatste zienswijzen over leidinggeven en dan terugkeert naar de orde van je dagelijks werk en een klein beetje van het geleerde toepast. De nieuw ontworpen trainingsprogramma’s richten zich vooral op de individuele behoeften van de leider. Bovendien ontmoet men veel mensen met dezelfde posities, afkomstig van overal ter wereld, met wie men daarna dagelijks in contact kan treden om kennis en ervaring op een bepaald gebied met elkaar uit te wisselen. De nieuwe benaderingswijze biedt derhalve gelegenheid tot het opbouwen van nuttige relaties met andere leiders. Doordat teamleden tijdens de trainingen in wisselende rollen participeren (customer’s, commercial or production role) leren ze begrijpen welke invloeden er van hun leiderschapsactiviteiten uitgaan op de activiteiten van anderen. Dit heeft tot gevolg dat men realistischer wordt in zijn eisen naar de anderen toe. Ook is men geneigd meer naar anderen te luisteren, die op hun gebied ook deskundig zijn. Nieuw voor 2005 zullen zijn de regional/ resource education and development (RED) trainingsprogramma’s voor het leiderschapsniveau onder location manager als aanloop naar het daaropvolgend niveau.
4 Bauxco Nieuws no. 13 - 1 april 2005
Leadership Real leadership is a concession made to leaders by their followers. It does not depend on dress, on badges, on the size of your office or of your salary and benefits. This concession is defined by the responsibility to practice what you preach, 24 hours a day and 7 days a week. To win this concession, to lead, to uphold it and, through a tangible commitment, to use it to release the potential in everyone, is a great challenge. Suralco’s Plant Water Management Team onder leiding van Frank Kroes, kwam op 22 maart in vergadering bijeen ter bespreking van de voorgenomen plannen en acties om het gebruik van bronwater op de plant te reduceren. Het gaat daarbij om zowel drinkwater als process water, derhalve water dat in het productieproces wordt gebruikt. Aan de orde kwamen de verschillende deelactieplannen, voortvloeiende uit het overkoepelende actieplan ter vermindering van de bronwater-consumptie in het lopend jaar. Dit actieplan is een onderdeel van Alcoa’s wereldwijde actie om bronwater dat gebruikt wordt voor productiedoeleinden in het jaar 2008 met 60% te hebben verminderd.
Kloksgewijs: Frank Johannes, Andy Conraad, Frank Kroes, Kenneth Rensch, Moedio Tirtotaroeno, Toegimin Slamet, Wilfred Monkau en Orlando Jaman
van links naar rechts: Leandra Nobibux, Frank Johannes en Frank Kroes
Het overkoepelende actieplan voor 2005 telt de volgende actiepunten: 1. vermindering van de drinkwaterconsumptie in de Dock area en de Labor Village tot 100 gpm; 2. vermindering van de drinkwaterconsumptie in Calcination tot 25 gpm; 3. vermindering van de drinkwaterconsumptie in het Power House tot 25 gpm; 4. vermindering van de drinkwaterconsumptie in andere plant areas tot 100 gpm; 5. vermindering van de proceswaterconsumptie in Precipitation en Calcination tot 50 gpm; en 6. het identificeren van onbekende gebruikers van process water. De verschillende deel-actieplannen werden middels gebruikelijke A-3tjes gepresenteerd en nader toegelicht door vertegenwoordigers (SPA’s) der voormelde afdelingen, gevolgd door de nodige diskussies en verduidelijkingen. Geconcludeerd mag worden dat de werkzaamheden van het Plant Water Management Team tot dusver naar wens verlopen. 5
Bauxco Nieuws no. 13 - 1 april 2005
Vorige week maakte Alcoa twee belangrijke zaken bekend: de verkoop van haar aandelen Elkem en de herstructurering van haar operaties in de eerste helft van 2005.
Daarbij werd de verwachting uitgesproken, dat de herstructureringsactiviteiten en -plannen in de eerste helft van het jaar afgerond zouden worden.
Besloten werd om het aanbod van Orkla ASA tot aankoop van Alcoa’s aandeel van 46,5 procent in Elkem te aanvaarden, tegen een prijs van ongeveer US$ 870 miljoen in contanten.
Voor het eerste kwartaal en gebaseerd op specifieke acties die tot op heden in bepaalde locaties in Noord-Amerika, Europa en ZuidAmerika zijn geïdentificeerd, verwacht Alcoa US$ 20–25 miljoen (na belasting) te besteden aan herstructureringskosten.
Deze transactie zal naar verwachting op 5 april plaatsvinden. Begin 2005 vergrootte Orkla zijn aandeel in Elkem tot iets meer dan 50 procent en bracht het vervolgens, in navolging van de beurswetgeving in Noorwegen, een verplicht bod uit op alle resterende aandelen. Alcoa begon in 1998 met het opkopen van aandelen Elkem. Zij bracht eerder verplichte tender offers uit op de uitstaande aandelen Elkem en wel op op 9 januari en op 2 oktober 2002. Dit laatste bod van Orkla betekent een uitstekende kans op rendement voor Alcoa’s aandeelhouders, dus heeft de maatschappij haar aandelen aangeboden. Alcoa blijft in het bezit van een 50-procentsaandeel in twee aluminiumsmelters in Lista en Mosjoen (Noorwegen), met een gezamenlijke productiecapaciteit van 282.000 ton per jaar. Ze blijft ook trouw aan haar bestaande operaties in Noorwegen, waaronder het bedrijf voor gietproducten voor de automobielindustrie in Lista en de nieuwe anodefabriek (in gezamenlijk bezit) in ontwikkeling, die de Noorse smelters en Alcoa’s greenfield-smelter in IJsland zal dienen. Bij de bekendmaking van de jaareinderesultaten in januari werd reeds aangekondigd, dat er gedacht werd aan het stroomlijnen van Alcoa’s operaties als resultaat van haar nieuwe mondiale bedrijfsstructuur.
Deze plannen voor het eerste kwartaal omvatten het verdwijnen van ongeveer 2000 banen, afschrijving van activa, reorganisatie van werkzaamheden, productieconsolidatie en het aangrijpen van kansen tot kostenvermindering. Deze acties worden in de komende twaalf maanden voltooid en zullen op jaarbasis besparingen van ongeveer US$ 45 miljoen opleveren. Met de verdere uitwerking van de plannen hoopt Alcoa in het tweede kwartaal nog meer herstructureringsactiviteiten uit te voeren. Samen zullen de herstructureringskosten in het eerste en tweede kwartaal van 2005 naar verwachting minder bedragen dan het netto effect (na belasting) van de Elkem-transactie. Besluiten over het verdwijnen van banen zijn altijd uitermate moeilijk. Deze worden niet zomaar genomen. Maar om voor de onderneming de beste concurrentiepositie te verkrijgen en haar mondiale klanten goed te kunnen dienen, zijn deze besluiten onvermijdelijk. In de komende maanden zal Alcoa deze herstructurerings-programma’s voorzichtig en bedachtzaam implementeren, overeenkomstig haar Waarden. We zullen stappen ondernemen om iedereen met respect en waardigheid te behandelen tijdens dit onvermijdelijke proces, zei Alain Belda.
6 Bauxco Nieuws no. 13 - 1 april 2005
Mooie boel is dat. Bij Sumatra dreigt er nóg een tsunami, waarschuwen seismologen in het wetenschappelijk tijdschrift Nature. Uit ander onderzoek blijkt intussen dat ook het Caribisch gebied - en de Antilliaanse eilanden - gevaar lopen. Overzichtskaart van de breuklijnen rondom Sumatra. De rode lijn geeft de plek aan waar op 26 december 2004 de IndoAustralische aardschol onder de Euraziatische plaat schoot – om precies te zijn: onder het gedeelte dat bekend staat als de ‘Birmaanse microplaat’. De druk op de Sunda-breuklinie en op de overgang tussen de Birmaanse microplaat en de Sundaplaat is daardoor echter groter geworden.
Wacht: moeder natuur is nog niet klaar. Of het echt gaat gebeuren weet niemand, maar het heeft er alles van weg dat er in Azië nóg een tsunami in de maak is. Breuklijn nummer één heeft zich op tweede kerstdag dan wel ontladen; de spanning op breuklijnen nummer twee en drie is er alleen maar groter op geworden, zo waarschuwen drie Britse geologen in Nature. En Azië is niet de enige plek waar een tsunami dreigt. In het geologenblad Eos wijzen twee andere onderzoekers erop dat het gevaar voor vloedgolven in het noordelijke Caribische gebied wordt onderschat. De Nederlandse Antillen liggen relatief beschut voor het geweld, maar dat gaat zeker niet op voor Haïti, de Dominicaanse Republiek en Bovenwindse Eilanden als Saba, Sint Maarten en Sint Eustatius. Sinds 1492 zijn er zeker tien grote tsunami’s in het noordelijke Caribische gebied geweest, waarvan zes met dodelijke gevolgen. Zo werd in 1692 de Jamaicaanse stad Port Royal nagenoeg weggevaagd. De meest recente vloedgolf in het gebied, in 1946 veroorzaakt door een zeebeving bij de Dominicaanse Republiek, doodde rond de 1800 mensen. Momenteel zijn de kuststreken dermate dichtbevolkt dat naar schatting 35,5 miljoen mensen gevaar lopen, aldus de onderzoekers. De Aziatische zeebeving van tweede kerstdag ontstond toen de Indo-Australische aardschol plotseling over een lengte van meer dan duizend kilometer onder de Euraziatische aardplaat schoot. De vloedgolf die daarop volgde, doodde tegen de 300.000 mensen. Maar in het verlengde van het uitgescheurde stuk aardschol, pal voor de kust van Sumatra,
wringt de zuidkant van de IndoAustralische schol nog steeds tegen de Euraziatische schol, met meer kracht dan ooit. Verontrustend is de ervaring met een vergelijkbaar ‘gekoppeld’ systeem ten zuidoosten van Japan, schrijven onderzoekers John McCloskey, Suleyman Nalbant en Sandy Steacy in Nature. Daar vonden de afgelopen 1500 jaar zeven grote zeebevingen plaats. Bij vijf daarvan volgde er binnen vijf jaar tijd een tweede verwoestende beving. Driemaal kwam de vervolgbeving zelfs binnen een jaar tijd. Of neem de Noord-Anatolische breuklijn in Turkije. In 1999 vonden ook daar twee gekoppelde aardbevingen plaats, één bij Izmit en, drie maanden later, één bij Düzce. In totaal kwamen bij de bevingen haast twintigduizend mensen om het leven. De ervaringen bij Sumatra zelf beloven ook al niet veel goeds. Eerdere zeebevingen aan de zuidkant van de breuklijn in 1833 en 1861 zorgden ook al voor vloedgolven, hoewel de details van de verwoesting nooit zijn opgetekend. De zuidkant van de breuklijn is al ruim honderd jaar niet meer verschoven. Iets meer naar het oosten, óp de Euraziatische plaat, is nog een breuklijn onder extra spanning komen te staan, schrijven de onderzoekers. De ‘Sumatrabreuklijn’ loopt in de lengterichting over het eiland Sumatra, vlak langs de verwoeste stad Banda Atjeh. En over een lengte van ongeveer driehonderd kilometer is de linie sinds tweede kerstdag ‘sterk positief opgeladen,’ aldus de onderzoekers. De spanning op breuklijnen staat doorgaans bekend onder de technische naam ‘Coulomb-stress’, een grootheid die
wordt uitgedrukt in aantallen malen de luchtdruk op zeeniveau. De onderzoekers hebben berekend dat de spanning op de Sumatra-breuklijn op sommige plekken met 9 atmosfeer is toegenomen, ongeveer de druk van een brandweerspuit. Op de zuidkant van de grens tussen Euraziatische en Indo-Australische plaat komen de berekeningen uit op een spanningstoename die oploopt tot 5 atmosfeer. De experts schatten ruw in dat de herverdeling van krachten een aardbeving kan teweegbrengen van magnitude 7 à 7,5. ,,Een grote zorg,” noemen de auteurs het gevaar van een vervolgbeving. ,,Het gevaar van nog een tsunami maakt de behoefte aan een tsunami-waarschuwingssysteem in de Indische Oceaan des te urgenter.” Ook het Caribisch gebied zou baat hebben bij een goed waarschuwingssysteem, menen intussen de Amerikaanse onderzoekers Nancy Grindlay en Paul Mann na onderzoek van historische bronnen en van de zeebodem. Ten noorden van Haïti en de Bovenwindse Eilanden drukt de Noord-Amerikaanse landplaat aan tegen de Caribische aardschollen, met zo nu en dan een hevige zeebeving als gevolg. Kijkend naar de zeebodem, denken de onderzoekers dat er in het verleden nog veel heftigere zeebevingen en tsunami’s in het gebied zijn geweest. We zullen nooit weten wat voor gevolgen die hadden: voor 1492 was er nog geen geschreven geschiedenis in het gebied.
Maarten Keulemans NOS Online 7
Bauxco Nieuws no. 13 - 1 april 2005
verminderd of uitgeschakeld. Ook hier Bij een hartinfarct is er sprake van is de basis van de aandoening een verafsterving van een stuk hartspierweefkalkingsproces in de kransslagaders van sel, veroorzaakt door afsluiting van een het hart. Vooral als aan de hartspier vertakking van één of meer kransslagverhoogde eisen worden gesteld, zoals aders. Door de afsluiting ontstaat er ter bij lichamelijke inspanning of emotie, kunnen de bloedvaplaatse zuurstoftekort, waardoor o.a. zenuwuiteinden geten niet meer voldoen aan de vergrote vraag om zuurstof prikkeld worden; dat uit zich in pijn. De afsluiting van een van de hartspier. Onderzoek heeft uitgewezen dat dan de vertakking van een kransslagader ontstaat veelal doordat brandstof van de hartspier – glucose – onvoldoende veraan het begin van het vat een stolsel van de verkalkte brand wordt, waardoor zich melkzuur ophoopt dat de vaatwand afbreekt en dit verderop in het vat een verstopzenuwuiteinden prikkelt, met de pijnsensatie als gevolg. ping geeft doordat de doorsnede van de vaatvertakkingen Indien kort daarna de omstandigheden weer normaal wornaar het uiteinde toe steeds kleiner wordt. Door de afsluiden, dan wordt er minder arbeid van ting van één van de takjes van de kransde hartspier vereist en is er ook minslagaders ontstaat plotseling een gebied der glucose nodig. De aanvan weefselversterf. voer van zuurstof is dan weer Het ontstaan van een hartinvoldoende om de glucose norfarct is onlosmakelijk verbonmaal af te breken tot koolden met verkalkingsproceszuur en water. Bij een dergesen van de kransslagaders. lijke aanval kunnen geneesHet infarct ontstaat soms middelen die een vaatverplotseling – de leek spreekt wijding veroorzaken, uitdan ook vaak van een hartkomst bieden, omdat daaraanval – met karakteristieke door de zuurstoftoevoer naar hevige pijn in de hartstreek, de hartspier wordt verhoogd. d.w.z. in de onderste helft Treden de aanvallen van bevan de borstkas, veelal uitklemming op de borst veel stralend naar de linker schouvaker op, soms opeens ook ’s der en de linker arm, maar nachts, en wordt de pijn het infarct kan ook min of steeds erger, dan kan dit een meer sluipend tot ontwikkewaarschuwing zijn dat een ling komen. In het laatste hartinfarct dreigt op te tregeval wordt de aandoening den. gekenmerkt door plotselinge Over het tijdstip van het ontterugslag van de algemene staan van een infarct valt conditie, gepaard gaande weinig te voorspellen. Bij een met verschijnselen van verinfarct overlijden veel pamoeidheid, soms lijkend op tiënten binnen een uur. Het een griepaanval. Een derde aantal patiënten dat vrij kort patroon dat vaak wordt ge(circa een week) na een hartzien bij het ontstaan van een aanval overlijdt, is nog grohartinfarct is een geleidelijke ter. Van groot belang is dan vermeerdering van aanvallen ook dat zo snel mogelijk na van beklemming op de borst de aanval deskundige hulp (angina pectoris). Een dergeVoor het onderzoek naar de vaatvoorziening van de hartspier wordt geboden om de optrelijke aanval wordt gekenwordt gebruik gemaakt van harten van mensen en proefdieren. dende complicaties zoals merkt door pijn in de borstBelangrijke informatie kan worden verkregen door na de dood ritmestoornissen snel te kunstreek of een gevoel van bede vaten op te spuiten met plastic materiaal, waardoor een nen vaststellen en te behannauwende druk dat kan uitdriedimensionaal model ontstaat van slagaders en aders. Rood: delen. Indien er levensgevaar stralen naar de schouder, de deel van het slagaderstelsel, blauw: deel van het aderlijk stelsel, wit: fijnste adervertakkingen, geel: afgietsel van de inhoud dreigt direct na een aanval, rug of de linker arm. De pijn van het hart. kunnen hartmassage of elektreedt op tijdens inspanning, trische stimulatie uitkomst emotionele spanning en ook bieden. Op de lange duur zijn wanneer men snel van de vooral leefregels (o.a. dieet) en geneesmiddelen (antiwarmte in de koude gaat. Vaak treedt als begeleidend verstollingsmiddelen en vaatverwijdende stoffen) van grote schijnsel geestelijke onrust op, een gevoel van angst of betekenis ter voorkoming van een tweede aanval. onzekerheid dat echter weer verdwijnt wanneer de aanval over is. Kenmerkend voor deze aandoening is de afwezigheid van klachten tussen de aanvallen door, het steeds weer optreden van dezelfde klachten onder overeenkomWinkler Prins Medische Encyclopedie stige omstandigheden en het meestal na korte tijd weer afnemen van een aanval wanneer de oorzakelijke factor is 8 Bauxco Nieuws no. 13 - 1 april 2005