2 april 2004 - 55e jaargang no.13
Autonomous Maintenance in Bauxite Preparation. Cooling towers behoren tot ‘critical equipment’ dat op deze afdeling wordt gebruikt. Ze moeten de heet geworden smeerolie van de beide grinding mills afkoelen. Olie wordt gecirculeerd om de grote bearings te smeren en ook om gegenereerde warmte af te voeren. Beide mills (zie ook pag. 2) zijn uitgerust met een lube-oil station. De bearings van de grinding mills zijn beveiligd tegen hoge olietemperaturen. Als de olie niet afgekoeld zou worden (omdat de cooling tower het laat afweten of niet adequaat werkt), zouden de mills ‘trippen’, uitvallen vanwege de hoge temperatuur. Vandaar dat de cooling towers dus van essentieel belang zijn. Vier medewerkers van Bauxite Preparation – van links naar rechts Lloyd Sodjo, Melvin Ho
Sack Wa, Jairam Bisessar en Freddy van Geenen – hebben autonomous maintenance toegepast op de cooling towers. Het equipment is grondig schoongemaakt en op eventuele mankementen geïnspecteerd, waarna het van de AM – kleurencodes werd voorzien.
1 Bauxco Nieuws no. 13 - 2 april 2004
Het lag aanvankelijk - ongeveer vijf jaar geleden – in de bedoeling de Marcy Mill die uit het reguliere bedrijfsroces was gehaald, te ‘scrappen’. Van dat idee is het management van Bauxite Preparation, waar deze bauxietmolen staat, afgestapt. De Marcy Mill kon immers ingezet worden bij onderhoudswerkzaamheden aan haar opvolgers, de grinding mills. In de mills wordt het aangevoerde bauxiet fijngemalen en met caustic soda vermengd tot bauxite slurry. Deze slurry wordt voor verdere bewerking op weg naar aluinaarde verpompt naar Digestion. Iedere week wordt één van de grinding mills – ze hebben elk een capaciteit van 450 ton per uur – uit bedrijf gehaald voor een maintenancebeurt. Gedurende deze job, die over het algemeen in één shift gedaan wordt maar soms wel langer kan duren, verleent de Marcy Mill haar diensten. Ze staat overigens ook klaar voor emergency – gevallen. Hoewel haar capaciteit van 150 ton per uur niet helemaal opweegt tegen die van de North en de South Mill, voorkomt ze een flow cut. Met één grinding mill is de productie van bauxite slurry namelijk niet te ‘sustainen’. Het besluit werd genomen haar tot een moderne, adequate back-up unit te maken, zeker ook met het oog op de verhoogde productie van aluinaarde waaraan Paranam Operations werkt in het kader van de Plant Expansion. Onlosmakelijk verbonden met de productieverhoging is immers het vermeerderen van de slurry flow. Er zijn drie essentiële punten in het projectdossier voor aanpak van de Marcy Mill, waaraan een prijskaartje van ongeveer een half miljoen US dollars hangt: ⇒ ze moet kunnen voldoen aan de kwaliteitseisen die aan ‘grinding’, vermalen, worden gesteld, ⇒ ze moet geautomatiseerd worden, hetgeen betekent dat de handmatige bediening vervangen moet worden door een controlesysteem dat past in de hedendaagse technologie, en ⇒ ze moet ‘reliable’ gemaakt worden, men moet erop kunnen rekenen dat ze volledig inzetbaar is om de gewenste productie van slurry te helpen garanderen. Eind deze maand worden een nieuwe mill shell, liners en een geautomatiseerd controlesysteem voor de Marcy Mill verwacht. Vooruitlopend op de grote job worden in de Machine Shop onderdelen die in combinatie met de shell gebruikt moeten worden, bewerkt.
Top: de Marcy Mill die zal worden gemoderniseerd. Boven: het gebouw van de Marcy Mill (rechts) staat achter dat waarin de grinding mills zijn ondergebracht.
Links: het technologisch verouderde controlesysteem van de Marcy Mill moet geautomatiseerd worden. Rechts: het gecomputeriseerde controlesysteem van de North en de South Mill.
Onderdelen van de Marcy Mill die in de Machine Shop bewerkt worden ter voorbereiding van de grote job om de bauxietmolen volledig reliable te maken.
2 Bauxco Nieuws no. 13 - 2 april 2004
Een paar jaar geleden werd Alcoa’s visie van ‘being the best aluminum company in the world’ gewijzigd in ‘aspiring to be the best company in the world’. Terwijl we veel hebben waarop we trots kunnen zijn, schrijft Alain Belda Alcoa’s Chairman and Chief Executive Officer -, weten we ook dat we meer moeten doen... en dat deze doelstelling méér inhoudt dan het leveren van een sterke financiële performance. Ze gaat over duurzaam financieel succes en werken aan de toekomst, over het naleven van alle zeven Alcoa – waarden. Tot de meest opmerkelijke verdiensten in het afgelopen jaar behoren: ♦ het voorbijstreven van de tweede cost-savings challenge door US$ 1.012 miljard te besparen (de eerste challenge, voor 1998 – 2000, leverde een besparing van US$ 1.1 miljard op), ♦ een stijging met 6% van inkomsten: US$ 21.5 miljard, ♦ de laagste lost workday rate in de geschiedenis van Alcoa. All our efforts are based upon two precepts: deliver short-term performance while positioning the company to be succesful for years to come. The steps we are implementing are improving both shortterm and long-term profitability... and laying the foundation for our continued leadership position for generations to come. We are: ¾ Continuing to refine our portfolio of businesses; ¾ Strengthening our asset base and improving its productivity; ¾ Extending our global reach and repositioning our primary businesses lower on the cost curve; ¾ Strengthening our connection to customers; and ¾ Building on the transformation of our businesses – from making products to delivering solutions... working across businesses in order to help our customers be successful within their markets.
By Segment Billions $ 5.6 Engineered Products $ 4.8 Flat-Rolled Products S 3.2 Primary Metals $ 3.2 Packaging and Consumer S 2.7 Other $ 2.0 Alumina and Chemicals By Geographic Area Percent 61% United States 22% Europe 10% Pacific 7% Other Americas (includes Canada, Caribbean, Mexico and South America)
en trots is op vooruitgang, en om aan een ieder te demonstreren wat mogelijk is door het implementeren van een gedisciplineerd proces. Toen Alcoa zich ten doel stelde de ‘safest company in the world’ te worden, dachten velen dat het niet realistisch was. Of het nu gaat om een financiële goal, een milieugoal om emissies te verminderen, of de goal om zero safety incidents te hebben, de bottom line is when Alcoans put their minds and talents against a given goal, we almost always achieve it. Ongeveer 77% van de Alcoa – locaties werkte in 2003 zonder een enkel lost workday incident – en 36% daarvan had geen enkel recordable injury. Helaas waren er bij Alcoa vier fatalities. Daarom wordt meer nadruk gelegd op het identificeren van difficult-to-predict, low-probability events die de potentie van catastrofale gevolgen in zich bergen. Daarom ook worden de oorzaken van menselijke fouten geanalyseerd en wordt nagegaan hoe ze kunnen worden voorkomen... as we strengthen our resolve toward achieving the ultimate goal – zero incidents.
Bij Alcoa beginnen business reviews met een update van de safety performance. Dit wordt om twee redenen gedaan: omdat Alcoa safety serieus opvat
* Reynolds, Howmet/ Huck included beginning in 2002 ** Ivex, Fairchild, Kama, and other 2002/2003 acquisitions 3
Bauxco Nieuws no. 13 - 2 april 2004
Onder de kop Aluminum & Alumina het volgende: Onze strategie is duidelijk: handhaving van onze positie als ’s werelds leidende producent; versterking en uitbreiding van onze basis; voortzetting van onze kostenverlaging; en bouwen aan de toekomst. Er gaat geen dag voorbij dat we geen voortgang boeken op één, zo niet op alle fronten. Op het gebied van alumina is AWAC bezig met de uitbreiding en upgrading van operations in de hele wereld. We hebben net de expansie van onze refinery in Clarendon op Jamaica met 250.000 mtpy afgerond, in Suriname is het startsein gegeven voor een expansie, eveneens met 250.000 mtpy. We zijn gestart met de uitvoering van een efficiency upgrade plan voor Pinjarra in West-Australië. “Through our various ownership stakes, taht amounts to 860,000 metric tons per year of additional, low-cost alumina capacity.” Vanwege de lead times om een smelter te bouwen of uit te breiden, alsmede onze stringente criteria voor sustainability en kapitaalsbelegging, bevinden we ons in verschillende stadia in een aantal expansieprogramma’s. Onze smelting opportunities zijn enorm: een nieuwe greenfield smelter in Ijsland die volgens schema in 2007 met productie moet beginnen; expansieprojecten in Québec en Brazilië; het afonden van de Pingguo joint venture in China; een memorandum of understanding om een aandeel van 26% te krijgen in Alba (Bahrein); en een feasibility study om een smelter te bouwen in Brunei... en we continueerden de investeringen in power opportunities – de ‘fundering’ van smelting – in Rockdale (Texas) en Brazilië.
Expansion Paranam Operations De vijf nieuwe tanks aan de noordzijde van Precipitation krijgen steeds meer vorm. De funderingen van de vijf aan de zuidzijde zijn al gereed, waardoor zeer binnenkort de platen van de tanks kunnen worden opgetrokken en gelast. Het ligt in de bedoeling dat de tien nieuwe tanks gefaseerd in gebruik worden genomen.
4 Bauxco Nieuws no. 13 - 2 april 2004
Vanaf 1 april 2004 moeten alle bedrijfsvoertuigen (vrachtwagens enz.) zijn voorzien van driepuntsveiligheidsgordels voor inzittenden op de voorstoelen. Ook bussen die worden ingezet voor het vervoer van personen die voor Suralco werken, moeten die driepuntsseatbelts hebben.
Eind december 2003 werd een eerste, niet geplande audit naar de vorderingen van 5S implementatie gehouden bij Geoses, het contractorbedrijf dat op het terrein van Suralco’s polikliniek in de Van ‘t Hogerhuysstraat kantoor houdt. Toen al bleek, dat Geoses goede vorderingen maakte om 5S doelen te bereiken. Van de auditors kregen zij aanwijzingen voor het aanbrengen van verbetering die zou kunnen resulteren in een 5S – certificatie. Op vrijdag 5 maart werd een finale, eveneens ongeplande audit uitgevoerd in de werklocaties van Geoses. Op een enkele, kleine observatie na kon Geoses op die dag gecertificeerd worden. Hetzelfde geldt ook voor de Paramaribo Poli. Deze is dus ook 5S gecertificeerd.
GEOSES
5 Bauxco Nieuws no. 13 - 2 april 2004
6 Bauxco Nieuws no. 13 - 2 april 2004
Een reeks kerfjes in twee stukjes dierenbot zijn de oudste inscripties die ooit zijn gevonden, zo beweren Franse onderzoekers. Een omstreden uitlating: de “inscripties” zijn maar liefst 1,2 tot 1,4 miljoen jaar oud - nota bene een miljoen jaar ouder dan de moderne mens, homo sapiens, en zes keer ouder dan de vroegste stukjes bewerkt steen die we kennen. Is het schrift ouder dan de mensheid? Linksboven: Acht centimeter lang botfragment met verdachte krasjes. Boven: De tot nu toe oudste algemeen erkende kunstuiting: een stukje bewerkt oker uit Zuid-Afrika, 70.000 jaar oud. Links: Meer omstreden is dit object van 400.000 jaar oud dat vorig jaar in Marokko werd opgegraven. Zomaar een raar gevormde steen of het oudste beeldje ooit gevonden? Maarten Keulemans, NOS Online
Eigenlijk kunnen collega-archeologen het maar nauwelijks geloven. Volgens Jean-Luc Guadelli van de Universiteit van Bordeaux is onze neiging om allerlei voorwerpen van inscripties te voorzien, letterlijk ouder dan de mensheid. Onze aapachtige voorvaderen zouden het al hebben gedaan, zo stelde Guadelli onlangs op een Frans symposium. Guadelli baseert zich op twee stukjes dierenbot, opgegraven in de bij archeologen bekende Kozarnikagrot in Noord - West Bulgarije. De botten vertonen krasjes: op de één zitten er zestien, op de ander zelfs 27. Sporen die zijn achtergebleven nadat oermensen het vlees van de botten schraapten met scherpe stenen? Guadelli meent van niet. De krasjes zitten zo netjes in groepjes recht naast elkaar, dat er sprake moet zijn van opzet. Of plechtiger gezegd: van de oudste uiting van menselijk symbolisch gedrag.
Guadelli gaat zelfs een stap verder. Misschien hadden de krasjes een concrete bedoeling, zegt hij tegen de BBC. “De betekenis van deze symbolen is niet meer te achterhalen. Maar [de makers van de tekens] brachten iets aan op het bot om iets duidelijk te maken: ‘Ik heb hier zestien dieren gezien’. Het kan zoiets zijn als een taal.” En dat is wel een heel boude bewering. De ouderdom van de botten wordt namelijk geschat op 1,2 tot 1,4 miljoen jaar geleden. En in die tijd was de belangrijkste oermens die de wereld bevolkte, vermoedelijk de kleine, rechtop lopende mensachtige Homo erectus. Onze soort, Homo sapiens, zou pas ruim een miljoen jaar later ten tonele verschijnen: 180.000 tot 130.000 jaar geleden. Ook in kunsthistorisch opzicht zijn de krasjes een wel heel vreemde eend in de bijt. De oudste onbetwiste inscripties zijn twee bekraste
stukjes oker van 77.000 jaar oud, die een paar jaar geleden opdoken in Zuid-Afrika. Nogal wat archeologen beweren dat er ook ‘kunst’ bestaat van ongeveer 200.000 jaar oud, zoals gepolijste schedels en in patronen bekraste botjes en stenen. Maar de “inscripties” van Guadelli zijn nog altijd veel en veel ouder. Zes keer zo oud zelfs. Daar komt bij dat Guadelli niet kan zeggen welke mensensoort de inscripties heeft gemaakt. Bij de bekraste botten hebben de onderzoekers een oude kies gevonden. Maar het is niet te zeggen of die nu heeft toebehoord aan Homo erectus of aan een andere mensachtige. Nog altijd is niet precies bekend hoeveel en welke mensensoorten er rond 1,3 miljoen jaar geleden zoal over het aardoppervlak wandelden. Toch krijgt Guadelli ook voorzichtige bijval, in elk geval van de vooraanstaande Britse oerkunstkenner Paul Bahn. “Ik geloof dat kunst zich heel geleidelijk heeft ontwikkeld. Ik vind het absoluut niet geloofwaardig dat kunst opeens bij toverslag tegelijk met onze subsoort is verschenen,” zegt Bahn tegen de BBC. Toch vindt ook Bahn dat een bevestiging van de ontdekking door anderen “erg welkom” is. Wie weet is er gewoon sprake van toevallige kerfjes of van een dateringsfout. Guadelli vertrouwde voor de datering op ‘paleomagnetisme’, een dateringstechniek waarbij wordt gekeken naar de magnetische ‘vingerafdruk’ die het magneetveld van de aarde heeft achtergelaten op bepaalde metalen in de bodem. Omdat het aards magnetisch veld geleidelijk verandert, geeft dat een aanwijzing over wanneer de grond voor het laatst werd beroerd. Guadelli hoopt zijn ontdekking zo snel mogelijk te publiceren in een internationaal wetenschappelijk tijdschrift. Misschien dat dan geleidelijk duidelijk wordt of het schrift écht ouder is dan de mensheid. 7
Bauxco Nieuws no. 13 - 2 april 2004
Avitaminose, letterlijk: gebrek aan levensstoffen (vita betekent leven, het voorvoegsel a duidt op een afwezigheid). De vitamines werden in het begin van de vorige eeuw ontdekt. Het zouden geheimzinnige moleculen zijn, zonder welke het leven niet mogelijk was. Nu is van alle vitamines de structuur bekend en kunnen ze zelfs in laboratoria kunstmatig worden gemaakt. Het zijn bepaald niet meer de enige stoffen die voor het leven van de mens van groot belang zijn. Van even grote – zo niet grotere – betekenis zijn de aminozuren, eiwitten en enzymen. De vitamines zijn maar beperkt in aantal – een dozijn – terwijl er meer dan 10.000 eiwitten en enzymen voor het lichaam nodig zijn. De enzymen maken de ingewikkelde scheikundige processen in cellen en weefsels nodig. Het ontbreken van één enkel enzym kan al aanleiding geven tot zeer ernstige stoornissen en de vitamines zijn dan ook van hun troon gestoten als de enige stoffen die na hun ontdekking nog zo belangrijk leken voor het leven. Ze zijn inderdaad onmisbaar, maar stellig niet belangrijker dan de vele andere moleculen waar de mens niet buiten kan. Een langdurig tekort aan
vitamines veroorzaakt een bepaald gebreksverschijnsel of ziektebeeld, dat zelfs tot de dood kan leiden. Van de meeste vitamines is de dagelijkse behoefte slechts een minuscule hoeveelheid, die meestal in ruime mate in plantaardig of dierlijk voedsel voorhanden is. Toch zijn er in de loop der eeuwen honderdduizenden mensen aan vitaminegebrek overleden. Van een avitaminose wordt gesproken als de arts werkelijk een gebrek constateert, dat wil zeggen dat het tekort aan een bepaalde vitamine een ziekteverschijnsel teweegbrengt. Indien door een vitaminetekort slechts lichtere ziekteverschijnselen worden waargenomen, spreekt de arts van een hypovitaminose. Niet altijd is een voedingsstoornis de oorzaak van een vitaminetekort in het lichaam; er kan ook een afwijking zijn in de vertering of de opneming in de darmwand, waardoor de vitamines in het voedsel niet ten goede komen aan het lichaam. In dat geval spreekt men van voorwaardelijke (secundaire) avitaminosen. Ook kan een overmaat aan vitamines (hypervitaminose), bijvoorbeeld vitamine D, ziekteverschijnselen veroorzaken.
Links: de meest kwetsbare leeftijd voor het optreden van avitaminose is die van ongeveer één tot vijf jaar. Helaas vertoont het voedsel in vele ontwikkelingslanden niet alleen een tekort aan vitamines, maar veelal ook aan eiwitten. Vermagering, gemaskeerd door vetophoping, en huidafwijkingen zijn duidelijk waarneembaar. Rechts: kristallen van de vitamine B1.
Winkler Prins Medische Encyclopedie
8 Bauxco Nieuws no. 13 - 2 april 2004