Paperclip April 2012 11e jaargang
1
Hij is waarlijk opgestaan! Er zijn maar weinig historici die betwijfelen of Jezus wel echt bestaan heeft. En dat Hij gekruisigd is wordt ook nauwelijks in twijfel getrokken. Maar dat Hij is opgestaan uit de dood, zoals christenen geloven, dat wil er bij de meesten niet in. Toch is dit de hoeksteen van het christelijk geloof. Als er bewezen kan worden dat Jezus niet uit de dood is opgestaan, is dat het einde van het christelijk geloof. Er zijn verschillende redenen waarom de mensen die dit hebben bestudeerd, geloven dat het waar is: Voorspeld: Ten eerste: Jezus zelf heeft zijn dood en opstanding voorspeld. En zijn dood en opstanding zijn uitgekomen, precies zoals hij had gezegd (Lukas 18:31-33). 31 Hij nam de twaalf apart en zei: "Zoals jullie weten, gaan we naar Jeruzalem. Alles wat de profeten over Mij hebben geschreven, zal in vervulling gaan. 32-33 Ik zal in handen van de ongelovigen vallen. Ze zullen Mij bespotten, mishandelen en in mijn gezicht spugen. Ze zullen Mij afranselen en doden. Maar op de derde dag zal Ik weer levend worden." Het lege graf: Ten tweede: De opstanding is de enige logische verklaring voor het lege graf. Het graf waarin het lichaam van Jezus lag, werd goed bewaakt door Romeinse soldaten en was verzegeld. De reden hiervoor was de klacht van joodse leiders dat de discipelen wel eens zijn lichaam zouden kunnen stelen om te kunnen beweren dat hij was opgestaan. Jezus had namelijk zelf aangekondigd dat hij na drie dagen uit de dood verrezen zou zijn. De vijanden van Jezus zouden zijn lichaam niet hebben genomen. Als het lichaam van Jezus niet in het graf was, zou dat immers het verhaal van de opstanding alleen maar versterkt hebben! Getuigenis van de soldaten: Zij stonden op wacht, toen de aarde beefde en toen de nacht fel verlicht werd door een engel. Ze waren erbij, toen de steen werd weggerold, en een oud verhaal zegt zelfs, dat ze hoorden wat de engel tegen de vrouwen zei: Hij is hier niet, Hij is immers opgestaan. De Romeinse soldaten zijn onverwachte getuigen, geen mannen, die zomaar bang wegrennen of van alles verzinnen. Zij komen met hun verhaal in Jeruzalem, bij de hogepriesters. De vijanden van Jezus horen als eerste het meest complete verslag uit de eerste hand. En, eerlijk is eerlijk, zij geloven dat het waar is. Tot hun ontzetting en verbijstering dringt tot hen door, dat deze soldaten getuigen zijn geweest van de opstanding van Jezus. De joodse leiders gaan niet kijken bij het graf of het wel echt waar is. Ze stellen geen onderzoek in. Blijkbaar spreken de soldaten de waarheid, daarover bestaat geen twijfel. Nee, het gaat er alleen om: hoe kunnen we die waarheid tegenhouden! Vervolgens moeten de soldaten op pad met de leugen: ’s nachts, terwijl wij sliepen, hebben de discipelen het lichaam gestolen. De joodse leiders boden de soldaten geld aan en verzekerden hen dat zij niet in de problemen zouden komen, omdat er de doodstraf stond op het slapen tijdens de wacht. Nou is het al moeilijk om te geloven, dat alle soldaten tegelijk sliepen en ook bleven slapen, zelfs toen de zware steen schurend en knarsend werd weggerold. Maar als ze allemaal zo vast geslapen hebben, hoe weten ze dan toch precies wat er gebeurd is? En hoe weten ze dan toch te vertellen, dat de discipelen de daders zijn? Persoonlijke ontmoetingen: Ten derde: de opstanding is de enige uitleg voor de verschijningen van Jezus aan zijn discipelen. Na zijn opstanding verscheen Jezus zeker tien keer aan hen die Hem hadden gekend. Zelfs verscheen Hij aan meer dan 500 mensen
2
tegelijk. De Heer bewees dat deze verschijningen geen hallucinaties waren. Hij at en sprak met hen en ze mochten Hem aanraken (1 Johannes 1:1). Veranderde levens: Ten vierde: de opstanding is de enige logische verklaring voor verandering van de apostelen. Zij lieten hem vóór de opstanding in de steek, ná zijn dood waren ze ontmoedigd en bang. Zij hadden niet verwacht dat Jezus uit de dood zou opstaan (Lukas 24:1-11). Maar na zijn opstanding en hun ervaring op de Pinksterdag zijn deze zelfde ontmoedigde, ontevreden mannen en vrouwen volkomen veranderd door de kracht van de opgestane Christus. In zijn naam hebben ze de wereld op z’n kop gezet. Velen moesten met hun leven betalen voor hun geloof. Anderen werden op een verschrikkelijke manier vervolgd. Hun moedig gedrag heeft geen grond behalve dan dat ze ervan overtuigd waren dat Jezus echt is opgestaan uit de dood. Daarvoor was het waard om te sterven (Handelingen 2:14-36). Zouden zij werkelijk bereid zijnom zoveel te lijden en te sterven als ze wisten dat hun boodschap een leugen is? Onmogelijk! Ook is de radicale verandering van de genadeloze christenvervolger Paulus tot een vurig navolger van Christus is een enorm bewijs voor de waarheid van de boodschap van Jezus. Een levende Heer: Omdat Jezus is opgestaan dienen zijn volgelingen niet de instellingen van een dode stichter, maar hebben ze een persoonlijke relatie met de levende Heer. Jezus Christus leeft vandaag en zegent en verrijkt de levens van de mensen die Hem vertrouwen en gehoorzamen. Door de eeuwen heen, hebben vele mensen de waarde van Jezus Christus erkend, onder wie velen die een stempel gedrukt hebben op de wereldgeschiedenis. Het bewijs is overweldigend! Onderzoek de historische feiten en je kan toch geen andere conclusie komen dan dat Jezus echt is opgestaan uit de dood! En omdat Hij leeft zijn wij vrijgemaakt van alle zonde. Halleluja!
3
De onverwachte wending
Eeuwenlang dienden Joden zich in de Paastijd verborgen te houden. Christenen zagen hen als de moordenaars van Jezus Christus. Al delen jodendom en christendom dezelfde verhalen van schepping en profeten, ze stonden tegenover elkaar. Rabbijn Elisa Klapheck heeft daar een andere kijk op. „Het moderne jodendom en het christendom zijn beide voortgekomen uit de Joodse gemeenschap, ten tijde van het Romeinse Rijk. In die tijd ontstonden er nieuwe religieuze bewegingen. Een ervan is het christendom. De andere is het jodendom van de Talmoed, de rabbijnse literatuur.” Een van de verhalen van de Midrasj, onderdeel van de Talmoed, gaat over een mislukte uittocht uit Egypte, vertelt Elisa Klapheck. Joden en christenen kennen vaak alleen het verhaal van de geslaagde uittocht: het volk Israël was als slaven gevangen in Egypte en ontsnapte, onder het oog van God, via een lange en barre tocht door de woestijn. Joods Pasen herdenkt het begin van deze uittocht, met een ritueel maal met kippenbotje, bittere kruiden en ongegist brood. Vóór die echte uittocht is er ook een mislukte poging tot ontsnappen geweest, verhaalt de Midrasj. Elisa Klapheck vertelt: „Alleen de mannen van de stam Efraïm gingen weg, op eigen houtje. Ze namen alleen geld mee, want ze dachten dat ze onderweg wel alles wat ze nodig hadden konden kopen. Ze hadden dat precies berekend. Ze zijn niet ver gekomen. Hun gebeente is later in de woestijn gevonden. ” Het verhaal van de mislukte uittocht zonder God vindt Elisa Klapheck heel toepasselijk voor de actualiteit. „De crisis van nu is ontstaan door geld en we denken dat we het met geld kunnen oplossen. Met eigen berekeningen en zonder hulp van God. Net als de mannen van Efraïm.” Ook in het christelijke Paasverhaal gaat het om een uittocht, meent Manuela Kalsky, directeur van het Dominicaans Studiecentrum en hoofdredacteur van de website Nieuwwij.nl. „De uittocht uit de dood naar het leven.” Zij kan zich goed voorstellen dat het Paasverhaal, dat over de kruisiging van Jezus Christus en zijn opstanding uit de dood verhaalt, voor de moderne mens iets vreemds heeft. „Het is een gewelddadig verhaal over angst en dood, met als plot een voor ons moeilijk te begrijpen wending: de vermoorde staat op uit de dood. Voor mij is aan dit verhaal belangrijk dat het onrecht, de beul, niet het laatste woord krijgt. Daar waar alles al uitzichtloos leek, is er toch hoop. Het verhaal van Jezus en zijn vrienden gaat door. Hier ligt voor mij de boodschap van Pasen: Sta op uit de dood en kies voor het leven. Kom in opstand tegen geweld en onrecht. In het klein, in je eigen leven. Vertrek uit wat je levenloos maakt. Laat dat opstandingsverhaal doorgaan. Zo heeft Pasen een persoonlijke en een politieke boodschap.” Waartegen moeten we dan nu in opstand komen? Manuela Kalsky: „Tegen alles waarmee je jezelf en de ander onrecht aandoet. De graaicultuur doet niet alleen onrecht aan wie er de dupe van wordt, maar ook aan jezelf, als je eraan meedoet. Spijt betuigen, zoals nu sommige bankdirecteuren doen, is een eerste stap. Maar uiteindelijk vraagt het om een andere levenshouding, om andere waarden in je leven dan alleen materiële. Wat de een doet, heeft altijd gevolgen voor een ander. Pasen is voor mij een moment om stil te staan bij de vraag wat werkelijk duurzaam van waarde is.”
4
Elisa Klapheck pleit voor een levenshouding waarin niet alles berekend wordt, maar ook ruimte is voor de onverwachte wending. „We weten wel dat we in een crisis zitten, maar we kunnen niet berekenen hoe we daaruit komen, of wanneer. Er is altijd de kans dat er iets onverwachts gebeurt en er op een heel andere manier een einde aan de crisis komt dan we nu menen te kunnen berekenen. Om Egypte te kunnen overwinnen moesten de Israëlieten zich in de woestijn eerst ervan losmaken, zich bevrijden van het oude denken. Want in hun harten waren ze nog steeds slaven. Pas door die ontbinding kwam er iets nieuws.” Met dat inzicht kijkt Elisa Klapheck naar de huidige crisis. „We zijn bezig de problemen door het falen van banken en bewinden op te lossen door megabanken op te richten en megastatenbonden, een soort modern Egypte, een modern Romeins Rijk. Maar we kunnen niet met oude methoden problemen van de oude orde oplossen. Er is ruimte nodig voor iets nieuws, iets waarvan we niet weten wat het is. We moeten niet fatalistisch afwachten, en blijven proberen, maar ook openstaan voor de onverwachte wending.” Pesach is voor Elisa Klapheck een bevrijdingsverhaal. Waarvan moeten we bevrijd worden? „We zitten gevangen in de oude orde, wij zijn zelf de farao, de onderdrukkende heerser uit het verhaal van de uittocht. We hebben niet alleen de rol van slachtoffer, maar we hebben ook op onze eigen manier aan het oude systeem meegedaan. Ook dat lees je in het verhaal van de uittocht.” „Op een simpele, legende-achtige manier vertelt het verhaal van de uittocht dat dat niet gaat met geld. De oplossing is het geheel andere, de onverwachte wending. Het verhaal vertelt ook dat dat niet meteen komt, dat geluk. Er zijn 49 dagen van Pesach tot aan het Joodse wekenfeest, voor de christenen Pinksteren. Dan pas is het echt feest. We moeten geduld hebben. Er zit een vertraging in. Ook kan er van alles mislukken voor we Egypte echt achter ons gelaten hebben. We zijn nog lang niet uit de crisis. We hebben te maken met krachten die we niet kennen.” Manuela Kalsky meent dat het daarom nu belangrijk is eigentijdse opstandingsverhalen aan elkaar te vertellen. Daar ligt voor haar de verbinding van het verhaal van Pasen met onze kleine verhalen over dood en opstanding in ons leven nu. Geïnspireerd wordt ze daartoe door de eerste drie regels van een gedicht van Marie Luise Kaschnitz: „Soms staan we op / staan we op voor de opstanding / midden op de dag” Manuela Kalsky: „De verbinding met het alledaagse vind ik belangrijk. Niet te verheven, niet te ver weg. Het gaat over de dingen van alledag. Zowel in het groot, met de wereldwijde crisis, als ook in je persoonlijke leven.”
5
De Binnenkamer
“Als u bidt, moet u dat ergens doen waar u helemaal alleen bent. Doe de deur achter u dicht en bid in het geheim tot uw Vader. En uw Vader, Die al uw geheimen kent, zal u belonen” MATTHEÜS 6:6 HB. Een binnenkamer kan heel belangrijk zijn in het leven. Het biedt veiligheid en je kunt er even alleen zijn. Die kamer kun je gebruiken om in alle vrijmoedigheid met God Vader te spreken. Daar kun jij je hart uitstorten en al je noden bij Hem brengen. Maar ook mag je daar je met Hem delen.
de vrijuit blijdschap
Dus vreugde of verdriet, zorg dat de Vader het ziet. Maar soms is het onrustig in je binnenkamer, en wil je je lasten het liefst binnenskamers houden. Maar dat valt niet mee, dat weet je best. Je kunt je hart wel toesluiten maar niet buitensluiten. Je innerlijke zelf met de vreugde en de pijn van het leven zal zich altijd roeren in die binnenkamer. En natuurlijk zal je dit behoorlijk hinderen om de rust binnenskamers te vinden. Vooral wanneer je geen afstand wilt doen van bepaalde zaken. En welke dit zijn dat is in die binnenkamer heus wel bekend. Daarom dit advies, maak van je binnenkamer geen rovershol maar een rustplaats om daar je hemelse Vader te ontmoeten, zo vaak als je wilt. En dan zul je altijd ervaren hoe fijn het is om te spreken met God je Vader. Doe het maar, praat eens met Jezus het helpt.
6
Naar elkaar omzien Dit lijkt me nu eens een geweldig thema, omzien naar elkaar. Dan zijn er mensen die jouw speciale aandacht geven. Ja toch? Of niet. Wel, zo eenvoudig ligt dit niet. Omkijken naar iemand is dat niet weggelegd voor een selecte groep mensen die hier bewust voor gekozen heeft? Ga er maar van uit dat dit meestal zo werkt. Omzien naar elkaar is iets wat eigenlijk iedereen wel kan. Want zoveel moeite is het toch niet om, ‘iets ten gunste van de ander’ te doen? Want dat betekent, ‘omzien naar elkaar’. Iets doen ten gunste van die ander wil zeggen dat je je eigen prioriteiten even opzij moet zetten. En daar wringt bij veel mensen de schoen. Het willen is er wel maar de daad zelf blijft soms achterwege. Gebrek aan tijd, is een veelgehoorde klacht. Jammer, want de ander moet dan wellicht iets missen waar hij of zij bij gebaad zou zijn. Nou ja dan is er wel een ander, toch? Goed, misschien is dit ook wel zo maar daar gaat het nu niet om. Het gaat nu even om die ander die jij kent, die misschien wel iets van jou verwacht. Hoeveel willen wij voor anderen betekenen? Ik besef heel goed dat de een hier meer tijd voor heeft dan de ander. Maar toch, helemaal niet naar de ander omkijken daar verarm jij je eigen leven mee, was eens een opmerking van iemand. Daar kan ik het wel mee eens zijn. Want iets doen ten gunst van de ander daar word je rijk van. Vraag maar eens vrijwilligers die allerlei vormen van extra hulp bieden. Voor sommigen is het ‘omzien naar elkaar’ een soort van topsport geworden. Ze doen dit met de grootst mogelijke inzet en genieten er van. Want ze ervaren dat het hun rijk maakt. Nee, niet in euro’s, maar die glimlach, dat bedankje de waardering en het contact met anderen, dat verrijkt hun leven. Deze dagen zijn er weer veel mensen op strooptocht. Ze trekken langs de etalages langs de paashazen en eieren of klikken hun vingers blauw om de vele internet koopjes te bemachtigen. Begrijp me goed, hier zeg ik geen kwaad woord van. Maar snap je wat ik bedoel? Ze moeten bijvoorbeeld met kerst nadenken over een cadeautje en een surprise en zo mogelijk, ook nog een bijpassend gedicht. Het is dan weer tijd om elkaar te verwennen. Het grote omzien naar elkaar is weer begonnen. En wat zijn we er druk mee, maar ook wel weer gezellig. En zo is het ook nu in de weken voor Pasen. Maar welk motto kent ons geven dan, ‘omzien naar de ander is ook omzien naar jezelf’? Jij wordt er toch ook beter van. Of toch niet? Nee, voor tante Mien tast je niet zo diep meer in de buidel, gierig mens hoor. Maar voor Opa en Oma ja daar trek je alles voor uit de kast. Want die hebben nog wel wat weg te geven. Hoe egoïstisch kan een mens zijn? Omzien ten gunste van de ander is een Bijbels principe. “Want de gelovigen in Macedonië en Achaje besloten iets te doen voor de armen onder de christenen in Jeruzalem” ROMEINEN 15:26 GNB. Een collecte wordt gehouden op grond van een bepaalde nood, zoals hongersnood, natuurrampen, genocide en kerkvervolging. Maar ook de nier en hartstichting in eigen land om er maar een paar te noemen. Bij grote rampen wordt meestal diep in de buidel getast. Dit komt omdat het zo dichtbij gebracht wordt door de media. Dan zien we schokkende beelden die vooral ouderen doen herinneren aan zelf doorstane ellende, zoals oorlog en ziektes. Het omzien naar elkaar daar kunnen we veel over zeggen. Want veel leed wordt niet gezien. Ondanks de moderne maatschappij met al haar mogelijkheden zoals uitkeringen en andere vormen van hulpverlening, is er veel nood. Hoe gaan wij hiermee om? Het is best eens goed om hier aandacht aan te geven. Want hoe kunnen we de echte nood ‘handen en voeten’ geven? Hoe kunnen we iets structureel oplossen? Is het mogelijk om zo naar elkaar om te zien dat de nood van de ander voorgoed verdwijnt? Er zal altijd een ‘hulp vraag’ blijven bestaan, 7
omdat onze middelen en mogelijkheden te beperkt zijn. Maar dat betekent niet dat ieder maar voor zich moet zorgen. Juist in deze tijd is het fijn om eens iemand te verrassen. En daar is niet zoveel voor nodig. Het beste middel om hiervoor te gebruiken heeft een ieder tot haar of zijn beschikking, en dat is liefde. Die liefde kan geweldige bruggen bouwen en dat zien we gelukkig ook. Voor kinderen van God is er dan ook geen excuus om dat niet te doen. Omdat, zo zegt Paulus: “Gods liefde in ons hart is uitgegoten door de heilige Geest, die ons gegeven is” ROMEINEN 5:5. Wel ga er maar aan staan, werk er maar aan. De grootste vijand van Gods liefde zijn we vaak zelf. Omdat we nog zo egoïstisch zijn of nog niet goed begrepen hebben wat Gods liefde betekent. De liefde van Jezus was een alles opofferende liefde. Lees Filippenzen 2 er maar eens op na. Dan krijgen we meer inzicht wat het Jezus’ kostte om naar jou en mij om te zien. Hoe verstrekkend is onze liefde? Om me heen hoor ik vaak, ‘het is geven en nemen’, maar ik denk dat het meer verantwoord is om te zeggen, ‘het is geven en ontvangen’. Want van geven wordt je rijk. Hoe rijk zijn we dan en wat ziet onze omgeving hiervan? In het Johannes Evangelie lezen we: “Aan jullie liefde voor elkaar zal iedereen zien dat jullie mijn leerlingen zijn” JOHANNES 13:35. Wat mag die ander van Gods liefde in ons zien? Hoe zichtbaar kunnen wij dit maken?
8
Is dat, is dat uw Koning? In Jesaja 53 wordt ons een aangrijpende gebeurtenis verteld. Alle aandacht gaat uit naar één Persoon: Jezus, de knecht des Heren. De manier waarop Jesaja dit verhaal aan ons beschrijft, maakt ons duidelijk dat hij dit heel diep beleefd moet hebben. Hij is er als het ware zelf bij betrokken geweest. Het is alsof hij zelf in de dagen van deze ‘Man van smarten’ heeft geleefd. Zeer nauwkeurig omschrijft hij het lijden van de Messias, maar ook hoe de mensen Hem verachten, Hem afwezen, Hem niet wilden! Lezen: MATTHÉÜS 27:27-61. “Wie kan geloven wat wij hebben gehoord? Aan wie is de macht van de HEER geopenbaard? Als een loot schoot hij op onder Gods ogen, als een wortel die uitloopt in dorre grond. Onopvallend was zijn uiterlijk, hij miste iedere schoonheid, zijn aanblik kon ons niet bekoren. Hij werd veracht, door mensen gemeden, hij was een man die het lijden kende en met ziekte vertrouwd was, een man die zijn gelaat voor ons verborg, veracht, door ons verguisd en geminacht. Maar hij was het die onze ziekten droeg, die ons lijden op zich nam. Wij echter zagen hem als een verstoteling, door God geslagen en vernederd. Om onze zonden werd hij doorboord, om onze wandaden gebroken. Voor ons welzijn werd hij getuchtigd, zijn striemen brachten ons genezing. Wij dwaalden rond als schapen, ieder zocht zijn eigen weg; maar de wandaden van ons allen liet de HEER op hem neerkomen. Hij werd mishandeld, maar verzette zich niet en deed zijn mond niet open. Als een schaap dat naar de slacht wordt geleid, als een ooi die stil is bij haar scheerders deed hij zijn mond niet open. Door een onrechtvaardig vonnis werd hij weggenomen. Wie van zijn tijdgenoten heeft er oog voor gehad? Hij werd verbannen uit het land der levenden, om de zonden van mijn volk werd hij geslagen. Hij kreeg een graf bij misdadigers, zijn laatste rustplaats was bij de rijken; toch had hij nooit enig onrecht begaan, nooit bedrieglijke taal gesproken. Maar de HEER wilde hem breken, hij maakte hem ziek. Hij offerde zijn leven voor hun schuld, om zijn nageslacht te zien en lang te leven. En door zijn toedoen slaagde wat de HEER wilde. Na het lijden dat hij moest doorstaan, zag hij het licht en werd met kennis verzadigd. Mijn rechtvaardige dienaar verschaft velen recht, hij neemt hun wandaden op zich. Daarom ken ik hem een plaats toe onder velen en zal hij met machtigen delen in de buit, omdat hij zijn leven prijs gaf aan de dood en zich tot de zondaars liet rekenen. Hij droeg echter de schuld van velen en nam het voor zondaars op” JESAJA 53:1-12. “Toen ze verder aten nam Jezus een brood, sprak het zegengebed uit, brak het brood en gaf de leerlingen ervan met de woorden: ‘Neem, eet, dit is mijn lichaam.’ En hij nam een beker, sprak het dankgebed uit en gaf hun de beker met de woorden: ‘Drink allen hieruit, dit is mijn bloed, het bloed van het verbond, dat voor velen wordt vergoten tot vergeving van zonden” MATTHÉÜS 26:2628.
Man van smarten
9
Het verdriet over de afwijzing van de Knecht des Heren beschrijft Jesaja bijzonder treffend in hoofdstuk 53. Dat verdriet, die pijn moet Jesaja gevoeld hebben als profeet van God, toen hij zei: “Wie kan geloven wat wij hebben gehoord?” Jesaja wist dat niet iedereen aan het evangelie gehoor zou geven. Er zou tegenstand zijn, afwijzing en verwerping. Want ondanks de vele tekenen die Jezus voor hun ogen gedaan had geloofden zij niet in Hem. de Evangelist Johannes begrijpt dit wanneer hij ons schrijft: “Zo gingen de woorden van de profeet Jesaja in vervulling, die zei: ‘Heer, wie heeft onze boodschap geloofd? Aan wie is de macht van de Heer geopenbaard” JOHANNES 12:38. Hun houding was een afwijzende, een verachtende houding. Daarom kon de zegen van Gods kracht, Zijn heerlijkheid, niet volledig aan de Joden geopenbaard worden. Daarom roept Jesaja het ook uit: “Wie heeft onze prediking gelooft, en aan wie is de arm des Heren geopenbaard?” De Messias beantwoorde niet aan de verwachting, niet aan de voorstelling die de Joden hadden van de komende Messias. Men verwachte Koninklijke heerlijkheid en macht, maar geen knecht! Ze konden geen geloof opbrengen voor zo'n “wortel uit dorre aarde.” Voor die timmermanszoon raakten ze niet in geestdrift. Daar liepen ze niet warm voor, het liet hen koud. Een arbeiderszoon, wat heeft die nu te vertellen? Zij die Hosanna hadden staan roepen werden later door de massa weer meegezogen. En samen stonden ze te schreeuwen: ‘kruisig Hem, weg met Hem, we moeten Hem niet, dood Hem maar’. En toch was deze “wortel uit dorre aarde” die geen gestalte noch luister had, door God gezonden om een machtig werk te doen. Hij beantwoordde volmaakt aan Gods gedachten. Christus, de Messias, kwam op aarde om onder de mensen te wonen. Om hen te redden, te genezen, te herstellen van de gevolgen van de zondeval. Hij verlangde ernaar om hen te verlossen uit de macht van satan. Ondanks dit feit verwachte het volk een koning maar geen knecht. Zij wilden een koning die de troon van David zou herstellen. En zelfs de Discipelen worstelden met deze vraag op het moment dat Hij terug zou keren naar zijn Vader, want ze vroegen Hem: “Heer, gaat u dan binnen afzienbare tijd het koningschap over Israël herstellen?’ Hij antwoordde: ‘Het is niet jullie zaak om te weten wat de Vader in zijn macht heeft vastgesteld over de tijd en het ogenblik waarop deze gebeurtenissen zullen plaatsvinden. Maar wanneer de heilige Geest over jullie komt, zullen jullie kracht ontvangen en van mij getuigen in Jeruzalem, in heel Judea en Samaria, tot aan de uiteinden van de aarde.’ Toen hij dit gezegd had, werd hij voor hun ogen omhooggeheven en opgenomen in een wolk, zodat ze hem niet meer zagen” HANDELINGEN 1:6-9.
De Discipelen moesten wachten op de heilige Geest. Die zou hen kracht geven om Gods plannen aan de wereld bekend te maken. Want eerst moest de mens weer terug keren in zijn relatie met God, de Schepper. En daarna zou de troon van David hersteld worden. Want hoe kan God van deze aarde een nieuwe schepping maken als de mens onveranderd blijft? Die zondige mens kán daar geen bestaan hebben! Paulus maakt dit duidelijk wanneer hij zegt: “Wat ik bedoel, broeders en zusters, is dit: wat uit vlees en bloed bestaat kan geen deel hebben aan het koninkrijk van God; het vergankelijke krijgt geen deel aan de onvergankelijkheid” 1 CORINTHIËRS 15:50.
10
Om deel te kunnen krijgen aan dat eeuwige leven moet er iets met ons gebeuren. En om die reden kwam de Messias als Knecht des Heren, om ons te dienen, met redding, vergeving en het eeuwige leven. Het gehele optreden van Jezus was stuitend voor de onbekeerde mensheid. Er was bij Hem geen machtsontplooiing, geen luister of uiterlijke pracht zoals men dit aantreft bij een aardse koning. Wie Jesaja 53 aandachtig leest zal ontdekken hoe ze zich verzetten. Hoe ze zich van Hem afkeerden, ze konden Hem wel dood kijken. Die Messias voldeed niet aan de door hen gestelde norm. Het koninkrijk van God moest er volgens hen heel anders uitzien. Daarom werd Hij veracht en hield men geen rekening met Hem, ondanks het feit dat Hij dat wel met hen deed. Want Hij kwam om onze rekening te betalen, om ons vrij te kopen. Want: “Hij heeft het document met voorschriften waarin wij werden aangeklaagd, uitgewist en het vernietigd door het aan het kruis te nagelen” KOLOSSENZEN 2:14. En wat was de reactie van de mensen? Alles wat beledigen en verwonden kon was tegen Hem geoorloofd. Hij werd uitgescholden, een vriend van hoeren en zondaars genoemd, meerdere keren met de dood bedreigd. Zijn wonderen werden toegeschreven aan de macht van de duivel. En sommigen waren van mening dat Hij geestelijk gestoord was. Vgl. MARCUS 3:21. Vol ergernis keerden ze zich van Hem af, ze achtten Zijn prediking vol dwaasheid en alleen maar goed voor slaven. Zo was Hij een “Man van Smarten.” Smart domineerde in heel het aardse leven van Jezus. Het woord 'smart' is afgeleid van 'slaan' en 'wonden'. In Israël heerste de gedachte dat als men veel smaad en leed te verduren had, dit kwam omdat men zich schuldig had gemaakt aan misdaden en zonden. Om die reden hield men de “knecht des Heren” voor een geplaagde, voor een door God geslagene en verdrukte. Zie JESAJA 53:4. Gelukkig weten wij nu dat dit een verwerpelijke gedachte is. Want wie zo denkt laat duidelijk zien dat de mens een door de zonde bedorven natuur heeft. Want laat dit heel duidelijk zijn, het was niet om Zijn zonde, maar om onze zonden, dat Hij een man van smarten werd. Hij kwam om onze ellende te dragen, te boeten voor onze straf. Het was om onze overtredingen dat Hij de hemel verliet. Daarom heeft Hij Zichzelf ontledigd, om de gestalte van een dienstknecht aan te nemen, om aan u en mij gelijk te worden. Christus diende ons met een Goddelijke gezindheid. Filippenzen zegt het zo: “Hij die de gestalte van God had, hield zijn gelijkheid aan God niet vast, maar deed er afstand van. Hij nam de gestalte aan van een slaaf en werd gelijk aan een mens. En als mens verschenen, heeft hij zich vernederd en werd gehoorzaam tot in de dood – de dood aan het kruis” FILIPPENZEN 2:6-8. De straf die ons de vrede geeft was op Hem. Is dat, is dat uw Koning De verzen 1-3 van Jesaja 53 beschrijven de verschijning van de Messias. En de verzen 4-6 spreken over Zijn verzoenend lijden. Maar de volgende verzen vertellen ons hoe Hij leed, hoe Hij Gods wil volbrengen zou. Hij liet Zich verdrukken en deed Zijn mond niet open. Zelfs in het allergrootste
11
lijden verzette Hij Zich niet. Als een Lam dat ter slachting geleid wordt, als een schaap dat stom is voor zijn scheerders, zo deed Hij zijn mond niet open. Vgl. JESAJA 53:7. In Zijn lijden aan het kruis, in die uren van Godverlatenheid leed Hij, om onze zonde en die van de gehele mensheid. De mensen hadden geen besef van wat er allemaal gebeurde. Hij deed Zijn mond niet open. Wat zeg ik? Zei het Lam Gods helemaal niets? Jazeker wel! Hij heeft geroepen, het uitgeschreeuwd; “Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?” Maar dit was geen opkomen tégen het lijden, te vergelijken met onze menselijke waaroms. Het was een uitroep van de smart, de pijn, de diepte van die vreselijke eenzaamheid. Het was de pijn van het door God verlaten worden. En daar hing Hij, tussen twee rovers in. Omgeven door nieuwsgierige mensen, door spotters en huichelaars. Ze riepen: “Indien Gij Gods Zoon zijd, kom af van het kruis. Zijt Gij niet de Christus, redt Uzelf en ons. Anderen heeft Hij gered, Zichzelf redden kan Hij niet” MATTHÉÜS 27:38-44. Maar omdàt Hij Zichzelf niet wilde redden, omdat Hij daar hing voor zondaars, kwam Hij niet van het kruis af! En na al het gespot en gehoon aangehoord te hebben zei Hij: “Vader, vergeef hun, want ze weten niet wat ze doen” LUCAS 23:34. Is dat is dat úw Koning! Hij werd afgesneden, losgemaakt, ontbonden, verjaagt uit het land van de levenden. Afsnijden is hier een uitdrukking voor het ‘gewelddadig ontnemen’ van iemands leven. Christus stierf de meest gewelddadige dood aller tijden. Hij, de Levendmakende, Hem werd het leven ontnomen. Waarom moest de zondeloze, de rechtvaardige zo verschrikkelijk lijden. Het antwoord is: “Het behaagde God Hem te verbrijzelen” JESAJA 53:10 NBG. Wat een wonderlijk antwoord hé? Het woord ‘behagen’ moeten we niet zien alsof God het fijn zou vinden om dit te doen. Nee, we moeten dit zien als een noodzaak. Want in “het behaagde de Here”, ligt verborgen dat God jou en mij zag in onze zonde en dood. God de Vader stond voor ons Zijn Zoon af! Alleen op die manier was er redding mogelijk. Om dit te begrijpen moeten we twee dingen goed in het oog houden. In de eerste plaats, Christus wilde Zijn liefde voor de verloren mensen tonen. Hij wilde in onze plaats gaan staan. Onze schuld op Zich nemen, in onze plaats sterven. Gods woord zegt: “God heeft hem die de zonde niet kende voor ons één gemaakt met de zonde, zodat wij door hem rechtvaardig voor God konden worden” 2 CORINTHIËRS 5:21. Hij, de Messias, was de enige door God aangewezen, om te boeten, te sterven voor onze zonden.
12
In de tweede plaats, God is Heilig, Hij kan de zonde niet zijn gang laten gaan. Er moest een daad gesteld worden. Een daad die voor eens en altijd de macht van de zonde en de dood zou verbreken. Er moest Iemand zijn die onze ongerechtigheid op Zich nam. Om zo ons rechtvaardig voor God te kunnen verklaren. Daarom werd Christus in Zijn sterven, in die uren van dichte duisternis als een zondaar behandeld. Verstaan we nu die woorden van Jezus: “Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten!” Het kon niet anders, Hij moest verbrijzeld worden. De straf voor onze zonde was op Hem. Het Lam Gods heeft de zonde der wereld weggenomen. Het Lam heeft God en mens met elkaar verzoend. Het is volbracht! De verbrijzeling was geen doel op zich, maar het middel van God, want door Hem kwam iets tot stand. Wat tot op de dag van vandaag nog steeds het allergrootste verlossingswonder is voor de hele mensheid. Miljoenen mensen zouden door deze verbrijzeling een eeuwig heil ontvangen. De ganse schepping zal er door worden hersteld! Prijst God!! Christus betaalde de prijs, al het lijden, alle pijn en verdriet behoorde tot de drinkbeker die door Jezus werd leeggedronken. Maar dat diepe lijden, dat afgesneden worden “uit het land der levenden”, dat mondt uit in de allergrootste overwinning. Een overwinning die zijn weerga niet kent. Een overwinning waardoor alle machten openlijk ten onder zijn gegaan. Want, zegt KOLOSSENZEN 2:15:
“Hij heeft zich ontdaan van de machten en krachten, hij heeft hen openlijk te schande gemaakt en in Christus over hen getriomfeerd.” Wij hebben een Overwinnaar, waarvoor iedere knie zich zal buigen. En iedere mond zal belijden dat Jezus Christus Heer is. Zie FILIPPENZEN 2:10-11. Wanneer Hij Zijn leven heeft geofferd voor de zonde zal Hij talloze nakomelingen krijgen, vele erfgenamen, zegt Jesaja ons. Hij, die de dood gezien heeft, heeft ook de overwinning gezien. Is dat, is dat úw Koning. Ja! Dat is mijn Koning!Want ook ons paaslam is geslacht, Christus, laten we daarom feest vieren. 1 CORINTHIËRS 5:7 NBG. De kracht van die overwinning zal verkondigd worden. De blijdschap van het evangelie zal uitgestrooid worden. Zijn opstanding zal bekent gemaakt worden. Want; “Over de hele wereld zal men de Here leren kennen en zich tot Hem bekeren. Alle volken zullen voor Hem buigen. Het koninkrijk is van de Here, Hij heerst over alle volken. Over de hele wereld zullen rijke mensen Hem aanbidden. Maar ook arme mensen, die zichzelf amper in het leven kunnen houden, knielen voor Hem neer. Het nageslacht zal Hem dienen, en ieder vertelt zijn kinderen over Hem. Zij zullen Zijn recht en goedheid doorgeven, aan allen die nog geboren moeten worden, omdat Hij ALLES HEEFT VOLBRACHT!” PSALM 22:28-32 HB. Jezus heeft Zijn leven uitgegoten in de dood. Hij heeft gebeden en tranen geofferd aan Hem, die Hem uit de dood kon redden. Hij is verhoord uit Zijn angst. En toen Hij het einde had bereikt, is Hij voor allen die Hem gehoorzamen, een oorzaak van eeuwig heil geworden. IS DAT, IS DAT UW KONING! Ik hoop dat je het met mij kunt zeggen: ‘Ja Here, U bent mijn Koning’.
13
Gods autoriteit
Bij het woord ‘autoriteit’ voelen velen van ons zich niet op hun gemak. En om gelijk maar de vinger op de zere plek te leggen, dit komt omdat anderen nogal autoritair met hen zijn omgegaan. Om die reden is het goed om hier eens bij stil te staan. Op alle terreinen hebben we mensen met veel deskundigheid nodig. Deze mensen kom je tegen bij de Overheid op Universiteiten in Kerken in de ontwikkeling van producten, het bouwen van grote projecten maar ook bij medicijn en onderzoek naar ziekten, enz. In al deze gebieden komen we mensen tegen die soms niet verantwoord (kunnen) omgaan met het begrip autoriteit. Mensen met autoritair gezag hebben macht om een persoon of een organisatie te leiden. Begrijp dit goed, autoriteit moet voor een gezonde basis in de maatschappij zorgen om anarchie te voorkomen. En hier ging en gaat het vaak mis. Omdat mensen niet goed kunnen omgaan met autoriteit. Helaas komen we dit in alle lagen van onze maatschappij tegen, dus ook in gezin en kerk. Dit heeft geleid tot gezinsproblemen en veel kerkversplintering en leegloop. Jammer maar waar. Om ons als christenen te beseffen hoe we met autoriteit kunnen omgaan is het goed om dit begrip eens naast de bediening van Jezus te leggen. Want waar haalde Hij zijn autoriteit zijn gezag vandaan? Werd dit hem toegekend door mensen omdat zij vonden dat Hij goede dingen deed? Of was het een door Hem zelf toegeëigende macht? En misbruikte Hij dit ook? De mensen vroegen herhaaldelijk waar Hij zijn macht vandaan haalde. Men wilde dit kennelijk weten om Hem goed te kunnen beoordelen. Maar had dit de tegenstanders doen geloven dat Jezus’ autoriteit van God kwam? Voor de één verzweeg Jezus het antwoord, aan anderen liet Hij het ronduit weten vanwaar Zijn macht, Zijn autoriteit kwam. In JOHANNES 17:2 maakt Jezus duidelijk van Wie zijn macht kwam: “gelijk Gij Hem macht hebt gegeven over alle vlees, om aan al wat Gij Hem gegeven hebt, eeuwig leven te schenken” NBG. Dit is een van de mooiste redenen waarvoor Jezus Zijn autoriteit wilde gebruiken. Altijd ten dienste van anderen, om goed te doen. In dit alles kende Hij maar één Oorsprong waaruit Hij een directe autoriteit ontving en dat was zijn Vader. Zie JOHANNES 5:19. Gods autoriteit kent het recht van keuze en vrijheid om te doen wat juist is. Vgl. MATTHEÜS 28:18. Jezus’ autoriteit zien we terug in wat Hij leerde, want zij stonden versteld over Zijn leer en gezag. Zie LUCAS 4:32. Hij kon zonden vergeven, wonderen doen, maar we zien het ook terug in de manier hoe Hij leefde. Alles wat Jezus deed getuigde van een Goddelijke autoriteit. En nooit kon iemand Hem erop betrappen dat Hij die macht misbruikte. De tegenstand ontstond niet door Zijn wonderdaden maar door wat Hij zei. Want hierdoor begrepen de Joods kerkleiders dat Hij de Zoon van God was. En dat kwam hen in vele opzichten heel slecht uit. Dat was ook de tegenstand die Jezus te horen kreeg. Zijn wonderen werden wel geaccepteerd maar Zijn leer werd verworpen. Ondanks deze confrontaties maakte Jezus Zijn werk af en betaalde de prijs voor de zonden van ons mensen. Zijn offer bracht verzoening voor ons allemaal. In het Johannes evangelie zegt Jezus iets heel speciaals:
14
“Ik verzeker jullie: wie in mij gelooft, zal doen wat ik doe; ja, hij zal nog grotere dingen doen, want ik ga naar de Vader” JOHANNES 14:12 GNB. Een opmerkelijke tekst wat aantoont dat Hij aan ons Zijn macht overdraagt. Niet in die zin dat wij hier op aarde Hem gelijk zijn maar, zegt Paulus: “Wij zijn gezanten van Christus, God doet door ons zijn oproep. Namens Christus vragen wij: laat u met God verzoenen” 2 KORINTIËRS 5:20. Zo roept God al Zijn kinderen wereldwijd op om van de Zijn liefde te getuigen, om de Kerk op te bouwen om Gods richtlijnen door te geven betreffende normen en waarden. Hiertoe worden wij gemachtigd dat is Christus opdracht voor ons die geloven. En Hij bekrachtigt dit met deze woorden: “Ik wens jullie vrede! Zoals de Vader mij heeft uitgezonden, zo zend ik jullie uit.’ Na deze woorden blies hij over hen heen en zei:‘Ontvang de heilige Geest” JOHANNES 20:21-22. Is het niet verbazend om te weten en te geloven dat wij Gods gezanten zijn die door de kracht van de heilige Geest Zijn autoriteit mogen praktiseren? En dat allemaal binnen de grenzen van gezin, kerk en maatschappij. Wat een opdracht! Laat ons in dit alles heel goed beseffen dat het hier nooit om een eigen invulling moet gaan van wat we lezen in Gods woord. We mogen geloven dat we door Gods woord verpakt in liefde en kracht, een stempel mogen zetten op Gezin, Kerk en Maatschappij. En laten we dan ons opnieuw herinneren wat Jezus tot ons gezegd heeft: “Ik verzeker het jullie nogmaals: als twee van jullie hier op aarde eensgezind om iets vragen, wat het ook is, dan zal mijn Vader in de hemel het voor hen laten gebeuren. Want waar twee of drie mensen in mijn naam samen zijn, ben ik in hun midden” MATTHEÜS 18:19-20.
AMEN!!!
15
Funny comics
16
April 2012 Zondag
Maandag
1 Eredienst
2
10.30 uur Spreker R. de Waal
10.00 uur Vrouwenochten d
8 Paasdienst
9
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
4
5
20.00 uur kringavond
20.00 uur muziekrepetitie
11
12
20.00 uur Bijbelstudie Romeinenbrief
20.00 uur muziekrepetitie
18
19
20.00 uur kringavond
20.00 uur muziekrepetitie
24
25
26
20.00 uur Leiders studie
20.00 uur Bijbelstudie Romeinenbrief
20.00 uur muziekrepetitie
3
10
10.30 uur Spreker Vidly Maitimu
15 Eredienst
16
10.30 uur Spreker R. de Waal
10.00 uur vrouwenochten d
17
22 Eredienst
23
10.30 uur Spreker Cor Dorssers
29 Eredienst
30
10.30 uur Spreker R. de Waal
10.00 uur vrouwenochten d
March 2012 S
M
T
W
4 11 18 25
5 12 19 26
6 13 20 27
7 14 21 28
T 1 8 15 31 22 29
Vrijdag
6
7
13
14
20
21 19.00 uur jeugdavond
27
Notes: F 2 9 16 23 30
S 3 10 17 24 31
Zaterdag
28
May 2012
Pasen valt op 8 en 9 april.
17
S
M
6 13 20 27
7 14 21 28
T 1 8 15 22 29
W 2 9 16 23 30
T 3 10 17 24 31
F 4 11 18 25
S 5 12 19 26
Algemene gegevens: Samenkomsten: Nehemia Helmond Lage Dijk 14 5705 BZ Helmond Voorgangers: Richard en Augustina de Waal Groningenhof 29, 5709 CC Helmond E-mail:
[email protected] of
[email protected] Tel.nl: 0492-511858 Oudsten: Cor en Annie Dorssers e-mail:
[email protected] tel.nr. 0492-840688 Muziek: Sabrina de Waal Geluid: Frans de Waal Webmaster:
Website: www.nehemia-helmond.nl
Nehemia Helmond is op 28-10-2002 geregistreerd als kerkgenootschap te Den Bosch in regio 4 onder nummer 4.221984.1 Giften, tiendes of eerstelingen kunnen worden gestort op Rabobank, rekeningnummer 18.10.96.994 t.n.v. Nehemia-helmond onder vermelding waar het hierbij om gaat.
18