Atelier ‘Ontdek het regenwoud’ ( Basisonderwijs) beschrijving voor de animator
1.
Algemene beschrijving
Wat hebben koekjes en hamburgers te maken met het tropisch regenwoud? Heb jij het regenwoud vandaag al gebruikt? Hoe gaan de bewoners van het regenwoud om met de tropische planten die hen omringen, en wat gebeurt er als het regenwoud vernietigd wordt? We trekken tijdens deze workshop met de kinderen het regenwoud in, op zoek naar een antwoord op al deze vragen.
2.
Leeftijdsgroep :
3.
Doelstellingen
4.
3de graad basisonderwijs Aangepaste versie voor 1ste en 2de graad basisonderwijs vanaf pag. 7
De kinderen kunnen verschillen opnoemen tussen ons klimaat en het klimaat in het regenwoud. De kinderen kunnen verschillen opnoemen tussen de plantengroei bij ons en de plantengroei in het regenwoud. De kinderen kunnen op de wereldbol aanduiden waar op de wereld er tropisch regenwoud voorkomt. (3de graad) De kinderen kunnen het verband leggen tussen de evenaar en het voorkomen van tropisch regenwoud. De kinderen kunnen met voorbeelden aantonen dat een aantal van de producten die wij dagelijks consumeren afkomstig zijn uit het tropisch regenwoud. De kinderen kunnen het verband uitleggen tussen vleesconsumptie, mijnbouw en het verdwijnen van het tropisch regenwoud. De kinderen kunnen planten uit het tropisch regenwoud gericht observeren. De kinderen kunnen met voorbeelden aantonen dat veel dieren en mensen afhankelijke zijn van het tropisch regenwoud om te overleven.
Relatie met de eindtermen
4.1. Wereldoriëntatie - natuur De leerlingen kunnen bij organismen kenmerken aangeven die illustreren dat ze aangepast zijn aan hun omgeving De leerlingen kunnen illustreren dat de mens de aanwezigheid van organismen beïnvloedt De leerlingen kunnen het verband illustreren tussen de leefgewoonten van mensen en het klimaat waarin ze leven.
1 JUTTA KLEBER EDUCATIEF MEDEWERKER TEL +32 (0)2 260 09 91
[email protected] WWW.PLANTENTUINMEISE .BE
De leerlingen kunnen met concrete voorbeelden uit hun omgeving illustreren hoe mensen op positieve, maar ook op negatieve wijze omgaan met het milieu De leerlingen kunnen met concrete voorbeelden uit hun omgeving illustreren dat aan milieuproblemen vaak tegengestelde belangen en grondslag liggen. De leerlingen tonen respect en zorg voor de natuur vanuit het besef dat de mens voor zijn levensbehoeften afhankelijk is van het natuurlijk leefmilieu.
4.2. Wereldoriëntatie – Techniek en samenleving De leerlingen kunnen aan de hand van voorbeelden uit verschillende toepassingsgebieden van techniek illustreren dat technische systemen nuttig, gevaarlijk en/of schadelijk kunnen zijn voor henzelf, voor anderen of voor natuur en milieu.
4.3. Wereldoriëntatie ruimte 6.2 kunnen in een praktische toepassingssituatie op een gepaste kaart en op de globe evenaar, de polen, de oceanen, … opzoeken. Verloop van het atelier (derde graad)
2 JUTTA KLEBER EDUCATIEF MEDEWERKER TEL +32 (0)2 260 09 91
[email protected] WWW.PLANTENTUINMEISE .BE
Verloop atelier 3de graad basisonderwijs
5.
5.1. Kennismaking tropisch regenwoud Duur:
15’
Plaats:
Victoriakas
Materiaal:
opblaasbare wereldbol
Verloop:
Ga met de groep via de Mediterrane Kas en Mabundu naar de Victoriakas. Spoor de kinderen aan om te beschrijven wat ze hebben gezien/gevoeld terwijl ze door de tropische kassen liepen: Welke planten? Hoe voelt het aan? Hoe komt het dat de planten van het tropisch regenwoud er zo anders uitzien? En wonen er ook andere dieren? Ga met de kinderen in een cirkel staan. De bal wordt nu naar een van de kinderen gegooid. Stel een vraag die te maken heeft met het situeren van de gebieden waar tropisch regenwoud voorkomt. Het kind dat de bal heeft moet antwoorden of de bal naar een ander kind gooien. Stel op deze manier een 5-tal vragen, bijvoorbeeld: o ‘Waar ligt de zuid- en de noordpool?’ o Waar ligt de evenaar? o Waar is er tropisch regenwoud? o Kan je een land opnoemen dat op de evenaar ligt o … Wijs er op dat niet elk land dat op de evenaar ligt, automatisch tropisch regenwoud heeft.
Opmerking: Het spel met de opblaasbare wereldbol kan ook vooraf buiten gespeeld worden, tijdens de kennismaking met de kinderen.
5.2. Kennismaking economische gewassen van het regenwoud Duur:
50’
Plaats:
start in Regenwoudklasje, verder in Mabundu
Materiaal:
Kaartjes met producten + tropische gewassen waar de producten van afkomstig zijn Invulblad ‘Zoek de hamburgerplant’ of ‘Zoek de koekjesplant’ (1 ex. per 2 lln.) Vlaggetjes met letters
FASE 1: ONTDEKKEN MET ZINTUIGEN 6 kinderen krijgen een potje met de volgende producten: vanillesuiker, koffiepoeder, kaneelpoeder, cacaopoeder, gemberpoeder, kokospoeder, (uitbreiding: rietsuiker). Ze ruiken er aan en laten hun buren zonder potje ook ruiken. In het midden op een doek liggen de volgende voorwerpen:
3 JUTTA KLEBER EDUCATIEF MEDEWERKER TEL +32 (0)2 260 09 91
[email protected] WWW.PLANTENTUINMEISE .BE
gemberwortel, vanillestokjes, cacaobonen, cacaovrucht, koffiebonen, kokosnoot, kaneelstokjes, (uitbreiding: suikerrietstengel). Eén voor een mogen de kinderen nu vertellen wat ze geroken hebben. Weten ze wat het is? Zien ze in het midden een voorwerp liggen dat iets kan te maken hebben met wat ze geroken hebben? Ze mogen indien nodig ook snuffelen aan de voorwerpen in het midden. FASE 2: MEMORY
Gesprek: we eten dagelijks dingen die afkomstig zijn uit het regenwoud. Kan je er enkele opnoemen? 2 mogelijke manieren op de ‘memory’ te spelen: o In het regenwoudklasje: leg de kaartjes door elkaar, met de afbeelding naar boven op de grond. Laat telkens een kind een kaartje (met plant of product) nemen en laat hetzelfde kind het kaartje zoeken dat er bijhoort. Als het juist is, krijgt het kind de 2 kaartjes. Is het fout, dan is het volgende kind aan de beurt. Als het niet mogelijk is om ergens te gaan zitten: De kinderen gaan in 2 rijen tegenover elkaar staan. Aan de ene rij geef je de kaartjes met producten op. Zorg ervoor dat de laatste in de rij (evt. de leerkracht) het kaartje met de hamburger of de koekjes krijgt. De kinderen van de andere rij krijgen kaartjes met gewassen op. Als niet alle kinderen een kaartje hebben, kunnen 2 kinderen samenwerken. Om beurten noemen de kinderen van de rij ‘producten’ op welk product er op hun kaartje staat. Het kind dat denkt dat het kaartje met het bijbehorende gewas heeft, stapt naar voor. Als de combinatie juist is, mogen die twee kinderen samen de rij verlaten. Het spel wordt verder gespeeld tot alle correcte combinaties gevonden zijn. Op die manier worden er groepjes gevormd die gaan samenwerken in het volgende deel. Op het einde blijft enkel de hamburger /de koekjes over.
FASE 3: OP ZOEK NAAR DE HAMBURGERPLANT/KOEKJESPLANT
bestaat er een hamburgerplant/koekjesplant? we gaan op zoek naar de hamburgerplant/koekjesplant. De leerlingen krijgen per 2 of 3 een document ‘Zoek de hamburgerplant/koekjesplant’. Ze zoeken de planten die op hun blad staan en schrijven de letters op die op de vlaggetjes bij de planten staan. Wanneer ze alle letters juist hebben ingevuld, krijgen ze één van de volgende woorden: ‘Sojaboon’ of ‘Oliepalm’. De lln. worden meegenomen naar de sojaplant of de oliepalm en krijgen uitleg over duurzaamheidsproblemen rond soja of kokosolie: o Soja: het Braziliaanse regenwoud wordt gekapt onder meer om er sojaplantages aan te leggen. Deze soja dient niet (of niet in de eerste plaats) voor het maken van sojamelk of andere sojaproducten, maar wel als veevoeder. o Oliepalm: in Zuid-Oost-Azië (vnl. Maleisië) wordt het regenwoud op grote schaal gekapt om oliepalmen aan te planten. De palmolie die hieruit gewonnen wordt, duikt op alle mogelijke plaatsen in onze voeding en cosmetica op. Koekjes, margarine, 4
JUTTA KLEBER EDUCATIEF MEDEWERKER TEL +32 (0)2 260 09 91
[email protected] WWW.PLANTENTUINMEISE .BE
croissants, frituurvet … In zowat elk product dat als ingrediënt ‘plantaardige olie’ bevat, zit palmolie uit het tropisch regenwoud. Palmolie is bovendien een ongezonde oliesoort, die veel verzadigde vetzuren bevat. Korte discussie: kunnen we hier iets aan doen? Op welke manier zouden we ons voedingspatroon kunnen veranderen om het regenwoud te beschermen? o Soja: minder vlees eten, donderdag veggiedag, flexitariër of vegetariër worden? o Kokospalm: ligt moeilijker. Duurzame palmolie (WWF), palmolievrije chocopasta. Binnenkort verplichting om op elk product de oorsprong van het gebruikte plantaardige vet te vermelden.
5.3. Dierendiscovery Duur:
50’
Plaats:
start in regenwoudklas, verder in C, D en E
Materiaal: Plattegrond Amazonewoud Voorwerpen op de plattegrond uitgestald: Pluchen beesten: kolibrie, mier, luiaard, slingeraap, vleermuisje, pijlgifkikkers Foto van Indiaans meisje Foto van Indiaanse jongen Rugzakjes met materialen (stiften, tekenpapier, potloden …) Opdrachtenkaarten Dierendiscovery Verkleedkleren ‘rijkaard’: dollars, vest, hoed, sigaar … Fiches met symbolen plantage, goudmijn, weg. Verloop:
Korte introductie: vanaf nu gaan we het Amazonewoud verkennen. Een aantal kinderen (aangeduid door de begeleider) kiezen één van de voorwerpen die op de plattegrond zijn uitgestald. Er wordt kort verteld welk dier het is, of voor welke groep mensen het voorwerp symbool staat. Alle kinderen verdelen zich in groepjes (evt. groepjes vergroten bij meer lln.): 2 lln. voor de volgende groepjes: de luiaard, de vleermuis, de mier, de kolibrie. 3 lln. voor het groepje van de slingeraap en de pijlgifkikker. 2 lln. krijgen de opdracht ‘Kayapo-indiaan’ (foto van indianenmeisje met schmink) 2 lln. krijgen de opdracht ‘Kayapo-indiaan’ (rond vis en voedsel) 2 lln. krijgen de opdracht ‘Kayapo-meisje’ (rond weven met palmbladeren.). 5
JUTTA KLEBER EDUCATIEF MEDEWERKER TEL +32 (0)2 260 09 91
[email protected] WWW.PLANTENTUINMEISE .BE
Elk groepje krijgt een opdrachtenfiche en leest in stilte zijn opdracht. Er is gelegenheid om vragen te stellen over de opdracht. Elk groepje krijgt een rugzak met het symbool op dat hij gekozen heeft. De kinderen kunnen nu de kassen C, D en E in trekken om hun opdracht uit te voeren. Hiervoor krijgen ze ongeveer 20’ de tijd. De kinderen verzamelen opnieuw in de regenwoudklas. Ze stellen nu aan elkaar voor welke opdracht hun personage heeft uitgevoerd. Telkens wanneer een groep zich heeft voorgesteld, wordt de opdrachtfiche van dit personage op een geschikte plaats (dicht regenwoud, dun regenwoud, indianendorp) op de plattegrond geplaatst. De begeleider speelt nu de rol van ‘rijkaard’. Hij/zij vertelt dat hij graag erg rijk wil worden en daarom goudmijnen, sojaplantages en wegen zal aanleggen in het regenwoud. Hij plaatst de fiches met goudmijnen en sojaplantages op de plattegrond. Dit leidt tot discussie: dit is wat er dagelijks in het regenwoud gebeurt. Hoe moeten we dit oplossen? Wat kunnen wij doen? Willen wij goud, gsms, hamburgers …? Aanbieden van een aantal alternatieven: o Ophaalpunten voor elektronische toestellen (urban mine) o Vegetarisme (zie boven)
6 JUTTA KLEBER EDUCATIEF MEDEWERKER TEL +32 (0)2 260 09 91
[email protected] WWW.PLANTENTUINMEISE .BE
6.
Verloop van het atelier (eerste en tweede graad Basisonderwijs)
6.1. Kennismaking tropisch regenwoud Duur:
15’
Plaats:
Victoriakas
Materiaal:
Evt. dierenwereldbol
Verloop:
Loop met de groep via de Mediterrane Kas en Mabundu naar de Victoriakas. Spoor de kinderen aan om te beschrijven wat ze hebben gezien/gevoeld terwijl ze door de tropische kassen liepen: Welke planten? Hoe voelt het aan? Hoe komt het dat de planten van het tropisch regenwoud er zo anders uitzien? En wonen er ook andere dieren? Ken je landen waar er tropisch regenwoud is? Evt. werken met dierenwereldbol: situeren evenaar, erop wijzen dat het bos groen is, dieren laten opnoemen die in het tropisch regenwoud voorkomen.
6.2. Kennismaking economische gewassen van het regenwoud Duur:
50’
Plaats:
In Mabundu
Materiaal:
Vlaggetjes Snuffeldoos, kokosnoot en plastic cacaovrucht.
FASE 1: ONTDEKKEN MET ZINTUIGEN 6 kinderen krijgen een potje met de volgende producten: vanillesuiker, koffiepoeder, kaneelpoeder, cacaopoeder, gemberpoeder, kokospoeder, (uitbreiding: rietsuiker). Ze ruiken er aan en laten hun buren zonder potje ook ruiken. In het midden op een doek liggen de volgende voorwerpen: gemberwortel, vanillestokjes, cacaobonen, cacaovrucht, koffiebonen, kokosnoot, kaneelstokjes, (uitbreiding: suikerrietstengel). Eén voor een mogen de kinderen nu vertellen wat ze geroken hebben. Weten ze wat het is? Zien ze in het midden een voorwerp liggen dat iets kan te maken hebben met wat ze geroken hebben? Ze mogen indien nodig ook snuffelen aan de voorwerpen in het midden. FASE 2: OP ZOEK NAAR DE PLANTEN Zes andere kinderen houden nu de volgende voorwerpen vast: gemberwortel, vanillestokjes, cacaobonen, cacaovrucht, koffiebonen, kokosnoot, koffiebonen. Bij elke plant waar een vlaggetje bij staat stoppen we en we kijken welk van de voorwerpen bij deze plant kan horen. De begeleider kan de kinderen ondertussen ook wijzen op de bananenplant, het suikerriet … . Kennen de kinderen deze plant? Weten ze waarvoor die gebruikt wordt? Aan de hand van foto’s van sojaplantages en 7 JUTTA KLEBER EDUCATIEF MEDEWERKER TEL +32 (0)2 260 09 91
[email protected] WWW.PLANTENTUINMEISE .BE
ranches uit het regenwoud wordt uitgelegd waarom veeteelt veel schade toebrengt aan het regenwoud. Opmerking: voor kinderen van het 3de en 4de leerjaar kan de Memory en het spel ‘Op zoek naar de koekjesplant/hamburgerplant’ (zie pag. 4) ook ingelast worden.
6.3. Dierendiscovery Duur:
50’
Plaats:
start in regenwoudklas, verder in C, D en E
Materiaal:
Plattegrond Amazonewoud Rugzakjes met tekenmateriaal Pluchen beesten: kolibrie, mier, luiaard, slingeraap, vleermuisje, pijlgifkikkers Foto van Indiaans meisje en Indiaanse jongen Alle voorwerpen bevinden zich in de kassen C, D en E, op de juiste plaatsen: Kolibrie bloem Mier mierenplant (Triplaris americana + evt. Myrmecodia) Pijlgifkikker Bromelia of familielid Luiaard Cecropia Slingeraap Monstera Vleermuis Heliconia Foto indianenmeisje en indianenjongen Indianendorp
Korte introductie: vanaf nu gaan we het Amazonewoud verkennen. We gaan dit doen door een aantal dieren te zoeken die in het regenwoud wonen en te kijken wat ze nodig hebben om er te overleven. We gaan met de hele groep op zoek. Telkens we een dier gevonden hebben, wordt kort verteld waarom het dier bij de plant hoort: o Kolibrie: haalt nectar uit bloemen o Mier: woont in de holle takken van de mierenboom en verdedigt ‘zijn’ boom tegen aanvallers. o Pijlgifkikker: woont in Bromelia, hoog in de bomen, legt eitjes in ‘vijvertje’ dat in Bromelia ontstaat. o Luiaard: brengt zijn hele leven door in dit soort bomen, komt maar één keer per week er uit om behoefte te doen, voedt zich uitsluitend met bladeren. o Slingeraap: gebruikt lianen om zich door het oerwoud te verplaatsen, eet vruchten uit de bomen. o Vleermuis: maakt een ‘tentje’ van het Heliconiablad, om zich tegen roofdieren te beschermen. De laatste etappe is het ‘Indianendorp’. Hier vinden we de foto van de indiaanse kinderen. Er wordt uitgelegd dat Indianen vissen door gif van de Hura crepitans (melksap) in de rivier te 8
JUTTA KLEBER EDUCATIEF MEDEWERKER TEL +32 (0)2 260 09 91
[email protected] WWW.PLANTENTUINMEISE .BE
gooien. Bij de boom wordt als symbool een visnetje geplaatst, zodat de kinderen hem makkelijk kunnen terugvinden. Er wordt ook verteld dat de ‘roodhuiden’ hun lichaam beschilderen met poeder gemaakt uit het vruchtvlees van de Bixa Orellana. Bij deze boom wordt een potje met zaden van de bixa in een potje met vijzeltje gezet, zodat de kinderen de boom makkelijk terugvinden. We keren terug naar het regenwoudklasje. Hier krijgen de kinderen krijgen in groepjes van 2 of 3 een opdrachtenfiche. Elk groepje krijgt een opdrachtenfiche en leest in stilte zijn opdracht. Er is gelegenheid om vragen te stellen over de opdracht. Elk groepje krijgt een rugzak met het symbool op dat hij gekozen heeft. De kinderen kunnen nu de kassen C, D en E in trekken om hun opdracht uit te voeren. Hiervoor krijgen ze ongeveer 20’ de tijd. De kinderen verzamelen in de regenwoudklas. Ze stellen nu aan elkaar voor welke opdracht hun personage heeft uitgevoerd. Telkens wanneer een groep zich heeft voorgesteld, wordt de opdrachtfiche van dit personage op een geschikte plaats (dicht regenwoud, dun regenwoud, indianendorp) op de plattegrond geplaatst. Is er plaats voor alle mensen en dieren die in het oerwoud wonen? NU nog wel, maar … Spelleider legt nu uit dat er in het regenwoud goudmijnen gemaakt worden. Het goud dient voor onze juwelen, gsm’s, laptops … Er worden ook sojavelden aangelegd. Die zijn nodig om veevoeder te maken, zodat wij hamburgers kunnen eten. Spelleider legt fiches met goudmijnen, sojavelden boven op de dierensymbolen. Dit leidt tot discussie: dit is wat er dagelijks in het regenwoud gebeurt. Hoe moeten we dit oplossen? Wat kunnen wij doen? Willen wij goud, gsms, hamburgers …? Aanbieden van een aantal alternatieven: o Hebben we een gsm nodig? Hebben we gouden juwelen nodig? o Vegetarisme (zie boven)
9 JUTTA KLEBER EDUCATIEF MEDEWERKER TEL +32 (0)2 260 09 91
[email protected] WWW.PLANTENTUINMEISE .BE