RAAD VAN DE EUROPESE UNIE
Brussel, 13 februari 2001 (21.02) (OR. en) 6199/01 LIMITE FISC 23
NOTA VAN HET VOORZITTERSCHAP aan: de Groep belastingvraagstukken - indirecte belasting (BTW) nr. vorig doc.: 5774/01 FISC 13 nr. Comv.: 13562/00 FISC 192 - COM(2000) 650 def. Betreft: BTW - Facturering
De Groep belastingvraagstukken heeft tijdens haar vergadering van 16 januari 2001 een eerste bespreking gewijd aan het Commissievoorstel betreffende de ter zake van facturering geldende voorwaarden op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde. Tijdens de vergadering werd de lidstaten verzocht hun visie op het voorstel in grote lijnen uiteen te zetten en de Commissie waar nodig om verduidelijking te vragen met betrekking tot de inhoud van het voorstel. De opmerkingen van de lidstaten en de door de Commissie gegeven toelichtingen zijn beknopt weergegeven in de Raadstekst met het resultaat van de besprekingen, document 5774/01 FISC 13. Teneinde met deze toelichtingen en opmerkingen rekening te houden heeft het voorzitterschap in de tekst enkele verduidelijkingen aangebracht, en stelt het inhoudelijk enige wijzigingen voor. Het betreft de volgende wijzigingen en verduidelijkingen: •
het gebruik van bepaalde uitdrukkingen wordt consequent doorgetrokken over de hele richtlijn (hetgeen betekent dat waar dezelfde bewoordingen zijn gebruikt, hetzelfde wordt bedoeld);
•
de woorden "handelingen verrichten" zijn vervangen door de in de zesde richtlijn gebruikte bewoordingen, namelijk "goederen en diensten leveren";
•
de verplichting om een factuur uit te reiken is gewijzigd om ook andere dan de vermelde gevallen te bestrijken;
6199/01
mak/wb DG G
1
NL
•
de betekenis van de term "periodieke factuur" is verduidelijkt en gewijzigd;
•
de in bepaalde gevallen verplichte kennisgeving of melding aan de Commissie is geschrapt;
•
er is verduidelijkt hoe leveringen met BTW-vrijstelling en gevallen waarin de verleggingsregeling is toegepast, op de factuur moeten worden vermeld;
•
de vermelding op de factuur van het registratienummer, alsmede van de naam en het adres van een aangeduide fiscaal vertegenwoordiger is gewijzigd;
•
er is bepaald dat voor het gebruik van elektronische facturering vereist is dat de afnemer daarmee instemt;
•
de tekst is duidelijker geformuleerd wat betreft de opslag en het beschikbaar stellen van informatie aan de belastingdienst.
De gewijzigde tekst mag niet worden beschouwd als een volledig nieuwe compromistekst. Hij weerspiegelt alleen een aantal gegeven antwoorden, alsook enkele door de lidstaten vermelde probleemgevallen, die kunnen worden opgelost zonder het voorstel inhoudelijk ingrijpend te wijzigen. Het voorzitterschap erkent dat tijdens de eerste bespreking in de Groep een aantal andere opmerkingen en vraagstukken aan bod zijn gekomen, en dat de tekst bijgevolg in een volgende vergadering opnieuw integraal moet worden doorgenomen. Het voorzitterschap is voornemens om tijdens de volgende bijeenkomst van de groep een begin te maken met de gedetailleerde bespreking van het Commissievoorstel. De lidstaten zal dan worden verzocht zich ook te buigen over de voorgestelde verduidelijkingen en wijzigingen van de tekst.
N.B. De in de wettekst aangebrachte verduidelijkingen en wijzigingen zijn vet weergegeven. Geschrapte tekst is als doorgehaalde tekst weergegeven. De toelichting verschijnt bij ieder punt afzonderlijk, en is cursief weergegeven. De alinea's zijn tijdelijk genummerd om het leescomfort te verbeteren.
6199/01
mak/wb DG G
2
NL
Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG met het oog op de vereenvoudiging, modernisering en harmonisering van de ter zake van de facturering geldende voorwaarden op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 93, Gezien het voorstel van de Commissie 1, Gezien het advies van het Europees Parlement 2, Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité 3, Overwegende hetgeen volgt: (1)
De thans ter zake van de facturering geldende voorwaarden, zoals geformuleerd in artikel 22, lid 3, in de versie van artikel 28 nonies, van de Zesde Richtlijn 77/388//EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag 4, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2001/4/EG 5, zijn betrekkelijk gering in aantal, zodat het aan de lidstaten wordt overgelaten de essentiële voorwaarden vast te stellen. Voorts houden de huidige voorwaarden onvoldoende rekening met de ontwikkeling van nieuwe technologieën en methoden inzake facturering.
(2)
In het verslag van de Commissie over de resultaten van de tweede fase van het SLIM-initiatief 6 (Simpler Legislation for the Internal Market, eenvoudiger regelgeving voor de interne markt) wordt aanbevolen na te gaan welke verplichte vermeldingen op BTWgebied een factuur moet omvatten en welke juridische en technische eisen moeten worden gesteld aan elektronische facturering.
(3)
In de conclusies van de Ecofin-Raad van juni 1998 is onderstreept dat de ontwikkeling van de elektronische handel de totstandbrenging van een juridisch kader voor elektronische facturering vereist waarbij de controlemogelijkheden van de belastingadministraties behouden blijven.
1 2 3 4 5 6
PB C … van …, blz. PB C … van …, blz. PB C … van …, blz. PB L 145 van 13.6.1977, blz. 1. PB L 22 van 24.01.01, blz. 17, en PB L 26/40 van 27.1.2001.
COM(97) 618 def. van 24.11.1997.
6199/01
mak/wb DG G
3
NL
(4)
Voor een goede werking van de interne markt is het derhalve noodzakelijk dat er op communautair vlak een geharmoniseerde lijst wordt vastgesteld van verplichte vermeldingen op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde die een factuur moet bevatten en dat er een aantal gemeenschappelijke voorwaarden wordt vastgesteld voor elektronische facturering, elektronische opslag van de facturen, eigenhandige facturering en uitbesteding van de factureringswerkzaamheden. De authenticiteit van de herkomst van deze elektronische facturen moet worden gewaarborgd door middel van een geavanceerde elektronische handtekening in de zin van artikel 2, lid 2, van Richtlijn 1999/93/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 1999 betreffende een gemeenschappelijk kader voor elektronische handtekeningen. 1
(5)
Voorts moet worden bepaald dat de lidstaten niet langer van hun handelaren mogen verlangen dat zij op papier opgestelde facturen of een papieren overzicht hiervan sturen, wanneer deze handelaren deze facturen langs elektronische weg verzenden.
(6)
Ten slotte dienen ten aanzien van de opslag van de facturen de voorwaarden van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens 2, in acht te worden genomen.
(7)
Bijgevolg moet Richtlijn 77/388/EEG worden gewijzigd,
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD: Artikel 1 In artikel 28 nonies van Richtlijn 77/388/EEG wordt artikel 22 als volgt gewijzigd: 1)
lid 3 wordt vervangen door:
(eerste alinea)
"3. a) Iedere belastingplichtige moet ervoor zorgen dat door hemzelf of door een derde, in zijn naam en voor zijn rekening, door zijn afnemer of door een derde, een factuur of een als zodanig dienstdoend document wordt uitgereikt voor goederen, geleverd aan, en voor diensten verricht voor een andere belastingplichtige, of voor een niet-belastingplichtige rechtspersoon. Iedere belastingplichtige moet er tevens op toezien dat door hemzelf of door een derde, in zijn naam en voor zijn rekening, door zijn afnemer of door een derde, een factuur of een als zodanig dienstdoend document wordt uitgereikt voor de in artikel 28 ter, deel B, lid 1, bedoelde goederenleveringen en de leveringen van goederen, verricht onder de voorwaarden van artikel 28 quater, deel A.
(tweede alinea) Elke belastingplichtige moet er bovendien voor zorgen dat door hemzelf of door een derde, in zijn naam en voor zijn rekening, door zijn afnemer of door een derde, een factuur wordt uitgereikt voor de vooruitbetalingen die aan hem worden gedaan voordat een van de in de eerste alinea bedoelde leveringen van goederen is verricht of voor de vooruitbetalingen die door een andere belastingplichtige, of door een niet-belastingplichtige rechtspersoon, aan hem worden gedaan voordat de dienst is verricht. 1 2
PB L 13 van 19.1.2000, blz. 12. PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31.
6199/01
mak/wb DG G
4
NL
Opmerking: Verduidelijking van de formulering: uit deze nieuwe formulering komt duidelijker naar voren dat hetzij de verkoper, hetzij diens afnemer of een derde (eigenhandige facturering, uitbesteding) de factuur mag uitreiken. Afgaande op de toelichting die de Commissie tijdens de vorige vergadering heeft gegeven, betekenen de bepalingen in deze alinea's dat de handelaar in alle gevallen de persoon is die juridisch verantwoordelijk is voor het uitreiken van een factuur. (Nieuw)
[De lidstaten kunnen de belastingplichtige die op hun grondgebied goederen en diensten levert, de verplichting opleggen een factuur of een als zodanig dienstdoend document uit te reiken, met betrekking tot goederen die hij heeft geleverd of diensten die hij heeft verricht in andere dan in de vorige alinea's vermelde gevallen. Indien de lidstaten dat doen, beschikken zij over de mogelijkheid met betrekking tot deze facturen minder verplichtingen op te leggen dan de onder b) vermelde. Opmerking: Naar aanleiding van een opmerking van enkele lidstaten aangaande de verplichting een factuur uit te reiken, kan worden overwogen een nieuwe alinea in te lassen. Diverse lidstaten deelden tijdens de vorige vergadering mee dat zij bepaalde factureringsverplichtingen, bijvoorbeeld met betrekking tot bepaalde leveringen aan particuliere consumenten, wilden behouden. Door de wijziging van artikel 22, lid 8 (zie artikel 2 van dit voorstel) zouden de lidstaten namelijk geen nieuwe factureringsverplichtingen meer kunnen opleggen. Voor het geval dat de lidstaten nog over de mogelijkheid willen blijven beschikken om in bepaalde gevallen toch aanvullende factureringsverplichtingen op te leggen, zou hierboven weergegeven alinea kunnen worden toegevoegd. Met het oog op vereenvoudiging is het de lidstaten toegestaan minder vermeldingen op deze facturen te eisen dan die welke volgens lid 3, onder b), zijn vereist.]
(derde alinea) Iedere credit- of debetnota geldt als factuur en moet aan dezelfde voorwaarden voldoen. (vierde alinea)Onder door de lidstaten vast te stellen voorwaarden kunnen voor diverse afzonderlijke leveringen van goederen of diensten periodieke facturen worden opgemaakt, mits deze leveringen regelmatig geschieden, mits de betrokken periode niet langer duurt dan een maand. Opmerking: De tekst betekent dat periodieke facturering wordt toegestaan. Periodieke facturering is nu reeds in de nationale wetgeving of praktijk van vrijwel alle lidstaten toegestaan, zoals blijkt uit de antwoorden op de vragenlijst van Price Waterhouse & Coopers. Periodieke facturering kan worden gebruikt door bedrijven waar op regelmatige basis soortgelijke leveringen van goederen of diensten worden verricht, zoals regelmatige leveringen van onderdelen of regelmatige verlening van schoonmaak- of transportdiensten enz., en waar om praktische redenen slechts één factuur wordt uitgereikt voor een aantal van deze leveringen. Een periodieke factuur veronderstelt dat er ten minste twee afzonderlijke leveringen hebben plaatsgevonden waarvoor facturering verplicht is. Dit mag niet worden verward met de vraag wanneer een continue levering van goederen of diensten beschouwd wordt voltooid te zijn, en dus wanneer het belastbaar feit 6199/01
mak/wb DG G
5
NL
voor deze continue levering, in de zin van artikel 10, lid 2, van de zesde richtlijn, zich voordoet. In de tekst werden de woorden "onder de door de lidstaten vast te stellen voorwaarden" toegevoegd. Deze bewoordingen bieden de lidstaten bijvoorbeeld de mogelijkheid te bepalen binnen welke termijnen deze facturen moeten worden uitgereikt. Als gevolg van deze toevoeging is de termijn van één maand geschrapt. (vijfde alinea)
Facturen mogen namens en voor rekening van een belastingplichtige worden opgemaakt door diens afnemer of door een derde, mits dat van tevoren uitdrukkelijk is overeengekomen in een akkoord tussen beide partijen, waarnaar zij op verzoek van de belastingadministratie kunnen verwijzen, en op voorwaarde dat iedere factuur het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst tot uitdrukkelijke of stilzwijgende aanvaarding door de belastingplichtige die de handeling verricht. Opmerking: Verduidelijking van de formulering: Verduidelijking om de bewoordingen gelijk te trekken met die van de eerste alinea.
(zesde alinea)
Mits de Commissie op voorhand wordt ingelicht, mogen dDe lidstaten mogen ten aanzien van belastingplichtigen die op hun grondgebied handelingen verrichten goederen en diensten leveren verdere voorwaarden vaststellen betreffende de uitreiking – in hun naam en voor hun rekening – van facturen door de afnemers van deze goederen en diensten. Deze voorwaarden moeten in ieder geval altijd dezelfde zijn, ongeacht de vestigingsplaats van de opdrachtgever. Opmerking: Eerste wijziging: De voorafgaande melding aan de Commissie wordt geschrapt. Tijdens de vorige vergadering hebben een aantal lidstaten vraagtekens geplaatst bij het nut van de meldingsplicht aan de Commissie. Het voorzitterschap heeft geen bezwaren gehoord, noch van de lidstaten, noch van de Commissie, tegen de weglating van deze verplichting uit de tekst. Opgemerkt zij dat deze wijziging is aangebracht op alle plaatsen in het voorstel waar deze tekst voorkomt. Tweede wijziging: Om te onderstrepen dat de lidstaat waar de levering plaatsvindt, in de zin van de zesde richtlijn (artikelen 8, 9 en 28 ter, onder B tot en met F), bevoegd is om deze regels op te leggen. Hierbij moet worden opgemerkt dat die wijziging is aangebracht op alle plaatsen in het voorstel waar deze uitdrukking voorkomt.
(zevende alinea)
Mits de Commissie op voorhand wordt ingelicht, mogen bBovendien mogen aanvullende voorwaarden worden vastgesteld wanneer de derde of de afnemer die de facturen uitreikt in naam en voor rekening van de belastingplichtige, is gevestigd in een land waarmee niet een vergelijkbare regeling inzake wederzijdse bijstand zoals binnen de Gemeenschap bestaat, is overeengekomen.
(eerste alinea) b)
Onverminderd de bijzondere bepalingen van deze richtlijn moeten de overeenkomstig punt a) uitgereikte facturen voor BTW-doeleinden slechts de volgende vermeldingen bevatten:
– de datum van uitreiking; – een specifiek nummer; 6199/01
mak/wb DG G
6
NL
Opmerking: Tijdens de vorige vergadering heeft de Commissie uitgelegd dat "een specifiek nummer" betekent dat elke factuur een individueel nummer moet hebben, maar dat de nummers geen reeksen hoeven te vormen. Volgens de Commissie heeft het geen belang hoe deze nummering eruitziet, noch of de nummering per afnemer of per land geschiedt. – [in voorkomend geval] het in lid 1, onder c), bedoelde BTW-identificatienummer van de belastingplichtige en zijn afnemer; Opmerking: In de vorige vergadering was niet duidelijk wat met de uitdrukking "in voorkomend geval" precies wordt bedoeld. Zou dit betekenen dat ingeval voor de leverancier en/of voor diens afnemer een BTW-nummer bestaat, dit steeds op de factuur moet worden vermeld? – de volledige naam en het volledige adres van de belastingplichtige en zijn afnemer; – een beschrijving van de goederen of de diensten; – de hoeveelheid geleverde goederen of, [indien noodzakelijk], de omvang van de verrichte diensten; Opmerking: De uitdrukking "indien noodzakelijk" onder dit streepje lijkt ook verduidelijkt te moeten worden. – de datum waarop de goederen zijn geleverd of de diensten zijn verricht; – de plaats waar de goederen zijn geleverd of de diensten zijn verricht in de zin van deze richtlijn; Opmerking: De woorden "in de zin van deze richtlijn" zijn toegevoegd om te verduidelijken dat de op de factuur te vermelden plaats, de plaats van de levering van de goederen en diensten in de zin van de zesde richtlijn is. Opgemerkt dient te worden dat het nut van de tekst van dit streepje tijdens de vorige vergadering betwijfeld werd. De Commissie deelde mee dat de schrapping van dit streepje bespreekbaar is. – de maatstaf van heffing voor elk tarief; – het toe te passen tarief; – het te betalen BTW-bedrag; – het te betalen totaalbedrag; – in geval van een vrijstelling of van toepassing van de verleggingsregeling, een verwijzing naar de betreffende bepaling in deze richtlijn, de overeenkomstige nationale bepaling of andere informatie die deze vrijstelling of de toepassing van de verleggingsregeling rechtvaardigt; Opmerking: Ingeval de verleggingsregeling wordt toegepast, moet dat ook worden vermeld. Een zonder BTW uitgereikte factuur moet een verklaring bevatten met de reden waarom geen BTW is aangerekend, bijvoorbeeld de vermelding dat de BTW verschuldigd is door de koper (verleggingsregeling). De rechtvaardiging voor de vrijstelling van de levering of voor de toepassing van een verleggingsregeling zou kunnen bestaan in een verwijzing naar het betrokken artikel van de zesde richtlijn (eenvoudiger voor internationale bedrijven) of naar de overeenkomstige nationale bepalingen (eenvoudiger voor kleinere handelaren). Teneinde de last die op de handelaren rust, te verlichten,
6199/01
mak/wb DG G
7
NL
moeten ook andere op de factuur weergegeven verwijzingen ter rechtvaardiging van de vrijstelling of de toepassing van de verleggingsregeling kunnen worden aanvaard. - in geval van de levering van nieuwe vervoermiddelen, de in artikel 28 bis, lid 2, bedoelde gegevens; - wanneer de margeregeling wordt gehanteerd, een verwijzing naar artikel 26 of 26 bis van deze richtlijn, of de overeenkomstige nationale bepalingen ; - wanneer het bepaalde in artikel 28 quater, deel E, punt 3, van deze richtlijn van toepassing zijn, een uitdrukkelijke verwijzing naar deze bepaling of de overeenkomstige nationale bepalingen, het BTW-identificatienummer waaronder de belastingplichtige de intracommunautaire verwerving en de hierop volgende levering van de goederen heeft verricht, en het BTW-identificatienummer van de ontvanger van deze goederen. Opmerking: Teneinde de last die op de handelaren rust, te verminderen, moeten deze het recht hebben de nationale bepaling te vermelden in plaats van het betrokken artikel van de zesde BTW-richtlijn. (Nieuw)
[wanneer degene die tot voldoening van de belasting gehouden is, een fiscaal vertegenwoordiger is in de zin van artikel 21, lid 2, het in lid 1, onder c), bedoelde BTW-identificatienummer van deze fiscaal vertegenwoordiger, samen met zijn volledige naam en adres. Opmerking: Om tegemoet te komen aan de wensen die sommige lidstaten tijdens de vorige vergadering hebben geuit aangaande de inlichtingen over fiscaal vertegenwoordigers, zou een nieuw streepje met de bovenvermelde tekst kunnen worden toegevoegd. De tekst komt tegemoet aan de behoefte aan nadere gegevens over de fiscaal vertegenwoordiger, wanneer een fiscaal vertegenwoordiger is aangeduid (facultatief voor handelaren uit derde landen).]
(tweede alinea)
Mits de Commissie op voorhand wordt ingelicht, kunnen d De lidstaten kunnen echter in door hen te bepalen gevallen vaststellen dat bepaalde, in de eerste alinea genoemde verplichte vermeldingen in facturen met een gering bedrag niet hoeven te worden vermeld. Opmerking: In de vorige vergadering heeft de Commissie uitgelegd dat de lidstaten zelf kunnen bepalen wat een "gering bedrag" is, en dat er geen behoefte is om dit te harmoniseren. Voorts kunnen de lidstaten hun eigen definitie van het begrip "gering bedrag" alleen toepassen op leveringen die op hun eigen grondgebied plaatsvinden (i.e. op hun grondgebied belastbare leveringen). Er zij gereleveerd dat andere eenvoudigere regelingen kunnen worden toegestaan uit hoofde van artikel 22, lid 9, van de zesde richtlijn. Een eenvoudiger regeling kan bijvoorbeeld worden toegepast op forfaitair belaste landbouwers, van BTW vrijgestelde handelaren, het midden- en kleinbedrijf, en op handelaren die geen intracommunautaire leveringen doen (uit hoofde van artikel 22, lid 9, onder a) en artikel 25, lid 4).
6199/01
mak/wb DG G
8
NL
(derde alinea)
De lidstaten aanvaarden dat bij een reeks facturen die gelijktijdig naar dezelfde geadresseerde worden verzonden, de voor de verschillende facturen gelijke vermeldingen slechts één keer hoeven te worden aangebracht.
(vierde alinea)
Onverminderd het onder c) bepaalde, stellen de lidstaten geen voorwaarden met betrekking tot de ondertekening van de facturen.
(vijfde alinea)
Zij aanvaarden dat in een factuur bedragen in willekeurig welke munteenheid kunnen voorkomen, mits het te betalen BTW-bedrag is omgerekend in de nationale munteenheid van de lidstaat waar de levering plaatsvindt. Opmerking: Verduidelijking van de tekst om aan te geven dat de nationale munteenheid die is van de lidstaat waar de levering plaatsvindt en waar de belasting moet worden betaald.
(zesde alinea)
Mits de Commissie op voorhand wordt ingelicht, mogen z De lidstaten kunnen aanvullende voorwaarden vaststellen met betrekking tot de taal die moet worden gebruikt bij de opstelling van facturen door of voor rekening van de handelingen verrichtende belastingplichtigen die op hun grondgebied goederen en diensten leveren.
(eerste alinea)
c) De overeenkomstig punt a) uitgereikte facturen mogen zowel op papier als, op voorwaarde dat de afnemer voorafgaand aan het afsluiten van de transactie werd geïnformeerd daarmee heeft ingestemd, elektronisch worden verzonden. Opmerking: De wijziging is aangebracht naar aanleiding van een in de laatste vergadering gemaakte opmerking, volgens welke de afnemer met het gebruik van elektronische facturering moet instemmen.
(tweede alinea)
Bij elektronisch verzonden facturen moeten de authenticiteit van de herkomst en de integriteit van de inhoud ervan worden gewaarborgd door middel van een geavanceerde elektronische handtekening in de zin van artikel 2, lid 2, van Richtlijn 1999/93/EG van het Europees Parlement en de Raad *.
(derde alinea)
De lidstaten mogen de belastingplichtigen die op hun grondgebied handelingen verrichten goederen en diensten leveren wanneer dezen een systeem hanteren waarbij facturen elektronisch worden verzonden geen andere verplichtingen of formaliteiten opleggen. Wel mogen zij tot en met 31 december 2005 bepalen dat de gebruikmaking van dit systeem een voorafgaande kennisgeving zonder opschortende werking vereist. Zij brengen de Commissie ervan op de hoogte wanneer zij deze kennisgeving niet langer verplicht stellen.
(vierde alinea)
Mits de Commissie op voorhand wordt ingelicht, De lidstaten mogen aanvullende voorwaarden stellen wanneer de uitreiking van facturen door belastingplichtigen die op hun grondgebied goederen en diensten leveren, geschiedt vanuit een land waarmee niet een vergelijkbare regeling inzake wederzijdse bijstand zoals binnen de Gemeenschap bestaat, is overeengekomen.
6199/01
mak/wb DG G
9
NL
(eerste alinea)
d)
Iedere belastingplichtige moet erop toezien dat de door hemzelf of door een derde, in zijn naam en voor zijn rekening, uitgereikte facturen en de door hemzelf ontvangen facturen worden opgeslagen.
(tweede alinea)
De lidstaten bepalen voor de belastingplichtigen die op hun grondgebied handelingen verrichtende goederen en diensten leveren, de duur van deze opslagplicht en stellen de Commissie hiervan in kennis
(derde alinea)
De opslag kan op iedere plaats en op iedere gegevensdrager geschieden, met als enige voorwaarde dat de belastingplichtige te allen tijde onmiddellijk toegang heeft tot de aldus opgeslagen informatie, teneinde deze voor de belastingdienst beschikbaar te kunnen stellen. en dat de De integriteit van de gegevens en hun leesbaarheid is gewaarborgd moet gedurende de volledige opslagperiode worden gewaarborgd. Elke elektronisch verzonden factuur moet bovendien elektronisch worden opgeslagen, tezamen met de aan de factuur verbonden geavanceerde elektronische handtekening. Opmerking: De tekst geeft thans duidelijker aan dat alle door de belastingplichtige opgeslagen informatie onverwijld, op verzoek van de belastingdienst, voor deze dienst beschikbaar moet worden gesteld.
(vierde alinea)
Mits de Commissie op voorhand wordt ingelicht, mogen d De lidstaten kunnen aanvullende voorwaarden vaststellen betreffende de opslag, door op hun grondgebied handelingen verrichtende goederen en diensten leverende belastingplichtigen, van facturen in een land waarmee niet een vergelijkbare regeling inzake wederzijdse bijstand zoals binnen de Gemeenschap bestaat, is overeengekomen. e)
Voor de toepassing van de punten c) en d) wordt onder het "elektronisch" verzenden en opslaan van een factuur verstaan de verzending en opslag via elektronische apparatuur voor de verwerking (met inbegrip van digitale compressie) en de opslag van gegevens, en met gebruik van draad, radio of optische dan wel andere elektromagnetische middelen.
____________________ *
2)
PB L 13 van 19.1.2000, blz 12.";
aan lid 8 wordt de volgende alinea toegevoegd: "De in de eerste alinea gestipuleerde mogelijkheid mag niet worden benut om naast de in lid 3 genoemde verplichtingen nog bijkomende verplichtingen voor te schrijven.".
6199/01
mak/wb DG G
10
NL
Artikel 2 De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 1 juli 2001 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis. Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar deze richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten. Artikel 3 Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. Artikel 4 Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, voor de Raad de Voorzitter
_______________
6199/01
mak/wb DG G
11
NL