RAAD VAN DE EUROPESE UNIE
Brussel, 15 juni 2001 (22.06) (OR. en)
9954/01
LIMITE STAT 29 FIN 187 VERSLAG van: aan: nr. vorig doc.: Betreft:
A.
de Groep statuut het Comité van permanente vertegenwoordigers 11337/00 FIN 342 STAT 28 Hervorming van de Commissie: bespreking van de voorgestelde acties inzake het menselijk kapitaal (voortgangsverslag)
Na overleg binnen de Europese instellingen en met het personeel op basis van het op 24 januari 2000 toegezonden overlegdocument heeft de Commissie op 1 maart 2000 het Witboek "De hervorming van de Commissie" en het daarop aansluitende actieplan gepresenteerd.
B.
Op 22 september 2000 heeft het Comité van permanente vertegenwoordigers het verslag van de Groep statuut over de in het Witboek van de Commissie voorgestelde acties inzake het menselijk kapitaal goedgekeurd 1. Het comité benadrukte bij die gelegenheid het belang dat de Raad hecht aan het tijdschema voor de hervorming en aan regelmatige informatie over de besprekingen en over de bij de hervorming geboekte vooruitgang.
C.
Sinds oktober 2000 heeft de groep een aantal vergaderingen gehouden over de overleg- en de oriënterende documenten betreffende de verschillende aspecten van de hervorming van de Commissie op het vlak van het menselijk kapitaal, die het College tussen oktober 2000 en februari 2001 heeft aangenomen. 2
1 2
Doc. 10813/00 FIN 319 STAT 25 + ADD 1 (zie ook 11337/00 FIN 342 STAT 28). Zie overzichtstabel van de besprekingen van de Groep statuut betreffende het menselijk kapitaal (Bijlage II).
9954/01
kee/SAV/hd DG F II
1
NL
D.
Wegens tijdgebrek heeft de groep haar besprekingen toegespitst op enkele fundamentele aspecten van de eind februari 2001 voorgestelde hervorming, namelijk aanwerving, loopbaanstructuur, bezoldigingen en pensioenen. 1
E.
De stand van de besprekingen is hierna onder I tot en met IV weergegeven. Bijna alle delegaties hebben terzake bijdragen toegezonden die in het addendum bij dit document zijn opgenomen.
F.
De groep benadrukt dat haar besprekingen een eerste denkoefening zijn, waarbij de plannen van de Commissie aan referentienormen worden getoetst (benchmarking) en waarbij niet vooruitgelopen wordt op de standpunten van de delegaties tijdens de bespreking van de toekomstige voorstellen tot wijziging van het statuut, waarover de Raad conform artikel 283 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap een besluit zal moeten nemen.
G.
De groep verheugt zich erover dat de Commissie ervoor gezorgd heeft de Raad vanaf 1 maart 2000 onmiddellijk te informeren over de stand van zaken en over de kernthema's van het hervormingsdebat. Zij vindt het zeer belangrijk dat dit wordt voortgezet en vertrouwt erop dat de Raad de komende maanden geïnformeerd blijft.
H.
De groep adviseert het comité dan ook om de Commissie te verzoeken het comité op de hoogte te houden van de verdere vooruitgang in de hervorming van het beleid inzake menselijk kapitaal, onder andere met gegevens van het tijdschema voor toekomstige besprekingen en voorstellen en van de werkzaamheden van de groep op hoog niveau. Zij herinnert eraan dat het voor de Raad belangrijk is dat de hervorming wordt voortgezet en dat in december 2001 de nodige voorstellen worden ingediend.
o o
1
o
Daarnaast besprak de groep uitgebreid het "voorstel voor een verordening van de Raad tot vaststelling van bijzondere maatregelen inzake de beëindiging van de dienst door ambtenaren van de Commissie van de Europese Gemeenschappen naar aanleiding van de hervorming van de Commissie."
9954/01
kee/SAV/hd DG F II
2
NL
I.
Algemene opmerkingen
A.
De groep is over het algemeen ingenomen met het streven van de Commissie naar hervorming en modernisering. waardoor de Commissie haar rol doeltreffender zal kunnen vervullen, onder meer met het oog op de uitbreiding van de Unie. Het hervormingsproces is ook van belang om het vertrouwen van de burgers in de Europese instellingen te behouden. De groep meent dat de voorstellen van de Commissie inzake menselijk kapitaal in grote lijnen een positieve stap in die richting zijn.
B.
De groep beklemtoont echter dat de Commissie duidelijk moet zijn over alle gevolgen van de hervorming voor de begroting. Die gevolgen moeten strikt binnen de perken van rubriek 5 van de financiële vooruitzichten voor de begroting van de EU blijven. In dit verband kunnen de Commissievoorstellen pas grondig worden onderzocht zodra volledige financiële informatie over uitgaven en inkomsten beschikbaar is 1. De groep stelt voor de Commissie te verzoeken vanaf juli 2001 regelmatig geconsolideerde informatie voor te leggen over het totaaleffect van de hervorming op de uitgaven en inkomsten van de EU-begroting. In deze informatie moet voor de periode 2001-2006 de marge onder de maxima van rubriek 5 worden aangegeven.
C.
De delegaties zijn van mening dat de Europese overheidsdienst als zodanig permanent en onafhankelijk moet blijven, en aan de hoogste normen van openbaar bestuur moet voldoen.
1
De groep herinnert aan de toezegging die de Commissie in december 2000 had gedaan (zie document 14509/00 STAT 54 FIN 565, Bijlage II) en onderstreept dat de Commissie in haar antwoord op de brief van de heer Fabius aan de heer Prodi van 5 oktober 2000 in aansluiting op de Raad Ecofin van 29 september 2000 had gesteld "dat de financiële consequenties van de hervorming voor de betrokken periode verenigbaar moeten blijven met het behoud van een toereikende budgettaire marge onder de maxima van rubriek 5 van de financiële vooruitzichten. Dit geldt eveneens voor de behoeften van de andere instellingen, overeenkomstig het Interinstitutioneel Akkoord."
9954/01
kee/SAV/hd DG F II
3
NL
Zij benadrukken dat het doel van de hervorming een Europese overheidsdienst moet zijn die open, flexibel, transparant, betrouwbaar en efficiënt is. Voorts moet er bij een gemoderniseerd personeelsbeleid rekening gehouden worden met de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en de demografische ontwikkelingen in de EU en de instellingen, en moet er gezorgd worden voor een geografisch evenwicht overeenkomstig artikel 27 van het statuut 1. De hervormingsvoorstellen moeten op grond daarvan beoordeeld worden. D.
De groep benadrukt tevens dat de andere instellingen bij het overleg moeten worden betrokken en zou graag hun standpunten vernemen. Zij herinnert aan het belang van het proces van overleg met het personeel als sleutel voor een geslaagde hervorming en om te zorgen dat de getroffen maatregelen doeltreffend zijn.
E.
Deze algemene overwegingen en de volgende specifieke opmerkingen moeten helpen rekening te houden met en te zoeken naar gelegenheden om de beste praktijken van alle lidstaten op coherente wijze toe te passen teneinde een modern administratiesysteem te ontwerpen dat de belangen van de Europese Unie zal dienen.
II.
Specifieke opmerkingen over aanwerving, loopbaanstructuur, bezoldigingen en pensioenen A.
Vergelijkende onderzoeken en aanwerving De groep steunt de Commissievoorstellen om de aanwervingsprocedure en de selectiemethoden te verbeteren. De delegaties zijn echter bezorgd over het geografisch evenwicht.
1
Artikel 27 luidt als volgt: "De aanwerving dient erop gericht te zijn, de instelling de medewerking te verzekeren van ambtenaren die uit een oogpunt van bekwaamheid, prestatievermogen en onkreukbaarheid aan de hoogste eisen voldoen en die uit de onderdanen van de lidstaten der Gemeenschappen zijn aangeworven met inachtneming van een zo breed mogelijke aardrijkskundige spreiding. Bij de keuze van de ambtenaren wordt geen onderscheid gemaakt ten aanzien van ras, politieke, filosofische of godsdienstige overtuiging, geslacht of seksuele geaardheid, burgerlijke staat of gezinssituatie. Geen enkel ambt mag worden bestemd voor onderdanen van een bepaalde Lid-Staat."
9954/01
kee/SAV/hd DG F II
4
NL
1.
De groep steunt de Commissievoorstellen om de aanwervingsprocedure en de selectiemethoden te verbeteren.
2.
Zij is met name ingenomen met de aangekondigde nieuwe aandacht voor de vereiste vaardigheden en eigenschappen (inzake beroepservaring en managementcapaciteit).
3.
Zij is tevreden dat het beginsel van vergelijkende aanwervingsonderzoeken opnieuw is bevestigd. Onder voorbehoud van een evaluatie van de kosteneffectiviteit steunt zij tevens het voorstel om een interinstitutioneel aanwervingsbureau op te richten.
4.
De groep zou willen dat de Commissie meer actieve maatregelen neemt om het beginsel van het geografische evenwicht kracht bij te zetten en op die manier te zorgen voor de correcte toepassing van artikel 27 van het statuut. Er moet speciale aandacht besteed worden aan het feit dat de leeftijdsstructuur van het personeel per nationaliteit in de instellingen verschilt, en aan de invloed die dat heeft op het toekomstige geografische evenwicht.
5.
Zij memoreert dat in het bijzonder moet worden gelet op het beginsel van gelijke kansen.
6.
Verscheidene delegaties pleiten voor kortere selectieprocedures die uiteindelijk leiden tot het aanbieden van een betrekking.
7.
Een aantal delegaties steunt het voornemen van de Commissie om in toekomstige vergelijkende onderzoeken de leeftijdsgrenzen af te schaffen.
8.
Verscheidene delegaties begroeten het voorstel om na te gaan of computertests bruikbaar kunnen zijn tijdens de preselecties van vergelijkende onderzoeken. 1
1
Zie het overlegdocument over vergelijkende onderzoeken en aanwerving (SEC(2001) 294/4).
9954/01
kee/SAV/hd DG F II
5
NL
9.
Voorts stellen bepaalde delegaties de volgende maatregelen voor:
-
grondige herziening van de preselectiefase, en quota van nationale kandidaten voor de toegang tot vergelijkende onderzoeken;
-
vaste data voor vergelijkende onderzoeken;
-
een Commissievoorstel tot wijziging van artikel 28, onder f), van het statuut, om te eisen dat ambtenaren een voldoende kennis hebben van twee andere talen van de Gemeenschappen, naast een grondige kennis van één taal van de Gemeenschappen. Andere delegaties zijn er echter tegen om de (in het statuut vastgelegde) eis te wijzigen dat de kandidaat, behalve van zijn moedertaal, een bevredigende kennis van één andere taal van de Gemeenschap moet aantonen.
B.
Beoordeling van het personeel en bevordering
De groep steunt het voorstel om bevorderingen meer te baseren op verdienste. Zij is het ermee eens dat de bevorderingsregeling eenvoudig en doorzichtig moet zijn en gekoppeld moet zijn aan een objectieve en eerlijke beoordeling.
C.
Loopbaanstructuur
De groep hoopt spoedig een voorstel voor een toekomstige loopbaanstructuur in detail te kunnen bespreken. Zij spreekt nogmaals haar steun uit voor de invoering van een loopbaanstructuur waarin bevordering gebaseerd is op verdienste. Een aantal delegaties is ingenomen met het feit dat beide opties die momenteel door de Commissie bestudeerd worden, gebaseerd zijn op het beginsel van een loopbaan in overheidsdienst.
1.
De groep steunt de invoering van een loopbaanstructuur waarin bevordering gebaseerd is op verdienste.
9954/01
kee/SAV/hd DG F II
6
NL
2.
Een aantal delegaties is ingenomen met het feit dat de beide opties die momenteel door de Commissie in het oriënterend document worden bestudeerd, gebaseerd zijn op het beginsel van een loopbaan in overheidsdienst.
3.
De groep nam nota van de voorlopige ideeën van de Commissie en van het feit dat besprekingen in de groep op hoog niveau plaatsvinden. Toch plaatsten de delegaties enkele kanttekeningen.
4.
Een aantal delegaties is voorstander van de invoering van één volledig lineaire salarisschaal in plaats van de bestaande vier categorieën. Zij zijn geen voorstander van de eerste optie van de Commissie om het huidige systeem aan te passen. Deze delegaties zijn het ermee eens dat de lineaire structuur een dynamiek op gang zou brengen om de werkcultuur van de Commissie te veranderen en het loopbaanstelsel beter aan te passen aan de gevestigde beste praktijk in het beheer van het menselijk kapitaal. De nieuwe loopbaanstructuur zou aantonen dat grotere verdienste leidt tot een hoger salaris. Toch mag een nieuw systeem niet leiden tot een stijging van de totale loonuitgaven. In dit verband moet het voorstel van de Commissie om 1 tot 2 procent van de salariskosten aan te bieden als extra bezoldiging voor ambtenaren in sleutelfuncties worden gezien als één element in de modernisering van het hele bezoldigingsstelsel en worden gefinancierd binnen het bestaande bezoldigingsbudget.
5.
Sommige delegaties menen dat de beide opties in hun huidige vorm na 2004, zelfs volgens de eigen ramingen van de Commissie, extra kosten zouden meebrengen; dit zou onaanvaardbaar zijn omdat het kostenniveau al hoog is. Ook moet kritisch worden onderzocht welke gevolgen een nieuwe loopbaanstructuur zou hebben voor aanwerving, bevordering enz. Die structuur mag de Europese overheidsdienst niet nog ondoordringbaarder maken voor de nationale overheidsdiensten en de particuliere sector.
9954/01
kee/SAV/hd DG F II
7
NL
Aangezien een lineaire loopbaanstructuur meer mensen zou toelaten tot de volgende categorie zou deze bovendien ook een negatief effect kunnen hebben op het geografische evenwicht. Het gebrek daaraan is nog meer uitgesproken in de categorieën B en C dan in categorie A. Correctiemechanismen, zoals preselectieprocedures en kandidatenquota, zouden nodig zijn om de in artikel 27 van het statuut bedoelde brede geografische basis te handhaven.
Tevens zouden de aanwervingsregels voor een lineaire loopbaanstructuur moeten waarborgen dat mensen van buiten de instelling op elk niveau kunnen binnenkomen om te komen tot een open Europese overheidsdienst.
6.
In verband met het Commissievoorstel erkennen sommige delegaties het voordeel van een grotere autonomie voor de departementen bij het vaststellen van de salariskosten. Personeelsbeheer dat gekoppeld is aan de taken en activiteiten die elk jaar moeten worden uitgevoerd, leidt tot meer flexibiliteit en kan zelfs onnodige personeelsuitbreidingen voorkomen. Daartegenover moeten controlemechanismen worden ingesteld en moet een stringent begrotingsbeleid worden gevoerd. Daarnaast verwelkomen zij de voorgestelde maatregelen voor het vrijwaren van rechten. Zij menen dat de sociale vrede gevaar loopt als de ambtenaren niet zeker zijn dat de invoering van het nieuwe loopbaanstelsel niet zal leiden tot een salarisverlaging of tot verminderde loopbaanvooruitzichten.
7.
Andere delegaties zijn meer terughoudend; zij memoreren het volgende:
-
Er moet een objectieve onafhankelijke evaluatie van ambten en functies komen om te beschikken over de vereiste basiselementen voordat een besluit over dit plan wordt genomen.
-
Eerst moet een volledige impactstudie over de Commissievoorstellen worden uitgevoerd om de implicaties op het vlak van financiering, aantallen en kwaliteit ervan te evalueren. In dit verband blijft een aantal punten vaag, namelijk de ingangsniveaus voor de verschillende rangen, het verband tussen beoordeling en promotie, en het verband tussen rang en functie.
9954/01
kee/SAV/hd DG F II
8
NL
-
Het is moeilijk een eindbeoordeling te maken zonder een grondiger analyse van de voor- en nadelen van de grotere flexibiliteit van de lineaire loopbaanstructuur tegenover de nadelen van de hervorming van het bestaande stelsel. De kosten voor de herindeling van personeel in een nieuw loopbaanstelsel en in één salarisschaal en de complexiteit van het vaststellen van overgangsregels om de verworven rechten betreffende loopbaanverwachtingen en salarisontwikkeling te vrijwaren zonder het toekomstige stelsel te hinderen doordat er tegelijkertijd uit het verleden overgeërfde situaties bestaan die niet sporen met de nieuwe loopbaanfilosofie, zijn enkele van de problemen die in de bedoelde analyse moeten worden behandeld.
-
Er is geen duidelijke correlatie tussen de nieuwe loopbaan- en functiestructuur en het bezoldigingsstelsel, omdat er geen bezoldigingsprincipes zijn vastgesteld die het salaris koppelen aan prestatie in de functie.
-
Voorts rijst de vraag of deze lineaire loopbaanregeling verenigbaar is met het aangekondigde behoud van een loopbaan in openbare dienst en de daaraan verbonden risico's op "inflatie" in de hogere rangen. Het stelsel moet terzake in adequate waarborgen voorzien, in het bijzonder gelet op de negatieve ervaring waarvan een delegatie op dit gebied melding heeft gemaakt. In dit verband zal het van belang zijn ervoor te zorgen dat de omzetting van de ambten in het kader van de invoering van een lineaire hervorming van de loopbaanstructuren niet leidt tot een golf van promoties met een voelbaar effect in de vorm van toegenomen financiële behoeften.
-
In het kader van dit beraad over de herziening van de huidige loopbaanregeling moeten er alternatieven worden bestudeerd om beter rekening te houden met de tijdens de loopbaan verworven kwalificaties en met de in het beklede ambt daadwerkelijk uitgevoerde taken.
8.
De delegaties zijn van mening dat er een onderscheid gemaakt moet worden tussen een loopbaan als bestuurder en een loopbaan als deskundige.
9954/01
kee/SAV/hd DG F II
9
NL
9.
Voorts merkt één delegatie in verband met het Commissievoorstel voor de nieuwe loopbaanstructuur op dat er een oplossing nodig is voor de problemen in verschillende landen van de Europese Unie inzake de toegang tot categorie A van de Europese overheidsdienst voor mensen met een universitair diploma van de "korte cyclus" (drie jaar studie).
D.
"De methode voor de aanpassing van de salarissen" 1
Het Commissievoorstel om de methode permanent in het statuut op te nemen, krijgt geen steun.
1.
Enkele delegaties zijn van mening dat de toepassing van de methode bijgedragen heeft tot soepelere betrekkingen met de sociale partners en tot een stabiel en veilig werkklimaat. 2
2.
De groep is fel tegen het Commissievoorstel om de methode permanent in het statuut op te nemen omdat elke methode volgens haar regelmatig moet worden herzien, wat betreft haar basiskenmerken alsmede met het oog op technische verbeteringen in de verwerking van de elementen waarmee rekening wordt gehouden. Bovendien zou de Raad door het Commissievoorstel zijn invloed op de manier waarop de methode wordt toegepast verliezen.
3.
Een meerjarenovereenkomst (5 jaar) zou niet alleen zekerheid bieden voor het personeel maar ook de mogelijkheid inhouden de praktijk te herzien in het licht van ruimere ontwikkelingen, bijvoorbeeld het effect van de uitbreiding.
1 2
Zie bijlage XI bij het statuut. De Deense delegatie memoreert dat zij in beginsel tegen de methode voor de aanpassing van de bezoldigingen is, met name omdat de Raad daarbij geen inbreng heeft en de bezoldigingen automatisch worden aangepast.
9954/01
kee/SAV/hd DG F II
10
NL
4.
Ook het voorstel om gebruik te blijven maken van parallellisme en gelijke koopkracht als basis voor een hervormde methode moet in overweging worden genomen. Een aantal delegaties meent dat een methode op basis van parallelle koopkrachttendensen verantwoorde relatieve bezoldigingsniveaus veronderstelt en dat de bezoldigingsniveaus bij de Commissie dichter bij de niveaus bij de centrale overheid in de lidstaten zouden moeten liggen.
5.
Indien de huidige methode wordt voortgezet, vrezen sommige delegaties dat als gevolg van de achterstand die in de nieuwe lidstaten wordt ingelopen en van belastingmaatregelen in de huidige lidstaten, er een groot gevaar bestaat dat de huidige automatische indexkoppeling aan het gewogen salaris van de ambtenaren het nominale gemiddelde nettoverschil met de nationale salarissen in de lidstaten verder zal doen toenemen. 1
E.
Bezoldigingen De groep is ervoor de huidige elementen van de bezoldigingen te vereenvoudigen, en is ten stelligste van oordeel dat de hervormingen niet tot extra nettokosten op dit gebied mogen leiden. Alle wijzigingen in de arbeidsomstandigheden moeten in één context gezien worden en in verhouding tot de belastingen en bijdragen die de ambtenaren betalen.
1
1.
De groep is verheugd over het streven van de Commissie om de elementen van de bezoldiging die momenteel in het statuut zijn opgenomen, te herzien en te vereenvoudigen.
2.
De groep is het ermee eens dat de Commissie moet blijven zorgen voor een overheidsdienst van topkwaliteit, bestaande uit ambtenaren die uit een oogpunt van bekwaamheid, prestatievermogen en onkreukbaarheid aan de hoogste eisen voldoen en die uit de onderdanen van de lidstaten zijn aangeworven met inachtneming van een zo breed mogelijke aardrijkskundige spreiding overeenkomstig artikel 27 van het statuut.
In dit verband werd eraan herinnerd dat de Raad ten tijde van de aanneming, op 19 december 1991, van de verordening betreffende de wijze van aanpassing van de bezoldigingen, heeft verklaard dat hij "het belang blijft erkennen van het beginsel van de parallelle salarisontwikkeling en voorts van oordeel is dat een divergerende ontwikkeling van de communautaire en nationale bezoldigingen dient te worden voorkomen" (10214/91 STAT 58 FIN 466).
9954/01
kee/SAV/hd DG F II
11
NL
3.
De delegaties wijzen erop dat de conclusies van de groep over de vergelijkende studie door PLS betreffende de bezoldigingen van de ambtenaren van de Europese instellingen verschillen van de conclusies van de Commissie 1.
4.
Voorts wijzen de delegaties erop dat de aantrekkingskracht van de Gemeenschap als werkgever niet alleen door het bezoldigingsniveau wordt bepaald. Andere factoren (bv. aanwervingsprocedures, beoordeling, mobiliteit, cultuur van de organisatie en de mogelijkheid om werk en gezin te combineren) zijn essentieel om ervoor te zorgen dat de Gemeenschap een aantrekkelijke werkgever blijft.
5.
Volgens de delegaties is het ook van vitaal belang dat alle wijzigingen van de arbeidsvoorwaarden - betreffende bezoldigingen of socialezekerheidsuitkeringen - worden gezien in één context en in verhouding tot de belastingen en bijdragen die de ambtenaren betalen.
6.
Bovendien betreuren de meeste delegaties dat er geen melding wordt gemaakt van de besparingen die mogelijk zijn door met plaatselijke functionarissen te werken, dat wil zeggen personeel met een contract naar plaatselijk recht.
7.
Toelagen
De groep benadrukt dat toelagen niet automatisch en algemeen mogen zijn maar nauw verband moeten houden met de werkelijke kosten die ambtenaren en hun gezin tijdens hun loopbaan moeten dragen (zie bijlage I).
8.
"Tijdelijke bijdrage"
De groep is van mening dat het Commissievoorstel om de "tijdelijke bijdrage" af te schaffen als geïsoleerde maatregel geen steun verdient. Zij wijst erop dat de voorgestelde afschaffing van de bijdrage niet tot extra netto kosten in verband met de bezoldigingen mag leiden, en bekeken moet worden in de context van de totale kosten van het hervormingspakket, rekening houdend met het belastingniveau dat voor de ambtenaren van de
1
Zie 10812/00 STAT 24 FIN 318 (goedgekeurd door het Comité van permanente vertegenwoordigers op 6 september 2000).
9954/01
kee/SAV/hd DG F II
12
NL
Gemeenschap geldt, alsmede hun bezoldiging, rechten op socialezekerheidsregelingen en pensioenbijdragen. In dit verband moet het niveau van de Gemeenschapsbelasting vergeleken worden met dat van de lidstaten en andere internationale organisaties.
F.
Pensioenen
De groep is van oordeel dat de maatregelen om het EU-pensioenstelsel een solide basis te geven, niet langer uitgesteld kunnen worden. Zij herinnert eraan dat de Raad van de Commissie spoedig een voorstel betreffende de pensioenen verwacht dat leidt tot een actuarieel evenwicht in het kader van een volgens de begrotingsmethode gefinancierde pensioenregeling.
1.
Actuarieel evenwicht
De groep herinnert eraan dat de Raad, toen hij besloot de methode te handhaven, duidelijk heeft gemaakt dat de Commissie begin dit jaar een voorstel diende voor te leggen voor maatregelen om binnen het kader van de huidige pensioenregeling een actuarieel evenwicht te bereiken 1.
Het verslag dat KPMG in 1998 voor de Commissie heeft opgesteld, bevat de analyse en informatie die de Commissie nodig heeft om dit te doen. Zij kan geen uitstel van nog eens twee jaar aanvaarden voordat er maatregelen worden getroffen en meent dat verhoging van de bijdragen van de ambtenaren, die een weerspiegeling zou zijn van de theoretische bijdrage van de werkgever via de Gemeenschapsbegroting (die nu meer dan twee derden van de toekomstige pensioenrechten van het huidige personeel bedraagt), een maatregel is die onmiddellijk moet worden uitgevoerd.
1
Doc. 14509/00 STAT 54 FIN 565. Bijlage I, zie ook doc. 14337/00 STAT 51 FIN 543.
9954/01
kee/SAV/hd DG F II
13
NL
De delegaties vinden dat de door de Commissie voorgestelde ideeën (invoering van een systematische toezichtregeling, voltooiing van vijfjaarlijkse actuariële studies met jaarlijkse aanpassingen tijdens de periode van vijf jaar en jaarlijkse bijwerking van de bijdragevoeten voor ambtenaren die tot en met 31 december 2004 in dienst komen) in algemene lijnen enkele van de vragen kunnen beantwoorden die de groep heeft gesteld over de toekomstige werking van het systeem en de bijwerking van de regelingen ervan om het evenwicht te behouden.
2.
De groep is ingenomen met de inspanningen van de Commissie om maatregelen te treffen met betrekking tot de pensioenen. Zij merkt echter op dat er geen wijzigingen worden voorgesteld die specifiek betrekking hebben op de ouderdomspensioenen van ambtenaren. In dit verband menen de delegaties dat deze maatregelen moeten worden onderzocht met betrekking tot de conclusies van de Europese Raad van Stockholm 1.
3.
De groep is verheugd over de wil van de Commissie om de toepassing van economische pariteiten op de pensioenen te herzien, alsook met haar onderzoek naar andere besparingen op de regeling: wijzigingen in de invaliditeitsregeling, overlevingspensioenen, pensioenrechtenbonus, systeem van "afwegingen voor pensioenen". In dit verband hebben sommige delegaties vragen bij het hele idee van afwegingsfactoren voor de pensioenberekening. Zij zien niet in waarom de werkgevers kosten zouden moeten dragen wegens de keuze van gewone verblijfplaats van hun werknemers. Tevens wordt opgemerkt dat deze kosten in een kapitaaldekkingssysteem tot problemen zouden leiden. Wat de overdracht van pensioenrechten betreft, zouden unilaterale initiatieven die voor de nationale socialezekerheidsinstellingen een grotere last zouden vormen, onaanvaardbaar zijn.
4.
Een meerderheid van de delegaties acht de door de Commissie voorgestelde maatregelen onvoldoende om de problemen van de kosten van de huidige pensioenregeling aan te pakken. Volgens hen moet de Commissie alles in het werk stellen om methoden te vinden om de kosten van de toekomstige pensioenen blijvend te verminderen, met inachtneming van de tot dusver verworven rechten, door maatregelen te nemen inzake de mechanismen voor
1
Zie SN 100/01, bv. de punten 7, 25, 32, 33 en 47.
9954/01
kee/SAV/hd DG F II
14
NL
vaststelling en aanpassing van pensioenen en inzake leeftijdsgrenzen, overeenkomstig wat in de lidstaten is gedaan. In dit verband herinneren zij eraan dat volgens de ramingen van KPMG:
-
verhoging van de pensioenleeftijd met 1 jaar de pensioenkosten met 5 tot 6% zou verminderen;
-
de berekening van de pensioengrondslag op basis van de gemiddelde basisbezoldiging tijdens de laatste vijf of tien jaar een besparing zou meebrengen van respectievelijk 3 en 8%.
Zij zijn zich ervan bewust dat er overgangsregels zouden moeten worden ingevoerd en dat het vele jaren zou duren voor deze maatregelen effect hebben op de pensioenbetalingen.
5.
Pensioenfonds
-
Verscheidene delegaties benadrukken dat een kapitaaldekkingsstelsel zou moeten werken op basis van een bepaalde bijdrage en niet van een bepaalde winst.
-
Afhankelijk van het resultaat van een gedetailleerde haalbaarheidsstudie staat een aantal delegaties open voor de oprichting van een pensioenfonds voor nieuw personeel vanaf 2005. Dit doel zal binnen de huidige beperkingen van rubriek 5 van de financiële vooruitzichten niet gemakkelijk te bereiken zijn. De gevolgen voor de begroting van parallelle systemen die ten minste 50 jaar naast elkaar zouden moeten bestaan, moeten duidelijk worden gemaakt 1.
-
Een aantal delegaties is nog niet overtuigd dat het nodig is om voor het personeel van de Gemeenschap naar een kapitaaldekkingsstelsel te streven. In tegenstelling tot de particuliere sector worden de pensioenen in de overheidssector geschraagd door de bevoegdheden om inkomsten te verkrijgen van de lidstaten, die tevens de juridische verplichting hebben de EG-begroting te financieren.
1
Sommige delegaties stellen voor deze maatregel aan te vullen door het kapitaaldekkingsstelsel ook toe te passen op een groep bestaande ambtenaren, bijvoorbeeld zij die na een bepaald jaar zijn geboren. Het voordeel hiervan is dat de periode waarin de twee systemen tegelijk zouden werken, wordt verkort.
9954/01
kee/SAV/hd DG F II
15
NL
-
Deze delegaties zouden graag nadere bewijzen zien van de voordelen van een kapitaaldekkingsstelsel. Zij zouden met name graag bijgewerkte ramingen zien betreffende de kosten van de voorgestelde regelingen (met alle gegevens over de veronderstellingen waarop deze zijn gebaseerd).
6.
Aangezien de evenwichtige financiering van de pensioenregeling afhangt van de onderliggende actuariële parameters meent de groep dat de Raad de middelen zou moeten krijgen om in 2002 een onafhankelijk rapport over de Commissievoorstellen te laten opstellen.
7.
De groep meent dat de instelling van een vaste vut-regeling volgens gunstigere voorwaarden dan die waarin het statuut momenteel voorziet, niet opportuun zou zijn.
III.
Andere opmerkingen
A.
Handhaven van professionele normen
De groep geeft brede steun aan de voorgestelde maatregel, die het statuut een nieuwe aanpak geeft ten aanzien van personeelsleden die de professionele normen niet halen.
B.
Opleiding
De groep stemt in met de strategie van de Commissie om van opleiding een prioriteit te maken. Zij neemt nota van de omvang van het effect op de begroting van de opleidingsplannen van de Commissie.
Zij onderstreept dat de gevolgen van de opleidingstoename dienen te worden geëvalueerd.
9954/01
kee/SAV/hd DG F II
16
NL
C.
Tijdelijk personeel
1.
De groep neemt nota van de eventuele invoering van een nieuwe categorie ambtenaren in het statuut om de regeling voor tijdelijk personeel te vereenvoudigen. Verscheidene delegaties benadrukken dat bepaalde tijdelijke posten open moeten staan en aantrekkelijk moeten zijn voor ervaren deskundigen die halverwege hun loopbaan zijn. Daartoe moeten die functionarissen posten met een werkelijke verantwoordelijkheid kunnen bekleden, eventueel met inbegrip van directietaken en personeelsbeheer. Andere delegaties zijn echter van oordeel dat tijdelijk personeel alleen voor functies met een beperkte verantwoordelijkheid, en niet voor leidinggevende of bestuurstaken moet worden aangenomen.
2.
De delegaties zijn tevreden met de voorstellen om het systeem van gedetacheerde nationale deskundigen te handhaven, omdat dit volgens hen zowel voor de Commissie als voor de nationale overheidsdiensten gunstig is.
3.
Voorts kunnen de delegaties het nog niet eens zijn met de opneming van parlementaire medewerkers in het statuut.
D.
Mobiliteit
1.
De Commissiemededeling over mobiliteit is ook van bijzonder belang voor de delegaties. Het voorstel moet mobiliteit stimuleren, met name de uitwisseling van hoger personeel met andere instellingen, overheden van de lidstaten en de particuliere sector. Meer personeelsuitwisselingen zouden in het belang zijn van zowel de Europese als de nationale overheidsdiensten.
2.
De delegaties zijn tevreden met de voorgestelde wijziging van de desbetreffende regels, maar zij vinden niet dat de Commissie probeert het helaas uiterst kleine aantal uitwisselingsambtenaren merkbaar te doen stijgen. Praktische methoden om dit doel te bereiken kunnen onder meer zijn: overeenkomsten met nationale overheden inzake uitwisselingsprogramma's, en toekomstige promoties afhankelijk maken van externe mobiliteit.
9954/01
kee/SAV/hd DG F II
17
NL
3.
Bepaalde delegaties stellen voor te bepalen dat er een hoog vast percentage (20%) tijdelijk personeel moet zijn in de formatie van iedere Commissie-eenheid waarvoor mobiliteit tussen de overheden van de lidstaten en de Commissie mogelijk is.
E.
Gelijke kansen
De groep verwelkomt de voorgestelde wijzigingen op het vlak van het gelijkekansenbeleid en steunt het streven van de Commissie om alle vormen van discriminatie weg te werken, zowel bij de aanwerving als tijdens de loopbaan.
De delegaties zijn verheugd dat er een studie komt om de rechten en plichten van geregistreerde partnerschappen te onderzoeken.
F.
Klokkenluiden
De meeste delegaties zijn ingenomen met en beklemtonen het belang van het overlegdocument van de Commissie betreffende "klokkenluiden". Zij erkennen dat het statuut moet worden gewijzigd om het vertrouwen van de Europese burgers in de instellingen van de EU opnieuw te winnen en te versterken. Het voorstel bewijst dat de Commissie haar ambtenaren aanmoedigt misstanden intern te melden en dat zij dit veilig kunnen doen zonder gevaar van tuchtmaatregelen. De gebruikte procedures moeten de rechten eerbiedigen van alle betrokkenen, met inbegrip van degenen tegen wie beschuldigingen zijn geuit. Als positief signaal naar de Europese burgers moet ten minste de mogelijkheid worden onderzocht om zich in laatste instantie tot een werkelijk extern lichaam te wenden.
G.
Vrijheid van meningsuiting voor EU-ambtenaren
De groep meent dat er redenen zijn om de vrijheid van meningsuiting voor EU-ambtenaren te bespreken, alsmede de artikelen 12 en 17 van het statuut, in samenhang met de hervorming van het personeelsbeleid van de EU.
9954/01
kee/SAV/hd DG F II
18
NL
H.
Faciliteiten en diensten voor het personeel
De groep merkt op dat er bij de Commissievoorstellen terzake geen verklarend financieel memorandum is gevoegd.
IV.
Conclusies
De groep wijst andermaal op het belang van snelle, evenwichtige hervormingen van de overheidsdienst van de Unie, met name met het oog op de uitbreiding van de Unie. Zij constateert met voldoening dat er volgens plan vooruitgang wordt geboekt en is van oordeel dat de voorstellen in grote lijnen in de goede richting lijken te gaan, waardoor de Commissie geholpen wordt haar taak efficiënter uit te oefenen,.
De groep verzoekt de Commissie haar definitieve voorstellen voor eind 2001 in te dienen. Zij is bijzonder ingenomen met het streven van de Commissie om de Raad regelmatig op de hoogte te houden van de ontwikkeling van de hervorming. Zij onderstreept dat de Commissie toezegt de maxima van rubriek 5 van de financiële vooruitzichten in acht te zullen nemen en verzoekt de Commissie vanaf juli 2001 regelmatig geconsolideerde informatie te verstrekken over het totaaleffect van de hervorming op de uitgaven en inkomsten van de EU-begroting.
De groep is van oordeel dat de maatregelen om het EU-pensioenstelsel, op korte en lange termijn, een solide basis te geven, niet langer uitgesteld kunnen worden. Zij herinnert eraan dat de Raad van de Commissie spoedig een voorstel betreffende de pensioenen verwacht dat leidt tot een actuarieel evenwicht in het kader van een volgens de begrotingsmethode gefinancierde pensioenregeling.1 Zij verwijst tevens naar de conclusies van de Europese Raad van Stockholm aangaande de kwaliteit en de houdbaarheid van de pensioenen in het licht van de veranderende demografische omstandigheden.
________________
1
Doc. 14509/00 STAT 54 FIN 565, Bijlage I, zie ook doc. 14337/00 STAT 51 FIN 543.
9954/01
kee/SAV/hd DG F II
19
NL
BIJLAGE I Specifieke opmerkingen over de toelagen
1.
De groep is ingenomen met de maatregelen om de uitkeringen uit hoofde van de ontheemding te consolideren en te vereenvoudigen (jaarlijkse reiskosten, afschaffing van de regelingen voor overmaking van een deel van het salaris). De meeste delegaties zijn echter van oordeel dat het niet aangewezen is gedurende de hele loopbaan van een ambtenaar een vaste ontheemdingsvergoeding (of buitenlandvergoeding) te betalen. Alle delegaties kunnen wijzigingen in de ontheemdingsvergoeding in overweging nemen. De meeste delegaties wensen de ontheemdingsvergoeding van de ambtenaar slechts voor een beperkte periode te betalen, waarna zij geleidelijk afgebouwd of aanmerkelijk verlaagd zou worden. Dit zou het personeel vergoeden voor de kosten van aanpassing op korte termijn en tevens een erkenning zijn van de vastheid van hun tewerkstelling bij de Gemeenschap. In dit verband zijn sommige delegaties van mening dat de instellingen de behoefte van ambtenaren om met hun land van herkomst contact te houden, niet in financiële termen moeten erkennen - veeleer is het de ambtenaar die bij het afwegen van zijn loopbaan de langetermijnimplicaties van een dergelijke loopbaan moet overwegen. Enkele delegaties wezen erop dat het logisch is de huidige inkomensafhankelijke ontheemdingsvergoeding te vervangen door een forfaitair bedrag.
2.
De groep verwelkomt het voornemen van de Commissie om de administratieve procedures voor de vergoeding van de jaarlijkse reiskosten te vereenvoudigen. Sommige delegaties onderstrepen dat die vergoeding gedurende de gehele loopbaan moet plaatsvinden. Andere delegaties zijn van mening dat het stelsel van jaarlijkse reiskostenvergoedingen, ook als forfaitair bedrag, in de tijd moet worden beperkt.
3.
De groep is ingenomen met de intrekking van de schooltoelage voor ambtenaren van wie de kinderen op de standplaats gratis onderwijs kunnen genieten. Toch vinden de meeste delegaties dat afschaffing van de toelage voor kinderen die gratis onderwijs krijgen en behoud ervan voor kinderen die geen gratis onderwijs volgen, niet eerlijk is en een dubieuze last voor de Gemeenschapsbegroting betekent. Zij zijn voor afschaffing van deze toelage voor alle ambtenaren, behalve voor hen van wie de kinderen geen gratis onderwijs kunnen krijgen omdat er op de standplaats van de ambtenaren geen Europese school is.
9954/01 BIJLAGE I
kee/SAV/hd DG F II
20
NL
4.
De groep is tevreden over de vervanging van de huidige inkomensgerelateerde kostwinnerstoelage door een vast bedrag.
5.
Wat de kindertoelage betreft, moet het voorstel om de bepaling voor de gelijkstelling van anderen met kinderen ten laste op te heffen, worden verwelkomd. Toch moeten er vragen worden gesteld bij de uitkering van deze toelage aan mensen tot de leeftijd van 26 jaar die volledig dagonderwijs volgen.
6.
Een aantal delegaties is sterk gekant tegen het voorstel om de secretariaatstoelage in de basisbezoldiging te integreren omdat deze dan in de pensioenberekening zou worden opgenomen, terwijl de van de basisbezoldiging afhankelijke toelagen dienovereenkomstig zouden stijgen. Het zou beter zijn de toelage volledig af te schaffen, behalve voor hen die haar reeds ontvangen en die hun recht ad personam zouden behouden. Sommige delegaties denken dat deze premie wellicht beter kan worden gebruikt om administratief personeel met belangrijke vaardigheden, zoals IT of talen, aan te trekken. Andere delegaties stemmen in met het voorstel om de secretariaatstoelage af te schaffen door haar in het salaris te integreren aangezien zij bedoeld is als beloning voor het gedane werk.
______________
9954/01 BIJLAGE I
kee/SAV/hd DG F II
21
NL
SUMMARY TABLE OF THE PROCEEDINGS OF THE WORKING PARTY ON THE STAFF REGULATIONS IN THE AREA OF HUMAN RESOURCES POLICY -----------(Third version taking into account proceedings until 13/06/01)
Nº
Title of document
Ref.
Sent to WP
Presented to WP
Examined by WP
20/11/00
29/11/00
29/11/00
14218/00, pt III.C. (Summary of proceedings of the WP)
17/01/01
5550/01, pt V. (Summary of proceedings of the WP)
Delegations’ comments
Previous proceedings (WP/Coreper/Council)
Documents including changes to Staff Regulations 1
Consultative document - Family-related leave and flexible working arrangements
SEC(2000)1806/71 2
White paper action plan: nº 53 2
Consultative document on equal opportunities
SN 1290/01+ADD 1 (Contribution SV ) SEC(2000) 2085/41
11/12/00
19/12/00
19/12/00
14881/00, pt I.B.1. (Summary of proceedings of the WP)
Consultative document - Reform of disciplinary proceedings
13730/99 (WP’s report to Coreper/Conseil) 10813/00, pt III.B.6. (WP’s report to Coreper)
White paper action plan: nº 27+47+51 3
10813/00, pt III.B.7. (WP’s report to Coreper examination of measures proposed in the area of human resources policy)
SEC(2000) 2079/51
11/12/00
19/12/00
19/12/00
14881/00, pt I.B.2. (Summary of proceedings of the WP)
10813/00, pt III.B.9. (WP’s report to Coreper)
SEC(2000) 20781
11/12/00
19/12/00
19/12/00
SEC(2000) 2078/51
14/12/00
14881/00, pt I.B.3. (Summary of proceedings of the WP)
10813/00, pt III.B.10. (WP’s report to Coreper)
White paper action plan: nº 57-58 4
Consultative document - Raising concerns about serious wrongdoing (“whistleblowing”) White paper action plan: nº 59-60
1
forwarded by the Commission unofficially first version (SEC(2000) 1806/6) sent on 14/11/00 _________________________________________________________________________________________________________________________________ 9954/01 22 BIJLAGE II DG F II NL 2
Nº 5
Title of document Orientation paper on pay and pensions
Ref. SEC(2001) 274/5
Sent to WP
Presented to WP
Examined by WP
07/03/01
13/03/01
13/03/01
7698/01
Delegations’ comments 7258/01, pt.I.D. (Summary of proceedings of the WP)
Previous proceedings (WP/Coreper/Council) 10813/00, pt III.B.11. (WP’s report to Coreper) 12598/99 (Presidency note I/A- actuarial study)
02/04/01
13628/99 (Presidency note to Coreper - system of remuneration) 7858/00 (Presidency note to Coreper - Cion report to Council/EP on system of remuneration) 10812/00 (WP’s report to Coreper PLS study) 8896/99 (WP’s report to Coreper examination of Annex VII) 13928/00 (Presidency note to Coreper - extension of the method) 14509/00 (“A” item note extension of the method)
White paper action plan: nº 61 6
Orientation paper : Strengthening the European Civil Service’s career structure
SEC(2001) 337/4
07/03/01
13/03/01
7699/01
13/03/01
7258/01, pt I.C (Summary of proceedings of the WP)
10813/00, pt III.B.2 (WP’s report to Coreper)
7258/01, pt I.B (Summary of proceedings of the WP)
10813/00, pt III.B.5 (WP’s report to Coreper)
02/04/01
White paper action plan: nº 30 7
Consultation document on non-permanent human resources
SEC(2001) 295/41
07/03/01
13/03/01
13/03/01
White paper action plan: nº 44-46
_________________________________________________________________________________________________________________________________ 9954/01 23 BIJLAGE II DG F II NL
Nº 8
Title of document Consultative document - Maintaining professional standards
Sent to WP
Presented to WP
Examined by WP
SEC(2001) 279/41
07/03/01
02/04/01
02/04/01
SEC(2001) 322/41
07/03/01
SEC(2001) 325/41
07/03/01
SEC(2000) 2025/3
24/11/00
Ref.
Delegations’ comments 7607/01, pt I.C
Previous proceedings (WP/Coreper/Council) 10813/00, pt III.B.3 (WP’s report to Coreper )
White paper action plan: nº 37 9
Consultative document on middle management White paper action plan: nº 22-23
10
Guidelines on Mobility
10813/00, pt III.B.3 (WP’s report to Coreper )
White paper action plan: nº 36
Proposals for Council Regulations 11
Proposal for Council Regulation introducing special measures to terminate the service of officials of the Commission of the EC as part of the reform of the Commission
29/11/00
5878/01 19/12/00
14881/00, pt II (Summary of proceedings of the WP)
17/01/01
5550/01, pt III (Summary of proceedings of the WP)
21/02/01
6618/01, pt II (+ADD1) (Summary of proceedings of the WP)
13/03/01
7258/01, pt III (Summary of proceedings of the WP)
8223/01 (Presidency note to Coreper) [11/05/01]
02/04/01 25/04/01 12
Proposal for Council Regulation amending Regulation nº 259/68
SEC(2000) 1804/41
14/11/00
29/11/00
29/11/00
8973/01 (duration of auxiliary contracts)
_________________________________________________________________________________________________________________________________ 9954/01 24 BIJLAGE II DG F II NL
Nº
Title of document
Sent to WP
Presented to WP
Examined by WP
SEC(2000) 2084/41
11/12/00
19/12/00
19/12/00
SEC(2000) 2305/51
11/01/01
21/02/01
21/02/01
6618/01, pt I.B (Summary of proceedings of the WP)
SEC(2001) 294/41
07/03/01
02/04/01
02/04/01
7607/01, pt I.B
Ref.
Delegations’ comments
Previous proceedings (WP/Coreper/Council)
Documents with no changes to Staff Regulations 13
Consultative document on improving working arrangements and career perspectives for people with disabilities White paper action plan: nº 48
14
The appraisal, selection and appointment of senior Commission officials White paper action plan: nº 21
15
Consultation document on competitions and recruitment
11495/99 (Report to Coreper recruitment in the EC institutions - 1995-97)
White paper action plan: nº 24-29 16
Consultative document - Facilities and services for staff of the European Commission
10813, pt III.B.1 (WP’s report to Coreper )
SEC(2001) 284/31
07/03/01
SEC(2001) 319/61
07/03/01
SEC(2001) 323/51
07/03/01
White paper action plan: nº 54 17
Communication on « Career development report » (Staff appraisal) and promotion
16/05/01
10813/00, pt III.B.2 (WP’s report to Coreper )
White paper action plan: nº 32-33 18
Consultative document : Training guidelines
10813/00, pt III.B.4 (WP’s report to Coreper )
White paper action plan: nº 23+38-43
_________________________________________________________________________________________________________________________________ 9954/01 25 BIJLAGE II DG F II NL
Nº
Title of document
Ref.
Sent to WP
Presented to WP
Examined by WP
Delegations’ comments
Previous proceedings (WP/Coreper/Council)
Reports and other documents 19
Progress report on the reform actions as at 10/07/00
TFRA D(0) 1721
03/08/00
20
Progress report on reform actions as at 06/10/00
TFRA D(0) 2451
14/11/00
21
Reform progress report - February 2001
COM(2001) 115 final
05/03/01
13/03/01
6846/01 22
Code of good administrative behaviour
-
26/10/00
20/10/00
23
Measures to implement the Code
-
26/10/00
20/10/00
24
Road map for reform - Implementing the Reform White Paper Action Plan
-
14/11/00
10/11/00
25
A new staff policy for the European Commission
07/03/01
13/03/01
Note summarising the fundamental principles underlying the new staff policy
SEC(2001) 273/51
8808/97 (WP's report to Coreper Modernisation of the European civil service)
Forthcoming documents 26
Flexible retirement White paper action plan: nº 34
27
The Staff Regulations (simplification and update) White paper action plan: nº 55-56
_________________________________________________________________________________________________________________________________ 9954/01 26 BIJLAGE II DG F II NL